Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten
Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten
aangewezen, Mobil Oil ruimte gegeven en ook het provinciaal had die keuze gemaakt. De raad heeft enig boter op het hoofd. Zij strafte het college voor het vasthouden aan zaken die de raad eerder zelf bepleitte en besloot. Maar dat zien we vaker. • Hoe kon protest effectief worden: casus Progil? Wat maakte het makkelijk voor degenen die de vestiging van Progil wilden verhinderen om het onderwerp op de bestuurlijke agenda van de Zaangemeenten te krijgen? Over allerlei barrières om een eis op de bestuurlijke agenda te krijgen kan worden heengesprongen als het onderwerp ‘industrievestiging’ toch al op de formele agenda staat. Dat was niet het geval, maar er was wel een andere gunstige omstandigheid. De Zaanse gemeenten waren in een beroepsprocedure gewikkeld om de voorwaardelijke vergunning van Mobil Oil ongedaan te maken. Ook in Amsterdam was de gemeenteraad snel betrokken door de interne toegang; de PSP stelde de zaak eind juli 1968 aan de orde. De oorzaken voor het ontstaan van de protestbeweging zijn door Kok, Meyer en Van Ruiten (1971) op een rij gezet. - Als belangrijkste oorzaak wijzen zij aan de omslag van het denken in termen van welvaart naar het denken in termen van welzijn. - Een tweede factor heeft betrekking op de pressie-integrator en inzet van deskundigheid. De PSP heeft zich erg ingespannen om het protest van diverse politiekactieve groepringen te bundelen. Een zwakheid is dat politiekactieve groeperingen meestal beschikken over minder budget en deskundigheid dan overheidsorganisaties. De bundeling van het protest, met inbreng van deskundigen, droeg ertoe bij dat de druk op de raad toenam. Deze rol van ‘resources’ (middelen) wordt in de literatuur over pressiegroepen en sociale bewegingen uitvoerig belicht. - Een derde factor hangt met de tweede samen. We noemen dit de rol van de vooruitgeschoven post. Politieke partijen zijn niet onbelangrijk voor politiekactieve groeperingen want als deze groeperingen de steun van politieke partijen weten te verwerven, kunnen ze makkelijker invloed blijven uitoefenen in de politieke discussie. De actieve groeperingen hadden in de PSP eigenlijk gewoon zegslieden in de raad, woordvoerder. De PSP had immers steun verleend aan de politiekactieve groeperingen en zich ermee verbonden. In de casus komt naar voren dat de PSP het verzet bundelde. Dat duidt op de vervulling van de communicatiefunctie en participatiefunctie. De PSP onderscheidde zich met deze opstelling, die destijds niet tot de casus beperkt bleef, wel enigszins van andere partijen die doorgaans iets terughoudender zijn. Literatuur - Kok, W., C. Meyer en G. van Ruiten, Protest tegen Progil, Wolters- Noordhoff, Groningen, 1971. Politieke invloed (7): het beleidsniveau centraal gesteld 48
Overal waar ze keek, kwam ze ze tegen. Op het ministerie van WVC, bij Algemene Zaken, op het ministerie van LNV en bij Financiën, overal kwam ze machtige ambtenaren tegen. De bestuurskundige Klaartje Peters kon niet om ze heen. Ambtenaren beschikken over specialistische kennis en bereiden het beleid voor. Bovendien hebben machtige ambtenaren veel ambtenaren om zich heen. De ambtelijke macht, door Crince le Roy wel getypeerd als ‘vierde macht’ naast de wetgevende, controlerende en uitvoerende macht, is er gewoon, in het Nederland van de jaren negentig. Wie heeft het in Nederland voor het zeggen? Wie heeft de grootste vinger in de pap als het gaat om politieke besluitvorming in Nederland op rijksniveau? Dat was het thema van het proefschrift van Klaartje Peters, getitelds ‘Verdeelde macht’ waarop ze eind oktober 1999 promoveerde. Promotor was F. Fleurke. Peters onderzocht in totaal 23 concrete beslissingen uit de periode 1985-1995. Het betrof de besluitvorming over drie beleidscomplexen: - het kinderopvangbeleid, - de reorganisatie van het politiebestel en - de besluitvorming over de groene ruimte in Nederland (het Structuurschema Groene ruimte). Voor alle spelers, zoals ministers, Eerste-Kamerleden en Tweede-Kamerleden, ambtenaren, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, adviesorganen, gemeenten en provinciebesturen wordt beschreven wat ze ondernamen om politieke invloed uit te oefenen en in hoeverre ze daarin slagen. Hypothesen In het proefschrift komen verschillende onderwerpen aan bod, zoals in hoofdstuk 2: • hypothesen over de politiek: de hypothese van het machteloze parlement, de hypothese van de ‘verplaatste’ politiek, de hypothese van de macht van de politiek in de kabinetsformatie; • hypothesen over bestuur: de hypothese van de heerschappij van de ministerraad of minister; of de minister-president; • hypothesen over invloed van ambtenaren: de hypothese van de vierde macht; de hypothese van de bureaupolitiek als neutralisering van ambtelijke macht; de hypothese van het verband tussen ambtelijke en bestuurlijke invloed; • hypothesen over invloed van lagere overheden: zoals de hypothese van de VNG als machtigste lobbyclub van Den Haag; • hypothesen over de invloed van de samenleving: belangenorganisaties en adviesorganen; de hypothese van de ijzeren ring; de hypothese van de ijzeren driehoek. Methode van onderzoek In hoofdstuk 3 komen onderzoeksmethoden aan bod om invloed en macht te meten. Tot de methoden om invloed te meten behoren: de reputatiemethode, de positiemethode, de netwerkmethode, de besluitvormings- en procesmethode (zie voor uitleg ook bij Felling). 49
- Page 1 and 2: Eisen en beïnvloeding van overheid
- Page 3 and 4: lobbykantoren. Ondernemingen, zeker
- Page 5 and 6: 2 Beleid begrijpen door kennis van
- Page 7 and 8: Onderwerpen komen en gaan. Op geagg
- Page 9 and 10: Politici beïnvloeden media via spi
- Page 11 and 12: Muziekcentrum subsidie te verstrekk
- Page 13 and 14: urgemeester of minister. Een groeps
- Page 15 and 16: de ‘particratie’, dus van de po
- Page 17 and 18: Zaakwaarnemers zijn belangenbeharti
- Page 19 and 20: Literatuur over lobby en andere vor
- Page 21 and 22: invloed op de criteria verkregen wo
- Page 23 and 24: interne dienstverlening, zelfs met
- Page 25 and 26: die hun belangen en die van patiën
- Page 27 and 28: We zien ook zekere overeenkomsten (
- Page 29 and 30: ijvoorbeeld lid van een onderneming
- Page 31 and 32: Een actuele vraag is of de stroming
- Page 33 and 34: Politieke partijen hebben een eigen
- Page 35 and 36: 9 Politieke participatie genereert
- Page 37 and 38: procent van de CDA-stemmers vindt d
- Page 39 and 40: daarnaast lokale overheden, belange
- Page 41 and 42: - Zijlstra, G., The policy structur
- Page 43 and 44: ij de gemeente Maastricht werkzame
- Page 45 and 46: De bemoeienis van de grote organisa
- Page 47: industrievestiging ten zuidwesten v
- Page 51 and 52: onden. Peters sluit aan op het fase
- Page 53 and 54: Machtsmiddelen Doen machtsmiddelen
- Page 55 and 56: Een andere oorzaak voor grote ambte
- Page 57 and 58: • Stelling: ‘In Den Haag is vaa
- Page 59 and 60: voorkomen van de aanleg van een vli
- Page 61 and 62: Twee tactieken tegen de parasitaire
- Page 63 and 64: gevecht om belangen kan uitlopen op
- Page 65 and 66: e De uitspraak ‘hoe groter de gro
- Page 67 and 68: - Schendelen, M.P.C.M., Overheid en
- Page 69 and 70: een antwoord kon worden verkregen o
- Page 71 and 72: ewonersorganisatie in het Havengebi
- Page 73 and 74: etekenen deze veranderende praktijk
- Page 75 and 76: weinig aandacht, meent Pestman. Daa
- Page 77 and 78: Intermezzo Ontwikkeling en confront
- Page 79 and 80: Pestman kiest voor de argumentatiev
- Page 81 and 82: - Hajer, M.A., Politiek als vormgev
- Page 83 and 84: Gebrekkige beleidsanalyse: effecten
- Page 85 and 86: wettelijke norm te blijven. De wijz
- Page 87 and 88: Het is niet alleen zo dat er via de
- Page 89 and 90: ‘openbaar en praktisch bindend’
- Page 91 and 92: werden in feite gedwongen om hun he
- Page 93 and 94: en beïnvloeden van de overheid. He
- Page 95 and 96: ambtenaren, ook als ze zelf de aren
- Page 97 and 98: zonodig te geven één ding, maar k
Overal waar ze keek, kwam ze ze teg<strong>en</strong>. Op het ministerie van WVC, bij<br />
Algem<strong>en</strong>e Zak<strong>en</strong>, op het ministerie van LNV <strong>en</strong> bij Financiën, overal kwam ze<br />
machtige ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>. De bestuurskundige Klaartje Peters kon niet om ze<br />
he<strong>en</strong>. Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over specialistische k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> bereid<strong>en</strong> het <strong>beleid</strong><br />
voor. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> machtige ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> veel ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> om zich he<strong>en</strong>.<br />
De ambtelijke macht, door Crince le Roy wel getypeerd als ‘vierde macht’ naast de<br />
wetgev<strong>en</strong>de, controler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de macht, is er gewoon, in het<br />
Nederland van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.<br />
Wie heeft het in Nederland voor het zegg<strong>en</strong>? Wie heeft de grootste vinger in de<br />
pap als het gaat om politieke besluitvorming in Nederland op rijksniveau? Dat<br />
was het thema van het proefschrift van Klaartje Peters, getitelds ‘Verdeelde macht’<br />
waarop ze eind oktober 1999 promoveerde. Promotor was F. Fleurke.<br />
Peters onderzocht in totaal 23 concrete beslissing<strong>en</strong> uit de periode 1985-1995. Het<br />
betrof de besluitvorming over <strong>dr</strong>ie <strong>beleid</strong>scomplex<strong>en</strong>:<br />
- het kinderopvang<strong>beleid</strong>,<br />
- de reorganisatie van het politiebestel <strong>en</strong><br />
- de besluitvorming over de gro<strong>en</strong>e ruimte in Nederland (het Structuurschema<br />
Gro<strong>en</strong>e ruimte).<br />
Voor alle spelers, zoals ministers, Eerste-Kamerled<strong>en</strong> <strong>en</strong> Tweede-Kamerled<strong>en</strong>,<br />
ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, maatschappelijke organisaties, be<strong>dr</strong>ijfslev<strong>en</strong>, adviesorgan<strong>en</strong>,<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> provinciebestur<strong>en</strong> wordt beschrev<strong>en</strong> wat ze ondernam<strong>en</strong> om<br />
politieke invloed uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in hoeverre ze daarin slag<strong>en</strong>.<br />
Hypothes<strong>en</strong><br />
In het proefschrift kom<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> aan bod, zoals in<br />
hoofdstuk 2:<br />
• hypothes<strong>en</strong> over de politiek: de hypothese van het machteloze parlem<strong>en</strong>t, de<br />
hypothese van de ‘verplaatste’ politiek, de hypothese van de macht van de<br />
politiek in de kabinetsformatie;<br />
• hypothes<strong>en</strong> over bestuur: de hypothese van de heerschappij van de ministerraad<br />
of minister; of de minister-presid<strong>en</strong>t;<br />
• hypothes<strong>en</strong> over invloed van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>: de hypothese van de vierde macht; de<br />
hypothese van de bureaupolitiek als neutralisering van ambtelijke macht; de<br />
hypothese van het verband tuss<strong>en</strong> ambtelijke <strong>en</strong> bestuurlijke invloed;<br />
• hypothes<strong>en</strong> over invloed van lagere overhed<strong>en</strong>: zoals de hypothese van de VNG als<br />
machtigste lobbyclub van D<strong>en</strong> Haag;<br />
• hypothes<strong>en</strong> over de invloed van de sam<strong>en</strong>leving: belang<strong>en</strong>organisaties <strong>en</strong><br />
adviesorgan<strong>en</strong>; de hypothese van de ijzer<strong>en</strong> ring; de hypothese van de ijzer<strong>en</strong><br />
<strong>dr</strong>iehoek.<br />
Methode van onderzoek<br />
In hoofdstuk 3 kom<strong>en</strong> onderzoeksmethod<strong>en</strong> aan bod om invloed <strong>en</strong> macht te<br />
met<strong>en</strong>. Tot de method<strong>en</strong> om invloed te met<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>: de reputatiemethode, de<br />
positiemethode, de netwerkmethode, de besluitvormings- <strong>en</strong> procesmethode (zie<br />
voor uitleg ook bij Felling).<br />
49