Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten

Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten

arnokorsten.nl
from arnokorsten.nl More from this publisher
31.08.2013 Views

het kabinet, kortom, in politieke marketing ofwel lobbyen. De meestal verdeelde opinies van de burgers wil het meenemen in zijn analyse van zogeheten beleidsarena’s. Die informatie kan het gebruiken voor campagnes tot beïnvloeding van groepen burgers dan wel voor ontmoediging van hinderlijke pressiegroepen en partijen. Zo’n aanpak is heel rationeel en modern. Haar kapitale zwakte is de aanname dat zij geheim kan blijven. Pressiegroepen en partijen zullen zich graag bemoeien met de onderwerpkeuze van het opinieonderzoek. De uitkomsten zullen zij en de massamedia graag achterhalen. Anders dan in het sprookje kan de vorst nauwelijks vermomd over straat gaan, indien het volk alert is’. Marketing schiet door: politici laten oren hangen naar opiniepeilingen? Wanneer houdt politiek op en begint marketing en wanneer gaat marketing over in politiek? Bill Clinton won in de jaren negentig de kiezers uit de V.S. voor zich met hulp van de public opinion-adviseur Dick Morris. Morris bestrijdt in zijn boek ‘Behind the Oval Office’ dat er een tegenstelling bestaat tussen politiek leiderschap, dat getuigt van visie en initiatief, en beleid gefundeerd op opiniepeilingen. President Bill Clinton liet wel opinie-onderzoek verrichten maar gebruikte dat niet om tot een mening ergens over te komen. Als het standpunt van Clinton niet populair was vroeg Clinton om een onderzoek over hoe het vertrouwen van de kiezers alsnog te winnen, aldus Morris. Dat is echter een wel heel ‘lief’ beeld. Clinton’s centrale adviseur George Stephanopoulos tekende in zijn memoires daarentegen op dat Morris wel degelijk druk uitoefende op Clinton om bepaalde stellingen te laten varen. Volgens Stephanopoulos hanteerde Morris de regel dat als 60 procent ergens voorstander van was de president dat gewoon moest volgen. Als dit ook de reactie van het Nederlandse kabinet zou zijn op opinie-onderzoek lijkt dat NRC-journalist Mark Kranenburg een verkeerde ontwikkeling omdat zo alle durf en visie verdwijnt. Die visionaire lef werd historisch gezien al beperkter door de terugtred van het ideologiserend vermogen van politieke partijen, partijen die bovendien nog compromissen moeten sluiten in een Nederland van politieke minderheden. Kranenburg meent dat als deze compromispolitiek ook nog van het meerderheidskeurmerk van het NIPO moet worden voorzien, wordt de Nederlandse politiek helemaal bloedeloos. Bovendien doet zich dan een paradox voor. De gevestigde partijen die samen de weinig gedurfde compromissenpolitiek met hulp van opinie-onderzoek voltooien, moeten op het eerste gezicht rekenen op applaus omdat ze de wil van de meerderheid van het volk uitvoeren maar bij nader inzien is dat niet zo. Immers, een partij als Leefbaar Nederland staat eind december 2001 met 13 zetels in de verkiezingspolls. De opkomst van Leefbaar Nederland is een protest tegen de saaiheid van de andere politieke partijen en het gebrek aan dualisme in de Tweede Kamer. Politici met lef als de PvdA’er Rob van Gijzel (opgestapt omdat hem het woordvoerderschap in de bouwfraudekwestie, die betrekking had op onder meer het voor-vooroverleg om de prijs bij aanbestedingen in de bouw op te voeren, ontnomen was) en Rob Oudkerk (lijsttrekker in Amsterdam in 2002) 90

werden in feite gedwongen om hun heil elders te zoeken. Opinie-onderzoek: ‘men doet het voor de kiezer, denkt men, maar dezelfde kiezer wendt zich af’, stelt Kranenburg. Kranenburg vervolgt: ‘Vanzelfsprekend, leidt een minder geïdeologiseerde tijd ook tot minder uitgesproken politiek keuzes. Maar het andere uiterste ids dat alle keuzes worden ontlopen en dat de enige leidraad nog wordt gevormd door de grootste gemene deler. Politiek is meer dan het continueren van het bestuur. Richting geven kan ook nu nog steeds’. Literatuur over politieke marketing en beleid - Coenen, F., R. van de Peppel en J. Woltjer, De evolutie van inspraak in de Nederlandse planning, in: Beleidswetenschap, 2001, nr. 4, pp. 313-333. - Kok, F. en T. van der Maas (red.), De wandelgang – Lobbyen in de politiek, uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2001. - Korsten, A.F.A., Het spraakmakend bestuur, Vuga, Den Haag, 1979. - Kranenburg, M., Het tranendal der politiek, in: NRC, 21 december 2001. - Newman, B.L., The mass marketing of politics – Democracy in an age of manufactered images, Sage, Londen, 1999. - Peppel, R.A. van de, en M. Prummel, De selectiviteit van interactief beleid, in: Bestuurskunde, 2000, nr. 1, pp. 15-25. - Schendelen, M. van, Burgers hebben lobbyende overheid snel door, in: De Volkskrant, 22 december 2001. - Shea, J., Modern conflicts, the media and public opinion – The Kosovoexample, in: Militaire Spectator, jrg. 169, 2000, nr. 8, pp. 405-416. C Uitwerking 14 Lobbyen: een introductie Naar lobby: een casus waarop we teruggrijpen Tijdens een extra EG-top in Brussel op vrijdag 29 oktober 1993 is het besluit genomen, om het Europese Monetaire Instituut, de voorloper van de beoogde Europese Bank, in Frankfurt/Main te vestigen en Den Haag Europol te gunnen. Dit besluit vormde onderdeel van een algemene uitruil, waardoor bijna elke lidstaat van de EG een Europese instelling krijgt. De Nederlandse financiële instellingen reageerden teleurgesteld maar niet verrast op dit besluit. De President van de Nederlandsche Bank, W. Duisenberg, wilde alleen kwijt: ‘Ik had hem liever in Amsterdam gehad’. De zaterdagkranten stonden vol met individuele commentaren. ‘Het verbaast mij natuurlijk niks, dat de EG uiteindelijk toch voor Duitsland heeft gekozen’, zei J. Steinhauser, directeur van het Amsterdams Financieel Centrum, een organisatie die de afgelopen jaren heeft geijverd voor de vestiging van belangrijke financiële instellingen in de Nederlandse hoofdstad. ‘De afgelopen weken werd door 91

werd<strong>en</strong> in feite gedwong<strong>en</strong> om hun heil elders te zoek<strong>en</strong>. Opinie-onderzoek:<br />

‘m<strong>en</strong> doet het voor de kiezer, d<strong>en</strong>kt m<strong>en</strong>, maar dezelfde kiezer w<strong>en</strong>dt zich af’,<br />

stelt Kran<strong>en</strong>burg.<br />

Kran<strong>en</strong>burg vervolgt:<br />

‘Vanzelfsprek<strong>en</strong>d, leidt e<strong>en</strong> minder geïdeologiseerde tijd ook tot minder<br />

uitgesprok<strong>en</strong> politiek keuzes. Maar het andere uiterste ids dat alle keuzes<br />

word<strong>en</strong> ontlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de <strong>en</strong>ige lei<strong>dr</strong>aad nog wordt gevormd door de grootste<br />

gem<strong>en</strong>e deler. Politiek is meer dan het continuer<strong>en</strong> van het bestuur. Richting<br />

gev<strong>en</strong> kan ook nu nog steeds’.<br />

Literatuur over politieke marketing <strong>en</strong> <strong>beleid</strong><br />

- Co<strong>en</strong><strong>en</strong>, F., R. van de Peppel <strong>en</strong> J. Woltjer, De evolutie van inspraak in de<br />

Nederlandse planning, in: Beleidswet<strong>en</strong>schap, 2001, nr. 4, pp. 313-333.<br />

- Kok, F. <strong>en</strong> T. van der Maas (red.), De wandelgang – Lobby<strong>en</strong> in de politiek,<br />

uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2001.<br />

- Korst<strong>en</strong>, A.F.A., Het spraakmak<strong>en</strong>d bestuur, Vuga, D<strong>en</strong> Haag, 1979.<br />

- Kran<strong>en</strong>burg, M., Het tran<strong>en</strong>dal der politiek, in: NRC, 21 december 2001.<br />

- Newman, B.L., The mass marketing of politics – Democracy in an age of<br />

manufactered images, Sage, Lond<strong>en</strong>, 1999.<br />

- Peppel, R.A. van de, <strong>en</strong> M. Prummel, De selectiviteit van interactief <strong>beleid</strong>, in:<br />

Bestuurskunde, 2000, nr. 1, pp. 15-25.<br />

- Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>, M. van, Burgers hebb<strong>en</strong> lobby<strong>en</strong>de overheid snel door, in: De<br />

Volkskrant, 22 december 2001.<br />

- Shea, J., Modern conflicts, the media and public opinion – The Kosovoexample,<br />

in: Militaire Spectator, jrg. 169, 2000, nr. 8, pp. 405-416.<br />

C Uitwerking<br />

14 Lobby<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> introductie<br />

Naar lobby: e<strong>en</strong> casus waarop we teruggrijp<strong>en</strong><br />

Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> extra EG-top in Brussel op vrijdag 29 oktober 1993 is het besluit<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, om het Europese Monetaire Instituut, de voorloper van de beoogde<br />

Europese Bank, in Frankfurt/Main te vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> D<strong>en</strong> Haag Europol te gunn<strong>en</strong>.<br />

Dit besluit vormde onderdeel van e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitruil, waardoor bijna elke<br />

lidstaat van de EG e<strong>en</strong> Europese instelling krijgt. De Nederlandse financiële<br />

instelling<strong>en</strong> reageerd<strong>en</strong> teleurgesteld maar niet verrast op dit besluit. De<br />

Presid<strong>en</strong>t van de Nederlandsche Bank, W. Duis<strong>en</strong>berg, wilde alle<strong>en</strong> kwijt: ‘Ik had<br />

hem liever in Amsterdam gehad’.<br />

De zaterdagkrant<strong>en</strong> stond<strong>en</strong> vol met individuele comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong>. ‘Het verbaast mij<br />

natuurlijk niks, dat de EG uiteindelijk toch voor Duitsland heeft gekoz<strong>en</strong>’, zei J.<br />

Steinhauser, directeur van het Amsterdams Financieel C<strong>en</strong>trum, e<strong>en</strong> organisatie<br />

die de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> heeft geijverd voor de vestiging van belangrijke financiële<br />

instelling<strong>en</strong> in de Nederlandse hoofdstad. ‘De afgelop<strong>en</strong> wek<strong>en</strong> werd door<br />

91

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!