Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

arnokorsten.nl
from arnokorsten.nl More from this publisher
31.08.2013 Views

- Wiegers, H., Urgentiebepaling van ernstige bodemverontreinigingen door het Priwacomodel, in: Gombault, M. en S. Radersma (red.), Milieumanagement naar een hoger niveau, Twente UP, Enschede, 1998. 164

D Balans 29 Balans: beleidsdynamiek en beleidsbeëindiging Er bestaan vier theoretische benaderingen van veranderingen in beleid volgens Parsons. a De politieke cycli-aanpak. b De organisatiebenadering. c Het denken in termen van beleidsdynamiek-typen. d Het denken in termen van beleidsgericht leren. Hier is vooral ingegaan op beleidsdynamiek. De beleidsdynamiek-theorie wordt geassocieerd met namen van Brian Hogwood en Guy Peters (1983), Peter DeLeon (1978), Eugene Bardach (1976), Bothun en Comer (1979), Arno Korsten (1983, 1985, 1988, 1990) en anderen. In Nederland zijn vanuit deze optiek door Korsten studies gedaan, onder meer naar de mijnsluitingen (wel optreden van beleidsbeëindiging), en de intrekking van de Uitverkopenwet (wel beleidsbeëindiging). Van de Graaf (1993) bestudeerde de intrekking van de WIR, en De Vries (1996) de continuïteit van het homo-emancipatiebeleid, en dus de ontbrekende beleidsbeëindiging. Deze theorievorming is zeer beleidsrelevant. Ze gaat bij uitstek over het management van beleidsveranderingen; uiteraard, want de lessen zijn ontleend aan het vallen en opstaan bij ‘policy dynamics’. Er wordt ook aandacht besteed aan de rol van politieke ideologie en beleidsevaluatie. Karakteristiek voor beleidsbeëindiging is dat sprake is van wijziging van doelstellingen, die zich uit in de verandering van bestaand beleid. Er kan niet gesproken worden van: eens beleid, altijd beleid. Er bestaan vele typen beleidsveranderingen, waarvan beëindiging van een beleid er een is. Bovendien is beëindiging er in soorten. In het openbaar bestuur komt integrale en partiële beëindiging van overheidsbeleid voor. De meeste beëindigingen die wij kennen is partieel van aard. Beleidsbeëindiging gaat veelal gepaard met nieuw beleid. Het einde betekent een nieuw begin. Vooral onnatuurlijke beëindigingen zijn gecompliceerd en brengen het grote risico met zich mee dat zij op weinig uitlopen. Daarom is de beëindigbaarheid van bepaalde beleidsobjecten verkend en zijn barrières op een rij gezet. De analyse van de wijze waarop beleidsbeëindiging in de praktijk verloopt maakt duidelijk dat het hier in belangrijke mate om een proces gaat dat evenzeer politiek van aard is als beleidsvormingsprocessen. Het ideologisch tij is een sterk conditionerende factor. 165

D Balans<br />

29 Balans: beleidsdynamiek en beleidsbeëindiging<br />

Er bestaan vier theoretische benaderingen van veranderingen in beleid volgens<br />

Parsons.<br />

a De politieke cycli-aanpak.<br />

b De organisatiebenadering.<br />

c Het denken in termen van beleidsdynamiek-typen.<br />

d Het denken in termen van beleidsgericht leren.<br />

Hier is vooral ingegaan op beleidsdynamiek. De beleidsdynamiek-theorie wordt<br />

geassocieerd met namen van Brian Hogwood en Guy Peters (1983), Peter DeLeon<br />

(1978), Eugene Bardach (1976), Bothun en Comer (1979), Arno <strong>Korsten</strong> (1983, 1985,<br />

1988, 1990) en anderen. In Nederland zijn vanuit deze optiek door <strong>Korsten</strong> studies<br />

gedaan, onder meer naar de mijnsluitingen (wel optreden van beleidsbeëindiging), en<br />

de intrekking van de Uitverkopenwet (wel beleidsbeëindiging). Van de Graaf (1993)<br />

bestudeerde de intrekking van de WIR, en De Vries (1996) de continuïteit van het<br />

homo-emancipatiebeleid, en dus de ontbrekende beleidsbeëindiging.<br />

Deze theorievorming is zeer beleidsrelevant. Ze gaat bij uitstek over het management<br />

van beleidsveranderingen; uiteraard, want de lessen zijn ontleend aan het vallen en<br />

opstaan bij ‘policy dynamics’. Er wordt ook aandacht besteed aan de rol van politieke<br />

ideologie en beleidsevaluatie.<br />

Karakteristiek voor beleidsbeëindiging is dat sprake is van wijziging van<br />

doelstellingen, die zich uit in de verandering van bestaand beleid. Er kan niet<br />

gesproken worden van: eens beleid, altijd beleid. Er bestaan vele typen<br />

beleidsveranderingen, waarvan beëindiging van een beleid er een is. Bovendien is<br />

beëindiging er in soorten. In het openbaar bestuur komt integrale en partiële<br />

beëindiging van overheidsbeleid voor. De meeste beëindigingen die wij kennen is<br />

partieel van aard. <strong>Beleid</strong>sbeëindiging gaat veelal gepaard met nieuw beleid. Het einde<br />

betekent een nieuw begin.<br />

Vooral onnatuurlijke beëindigingen zijn gecompliceerd en brengen het grote risico<br />

met zich mee dat zij op weinig uitlopen. Daarom is de beëindigbaarheid van bepaalde<br />

beleidsobjecten verkend en zijn barrières op een rij gezet. De analyse van de wijze<br />

waarop beleidsbeëindiging in de praktijk verloopt maakt duidelijk dat het hier in<br />

belangrijke mate om een proces gaat dat evenzeer politiek van aard is als<br />

beleidsvormingsprocessen. Het ideologisch tij is een sterk conditionerende factor.<br />

165

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!