Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
georiënteerde onderwijzers als belangrijke agenten in de versterking van de islamitische component van het Turks nationalisme te gebruiken. Tot slot onderscheiden we de islamisten. De islamisten zijn wat betreft waardesysteem het verst verwijderd van de kemalisten. Islamistische politici, beleidsexperts, intellectuelen en belangengroepen (waaronder associaties voor imams en leerlingen van imamscholen) zijn voorstander van een algehele islamisering van de Turkse identiteit. Imamscholen en niet de seculiere staatsscholen vormen in hun ogen de onderwijsnorm. Islamisten beschouwen imamscholen dan ook niet als een beroepsopleiding maar als de standaard voor regulier onderwijs. Nog radicaler zijn de kleine maar zeer fundamentalistische organisaties die alle staatsinmenging afwijzen zolang de staat geen ‘echte’ islamitische staat is. Deze groepen hebben echter weinig tot geen significante invloed op de vorming van imamscholenbeleid. De strijd tussen aanhangers van deze drie stromingen duurt tot op de dag van vandaag voort. Vanaf de heropening van imamscholen in 1950 zijn deze scholen nooit meer geheel gesloten geweest. De strijd om deze scholen heeft zich dan ook voornamelijk gericht op de volgende drie beleidsvoorkeuren: duur van de opleiding, positie van de opleiding in het gehele onderwijssysteem en het onderliggende waardenstelsel van de scholen. Onderstaande tabel geeft de verschillende stromingen en hun beleidsvoorkeuren weer. Tabel 1 Beleidsgemeenschappen in religieonderwijs en hun beleidsvoorkeuren Radicale kemalisten Duur Structuur/ Positie Waardestelsel Geen imamop Leidingen Geen Positivistisch: religie als obstakel modernisering Bron: Yesilkagit, 2001: 11. Gematigde kemalisten Driejarige beroepsopleiding na achtjarig verplicht basisonderwijs Staatscontrole Positivistisch: religieus onderwijs toegestaan maar met behoud van secularisme Turks-islamitisch nationalisten Zevenjarige beroepsoplei ding na vijfjarig basisonderwijs Staatscontrole Synthese tussen islam en ‘Turkendom’ Islamisten Imamopleidinge n norm voor regulier onderwijs Staatscontrole Islamisme: streven naar staatsislam Marginale islamitisch fundamentalisten Idem Geen staatsinmenging; particuliere stichtingen Islamisme: oprichting van islamitische staat 144
Het verloop van het beleidsvormingsproces onder militair gezag Het regime van 1960-1961 kwam tot stand na een coup van enkele tientallen overwegend jonge officieren uit de lagere en middelbare rangen. De meeste officieren kenden elkaar niet voor de coup omdat de voorbereidingen in het geheim plaats hadden gevonden zij vanuit anonieme cellen hadden geopereerd. Na de staatsgreep ontstond er binnen de groep die zich uiteindelijk als één junta presenteerde verschillende ideologische facties. De dominante factie had echter een seculiere oriëntatie en stond ook de secularisering van de imamscholen voor. De selectie van nieuwe ministers, voornamelijk hoogleraren en technocraten, verliep echter niet gecoördineerd. De meeste ministers werden geselecteerd vanwege hun reputatie en op basis van hun vermeende expertise over een bepaald onderwerp of beleidsterrein. Zo benoemde de junta de decaan van het elitaire en kemalistische Politieke Wetenschappen Faculteit van de Universiteit van Ankara op het ministerie van Nationaal Onderwijs. Vanwege de interne twisten heeft de junta na de selectie van ministers echter geen enkele interesse meer voor de voortgang van de hervormingen binnen het imamscholenbeleid getoond. Daarbij kwam ook dat de ministers van Nationaal Onderwijs elkaar gemiddeld om de vijf maanden afwisselden. De vierde en laatste minister tijdens het militaire gezag was zelfs geen kemalist maar een Turksislamitisch nationalist. Iedere minister benoemde commissies waarin telkens vertegenwoordigers van alledrie de beleidsgemeenschappen door elkaar heen zitting hadden. Uiteindelijk werd de gewenste hervorming die wel was voorgeschreven, niet uitgevoerd. De situatie na het aftreden van de junta was zelfs zo dat er meer imamscholen waren bijgekomen met hoofdzakelijk Turks-islamitisch nationalistisch getinte onderwijsprogramma’s dan er voor de coup bestonden. De belangrijkste actoren waren niet de militairen maar de achtereenvolgende ministers van onderwijs die, ofschoon kort op die positie, hun stempel op het verloop van het beleidsproces konden drukken. In 1971 bleef een staatsgreep achterwege, maar de Generale Staf van de Turkse Strijdkrachten wist door het uitvaardigen van een ultimatum het aftreden van de zittende centrumrechtse regering af te dwingen. In plaats daarvan werd een regering van voornamelijk links georiënteerde economen en technocraten gevormd. De eveneens links-progressieve junta schreef op het gebied van de imamscholen secularistische hervormingen volgens de ‘ware’ principes van het kemalisme voor. Het technocratische kabinet is voor een belangrijk deel in de implementatie van hun programma geslaagd. De minister van Nationaal Onderwijs, de kemalist Şinasi Orel, wist binnen een half jaar na de uitvaardiging van het ultimatum de zevenjarig imamopleidingen terug te brengen tot driejarige beroepsopleidingen en werd na 145
- Page 93 and 94: Toch is dit emotionele aspect niet
- Page 95 and 96: geringe kans op succes hebben. Men
- Page 97 and 98: (opnieuw) in rep en roer. Het depar
- Page 99 and 100: legeronderdeel ineffectief en ineff
- Page 101 and 102: gasvondst in Groningen in het begin
- Page 103 and 104: Van der Hooft). Dit directoraat hie
- Page 105 and 106: Ook de Mijn Industrie Raad heeft ee
- Page 107 and 108: - Daniels, M.R., Theories for the i
- Page 109 and 110: jaren zeventig. Tegenover bijv. het
- Page 111 and 112: Daarmee is het kader gegeven om de
- Page 113 and 114: innendienst. De helft van de menskr
- Page 115 and 116: Hierna beoordeelde de deregulerings
- Page 117 and 118: - De ambtelijke uitvoerende organis
- Page 119 and 120: moest gelden maar wel voor anderen.
- Page 121 and 122: die misschien over enkele jaren van
- Page 123 and 124: Uitblijvende beleidsbeëindiging: l
- Page 125 and 126: Recent is er weer een beweging teru
- Page 127 and 128: Van der Ploeg noemde afschaffing va
- Page 129 and 130: institutionele permanentiehypothese
- Page 131 and 132: voorgenomen beëindiging een grote
- Page 133 and 134: Er ligt (nog steeds) een groot terr
- Page 135 and 136: Overige literatuur - Arendsen, G. &
- Page 137 and 138: Dit artikel, gebaseerd op het proef
- Page 139 and 140: voor economische groei’) door de
- Page 141 and 142: Een intellectueel causaal mechanism
- Page 143: van de door hen gewenste hervorming
- Page 147 and 148: mate van ideologische cohesie bij j
- Page 149 and 150: kabinetten-Kok niet de minister van
- Page 151 and 152: 2002 Het Centraal Planbureau (CPB),
- Page 153 and 154: eraan ten grondslag. Een voorbeeld
- Page 155 and 156: Het gevolg van dit meer genuanceerd
- Page 157 and 158: Het vuil werd zo weggewerkt en de g
- Page 159 and 160: onderzoek van het RIVM, deels achte
- Page 161 and 162: sanering al het dubbele te kosten.
- Page 163 and 164: uitvoering verbetert. De milieukund
- Page 165 and 166: D Balans 29 Balans: beleidsdynamiek
- Page 167 and 168: theorie onder welke omstandigheden
- Page 169 and 170: - Hayes, M.T., The limits of policy
- Page 171: die een belangrijke rol hebben gesp
georiënteerde onderwijzers als belangrijke agenten in de versterking van de<br />
islamitische component van het Turks nationalisme te gebruiken.<br />
Tot slot onderscheiden we de islamisten. De islamisten zijn wat betreft<br />
waardesysteem het verst verwijderd van de kemalisten. Islamistische politici,<br />
beleidsexperts, intellectuelen en belangengroepen (waaronder associaties voor<br />
imams en leerlingen van imamscholen) zijn voorstander van een algehele<br />
islamisering van de Turkse identiteit. Imamscholen en niet de seculiere staatsscholen<br />
vormen in hun ogen de onderwijsnorm. Islamisten beschouwen imamscholen dan<br />
ook niet als een beroepsopleiding maar als de standaard voor regulier onderwijs.<br />
Nog radicaler zijn de kleine maar zeer fundamentalistische organisaties die alle<br />
staatsinmenging afwijzen zolang de staat geen ‘echte’ islamitische staat is. Deze<br />
groepen hebben echter weinig tot geen significante invloed op de vorming van<br />
imamscholenbeleid.<br />
De strijd tussen aanhangers van deze <strong>dr</strong>ie stromingen duurt tot op de dag van<br />
vandaag voort. Vanaf de heropening van imamscholen in 1950 zijn deze scholen<br />
nooit meer geheel gesloten geweest. De strijd om deze scholen heeft zich dan ook<br />
voornamelijk gericht op de volgende <strong>dr</strong>ie beleidsvoorkeuren: duur van de opleiding,<br />
positie van de opleiding in het gehele onderwijssysteem en het onderliggende<br />
waardenstelsel van de scholen. Onderstaande tabel geeft de verschillende<br />
stromingen en hun beleidsvoorkeuren weer.<br />
Tabel 1 <strong>Beleid</strong>sgemeenschappen in religieonderwijs en hun<br />
beleidsvoorkeuren<br />
Radicale<br />
kemalisten<br />
Duur<br />
Structuur/<br />
Positie<br />
Waardestelsel<br />
Geen imamop<br />
Leidingen<br />
Geen<br />
Positivistisch:<br />
religie als<br />
obstakel<br />
modernisering<br />
Bron: Yesilkagit, 2001: 11.<br />
Gematigde<br />
kemalisten<br />
Driejarige<br />
beroepsopleiding<br />
na achtjarig<br />
verplicht<br />
basisonderwijs<br />
Staatscontrole<br />
Positivistisch:<br />
religieus<br />
onderwijs<br />
toegestaan maar<br />
met behoud van<br />
secularisme<br />
Turks-islamitisch<br />
nationalisten<br />
Zevenjarige<br />
beroepsoplei<br />
ding na vijfjarig<br />
basisonderwijs<br />
Staatscontrole<br />
Synthese tussen<br />
islam en<br />
‘Turkendom’<br />
Islamisten<br />
Imamopleidinge<br />
n norm voor<br />
regulier<br />
onderwijs<br />
Staatscontrole<br />
Islamisme:<br />
streven naar<br />
staatsislam<br />
Marginale<br />
islamitisch<br />
fundamentalisten<br />
Idem<br />
Geen<br />
staatsinmenging;<br />
particuliere<br />
stichtingen<br />
Islamisme:<br />
oprichting van<br />
islamitische staat<br />
144