Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten
Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten Politieke participatie en beleid.pdf - Prof. dr. AFA Korsten
van de ondernemerslobby te overwegen. Door de bril van een parlementariër gezien heeft zo’n bedrijfslobby in vele gevallen ten doel om: - ‘de eigen vrijheidsmarges te verruimen en die van anderen te versmallen; - bepaalde orders, die afhangen van publieke besluitvorming, te verwerven; - financiële begunstigingen te verkrijgen’ (Zijlstra, 1988: 22). Dat waren achtereenvolgens de optieken van enige (grotere) ondernemers en parlementariërs. Maar er is ook de visie van externe adviesbureaus. Visie van externe adviesbureaus De al eerder genoemde Bennis (1988: 13) zei zich met zijn kantoor meer bezig te houden met wetgeving dan met overheidsopdrachten aan het bedrijfsleven. Als voorbeelden van lobbies om wetgeving te beïnvloeden noemde hij: de accijnswetgeving voor tabaksproducten, de herziening van de wet op het consumptief krediet, de relatie tussen ruimtelijke ordening en vestigingsbeleid van de zelfbedieningsgroothandel en de concurrentieverhoudingen. Een derde categorie van onderwerpen had betrekking op strijdpunten in de relatie tussen het bedrijfsleven de overheid en andere delen van de samenleving: de boycot van bedrijven die leverden aan Zuid-Afrika en gemeentelijk beleid op dat punt; het verlenen van boorvergunningen aan oliemaatschappijen in de omgeving van het waddengebied; grindwinning en andere ontgrondingen etc. De opdrachten verschilden inhoudelijk en procedureel zeer. Een procedureel verschil heeft gevolgen voor de categorie functionarissen waarmee contact ontstaat: bij een voorontwerp van wet is de (lobby-) vooral gericht op het betreffende departement, bij een wetsontwerp op het parlement. Het ‘wat’ van een lobby maakt dus uit voor ‘het waar’. Lobbyen op welke beleidsterreinen? De vraag is natuurlijk welke beleidsterreinen door organisaties van het grootste belang worden geacht; aan de hand daarvan kan men immers voorspellen over welke kwesties gelobbied zal worden. We beperken ons tot de mening van het topmanagement van de grote ondernemingen. Groot belang werd toegekend aan de volgende terreinen. In afnemende mate van belang: 1 fiscaal beleid; 2 Europees integratiebeleid; 3/4 loon- en inkomensbeleid; beleid inzake buitenlandse betrekkingen; 5 subsidies; 6/7 sector-structuurbeleid; milieubeleid; 8 exportbeleid; 9 prijsbeleid; 10/11 innovatiebeleid; consumentenbeleid; 12/13/14 arbeidsmarktbeleid; energiebeleid; ruimtelijk ordeningsbeleid; 15 regionaal beleid; 16 landbouwbeleid; 17 onderwijsbeleid; 18 ontwikkelingssamenwerking ; 19 vrede- en veiligheidsbeleid (zie Kouwenhoven, 1986 : 378). Van vrijwel geen belang was volgens deze grote ondernemingen ten tijde van het onderzoek : vrede- en veiligheidsbeleid, landbouwbeleid en consumentenbeleid. Dit zijn dus terreinen waarop het in de rede ligt weinig lobbies door deze ondernemingen te verwachten. Dat mag echter niet voor het bedrijfsleven in het algemeen geconcludeerd worden: wie denkt niet bij het landbouwbeleid aan het zogenaamde Groene Front? 112
Ook de departementen bleken, in de ogen van deze ondernemers, niet allemaal van evenveel gewicht. Daarnaar vragen lijkt op het eerste gezicht niet zo relevant, omdat beleidsterreinen aan departementen gekoppeld zijn. Kent men de waardering van het beleidsterrein, dan kent men de waardering van het bijbehorende departement, zou men zeggen. Het is echter maar de vraag of ondernemers dat verband altijd goed kunnen leggen. Per slot van rekening is een van de redenen waarom men een professionele lobbyist inschakelt gelegen in het feit dat de ondernemer zelf maar nauwelijks weet bij welk overheidsloket hij zijn moet. Departementen waarmee deze grote ondernemingen naar hun zeggen vaak contact hadden waren: Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat, Financiën, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. Interessant is het op te merken dat het op twee na belangrijkste onderwerp (loon- en inkomensbeleid) valt onder een niet genoemd ministerie, namelijk Sociale Zaken en Werkgelegenheid. En het als eerste genoemde onderwerp (fiscaal beleid) valt onder een departement dat zelf pas op de op één na laatste plaats komt. Een mogelijke verklaring voor deze schijnbare inconsistentie is wellicht te zoeken in het onderscheid tussen het zuiver politieke en het ambtelijk-bestuurlijke circuit: mogelijk benadert men voor sommige onderwerpen eerder politici dan ambtenaren. Dat zou betekenen dat het aangrijpingspunt voor een lobby niet alleen procedureel bepaald wordt, zoals we hiervoor al opmerkten, maar ook inhoudelijk. Literatuur over lobby - Kok, F. & T. van der Maas (red.), De wandelgang – Lobbyen in de politiek, Bert Bakker, Amsterdam, 2001. 21 Succesvolle en falende lobby Voorbeelden van succesvolle lobbies Kent u succesvolle lobbies? • Voorbeelden van intensieve lobbies in de periode 1975-1994 vindt men op het gebied van de steunverlening aan individuele ondernemingen, met als bekendste casus het Rijn-Schelde-Verolme-concern (RSV). Op dit terrein vindt men ook de voorbeelden van hele effectieve lobbies, volgens het kamerlid Van Iersel (1988: 18). Aan individuele bedrijven zijn immers vele miljoenen guldens steun verstrekt. • Een recenter voorwerp van een effectieve lobby is de nieuwe Elektriciteitswet. De opzet daarvan is gewijzigd als gevolg van overleg tussen bedrijfsleven en electriciteitsmaatschappijen met het parlement. Wat is succes? Een bekend succescriterium vanuit het perspectief van de organisatie die de lobby start(te), is of er voordeel behaald is, bijvoorbeeld een subsidie is binnengehaald die men zonder lobby niet verkregen had. Er worden in de praktijk ook wel andere succesindicatoren gebruikt (zie Van Schendelen, 1993a). Een dergelijke indicator is of een organisatie erin slaagt de positie in een arena te versterken, bijvoorbeeld door een probleem op de agenda te krijgen of doordat de krachten in een sector gebundeld worden. Zo kan men niet direct, maar 113
- Page 61 and 62: Twee tactieken tegen de parasitaire
- Page 63 and 64: gevecht om belangen kan uitlopen op
- Page 65 and 66: e De uitspraak ‘hoe groter de gro
- Page 67 and 68: - Schendelen, M.P.C.M., Overheid en
- Page 69 and 70: een antwoord kon worden verkregen o
- Page 71 and 72: ewonersorganisatie in het Havengebi
- Page 73 and 74: etekenen deze veranderende praktijk
- Page 75 and 76: weinig aandacht, meent Pestman. Daa
- Page 77 and 78: Intermezzo Ontwikkeling en confront
- Page 79 and 80: Pestman kiest voor de argumentatiev
- Page 81 and 82: - Hajer, M.A., Politiek als vormgev
- Page 83 and 84: Gebrekkige beleidsanalyse: effecten
- Page 85 and 86: wettelijke norm te blijven. De wijz
- Page 87 and 88: Het is niet alleen zo dat er via de
- Page 89 and 90: ‘openbaar en praktisch bindend’
- Page 91 and 92: werden in feite gedwongen om hun he
- Page 93 and 94: en beïnvloeden van de overheid. He
- Page 95 and 96: ambtenaren, ook als ze zelf de aren
- Page 97 and 98: zonodig te geven één ding, maar k
- Page 99 and 100: Figuur: Tips voor groentjes - Aanwi
- Page 101 and 102: dertien medewerkers, waaronder een
- Page 103 and 104: voorbeeld aan kamerleden. Zij helpe
- Page 105 and 106: onderneming heeft iedereen het al d
- Page 107 and 108: Literatuur over lobby - Kok, F. & T
- Page 109 and 110: Na de periode 1975-1980 zijn niet a
- Page 111: 20 De plaats van het lobbyen in de
- Page 115 and 116: Overheidsdienaren oriënteren zich
- Page 117 and 118: Ten vierde zijn prioriteiten gewens
- Page 119 and 120: 1998 met een groot plan voor wgenaa
- Page 121 and 122: optimale besluitvorming kan bijdrag
- Page 123 and 124: - Schendelen, M.P.C.M. van, De popu
- Page 125 and 126: Iedere bestuurder van een motorvoer
- Page 127 and 128: ekeningrijden te overwegen is en u
- Page 129 and 130: elke passage het tarief. Dit is een
- Page 131 and 132: Er bleek bij nader inzien toch meer
- Page 133 and 134: mechanismen rond rekeningrijden. De
- Page 135 and 136: een auto op 2.8 inwoners. Het verge
- Page 137 and 138: • Problemen hebben we in soorten
- Page 139 and 140: deel daarvan is psychiatrisch pati
- Page 141 and 142: comfort, meer wegen, meer doorstrom
- Page 143 and 144: De geschiedenis van de Paspoortkwes
- Page 145 and 146: De besluitvorming over RW19: omslag
- Page 147 and 148: 1 De probleemdefinitie kiezen en se
- Page 149 and 150: Rijkswegenaanleg en positie VWS - H
- Page 151 and 152: 2 Heeft Schiphol gepoogd vast te ho
- Page 153 and 154: innen strakke milieunormen, mag uit
- Page 155 and 156: plek mag, mits de luchthaven zich a
- Page 157 and 158: - Maar, H.G. de, De uitbreiding van
- Page 159 and 160: 2010 definitief uit de binnenstand
- Page 161 and 162: vuur te halen. Het politieke verled
Ook de departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blek<strong>en</strong>, in de og<strong>en</strong> van deze ondernemers, niet allemaal<br />
van ev<strong>en</strong>veel gewicht. Daarnaar vrag<strong>en</strong> lijkt op het eerste gezicht niet zo<br />
relevant, omdat <strong>beleid</strong>sterrein<strong>en</strong> aan departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gekoppeld zijn. K<strong>en</strong>t m<strong>en</strong><br />
de waardering van het <strong>beleid</strong>sterrein, dan k<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de waardering van het<br />
bijbehor<strong>en</strong>de departem<strong>en</strong>t, zou m<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>. Het is echter maar de vraag of<br />
ondernemers dat verband altijd goed kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>. Per slot van rek<strong>en</strong>ing is e<strong>en</strong><br />
van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> professionele lobbyist inschakelt geleg<strong>en</strong> in het<br />
feit dat de ondernemer zelf maar nauwelijks weet bij welk overheidsloket hij zijn<br />
moet. Departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarmee deze grote onderneming<strong>en</strong> naar hun zegg<strong>en</strong><br />
vaak contact hadd<strong>en</strong> war<strong>en</strong>: Economische Zak<strong>en</strong>, Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat,<br />
Financiën, Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking. Interessant is<br />
het op te merk<strong>en</strong> dat het op twee na belangrijkste onderwerp (loon- <strong>en</strong><br />
inkom<strong>en</strong>s<strong>beleid</strong>) valt onder e<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd ministerie, namelijk Sociale Zak<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Werkgeleg<strong>en</strong>heid. En het als eerste g<strong>en</strong>oemde onderwerp (fiscaal <strong>beleid</strong>) valt<br />
onder e<strong>en</strong> departem<strong>en</strong>t dat zelf pas op de op één na laatste plaats komt. E<strong>en</strong><br />
mogelijke verklaring voor deze schijnbare inconsist<strong>en</strong>tie is wellicht te zoek<strong>en</strong> in<br />
het onderscheid tuss<strong>en</strong> het zuiver politieke <strong>en</strong> het ambtelijk-bestuurlijke circuit:<br />
mogelijk b<strong>en</strong>adert m<strong>en</strong> voor sommige onderwerp<strong>en</strong> eerder politici dan<br />
ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Dat zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat het aangrijpingspunt voor e<strong>en</strong> lobby niet<br />
alle<strong>en</strong> procedureel bepaald wordt, zoals we hiervoor al opmerkt<strong>en</strong>, maar ook<br />
inhoudelijk.<br />
Literatuur over lobby<br />
- Kok, F. & T. van der Maas (red.), De wandelgang – Lobby<strong>en</strong> in de politiek, Bert<br />
Bakker, Amsterdam, 2001.<br />
21 Succesvolle <strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de lobby<br />
Voorbeeld<strong>en</strong> van succesvolle lobbies<br />
K<strong>en</strong>t u succesvolle lobbies?<br />
• Voorbeeld<strong>en</strong> van int<strong>en</strong>sieve lobbies in de periode 1975-1994 vindt m<strong>en</strong> op het<br />
gebied van de steunverl<strong>en</strong>ing aan individuele onderneming<strong>en</strong>, met als bek<strong>en</strong>dste<br />
casus het Rijn-Schelde-Verolme-concern (RSV). Op dit terrein vindt m<strong>en</strong> ook de<br />
voorbeeld<strong>en</strong> van hele effectieve lobbies, volg<strong>en</strong>s het kamerlid Van Iersel (1988: 18).<br />
Aan individuele be<strong>dr</strong>ijv<strong>en</strong> zijn immers vele miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> guld<strong>en</strong>s steun verstrekt.<br />
• E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>ter voorwerp van e<strong>en</strong> effectieve lobby is de nieuwe Elektriciteitswet.<br />
De opzet daarvan is gewijzigd als gevolg van overleg tuss<strong>en</strong> be<strong>dr</strong>ijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
electriciteitsmaatschappij<strong>en</strong> met het parlem<strong>en</strong>t.<br />
Wat is succes?<br />
E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d succescriterium vanuit het perspectief van de organisatie die de<br />
lobby start(te), is of er voordeel behaald is, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> subsidie is<br />
binn<strong>en</strong>gehaald die m<strong>en</strong> zonder lobby niet verkreg<strong>en</strong> had. Er word<strong>en</strong> in de<br />
praktijk ook wel andere succesindicator<strong>en</strong> gebruikt (zie Van Sch<strong>en</strong>del<strong>en</strong>, 1993a).<br />
E<strong>en</strong> dergelijke indicator is of e<strong>en</strong> organisatie erin slaagt de positie in e<strong>en</strong> ar<strong>en</strong>a te<br />
versterk<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door e<strong>en</strong> probleem op de ag<strong>en</strong>da te krijg<strong>en</strong> of doordat<br />
de kracht<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sector gebundeld word<strong>en</strong>. Zo kan m<strong>en</strong> niet direct, maar<br />
113