47004_20091210BKPKatwijk_klein_na verwerking amendement

BEELDKWALITEITPLAN
BOULEVARD KATWIJK
gemeente Gendringen
Katwijk

Illustraties boven en links:
verdeling Boulevard in deelgebieden
I. bebouwingslint
II. centrum
III. Andreashof
IV. vuurtorenplan
V. hotel Savoy
VI. Zeehospitium en zuidboulevard
Rechts: uitbreidingsmogelijkheden
achterterreinen bebouwingslint.
Rechtsonder: vuurtorenplan.

samenvatting
Dit beeldkwaliteitplan voor de Boulevard van Katwijk
aan Zee geldt enerzijds als ontwikkelingsdocument,
anderzijds als toetsingsinstrument. Ontwikkelen
aan de Boulevard betekent namelijk toetsen: wat
kan de bestaande omgeving verdragen wil men de
kenmerkende opbouw van de Boulevard van Katwijk aan
Zee behouden.
Hoewel de bebouwing langs de Boulevard als geheel
zeer specifi ek is voor de wederopbouwperiode, zijn er
weinig individuele panden die grote maatschappelijke
en/of culturele waarde bezitten. Vrijwel alle gebouwen
die dat wel hebben worden reeds beschermd inzake
de monumentenwet. Nieuw- en of herbouw is hier
niet zonder meer toegestaan en veranderingen aan
de huidige bebouwing worden volgens aparte regels
getoetst (zie beleidsnota monumentenzorg 2006,
gemeente Katwijk). Alleen hotel Noordzee (Boulevard nr.
72) komt in aanmerking om aan deze monumentenlijst
te worden toegevoegd, vanwege zijn unieke karakter en
beeldbepalende uitstraling voor de Boulevard.
In deze samenvatting wordt aangegeven waar de
verruimingsmogelijkheden voor nieuw-, aan- en verbouw
zitten. Per deelgebied worden deze kort samengevat.
I bebouwingslint
zijde Boulevard
Om het beeld van de wederopbouwarchitectuur
niet verder aan te tasten zijn hier in principe geen
uitbreidingen mogelijk. Nieuw- of verbouwingen dienen in
de stijl van het pand en de aangrenzende panden plaats
te vinden.
achtererven en bouwdiepte
Indien achtererven aansluiten op de openbare weg, mag
hier gebouwd worden in twee lagen met kap (nokhoogte
maximaal 8 meter) met een maximale diepte van 7 meter
en een minimale afstand tot het hoofdgebouw van 5
meter.
Bij de bepaling van de maximale bouwdiepte van de
hoofdgebouwen wordt een differentiatie aangebracht,
teneinde de ruimtelijke effecten voor de aangrenzende
percelen te beperken. Waar dit geen belemmeringen
oplevert geldt dat de bebouwing die zijn voorzijde heeft
aan de Boulevard, vanaf de Boulevard gemeten in
principe max. 13 meter diep mag zijn als er hoger dan
één bouwlaag wordt gebouwd. Bebouwing van maximaal
één bouwlaag is als uitgangspunt op de gehele
bouwkavel toegestaan. Tot maximaal 15 meter uit de
voorgevelrooilijn zijn dakterrassen toegestaan.
Bovenstaande uitgangspunten gelden ook voor de
bebouwingslinten in het centrum.
3

Linksboven: Mogelijke invulling
bebouwingsmogelijkheden Koningin-
Wilhelminastraat- Waaigat.
Rechts: bebouwingsmogelijkheden
rondom Voorstraat.
Onder: de kenmerkende façade van
hotel Noordzee.
Voorstraat

samenvatting
II centrum
In het centrumgebied zijn ruimere bouwmogelijkheden
toegestaan. Hier is een intensivering van horeca
mogelijk. Doordat het centrum een functionele en
architectonische verbijzondering vormt binnen het
doorgaande bebouwingslint van de Boulevard, zijn hier
grotere veranderingen mogelijk, met behoud van de
kenmerkende waarden van de Boulevard als geheel.
Vanwege het gewenste hoge ambitieniveau voor
ontwikkelingen in het centrum, waarin het streven naar
behoud van deze waarden en ruimte voor een invulling
met een (deels) eigentijds karakter samen dienen te
gaan, worden bouwplannen van enige omvang in dit
gebied getoetst door een supervisor die toeziet op de
uitstraling en (architectonische) samenhang. Dit geldt
voor ontwikkelingen die verder gaan dan op-, aan- of
verbouwingen hoger dan één bouwlaag en/of breder dan
1 beukmaat en bij ophogingen van minimaal 1 bouwlaag.
Met inachtneming van bovenstaande geldt voor
ontwikkelingen in het centrumgebied globaal het
volgende:
Tussen de Koningin Wilhelminastraat en het Waaigat,
en tevens op de noordelijke punt van de Koningin
Wilhelminastraat, kan tot vier bouwlagen gebouwd
worden (evt. met fl auwe kap) indien de samenhang van
de panden gewaarborgd blijft. Het hoekpand aan het
Waaigat bedraagt in uitzondering hierop maximaal vier
lagen met een terugliggende vijfde bouwlaag. Tussen
twee panden onderling mag het hoogteverschil in
principe maximaal één bouwlaag bedragen.
Aan herontwikkelingen in het centrumgebied, waarbij
sprake is van verhoging van het aantal bouwlagen
of een ingrijpende gevelwijziging kan de supervisor
bovendien bepalen dat een toekomstvisie opgesteld
dient te worden. Deze toekomstvisie dient een ruimtelijk
samenhangend beeld te schetsen voor de gewenste
ontwikkeling in relatie tot het aanpalende gebied.
Tussen het Waaigat en de Voorstraat is bebouwing
mogelijk zoals geschetst in de illustratie op pagina 4.
Het pand van hotel Noordzee (Boulevard 72) wordt als
potentieel monument aangemerkt. Uitbreiding van de
laagbouw ten noorden van het hoofdgebouw van hotel
Noordzee met één laag is mogelijk. Deze bebouwing
dient omwille van het zicht op het hoofdgebouw naar
achteren te liggen ten opzichte van de rooilijn.
Bij de bebouwing aan weerszijden van de Voorstraat
vormt poortwerking het uitgangspunt. Deze toegang
vormt immers de verbinding met het achterliggende
winkelgebied. Hotel Noordzee geeft hier met de
markante gevel een eerste aanzet toe. De nieuwe
bebouwing aan de andere zijde dient een dialoog aan
te gaan met hotel Noordzee, dat als beeldmerk van
de wederopbouwperiode geldt. De architectuur van
het nieuwe pand moet hier recht aan doen, maar mag
(deels) afwijkend en beeldbepalend zijn. De uitstraling
van dit pand heeft zowel een belangrijke functie aan
de zijde van de Boulevard alsook aan de zijde van de
5

Andreashof
onder: vuurtorenplan
aangezicht Boulevard vanaf het strand.

samenvatting
Voorstraat. Het gebouw dient te worden voorzien van
een transparante plint die qua functie (restaurant) en
vorm mag afwijken van het hoofdgebouw. Het nieuwe
hoekpand meet maximaal zes bouwlagen en heeft
een gevelbreedte die smaller is dan het hoekpand
van hotel Noordzee. De aansluiting op het zuidelijke
bebouwingslint van drie lagen met fl auwe kap wordt
gerealiseerd middels een passend intermediair tussen
lint en hoekaccent. Ook dient een zorgvuldige aansluiting
gezocht te worden met bestaande bebouwing in de
Voorstraat.
III Andreashof
Dit hofje is een gemeentelijk monument.
Voor bebouwingsmogelijkheden is een
monumentenvergunning noodzakelijk.
IV vuurtorenplan
Het witgeschilderde complex bij de vuurtoren biedt geen
mogelijkheden voor uitbreiding. Het pand op de hoek
Boulevard-Seinpoststraat wordt op termijn gesloopt; hier
zal nieuwbouw plaatsvinden in drie lagen.
hotel Savoy
Dit gebouw is een gemeentelijk monument.
Voor bebouwingsmogelijkheden is een
monumentenvergunning noodzakelijk.
Zeehospitium en Zuidboulevard
Vanwege het aparte karakter van dit gebied in de
duinen als overgang naar het natuurlijke landschap is
het niet logisch de bebouwingswand van de Boulevard
hier door te zetten. Omdat het wederopbouwdeel
van de Boulevard het meest kenmerkend is voor de
badplaats Katwijk aan Zee en reeds een centrumgebied
heeft met hogere bebouwing, heeft het de voorkeur
om de bebouwingsmogelijkheden in dit gebied
beperkt te houden. Achter de duinenrij zijn meerdere
ontwikkelingsstrategieën denkbaar. Dit geldt zowel
voor de bouwhoogte als voor de footprint van nieuwe
bebouwing. Hiervoor is nader onderzoek in het kader
van het project Zeehospitium noodzakelijk.
Aan het zuidelijke uiteinde van de Boulevard zijn
grootschalige uitbreidingen niet toegestaan. De
bestaande woningen voegen zich in het landschap. Het
appartementencomplex is wordt als iets te grootschalig
gezien als overgang tussen het bebouwde Katwijk aan
Zee en het natuurlijke duinlandschap.
openbare ruimte
In de openbare ruimte wordt gezocht naar
verruimingsmogelijkheden voor de voetganger en het
verminderen van de dominantie van (geparkeerde)
auto’s in het straatbeeld. Vooral in het centrumgebied
zou de auto te gast moeten zijn.
7

inhoud
samenvatting 3
inleiding 11
aanleiding 11
doel 11
leeswijzer 11
beleidskader 13
cultuurhistorische achtergronden 15
tijdsbeeld 15
de wederopbouw van Katwijk aan Zee 17
uitgangspunten voor de uitwerking 25
Zeehospitium 27
deel 1 ruimtelijke analyse
ruimtelijke analyse 33
uitgangspunten wederopbouwplan Boulevard 33
andere badplaatsen 33
hoofdopzet 35
bebouwing 35
deelgebieden 37
infrastructuur 41
openbare ruimte 43
achterliggend beleid 43
ruimtelijke verkenning kust Katwijk 43
deel 2 kenmerken en criteria
I bebouwingslint 47
II centrum 65
III Andreashof 93
IV vuurtorenplan 99
V hotel Savoy 107
VI Zeehospitium en Zuidboulevard 113
openbare ruimte 129
aanbevelingen 137
bijlage: bronnen 139
bijlage: amendement 143
colofon 145
9

Hotel Riche.
Panden tussen Waaigat en hotel Noordzee.

inleiding
aanleiding
De Katwijkse Boulevard is in de samenhang en
uitstraling van bebouwing een uniek stukje kust.
Het cultuurhistorische belang en de waarde van de
beeldkwaliteit van de Boulevard met haar panden uit
de wederopbouwperiode worden door de gemeente
onderkend. De badplaats Katwijk aan Zee heeft ook in
relatie tot andere badplaatsen een geheel eigen gezicht
dat gekoesterd dient te worden.
Tegelijkertijd is het voor het voortbestaan van de
voorzieningen aan de Boulevard van groot belang dat
nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn. De wens naar meer
mogelijkheden voor het verblijfstoerisme vraagt een
steeds groter en intensiever ruimtegebruik, dat vaak
alleen aan de achterzijde van de panden te realiseren is.
Ook de herontwikkeling van Hotel Riche, op de hoek
van de Boulevard en de Voorstraat vormt een directe
aanleiding voor een verkenning van de mogelijkheden.
doel
Het onderhavige beeldkwaliteitplan is bedoeld om in
te zoomen op ontwikkelingsmogelijkheden langs de
Boulevard, zowel voor bewoners als ondernemers, met
behoud van de bestaande waardevolle structurerende
elementen en de uitstraling van de bebouwing uit de
wederopbouwperiode.
leeswijzer
In deze inleiding komen aanleiding, doel van het plan en
het beleidskader aan bod. Hierna wordt ingegaan op de
cultuurhistorische achtergronden van de Boulevard.
Deze cultuurhistorische achtergronden vormen de
basis van waaruit de bebouwing van Katwijk aan Zee
is ontstaan. Zij geven de tijdgeest van de bebouwing
uit met name de wederopbouwperiode weer, maar
ook wordt ingegaan op de achtergronden van het
Zeehosterrein.
Dit verhaal biedt een kader voor het beeldkwaliteitplan
en kan als achtergrondinformatie worden gezien.
Hierna volgt deel 1 van het beeldkwaliteitplan, de
ruimtelijke analyse. Vanuit het huidige gebruik en met
inachtneming van de cultuurhistorische achtergronden
wordt een opdeling van de Boulevard in deelgebieden
gemaakt. Tevens wordt aandacht besteed aan de
infrastructuur en de opzet van de openbare ruimte.
In deel 2 worden de kenmerken en toetsingscriteria voor
de verschillende deelgebieden weergegeven.
De welstandscommissie kan deze criteria per deelgebied
op zichzelf staand hanteren.
Naast voorschriften voor bebouwing worden in dit
hoofdstuk ook wensbeelden voor de openbare ruimte
11

inleiding
geschetst, deze dienen als uitgangspunt bij (nieuwe)
plannen voor de inrichting van de openbare ruimte.
Om de leesbaarheid te bevorderen hebben de
verschillende delen in dit rapport een andere
achtergrondkleur gekregen.
Samenvatting oranje;
Inleiding blauw;
Cultuurhistorische achtergronden roze;
Ruimtelijke analyse geel;
Kenmerken en criteria grijs;
beleidskader
Indien nieuwe bouwplannen worden ingediend moeten
deze allereerst voldoen aan het bestemmingsplan,
maar daarnaast heeft het beeldkwaliteitplan een eigen
werkingskracht, waar het gaat om de verschijningsvorm
van gebouwen en uitstraling van de openbare ruimte.
Alle criteria uit dit beeldkwaliteitplan kunnen toegepast
worden op (licht) bouwvergunningplichtige bouwwerken.
Voor bouwvergunningvrije bouwwerken dient dit
beeldkwaliteitplan als inspiratiebron.
Dit beeldkwaliteitplan is een uitwerking en specifi catie
van het beeldkwaliteitplan Katwijk aan Zee, hoofdstuk
3.3.1 “Boulevard”, uit januari 1998. Tussen het gebied
langs de Boulevard van de Rijnmond tot de Sportlaan,
dient dit plan als vervanging.
Dit beeldkwaliteitplan kan op grond van artikel 12a van
de Woningwet door de raad vastgesteld worden als
aanvullend hoofdstuk op de welstandsnota Katwijk uit
2004. Deze vormt dan een aanvulling op deelgebied 1,
Katwijk aan Zee, subgebied Boulevard en Sportlaan e.o.
Voor deelgebied II, centrum, wijken de toetsingscriteria
af van de criteria zoals deze in de huidige welstandsnota
worden geformuleerd. De bebouwingsmogelijkheden zijn
hier verruimd. Voor de overige deelgebieden vormt dit
beeldkwaliteitplan een aanvulling op de welstandsnota.
13

Boven: strandleven voor de oorlog (foto collectie Katwijks
Museum en www.allesoverkatwijk.nl).
Rechtsboven: de Voorstraat (bron: www.allesoverkatwijk.nl).
Rechtsonder: de Atlantikwall, 1943 (collectie Foto Knuyt).

cultuurhistorische achtergronden
Dit hoofdstuk is gebaseerd op de bronnen en literatuur
zoals opgenomen in de bijlage.
tijdsbeeld
de ontdekking van de badplaatsen
Aan de Nederlandse kust lagen rond 1900 maar een
paar slecht ontsloten vissersplaatsen. De aanleg van
verharde wegen, de komst van de spoorwegen en de
groeiende welvaart onder steeds bredere lagen van de
bevolking leidden aan het einde van de negentiende
eeuw tot een forse toename van de recreatie aan
de kust. Hierdoor ontwikkelden de badplaatsen
verschillende karakters. Scheveningen profi leerde zich
als elitebadplaats, plaatsen als Domburg, Katwijk en
Egmond aan Zee werden bezocht door de middenstand.
Zandvoort en Hoek van Holland werden overspoeld door
de arbeiders uit Amsterdam en Rotterdam.
Door de massale stroom dagjesmensen waren
verkeersopstoppingen toen al een bekend verschijnsel
en de aanblik van de kuststrook wijzigde door de
almaar voortgaande bouw van badvoorzieningen.
Voor de oorlog ontstond zo een voor kustplaatsen
haast wetmatige bebouwingstypologie van een
aaneengesloten boulevardfront parallel aan de kustlijn,
waardoor zee en duinen van elkaar werden gescheiden.
de Atlantikwall
De Tweede Wereldoorlog was allesbepalend voor de
naoorlogse gedaante van de Nederlandse badplaatsen.
De kustbebouwing werd systematisch gesloopt ten
behoeve van de Duitse verdedigingslinie langs de
Europese westkust. Deze Atlantikwall was een eindeloze
rij bunkers, vestingen en mijnenvelden op en voor de
duinenrij. Het strand verloor in één klap haar recreatieve
betekenis. Zandvoort, Scheveningen en Katwijk aan Zee
werden het zwaarst getroffen door de ingreep. In Katwijk
aan Zee werd een complete wijk van 580 woningen,
enkele hotels, scholen en andere openbare gebouwen
weggevaagd. De oude dorpskerk en de vuurtoren bleven
eenzaam achter in een desolaat verdedigingslandschap.
De sloop van de vooroorlogse kustbebouwing
bood stedenbouwkundigen na de oorlog echter de
mogelijkheid af te rekenen met de verrommeling uit het
verleden. Eindelijk kon de nieuwe, moderne badplaats
“in schoonere vorm en grootscher opzet herrijzen”.
de moderne badplaats: een nieuw perspectief
In 1946 werd in een speciaal themanummer van het
vakblad Bouw een pleidooi gehouden voor de moderne
Nederlandse badplaats. Modernisering was noodzakelijk
aangezien uitstapjes naar de kust voortvloeiden uit het
naoorlogse optimisme, de stijgende welvaart en de
toename van de vrije tijd.
Ook de overheid had, ondanks de woningnood
15

De indeling van de Nederlandse badplaatsen uit
de Badplaatsennota, 1947.

cultuurhistorische achtergronden
en materiaalschaarste, oog voor het herstel van
recreatieoorden. In 1947 verscheen de zogenaamde
Badplaatsennota (“Beschouwingen betreffende
de wederopbouw der Noordzeebadplaatsen”), die
richtinggevend zou zijn voor de wederopbouw van de
kuststrook. In de Badplaatsennota werden richtlijnen
opgenomen voor de inrichting en ontsluiting van
de badplaatsen: bredere toegangswegen voor het
autoverkeer, openbaar vervoer langs het strand ten
behoeve van spreiding van de badgasten, het reserveren
van uitbreidingsmogelijkheden langs de kust en in de
plaatsen zelf, het concentreren van het autoverkeer
op grote parkeerplaatsen aan de uiteinden van de
boulevard en een scheiding tussen volks en elitair
badplaats- en strandgebruik.
Er werden vier categorieën badplaatsen onderscheiden.
a. luxe badplaatsen met mondain vertier;
b. vakantiebadplaatsen;
c. badplaatsen met vakantiehuizen;
d. badplaatsen voor massaal dagbezoek.
De functie en de wijze van exploitatie van de
badplaats dienden tot uitdrukking te komen in de
stedenbouwkundige structuur. Dit betekende onder
andere dat er een scheiding aangebracht diende te
worden tussen het seizoensgedeelte en de ‘bebouwde
kern der vaste bewoners’ en dat de seizoenwinkels
in aparte, alleen voor voetgangers toegankelijke
winkelgebieden geconcentreerd dienden te worden. Voor
de eerste en laatste categorie was verder een brede,
voor alle vervoermiddelen toegankelijke boulevard
vereist. Het beoogde karakter van Katwijk aan Zee
bestond, zoals in de meeste andere badplaatsen, uit een
combinatie van de categorieën b (vakantiebezoek) en d
(dagbezoek).
De toekomstige functie van een badplaats werd
bepaald door het karakter van de vooroorlogse
logiesaccommodaties, de aard van de bezoekers en de
verwachte toename van het dag- en vakantiebezoek. Het
verwachte dagbezoek voor Katwijk aan Zee bedroeg nog
geen kwart van dat van plaatsen als Scheveningen en
Zandvoort. Door de ligging tussen twee luxe badplaatsen
(Scheveningen en Noordwijk) werd verwacht dat de
toename voornamelijk zou worden veroorzaakt door de
kleine middenstand.
de wederopbouw van Katwijk aan Zee
wederopbouwarchitectuur
Door de grote schaal van de verwoestingen en de
schaarste van materialen en fi nanciële middelen voerde
een speciaal in het leven geroepen Ministerie van
Wederopbouw de regie over het herstel van het land.
Via provinciale directies werd de planvorming in de
getroffen plaatsen aangestuurd. Omdat op veel plaatsen
17

Boven: de zone van de Atlantikwall na de afbraak en het
puinruimen, 1945 (foto collectie Katwijks Museum).
Rechts: het afbraakgebied ten behoeve van de Atlantikwall (links)
en het wederopbouwplan van 1946 (rechts) (bron: Katwijks
Museum 2005).
De aanpassingen in het wegenpatroon zijn duidelijk zichtbaar.

cultuurhistorische achtergronden
pandsgewijs werd herbouwd, waren vaak veel verschillende
architecten in één gebied actief. De planvorming
stond daarom op lokaal niveau veelal onder leiding van
een supervisor die de (lokale) architecten aanstuurde.
In de naoorlogse architectuur zijn ruwweg drie
stromingen te onderscheiden. De eerste jaren na
de oorlog werd bij de herbouw aangesloten bij
de bouwtradities van voor de oorlog. Het ‘typisch
Nederlandse’ werd belangrijk gevonden bij het herstel
van het land. De archetypische vormen en traditionele
bouwtechnieken van de Delftse School, met natuurlijke
materialen (baksteen, hout) en schuine pannendaken,
bepaalden het beeld van de wederopbouw uit de eerste
jaren. In de eerste naoorlogse jaren werd in Katwijk
aan Zee de Andreashof gebouwd. De principes uit deze
periode zijn hier duidelijk herkenbaar. Het grootste deel
van de wederopbouw van Katwijk aan Zee werd echter
later gerealiseerd.
In de jaren vijftig maakten de woningnood en de
slechte economische situatie standaardisatie en
industrialisatie van ontwerp- en productieprocessen
echter noodzakelijk. De esthetische vormgeving van
gebouwen werd teruggebracht tot een schikking van
het hoogst noodzakelijke. De invloed van moderne
bouwtechnieken en -stromingen werd steeds groter.
Bovendien kwam in de jaren vijftig het streven naar
modernisering van het huishouden op gang. Platte
daken, meergezinswoningen, het toepassen van
betonnen constructies en een ‘open’ gevelbeeld zijn
kenmerkend voor de wederopbouw van de jaren vijftig
en zestig van de vorige eeuw.
Op veel plaatsen werd echter herbouwd in een
tussenvorm waarin elementen van beide stromingen
zijn terug te vinden. Zo ook in Katwijk aan Zee, waar de
bebouwing aan de Boulevard een mengvorm werd van
traditionele en modernistische ontwerpprincipes. Het
gebruik van natuurlijke materialen en moderne vormen
en een zakelijk gevelbeeld gaan hand in hand.
planvorming
Hoewel de oorlog nog in volle hevigheid voortwoedde
werd al op 7 januari 1943 gestart met het opstellen van
een wederopbouwplan voor de Boulevard, zodat na
de oorlog direct met de wederopbouw begonnen kon
worden. Eind 1943 kregen ir. A.H. van Leeuwen en ir.
L.H.H. van der Kloot Meijburg jr. de opdracht zowel
een ontwerp voor de toekomstige bebouwing aan de
Boulevard als een uitbreidingsplan voor de gehele
gemeente te maken.
Waar de wederopbouw van Zandvoort en Scheveningen
werd gekenmerkt door grote ambities, lag de nadruk
in Katwijk vooral op sanering van ongewenste
woontoestanden en het aanpassen van het fi jnmazige
wegenpatroon. De wederopbouw was, anders
19

De Boulevard, gezien vanaf de vuurtoren.
Situatie in 1938, 1945 en 1959.
(foto’s collectie Katwijks Museum)

cultuurhistorische achtergronden
dan in Zandvoort en Scheveningen, geen aparte
ontwerpopgave maar werd ingezet ten behoeve van
een evenwichtige afronding van de voor de oorlog
ingezette uitbreiding. Herstel, sanering en uitbreiding
werden pragmatisch met elkaar gecombineerd.
Gemeentebestuur en ontwerpers waren van mening dat
Katwijk aan Zee naar de aard van het oude dorp en de
bevolking herbouwd diende te worden. Katwijk zou een
eenvoudige en gemoedelijke familiebadplaats blijven.
De sloop van de vooroorlogse Boulevard werd daarbij
gezien als een unieke gelegenheid om Katwijk “aan den
Boulevard met een fraai zeefront te verrijken”.
uitgangspunten voor de wederopbouw
• Handhaven en versterken van het dualistische
karakter van Katwijk (vissersdorp en badplaats);
• De wederopbouw diende zich te voegen naar de
vuurtoren en de Oude Kerk;
• Nieuwe bebouwing moest aansluiten bij de
oorspronkelijke kleinschaligheid;
• Ingrijpen in het karakteristieke stratenpatroon en de
grillig verlopende rooilijnen diende met de grootste
terughoudendheid te gebeuren;
• -Bij de herschikking van het vooroorlogse
stratenpatroon diende het eindpunt van tram- of
autobuslijnen op een centraal plein uit te komen;
• Het moest mogelijk zijn om bij slecht weer in het
achter de Boulevard gelegen gebied in een meer
beschutte omgeving te wandelen.
De eerste schetsplannen waren al in april 1944 gereed.
H. van der Kloot Meijburg sr. werd als supervisor voor de
planuitwerking aangesteld. Op zijn aanraden selecteerde
een architectenkeuzecommissie tien hoofdarchitecten,
die de schetsplannen uitwerkten tot een basisplan
waarin de stedenbouwkundige opzet werd vastgelegd.
Hoewel alle hoofdarchitecten afkomstig waren uit
het traditionalistische milieu van de Delftse School,
werd gekozen voor architecten met verschillende
achtergronden en persoonlijkheden. Zo kon in een
korte periode een kwalitatief hoogwaardige bebouwing
worden gegarandeerd binnen vooraf bepaalde kaders,
maar zonder dat men gebonden was aan de opvattingen
van één specifi eke architect. Door deze ‘eenheid in
verscheidenheid’ werd aangesloten bij het karakter van
het vooroorlogse Katwijk. Door de samenstelling van het
team ontstond ook een omgeving waarbinnen belangrijke
stedenbouwkundige vraagstukken werden opgelost
zonder dat dit ten koste ging van de architectonische
detaillering en de inrichting van de buitenruimte.
Als hoofdarchitect werden benoemd: G.H.M. Holt, S.J.
van Embden, A.P. Smits, J. Jonkman, A. Komter, J.
Kuiper, A.J. van der Steur, L. van der Kloot Meijburg,
J.H.W.C. Pot en B.J. Koldeweij.
21

Hotel Noordzee in 1960. (foto collectie Katwijks Museum)

cultuurhistorische achtergronden
Het basisplan werd in augustus 1945 door de adviseur
van de Dienst voor de Wederopbouw, ir. J. van der
Laan, goedgekeurd en in 1946 door de gemeenteraad
vastgesteld.
het basisplan
Hoewel aangenomen werd dat Katwijk aan Zee voor
westelijk Zuid-Holland een belangrijke recreatiefunctie
zou vervullen, was de badplaatsfunctie van Katwijk
aan Zee in het plan duidelijk ondergeschikt aan de
lokale belangen. Het dualistische karakter van Katwijk
aan Zee werd hierdoor gehandhaafd en versterkt. Het
‘vissersdorp’ behield zijn eigen sfeer. De ‘badplaats’
kreeg alleen rond de kruising met de Voorstraat de kans
tot bloei te komen. Hier werd de Boulevard verbreed tot
een ‘zeeplein’ dat een riant uitzicht over de kust moest
bieden. Aan het zeeplein was ruimte gereserveerd voor
enkele hotels, een bioscoop en een gebouw met een
busstation en diverse openbare functies. Doordat alle
verkeer op het plein werd geconcentreerd, zou hier de
gewenste levendigheid ontstaan.
Door de grote behoefte aan woningen, de beperkte
uitbreidingsmogelijkheden en de bescheiden ambities
ten aanzien van het toerisme overheerste ook aan de
Boulevard de woonbebouwing. Daarnaast bleef het
aantal hotels beperkt door het systeem van particuliere
kamerverhuur, dat diep verankerd zat in de lokale
traditie.
Door het niveauverschil was het mogelijk ter hoogte van
de vuurtoren de Boulevard te splitsen in een boven- en
een benedenweg. De bovenweg bood plaats aan een
terras, een hotel met appartementenvleugel en enkele
vrijstaande zomerhuisjes. Aan de benedenweg konden
enkele kleine paviljoens worden geplaatst. Hierdoor zou
de oprichting van rommelige bouwsels op het strand
worden tegengegaan en werd het badleven enigszins
verspreid over het strand.
De bovenweg kreeg uiteindelijk een andere invulling; de
benedenweg werd daadwerkelijk gerealiseerd en dient
ook nu nog ter ontsluiting van aangelegen paviljoens.
Zowel het ‘vissersdorp’ als de Boulevard werd ontsloten
door de Zeeweg – die werd verbeterd en doorgetrokken
– de trambaan en de Voorstraat. Dit wegenpatroon
sloot aan op een evenwijdig aan de Boulevard lopende
winkelstraat. Deze winkelstraat diende tevens als
verbinding tussen het vissersdorp en de badplaats en
ook de weg uit Wassenaar zou op deze weg aansluiten.
De straat werd slechts op een paar plaatsen met de
Boulevard verbonden om geen waardevolle bouwgrond
verloren te laten gaan en de invloed van de zeewind te
beperken. Deze straat met winkels, winkelpaviljoens en
cafés zou zo ook bij ongunstig weer een aantrekkelijk
verblijfsmilieu voor de badgasten zijn.
Om de toename van het autoverkeer naar Katwijk
aan Zee op te vangen werd conform de voorschiften
23

invoegen kaart met
architectenverdeling
Wederopbouw Katwijk - basisplan 1946, architectenverdeling.

cultuurhistorische achtergronden
uit de Badplaatsennota aan beide uiteinden van de
Boulevard ruimte voor parkeerterreinen opgenomen: in
het noorden, dichtbij het centrum en bij de vuurtoren,
waarvan vooral door verkeer vanuit Wassenaar gebruik
gemaakt zou worden.
uitwerking van het basisplan
Per zone bepaalde de hoofdarchitect in overleg met
de supervisor de richtlijnen voor de architectonische
uitwerking. De hoofdarchitect was tevens
verantwoordelijk voor de keuze van de overwegend
jonge, lokale architecten die binnen deze richtlijnen
moesten werken. In afwijking van de voordien
gebruikelijke gang van zaken konden de getroffenen dus
niet zonder meer hun eigen architect kiezen. Het streven
naar behoud van het gevarieerde, individuele karakter
van de Katwijkse bebouwing leidde ertoe dat ook binnen
de zones gewerkt werd met een groot aantal architecten.
De verdeling van de hoofdarchitecten over het
plangebied was als volgt. Holt was verantwoordelijk
voor het Vuurtorenplan, direct ten noorden van het
zeehospitium. Van Embden voor het zuidelijke deel
van de Boulevard, tussen vuurtoren en Oude Kerk,
Smits voor de bebouwing bij de Oude Kerk en Jonkman
voor de Boulevardbebouwing tussen de kerk en de
Voorstraat. Vanwege zijn ‘neutrale’ stijl kreeg Komter de
bebouwing aan het zeeplein toegewezen, Kuiper was
verantwoordelijk voor de bebouwing tussen dit plein
en de uitwatering van de Oude Rijn. De overige vier
architecten werden belast met de verder landinwaarts
gelegen locaties, aan de Oude Rijn (Van der Steur)
en de verder oostelijk gelegen uitbreidingslocaties.
De hoofdarchitecten maakten de schetsen voor de
bebouwing van hun zone en voor markante objecten en
bepaalden daarmee de architectonische norm voor de
uitvoerende architecten.
uitgangspunten voor de uitwerking
• Binnen een zekere uniformiteit voor straatwanden
en blokken werd een individuele bebouwingswijze
aangehouden, waardoor afwisseling in het
straatbeeld zou ontstaan en werd aangesloten bij het
oorspronkelijke karakter van het dorp;
• De panden aan de Boulevard dienden 6,50 meter
breed te worden. Van deze norm is overigens ten
tijde van de wederopbouw al op een aantal plaatsen
afgeweken;
• De goothoogte mocht maximaal 10,50 meter
bedragen; alleen aan het noordelijke uiteinde van
de Boulevard en rond de Voorstraat werd hogere
bebouwing gerealiseerd;
• Alle woningen zouden eengezinshuizen worden. Bij
uitzondering konden boven- en benedenwoningen
worden gebouwd. Appartementen werden over het
25

De Boulevard in 1960, gezien vanaf de kerktoren (foto collectie Katwijks Museum).

cultuurhistorische achtergronden
•
•
•
•
algemeen ongeschikt gevonden voor een plaats als
Katwijk aan Zee. Op sommige plaatsen werd echter
toch ruimte geboden voor appartementengebouwen;
De bebouwing aan de Boulevard en enkele zijstraten
kreeg een fl auwe dakhelling die varieerde van 15 tot
20 graden met uitzondering van het centrumgebied
(geen dakhelling en andere dakvormen toegestaan),
het gebied rond de kerk (hellingshoek 40-60 graden)
en het gebied rond de vuurtoren (plat);
Er werden voor de Boulevard geen bindende
voorschriften gehanteerd ten aanzien van materiaalen
kleurgebruik; wel werd gestreefd naar het gebruik
van lichte tinten. Hierdoor is in gele of rode baksteen
gebouwd en veel gebruik gemaakt van wit als kleur
voor kozijnen en accenten;
Variatie in de steensoort voor de gevels
was onvermijdelijk als gevolg van de grote
materiaalschaarste;
Ook voor het bestraten van de Boulevard en
omliggende straten werden de oorspronkelijke
straatklinkers hergebruikt.
een nieuwe supervisor
Vanwege de hoge leeftijd van Van der Kloot Meijburg
sr. werd in juni 1953 door Van Embden opgevolgd als
supervisor voor de uitbreiding en wederopbouw van
Katwijk aan Zee. Deze kreeg de opdracht een nieuw
uitbreidingsplan te maken en werd tevens belast met
het welstandstoezicht voor het wederopbouwgebied.
Hoewel de wederopbouw een jaar later al grotendeels
gerealiseerd was, zouden zijn ideeën bepalend zijn voor
het karakter van het doorgaande gevelbeeld van de
Boulevard.
Zeehospitium
Ten zuiden van de Boulevard ligt het terrein van het
Rijnlands Zeehospitium (voorheen Rotterdamsch
Zeehospitium geheten). Het terrein vormt van oudsher
de overgang van bebouwd Katwijk naar de zuidduinen.
De eerste bebouwing dateert van 1908 en is één van de
eerste Nederlandse openluchtscholen. Deze bebouwing
is niet direct aan de Boulevard gelegen en daardoor
bewaard gebleven in de oorlog.
Aan het begin van de twintigste eeuw ontstonden de
eerste openluchtscholen. Dit was het gevolg van de
opvatting dat kinderen met een zwakke gezondheid
niet op gewone scholen thuishoorden, maar medisch
behandeld moesten worden op speciale scholen buiten
de stad. Zwakke kinderen kregen hier een kuur van
goede voeding, hygiëne, rust en zoveel mogelijk frisse
lucht en zonlicht. Onderwijs maakte een vast deel uit van
het dagprogramma.
Sanatoria voor de behandeling van tuberculose
speelden een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van
openluchtscholen in Nederland omdat gebleken was
27

Links: de Waaier.
Boven en onder: het Zeehospitium, begin 20e eeuw. Het
afgebeelde gebouw is inmiddels gesloopt.

dat openluchtonderwijs een positieve invloed had op de
behandeling van tuberculosepatiënten.
Het Rijnlands Zeehospitium in Katwijk aan Zee (1908)
was oorspronkelijk een sanatorium voor kinderen
met tuberculose. In eerste instantie lag de nadruk op
de geneeskundige verzorging. Deze werd weliswaar
gecombineerd met onderwijs, maar de voorzieningen
hiervoor waren nog beperkt. Goed onderwijs voor de
patiënten werd echter steeds belangrijker gevonden. In
1933 werd daarom een nieuwe vleugel met leslokalen
in gebruik genomen. De lokalen werden op het zuiden
gericht en grensden aan een ruim zonneterras, voor
onderwijs in de buitenlucht.
Als gevolg van onder meer de veranderende opvattingen
over de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg
is het karakter van de openluchtscholen in de loop der
jaren sterk veranderd. Slechts weinig openluchtscholen
vervullen nog hun oorspronkelijke functie. Veel
openluchtscholen zijn getransformeerd tot gewone
basisschool of hebben een niet-onderwijsgerelateerde
functie gekregen.
Het Zeehospitium in Katwijk aan Zee was tot 2003
een multifunctionele voorziening, die dienst deed als
voorzieningen- en revalidatiecentrum, een wooncentrum
voor volwassenen met een lichamelijke beperking en een
school voor lichamelijk en/ of verstandelijk gehandicapte
kinderen. In 2003 zijn het revalidatiecentrum en de
school verhuisd naar Leiden. Op dit moment vindt op
het terrein van het Zeehospitium omgekeerde integratie
plaats, waarbij dit gebied wordt omgevormd tot een
woonbuurt. In deze woonbuurt komen 122 volwassenen
met een lichamelijke beperking te wonen.
In de loop der jaren zijn op het terrein verschillende
gebouwen bijgebouwd en weer verdwenen. Hierbij
varieerde de indeling van de bebouwing op het terrein
tussen de duinen, maar het duinlandschap fungeerde
wel altijd als aanknopingspunt voor het ontwerp. Van de
oorspronkelijke hoofdopzet resten nog het Hoofdgebouw
en de Waaier.
Het hoofdgebouw is een markant gebouw ontworpen
door architect Molenbroek. Het gebouw werd op een
prominente plaats gesitueerd, centraal op het hoogste
punt van het terrein, wat geaccentueerd werd door het
dak. Het gebouw is duidelijk gericht op de zee. Het kent
een robuuste structuur van stevig metselwerk, met diepe
neggen en veranda en loggia op zee gericht. Op de
verdieping wordt vanuit het gebouw een prachtig zicht op
de zee, de duinen en Katwijk geboden.
De Waaier is een markant gebouw, gelegen aan
de Boulevard en kan ook als beëindiging van deze
Boulevard worden gezien. Het gebouw dateert uit 1928
en is ontworpen door architect M.C. van Straten (ligzaal
voor 15-20 jonge tuberculosepatiëntjes).
Het gebouw, ook bekend onder de naam Feyenoord
paviljoen en daarvoor als de Zeehal, markeert het terrein
en valt op door zijn detaillering in eenvoudige materialen,
baksteen en beton in een sobere vormgeving. De
afgeronde hoeken (als door de wind gevormd) zijn heel
bijzonder. Het gebouw is aan de lijzijde zoveel mogelijk
dicht, de loefzijde is open met grote deuren.
29

Deel 1 ruimtelijke analyse
31

uimtelijke analyse
uitgangspunten wederopbouwplan
Boulevard
De uitgangspunten uit de wederopbouwperiode bepalen
ook nu nog belangrijke kenmerken van de Boulevard.
• Het karakter van het dorp staat voorop: eenvoud en
gemoedelijkheid, geen grootschalige ontwikkelingen of
beconcurreren van omliggende badplaatsen;
• Wonen als belangrijkste functie langs de Boulevard;
• Beperkte hotelontwikkeling door de traditie van
particuliere kamerverhuur;
• Ruimte voor levendigheid en een grovere korrel
rond het plein aan het uiteinde van de Voorstraat
(centrumfunctie, combinatie met OV-halte);
• Ruimte voor parkeren aan de uiteinden van de
Boulevard;
• Winkels geconcentreerd in parallelstraat achter de
Boulevard;
• versterkt dualistisch karakter van vissersdorp en
badplaats door de scheiding tussen zee en dorp
middels een aanééngesloten bebouwingswand (de
Boulevard);
• Individuele, pandsgewijze vormgeving; gevarieerd
gevelbeeld (kleine korrel);
• Bebouwing: fl auwe dakhelling en gebruik van lichte
kleuren, met uitzondering van enkele specifi eke
deelgebieden.
andere badplaatsen
Het contrast met andere badplaatsen met een na de
oorlog herbouwde boulevard is opvallend.
In plaatsen als Scheveningen en Noordwijk lagen de
ambities na de oorlog hoog. In de decennia na de
wederopbouw kreeg de commercie vrij baan waardoor
een muur van hotels, appartementen en strandtenten
verrees. De boulevards van Scheveningen en Noordwijk
zijn daardoor pluriformer en grootschaliger van karakter
en kennen een veel grotere diversiteit aan functies.
In beide badplaatsen varieert de bebouwing aan
de boulevard sterk in maat, schaal en bouwperiode
waardoor een onsamenhangend beeld is ontstaan.
De boulevard heeft hier desondanks een bijzonder
stedelijk beeld waarin hoogbouw en grootschalige
hotelaccommodaties domineren.
Met name in Scheveningen overheerst de stenigheid
van de openbare ruimte, waar in Katwijk aan Zee en
Noordwijk de duinenrij zorgt voor een veel natuurlijker
aanblik.
Een kustplaats als Vlissingen was in de Badplaatsennota
net als Katwijk aan Zee aangewezen als badplaats
voor massaal dagbezoek. Ook hier werd onderscheid
gemaakt tussen het oude centrum en de badplaats en
diende de Boulevardbebouwing als windscherm voor
33

oven:
De Boulevard van Vlissingen.
midden:
De Boulevard van Scheveningen,
pier en Kurhaus.
onder:
Noordwijk, zicht op de Boulevard,
noordwaarts vanaf de Hotels van
Oranje.

uimtelijke analyse
het achterliggende gebied. Soberheid en eenvoud
domineerden het gevelbeeld.
Toch werd ook in Vlissingen nadrukkelijk gekozen voor
hoogbouw, waardoor de Boulevardbebouwing een
solitaire strook vormt tussen de zee en de kern. Het
tegenwoordige beeld van deze Boulevard wordt net als
in Noordwijk bepaald door een grote variatie in maat,
schaal en bouwperiode.
De lokale karakteristiek, saneringsopgave en de
bescheiden ambities in het Katwijk van na de oorlog
leidden tot een plan waarin kleinschaligheid, een
eenduidig beeld en de lokale identiteit bepalend
waren. Het is opmerkelijk dat dit beeld nog steeds als
zodanig herkenbaar is. De Boulevard van Katwijk aan
Zee onderscheidt zich daardoor duidelijk van haar
‘concurrenten’.
hoofdopzet
De Boulevard van Katwijk aan Zee bestaat voornamelijk
uit rijen lintbebouwing evenwijdig aan de kustlijn van
gemiddeld ongeveer drie lagen hoog. In het midden
van de Boulevard is sprake van een schaalsprong in de
bebouwingswand, doordat daar wat grotere en hogere
bebouwing is geplaatst, met overwegend een hotel- en/
of restaurantfunctie.
De Boulevard is een lineair element dat de overgang
vormt tussen het dorp en het strand van Katwijk aan
Zee. Aan de Boulevard overheerst de woonfunctie
met de blik gericht op de zee, afgewisseld met enkele
hotels/restaurants en panden die zijn ingericht als
pension. Het deel van de Boulevard vanaf de Rijnmond
tot de Seinpoststraat heeft met uitzondering van
enkele kleinere gebieden (afzonderlijk behandeld
in de hieropvolgende paragrafen) een eenduidig
bebouwingsbeeld, hoofdvorm, dakhelling en opzet,
met overwegend pandsgewijze verschillen in kleur- en
materiaalgebruik, detaillering en ornamentiek. Daar waar
zijstraten uitkomen op de Boulevard is een overgang
naar de achterliggende bebouwing gelegd door de
ingangen van de hoekpanden in de zijstraten te plaatsen
en/of het bebouwingsbeeld van de Boulevard door te
zetten in de zijstraten. Hierdoor vormt de Boulevard van
Katwijk aan Zee (in tegenstelling tot die van Vlissingen)
een harmonieus geheel met de achterliggende
bebouwing.
Gezien vanaf zee rijst Katwijks zeefront op als een
tribune, opgebouwd uit het strand, de duinenrij, het
maaiveld van de Boulevard en de bebouwingsstrook
daarachter.
Bijzondere bebouwing is te vinden in het centrum, rond
de monding van de Voorstraat, en aan de uiteinden
van de Boulevard (hotel Savoy aan de noordzijde en
35

uimtelijke analyse
het gebouw de Waaier aan de zuidzijde). Daarnaast
vallen de Oude Kerk en de vuurtoren op, die de
bebouwingswand ten zuiden van het centrum in twee
ongeveer gelijke stukken verdelen.
bebouwing
Hoewel de huidige bebouwing als geheel van een
afstand een redelijk eenduidige uitstraling heeft, blijken
op een lager schaalniveau nog steeds de verschillende
opvattingen van de hoofdarchitecten die de planvorming
begeleidden.
Om een zo goed mogelijke beschrijving van de
uitbreidingsmogelijkheden te maken is een onderscheid
gemaakt in zes verschillende samenhangende
deelgebieden.
Deze deelgebieden zijn grotendeels in overeenstemming
met de tijdens de wederopbouw onderscheiden
gebieden en blijken ook nu nog duidelijk verschillende
karakters hebben.
Binnen deze bebouwingstypologieën van de zes
deelgebieden vormen de achterkanten van de
bebouwing een belangrijk aandachtspunt als gevolg
van de voor Katwijk aan Zee kenmerkende traditie van
particuliere kamer- en woningverhuur en de gevraagde
ruimte voor uitbreiding. Voor de deelgebieden I en II
wordt hier apart aandacht aan besteed.
Per deelgebied worden in deel II van dit document
kenmerken en criteria weergegeven.
deelgebieden
I bebouwingslint
Het noordelijk deel tussen Rijnmond en Koningin
Wilhelminastraat vertoont sterke overeenkomsten met
een middendeel, globaal gelegen tussen Voorstraat en
Andreasplein en een zuidelijk deel, gelegen tussen B.J.
Blommerstraat en Vuurbaakplein. De handschriften van
de coördinerende architecten Holt (noord), Jonkman
(midden) en Van Embden (zuid) verschilden slechts
op onderdelen. In al deze gebieden is sprake van een
doorgaande wandbebouwing waarbij voornamelijk
onderscheid is gemaakt op perceelsniveau. Deze
drie gebieden vormen samen het eerste deelgebied;
het bebouwingslint. Waar onderscheid is te maken
in bebouwingskenmerken tussen de verschillende
gebieden wordt dit in de kenmerken en criteria apart
aangegeven.
II centrum
Het tweede deelgebied betreft de bebouwing in het
centrumdeel, tussen Koningin Wilhelminastraat en
Voorstraat. De bebouwing hier kenmerkt zich door
grotere afwisseling in hoogte en breedte van de gevels.
Tevens stamt de bebouwing uit verschillende bouw- en
37

Verdeling Boulevard in deelgebieden
I. bebouwingslint
II. centrum
III. andreashof
IV. vuurtorenplan
V. hotel Savoy
VI. Zeehospitium en zuidboulevard

uimtelijke analyse
stijlperioden en komen hier in tegenstelling tot de overige
bebouwing langs de Boulevard veel platte daken voor.
De rij woningen direct ten zuiden van de Koningin
Wilhelminastraat valt qua typologie onder het eerste
deelgebied (bebouwingslint). Deze rij is echter opgevat
als onderdeel van het centrumgebied doordat de
bebouwing hier direct op aansluit en mede daardoor
meer ontwikkelingsmogelijkheden biedt dan de rest
van het bebouwingslint. Bovendien vormt het een
helder afgebakend bouwblok, waardoor eventuele
ontwikkelingen een duidelijke begrenzing krijgen.
Centrumontwikkelingen in het bebouwingslint ten
zuiden van het huidige centrum zullen daarentegen
leiden tot verrommeling. Vanwege zijn functie en
verschijningsvorm wordt wel het hoekpand ten zuiden
van de Voorstraat (het huidige hotel Riche) bij de
typologie van het centrumgebied ondergebracht.
Ook het pand direct ten noorden van de Koningin
Wilhelminastraat kan bij het centrum worden betrokken
indien het centrum aan de noordzijde wordt uitgebreid.
III Andreashof
Binnen de aaneengesloten wandbebouwing van
de Boulevard neemt de solitaire bebouwing tussen
Andreasplein en B.J. Blommerstraat een aparte positie
in. De St. Andreaskerk, die in de Tweede Wereldoorlog
met uitzondering van de toren gespaard is gebleven,
vormt hier samen met de vroeg naoorlogse bebouwing
aan het Andreashof een apart ensemble.
IV vuurtorenplan
Het vierde deelgebied langs de Boulevard betreft de
bebouwing aan het zuidelijke deel, tussen Vuurbaakplein
en Seinpoststraat. Hier vormt de (eveneens in de
oorlog gespaard gebleven) vuurtoren een belangrijk
oriëntatiepunt. Ten opzichte van de boulevardbebouwing
is deze een vijftigtal meters verder naar achteren
gelegen waardoor er een voorplein is ontstaan.
Evenals de bebouwing van het Andreashof is de
bebouwing hier grotendeels wit geschilderd. De rooilijn
van de meest zuidelijke (woon)bebouwing is in een hoek
geplaatst ten opzichte van de doorgaande Boulevard.
Daarnaast zorgen ook verspringingen in de gevel en de
modernistische vormentaal voor een afwisselend beeld
ten opzichte van de overige bebouwing.
V hotel Savoy
Aan de noordzijde van de Boulevard is een bijzonder
object gelegen. Het betreft het vooroorlogse hotel Savoy.
Dit gebouw maakt geen deel uit van de aaneengesloten
bebouwingswand, maar vormt een solitaire beëindiging
van de Boulevard.
39

Overzicht deelgebieden in luchtfoto.
1 2
3 4
3D beelden
Bestaande bebouwing:
1. bebouwingslint
2. centrum
3. Andreashof
4. vuurtorenplan

uimtelijke analyse
VI Zeehospitium en zuidboulevard
In tegenstelling tot het bebouwde deel van de Boulevard,
waar het grotendeels aaneengesloten bebouwingslint
het beeld bepaalt, wordt de Boulevard ten zuiden
van de Seinpoststraat in feite ingeklemd tussen twee
duinenrijen. Deze dubbele duinenrij is kenmerkend
voor dit deel van de Boulevard. Bebouwing direct aan
de Boulevard is schaars, heeft een beperkte hoogte
en is vrijstaand, zodat duidelijke doorzichten naar
het achterliggende landschap bestaan. Alleen het
appartementencomplex op het meest zuidelijk deel van
de Boulevard onttrekt zich uit dit beeld. De bebouwing
van het Zeehospitium ligt verscholen achter het duin en
is vanaf de weg niet of nauwelijks zichtbaar. Uitzondering
hierop vormt het gebouw ‘de Waaier’ dat door zijn ligging
en bijzondere uitstraling zowel een beëindiging vormt
van de bebouwingswand van de Boulevard als een
markering voor het achterliggende duingebied met losse
bebouwing.
infrastructuur
De Boulevard is, net als vroeger het geval was, in
beide richtingen voor het autoverkeer toegankelijk. De
belangrijkste toevoerwegen sluiten aan de noordzijde
en de zuidzijde en halverwege bij de Koningin
Wilhelminastraat, aan op de Boulevard. Oorspronkelijk
vervulde de inmiddels als voetgangersgebied ingerichte
Voorstraat deze rol.
De voetganger beschikt over een brede fl aneerstrook
aan de zeezijde en een trottoir aan de Boulevardzijde.
Dwarsstegen en enkele op regelmatige afstand van
elkaar gelegen dwarsstraten verbinden de Boulevard met
het achtergelegen (winkel)gebied. Bij de monding van de
Voorstraat is de rijweg verbreed tot een plein en ook in
het duin ter hoogte van de vuurtoren is een pleinruimte
gerealiseerd. Door de inrichting van de Voorstraat als
voetgangersgebied komt het op het centrale plein tot een
confrontatie van het autoverkeer op de Boulevard en de
voetgangers tussen het strand en de Voorstraat.
De ontsluiting van de achtererven vindt plaats via
achterpaden en -straten met een informeel karakter,
waardoor een duidelijk onderscheid bestaat tussen de
voorzijde aan de Boulevard en de achterzijde.
openbare ruimte
Bij de recente herinrichting van het openbaar gebied is
de oorspronkelijke hoofdopzet in grote lijnen gevolgd.
Op onderdelen is deze aangepast aan het hedendaags
gebruik, zoals blijkt uit de grotere breedte van de
fl aneerstrook, de parkeer- en stallingsmogelijkheden
voor auto en fi ets en kleur- en materiaalgebruik. Het
beeld van de openbare ruimte is rustig en heeft een
continu karakter. De tijdloze uitstraling sluit goed aan
bij de architectonische karakteristiek van de bebouwing
enerzijds en het beeld van duinen en strand anderzijds.
Opvallend is het hoogteverloop van de Boulevard. Aan
41

links: schets hoogteverloop van de Boulevard in Katwijk, met
daaronder de rechtlopende kustverdediging op 8m boven
NAP in groen (overdreven voorgesteld).
onder: werkelijk profi el en hoogteverloop Boulevard Katwijk
huidige situatie gezien vanaf het strand
geheel onder: profi el en hoogteverloop Katwijk bij ophogen
kust tot 8m boven NAP gezien vanaf het strand (dijk in
duinscenario).
rechterpagina: dijk in duinscenario kustversterking Katwijk,
plattegrond en doorsnede

uimtelijke analyse
de uiteinden ligt de Boulevard op + 11 meter boven NAP,
in het centrumgebied slechts op 6 meter boven NAP. Het
ruimtelijk effect van het verloop van de Boulevard wordt
versterkt door de in hoogte tamelijk uniforme bebouwing:
de noklijn volgt min of meer het hoogteverloop van het
maaiveld.
Op regelmatige afstand van elkaar zijn in het openbaar
gebied pleinruimten aangelegd. Deze pleinen zijn
gekoppeld aan bijzondere plekken of bebouwing: in
het duin bij de vuurtoren en tussen de rijweg en de
vuurtoren, de open ruimte rond de kerk, het Andreashof
naast de kerk en bij de monding van de Voorstraat.
Langs de Boulevard zijn plaatsen voor (tijdelijke) kiosken
gecreëerd.
achterliggend beleid
ruimtelijke verkenning kust Katwijk
De beleidsnota “Ruimtelijke verkenning kust Katwijk”
draagt ideeën aan voor kustversterkingsmaatregelen
rond Katwijk. Op het tijdstip van het tot stand komen
van dit document zijn de maatregelen die genomen
zullen worden nog niet bekend. Wel is duidelijk dat voor
het laagste deel van de Boulevard een ophoging wordt
gerealiseerd, die vanaf maaiveldniveau op de openbare
weg het directe zicht op zee zal belemmeren. Hoewel dit
ook het aanzicht van de Boulevard verandert, doet dit
niets af aan de huidige bebouwingskenmerken van de
wederopbouwperiode en zullen de kenmerken en criteria
zoals opgesteld in deel 2 van dit beeldkwaliteitplan
blijven gelden. Om het gebied van verderaf als centrum
te herkennen en markeren kunnen deze maatregelen
een extra argument zijn om de bebouwing hier wat
volumineuzer en hoger te maken.
Voor de inrichting van de openbare ruimte zullen aan de
hand van nieuwe inpassingen op termijn wellicht andere
voorwaarden moeten worden gesteld.
43

Boulevard
Andreasplein
Rijnmond
Jan Tooropstraat
Te Brittenstraat
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
Bo
B l
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ul
ulev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
ev
evar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ard
Koningin Wilhelminastraat
Waaigat
Voorstraat
Koningin Emmastraat
Boulevard
Andreashof

45
deel 2 kenmerken en criteria
Princestraat
B.J. Blommerstraat
Vuurbaakplein
Seinpoststraat
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
Pr
P in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
in
ince
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
ce
c st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
st
s ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
ra
r at
at
at
at
at
at
at
at
at
at
Boulevard
Sportlaan

lok C
blok B
blok A
blok A
Bebouwingslint blok A - Rijnmond tot Jan Tooropstraat.
Kenmerkende beelden bebouwingslint.
Links: woonbebouwing. Rechts: kleinschalig hotel.
blok B
blok C

I bebouwingslint kenmerken
kenmerken
bouwmassa archetype
De bebouwing in de bebouwingslinten vormt een gesloten straatwand,
die geplaatst is in één rooilijn, volgend aan de weg. De straatwand
heeft een samengestelde massaopbouw van individuele panden. De
gevelbreedte bedraagt overwegend ca. 6,5 meter.
De individualiteit van de panden wordt benadrukt door het variërende
kleurgebruik, de hoge gemetselde schoorstenen en de individuele
verschillen in de gevelindeling. Daarnaast bestaan kleine verschillen in
nok- en goothoogte als gevolg van het geaccidenteerde maaiveld. De
hoogteverschillen worden geaccentueerd door grote dakoverstekken.
varianten
Verspringing in nok- en goothoogte per pand of groepsgewijs.
Meer of minder sterk verhoogde terrassen aan voorzijden.
gebruik archetype
De panden in het bebouwingslint zijn in gebruik als woonhuis of
pension. De panden op de hoek van een straat bevatten vrijwel
allemaal appartementen.
gevelopbouw archetype
De bebouwing is uitgevoerd in drie bouwlagen. De fl auw hellende
zadeldaken (helling maximaal 20 graden) hebben grote overstekken.
De nokrichting is evenwijdig aan de straat.
varianten
De bovenste bouwlaag is vaak afwijkend van karakter: kleinere
vensters of een terugspringende bovenverdieping accentueren de
slaap- of zoldervertrekken.
Uitzonderingen in twee of vier bouwlagen.
bouwmassa
dakhelling
gevelcompositie
47

Gevelwanden blok A.

I bebouwingslint kenmerken
gevelcompositie archetype
De panden hebben een duidelijke asymmetrische, tweebeukige
indeling. Entree en stijgpunt bevinden zich in een smalle beuk, de
woonvertrekken in een brede beuk (breedteverhouding ongeveer 1:2).
De gevelopeningen in de smalle beuk zijn kleiner dan die in de brede
beuk.
De entrees zijn in het gevelvlak geplaatst en springen niet in of uit.
Voordeuren zijn altijd voorzien van één of meerdere ramen
varianten
De entrees van de hoekpanden bevinden zich ‘om de hoek’, in de
zijstraat.
De voorgevels zijn in de brede beuk wisselend voorzien van erkers
en/of balkons. De bovenzijde van een erker dient als balkon voor de
tweede bouwlaag, zodat een optimale beleving van strand en zee
mogelijk is.
Balkons komen zowel uitkragend als inpandig voor.
ornamentiek archetype
Het gevelbeeld is ingetogen en wordt gekenmerkt door een hoge mate
van soberheid.
varianten
Indien aanwezig beperkt de ornamentiek zich tot motieven in de
borstweringen en namen van woningen of pensions, in het hekwerk
van balustrades of op de gevels. Zonder expliciet of fi guratief te
worden maakt deze ornamentiek het beeld aangenaam.
erkers
ornamentiek borstweringen
ornamentiek hekwerk
49

1 2 3
4 5 6 7
Rijnmond
bebouwingslint A.
Jan Tooropstraat
Te Brittenstraat
Koningin Wilhelminastraat
1,2: Hotelbebouwing wijkt af van het
doorgaande beeld. Met name het hotel
op foto 2 werkt verstorend door de
grote schaalsprong en het platte dak.
3,4: Hoekbebouwing heeft een entree
aan de zijkant, hier bevinden zich
appartementen.
5,6: Detonerende verbouw door
gebruik van niet passende detaillering,
materiaal en kleuren.
7: Het enige pand in het bebouwingslint
met een dakopbouw op de vierde laag.
Bebouwingslint blok A: Te Brittenstraat tot Koningin
Wilhelminastraat.

I bebouwingslint kenmerken
materiaal en kleur archetype
De gevels zijn uitgevoerd in gele of rode baksteen.
Accenten (kozijnen, balustrades, dakranden) zijn wit van kleur en
contrasteren met het metselwerk.
De zadeldaken hebben een grijze bitumineuze toplaag (geen
dakpannen).
De borstweringen en balustrades zijn uitgevoerd in staal of beton of
een combinatie van beiden.
varianten
De bakstenen gevels zijn slechts bij uitzondering wit geschilderd.
openbaar-privé archetype
De overgang tussen privé en openbaar wordt gevormd door circa 3
meter diepe terrassen, die worden begrensd door lage bakstenen
tuinmuren.
De scheiding tussen openbaar en privé wordt benadrukt door de
verhoogde ligging van de terrassen ten opzichte van het trottoir.
varianten
Vlak verlopende of schuin oplopende tuinmuren (zie ook:
verbijzonderingen).
achterterreinen archetype
De achterterreinen kennen een zeer gevarieerd en onrustig beeld door
de geringe uniformiteit van de aanbouwen van één of twee lagen.
Deze doen dienst als garage of tijdelijke woning.
51

Voorstraat
Bebouwingslint B.
Andreasplein
Bebouwingslint B in 1960.

I bebouwingslint verbijzonderingen
verbijzonderingen
bouwmassa blok A
Verspringingen in nokhoogte vinden groepsgewijs plaats (per twee
of drie panden). Sterker verhoogde terrassen met trap (hoogte
eveneens verspringend per twee of drie panden).
blok B
Verspringingen in nokhoogte vinden overwegend per 2 panden
plaats.
blok C
Verspringingen in nokhoogte vinden pandsgewijs plaats.
gevelopbouw blok A
Uitzonderingen in twee of vier lagen komen voor. Straathoeken
zijn soms voorzien van bebouwing in vier lagen. Uitgezonderd het
pand op de hoek met de Te Brittenstraat is een eventuele vierde
bouwlaag naar achteren geplaatst.De bovenste verdieping heeft
overwegend een afwijkend karakter (schikking en grootte van
vensters, loggia’s).
blok B
Aan de zuidzijde van blok B zijn kelders met vensters aan de
voorzijde aangelegd.
De bovenste verdieping heeft overwegend een afwijkend karakter
(schikking en grootte van vensters). Slechts op de hoek met het
Andreasplein komt bebouwing in twee lagen voor.
blok C
De bovenste verdieping heeft overwegend een afwijkend karakter
(vooral bestaande uit een afwijkende schikking en grootte van
vensters).
53

B.J. Blommerstraat
Bebouwingslint C.
Vuurbaakplein

I bebouwingslint verbijzonderingen
gevelcompositie blok A
De entrees van de hoekpanden bevinden zich ‘om de hoek’.
Op enkele plaatsen uitschieters naar tweemaal de standaard
gevelbreedte. Erkers aan zowel de eerste als de tweede woonlaag
met daarop het balkon voor de bovenliggende woonlaag. Op
één plaats zijn de balkons aan de smalle beuk (boven de entree)
geplaatst. Veranda’s komen nauwelijks voor.
blok B
Op enkele plaatsen uitschieters naar tweemaal de standaard
gevelbreedte. Erkers zijn vrijwel afwezig, balkons en (in mindere mate)
veranda’s bepalen het beeld.
Erkers aan zowel de eerste als de tweede woonlaag met daarophet
balkon voor de bovenliggende woonlaag. Op enkele plaatsen zijn de
balkons aan de smalle beuk (boven de entree) geplaatst.
blok C
Op enkele plaatsen zijn de balkons aan de smalle beuk (boven de
entree) geplaatst.
ornamentiek blok A
In betonnen borstweringen onder vensters en aan balkons, namen
van woningen/pensions op de gevel.
blok B
In betonnen borstweringen en vormgeving ijzeren balustrades aan
balkons, namen van woningen/pensions op de gevel.
blok C
In betonnen borstweringen en vormgeving ijzeren balustrades aan
balkons, namen van woningen/pensions op de gevel.
materiaal en kleur blok A
Op enkele plaatsen is de bakstenen gevel witgeschilderd.
55

1 2
3 4
5
7
6
8
illustraties:
1,2,3: Balustrades zijn opgebouwd uit baksteen, (eventueel in
combinatie met beton) hout of ijzerwerk.
4: Houten balustrades (links) of glazen platen (rechts) zijn voor
aan- nieuw en verbouw niet meer toegestaan. Ook de detaillering
van het balkon op foto 4 sluit niet aan bij de stijlkenmerken uit de
wederopbouwperiode.
5,6: De bebouwing heeft een bakstenen gevel. De baksteen is
geel of rood in verschillende tinten. (natuurlijke kleurstellingen).
De gevel mag witgeverfd worden, andere kleurtinten zijn niet
toegestaan.
De dakrand heeft een overstek.
7: Kenmerkende detaillering raamkozijn wederopbouwperiode,
uitgevoerd in wit.
8: Kenmerkende terrassen met afsluitende bakstenen muur.
Balustrades in wit geverfd ijzerwerk.

I bebouwingslint verbijzonderingen
Betonnen omlijstingen van entrees zijn witgeschilderd.
blok B
Op enkele plaatsen is de bakstenen gevel witgeschilderd.
Betonnen omlijstingen van entrees zijn witgeschilderd.
blok C
Op één plaats is de bakstenen gevel witgeschilderd. Ook komt een
witgeschilderde bovenverdieping voor.
Op één plek is er sprake van een rode dakbedekking, deze is niet
oorspronkelijk.
openbaar-privé blok A
De tuinmuren kennen een vlak verloop met een platte bovenkant.
blok B
De tuinmuren lopen op in de richting van de gevel.
blok C
De tuinmuren lopen op in de richting van de gevel.
57

I bebouwingslint waardering
waardering
Gevelmateriaal en -kleur en de gevelcompositie van de bebouwing zijn beeldbepalend
en dienen behouden c.q. versterkt te worden. Ook de fl auw hellende zadeldaken met
grote overstekken zijn karakteristiek voor het beeld van het bebouwingslint. Het sterke
samengestelde karakter van de gesloten wand is kenmerkend voor Katwijk als geheel en de
Boulevard in het bijzonder.
Het zuidelijke deel van het bebouwingslint is nog vrij gaaf. Het oorspronkelijke ritme van de
straatwand is nog intact. Wel heeft op enkele plaatsen detonerende verbouw plaatsgevonden
door gebruik van niet passende materialen en kleuren (zie foto’s 5 en 6 op pagina 50)
Daarnaast is het oorspronkelijke ritme en beeld in het noordelijke lint verstoord door
nieuwbouw in een te grove korrel. Ook de achterzijde van dit pand breekt met het aan het
achterpad overheersende beeld van lage aanbouwen in één bouwlaag (zie foto 2 op pagina
50 en foto 1 op pagina 62).
Het huidige gebruik van de meeste panden als woonhuis of pension (bed & breakfast) maakt
dat de individuele uitstraling behouden blijft. Vaak zijn het de grotere hotels die binnen dit
plangebied uit de toon vallen.

I bebouwingslint criteria
criteria bebouwing
Met de bebouwingswand langs de Boulevard dient zeer zorgvuldig te worden omgegaan. Om de
karakteristieke kenmerken van de wederopbouwarchitectuur te behouden zijn de volgende regels
voor nieuw-, aan- en verbouw van panden binnen de bebouwingslinten opgesteld.
algemeen De bebouwing sluit zich aan bij de archetypische kenmerken, haar varianten
en verbijzonderingen per bouwblok, zoals beschreven in de kenmerken.
Voor bouwaanvragen die van invloed zijn op de waterkering (bijvoorbeeld
ten aanzien van souterrains) geldt dat voldaan moet worden aan het
vigerende beleid van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Daarnaast gelden in aanvulling en/of afwijking hierop de volgende criteria en bouwmogelijkheden:
zeezijde Boulevard
structuur De karakteristieke lineaire structuur van de Boulevard moet behouden
blijven. Een verspringende rooilijn is niet toegestaan.
Met uitzondering van de nu aanwezige doorgangen (zie verkeersstructuur)
dient de bebouwingswand zoveel mogelijk gesloten te blijven.
Binnen de bebouwingswand bestaan pandsgewijze verschillen.
massa en vorm hoogte
Hoekpanden meten maximaal vier bouwlagen met een fl auwe kap. Alleen de
laatste bouwlaag mag terugspringen in de gevel.
Alle overige panden aan de Boulevard in de deelgebieden van het
bebouwingslint hebben een maximale hoogte van drie bouwlagen met kap,
waarbij de bovenste bouwlaag niet wezenlijk terugspringt in de gevel. Een
afwijkend karakter van de derde bouwlaag is wenselijk. Alle bouwlagen
moeten over de volle breedte van een pand en/of beukmaat doorlopen.
59

1
1: Rode dakbedekking is bij nieuw- of verbouw niet meer
toegestaan.
2: Kenmerkende accenten zijn wit, draaiende delen mogen een
andere kleurtoepassing hebben.
3: Toepassen van plaatmateriaal in balustrades (woning links) is
voor nieuwbouw niet meer toegestaan. Eventueel plaatmateriaal
is wit (erker woning midden).
2 3
Binnen bebouwingslint
A komt eenmaal een
dakopbouw voor op de
vierde bouwlaag (zie
ook foto 7 pagina 50). In
nieuwe situaties is deze
vorm van uitbreiding niet
meer toegestaan.
Platte dakopbouwen, zoals hierboven geschetst, zijn niet
meer mogelijk (zie ook foto 2 pagina 50).
Ook de uitbouwen zijn niet toegestaan. Het pand moet een
doorlopende verticale gevelopbouw hebben tot en met in
dit geval de derde bouwlaag (pand is vier lagen hoog).
In dit specifi eke geval is sprake van een uitzondering
omdat de rooilijn hier een sprong maakt.

I bebouwingslint criteria
breedte
Indien meerdere kavels naast elkaar gelijktijdig (her)ontwikkeld worden
en het pand is groter dan twee oorspronkelijke kavelbreedtes, dan
moet de oorspronkelijke pandsgewijze ritmiek behouden blijven en tot
uitdrukking worden gebracht in het gevelbeeld.
dak
Bij nieuw-, aan- of verbouw zijn platte daken niet toegestaan. De daken
hebben een hellingshoek tussen de 15 en 20 graden.
ornamentiek De detaillering is eenvoudig, helder en licht vormgegeven. Overstekken
lopen recht en hebben geen taps toelopende delen.
Reclameuitingen sluiten aan bij de kenmerken van ornamentiek
materiaal en kleur Elk pand moet ten minste aan één zijde worden begrensd door een
pand dat niet wit geschilderd is om verlies van het samengestelde beeld
te voorkomen.
Het dak heeft een grijze dakbedekking, rood is niet toegestaan;
De kenmerkende kleurtoepassing van accenten (kozijnen, hekwerken en
dakrand) is wit.
Vaste raamdelen zijn wit, draaiende delen mogen anders gekleurd zijn.
Balustrades dienen te zijn opgebouwd uit baksteen (eventueel in
combinatie met beton) of ijzerwerk. Kunststof platen, glasplaten of
houttoepassingen zijn voor nieuw- aan- of verbouw niet toegestaan.
achterkanten en bouwdiepte Boulevard
Veel bebouwingskavels langs de Boulevard grenzen met hun achterzijde aan de openbare
weg. Om structuur aan te brengen in deze rommelige bebouwing en toch ruimte voor
uitbreiding te creëren, gelden de volgende randvoorwaarden voor nieuw-, aan- en verbouw:
61

1
3
5
2
4
Huidige achterkanten Boulevardbebouwing Jan Tooropstraat tot
Koningin Wilhelminastraat.
1,2: Erfafscheidingen moeten gemetseld zijn (1 goed, 2, 3 fout).
3: Garage deuren hebben donkere kleuren. Als alle deuren hier donker
zijn geeft dat een rustiger beeld.
4: Alle bebouwing hoger dan 3 meter moet worden voorzien van
raamopeningen, die ten minste 20% van het geveloppervlak (boven
deze 3 meter) uitmaken. Een blinde gevel zoals hier (2e pand) is voor
nieuw/ of herbouw niet meer toegestaan).
5: Goede toepassing van bovenstaande regel.
onder: impressie achterkanten met uitbreidingsmogelijkheden.

I bebouwingslint criteria
structuur Waar kavels grenzen aan een openbare straat geldt dat er over de volle
breedte van de achtergevel gebouwd moet worden of een gemetselde
erfafscheiding moet worden gerealiseerd (excl. deuropeningen).
massa en vorm De hoogte van de bebouwing grenzend aan de openbare weg is maximaal
twee lagen met kap (nokhoogte maximaal 8 meter);
Alle bebouwing hoger dan 3 meter moet worden voorzien van raamopeningen,
die ten minste 20% van het geveloppervlak (boven deze drie meter) uitmaken.
Bebouwing hoger dan één bouwlaag dient minimaal 5 meter van het
hoofdgebouw verwijderd te zijn en mag maximaal 7 meter diep zijn, gemeten
vanaf de rooilijn van de weg.
Bij de bepaling van de maximale bouwdiepte van de hoofdgebouwen wordt
een differentiatie aangebracht, teneinde de ruimtelijke effecten voor de
aangrenzende percelen te beperken. Waar dit geen belemmeringen oplevert
geldt dat de de bebouwing die zijn voorzijde heeft aan de Boulevard, vanaf de
Boulevard gemeten in principe max. 13 meter diep mag zijn als er hoger dan
één bouwlaag wordt gebouwd. Bebouwing van maximaal één bouwlaag is als
uitgangspunt op de gehele bouwkavel toegestaan. Dit geldt ook voor kavels
die niet grenzen aan de openbare weg. Raamopeningen in deze bebouwing
moeten ten minste 3 meter van het buurpand verwijderd zijn.
Tot maximaal 15 meter uit de voorgevelrooilijn zijn dakterrassen toegestaan.
materiaal en kleur De bebouwing heeft een bakstenen gevel. De baksteen is geel of rood in
verschillende tinten (natuurlijke kleurstellingen). Houten schuren zijn niet
toegestaan.
De gevel mag wit geschilderd zijn, andere kleuren zijn niet toegestaan.
Vaste raamdelen zijn wit, draaiende delen mogen anders gekleurd zijn;
Garagedeuren hebben donkere kleuren.
63

Konigin Wilhelminastraat
2
Waaigat
Voorstraat
1
3

II centrum inleiding
Het centrumgebied van de Boulevard wijkt in functioneel opzicht sterk af van de rest van
de Boulevard. In het gebied rond de monding van de Voorstraat ligt de nadruk van oudsher
sterker dan in de rest van het plangebied op horeca en vermaak; in het gebied zijn nog altijd
enkele grotere hotels en restaurants gevestigd. Dit heeft ook zijn weerslag op het ruimtelijk
beeld van dit deelgebied.
Door de grotere hoogte en de opvallende vooruitspringende pui met balkons aan de zeezijde
vormt hotel Noordzee een duidelijke markering van het centrumgebied.
De begrenzing van het centrumgebied is in de loop der jaren in noordelijke richting
opgeschoven, waardoor het blok tussen Waaigat en Koningin Wilhelminastraat bij het
centrumgebied is getrokken. Daarnaast is de belangrijkste route voor het autoverkeer naar
het centrum van de Boulevard in de jaren na de wederopbouw verlegd van de Voorstraat
naar de Koningin Wilhelminastraat. Door deze wijzigingen is een groter centrum ontstaan. Dit
geeft een directe aanleiding om ook het gebied tussen Waaigat en Koningin Wilhelminastraat
bij het centrumgebied te betrekken. Hiermee kan aan de gewenste vraag naar uitbreiding
van centrumfuncties (overwegend horeca) tegemoet worden gekomen zonder bestaande
structuren te doorbreken.
Ook de aanstaande kustversterking, welke de Boulevard vanaf zee gezien gedeeltelijk aan het
zich kan gaan onttrekken, kan aanleiding zijn voor meer bouwvolume in het centrumdeel. De
bestaande karakteristiek van het centrum dient echter leidend te blijven.
In deze paragraaf zal ingegaan worden op de ontwikkelingsmogelijkheden van het centrum.
Hiervoor is een opdeling gemaakt in 3 deelgebieden; blok A Koningin Wilhelminastraat tot
steeg voor het Waaigat, blok B tussen steeg voor het Waaigat en het Waaigat en blok C vanaf
het Waaigat tot en met de Voorstraat. De bebouwing van hotel Noordzee en het voormalige
hotel Riche, waar concrete vraag is naar uitbreidingsmogelijkheden vallen beiden in blok C.
Per deelgebied zullen de kenmerken en criteria voor de beeldkwaliteit aan de orde komen.
65

Illustraties vorige pagina:
1: Facade hotel Noordzee
2: Kenmerkende bebouwing wederopbouwperiode bij Koningin
Wilhelminastraat.
3: Uitgebouwde serres met (te) zware detaillering in daklijsten.
Deze pagina:
4,5,6: Bebouwingsbeeld nieuwe bebouwing.
7: Het centrumgebied, circa 1960.
8: Afbakening deelgebied centrum.
Konigin Wilhelminastraat
Koningin Emmastraat
Waaigat
Voorstraat
8
4
6
5
7

II centrum ontwikkelingskader
Blok A Koningin Wilhelminastraat - steeg voor het Waaigat
De huidige bebouwing aan de Boulevard tussen de Koningin Wilhelminastraat en de steeg
voor het Waaigat is grotendeels zeer karakteristiek voor de wederopbouwperiode. Het is
een deel van de Boulevard dat nog redelijk goed intact is gebleven. Het is het enige deel
van de Boulevard waar de bebouwing overwegend bestaat uit slechts twee bouwlagen.
Uitzondering vormt het hoekpand aan de KoninginWilhelminastraat dat bestaat uit 3
bouwlagen met een fl auwe kap.
De ligging van dit gebied zorgt er echter voor dat dit blok functioneel en qua vormgeving
bij het bestaande centrum getrokken zou kunnen worden. Dit biedt ruimte voor uitbreiding.
Een en ander dient echter wel zorgvuldig te gebeuren.
Gezien de sterke architectonische samenhang tussen de bestaande bebouwing en de
afbreuk die incidentele uitbreiding hieraan zou kunnen doen gelden specifi eke regels voor
nieuwbouw en op-, aan-, en verbouwingen.
Belangrijk bij eventuele nieuwbouw is een goede inpassing van volumes. Er dient
een onderverdeling van de gevels in beukmaten te worden gemaakt, die zo typerend
is voor de wederopbouwarchitectuur langs de Boulevard. De bebouwing mag
maximaal vier bouwlagen hoog worden, waarbij als uitgangspunt tussen de panden
onderling een verschil van maximaal één bouwlaag per beukmaat mag bestaan. Bij
nieuwbouwontwikkelingen kan de kapvorm zowel plat zijn als met een kleine hellingshoek.
Eventuele nieuw- of herbouw dient zowel in hoogte als architectonische expressie
ondergeschikt dient te zijn aan bebouwing in het gebied rondom hotel Noordzee. Dit is en
blijft het belangrijkste centrumgebied van de Boulevard; deze functie dient ook als zodanig
afl eesbaar te zijn aan de opbouw van de Boulevard.
Indien op de zuidelijke hoek van de Koningin Wilhelminastraat hogere bebouwing van
maximaal vier bouwlagen (met eventueel een fl auwe kap) wordt ontwikkeld, dan kan dit
navolging krijgen aan de overzijde van deze straat, waar dan ook een accent gebouwd
67

kan worden van maximaal vier bouwlagen met een fl auwe kap. Hierdoor wordt ook dit pand
betrokken bij (de overgang naar) het centrum. Eenzelfde situatie geldt voor de bebouwing
langs de Koningin Wilhelminastraat. De maximale bouwhoogte voor deze bebouwing
bedraagt bij nieuwe centrumontwikkelingen dan drie bouwlagen, plat afgedekt of met fl auwe
kap evenwijdig aan de weg. Door deze ‘opschaling’ vindt een geleidelijker overgang van de
bebouwingslinten naar het centrum plaats.
Om de eenheid in dit deelgebied (blok A) te behouden dienen ontwikkelingen betreffende
nieuwbouw, op- aan- of verbouw van een gehele bouwlaag of meer beoordeeld te worden
door een supervisor die toeziet op de uitstraling en (architectonische) samenhang in het
deelgebied.
Indien in blok A sprake is van een verhoging van de bouwmassa van tenminste één
bouwlaag en/ of een ingrijpende gevelwijziging over meer dan één bouwlaag en/ of
meer dan één oorspronkelijke beukmaat kan de supervisor bovendien bepalen dat een
samenhangende, ruimtelijk onderbouwde visie voor de gewenste ontwikkeling in relatie tot
het aanpalende gebied moet worden opgesteld. Hierin dient ook een oplossing gevonden te
worden voor een eventuele toename van de parkeerbehoefte.
Afhankelijk van de aard en grootte van de gewenste ingreep wordt de plangrens van het
gebied bepaald dat in de ruimtelijke visie moet worden meegenomen.
Voor kleinere ingrepen die niet onder de hierboven genoemde ontwikkelingen vallen gelden
bij benadering dezelfde beeldkwaliteiteisen als voor de bebouwingslinten. Dit wil globaal
zeggen: (vrijwel) geen uitbreidingsmogelijkheden aan de voorzijde van de panden, wel
uitbreidingsmogelijkheden aan de achterzijde (zie kenmerken en criteria).
Blok B Steeg voor het Waaigat - Waaigat
De bebouwing van dit blok vormt een samengestelde massa-opbouw van individuele
panden en geeft als gevolg van nieuwbouw een minder uniform beeld dan blok A. In de
huidige situatie is hier al sprake van een zeker centrumontwikkeling.
Belangrijk bij eventuele nieuwbouw is een goede inpassing van volumes. Er dient een
onderverdeling van de gevels in beukmaten te worden gemaakt. De bebouwing bedraagt
maximaal 4 lagen met eventueel een fl auwe kap. Het hoekpand aan het Waaigat bedraagt
maximaal vijf bouwlagen hwaarbij de vijfde bouwlaag is teruggelegen. Tussen de panden
onderling mag als uitgangspunt een verschil van maximaal één bouwlaag per beukmaat

II centrum ontwikkelingskader
bestaan (dit geldt ook voor de bebouwing aan beide zijden van de steeg voor het
Waaigat). Bij nieuwbouwontwikkelingen kan de kapvorm zowel plat zijn als met een kleine
hellingshoek.
Eventuele nieuw- of herbouw dient in architectonische expressie ondergeschikt te zijn
aan bebouwing in het gebied rondom hotel Noordzee. Dit is en blijft het belangrijkste
centrumgebied van de Boulevard; deze functie dient ook als zodanig afl eesbaar te zijn aan
de opbouw van de Boulevard.
Om de eenheid in dit deelgebied (blok B) te behouden dienen ontwikkelingen betreffende
nieuwbouw, op- aan- of verbouw van een gehele bouwlaag of meer beoordeeld te worden
door een supervisor die toeziet op de uitstraling en (architectonische) samenhang in het
deelgebied.
Indien pandsgewijze verschillen ontstaan van meer dan 1 bouwlaag of indien aanbouwen
worden voorgesteld buiten de huidige rooilijn kan door de supervisor worden besloten dat
alsnog een samenhangende visie over dit bouwblok en aanpalende panden noodzakelijk
is. Afhankelijk van de gewenste ingreep wordt de grootte van het gebied bepaald dat in de
ruimtelijke visie moet worden meegenomen.
Indien sprake is van een toename van de parkeerbehoefte dient hier door de ontwikkelende
partij een oplossing voor gevonden te worden.x
Naast bovengenoemde aspecten gelden de criteria zoals verderop beschreven.
Blok C rondom de Voorstraat/hotel Noordzee en (voormalig)
hotel Riche
Gezien de beeldbepalende functie van hotel Noordzee, de vraag om het benoemen van
uitbreidingsmogelijkheden en de toekomstige nieuwbouw op de plek van het naastgelegen
hotel Riche, worden in dit ontwikkelingskader mogelijkheden geschetst voor een verandering
van het bouwvolume. Bij eventuele ingrepen dient respectvol omgegaan te worden met
de kenmerken van de omliggende panden uit de wederopbouwperiode en de prominente
positie die hotel Noordzee inneemt langs de Boulevard.
69

Uitbreidingsmogelijkheden centrum zuid, blok C

II centrum ontwikkelingskader
Hotel Noordzee is het enige individuele pand in dit deelgebied dat als kenmerkend voor
de wederopbouwarchitectuur kan worden aangemerkt en waarvoor een monumentale
status niet ondenkbaar geacht wordt.
Indien wordt voorzien in een toename van bouwvolume van hotel Noordzee, dan dient
dit daarom op een passende wijze te gebeuren, die recht doet aan de huidige positie van
het gebouw als blikvanger voor de gehele Boulevard. De waardevolle kenmerken van
het gebouw dienen hierbij gerespecteerd te worden. Mogelijkheden om het bouwvolume
te vergroten liggen daardoor in de laagbouw direct ten noorden van het hoofdgebouw.
Hier is verhoging met één bouwlaag met platte kap toegestaan, waarbij de bebouwing
enigszins terugliggend dient te zijn ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Naast deze
uitbreidingsmogelijkheden voor hotel Noordzee kan ook de bebouwing tussen Waaigat en
hotel Noordzee met maximaal één laag worden opgetopt.
Bij de bebouwing aan weerszijden van de Voorstraat vormt poortwerking het uitgangspunt.
Deze toegang vormt immers de verbinding met het achterliggende winkelgebied. Hotel
Noordzee geeft hier met de markante gevel een eerste aanzet toe. De nieuwe bebouwing
aan de andere zijde dient een dialoog aan te gaan met hotel Noordzee, dat als beeldmerk
van de wederopbouwperiode geldt. De architectuur van het nieuwe pand moet hier
recht aan doen, maar mag (deels) afwijkend en beeldbepalend zijn. De uitstraling van
dit pand heeft zowel een belangrijke functie aan de zijde van de Boulevard alsook aan
de zijde van de Voorstraat. Het gebouw dient te worden voorzien van een transparante
plint die qua functie (restaurant) en vorm mag afwijken van het hoofdgebouw. Het nieuwe
hoekpand meet maximaal zes bouwlagen en heeft een gevelbreedte die smaller is dan
het hoekpand van hotel Noordzee. De aansluiting op het zuidelijke bebouwingslint van
drie lagen met fl auwe kap wordt gerealiseerd middels een passend intermediair tussen lint
en hoekaccent.
71

1 2
Illustraties:
1. huidige kenmerkende bebouwing wederopbouwperiode nabij Koningin
Wilhelminastraat
2. hoekpand Waaigat
3. hotel Noordzee en hotel Riche
4: Achterkanten: Volledig achtererf mag worden bebouwd.
5,6: Bebouwingsbeeld winkelcentrum achter Boulevard.
4 5 6
3

II centrum kenmerken
blok A Koningin Wilhelminastraat - steeg voor Waaigat
algemeen De bebouwing vormt een gesloten straatwand, die geplaatst is in één
rooilijn, volgend aan de weg. De straatwand heeft een samengestelde
massaopbouw van individuele panden. Het blok heeft desondanks
een zeer uniform beeld door de herhaling van vrijwel identieke
panden. Nok- en goothoogte variëren doordat deze de hoogte van het
maaiveld volgen.
gebruik De panden zijn allen in gebruik als woning.
gevelopbouw Hoekpand drie bouwlagen met kap. Overige panden twee bouwlagen
met kap. Eén pand is bovendien voorzien van een kelderverdieping
met vensters aan de straatzijde.
Zadeldaken met fl auwe helling (maximaal 20 graden). De nokrichting
loopt evenwijdig aan straat.
Geen afwijkend karakter van de tweede bouwlaag (zoals bij de
bebouwingslinten).
gevelcompositie De panden hebben een duidelijke tweebeukige asymmetrische
indeling: entree en stijgpunt in een smalle beuk, woonvertrekken in
een brede beuk. De brede beuk is aan de voorzijde van de tweede
bouwlaag voorzien van balkons. Eén hoekpand is voorzien van een
erker met balkon (beide in ongeschilderd beton).
ornamentiek Sober gevelbeeld zonder toevoegingen.
73

Illustraties:
Boven: huidige situatie
Koningin Wilhelminastraat-
Waaigat.
Onder: mogelijke uitbreidingen
Koningin Wilhelminastraat -
Waaigat.

II centrum kenmerken
materiaal en kleur De gevels zijn uitgevoerd in gele baksteen.
Balustrades van de balkons zijn oorspronkelijk van staal.
Accenten (kozijnen, daklijsten) zijn witgeschilderd. Accenten aan
erkers of balkons zijn wit of onbeschilderd (indien beton).
De zadeldaken hebben een grijze bitumeuze toplaag (geen
dakpannen).
openbaar-privé De overgang tussen privé en openbaar wordt gevormd door circa 3
meter diepe terrassen, die worden begrensd door lage bakstenen
tuinmuren.
De scheiding tussen openbaar en privé wordt benadrukt door de
verhoogde ligging van de terrassen ten opzichte van het trottoir.
achterterreinen Vrijwel gesloten bouwblok, achterterreinen met lage vrijstaande
bijgebouwen.
blok B Steeg voor Waaigat - Waaigat
algemeen De bebouwing vormt een gesloten straatwand, die geplaatst is in één
rooilijn, volgend aan de weg. De straatwand heeft een samengestelde
massaopbouw van individuele panden en als gevolg van nieuwbouw
een minder uniform beeld dan blok A.
gevelopbouw Het blok vormt qua bouwhoogte de opmaat naar het hogere
centrumgebied en bestaat uit drie bouwlagen met fl auw hellende kap.
Het meest zuidelijke pand is van recenter datum en meet 4 bouwlagen
met een 5e terugliggende bouwlaag en is gedekt met een platte kap.
gevelcompositie Geen verticale geleding in een smalle en brede beuk maar stapeling
75

Illustraties:
Boven: huidige situatie hotel Noordzee
en aangrenzende panden
Onder: mogelijke uitbreidingen hotel
Noordzee en aangrenzende panden

II centrum kenmerken
van vrijwel identieke verdiepingen.
Bij een aantal panden zijn balkons over de gehele breedte van de
gevel geplaatst.
ornamentiek Sober gevelbeeld zonder toevoegingen.
materiaal en kleur Balustrades van de balkons zijn oorspronkelijk van staal, sommige
balkons zijn aangepast en hebben een borstwering bestaande uit
glazen panelen. Idem voor de nieuwbouw.
openbaar-privé De overgang tussen privé en openbaar wordt gevormd door circa 3
meter diepe terrassen, die worden begrensd door lage bakstenen
tuinmuren.
De scheiding tussen openbaar en privé wordt benadrukt door de
verhoogde ligging van de terrassen ten opzichte van het trottoir.
gebruik De panden zijn allen in gebruik als woning (appartement). Horeca in
de onderbouw van één pand.
achterterreinen Bebouwd
blok C Waaigat - Voorstraat
algemeen Min of meer symmetrische opbouw met een laag middendeel
en hoogteaccenten aan weerszijden: hotel Noordzee en
appartementengebouw. Laatstgenoemde is echter niet oorspronkelijk.
77

Boulevard bij hotel Noordzee. Trottoir bij hotel Noordzee.
Bebouwingsmogelijkheden rondom de Voorstraat, aangezicht vanaf het strand.
Mogelijkheden ter plaatse van voormalig hotel Riche schematisch vormgegeven

II centrum kenmerken
gebruik Appartementen, hotels en andere horeca.
gevelopbouw De bebouwing in dit blok heeft een plint met grote vensters en een
restaurant- of caféfunctie. De begane grond is aan de voorzijde veelal
uit- of dichtgebouwd door middel van serres. De verdiepingen van elk
pand zijn identiek. De daken zijn plat.
Hotel Noordzee vormt binnen dit blok een markant herkenningspunt
aan de Boulevard door de ver uitkragende tweede bouwlaag met
grote vensters voor een weids uitzicht op zee. Daarboven bevindt
zich een stapeling van identieke verdiepingen met appartementen of
hotelkamers. Het dak van hotel Noordzee is naar de zeezijde toe licht
oplopend, de gevel aan de Boulevard helt licht naar voren.
gevelcompositie Op de benedenverdieping is een aantal identieke verdiepingen
gestapeld met hotelkamers of appartementen.
Hotel Noordzee kent aan de Boulevardzijde desondanks een verticale
geleding in drie beuken met hotelkamers: twee bredere beuken met
daartussen een smallere. Aan de Voorstraat is de geleding juist
sterk horizontaal, bestaande uit drie identieke verdiepingen en een
terugliggende vierde verdieping.
Hotel Noordzee en de aanpalende nieuwbouw zijn voorzien van
balkons en terrassen voor een optimale beleving van strand en zee.
Elke hotelkamer of appartement heeft zijn eigen balkon.
Het voormalige hotel Riche bestaat boven de plint uit vier even
brede beuken De linker- en rechterhelft van de gevel vormen elkaars
spiegelbeeld, met inpandige balkons in de middelste twee beuken.
Daarnaast bevindt zich nog een smalle beuk met stijgpunt. Aan
de gevel aan de Voorstraat zijn naast het stijgpunt twee balkons
geplaatst.
79

Voorstraat.
Hotel Riche.

II centrum kenmerken
ornamentiek Het gevelbeeld is ingetogen en wordt gekenmerkt door een hoge mate
van soberheid. De aanwezige ornamentiek beperkt zich tot de namen
van horecabedrijven op de gevels (in het oorspronkelijke beeld slechts
de ornamentiek op de gevels van hotel Noordzee) en de kenmerkende
vlaggenmasten bovenaan de voorgevel (aan weerszijden) van hotel
Noordzee.
materiaal en kleur Gevels zijn opgetrokken in gele baksteen, ook die van latere
bebouwing.
De omlijsting van de pui van hotel Noordzee is uitgevoerd in
natuursteen. De balkons zijn uitgevoerd in beton en voorzien van
stalen balustrades (aan de voorzijde van hotel Noordzee vernieuwd en
voorzien van glas en kunststof plaatmateriaal).
openbaar-privé De bebouwing grenst direct aan het trottoir. In het seizoen wordt
de scheiding tussen openbare en private ruimte geaccentueerd
door terrassen. Bij het voormalige hotel Riche is het voor het
bebouwingslint kenmerkende verhoogde terras met tuinmuren
dichtgebouwd, waardoor de serre op de begane grond doorloopt tot
aan het trottoir.
achterterreinen Bebouwd.
81

II centrum waardering
waardering
Gevelmateriaal en -kleur zijn bepalend voor het beeld van het centrumgebied. Voor
de bebouwing ten noorden van het Waaigat kan daar de gevelcompositie aan worden
toegevoegd.
Het blok met lage woonbebouwing tussen Waaigat en Koningin Wilhelminastraat is nog erg
gaaf. Desondanks is sprake van een onlogisch grote overgang in maat en schaal door de
uitbreiding van het centrumgebied in noordelijke richting.
De bebouwing direct ten noorden van hotel Noordzee is ingrijpend uitgebouwd en/of
vernieuwd. Hotel Noordzee zelf is desondanks nog in redelijk oorspronkelijke staat (gevels).
De huidige, min of meer symmetrische opbouw van het blok is tevens niet oorspronkelijk, het
hogere volume met de appartementen is later toegevoegd.
Hotel Riche staat leeg, hier zal op termijn een herontwikkeling plaatsvinden. Aantasting of
versterking van het beeld is sterk afhankelijk van de gekozen invulling.
Hotel Noordzee is het enige pand in het centrum dat als specifi ek voor de
wederopbouwarchitectuur aangemerkt kan worden en zelfs als herkenningspunt voor de
Boulevard van Katwijk fungeert, met haar omhooglopende gevel. Om dit aantrekkelijke beeld
in stand te houden wordt aangeraden dit deel van het hotel een monumentale status te
verlenen.

II centrum criteria
zeezijde Boulevard
De criteria voor het centrumgebied blok A zijn weergegeven in een basiskader en een
ontwikkelingskader. De beoordeling vindt plaats naar gelang de specifi eke situatie.
blok A Koningin Wilhelminastraat - steeg voor Waaigat , basiskader
Onderliggende criteria gelden indien pandsgewijze ontwikkeling plaatsvindt in het bouwblok
tussen Koningin Wilhelminastraat en de steeg ten zuiden van het Waaigat, waarbij geen sprake is
van verhoging van het aantal bouwlagen (met uitzondering van de hoekpanden aan de Koningin
Wilhelminastraat) of ingrijpende gevelwijzigingen. In alle andere gevallen gelden de criteria zoals
weergegeven in criteria centrum blok A, B, C.
algemeen De bebouwing sluit zich aan bij de kenmerken zoals hiervoor benoemd.
Voor bouwaanvragen die van invloed zijn op de waterkering (bijvoorbeeld
ten aanzien van souterrains) geldt dat voldaan moet worden aan het
vigerende beleid van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Daarnaast gelden in aanvulling en/of afwijking hierop de volgende criteria en bouwmogelijkheden:
structuur De karakteristieke lineaire structuur van de Boulevard moet behouden
blijven. Een verspringende rooilijn is niet toegestaan.
De bebouwingswand dient zoveel mogelijk gesloten te blijven.
Binnen de bebouwingswand bestaan pandsgewijze verschillen.
massa en vorm hoogte
Hoekpanden mogen maximaal 3 bouwlagen met een fl auwe kap hebben.
Alle overige panden hebben een maximale hoogte van twee lagen met kap.
Alle bouwlagen moeten over de volle breedte van een pand en/ of beukmaat
doorlopen.
breedte
Indien meerdere kavels naast elkaar gelijktijdig (her)ontwikkeld worden en
83

het pand is groter dan twee oorspronkelijke kavelbreedtes, dan moet de
oorspronkelijke pandsgewijze ritmiek behouden blijven en tot uitdrukking
worden gebracht in het gevelbeeld.
dak
Bij nieuw-, aan- of verbouw zijn binnen dit basiskader platte daken niet
toegestaan. De daken hebben een hellingshoek tussen de 15 en 20
graden.
ornamentiek De detaillering is eenvoudig, helder en licht vormgegeven. Overstekken
lopen recht en hebben geen taps toelopende delen.
Reclameuitingen sluiten aan bij de kenmerken van ornamentiek.
materiaal en kleur Elk pand moet ten minste aan één zijde worden begrensd door een
pand dat niet wit geschilderd is om verlies van het samengestelde beeld
te voorkomen.
het dak heeft een grijze dakbedekking, rood is niet toegestaan.
De kenmerkende kleurtoepassing van accenten (kozijnen, hekwerken en
dakrand) is wit.
Balustrades dienen te zijn opgebouwd uit baksteen (eventueel in
combinatie met beton) of ijzerwerk. Kunststof platen, glasplaten of
houttoepassingen zijn voor nieuw-, aan- of verbouw niet toegestaan
criteria centrum (blok A, B en C), ontwikkelingskader
algemeen Voor bouwaanvragen die van invloed zijn op de waterkering
(bijvoorbeeld ten aanzien van souterrains) geldt dat voldaan moet
worden aan het vigerende beleid van het Hoogheemraadschap van
Rijnland
Blok A (Wilhelminastraat- steeg voor het waaigat)
De lage bebouwing tussen de Koningin Wilhelminastraat en steeg voor
het Waaigat biedt ruimte voor uitbreiding, zowel in functioneel opzicht
(centrumgerelateerde bebouwing) als in volume. Voor ontwikkelingen
in blok A betreffende nieuwbouw, op- aan- of verbouw van een gehele
bouwlaag of meer dienen bouwplannen beoordeeld te worden door een

II centrum criteria
supervisor die toeziet op de uitstraling en (architectonische) samenhang in
het deelgebied.
Indien sprake is van een verhoging van de bouwmassa van tenminste één
bouwlaag en/ of een ingrijpende gevelwijziging over meer dan één bouwlaag
en/ of meer dan één oorspronkelijke beukmaat kan de supervisor bovendien
bepalen dat een samenhangende, ruimtelijk onderbouwde visie voor de
gewenste ontwikkeling in relatie tot het aanpalende gebied moet worden
opgesteld. Hierin dient ook een ruimtelijke oplossing aangedragen te worden
voor een eventuele toename van de parkeerbehoefte. Afhankelijk van de
aard en grootte van de gewenste ingreep wordt de plangrens van het gebied
bepaald dat in de ruimtelijke visie moet worden meegenomen.
De visie dient goedgekeurd te worden door de supervisor van het centrum en
de welstandscommissie.
Voor kleinere ingrepen die niet onder de hierboven genoemde ontwikkelingen
vallen gelden de criteria zoals weergegeven in het basiskader voor blok A.
Blok B (Steeg voor het waaigat - waaigat)
Om de eenheid in dit deelgebied (blok B) te behouden dienen ontwikkelingen
betreffende nieuwbouw, op- aan- of verbouw van een gehele bouwlaag of
meer beoordeeld te worden door een supervisor die toeziet op de uitstraling
en (architectonische) samenhang in het deelgebied.
Indien pandsgewijze verschillen ontstaan van meer dan 1 bouwlaag of
indien aanbouwen worden voorgesteld buiten de huidige rooilijn kan door de
supervisor worden besloten dat een samenhangende visie over dit bouwblok
en aanpalende panden noodzakelijk is. Afhankelijk van de aard en grootte
van de gewenste ingreep wordt de plangrens van het gebied bepaald dat in
de ruimtelijke visie moet worden meegenomen. De visie dient goedgekeurd
te worden door de supervisor van het centrum en de welstandscommissie.
85

Blok C (Waaigat - Voorstraat)
Om de eenheid in dit deelgebied (blok C) te behouden dienen
ontwikkelingen betreffende nieuwbouw, op- aan- of verbouw van een gehele
bouwlaag of meer beoordeeld te worden door een supervisor die toeziet op
de uitstraling en (architectonische) samenhang in het deelgebied. Tevens
dient bij herontwikkeling een ruimtelijke oplossing aangedragen te worden
voor een eventuele toename van de parkeerbehoefte.
De gevel van het hoofdgebouw van hotel Noordzee moet als kenmerkend
element in de Boulevard aanwezig blijven. Het perceel van het voormalige
hotel Riche biedt ruimte voor vernieuwing van het horeca-aanbod in het
centrumgebied. De begane grond dient een horecafunctie te houden.
Uitbreiding van deze functie naar de overige bouwlagen is toegestaan.
Uitbreidingsmogelijkheden zijn weergegeven in de tekeningen op p 70 en
88.
De nieuwe bebouwing aan de zuidzijde van de Voorstraat dient een
dialoog aan te gaan met hotel Noordzee, dat als beeldmerk van de
wederopbouwperiode geldt. De architectuur van het nieuwe pand moet hier
recht aan doen, maar mag zeker (deels) afwijkend en beeldbepalend zijn.
De uitstraling van dit pand heeft zowel een belangrijke functie aan de zijde
van de Boulevard alsook aan de zijde van de Voorstraat.
aanvulling hotel Noordzee (Boulevard 72, hoek Boulevard/Voorstraat)
Indien dit pand een monumentale status krijgt zal hier volgens de
monumentenverordening op getoetst worden.
Daarnaast gelden in aanvulling en/of afwijking hierop de volgende criteria en bouwmogelijkheden:
criteria centrum (blok A, B en C)
massa en vorm Voor de bebouwing tussen Koningin Wilhelminastraat en het Waaigat (blok
A en B) geldt een maximale bouwhoogte van vier lagen met eventueel een
fl auwe kap. Uitzondering hierop vormt het hoekpand aan het Waaigat (blok
B), hier geldt een maximum bouwhoogte van vijf lagen, waarvan de vijfde
laag is teruggelegen;
De bouwhoogte voor blok C is weergegeven op de illustratie op pagina 88.

II centrum criteria
Bij de bebouwing aan weerszijden van de Voorstraat vormt
poortwerking het uitgangspunt. De bebouwing direct naast het
hoofdgebouw van hotel Noordzee (aan de noordzijde) dient lager te
blijven (maximaal drie bouwlagen) teneinde de markante uitspringende
façade van het hoofdgebouw niet aan het zicht te onttrekken.
Het hoekpand ten zuiden van de Voorstraat dient te worden voorzien
van een transparante plint die qua vorm mag afwijken van het
hoofdgebouw. Het nieuwe hoekpand meet maximaal zes bouwlagen
en heeft een gevelbreedte die smaller is dan het hoekpand van
hotel Noordzee. De aansluiting op het zuidelijke bebouwingslint van
drie lagen met fl auwe kap wordt gerealiseerd middels een passend
intermediair tussen lint en hoekaccent.
Bij herontwikkeling in het centrumgebied (blok A, B, C) wordt de
oorspronkelijke pandsgewijze ritmiek tot uitdrukking gebracht in het
gevelbeeld. Tussen 2 panden onderling zijn sprongen in principe niet
groter dan 1 bouwlaag met uitzondering van de hoekaccenten. De
uiteindelijke mogelijkheden zijn sterk afhankelijk van het ontwerp van
de nieuwbouw en ter beoordeling door de supervisor;
aanvulling Waaigat - Voorstraat en ten zuiden van Voorstraat
Uitbreidingen aan de voorzijde van de bebouwing lopen in lijn met de
rooilijnen van de bestaande éénlaagse bebouwing.
ornamentiek Reclameuitingen worden terughoudend vormgegeven en passen in
het gevelbeeld. Vaste reclameuitingen zijn alleen toegestaan aan de
bovenzijde van de eerste bouwlaag en mogen geen fl uorescerende
kleurstelling hebben. De maximale hoogte van bebording is 80 cm.
Raamvlakken in de gevel zijn niet bedoeld om reclameuitingen op te
projecteren. Door middel van vlaggen en/of zonneschermen kunnen
extra reclameuitingen worden toegepast.
87

II centrum criteria
kleur- en materiaal
Nieuw/verbouw over meer dan één bouwlaag, bij verhoging van het pand en/of over
meer dan één beukmaat:
Voor herontwikkelingen in het gehele centrumgebied groter dan één
bouwlaag en/ of breder dan één beukmaat gelden geen specifi eke eisen
aan kleur- en materiaalgebruik. Uitzondering op deze regel vormt de
plint van het hoekpand ten zuiden van de Voorstraat, welke transparant
moet worden vormgegeven, en de uitbreidingen aan de voorzijde van
de bebouwing tussen Waaigat en Voorstraat, welke in stijl, kleur- en
materiaalgebruik dienen aan te sluiten bij de aanwezige uitbouwen.
Uitgangspunt voor overig kleur- en materiaalgebruik vormt de samenhang
van de Boulevard als geheel. Hierdoor kunnen de hieronder weergegeven
criteria voor kleine uitbreidingen als handreiking worden gezien voor
grootschaliger ingrepen.
Door de supervisor voor het centrumgebied wordt toegezien op samenhang
en uitstraling van eventuele nieuwe ontwikkelingen.
Nieuw/verbouw over maximaal 1 bouwlaag binnen de bestaande hoogte en/of
maximaal één beukmaat:
Binnen het centrumgebied is de overheersende gevelbekleding gele
baksteen. Overig kleur- en materiaalgebruik is in afstemming met het kleur-
en materiaalgebruik van de omliggende centrumbebouwing.
De gevel mag wit geschilderd worden, andere verfkleuren zijn niet
toegestaan.
Stucwerk is niet toegestaan.
Elk pand moet tenminste aan één zijde worden begrensd door een pand
dat niet wit geschilderd is om verlies van het samengestelde beeld te
voorkomen.
Het dak heeft een grijze dakbedekking, rood is niet toegestaan;
De kenmerkende kleurtoepassing van accenten (kozijnen, hekwerken en
89

dakrand) is wit.
Vaste raamdelen zijn wit, draaiende delen mogen anders gekleurd zijn.
Balustrades zijn opgebouwd uit baksteen (eventueel in combinatie met
beton) hout of ijzerwerk. Plaatmateriaal als balustrade is niet toegestaan.
Plaatmateriaal in de gevel wordt zoveel mogelijk voorkomen. Indien
plaatmateriaal wordt toegepast is dit wit of in de kleur van de gebruikte
baksteen.
Indien een hellend dak wordt toegepast dan heeft dit een maximale
hellingshoek van 20 graden en heeft de dakrand heeft een overstek dat
ongeveer even ver uitsteekt als het dakoverstek van de buurpanden.
De detaillering is eenvoudig, helder en licht vormgegeven. Overstekken
lopen recht en hebben geen taps toelopende delen.
De voorgevels kunnen wisselend voorzien zijn van erkers (over één of twee
lagen) en (inpandige) balkons.
uitbreidingen aan de voorzijde van de bebouwing tussen Waaigat en
Voorstraat dienen in stijl aan te sluiten bij de aanwezige uitbouwen.

achterkanten en bouwdiepte Boulevard - centrumgebied
(blok A, B en C)
algemeen Bij de bepaling van de maximale bouwdiepte van de
hoofdgebouwen wordt een differentiatie aangebracht, teneinde de
ruimtelijke effecten voor de aangrenzende percelen te beperken.
Waar dit geen belemmeringen oplevert geldt dat de de bebouwing
die zijn voorzijde heeft aan de Boulevard, vanaf de Boulevard
gemeten in principe max. 13 meter diep mag zijn als er hoger dan
één bouwlaag wordt gebouwd. Bebouwing van maximaal één
bouwlaag is als uitgangspunt op de gehele bouwkavel toegestaan..
Raamopeningen in deze bebouwing moeten ten minste 3 meter van
het buurpand verwijderd zijn
Indien ontwikkelingen plaatsvinden conform de hiervoor genoemde
criteria, zijn met instemming van de stedenbouwkundig supervisor
andere bouwmogelijkheden toegestaan, mits buurpanden geen
onevenredige schade wordt berokkend.
91

1. Andreashof, binnenterrein. 2. Sint Andreaskerk.

III Andreashof kenmerken
Het beeld van de bebouwing rond de St. Andreaskerk werd ten tijde van de wederopbouw
van Katwijk afgestemd op de kerk. Bewust werd gekozen voor witgeschilderde rijwoningen
in een meer traditionele bouwstijl met sterk hellende zadeldaken rond een open en groen
binnenterrein. Uitzondering vormen de woningen langs de boulevard. Deze zijn opgebouwd uit
een donkere baksteen.
Het Andreashof is het eerste bouwplan dat na de oorlog werd gerealiseerd. Omdat het hier om
een complex gaat is het gehele ensemble opgenomen in dit beeldkwaliteitplan.
algemeen Er is sprake van een duidelijke overgang tussen het bebouwingslint
en de bebouwing rond Andreaskerk (Andreashof) door de afwijkende
bouwhoogte, zadeldaken met pannen, de sterke dakhelling en het
kleurgebruik. De samenhang met de naastgelegen kerk is groot.
Verspringende nokhoogten zorgen voor een zekere individualiteit maar
collectief karakter overheerst door uniformiteit in kleur en herhaling van
identieke gevelonderdelen.
gebruik Woningen.
gevelopbouw Eén bouwlaag met pannen zadeldak aan de B.J. Blommersstraat
en de Koninginneweg. Aan de Boulevardzijde wordt aangesloten bij
de aangrenzende Boulevardbebouwing doordat is gebouwd in twee
bouwlagen met kap. De nokrichting is evenwijdig aan de straten. De
panden hebben opvallend hoge schoorstenen.
gevelcompositie Symmetrische gevelopbouw van de begane grond met driebeukige
indeling. Centraal in de gevel geplaatste Vlaamse gevel (doorlopend
geveldeel vanaf eerste bouwlaag in de kap) met entree, gefl ankeerd
door twee even grote vensters.
93

1 2 3
4 5
Andreasplein
B.J. Blommerstraat
boven: uitzicht vanaf de vuurtoren in 1915 en 1970 (foto’s collectie Katwijks Museum)
6
Illustraties:
1,2: Langs Boulevard:
rode baksteen.
3,4,5: Kenmerkende witte
gevels in en om het hof.
6: B.J. Blommerstraat:
Vlaamse gevel centraal in
tweede bouwlaag.

III Andreashof kenmerken
Aan de zijde van de hof dakkapellen in het dakvlak boven de eerste
woonlaag.
ornamentiek Het gevelbeeld is ingetogen en wordt gekenmerkt door een hoge mate
van soberheid. Gevelornamenten zijn niet aanwezig.
materiaal en kleur Witgeschilderde bakstenen rijwoningen met rood bakstenen trasramen
in één bouwlaag in de zijstraten en rond de kerk (B.J. Blommersstraat
en Koninginneweg). Aan de Boulevardzijde wordt aangesloten bij het
beeld van het bebouwingslint (onbeschilderde baksteen). De kozijnen
zijn witgeschilderd, de draaiende delen in donkere kleuren (blauw
bij wit geschilderde rijwoningen). De daken zijn gedekt met donkere
dakpannen.
openbaar-privé Voortuinen aan Boulevard worden afgescheiden door middel van
bakstenen muurtjes, aan de B.J. Blommersstraat en Koninginneweg
grenzen de gevels direct aan het trottoir.
Onderscheid tussen formele voorgevels aan de straatzijde en
achtergevels aan de openbare maar meer informele hofzijde.
95

III Andreashof waardering
waardering
Gevelmateriaal en -kleur, gevelcompositie en gevelopbouw van de laagbouwwoningen rond de
kerk zijn van groot belang voor het beeld van dit deelgebied.
Aan de Boulevard is de gevelopbouw bepalend.
Het complex is zeer gaaf bewaard gebleven, waardoor de Andreashof nog altijd een goed
herkenbaar ensemble vormt tussen het zuidelijke en middelste bebouwingslint aan de
Boulevard.
Het complex is aangewezen als gemeentelijk monument. De kerk werd in de oorlog deels
verwoest door de bezetter en direct na de oorlog weer hersteld. Kerk en toren zijn een
Rijksmonument.

III Andreashof criteria
Dit hofje is een gemeentelijk monument. Voor bebouwingsmogelijkheden is een
monumentenvergunning noodzakelijk. Huidige kenmerken vormen uitgangspunt bij aan- ver-
of nieuwbouw.
97

1 Vuurtoren. 2 Boulevardbebouwing vuurtorenplan.

IV vuurtorenplan kenmerken
De bebouwing in het zogenaamde vuurtorenplan wijkt sterk af van het beeld van de
bebouwingslinten. De bebouwing aan de Boulevard bestaat naast een vierkantige vuurtoren
uit een wit geschilderd appartementencomplex in drie bouwlagen met balkons aan de
voorzijde. Enkel in het laatste pand is de oorspronkelijke roodbruine baksteen nog zichtbaar.
Dit pand zal worden gesloopt en vervangen door een gebouw met een gelijk volume maar is
hieronder wel beschreven.
Binnen het vuurtorenplan komen geen panden met een horecafunctie voor.
algemeen Verspringende, in een hoek liggende rooilijnen aan de Boulevard.
De vuurtoren is ten opzichte van Boulevard naar achteren geplaatst en
vormt het hoogste punt in het zuidelijk deel van de Boulevardbebouwing.
gebruik Woningen (appartementen).
gevelopbouw Strak en modernistisch gevelbeeld. Geen doorgaande verticale
gevelopbouw. Drie bouwlagen met overwegend een terugliggende
eerste en verder terugliggende tweede verdieping. De ruimten die
hierdoor ontstaan zijn gebruikt als balkons.
Het zuidelijke hoekpand kent een vlakke gevelopbouw met kleine stalen
balkons.
Platte daken, in afwijking van de andere woonbebouwing langs de
Boulevard.
gevelcompositie De gevels kennen een regelmatige onderverdeling tussen raamvlakken
en stijlen.
De gevels springen per twee à drie woningen in. In tegenstelling tot de
bebouwing van de bebouwingslinten zijn bij de witgeschilderde blokken
in het vuurtorenplan individuele woningen niet uit het gevelbeeld af te
lezen.
99

4
1
Vuurbaakplein
Seinpoststraat
2
Illustraties:
1. Gevelbeeld hoekpand Boulevard -
Seinpoststraat met uitstekende balkons
voorzien van ijzeren hekwerken.
2,3 Hoekpand Boulevard - Seinpoststraat.
4. Schets nieuw hoekpand Boulevard/
Seinpoststraat
5. Vuurtoren.
Onder: situatie rond het vuurtorenplan
omstreeks 1970 5
3

IV vuurtorenplan kenmerken
ornamentiek Het gevelbeeld is ingetogen en wordt gekenmerkt door een hoge mate
van soberheid. Gevelornamenten zijn nauwelijks aanwezig.
materiaal en kleur De gevels zijn witgeschilderd, in aansluiting op de vuurtoren. De gevels
van het hoekpand op de zuidpunt bestaan deels ook uit onbeschilderde
rode baksteen. De bakstenen tuinmuren zijn eveneens witgeschilderd.
Accenten (balustrades, kozijnen) in wit. Draaiende delen zijn
overwegend witgeschilderd, de hier en daar voorkomende bruin
geschilderde draaiende delen zijn waarschijnlijk oorspronkelijk.
openbaar-privé De afscheiding van de terrassen voor de woningen geschiedt door
rechte bakstenen tuinmuren. De terrassen bevinden zich iets boven
maaiveld en zijn bereikbaar middels enkele treden. De overgang tussen
openbaar en privé wordt hierdoor benadrukt.
101

IV vuurtorenplan waardering
waardering
Gevelmateriaal en -kleur en gevelopbouw zijn sterk beeldbepalend.
De bebouwing in het vuurtorenplan verkeert aan de buitenzijde nog in een goede
originele toestand. De afwijkende vorm aan de Boulevardzijde maakt het tot een duidelijk
onderscheidbaar deelgebied. Aan de andere zijden van het blok is het beeld meer in
overeenstemming met de omliggende bebouwing.
Doordat het blok net als hotel Savoy aan het noordelijke uiteinde van de Boulevard is wit
geschilderd vormt niet de Waaier (zie Zeehospitium en zuidboulevard) maar dit blok een
markering van het uiteinde van het na de oorlog herbouwde deel van de Boulevard.

IV vuurtorenplan criteria
criteria bebouwing
Omdat de vuurtoren is aangemerkt als monument worden bouwplannen volgens de monumentenwet
getoetst. Huidige kenmerken vormen uitgangspunt bij aan-, ver- of nieuwbouw.
Voor het overige deel van het vuurtorenplan gelden de volgende criteria:
algemeen De bebouwing sluit zich aan bij de kenmerken zoals hiervoor benoemd.
Voor bouwaanvragen die van invloed zijn op de waterkering geldt dat voldaan
moet worden aan het vigerende beleid van het Hoogheemraadschap van
Rijnland.
Daarnaast gelden in aanvulling en/of afwijking hierop de volgende criteria en bouwmogelijkheden:
structuur De vuurtoren staat solitair in de ruimte.
De karakteristieke structuur van dit deel van de Boulevard moet behouden
blijven. De verspringende rooilijn moet in stand worden gehouden.
De bebouwingswand dient zoveel mogelijk gesloten te blijven.
massa en vorm hoogte
Woningen langs de Boulevard hebben geen doorgaande verticale
gevelopbouw. Bebouwing bestaat uit drie bouwlagen met overwegend een
terugliggende eerste en verder terugliggende tweede verdieping. Een vierde
bouwlaag is niet toegestaan.
Een bouwlaag op de begane grond meet maximaal 3,5 m, een hoger gelegen
bouwlaag meet maximaal 3 meter.
breedte
Indien meerdere kavels naast elkaar gelijktijdig (her)ontwikkeld worden en
het pand is groter dan twee oorspronkelijke kavelbreedtes, dan moet de
oorspronkelijke ritmiek in de rooilijn behouden blijven en tot uitdrukking worden
gebracht in het gevelbeeld.
dak
Het dak is plat.
103

Bebouwingsbeeld 3D vuurtorenplan bestaande situatie.
Hoekpand Boulevard / Seinpoststraat

IV vuurtorenplan criteria
Hoekpand
Het hoekpand mag een afwijkende vorm hebben ten opzichte van de
belendende panden. Hier mag de ligging van het pand als beëindiging en-of
begin van de Boulevard tot uitdrukking worden gebracht. De maximale hoogte
blijft drie bouwlagen.
ornamentiek Reclameuitingen zijn alleen toegestaan boven deurposten en worden
terughoudend vormgegeven.
kleur- en materiaal De bebouwing wordt wit geschilderd. Wit stucwerk is ook toegestaan.
Balustrades zijn opgebouwd uit ijzerwerk, eventueel in combinatie met glas.
Plaatmateriaal als balustrade is niet toegestaan.
Accenten (balustrades, kozijnen) in wit. Draaiende delen overwegend wit, soms
donker.
De dakrand heeft geen overstek groter dan 10 cm.
De detaillering is eenvoudig, helder en licht vormgegeven.
De gevelopbouw sluit aan bij het oorspronkelijke beeld.
Bij nieuw- of verbouw moet dezelfde detaillering worden toegepast als bij een
aangrenzend buurpand.
achterkanten
algemeen Bij de bepaling van de maximale bouwdiepte van de hoofdgebouwen wordt
een differentiatie aangebracht, teneinde de ruimtelijke effecten voor de
aangrenzende percelen te beperken. Waar dit geen belemmeringen oplevert
geldt dat de de bebouwing die zijn voorzijde heeft aan de Boulevard, vanaf de
Boulevard gemeten in principe max. 13 meter diep mag zijn als er hoger dan
één bouwlaag wordt gebouwd. Bebouwing van maximaal één bouwlaag is als
uitgangspunt op de gehele bouwkavel toegestaan. Raamopeningen in deze
bebouwing moeten ten minste 3 meter van het buurpand verwijderd zijn.
Tot maximaal 15 meter uit de voorgevelrooilijn zijn dakterrassen toegestaan.
105

Hotel Savoy.

V. hotel Savoy kenmerken
De Boulevard wordt aan beide uiteinden gemarkeerd of beëindigd door solitaire gebouwen.
aan de noordzijde is dat hotel Savoy; aan de zuidzijde het gebouw de Waaier.
algemeen Solitair wit gepleisterd blok van drie bouwlagen. Het gebouw vormt een
dominant aanwezige markering van de Boulevard en is ondanks de
geringe hoogte ook vanaf Rijnmond goed zichtbaar. Het pand is één van
de weinige aan de Boulevard overgebleven vooroorlogse gebouwen
(1901). In 1916 is het ingrijpend verbouwd door J.J.P. Oud, daarna nog
enkele malen gewijzigd. Desondanks is veel van het ontwerp van Oud
nog aanwezig: plattegrond, de architectonisch en ruimtelijk interessante
noord- en oostgevels en de in maat variërende bouwmassa’s. Het
gebouw is een gemeentelijk monument.
gebruik Hotel/restaurant/partycentrum.
gevelopbouw Duidelijke horizontale geleding door verschillende karakters van de
openingen op elke bouwlaag en de uitgesproken horecafunctie op de
begane grond. Plat dak.
gevelcompositie Blokvormig gebouw met uitspringende volumes op de begane grond.
Sterke nadruk op horizontale gelaagdheid, geen verticale accenten.
ornamentiek Sober gevelbeeld zonder ornamentiek, uitgezonderd de gebogen
vormen in de betonnen balustrade aan de zuidgevel.
materiaal en kleur De gevels zijn witgepleisterd. De balustrade aan de tweede bouwlaag is
107

3
1
Rijnmond
Het noordelijke uiteinde van de
Boulevard in 1905 en 1950 (bron:
Katwijks Museum 2005).

Hotel Savoy kenmerken
van onbeschilderd beton.
Accenten (kozijnen en draaiende delen) zijn wit geschilderd met
uitzondering van de bovenste verdieping, hier zijn de kozijnen
donkerblauw en de draaiende delen wit.
openbaar-privé Het gebouw grenst direct aan de openbare ruimte. In het seizoen
vormen de terrassen een overgang tussen openbaar en privé.
109

hotel Savoy waardering
waardering
Gevelmateriaal en -kleur en gevelopbouw zijn van essentieel belang voor het beeld van dit
gebouw.
Vanwege de status van gemeentelijk monument, de importantie van het werk van Oud en
omdat het een van de weinige aan de Boulevard resterende vooroorlogse gebouwen is, dient
op deze locatie zeer terughoudend te worden omgegaan met ontwikkelingsvragen. Voor het
functioneren als eindemarkering is een grotere hoogte niet nodig, de afwijkende vorm en kleur,
de solitaire ligging en de uitgesproken horecafunctie verlenen het gebouw voldoende status.

hotel Savoy criteria
criteria
Hotel Savoy is een gemeentelijk monument. Voor bebouwingsmogelijkheden is een
monumentenvergunning noodzakelijk. Bebouwingsmogelijkheden sluiten in principe aan bij de
kenmerken zoals beschreven in dit hoofdstuk.
111

Deelgebied VI. Zeehospitium en Zuidboulevard.

Zeehospitium en Zuidboulevard inleiding
In tegenstelling tot het bebouwde deel van de Boulevard, waar het grotendeels
aaneengesloten bebouwingslint het beeld bepaalt, wordt de Boulevard ten zuiden van
de Seinpoststraat in feite ingeklemd tussen twee duinenrijen. Deze dubbele duinenrij is
kenmerkend voor dit deel van de Boulevard.
Voor wat betreft de kenmerken en de criteria is het gebied op te splitsen in vier kleinere
deelgebieden; te weten het gebouw de Waaier, het gebied van het Zeehospitium, de
vrijstaande woningen aan de zuidkant van de duinen en het appartementengebouw op de
hoek van de Boulevard met de Sportlaan.
In dit hoofdstuk wordt eerst een ontwikkelingskader geschetst voor het gebied van het
Zeehospitium, waarna voor de reeds bebouwde delen de kenmerken en criteria volgen.
113

Voorlopige stedenbouwkundige opzet
Zeehosterrein (bron: stedenbouwkundig
plan / beeldkwaliteitplan voor het Rijnlands
Zeehospitiumterrein te Katwijk, 2004).

Zeehospitium en Zuidboulevard ontwikkelingskader
ontwikkelingskader Zeehospitium
Het gebied ten zuiden van de Boulevard staat bekend als het Zeehospitium.
Het terrein vormt de overgang van bebouwd Katwijk aan Zee naar de zuidduinen.
De eerste bebouwing van het RVC-terrein dateert van 1908 en is sindsdien als
zorgcentrum in gebruik.
Voor verdere achtergronden wordt verwezen naar het hoofdstuk ‘cultuurhistorische
achtergronden’.
Het bebouwingslint van de Boulevard bepaalt het karakter van de badplaats
Katwijk aan Zee; een kleinschalige badplaats met eenvoudige hotelletjes en
pensions direct gericht op zee.
De Boulevard kent aan beide uiteinden een duidelijke beëindiging door middel
van wit geschilderde of gepleisterde, duidelijk afwijkende bebouwing (Hotel Savoy
aan de noordzijde en de panden van het vuurtorenplan aan de zuidzijde), welke
desalniettemin duidelijk deel uit maken van de specifi eke kleinschalige jaren ’50
bebouwing.
Het karakter, de vormentaal en het kleurgebruik van de bestaande bebouwing op
het terrein van het Zeehospitium zijn wezenlijk anders dan dat van de Boulevard.
Bebouwing ten zuiden van het bebouwingslint aan de Boulevard is schaars en is
vrijstaand, zodat duidelijke doorzichten naar het achterliggende landschap bestaan.
De bebouwing van het Zeehospitium ligt grotendeels verscholen achter het duin
en is vanaf de weg niet zichtbaar. Het duinlandschap is bepalend, zowel voor het
karakter van het Zeehospitium als voor de inkadering van de Boulevard.
Deze afwisseling tussen de Boulevard in het noorden en het duin met kleinschalige
115

Zeehospitium en Zuidboulevard ontwikkelingskader
bebouwing aan de zuidzijde is wat Katwijk aan Zee haar specifi eke karakter geeft
en waarvoor mensen naar Katwijk afreizen om vakantie te vieren.
Deze zaken pleiten ervoor om niet te streven naar het ‘doortrekken’ van het
bebouwingslint van de Boulevard maar aan te sluiten bij het beeld en de
functie van het nieuwe Zeehosterrein, waarvoor door Kuiper Compagnons een
stedenbouwkundig- en beeldkwaliteitplan is opgesteld. ‘
Dit plan betreft een ontwikkeling in fases waarbij met uitzondering van de zone
evenwijdig aan de Boulevard de bebouwing al haar defi nitieve positionering kent.
Boulevard en Zeehospitium blijven ruimtelijk en functioneel twee duidelijk
begrensde gebieden.
De bebouwing op het Zeehosterrein maakt een verbinding tussen zee en
landschap, strand en duinen. Zij is dan ook alzijdig georiënteerd en kent geen
duidelijke voor- en achterkanten.
Uitgangspunt bij de totstandkoming van het oude hoofdgebouw was dat het met
zijn positie op de hoogste duintop uit kon kijken over de zee. Het is gewenst
om bij verdere nieuwbouwontwikkelingen zoveel mogelijk het uitzicht vanuit dit
hoofdgebouw over zee te blijven bieden, ook vanaf de begane grond.
Tevens is het gewenst om nieuwbouw achter de duinen geen monumentale entree
vanaf de Boulevard te geven, zodat de duinenrij visueel doorgezet kan worden en
de huidige beleving gewaarborgd kan blijven.
Grootschalige hoogbouw is niet gewenst. Ook hiermee wordt de eigenheid van
Katwijk aan Zee geweld aan gedaan. Het aan de zuidpunt gelegen grootschalige
appartementenhotel doet reeds afbreuk aan de samenhang van bebouwing in
het gebied, mede door het feit dat het niet achter de duinenrij is neergezet. Voor
grootschalige hotels is ruimte in Zandvoort, Scheveningen en Noordwijk.

Zeehospitium en Zuidboulevard ontwikkelingskader
Naast deze ruimtelijke kaders is het ook vanuit functioneel oogpunt niet wenselijk
om aan deze zuidzijde grote hotels en/ of appartementengebouwen te situeren.
De huidige Boulevard heeft al een duidelijk centrumgebied met voorzieningen.
Grootschalige ontwikkeling in dit deel betekent concurrentie voor het centrum.
Toeristenhotels passen tevens niet bij de functie van het terrein. Zowel in
het verleden als in het heden worden er in dit gebied verschillende zorg- en
woonfuncties ondergebracht. Vroeger voor tuberculosepatientjes, tegenwoordig
wordt bredere zorg voor verschillende mensen met een functiebeperking
aangeboden in combinatie met wonen voor zowel deze groep als voor niet
beperkten.
Verdere bebouwing op het Zeehospitium terrein achter de duinrand is mogelijk,
maar dit dient terughoudend te zijn in schaal en vormgeving en zich in te passen
in het landschap. Hierbij past een ‘natuurlijk’ kleur- en materiaalgebruik.
Voor wat betreft de exacte situering, de hoogte en de grootte van de footprint van
nieuwe bebouwing zijn meerdere ontwikkelingsstrategieën denkbaar. Hiervoor
is nader onderzoek noodzakelijk, dat valt binnen het kader van het pro-ject
Zeehospitium.
117

Seinpoststraat

Zeehospitium en Zuidboulevard kenmerken
kenmerken overig gebied Zuidboulevard
Naast het nog te ontwikkelen gebied van het Zeehospitium terrein bevindt zich aan de
noordzijde nog het gebouw de Waaier (deel uitmakend van het Zeehosterrein) en aan de
zuidzijde een drietal woningen en een appartementengebouw.
de Waaier
algemeen Waaiervormig gebouw, met de punt naar de Boulevard, uitwaaierend
richting Zeehospitium. Solitair, als zodanig markering van het
uiteinde van de verder vooral uit collectieve/samengestelde wanden
opgebouwde Boulevard.
gebruik Niet bekend.
gevelopbouw Eén bouwlaag met plat dak.
gevelcompositie Duidelijk onderscheid tussen een benedendeel (met grote vensters)
en een bovendeel met kleine vensters, hetgeen wordt benadrukt door
de goed zichtbare horizontale betonnen constructie. De regelmatig
uitspringende accenten op het benedendeel zorgen hier tevens voor
een verticale geleding.
ornamentiek Ontbreekt.
materiaal en kleur Onbeschilderde baksteen. De betonnen constructiedelen van
vloer en dak zijn zichtbaar gelaten en witgeschilderd. Tuinmuren in
onbeschilderde baksteen. Kozijnen in afwijking van vrijwel alle overige
bebouwing aan de Boulevard in blauw en groen.
119

Zeehospitium en Zuidboulevard kenmerken
openbaar-privé Scheiding tussen openbaar en privé middels platte bakstenen
tuinmuren
woningen in de duinrand
algemeen Vrijstaande woningen gericht op zee
gebruik Woningen
gevelopbouw Twee bouwlagen met platte of licht hellende kap.
gevelcompositie Aymmetrische indeling in twee of drie ongeveer even brede beuken.
Grote vensters in de woonvertrekken, kleinere in de slaapvertrekken.
Voordeuren zijn in het gevelvlak geplaatst en springen niet in of uit.
Balkons zijn inpandig en gericht op zee.
ornamentiek Ingetogen gevelbeeld waarin ornamentiek ontbreekt.
materiaal en kleur Lichte bakstenen gevels (mogelijk witgeschilderd).
Geen eenduidige kleurstelling van de accenten.
openbaar-privé De bebouwing licht half in het duin. De duinen vormen zo een
natuurlijke scheiding tussen openbare en private ruimte. Deze is
bereikbaar via de inritten naar de entrees en garages.
appartementengebouw
algemeen Samengesteld volume parallel aan de Boulevard.
gebruik Appartementen
121

Zeehospitium en Zuidboulevard kenmerken
gevelopbouw Het noordelijke deel van het gebouw is uitgevoerd in drie bouwlagen
met platte kap. De onderste bouwlaag springt enkele meters naar
voren, het dak van deze bouwlaag vormt het balkon voor de tweede
bouwlaag. Het zuidelijke deel bestaat uit vijf bouwlagen met parallel aan
de straat gebogen kap. Elke bouwlaag springt terug ten opzichte van de
ondergelegen laag waardoor ruimte is gecreëerd voor balkons.
gevelcompositie Asymmetrische indeling in een laag en een hoog deel. De verdiepingen
van het lage bouwdeel liggen naar achteren en wijken hierdoor af van
de onderste bouwlaag.
Duidelijke verticale geleding door de herhaling van identieke
appartementen met een inpandig balkon in de linker beuk. Het hoge
bouwdeel bestaat uit een aantal verspringende blokken waaraan en
waarop balkons zijn gerealiseerd.
ornamentiek Sober gevelbeeld zonder ornamentiek.
materiaal en kleur Witte bakstenen gevels.
Dak met grijze bitumeuze dakbedekking en geel geschilderde daklijsten.
Hekwerk van de balustrades zijn voorzien van een blauwe coating en
blauw getinte glazen panelen. Kozijnen en deuren zijn witgeschilderd.
De bovenste verdieping van de gevel van het hoge bouwdeel is voorzien
van wit plaatmateriaal.
openbaar-privé Het gebouw ligt bovenop het duin, die een natuurlijke scheiding vormt
tussen openbaar en privé. De entree, op de uiterste zuidwestpunt van
het gebouw grenst direct aan de straat.
123

Zeehospitium en Zuidboulevard waardering
waardering
Zeehosterrein
De inpassing in de natuurlijke omgeving van het duinlandschap is de belangrijkste kwaliteit
van de bebouwing van het Zeehospitium van Katwijk aan Zee. Het duinlandschap, de (zicht)
relatie met de zee en de onaangetaste bovenste duinenrij zijn bepalend voor het karakter van
dit gebied.
de Waaier
Gevelmateriaal en gevelopbouw zijn kenmerkend voor dit gebouw.
De Waaier vormt in principe de markering van het zuidelijke uiteinde van de Boulevard.
De veel verder zuidelijk gelegen bebouwing heeft geen relatie met de Boulevard. Doordat
de bebouwing van het naastgelegen vuurtorenplan aan de zijde van de Boulevard is wit
geschilderd, hebben aan de zuidzijde niet het lage en van grotere afstand slecht zichtbare
gebouw ‘de Waaier’ de markering, maar de appartementen in het vuurtorenplan. De Waaier
vormt niet de expliciete markering van het uiteinde zoals hotel Savoy dat doet. De Waaier is
daardoor voor de inkadering van de Boulevard van minder belang.
woningen en appartementengebouw
De modernistische vormgeving en platte kappen zijn kenmerkend voor de bebouwing in
dit gebied. Kenmerkend voor de lagere woonbebouwing is verder de vrijstaande ligging,
halfverdiept in het duin.
Een relatie met de aaneengesloten bebouwing langs de Boulevard ontbreekt door de grote
afstand.
Door de grote afwijkingen in vorm, hoogte en materiaalgebruik ten opzichte van de overige
bebouwing langs de kuststrook is het appartementengebouw van ondergeschikt belang voor
de bebouwingsstructuur. Het gebouw valt eigenlijk uit de toon.

Zeehospitium en Zuidboulevard criteria
criteria
de Waaier
De Waaier is een gemeentelijk monument. Nieuwbouw, maar ook aan-, uit- of verbouw
wordt getoetst volgens regels van de monumentenwet en sluit in principe aan bij de
kenmerken zoals beschreven in dit hoofdstuk.
Zeehospitium
algemeen De bebouwing voldoet aan de beeldkwaliteiteisen zoals
gesteld in het stedenbouwkundig plan voor het Rijnlands
Zeehospitium te Katwijk van Kuiper Compagnons. Daarnaast
dienen nieuwe ontwikkelingen binnen een nog nader te bepalen
ontwikkelingsstrategie te passen in het kader van het project
zeehospitium.
structuur Bebouwing is meerzijdig georiënteerd.
Een doorzicht van het Hoofdgebouw uit 1908 naar zee dient
behouden te blijven. Een eventuele entree vanaf Boulevardzijde
wordt informeel vormgegeven. De duinenrij moet visueel doorgezet
worden zonder grote onderbrekingen.
massa en vorm Zowel wat betreft bouwhoogte als footprint zijn meerdere
ontwikkelingsstrategieën denkbaar. Deze dienen in het kader van
het project zeehospitium nader onderzocht te worden.
kleur en materiaal In architectuur en materiaalkeuze dient aangesloten te worden bij
de rest van de bebouwing op het Zeehosterrein.
125

Zeehospitium en Zuidboulevard criteria
woningen / appartementencomplex
algemeen De bebouwing sluit zich aan bij de kenmerken zoals hiervoor
genoemd.
Voor bouwaanvragen die van invloed zijn op de waterkering
geldt dat voldaan moet worden aan het vigerende beleid van het
Hoogheemraadschap van Rijnland.
Daarnaast gelden in aanvulling en/of afwijking hierop de volgende criteria en
uitbreidingsmogelijkheden:
structuur De bebouwing mag niet aan elkaar groeien tot een bebouwingslint,
bebouwing is hier ‘te gast’ in het landschappelijk beeld en dient
vrijstaand te blijven.
massa en vorm Uitbreidingen in de hoogte zijn niet toegestaan.
kleur- en materiaal Kleur en materiaalkeuze sluiten aan bij de bestaande bebouwing.
Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van lichte kleuren. Uitbreidingen
kunnen ook hoofdzakelijk in glas worden gerealiseerd.
127

Huidig uitzicht op strand en zee vanaf Voorstraat / centrumgebied Boulevard, in de toekomst zal hier een pleinruimte ontstaan.

openbare ruimte kenmerken
algemeen Het openbaar gebied rond de Boulevard is recent heringericht.
Het beeld van de openbare ruimte is rustig en heeft een continu
karakter. De tijdloze uitstraling sluit goed aan bij de architectonische
karakteristiek van de bebouwing enerzijds en het beeld van duinen en
strand anderzijds. Op enkele plekken (met name het Zeeplein voor het
centrumgebied) is de herinrichting nog niet voltooid, hiervoor zijn al
defi nitieve plannen ontwikkeld door ontwerpbureau Marlies van Diest.
profi lering Het profi el van de Boulevard is opgebouwd uit een dubbele rijstrook,
aan de zijde van de Boulevard gefl ankeerd door een parkeerstrook
met trottoir en aan de zijde van de zee door een fi etspad en een brede
wandelpromenade. De weg is voorzien van een donkergrijze afdeklaag,
(voornamelijk asfalt, aan de zuidzijde van de Boulevard ook betonsteen).
Het fi etspad is zandkleurig. Zowel aan de strandzijde als aan de
bebouwingszijde zijn de voetpaden voorzien van een gemêleerd patroon
in lichte kleurstellingen.
pleinruimtes Langs de Boulevard komen verschillende pleinruimtes voor. Vanaf de
Rijnmond naar het zuiden betreft dat eerst een terrasruimte voor hotel
Savoy. De tweede pleinruimte is een verbreding van het trottoir bij
het centrumdeel van de Boulevardbebouwing. Hier staan ook enkele
terrassen. Aan de overzijde is een parkeerterrein gelegen, waardoor het
zicht op de zee en het strand wordt belemmerd.
In het op stapel staande ontwerp voor dit Zeeplein worden deze
parkeerplaatsen verwijderd en krijgt het plein een nieuwe inrichting.
Ook het Sint Andreasplein zal opnieuw worden ingericht en in stijl
aansluiten bij de rest van de openbare ruimte.
129

openbare ruimte kenmerken
Tegenover de B.J. Blommerstraat (in de buurt van de St. Andreaskerk)
is een ontworpen pleinruimte gesitueerd, met tegels in verschillende
mozaiekpatronen. De kleurstellingen sluiten aan bij de inrichting van de
openbare ruimte.
Bij de vuurtoren is het Vuurbaakplein gelegen. Dit plein heeft een sobere
inrichting en zorgt voor een onderbreking van het bebouwingsbeeld
waardoor de vuurtoren, die op een voetstuk is geplaatst, beter tot zijn
recht komt.
kiosken Op regelmatige afstand zijn langs de Boulevard plaatsen voor (tijdelijke)
kiosken gecreëerd. Met hun vlaggen en parasols dragen zij bij aan een
positieve toeristisch-recreatieve uitstraling van de Boulevard.
straatmeubilair Binnen de herinrichting van de openbare ruimte is langs de Boulevard
gekozen voor een vast palet van banken, fi etsenrekken, lantaarnpalen,
prullenbakken en andere ornamenten. Deze worden over de gehele
Boulevardzone toegepast. Af en toe is een accent geplaatst in de vorm
van bijvoorbeeld een afwijkende bank.
131

openbare ruimte waardering
waardering
De inrichting van de openbare ruimte langs de Boulevard is karakteristiek voor
Katwijk aan Zee. Met veel oog voor detail is gekeken naar profi lering en kleur- en
materiaalgebruik van zowel bestrating als ornamenten.
Vooral het trottoir naast de duinen en het strand is een aangename fl aneerstrook
met uitzicht op zee.
Ondanks deze goede kwaliteiten ontbreekt juist bij het centrumgedeelte (omgeving
Voorstraat) de directe relatie met de zee. Hoewel hier de Boulevard veel lager is
gelegen (bijna op zeeniveau) dan meer naar het noorden of het zuiden, is door de
aanwezigheid van veel auto’s het zicht op het strand en de duinen vrijwel nihil. Dit
geldt zowel langs de weg als op het aansluitende parkeerterrein.
In de nieuwe plannen voor de openbare ruimte van Marlies van Diest is dit probleem
al meegenomen en wordt dit gebied grotendeels autovrij nieuw ingericht.
kustversterking
De aanstaande kustversterking zal consequenties hebben voor de huidige en
toekomstige inrichting van de openbare ruimte. Bij herinrichting van (delen van) de
Boulevard zal in stijl en sfeer zoveel als mogelijk aansluiting worden gezocht bij de
uitstraling van de nieuw ingerichte delen van de openbare ruimte.

openbare ruimte criteria
criteria
algemeen De inrichting van de Boulevard moet als één samenhangend geheel
worden gezien.
Bij kustversterkingsmaatregelen is het van belang de (zicht)relatie
tussen Boulevard en zee zo veel mogelijk in stand te houden.
De Boulevard en het duinlandschap moet weer één samenhangend
geheel worden.
Voor bouwaanvragen die van invloed zijn op de waterkering
geldt dat voldaan moet worden aan het vigerende beleid van het
Hoogheemraadschap van Rijnland.
profi lering Het profi el langs de Boulevard moet helder en duidelijk worden
vormgegeven. Vooral de ruimte voor voetganger en fi etser moet
voldoende zijn en duidelijk worden vormgegeven.
In de openbare ruimte wordt gezocht naar verruimingsmogelijkheden
voor de voetganger en het verminderen van de dominantie van
(geparkeerde) auto’s in het straatbeeld, met name in het centrumgebied
van de Boulevard. Dit kan gerealiseerd worden door het gebied rond de
Voorstraat in te richten als verblijfsgebied, waar de auto ‘te gast’ is.
Voor de remming van het verkeer dienen er oversteekplaatsen in het
wegprofi el te komen.
pleinruimtes Pleinruimtes dienen voornamelijk voor rust en openheid in de hectiek
van het fl aneren langs de Boulevard.
Voor het centrumgebied is een open ruimte richting het strand
gewenst, om Katwijk hier direct bij de zee te betrekken en in de buurt
van het centrum een groter functioneel plein te hebben voor markten,
133

Open ruimtes Boulevard

openbare ruimte criteria
manifestaties en dergelijke.
Ook bij eventuele kustversterkingsmaatregelen zal in de ruimte voor
het centrumdeel van de Boulevard een zichtbare verbinding voor
voetgangers met het water moeten worden gerealiseerd.
Eventueel kan de pleinruimte in de buurt van de kerk worden ingericht
als parkeerterrein. Deze ruimte is te ver van het centrum gelegen om
optimaal te kunnen benutten.
Het Andreasplein wordt opnieuw ingericht en gaat in stijl aansluiten bij
de openbare ruimte van de Boulevard.
kiosken Verrijdbare kiosken/snackwagens staan op regelmatige afstand van
elkaar op daarvoor door de gemeente aangewezen plekken.
Een kiosk heeft inclusief reclamebord een maximale hoogte van 4 meter.
De hoofdkleur van de kiosk is wit. Vaste kiosken zijn wit of (indien
opgebouwd uit hout) houtkleurig danwel wit geschilderd.
Elke kiosk/snackwagen heeft maximaal één uitklapbord binnen een
straal van maximaal 10 meter van zijn verkooppunt;
In reclameuitingen en vlaggen worden geen fl uorescerende kleuren
toegepast.
straatmeubilair Straatmeubilair zoals fi etsenstallingen, prullenbakken, lantaarnpalen en
banken dienen voor de gehele Boulevard op elkaar afgestemd te zijn en
dienen een terughoudende vormgeving te hebben, zodat de eigenheid
van Katwijk aan Zee niet wordt overstemd.
Voor bijzondere plekken (langs pleinen en inhammen) kan af en
toe gebruik gemaakt worden van andere ornamenten dan voor de
begeleiding van de Boulevard.
135

Zicht over de Boulevard.

aanbevelingen
Om de beeldkwaliteitaspecten die in dit plan zijn
benoemd in de toekomst van de Boulevard(bebouwing)
in te bedden zijn de volgende zaken aan te bevelen.
• De ‘eenheid in verscheidenheid’ van de
bebouwingslinten van de Boulevard dient gekoesterd
te worden.
• Het duidelijke onderscheid in deelgebieden binnen
het geheel van de Boulevard tussen Rijnmond en
Seinpoststraat dient behouden te blijven.
• Binnen dit grotere geheel kan het hoofdgebouw
van hotel Noordzee (aan de Boulevard nr. 72)
worden aangewezen als gemeentelijk monument.
Dit pand op deze plek is van grote kenmerkende
waarde voor de wederopbouwarchitectuur langs de
Boulevard en stijgt individueel uit boven de overige
bebouwing. Vervangende nieuwbouw of grootschalige
aanpassingen zijn hier niet gewenst. Om deze reden
wordt toetsing op basis van de monumentenwet
voorgesteld.
• In de bestemmingsplannen die gelden voor dit gebied,
te weten Bestemmingsplan ‘Centrum’ uit 1999,
‘Centrum 1e herziening’ uit 2005, Bestemmingsplan
Katwijk aan Zee 2004, Bestemmingsplan ‘Katwijk
aan Zee 1982’ (gedeeltelijk) en het bestemmingsplan
‘Dakopbouwen’ uit 2001 zijn specifi eke maten
opgegeven voor bijvoorbeeld dakhoogtes,
panddieptes etc. Met name in het deelgebied II
Centrum uit dit beeldkwaliteitplan worden ruimere
bouwmogelijkheden gegeven, evenals voor
•
•
•
bebouwing op de achterterreinen van de kavels.
Voor het benutten van de mogelijkheden uit dit
beeldkwaliteitplan is (gedeeltelijke) herziening van
deze bestemmingsplannen noodzakelijk.
Bij aanpassing van de bestemmingsplannen
is voor het centrumgebied zoveel mogelijk een
hotel- of andere horecafunctie gewenst. Buiten het
centrumgebied geldt voornamelijk een woonfunctie,
waarbij pensions zijn toegestaan. In het gebied dat in
dit beeldkwaliteitplan is ondergebracht in deelgebied I,
Bebouwingslint heeft de bebouwing de uitstraling van
eengezinswoningen (appartementencomplexen zijn
niet gewenst).
Indien opnieuw gekeken wordt naar de inrichting
van de openbare ruimte langs de Boulevard is het
wenselijk de auto zoveel mogelijk uit het centrumdeel
te blijven weren en het gebied hiervoor als
verblijfsgebied in te richten, waar de auto ‘te gast’ is.
Ook bij eventuele kustversterkingsmaatregelen is het
belangrijk dat vanaf het centrumgebied een zo direct
mogelijke verbinding met de zee wordt gelegd voor
de voetganger. Bijvoorbeeld door de aanleg van een
panoramaterras.
137

ijlage: bronnen
archief gemeente Katwijk
Het archief van het gemeentebestuur van Katwijk, 1932-
1945, 1b Wederopbouw en herstellen van werken:
- Dossier inzake het voorbereiden van het
wederopbouwplan, dossiernr. 370
Het archief van het gemeentebestuur van Katwijk, 1946-
1959, I Openbare werken, 1a Bebouwing van gronden:
- Stukken betreffende het bouwrijp maken van gronden,
1945-1960, Terreinen langs de Boulevard, 1945-
1951, dossiernr. 534
Het archief van het gemeentebestuur van Katwijk, 1946-
1959, I Openbare werken, 1b Wederopbouw en herstel
van werken:
- Dossiers inzake de overneming van inschrijvingen in
het grootboek voor de wederopbouw en de
vaststelling van het kernplan voor de wederopbouw,
1948-1954, dossiernr. 545;
- Dossiers inzake het uitoefenen van de supervisie
door architecten over de wederopbouwwerken, 1944-
1955, dossiernr. 546
Het archief van het gemeentebestuur van Katwijk, 1946-
1959, 7 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, 7a
Uitbreidingsplannen:
- Raadsbesluit tot vaststelling van het uitbreidingsplan
1946, waarin opgenomen het wederopbouwplan en
de regeling van de bebouwde kom van de gemeente,
met bijlagen, 1944-1948, dossiernr. 674;
- Raadsbesluit tot partiële herziening van het
uitbreidings- en wederopbouwplan 1946 voor de
omgeving van de vuurtoren, met bijlagen, 1947-1950,
dossiernr. 675;
- Dossiers inzake het beëindigen van de
stedebouwkundige werkzaamheden van de heer H.
van der Kloot Meijburg alsmede de aanwijzing van de
heer ir. S.J. van Embden tot zijn opvolger, 1952-1959,
dossiernr. 678;
- Verslagen van besprekingen met het
architectenbureau S.J. van Embden te Delft inzake
verschillende stedebouwkundige aanlegenheden, met
bijlagen, 1953-1958, dossiernr. 679;
- Raadsbesluit tot intrekking van het uitbreidingsplan
1946 in hoofdzaken, met bijlagen, 1958-1959,
dossiernr. 681;
Het archief van het gemeentebestuur van Katwijk, 1946-
1959, 7 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, 7b
Volkshuisvesting; woningbouw:
- Stukken betreffende de bouw van woningen in het
oude dorp Katwijk aan Zee, 1946-1968, Andreashof
nabij de Oude Kerk, dossiernr. 696;
- Stukken betreffende de bouw van woningen in het
139

ijlage: bronnen
oude dorp Katwijk aan Zee, 1946-1968, 59 woningen
in het zgn. “Vuurtorenplan”, 1948-1955, dossiernr.
698
boeken
K. Bosma en C. Wagenaar (red.), Een geruisloze
doorbraak, de geschiedenis van architectuur en
stedebouw tijdens de bezetting en de wederopbouw
van Nederland, Rotterdam: NAi Uitgevers 1995. Hieruit:
hoofdstuk 9 De kuststrook - De verloren droom. De
wederopbouw van de kustplaatsen, pp. 462-468, 475-
477
E. van Es, De modernisering van Scheveningen-Bad.
Wederopbouwplannen voor de badplaats 1945-1971,
afstudeerscriptie Kunstgeschiedenis, Vrije Universiteit,
Amsterdam maart 2002
Rijksdienst voor het Nationale Plan (S.E. Kouwe,
G.H.L. Zeegers e.a.), Beschouwingen betreffende de
wederopbouw der Noordzeebadplaatsen, Den Haag:
Staatsdrukkerij 1947 (Rijksuniversiteit Nijmegen,
Universiteitsbibliotheek, Tz b 860)
K. Bosma, A. Mekking, K. Ottenheym en A. van
der Woud (red.), Bouwen in Nederland. 600-2000,
Waanders, Zwolle 2007
D. Broekhuizen, Openluchtscholen in Nederland.
Architectuur, onderwijs en gezondheidszorg 1905-2005,
Uitgeverij 010, Rotterdam 2005
artikelen
W.E. Boerman e.a., Badplaatsen, monografi e van de
Stichting Bouw, oktober 1946
S.J. van Embden, Woningbouw aan de Rijnmond te
Katwijk aan Zee, in: Bouwkundig Weekblad, orgaan
van de Koninklijke Maatschappij tot bevordering
der Bouwkunst, Bond van Nederlandse Architecten
B.N.A., 1963 pp. 173-175 (Rijksuniversiteit Nijmegen,
Univertsiteitsbibliotheek Tz b 4953)
Herstel- en uitbreidingsplan Katwijk, in: Bouw, centraal
weekblad voor het bouwwezen, 12 januari 1946, p. 54
H. van der Kloot Meijburg, Katwijk, herstel gecombineerd
met een uitbreidingsplan, in: Bouw, centraal weekblad
voor het bouwwezen, 6 april 1946, pp. 341-345
A.J. van der Steur, Samenwerking der architecten bij den
wederopbouw van Katwijk, in: Bouw, centraal weekblad
voor het bouwwezen, 6 april 1946, p. 346

ijlage: bronnen
V.O.F. Architectenbureau Piet Onderwater & partners,
gevelbeelden bestaande situatie.
Zeehos Getij, natuurlijk samen wonen. Nieuwsbrief over
de bouw op het Zeehosterrein, nr 1, mei 2006, nr.2,
november 2006
beleidsnota’s
BRO, Gemeente Katwijk, Bestemmingsplan ‘Centrum’, 4
maart 1999
Gemeente Katwijk, Bestemmingsplan ‘Centrum’,
september 2005
Gemeente Katwijk, Bestemmingsplan dakopbouwen, juli
2001
Gemeente Katwijk, bestemmingsplan Katwijk aan Zee,
augustus 1982
Gemeente Katwijk, bestemmingsplan Katwijk aan Zee
2004, december 2005
ArchitectenCie, Katwijk, een zee aan mogelijkheden.
Brede structuurvisie 2005-2020, mei 2007
Zandvoort Ordening en Advies, Beeldkwaliteitplan
Katwijk aan Zee, januari 1998
Marlies van Diest Tuin Stad Landschap, Boulevard
Katwijk aan Zee (inrichtingsplan), mei 2005
Gemeente Katwijk, Discussienota Beeldkwaliteit
Katwijkse Boulevardbebouwing, januari 2007
Projectgroep Zwakke Schakel Katwijk / gemeente
Katwijk, / Hoogheemraadschap van Rijnland / Provincie
Zuid Holland, Ruimtelijke verkenning kustveiligheid en
Ruimtelijke kwaliteit Katwijk aan Zee, januari 2007
Royal Haskoning Utrecht, Welstandsnota Katwijk, maart
2004
Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling,
Bestemmingsplan Strand (voorontwerp), maart 2006
Soeters Van Eldonk Ponec Architecten,
Beeldkwaliteitplan Noordwijk aan Zee, september 2005
KuiperCompagnons, stedenbouwkundig plan /
beeldkwaliteitplan voor het Rijnlands Zeehospitium
terrein te Katwijk, september 2004
141

ijlage: Amendement
Amendement bij Rraadsbesluit
Beeldkwaliteitplan Boulevard Katwijk,
met algemene stemmen aangenomen.
De raad van de gemeente Katwijk, bijeen op 2 juli 2009,
Constaterende dat:
a) het Beeldkwaliteitplan Boulevard Katwijk een afwijking
van het stedenbouwkundig plan voor het Zeehospitium
uit 2004 mogelijk maakt, namelijk door een solitair
gebouw met een voorgestelde hoogte van maximaal 30
meter + NAP en een maximale footprint van 1600 m2 toe
te staan (samenvatting, pagina 7);
b) het Beeldkwaliteitplan Boulevard Katwijk in het gebied
Zeehospitium en Zuidboulevard achter de duinen ruimte
laat voor één solitair gebouw met een alzijdige oriëntatie
naar de zee en de duinen;
c) Er in het betreffende gebied in de nabije toekomst 4
hogere gebouwen worden gerealiseerd met een alzijdige
oriëntatie naar de zee en de duinen.
Overwegende dat:
a) het college nader dient aan te tonen waarom het
een hoger en groter gebouw op het terrein van het
Zeehospitium voorstelt dan in 2004 is afgesproken;
b) het gebied van het zeehospitium in de duinen uniek
is, en bebouwing daarom beperkt dient te worden
gehouden;
c) de discussie in 2004 uitvoerig is geweest en niet al 5
jaar later dient te worden geopend.
Voegt aan het besluit toe:
“met dien verstande dat in het onderdeel Zeehospitium
en Zuidboulevard de passages en de illustraties over
het solitaire gebouw met de voorgestelde hoogte van
maximaal 30 meter + NAP en een maximale footprint
van 1600 m2, worden geschrapt en op dit onderdeel niet
wordt afgeweken van het stedenbouwkundig plan voor
het Zeehospitium uit 2004”.
C.E.L. Schoneberg,
Gemeentebelangen,
G.G. van Delft
SGP,
E.K.V. van Efferink
VVD
DOOR DE INDIENERS GEWIJZIGD
Geschrapt:
• Overweging c;
• Het tweede deel van de voorgestelde toevoeging:
“en op dit onderdeel niet wordt afgeweken van het
stedenbouwkundig plan voor het Zeehospitium uit
2004”

geschrapte passages Zeehospitium
en Zuidboulevard
Uit de samenvatting:
Achter de duinenrij is ruimte voor één solitair gebouw
met een alzijdige oriëntatie naar de zee en de duinen.
Dit gebouw dient in hoogte niet boven de hoogste
Boulevardbebouwing (de vuurtoren) uit te komen en
heeft derhalve een maximale hoogte van 30 meter
+NAP. Dit in afwijking van het stedenbouwkundig plan
voor het Zeehospitium uit 2004, waarin is uitgegaan
van 21 meter +NAP. Hierdoor is een gebouw van vijf
bouwlagen met een oplopende gevel mogelijk. Ten
opzichte van dit plan is tevens een wat groter grondvlak
van dit gebouw mogelijk. Hiervoor is in de illustratie
op een zoekgebied aangeduid. De footprint van de
bebouwing meet maximaal 1600 m2.
Uit het ontwikkelingskader Zeehospitium en
Zuidboulevard:
De hoogte van mogelijke bebouwing op het terrein van
het Zeehospitium wordt bepaald door de hoogte van de
bebouwing aan de Boulevard. Dichtbij het gebied
betreft de hoogste bebouwing de vuurtoren. Deze staat
als solitair element tussen de lintbebouwing uit de
wederopbouwperiode. De bebouwing achter de duinen
van het Zeehosterrein dient niet boven dit hoogste punt
van de Boulevard uit te komen.
Uit criteria Zeehospitium en Zuidboulevard:
massa en vorm
De bebouwing is lager dan de vuurtoren maar mag hoger
zijn dan in het stedenbouwkundig plan is aangegeven
(max. +30 m NAP i.p.v. +21 m. NAP). Hierdoor is
een gebouw van vijf lagen met een oplopende gevel
mogelijk.
Het gebouw is schuin oplopend of heeft een hoog en
laag deel.
Het grondvlak (de footprint) meet maximaal 1600m2 en
bevindt zich in het zoekgebied zoals aangegeven op de
kaart hieronder (gele vlek).
boven: randvoorwaarden bebouwing Zeehosterrein.
uiterst links: mogelijke bebouwing Zeehosterrein achter het
duin.
links: mogelijke schuin oplopende vorm bebouwingsmassa
143

Linksboven: Ooghoogte vanaf de Boulevard, met middenachter mogelijk oplopende bebouwingsmassa op het Zeehosterrein
Overig: 3D beelden mogelijke bebouwing Zeehosterrein: alzijdige oriëntatie.

Boulevard Katwijk
Beeldkwaliteitplan
47-004
december 2009
colofon
colofon
opdrachtgever
Gemeente Katwijk
Koningin Julianalaan 3
Postbus 589
2220 AN Katwijk
T: 071 - 4065000 F: 071 - 4065065
info@katwijk.nl
www.katwijk.nl
contactpersoon: S. van der Voort
opdrachtgever opdrachtnemer
Ontwikkelingsmaatschappij amer / ruimtelijke De ontwikkeling
Drieslag Ommen
Chevalleraustraat Zonnehof 2 43
7731 EE Ommen 3811 ND Amersfoort
Postbus 100T:
033 - 4 621 623 F: 033 - 4 651 811
7730 AC Ommen bureau@amer.nl
T: 0529 - 459290 www.amer.nl F: 0529 - 456595
h.hilberink@ommen.nl
contactpersoon: A.M. Schuurman
www.ommen.nl/de drieslag
i.s.m.
opdrachtnemer Van Meijel - adviseurs in cultuurhistorie
Amer Adviseurs Mr. Franckenstraat b.v. Ruimtelijke 70 ordening
Zonnehof 43 6522 AG Nijmegen
3811 ND Amersfoort T: 024 - 3243261
T: 033 - 4 621 vanmeijel@adviseursincultuurhistorie.nl
623 F: 033 - 4 651 811
bureau@amer.nl www.adviseursincultuurhistorie.nl
www.amer.nl contactpersonen: L. van Meijel en F. Mulder
Ommen bedrijvenpark De Rotbrink
Beeldkwaliteitplan
93-005
maart 2006