Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten
Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten
2 Invloed is ‘het effect dat de aanwending of de aanwezigheid van de macht van een actor heeft op het denken of doen van een andere actor’(zie bij Kuypers, 1973: 84-89). In navolging van Kuypers worden macht en invloed dus verknoopt met actoren. Invloed is relationeel. 3 Invloed is een effect van vermogen. Invloed is blijkbaar aangewend vermogen. De basis voor machtsvermogen zijn machtsmiddelen. 4 Het uitoefenen van invloed behoeft niet altijd bewust te gebeuren al zal dat vaak wel bewust gebeuren. Ook de te beïnvloeden actor zal zich niet altijd bewust zijn van de aanwending van invloed door andere actoren. ‘Bewustheid’ zou ook lastig op te sporen zijn en zou dus het onderzoek sterk bemoeilijken. 5 Gezien het voorgaande verrast het niet dat de invloed als invloed gezien wordt als die het belang of de doeleinden van een actor dient. Dat spoort met het voorgaande. Dat betekent niet dat een invloedspoging volledig tegemoet zou moeten komen aan een belang of doel. Er kan dus gedeeltelijke invloed bestaan. Bijvoorbeeld omdat een actor invloed toestaat aan een andere actor om ‘van het gezeur af te zijn’. Wat doet Peters niet? Wat Peters voorstelt als haar aanpak, lijkt heel redelijk. Zij sluit aan op de aanpak van Huberts (tevens co-promotor). Maar het zou ook anders gekund hebben. Enkele mogelijkheden. Peters zou een onderzoek kunnen doen op basis van de (machts) positiemethode of de reputatiemethode. Ze wijst die aanpak echter af. Wie de discussie hierover wil volgen wordt verwezen naar het zeer goed leesbare proefschrift. De drie terreinen Rijksambtenaren hebben zich behoorlijk laten gelden bij de totstandkoming van rijksbeleid op de drie door Peters onderzochte terreinen. Bij de reorganisatie van de politie hebben volgens Peters drie actoren veel invloed gehad: de minister van Justitie, de minister-president Lubbers, en de ambtenaren van Justitie. Het CDA en de PvdA hadden ook een vinger in de pap, maar de VNG had in dit dossier weinig invloed. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) had geen invloed, evenals de afzonderlijke provinciebesturen. Een aantal individuele burgemeesters had wel enige invloed. Anders lag het bij het Structuurschema Groene Ruimte. Daar had het ambtenarenapparaat van LNV veel invloed, constateert Peters. De minister van LNV had slechts ‘behoorlijke’ invloed en ook de vele andere ministers hadden niet veel in de melk te brokkelen. De ambtenaren van LNV evenmin. Waarom dat was? De ambtelijke diensten van LNV waren het onderling niet eens. Stammenstrijd. Daardoor verzwakte de ambtelijke invloed van LNV als geheel. De LNV’ers waren te autistisch. Ze oriënteerden zich teveel op wat binnen gebeurde en verwerkten invloeden van buiten daardoor te weinig. We komen bij de derde casus, de kinderopvang. Dat is het enige dossier waar de VNG ‘enige’ invloed heeft. ‘Veel invloed’ hadden maar twee actoren: de minister van WVC (de CDA’er Brinkman) en de ambtenaren van WVC. CDA-vrouwen en lokale bestuurders van het CDA hadden enige invloed. 52
Machtsmiddelen Doen machtsmiddelen als deskundigheid, goede politieke contacten, en een achterban met veel bevoegdheden ertoe bij de besluitvorming op rijksniveau? Een actor met veel machtsmiddelen, zoals de VNG, heeft niet altijd veel invloed, volgens Peters. Dat komt omdat de VNG de machtsmiddelen niet altijd aanwendt. De VNG is een grote organisatie met verschillen in deskundigheid waardoor de VNG niet overal veel invloed kan krijgen. Is die verklaring de enige of meest bevredigende? Een rol speelt ook of veel andere spelers zich in de arena bevinden en zo de VNG in het eten van de invloedskoek concurrentie aandoen. Bij de kinderopvang-discussie aten de sociale partners bijvoorbeeld van de koek mee. De verklaring van Peters voor de mogelijkheden die ministers hadden om de VNG of andere acteurs te passeren komen echter niet goed uit de verf. Peters richt zich op wie veel of weinig invloed had en niet zozeer op de verklaring van de mate van invloed. In dat opzicht is het onderzoek beperkt. Formatie biedt openingen Wat blijkt na analyse over de invloedsmomenten? De kabinetsformatie is volgens Peters een van de weinige momenten waarop ‘de politiek’ erin slaagt greep te houden op de parlementaire besluitvorming en andere machtige spelers, zoals ambtenaren en belangenorganisaties, buiten de deur weet te houden. De regeringsfracties blijken vooral in de periode van de kabinetsformatie hun slag te slaan. Het vastleggen van de hoofdlijnen van het beleid voor de komende kabinetsformatie in het regeerakkoord is een belangrijk machtsmiddel voor de regeringsfracties. De paradox van interactief bestuur Je zou denken, als er dan inspraak georganiseerd wordt, of in actuelere terminologie ‘interactieve beleidsvorming’ dan komen belangengroepen en burgers aan bod, en zal de invloed van ambtenaren en politieke representanten in de Tweede Kamer geringer zijn. Dat blijkt onjuist. Meer interactieve besluitvormingsprocessen, die gepaard gaan met uitgebreide inspraak en betrokkenheid van belangenorganisaties, worden in sterke mate gedomineerd door ambtenaren. Gedurende deze besluitvorming blijkt ‘de politiek’ er nauwelijks aan te pas te komen. Tegen de tijd dat de Tweede Kamer haar zegje mag doen, zijn de belangrijkste afwegingen al gemaakt door de ambtenaren in samenspraak met de betrokken belangenorganisaties. Een goed voorbeeld hiervan is de besluitvorming rond het Structuurschema Groene ruimte. Eerste Kamer heeft het nakijken Niettemin blijkt het parlement in andere besluitvormingsprocessen wel degelijk een invloedrijke factor te zijn, in weerwil van de populaire opvatting dat de 53
- Page 1 and 2: Eisen en beïnvloeding van overheid
- Page 3 and 4: lobbykantoren. Ondernemingen, zeker
- Page 5 and 6: 2 Beleid begrijpen door kennis van
- Page 7 and 8: Onderwerpen komen en gaan. Op geagg
- Page 9 and 10: Politici beïnvloeden media via spi
- Page 11 and 12: Muziekcentrum subsidie te verstrekk
- Page 13 and 14: urgemeester of minister. Een groeps
- Page 15 and 16: de ‘particratie’, dus van de po
- Page 17 and 18: Zaakwaarnemers zijn belangenbeharti
- Page 19 and 20: Literatuur over lobby en andere vor
- Page 21 and 22: invloed op de criteria verkregen wo
- Page 23 and 24: interne dienstverlening, zelfs met
- Page 25 and 26: die hun belangen en die van patiën
- Page 27 and 28: We zien ook zekere overeenkomsten (
- Page 29 and 30: ijvoorbeeld lid van een onderneming
- Page 31 and 32: Een actuele vraag is of de stroming
- Page 33 and 34: Politieke partijen hebben een eigen
- Page 35 and 36: 9 Politieke participatie genereert
- Page 37 and 38: procent van de CDA-stemmers vindt d
- Page 39 and 40: daarnaast lokale overheden, belange
- Page 41 and 42: - Zijlstra, G., The policy structur
- Page 43 and 44: ij de gemeente Maastricht werkzame
- Page 45 and 46: De bemoeienis van de grote organisa
- Page 47 and 48: industrievestiging ten zuidwesten v
- Page 49 and 50: Overal waar ze keek, kwam ze ze teg
- Page 51: onden. Peters sluit aan op het fase
- Page 55 and 56: Een andere oorzaak voor grote ambte
- Page 57 and 58: • Stelling: ‘In Den Haag is vaa
- Page 59 and 60: voorkomen van de aanleg van een vli
- Page 61 and 62: Twee tactieken tegen de parasitaire
- Page 63 and 64: gevecht om belangen kan uitlopen op
- Page 65 and 66: e De uitspraak ‘hoe groter de gro
- Page 67 and 68: - Schendelen, M.P.C.M., Overheid en
- Page 69 and 70: een antwoord kon worden verkregen o
- Page 71 and 72: ewonersorganisatie in het Havengebi
- Page 73 and 74: etekenen deze veranderende praktijk
- Page 75 and 76: weinig aandacht, meent Pestman. Daa
- Page 77 and 78: Intermezzo Ontwikkeling en confront
- Page 79 and 80: Pestman kiest voor de argumentatiev
- Page 81 and 82: - Hajer, M.A., Politiek als vormgev
- Page 83 and 84: Gebrekkige beleidsanalyse: effecten
- Page 85 and 86: wettelijke norm te blijven. De wijz
- Page 87 and 88: Het is niet alleen zo dat er via de
- Page 89 and 90: ‘openbaar en praktisch bindend’
- Page 91 and 92: werden in feite gedwongen om hun he
- Page 93 and 94: en beïnvloeden van de overheid. He
- Page 95 and 96: ambtenaren, ook als ze zelf de aren
- Page 97 and 98: zonodig te geven één ding, maar k
- Page 99 and 100: Figuur: Tips voor groentjes - Aanwi
- Page 101 and 102: dertien medewerkers, waaronder een
2 Invloed is ‘het effect dat de aanw<strong>en</strong>ding of de aanwezigheid van de macht van<br />
e<strong>en</strong> actor heeft op het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> of do<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere actor’(zie bij Kuypers,<br />
1973: 84-89). In navolging van Kuypers word<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> invloed dus verknoopt<br />
met actor<strong>en</strong>. Invloed is relationeel.<br />
3 Invloed is e<strong>en</strong> effect van vermog<strong>en</strong>. Invloed is blijkbaar aangew<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong>.<br />
De basis voor machtsvermog<strong>en</strong> zijn machtsmiddel<strong>en</strong>.<br />
4 Het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van invloed behoeft niet altijd bewust te gebeur<strong>en</strong> al zal dat<br />
vaak wel bewust gebeur<strong>en</strong>. Ook de te beïnvloed<strong>en</strong> actor zal zich niet altijd<br />
bewust zijn van de aanw<strong>en</strong>ding van invloed door andere actor<strong>en</strong>. ‘Bewustheid’<br />
zou ook lastig op te spor<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> zou dus het onderzoek sterk bemoeilijk<strong>en</strong>.<br />
5 Gezi<strong>en</strong> het voorgaande verrast het niet dat de invloed als invloed gezi<strong>en</strong> wordt<br />
als die het belang of de doeleind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> actor di<strong>en</strong>t. Dat spoort met het<br />
voorgaande. Dat betek<strong>en</strong>t niet dat e<strong>en</strong> invloedspoging volledig tegemoet zou<br />
moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> belang of doel. Er kan dus gedeeltelijke invloed bestaan.<br />
Bijvoorbeeld omdat e<strong>en</strong> actor invloed toestaat aan e<strong>en</strong> andere actor om ‘van het<br />
gezeur af te zijn’.<br />
Wat doet Peters niet? Wat Peters voorstelt als haar aanpak, lijkt heel redelijk. Zij<br />
sluit aan op de aanpak van Huberts (tev<strong>en</strong>s co-promotor). Maar het zou ook<br />
anders gekund hebb<strong>en</strong>. Enkele mogelijkhed<strong>en</strong>. Peters zou e<strong>en</strong> onderzoek kunn<strong>en</strong><br />
do<strong>en</strong> op basis van de (machts) positiemethode of de reputatiemethode. Ze wijst<br />
die aanpak echter af. Wie de discussie hierover wil volg<strong>en</strong> wordt verwez<strong>en</strong> naar<br />
het zeer goed leesbare proefschrift.<br />
De <strong>dr</strong>ie terrein<strong>en</strong><br />
Rijksambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich behoorlijk lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> bij de totstandkoming van<br />
rijks<strong>beleid</strong> op de <strong>dr</strong>ie door Peters onderzochte terrein<strong>en</strong>. Bij de reorganisatie van<br />
de politie hebb<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Peters <strong>dr</strong>ie actor<strong>en</strong> veel invloed gehad: de minister van<br />
Justitie, de minister-presid<strong>en</strong>t Lubbers, <strong>en</strong> de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van Justitie. Het CDA<br />
<strong>en</strong> de PvdA hadd<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> vinger in de pap, maar de VNG had in dit dossier<br />
weinig invloed. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) had ge<strong>en</strong> invloed, ev<strong>en</strong>als de<br />
afzonderlijke provinciebestur<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal individuele burgemeesters had wel<br />
<strong>en</strong>ige invloed. Anders lag het bij het Structuurschema Gro<strong>en</strong>e Ruimte. Daar had<br />
het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat van LNV veel invloed, constateert Peters. De minister<br />
van LNV had slechts ‘behoorlijke’ invloed <strong>en</strong> ook de vele andere ministers<br />
hadd<strong>en</strong> niet veel in de melk te brokkel<strong>en</strong>. De ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van LNV ev<strong>en</strong>min.<br />
Waarom dat was? De ambtelijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van LNV war<strong>en</strong> het onderling niet<br />
e<strong>en</strong>s. Stamm<strong>en</strong>strijd. Daardoor verzwakte de ambtelijke invloed van LNV als<br />
geheel. De LNV’ers war<strong>en</strong> te autistisch. Ze oriënteerd<strong>en</strong> zich teveel op wat<br />
binn<strong>en</strong> gebeurde <strong>en</strong> verwerkt<strong>en</strong> invloed<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong> daardoor te weinig. We<br />
kom<strong>en</strong> bij de derde casus, de kinderopvang. Dat is het <strong>en</strong>ige dossier waar de<br />
VNG ‘<strong>en</strong>ige’ invloed heeft. ‘Veel invloed’ hadd<strong>en</strong> maar twee actor<strong>en</strong>: de minister<br />
van WVC (de CDA’er Brinkman) <strong>en</strong> de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van WVC. CDA-vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
lokale bestuurders van het CDA hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige invloed.<br />
52