Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten Beleid veranderen of stoppen - Prof. dr. AFA Korsten
zonder hulp van politici die voornemens formuleren en commentaar geven, en politici kunnen zich tot burgers wenden als ze stukken schrijven in dagbladen of interviews worden afgenomen of doro journalisten verslag wordt gedaan van het politieke toneel. Van daaruit verder redenerend ligt het voor de hand dat politici die berichten lezen en opinies van collega’s daarmee weer rekening houden bij vervolgactie. Als mediaberichtgeving invloed heeft op politieke vertegenwoordigers, dan kunnen media ook inwerken op beleidsvorming en daarbinnen op probleemdefiniëring. Bevestigt empirisch onderzoek dat? Jeon & Haider-Markel (2001) deden onderzoek naar de probleemdefinities op het vlak van gehandicaptenbeleid en ‘policy change’. Ze deden dit op basis van analyse van media coverage en hearings van het Congres in de V.S. Beleidsverandering bleek terug te leiden tot een herdefiniëring van gehandicaptenvraagstukken die verschoof vanuit een medisch en economisch perspectief naar een nieuw ‘sociopolitical perspective’. De auteurs Jeon & Haider-Markel: ‘Specifically, we find evidence that media attention and tone influenced the nummer of congressional hearings and the tone of these hearings. The change in the congressional definition subsequently contributed to the passage of key legislation based on the sociopolitical/civic rights definition of disability. Importantly, our research supports previous studies that suggest problem definition helps to explain significant policy change’ (2001: 215). Over agendering is natuurlijk veel meer te zeggen. Kingdon (1995) voegt bijvoorbeeld toe dat er ook sprake moet zijn van een geschikt moment. Veranderingen treden niet op elk moment op. De kans is groot als er een verbinding ontstaat tussen probleem, een stroom van politieke oplossingen en een moment, een opening (policy window). Hajer e.a wijzen op het belang van een (wisseling van) discourscoalitie. Literatuur over agendavorming en beleidsverschuivingen - Baumgartner, F. & B.D. Jones, Agendas and instability in American politics, University of Chicago Press, Chicago, 1993. - Baumgartner, F.R. en B.D. Jones (eds.), Policy dynamics, University of Chicago Press, Chicago, 2002. - Haider-Markel, D.P., Creating change- Holding the line: agenda setting on lesbian and gay issues at the national level, in: E. Riggle & B. Tadlock (eds.), Gays and lesbians in the democratic process: Public policy, public opinion, and politicial representation, Columbia University Press, New York, 1999. - Kingdon, J., Agendas, alternatives and public policies, Harper Collins College, New York, 1995 (2e edition). - Kleistra, Y., Hollen of stilstaan – Beleidsveranderingen bij het Nederlands 12
ministerie van Buitenlandse Zaken, Eburon, Delft, 2002. - Rochefort, D. & R. Cobb (eds.), The politics of problem definition, The University Press of Kansas, Lawrence, 1994. - Schneider, M. & P. Teske, Toward a theory of the political entrepeneur: evidence from local government, in: American Political Sciencve Review, vol. 86, 1992, pp. 737-747. - Shapiro, J.P., Disability policy and the media: a stealth civil rights movement bypasses the press and defies conventional wisdom, in: Policy Studies Journal, vol. 22, 1994, nr. 1, pp. 123-132. - Jeon, Y. & D.P. Haider-Markel, Tracing issue definition and policy change: an analysis of issue images and policy response, in: Policy Studies Journal, vol. 29, 2001, nr. 2, pp. 215-232. Beleidsveranderingen in theorie Yesilkagit stelt: ‘Theorievorming over beleidsprocessen is sterk versnipperd (vgl. Parsons, 1995). Het bestaan van vele onderzoekprogramma’s binnen en tussen verschillende politieke stelsels heeft ertoe geleid dat vaak dezelfde fenomenen, zoals agendavorming en beleidsveranderingen, door verschillende onderzoekers met behulp van verschillende conceptuele kaders zijn beschreven en geanalyseerd (John, 1998). Dit heeft de wetenschappelijke studie van beleid weliswaar mooie (Engelstalige) proza zoals ‘garbage can’, ‘policy window’, en ‘punctuated equilibrium’ opgeleverd, maar heeft de toetsing en vorming van theorie bemoeilijkt om twee redenen: (a) de empirische basis van deze theorieën is vaak beperkt tot enkele observaties binnen slechts enkele organisaties, enkele beleidssectoren of tot één politiek systeem (hoofdzakelijk de V.S.) en (b) de begrippen uit de verschillende kaders overlappen elkaar en stellen de onderzoeker steeds voor de keuze welk concept te gebruiken’(Bestuurskunde, 2002, nr. 2). Er bestaat niettemin belangrijke beleidsveranderingstheorieën. Parsons (1995) noemt vier theoretische benaderingen van beleidsverandering volgens Parsons (1995): • de analyse van politieke cycli (Winsemius, de genoemde Namenwirth, Hoogerwerf, De Vries), zoals de ‘punctuated equilibrium’-theorie van Baumgartner en Jones (1993) • de analyse vanuit organisatieperspectieven: omgevingsturbulentie als motor van verandering (Lawrence & Lorsch, Burns & Stalker, Pfeffer & Salancik), • de analyse van vormen van beleidsdynamiek als zodanig: de motieven voor verandering, de aanpak, de aard van de verandering, de gevolgen (DeLeon, Bardach, Bradley, Hogwood & Peters, Korsten), en • de analyse van beleidsverandering als beleidsgericht leren, zoals de social learning theorie van Hall en de theorie van ‘policy advocacy coalition’ van Sabatier (zie Deutsch, Argyris, Etheredge, Sabatier & Jenkins-Smith, Eberg/ Van de Graaf). 13
- Page 1 and 2: ‘Change, that’s what we want’
- Page 3 and 4: A Inleiding 1 Inleiding Er is sprak
- Page 5 and 6: Jeugdige delinquenten moesten in we
- Page 7 and 8: inzet van een ander (beleids-) inst
- Page 9 and 10: B Algemeen overzicht 2 Beleidsconti
- Page 11: aandacht voor de langere termijn, t
- Page 15 and 16: uiteindelijke verdringing van het v
- Page 17 and 18: - DeLeon, P. de, Policy evaluation
- Page 19 and 20: • Geruchten. In 1973 deden geruch
- Page 21 and 22: Feitelijk kwam er nauwelijks oliesc
- Page 23 and 24: Beleidsbeëindiging is bij deze aut
- Page 25 and 26: Het argument dat ze daarvoor aandra
- Page 27 and 28: Herinvoering zedenpolitie Een ander
- Page 29 and 30: 1993 Het kabinet besluit voor alle
- Page 31 and 32: De bedoeling is dat de nieuwe regel
- Page 33 and 34: Het begrip ‘bestuurlijke preventi
- Page 35 and 36: maatschappelijke instellingen en bu
- Page 37 and 38: - Beleidsopvolging kan ook de vorm
- Page 39 and 40: programma’s en thema’s. Nederla
- Page 41 and 42: ‘Herfkens’aankondiging om het a
- Page 43 and 44: Kenia 52 neen ja Uganda 48 neen nee
- Page 45 and 46: type beleid vertoont wél enige ove
- Page 47 and 48: Ga na welke vorm van beleidsopvolgi
- Page 49 and 50: naar statuscategorieën. Verdere st
- Page 51 and 52: - Eden, C., S. Jones en D. Sims, Me
- Page 53 and 54: impliceert onder andere de wijzigin
- Page 55 and 56: eëindigen beleidsprogramma niet op
- Page 57 and 58: eschouwden het einde van hun organi
- Page 59 and 60: materiële nood van de slachtoffers
- Page 61 and 62: gevolg van het verbeterde imago van
ministerie van Buitenlandse Zaken, Eburon, Delft, 2002.<br />
- Rochefort, D. & R. Cobb (eds.), The politics <strong>of</strong> problem definition, The University<br />
Press <strong>of</strong> Kansas, Lawrence, 1994.<br />
- Schneider, M. & P. Teske, Toward a theory <strong>of</strong> the political entrepeneur: evidence<br />
from local government, in: American Political Sciencve Review, vol. 86, 1992, pp.<br />
737-747.<br />
- Shapiro, J.P., Disability policy and the media: a stealth civil rights movement<br />
bypasses the press and defies conventional wisdom, in: Policy Studies Journal, vol.<br />
22, 1994, nr. 1, pp. 123-132.<br />
- Jeon, Y. & D.P. Haider-Markel, Tracing issue definition and policy change: an<br />
analysis <strong>of</strong> issue images and policy response, in: Policy Studies Journal, vol. 29, 2001,<br />
nr. 2, pp. 215-232.<br />
<strong>Beleid</strong>sveranderingen in theorie<br />
Yesilkagit stelt: ‘Theorievorming over beleidsprocessen is sterk versnipperd (vgl.<br />
Parsons, 1995). Het bestaan van vele onderzoekprogramma’s binnen en tussen<br />
verschillende politieke stelsels heeft ertoe geleid dat vaak dezelfde fenomenen, zoals<br />
agendavorming en beleidsveranderingen, door verschillende onderzoekers met<br />
behulp van verschillende conceptuele kaders zijn beschreven en geanalyseerd (John,<br />
1998). Dit heeft de wetenschappelijke studie van beleid weliswaar mooie<br />
(Engelstalige) proza zoals ‘garbage can’, ‘policy window’, en ‘punctuated equilibrium’<br />
opgeleverd, maar heeft de toetsing en vorming van theorie bemoeilijkt om twee<br />
redenen: (a) de empirische basis van deze theorieën is vaak beperkt tot enkele<br />
observaties binnen slechts enkele organisaties, enkele beleidssectoren <strong>of</strong> tot één<br />
politiek systeem (ho<strong>of</strong>dzakelijk de V.S.) en (b) de begrippen uit de verschillende<br />
kaders overlappen elkaar en stellen de onderzoeker steeds voor de keuze welk<br />
concept te gebruiken’(Bestuurskunde, 2002, nr. 2). Er bestaat niettemin belangrijke<br />
beleidsveranderingstheorieën. Parsons (1995) noemt vier theoretische benaderingen<br />
van beleidsverandering volgens Parsons (1995):<br />
• de analyse van politieke cycli (Winsemius, de genoemde Namenwirth,<br />
Hoogerwerf, De Vries), zoals de ‘punctuated equilibrium’-theorie van<br />
Baumgartner en Jones (1993)<br />
• de analyse vanuit organisatieperspectieven: omgevingsturbulentie als motor van<br />
verandering (Lawrence & Lorsch, Burns & Stalker, Pfeffer & Salancik),<br />
• de analyse van vormen van beleidsdynamiek als zodanig: de motieven voor<br />
verandering, de aanpak, de aard van de verandering, de gevolgen (DeLeon,<br />
Bardach, Bradley, Hogwood & Peters, <strong>Korsten</strong>), en<br />
• de analyse van beleidsverandering als beleidsgericht leren, zoals de social learning<br />
theorie van Hall en de theorie van ‘policy advocacy coalition’ van Sabatier (zie<br />
Deutsch, Argyris, Etheredge, Sabatier & Jenkins-Smith, Eberg/ Van de Graaf).<br />
13