47004_20091210BKPKatwijk_klein_na verwerking amendement
47004_20091210BKPKatwijk_klein_na verwerking amendement
47004_20091210BKPKatwijk_klein_na verwerking amendement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
cultuurhistorische achtergronden<br />
uit de Badplaatsennota aan beide uiteinden van de<br />
Boulevard ruimte voor parkeerterreinen opgenomen: in<br />
het noorden, dichtbij het centrum en bij de vuurtoren,<br />
waarvan vooral door verkeer vanuit Wasse<strong>na</strong>ar gebruik<br />
gemaakt zou worden.<br />
uitwerking van het basisplan<br />
Per zone bepaalde de hoofdarchitect in overleg met<br />
de supervisor de richtlijnen voor de architectonische<br />
uitwerking. De hoofdarchitect was tevens<br />
verantwoordelijk voor de keuze van de overwegend<br />
jonge, lokale architecten die binnen deze richtlijnen<br />
moesten werken. In afwijking van de voordien<br />
gebruikelijke gang van zaken konden de getroffenen dus<br />
niet zonder meer hun eigen architect kiezen. Het streven<br />
<strong>na</strong>ar behoud van het gevarieerde, individuele karakter<br />
van de Katwijkse bebouwing leidde ertoe dat ook binnen<br />
de zones gewerkt werd met een groot aantal architecten.<br />
De verdeling van de hoofdarchitecten over het<br />
plangebied was als volgt. Holt was verantwoordelijk<br />
voor het Vuurtorenplan, direct ten noorden van het<br />
zeehospitium. Van Embden voor het zuidelijke deel<br />
van de Boulevard, tussen vuurtoren en Oude Kerk,<br />
Smits voor de bebouwing bij de Oude Kerk en Jonkman<br />
voor de Boulevardbebouwing tussen de kerk en de<br />
Voorstraat. Vanwege zijn ‘neutrale’ stijl kreeg Komter de<br />
bebouwing aan het zeeplein toegewezen, Kuiper was<br />
verantwoordelijk voor de bebouwing tussen dit plein<br />
en de uitwatering van de Oude Rijn. De overige vier<br />
architecten werden belast met de verder landinwaarts<br />
gelegen locaties, aan de Oude Rijn (Van der Steur)<br />
en de verder oostelijk gelegen uitbreidingslocaties.<br />
De hoofdarchitecten maakten de schetsen voor de<br />
bebouwing van hun zone en voor markante objecten en<br />
bepaalden daarmee de architectonische norm voor de<br />
uitvoerende architecten.<br />
uitgangspunten voor de uitwerking<br />
• Binnen een zekere uniformiteit voor straatwanden<br />
en blokken werd een individuele bebouwingswijze<br />
aangehouden, waardoor afwisseling in het<br />
straatbeeld zou ontstaan en werd aangesloten bij het<br />
oorspronkelijke karakter van het dorp;<br />
• De panden aan de Boulevard dienden 6,50 meter<br />
breed te worden. Van deze norm is overigens ten<br />
tijde van de wederopbouw al op een aantal plaatsen<br />
afgeweken;<br />
• De goothoogte mocht maximaal 10,50 meter<br />
bedragen; alleen aan het noordelijke uiteinde van<br />
de Boulevard en rond de Voorstraat werd hogere<br />
bebouwing gerealiseerd;<br />
• Alle woningen zouden eengezinshuizen worden. Bij<br />
uitzondering konden boven- en benedenwoningen<br />
worden gebouwd. Appartementen werden over het<br />
25