Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

arnokorsten.nl
from arnokorsten.nl More from this publisher
31.08.2013 Views

- Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Sociale vernieuwing: van plan naar praktijk - Een onderzoek naar de voorwaarden voor een effectief achterstandsbeleid, Rijswijk, maart 1998. Randgroepjongerenbeleid - Heffen, O. van, Beleidsontwerp, resultaat en omgeving - De problematiek van randgroepjongeren in zeven Nederlandse gemeenten, UT, Enschede, 1993 (diss.). Veiligheid en criminaliteit - Ned. Centrum voor Sociaal Beleid, Preventie vraagt perspectief - Lokale initiatieven voor criminele jongeren, Bunnik, 1994. Grote-stedenbeleid - Denters, S. en O. van Heffen, Grote steden, gemene problemen, in: InterDisciplinair, aug. 1996, pp. 8-10. - Verweij, A.O. en B. Goezinne, Jaarboek 1995 Grote-stedenbeleid Rotterdam, 1996. 7 Typen beleidsopvolging Beleidsopvolging komt veel voor. De vorm is niet altijd gelijk. Er bestaan grofweg een type of vijf. We volgen hier Hogwood en Peters (1983: 62). - Lineaire opvolging is een pure vorm. Het bestaande programma wordt integraal vervangen door een nieuw programma, zoals een paar nieuwe wandelschoenen voor oude in de plaats komen en dezelfde ‘functie’ hebben. - ‘Beleidsconsolidatie’ betekent het samenvoegen van twee beleidsprogramma’s tot een programma. Deze vorm komen we bijvoorbeeld tegen zodra het beleid te gedifferentieerd wordt, meer overzicht voor ‘normadressaten’ gewenst is en de coördinatie van beleid zoek raakt. Toen er veel milieuwetten gegroeid waren, kwam er een Wet algemene bepalingen milieuhygiëne overheen, die leidde tot een en dezelfde procedure voor een vergunningaanvrage en -verlening. Dat was al winst zoals de wetsevaluatiecommissie-Oosting aantoonde. Later volgde verdere integratie in de vorm van de Wet milieubeheer. Een vorm van beleidsconsolidatie dus. Dat lijkt ook gegolden te hebben voor integraal veiligheidsbeleid (Justitiële Verkenningen, 1995, nr. 5). - Beleidssplitsing is het omgekeerde van beleidsconsolidatie. Beleidssplitsing impliceert toenemende beleidsdifferentiatie, het uiteen leggen van een programma in twee of meer programma’s. Voor een voorbeeld kan men terecht bij het podiumkunstenbeleid, dat steeds gedifferentieerder is geworden. Intussen omvat dit beleid onder meer het gebied van toneel, cabaret, ballet en orkesten, waaronder symfonie-orkesten. 36

- Beleidsopvolging kan ook de vorm aannemen van een combinatie van beleidsinkrimping en een beleidstoevoeging in de vorm van een opvolger. Denk hierbij aan (fictief) beleid waarbij de studiefinanciering voor bepaalde typen universitaire studenten verdwijnt, voor andere beperkt wordt terwijl er nieuw beleid ontstaat voor nieuwe typen studenten (bijvoorbeeld hbo-studenten, of ...). Hogwood en Peters (1983: 63) spreken hier van partiële terminatie, maar dat vat niet helemaal het type waarom het hier gaat. Daarom is onze aanduiding afwijkend. - Niet-lineaire opvolging houdt in dat het beleidsprogramma gedeeltelijk verdwijnt, een deel van het oude programma vervangen wordt en een deel van het programma als beleidsinnovatie is te typeren. Dit is een iets complexer type dan het voorgaande. We komen niet-lineaire opvolging vermoedelijk nogal tegen in de sfeer van de sociale zekerheid. Wie wil oefenen met deze indeling kan het minderhedenbeleid in Nederland bestuderen. Ook een toespitsing op het huisvestingsbeleid van Nederland voor Molukkers laat opvolgingsvarianten zien. De ‘grote operaties’ op rijksniveau uit de jaren tachtig en negentig, zoals onder andere de heroverwegings-, deregulerings-, efficiency-operatie zijn ook wel in deze termen getypeerd (Van Nispen en Noordhoek, 1986). We geven een casus: is het plan van minister Herfkens non-lineaire opvolging? Casus ontwikkelingssamenwerking - het plan van Herfkens non-lineaire opvolging? Beleidsdynamiek is overal. Neem ontwikkelingssamenwerking. Op dit terrein waren ministers verantwoordelijk zoals Bot, Udink, Boertien, Pronk, De Koning, Van Dijk, Schoo en Herfkens. Het beleid onder minister Pronk (1994-1998) verschilde nogal van het beleid onder minister Bot (midden jaren zestig). Dat blijkt uit de volgende citaten (zie Melkert, 1986): Minister Bot: ‘Neen, mijnheer de voorzitter, hier zit, meen ik, nu juist het kneepje: mijn collega van Buitenlandse Zaken zei niet, dat hij verantwoordelijk bleef voor een deel van mijn taak, maar voor de desbetreffende begrotingspost’ (Handelingen Eerste Kamer, 25 mei 1966). Minister Udink: ‘Ontwikkelingspolitiek is iets totaal nieuws. De staat verandert van een op eigen belangen gericht stelsel van zelfverdediging naar een op wereldbelangen gerichte dienstbaarheid’ (Haagsche Courant, 20 febr. 1970). Minister Boertien: ‘Dan stel ik vast, wat erg bevredigend is, dat Nederlandse ontwikkelingssamenwerking in het buitenland erg gezien is; we zijn een klein land dat met zijn ontwikkelingshulp 37

- Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Sociale vernieuwing: van plan naar praktijk -<br />

Een onderzoek naar de voorwaarden voor een effectief achterstandsbeleid, Rijswijk,<br />

maart 1998.<br />

Randgroepjongerenbeleid<br />

- Heffen, O. van, <strong>Beleid</strong>sontwerp, resultaat en omgeving - De problematiek van<br />

randgroepjongeren in zeven Nederlandse gemeenten, UT, Enschede, 1993 (diss.).<br />

Veiligheid en criminaliteit<br />

- Ned. Centrum voor Sociaal <strong>Beleid</strong>, Preventie vraagt perspectief - Lokale initiatieven<br />

voor criminele jongeren, Bunnik, 1994.<br />

Grote-stedenbeleid<br />

- Denters, S. en O. van Heffen, Grote steden, gemene problemen, in: InterDisciplinair,<br />

aug. 1996, pp. 8-10.<br />

- Verweij, A.O. en B. Goezinne, Jaarboek 1995 Grote-stedenbeleid Rotterdam, 1996.<br />

7 Typen beleidsopvolging<br />

<strong>Beleid</strong>sopvolging komt veel voor. De vorm is niet altijd gelijk. Er bestaan gr<strong>of</strong>weg een<br />

type <strong>of</strong> vijf. We volgen hier Hogwood en Peters (1983: 62).<br />

- Lineaire opvolging is een pure vorm. Het bestaande programma wordt integraal<br />

vervangen door een nieuw programma, zoals een paar nieuwe wandelschoenen voor<br />

oude in de plaats komen en dezelfde ‘functie’ hebben.<br />

- ‘<strong>Beleid</strong>sconsolidatie’ betekent het samenvoegen van twee beleidsprogramma’s tot een<br />

programma. Deze vorm komen we bijvoorbeeld tegen zo<strong>dr</strong>a het beleid te<br />

gedifferentieerd wordt, meer overzicht voor ‘norma<strong>dr</strong>essaten’ gewenst is en de<br />

coördinatie van beleid zoek raakt. Toen er veel milieuwetten gegroeid waren, kwam<br />

er een Wet algemene bepalingen milieuhygiëne overheen, die leidde tot een en dezelfde<br />

procedure voor een vergunningaanvrage en -verlening. Dat was al winst zoals de<br />

wetsevaluatiecommissie-Oosting aantoonde. Later volgde verdere integratie in de<br />

vorm van de Wet milieubeheer. Een vorm van beleidsconsolidatie dus. Dat lijkt ook<br />

gegolden te hebben voor integraal veiligheidsbeleid (Justitiële Verkenningen, 1995, nr.<br />

5).<br />

- <strong>Beleid</strong>ssplitsing is het omgekeerde van beleidsconsolidatie. <strong>Beleid</strong>ssplitsing impliceert<br />

toenemende beleidsdifferentiatie, het uiteen leggen van een programma in twee <strong>of</strong><br />

meer programma’s. Voor een voorbeeld kan men terecht bij het<br />

podiumkunstenbeleid, dat steeds gedifferentieerder is geworden. Intussen omvat dit<br />

beleid onder meer het gebied van toneel, cabaret, ballet en orkesten, waaronder<br />

symfonie-orkesten.<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!