Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten

Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten

arnokorsten.nl
from arnokorsten.nl More from this publisher
31.08.2013 Views

Peters kiest voor de intensieve procesanalyse als methode. Zij selecteert daarop een groot aantal besluitvormingsprocessen op rijksniveau. Een volgend hoofdstuk is daarop gewijd aan kinderopvang, een daarop volgend aan de reorganisatie van het politiebestel en een daarop volgend aan de besluitvorming over de groene ruimte. De opvatting over invloed: actorgericht, doelgericht, belangengericht Peters verduidelijkt haar verdere keuzen in het onderzoek met het volgende voorbeeld. Hirsch Ballin wordt in 1989 minister van Justitie. Niet zomaar. Hij stelt in de laatste periode van de kabinetsformatie nog eisen op het vlak van politie. De politiezorg moet voor een groot deel bij Justitie blijven berusten. Daarmee werden afspraken van CDA en PvdA in het regeerakkoord voor een deel tenietgedaan. Minister Ien Dales, die zou aantreden op Binnenlandse Zaken, verblijft dan in het buitenland. Zij kan haar stem niet verheffen maar zou na terugkomst snel instemmen. De beide fractiespecialisten op het terrein van de politie, Van der Heijden (CDA) en Stoffelen (PvdA), ontbreken in dit proces. Zij hadden wel de passage in het oorspronkelijke regeerakkoord opgesteld, waarbij de reorganisatie van de politie zou impliceren dat rijks- en gemeentepolitie een zouden worden en Binnenlandse Zaken de belangrijkste politieminister zou worden. Hirsch Ballin en de fractieonderhandelaars draaien dus het oorspronkelijke besluit terug. Dagen daarna is de opschudding groot. Geen einde aan stammenstrijd, koppen de kranten. Protesten van de fractiespecialisten Stoffelen en Van der Heijden helpen niet. Hirsch Ballin was met zijn invloedspoging succesvol. Peters gebruikt dit voorbeeld om aan te geven hoe ze besluitvorming ziet: als belangenstrijd, waarbij diverse spelers betrokken zijn met elk hun eigen belangen. De spelers proberen in een besluitvormingsproces hun belangen tot gelding te brengen, hun zin te krijgen ten koste van andere spelers. Zij kiest dus een politiekwetenschappelijk vertrekpunt (1999: 15). Object van onderzoek zijn concrete besluitvormingsprocessen. Allison Is die aanpak van Peters een van de drie modellen voor de analyse van besluitvorming zoals we die tegen komen in de beroemde analyse van Graham Allison van de Cubacrisis? Inderdaad. Peters kiest niet het rationele actor-model. Binnen dit model wordt besluitvorming gezien als een afweging van kosten en baten om een doel te bereiken en zo het probleem op te lossen. Dat model kiest Peters evenmin als het organizational process model van Allison, volgen welke een beslissing het gevolg is van procedures en routines van en tussen bureaucratische organisaties. Vergelijking met de drie modellen van Teisman Kunnen we ook een vergelijking maken met Teisman, die de Rotterdamse spoortunnel-besluitvorming analyseerde? Ja. Teisman onderscheidt drie manieren van conceptualisering van besluitvorming: in fasen, in stromen of in 50

onden. Peters sluit aan op het fasenmodel waarbij besluitvorming is opgebouwd rondom een centraal besluit of een beslissing. De beslissing is het eindpunt of de voorlopige uitkomst van besluitvorming (1999: 15). Een beslissing kan bestaan uit deelbeslissingen. Een voorlopige uitkomst is mogelijk omdat een beslissing weer de start kan zijn voor een geheel nieuwe fase waarin de beslissing moet worden uitgevoerd. De vraag is of die uitvoering wel volgt en als dat het geval is of de beslissing conform wordt uitgevoerd of bijgesteld (Torenvlied, 1996; Pressman & Wildavsky, 1974). Andere begrippen Wie weet een stempel te drukken op de besluitvorming? Dat is de vraag waar het Peters om gaat. Geherformuleerd betekent die vraag: wie slaagt erin invloed uit te oefenen en wie niet? Het gaat dus om de feitelijke invloedsverhoudingen en dus niet over de normatieve verhoudingen. De handelingen van actoren moet daarvoor gevolgd worden. Daarmee is deze actorgerichte besluitvormingsanalyse ook te onderscheiden van een institutionele benadering van invloed. Wat zou een institutionele benadering inhouden? Volgens de institutionele benadering van invloed wordt feitelijke invloed verklaard uit de instituties en institutionele ontwikkelingen. In een institutionele verklaring van de besluitvorming over het politiebestel zou de nadruk worden gelegd op de onvermijdelijkheid van een ingreep in de politieorganisatie (door stijging van criminaliteit, door onwerkbare situaties als gevolg van de tweedeling tussen gemeente- en rijkspolitie en gevolgen hiervan) ter verklaring van het verloop en de uitkomst van de besluitvorming. Peters zegt dat haar analyse is: ‘strong on actions, weak on institutions’ daarbij verwijzend naar Giddens (Peters, 1999: 16). Wat Peters doet, is een besluitvormingsanalyse waarin actoren centraal staan in een fasen-optiek. Een actor wordt daarbij gezien als een individu. Ook een organisatie. Elke organisatie, groep of individuele speler wordt beschouwd als een stem die spreekt. Ook dat is een keuze. Immers, een organisatie is niet altijd eensgezind. Denk maar eens aan een fractie of partij. Blijkbaar was binnen het CDA een verschil van mening over de politie-organisatie omdat Hirsch Ballin (CDA) wat anders wilde als Van der Heyden de fractiewoordvoerder. Peters zet een volgende stap. Zij gaat ervan uit dat actoren doelgericht handelen. Ze worden geacht hun belangen te kennen en ervoor te staan. Actoren nemen standspunten tijdens een besluitvormingsproces dat gericht is op het realiseren van hun belang. Invloed relationeel We komen nu bij de definities en de uitgangspunten op dit vlak. 1 Macht is vermogen. Potentie dus. Macht ziet Peters in navolging van Gijs Kuypers als ‘het vermogen van een actor om een andere actor ertoe te bewegen iets te denken of te doen dat hij anders niet zou hebben gedacht of gedaan’. 51

Peters kiest voor de int<strong>en</strong>sieve procesanalyse als methode. Zij selecteert daarop e<strong>en</strong><br />

groot aantal besluitvormingsprocess<strong>en</strong> op rijksniveau. E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d hoofdstuk is<br />

daarop gewijd aan kinderopvang, e<strong>en</strong> daarop volg<strong>en</strong>d aan de reorganisatie van<br />

het politiebestel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> daarop volg<strong>en</strong>d aan de besluitvorming over de gro<strong>en</strong>e<br />

ruimte.<br />

De opvatting over invloed: actorgericht, doelgericht, belang<strong>en</strong>gericht<br />

Peters verduidelijkt haar verdere keuz<strong>en</strong> in het onderzoek met het volg<strong>en</strong>de<br />

voorbeeld. Hirsch Ballin wordt in 1989 minister van Justitie. Niet zomaar. Hij<br />

stelt in de laatste periode van de kabinetsformatie nog eis<strong>en</strong> op het vlak van<br />

politie. De politiezorg moet voor e<strong>en</strong> groot deel bij Justitie blijv<strong>en</strong> berust<strong>en</strong>.<br />

Daarmee werd<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> van CDA <strong>en</strong> PvdA in het regeerakkoord voor e<strong>en</strong><br />

deel t<strong>en</strong>ietgedaan. Minister I<strong>en</strong> Dales, die zou aantred<strong>en</strong> op Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>,<br />

verblijft dan in het buit<strong>en</strong>land. Zij kan haar stem niet verheff<strong>en</strong> maar zou na<br />

terugkomst snel instemm<strong>en</strong>. De beide fractiespecialist<strong>en</strong> op het terrein van de<br />

politie, Van der Heijd<strong>en</strong> (CDA) <strong>en</strong> Stoffel<strong>en</strong> (PvdA), ontbrek<strong>en</strong> in dit proces. Zij<br />

hadd<strong>en</strong> wel de passage in het oorspronkelijke regeerakkoord opgesteld, waarbij<br />

de reorganisatie van de politie zou implicer<strong>en</strong> dat rijks- <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>tepolitie e<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> de belangrijkste politieminister zou<br />

word<strong>en</strong>. Hirsch Ballin <strong>en</strong> de fractieonderhandelaars <strong>dr</strong>aai<strong>en</strong> dus het<br />

oorspronkelijke besluit terug. Dag<strong>en</strong> daarna is de opschudding groot. Ge<strong>en</strong> einde<br />

aan stamm<strong>en</strong>strijd, kopp<strong>en</strong> de krant<strong>en</strong>. Protest<strong>en</strong> van de fractiespecialist<strong>en</strong><br />

Stoffel<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong> help<strong>en</strong> niet. Hirsch Ballin was met zijn<br />

invloedspoging succesvol.<br />

Peters gebruikt dit voorbeeld om aan te gev<strong>en</strong> hoe ze besluitvorming ziet: als<br />

belang<strong>en</strong>strijd, waarbij diverse spelers betrokk<strong>en</strong> zijn met elk hun eig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>.<br />

De spelers prober<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> besluitvormingsproces hun belang<strong>en</strong> tot gelding te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, hun zin te krijg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van andere spelers. Zij kiest dus e<strong>en</strong> politiekwet<strong>en</strong>schappelijk<br />

vertrekpunt (1999: 15). Object van onderzoek zijn concrete<br />

besluitvormingsprocess<strong>en</strong>.<br />

Allison<br />

Is die aanpak van Peters e<strong>en</strong> van de <strong>dr</strong>ie modell<strong>en</strong> voor de analyse van<br />

besluitvorming zoals we die teg<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in de beroemde analyse van Graham<br />

Allison van de Cubacrisis? Inderdaad. Peters kiest niet het rationele actor-model.<br />

Binn<strong>en</strong> dit model wordt besluitvorming gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> afweging van kost<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bat<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> doel te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo het probleem op te loss<strong>en</strong>. Dat model kiest<br />

Peters ev<strong>en</strong>min als het organizational process model van Allison, volg<strong>en</strong> welke e<strong>en</strong><br />

beslissing het gevolg is van procedures <strong>en</strong> routines van <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bureaucratische<br />

organisaties.<br />

Vergelijking met de <strong>dr</strong>ie modell<strong>en</strong> van Teisman<br />

Kunn<strong>en</strong> we ook e<strong>en</strong> vergelijking mak<strong>en</strong> met Teisman, die de Rotterdamse<br />

spoortunnel-besluitvorming analyseerde? Ja. Teisman onderscheidt <strong>dr</strong>ie<br />

manier<strong>en</strong> van conceptualisering van besluitvorming: in fas<strong>en</strong>, in strom<strong>en</strong> of in<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!