31.08.2013 Views

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

heeft de wetenschappelijke studie van beleid weliswaar mooie (Engelstalige) proza<br />

zoals ‘garbage can’, ‘policy window’, en ‘punctuated equilibrium’ opgeleverd, maar<br />

heeft de toetsing en vorming van theorie bemoeilijkt om twee redenen: (a) de<br />

empirische basis van deze theorieën is vaak beperkt tot enkele observaties binnen<br />

slechts enkele organisaties, enkele beleidssectoren <strong>of</strong> tot één politiek systeem<br />

(ho<strong>of</strong>dzakelijk de V.S.) en (b) de begrippen uit de verschillende kaders overlappen<br />

elkaar en stellen de onderzoeker steeds voor de keuze welk concept te gebruiken. Er<br />

bestaat niettemin een <strong>dr</strong>ietal belangrijke beleidsveranderingstheorieën.<br />

De <strong>dr</strong>ie theorieën zijn de ‘punctuated equilibrium’ theorie van Baumgartner en Jones<br />

(1993), de ‘social learning’ theorie van Hall (1993) en de ‘policy advocacy coalition’<br />

kader van Sabatier (1988).<br />

Waarom wordt de agendatheorie van John Kingdon niet tot de theorieën over<br />

verandering gerekend? Omdat niet beleidsverandering bij Kingdon de afhankelijke<br />

variabele is.<br />

De keuze voor deze <strong>dr</strong>ie theorieën is gemaakt vanwege de volgende <strong>dr</strong>ie punten. In<br />

de eerste plaats vormt (radicale) beleidsverandering de expliciete afhankelijke<br />

variabele in alle <strong>dr</strong>ie theorieën. In de tweede plaats geven de theorieën<br />

beleidsprocessen weer als langdurige perioden van incrementalisme afgewisseld<br />

door korte perioden van radicale beleidsveranderingen. De laatste overeenkomst is<br />

dat radicale beleidsveranderingen door factoren die zich buiten het<br />

beleidssubsysteem bevinden worden geïnitieerd.<br />

• ‘Punctuated equilibrium’-theorie<br />

De ‘punctuated equilibrium’-theorie van Baumgartner en Jones (1993) stelt dat<br />

perioden van incrementele beleidsvorming en -implementatie binnen stabiele<br />

beleidssectoren worden afgewisseld door kortdurende instabiele en chaotische<br />

momenten die eindigen met een radicale beleidsverandering. De stabiliteit is het<br />

gevolg van het bestaan van een beleidsgemeenschap die voor een langere periode<br />

een dominante positie inneemt (<strong>of</strong>wel: een ‘beleidsmonopolie’ bezit) in een<br />

beleidssubsysteem. De beleidsgemeenschap heeft gedurende deze periode niet alleen<br />

de macht om de belangrijkste beleidsbeslissingen te nemen over het<br />

beleidsprogramma waarover zij gaat maar ook om een positief beleidsbeeld over het<br />

aangaande probleem te definiëren. Door samenloop van een aantal factoren kan het<br />

evenwicht dat voor stabiliteit zorgt abrupt worden verstoord en de plaats van de<br />

dominante beleidsgemeenschap worden ingenomen door een andere. De<br />

belangrijkste verklarende factor in het model is de succesvolle uitdaging en<br />

uiteindelijke ver<strong>dr</strong>inging van het vigerend positieve beleidsbeeld dat een<br />

beleidsprogramma haar legitimiteit verschaft (bijvoorbeeld ‘industriebeleid is goed<br />

138

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!