2008-13521 - Bestuur & Politiek Gemeente Katwijk

Voorstel ~atwijk
Aan
Status
Afdeling
Medewerk(sr)er
Telefoonnummer
Porrefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: Openbaar
: Veiligheid
: Roodveldt, H.
: 07' - 406 5811
: Wienen,J.
Bij/oge(n) : twee
Onderwerp:
Verkoop autoladder aan Regionale Brandweer Hollands-Midden
Zaoknummer : 2a;S -I~SLI
Datum : 20 mei 2008
Paraaf Raad: : Nee
r:OR: : Nee
Communicatie:
Samenvatting:
Het Algemeen Besluur van de Regionale Brandweer Hollands-Midden (RBHM) heeft besloten dat alle specialistische
voertuigen in eigendom van de RBHM worden genomen. Deze voertuigen worden vervolgens teruggeplaatst op hun
reguliere posten. De autoladder van Katwijk komt hiervoor ook in aanmerking. De autoladder wordt per 1juli 2008 tegen
boekwaarde verkocht aan de RBHM en, volgens het dekkingsplan, in bruikleen gegeven aan de gemeente Katwijk. Deze
ontvangt hiervoor een kostendekkende vergoeding.
Deze transactie verloopt voor Katwijk budgettair neutraal.
Gevraagde beslissing:
1. In te stemmen met de verkoop van de autoladder van brandweer Katwijk aan de Regionale Brandweer Hollands-
Midden.
2. In te stemmen met de Service Level Agreement Specialismen (versie december 2007) tussen de RBHM en de gemeente
Katwijk voor het beheer, gebruik en operationeel houden van de autoladder in en door brandweer Katwijk.
181 Intern advies financiën 181 Extern advies nee
Circuleren B&W Secr. Burg. Weth. I Weth.11 Weth.1II Weth. IV Datum besluit B&WfBurgemeester
Akkoord: 1-% VI 'rr Ir~
N.
XJ
02 JUN 10no
Nr. 3
Bespreken B&W-
veraaderina
Besluit:
20 mei 2008
/ i \
Overeenkomstig
het voorstel besloten
: Nee

Zaaknummer
Onderwerp
Inleiding
: ~oO 8 _ I3 2> 0 Z-
: Verkoop autoladder aan Regionale
Brandweer Hollands-Midden
De RBHM heeft besloten dat alle gemeentelijke voertuigen, die gebruikt worden voor de regionale
specialistische taken, in eigendom en exploitatie komen van de RBHM. Zij kopen daartoe deze voertuigen tegen
boekwaarde van de gemeenten. De voertuigen worden vervolgens in bruikleen gegeven aan de oorspronkelijke
gemeenten, die de specialistische taken als vanouds (blijven) uitvoeren.
De reguliere vergoeding, die de gemeenten voor deze taken momenteel ontvangen, blijft gehandhaafd. Wel
wordt de vergoeding van de kosten, die de gemeenten maakten voor o.a. onderhoud en verzekering van het
voertuig beëindigd, omdat de RBHM nu deze lasten rechtstreeks op zich neemt.
Per saldo is de overdracht kostenneutraal.
Beoogd resultaat
Het eigendom van de autoladder is overgedragen van de gemeente Katwijk aan de RBHM en de directe kosten
komen rechtstreeks ten laste van de RBHM. Het beheer en gebruik van de autoladder is geregeld in de Service
Level Agreement, die de gemeente en RBHM hebben afgesloten. De overdracht en het gebruik van het voertuig
zijn kostenneutraal uitgevoerd. Het voertuig blijft ongewijzigd in en voor Katwijk aanwezig en beschikbaar.
Argumenten
Al. Bes/uitAB RBHM
Het AB van de RBHM heeft in een eerder stadium besloten alle specialistische voertuigen in eigendom te
nemen. De gemeente Katwijk, als onderdeel van de RBHM, heeft hiermee ingestemd.
A2.. Beschikbaarheid auto/adder voor Katwijk
De plaatsing van de autoladder in de gemeente Katwijk is gebaseerd op het regionale dekkingsplan, dat als
bijlage is toegevoegd aan de koopovereenkomst. Hierin is opgenomen dat bij gelijkblijvend risico de autoladder
in Katwijk gestationeerd blijft. Daarmee blijft dit voertuig, ook na de eigendomsoverdracht, ongewijzigd
beschikbaar voor Katwijk en wordt het voertuig ingezet voor ondersteuning in de omliggende gemeenten.
Kanttekeningen
Er zijn geen kanttekeningen.
Middelen
De eigendomsoverdracht van het voertuig geschiedt kostenneutraal. De transactie is afgestemd met Financiën
van de gemeente Katwijk. De te ontvangen boekwaarde wordt geboekt op kredietnummer 1120029 (vervanging
autoladder) op kostensoort 8332100 (opbrengst verkoop roerende goederen).
De vervanging van het voertuig komt in de toekomst voor rekening van de RBHM en wordt dan via de
verdeelsleutel van de regionale brandweer omgeslagen over alle gemeenten.
Uitvoering
Na ondertekening van de overeenkomst zal het voertuig op 1juli 2008 in eigendom worden overgedragen.
Bijlage(n)
Als bijlage zijn de te ondertekenen koopovereenkomst, het Service Level Agreement, het project IRP, waarin de
te verlenen dienst in beschreven is en het Regionaal repressief dekkingsplan, gevoegd.
20 mei 2008

• KOOPOVEREENKOMST
De gemeente Katwijk, Koningin Julianalaan 3, 2224 '2N Katwijk, te dezen rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer drs. J. Wienen, hierna te noemen
"Verkoper"
en
De Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden,
Rooseveltstraat 4a, 2321 BM Leiden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de
regionaal commandant, de heer F. van Oosten, hierna te noemen "Koper"
Komen het volgende overeen:
Omvang
1. Verkoper verkoopt hierbij haar autoladder merk DAF met kenteken BJ-GX-70, hierna te
noemen "het Voertuig", aan Koper die hierbij de autoladder aanvaardt.
2. Het Voertuig wordt verkocht in de staat waarin het Voertuig verkeert ("as is, where is'')
3. Verkoper geeft geen enkele garantie op het Voertuig in welke vorm dan ook.
4. Koper heeft het Voertuig vooraf geïnspecteerd en is op hoogte van de staat waarin het
Voertuig verkeert en van de eventueel aanwezige gebreken, een en ander zoals
omschreven in bijgaand keuringsrapport.
5. Indien er sprake is van tegenstrijdige bepalingen in deze overeenkomst en de bijlage,
prevaleert deze overeenkomst.
Prijs en betaling
1. De prijs voor het Voertuig bedraagt €379.970,57 inclusief B1W.
2. Het bedrag genoemd in lid 1 van dit artikel dient op de dag van levering op de rekening
van Verkoper te staan, aan te tonen door Koper.
Levering, eigendomsoverdracht en risico
1. Het Voertuig wordt geleverd op te Katwijk.
2. De eigendom en het risico gaan over op het moment van ondertekening van deze
overeenkomst.
Aansprakelijkheid
1. Verkoper aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade voortvloeiend uit deze
overeenkomst.
2. Verkoper is niet verantwoordelijk voor de gevolgen of verwijdering van eventueel in het
voertuig aanwezige milieuvervuilde of giftige stoffen.
Toepasselijk recht en Geschillen
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing .
. 2. Alle geschillen in verband met deze overeenkomst worden beslecht door de bevoegde
rechter in Nederland.
3. Ud 1 laat onverlet:
a. De bevoegdheid van Verkoper om voor beslechting van een geschil te kiezen
voor de volgens de wet bevoegde rechter;
b. De bevoegdheid van partijen om bij overeenkomst een geschil aan arbitrage te
onderwerpen. .

• Algemeen
1. Met betrekking tot de onderwerpen waarin deze overeenkomst niet voorziet, gelden de
gewone rechtsregels.
2. Deze overeenkomst wordt van kracht op de datum dat de overeenkomst door beide
partijen is ondertekend.
• A:\
•
•
Ondertekend te d.d.
Gemeente Katwijk Regionale Brandweer en
GHOR Hollands Midden
drs. J. Wienen
(»' burgemeester
F. van Oosten
regionaal commandant

•
•
Service Level Agreement
Specialismen
tussen
Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden
en
Gemeente Katwijk

• Inhoudsopgave
• Versie
Service Level Agreement Specialismen
ALGEMEEN 3
II TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN 4
artikel 1 : taakomschrijving 4
artikel 2 : operationele inzetbaarheid 4
artikel 3 : personeel 4
artikel 4 : opleidingen 4
artikel 5 : oefenen 5
artikel 6 : materieel 5
artikel 7 : vergoedingen 5
artikel 8 : verzekeringen 5
III BEHEER MATERIEEL. 5
artikel 9 : algemeen 5
artikel 10 : stalling/opslag 6
artikel 11 : onderhoud 6
artikel 12 : herschikken materieel ; 6
artikel 13: gebruik door derden 6
IV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 7
artikel 14 : looptijd 7
artikel 15 : evaluatie 7
artikel 16 : slotbepaling 7
V BIJLAGEN 8
Defin~ies en afkortingen 8
Bijlage 1 document Integrale Repressieve Preparatie 8
Bijlage 2 zorgnorrnonderzoek SAVE 8
Bijlage 3 kopie kentekenbewijs en bepakkingslijst ........................................................•............................. 8
Bijlage 4 overzicht norrnvergoedingen specialismen 8
Bijlage 5 onderhoudsvoorschriften inclusief gebruikersonderhoud 8
december 2007 2 parafering(A

• Service Level Agreement speCialismen
i~
•
ALGEMEEN
De hierna te melden partijen:
Service Level Agreement Specialismen
A. De Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden, bij deze rechtsgeldig
vertegenwoordigd door de regionaal commandant, de heer F. van Oosten, hierna te noemen "de
Regionale Brandweer"
en
B. De gemeente Katwijk, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet bij deze vertegenwoordigd door
haar burgemeester de heer drs. J. Wienen, hiema te noemen "de Uitvoerder", handelend ter uitvoering
van het colleqebesluit d.d.
In overweging nemende dal:
De Regionale Brandweer op grond van artikel 5 lid 6 van de gemeenschappelijke regeling Regionale
Brandweer en GHOR Hollands Midden en bij bestuursbesluit(en) van 12 januari 2006 facilfferende en
coördinerende taken heeft opgedragen gekregen in relatie tot de uitvoering van specialistische taken in
de regio Hollands Midden welke zijn te kenmerken als aanvullende brandweerzorg conform PVB1;
De Regionale Brandweer het tevens tot haar taakopvatting rekent namens alle deelnemende gemeenten
toezicht te houden op de uitvoering van de specialismen;
Het materieel eigendom is van de Regionale Brandweer;
De Regionale Brandweer bereid is aan de Uitvoerder het benodigde materieel in bruikleen ter beschikking
te stellen aan de Uitvoerder teneinde de Uitvoerder in staat te stellen om in voorkomende gevallen
direct uitvoering te kunnen geven aan de taken zoals gesteld in de artikel 1, lid 6 van de Brandweerwet
1985;
De Uitvoerder vanuit het principe van goed huisvaderschap verantwoordelijk is voor het zorgvuldig
gebruik en dagelijks beheer van het door de Regionale Brandweer ter beschikking gestelde materieel;
De uitvoering van de taken worden ultqevoerd conform de uffgangspunten als gesteld in het vastgestelde
document Integrale Repressieve Preparatie;
De verdeling van de specialismen in de regio overeen komt met de uitkomsten van het zorg norm onderzoek
(SAVE) dat is vastgesteld door het bestuur op 24 maart 2005 .
Versie december 2007 3

• Komen
•
, )
• Versie
als volgt overeen:
11 TAKEN EN VERANTWOORDEUJKHEDEN
Service Level Agreement Specialismen
artikel 1 : taakomschrijving
1. De Uitvoerder voert ten behoeve van alle gemeenten in de regio Hollands Midden en butten de regio
daar waar afgesproken, de volgende specialisme(n) uit:
. • Autoladder
2. Deze taalk wordt u~gevoerd conform het kader en de u~gangspunten en procedures welke zijn vastgesteld
in document Integrale Repressieve Preparatie (zie bijlage 1). De Uitvoerder draagt op grond hiervan
onder andere zorg voor:
• voldoende opgeleid personeel voor de taalk;
• voldoende geoefendheid van het personeel;
• operationele inzet van het specialisme;
• stalling, transport en opslaq van het beschikbaar gestelde materieel;
• beheer van het materiaal conform het principe van goed huisvaderschap.
artikel 2 : operationele Inzetbaarheid
1. De Uitvoerder heeft een inspanningsverplichting om binnen de in het zorgnormonderzoek SAVE (zie
bijlage 2) gestelde tijd materieel en personeel op plaats incident te krijgen voor het uitvoeren van het
specialisme.
2. Indien de Uitvoerder niet in staat is het specialisme voor een periode van meer dan vier aaneengesloten
uren binnen de gestelde normtijd u~ te voeren, meldt de Uitvoerder het specialisme onmiddellijk als
"niet inzetbaar" bij de GMK Tevens wordt de aard van het probleem en de genomen acties gemeld bij
de Regionale Brandweer.
3. Indien een voertuig ten behoeve van preventief onderhoud buiten dienst gesteld moet worden zal de
Regionale Brandweer, in deze vertegenwoordigd door de afdeling LTD, minimaal tien dagen van te
voren dit melden bij de Uitvoerder en de GMK.
artikel 3 : personeel
1. De Uitvoerder wijst voor de uitvoering van het specialisme een voldoende aantal brandweermensen
aan, teneinde de operationele inzetbaarheid van het specialisme te waarborgen.
2. Het personeel voldoet aan de eisen gesteld in bijlage 1.
artikel 4 : opleidingen
1. De Uitvoerder is verantwoordelijk voor de opleiding van het in artikel 3 bedoelde personeel, ten
behoeve van het uitvoeren van het specialisme.
2. De Regionale Brandweer, vertegenwoordigd door de afdeling Opleiden en Oefenen, facillteert de
organisatie van deze opleidingen voor zover het functies betreft tot en met het niveau van onderofficier
en specirleke opleidingen die benodigd zijn voor het uitoefenen van het specialisme.
3. De minimale specifieke opleidingseisen per taalk zijn vastgesteld in het document Integrale Repressieve
Preparatie (zie bijlage 1).
4. De Uitvoerder verstrekt jaarlijks aan het einde van het jaar een overzicht van het aantal opgeleide
personen en de noodzalkelijke opleidingsbehoefte voor het komende kalenderjaar aan de Regionale
Brandweer om de operationele gereedheid te waarborgen.
december 2007 4 paraferinLP

• artikel
•
Service Level Agreement Specialismen
5 : oefenen
1. De Uitvoerder is verantwobrdelijk voor oefeningen, Waarbij de Leidraad Oefenen van het NIFV wordt
gevolgd.
2. De Uitvoerder registreert de door haar personeel gehouden oefeningen ten behoeve van het specialisme.
Op verzoek wordt deze registratie aan de Regionale Brandweer ter beschikking gesteld.
artikel 6 : materieel
1. De Regionale Brandweer stelt voor de uitvoering van het specialisme aan de Uitvoerder in bruikleen
materieel ter beschikking als gespecificeerd in bijlage 3 (kopie kenteken bewijs en bepakkinglijst).
artikel 7 : vergoedingen
1. De Regionale Brandweer betaalt jaarlijks aan de Uitvoerder een vaste vergoeding per specialisme. In
bijlage 4 zijn de vergoedingen per specialisme weergegeven.
2. In de in lid 1 bedoelde vergoeding bestaat uit de volgende componenten:
• Opleiding- en keuringskosten
• Oelenkosten
• Stallingvergoeding
• Vergoeding voor gebruikersonderhoud
• Gebruiksvergoeding
3. De in lid 1 bedoelde vergoeding wordt jaarlijks aangepast met de gehanteerde prijscompensatie (index
materiële kosten) in de begroting van de Regionale Brandweer.
4. Voor de repressieve inzet wordt geen vergoeding verstrekt.
5. De wijze van betalen geschiedt per kalenderjaar in één termijn beginnende per 2008. U~betaling
geschiedt in de maand juni.
artikel 8 : verzekeringen
1. De Regionale Brandweer draagt zorg voor een motorrijtuigenverzekering inclusief brandverzekering
ten behoeve van het materieel en een inzittendenverzekering.
2. De Uitvoerder draagt zorg voor een aansprakelijkheids- en eventueel een ongevallenverzekering voor
het personeel dat wordt ingezet bij de uitvoering van het specialisme.
111 BEHEER MATERIEEL
artikel 9 : algemeen
1. De Uitvoerder beheert het materieel op basis van het principe van goed huisvaderschap. Uitvoerder ziet
erop toe dat het materiaal wordt gebruikt door bevoegd en bekwaam personeel.
2. Defecten en storingen dienen, indien deze niet door de Uitvoerder kunnen worden opgelost, binnen
twee werkdagen gemeld te worden bij de aldeling LTD van de Regionale Brandweer. Schade, verlies,
vermissing of diefstal dient binnen 24 uur na ontdekking, of op de eerstvolgende werkdag gemeld te
worden aan de afdeling LTD door middel van een door de commandant ondertekend rapport, waarin
onder meer de toedracht wordt omschreven. In geval van vermissing en diefstal dient aangifte te worden
gedaan bij de politie, waarbij een kopie van het politierapport ter beschikking wordt gesteld aan de
afdeling LTD. Bij schade aan voertuigen dient een schadeformulier te worden ingevuld conform het
gangbare Europees model.
3. Conform artikel 7 lid 2 ontvangt de Uitvoerder een vergoeding voor het uitvoeren van gebruikersonderhoud
en vervanging van gebruiksgoederen. De vergoeding is een normvergoeding en behelst onder
andere doch niet uitsluitend kleine zaken als smeermiddelen, vervanging jodium, kleine reparaties etc.
4. Schade en of verlies als gevolg van opzet en lof nalatigheid is voor rekening van de Uitvoerder.
5. De Uitvoerder stelt een contactpersoon aan ten behoeve van vragen omtrent het beheer en de uitvoering
van het specialisme.
6. Minimaal twee keer per jaar of zo vaak als noodzakelijk wordt geacht vindt overleg plaatst tussen de
contactpersoon en de Regionale Brandweer.
Versie december 2007 5
paraleri
cr
1

• artikel
Service Level Agreement Specialismen
10 : stalling/opslag
1. Stalling en opslag dient dusdanig ingericht te"zijn dat liet materieel te allen tijde bereikbaar en inzetbaar
is.
2. De volgende eisen worden gesteld aan de stalling:
• De ruimte is goed beveiligd en voldoet aan de eisen welke gesteld zijn in het beveiligingsprotocol
C2000.
• De stallingruimte is overdekt, vorstvrij, voorzien van walaansluiting 230V en indien noodzakelijk
voorzien van werklucht 8 bar.
• Aantal m 2 confonn de uitgangspunten in de vergoeding is minimaal beschikbaar.
artikel 11 : onderhoud
1. Onderhoud dient dusdanig ingericht te zijn dat het materieel te alle tijde betrouwbaar en inzetbaar is.
Daarvoor zijn door de afdeling LTD van de Regionale Brandweer onderhoudsconcepten opgezet. Deze
zijn ontleend aan de op het betreffende materieel van toepassing zijnde en de door de leverancier of
van rijkswege geleverde onderhoudsvoorschrfften,
2. De Uitvoerder voert het gebruikersonderhoud confonn bijlage 5 uit.
3. De Uitvoerder verstuurt elke drie maanden de checklist aan de afdeling LTD van de Regionale Brandweer.
4. De Regionale Brandweer is verantwoordelijk voor de uitvoering van het resterende preventieve onderhoud.
5. Correctief onderhoud welke niet valt onder artikel 9 lid 3 wordt in overleg tussen de Uitvoerder en
Regionale Brandweer voor rekening van de Regionale Brandweer uitgevoerd.
artikel 12 : herschikken materieel
1. Indien materieel langer dan drie dagen niet inzetbaar is zal in overleg met de Regionale Brandweer
worden bepaald of materieel vanuit operationeel oogpunt verplaatst dient te worden.
2. De commandant van het brandweerkorps waar het materieel staat gestald zal zo snel mogelijk worden
geinfonneerd omtrent de herschikking en de duur van de verplaatsing van het materieel.
3. De Regionale Brandweer spant zich maximaal in om het materieel weer op de originele standplaats te
krijgen.
4. De Regionale Brandweer behoudt zich het recht voor om materieel te herschikken vanuit oogpunt van
evenredige verdeling van de bedrijfsuren van het materieel.
5. Bij verplaatsing van materiaal naar een andere locatie dient een overdrachtsprotocol te worden ondertekend.
artikel 13: gebruik door derden
1. De Uitvoerder stelt alleen materieel ter beschikking aan Derden als wordt voldaan aan artikel 12 lid 1 of
indien het materieel noodzakelijk is voor het geven van een opleiding van de Regionale Brandweer.
2. In het geval van gebruik door Derden of de afdeling Opleiden en Oefenen wordt vooraf en achteraf door
partijen gezamenlijk een controle gedaan van het materieel. Beide partijen tekenen een overdrachtsprotocol
waarin zij verklaren het materieel in goede staat te hebben overgedragen c.q. te hebben ontvangen.
3. Gebreken worden op kosten van de veroorzaker hersteld .
• Versie december 2007
6
paraferin~

•
•
;)
artikel
IV OVERGANG5- EN SLOTBEPAUNGEN
Service Level Agreement Specialismen
artikel 14 : looptijd
1. Deze SLA wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Deze SLA kan zowel door de Uitvoerder als door de Regionale Brandweer schriftelijk worden beëindigd,
waarbij een opzegtermijn van één jaar in acht wordt genomen tenzij sprake is van grove nalatigheid.
3. Met wederzijds goedvinden kan de SLA tegen een kortere termijn dan bedoeld in het tweede lid
worden beëindigd.
4. Met het ondertekenen van deze SLA vervallen eventuele bestaande regelingen, overeenkomsten of
contracten aangaande specialismen.
artikel 15 : evaluatie
1. De Regionale Brandweer initieert elk jaar na afloop van een periode van 1 jaar na de datum van
ondertekening een evaluatie.
2. In de evaluatie worden alle aspecten van de SLA tussen partijen besproken.
16 : slotbepaling
1. Eventuele wijzigingen naar aanleiding van een evaluatie zullen na wederzijdse instemming worden
verwerkt in een addendum bij de SLA.
Aldus overeengekomen, en in tweevoud ondertekend,
Te , d.d.
Namens de Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden
F. van Oosten
Regionaal commandant
Namens de gemeente Katwijk
r:drs. J. Wienen
~ Burgemeester
• Versie december 2007
7

• v
• Versie
BIJLAGEN
Definities en afkortingen
Service Level Agreement Specialismen
Uitvoerder : Het korps dat een of meerdere specialismen uitvoert conform hetgeen gesteld in
onderhavige SLA
Regionale Brandweer: De gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer en GHOR Hollands
SLA
IRP
GMK
PVB
Specialismen
Derden
LTD
SAVE
Materieel
Midden
: Service Level Agreement
: Integrale Repressieve Preparatie
: De Gemeenschappelijke Meldkamer aan dei Rooseveltstraat 4a te Leiden
: Project Versterking Brandweer
: Aanvullende brandweerzorg waaronder:
Waterongevallenvoertuigen rvvO)
Autoladders (AL)
Hulpverleningsvoertuigen (HV)
Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (OGS)
Waarschuwing en Verkenningsdiensten rvvVD)
: Andere korpsen welke niet vallen onder de werking van de SLA
: Afdeling Logistiek & Technische Dienst van de Regionale Brandweer
: Regionaal repressief dekkingsplan van de Regionale Brandweer als vastgesteld
in december 2004
: Materieel dat door de Regionale Brandweer ter beschikking wordt gesteld om het
specialisme uit te voeren
Repressieve inzet : Het uitvoeren van een specialisme op basis van een alarmering vanuit de GMK
Goed huisvaderschap : Het gebruiken en onderhouden van het materieel alsof het je eigendom is
Preventief onderhoud: Alle onderhoudsactiviteiten die worden genomen ten einde storingen te
voorkomen·
Correctief onderhoud : Alle activiteiten die worden genomen om de storing te verhelpen en het materieel
weer in de gewenste staat te verkrijgen.
Gebruikersonderhoud : Alle onderhoudsactiviteiten die door de gebruiker dienen te worden uitgevoerd om
het materieel in goede staat te houden en storingen te voorkomen.
Bijlage 1 document Integrale Repressieve Preparatie
Bijlage 2 zorgnormonderzoek SAVE
Bijlage 3 kopie kentekenbewijs en bepakkingslijst
Bijlage 4 overzicht normvergoedingen specialismen
Bijlage 5 onderhoudsvoorschriften inclusief gebruikersonderhoud
december 2007 8 paraferin1jO

•
•
..
\ e
BRANDWEER
Hollands Midden
NOTITIE
Project IRP
(Integrale Repressieve Preparatie)
Versie 1.6

STAAT VAN VERSIES
r ~."...,. lnu: Aal -" door:
1.0 a september 2005 Conceptversie na U'J~~"~V"'~'01-09-2005
~ .. v,
1.1 212september Wijzigingen na bijeenkomst kerngroep H. Breedeveld
A.Mantel
Aanvulling opleiden en oefenen na
overleg met Henri Verheggen
Aanvulling met specialisme OGS na diverse
met
1.2 ,:9 september Aanpassh ~~~~'na v~" rerklnqen -: r: H. Breedeveld
met ~d.d . .,,,. U:J A.
1.3 oktober Aanpassing met kader- en uitgangspunten H. v,
A.
1.4 t9 november ~~"'~,
, moties en" S. Coorens
aal ineen .-
1.5 L2december Verwerken van moties. Conceptnotitie A. Mantel
gereed maken voor adviescommissie S. Coorens i
brandweer (ACB) en
....
1.6 '2007 A~n", hfdst 8. 9. 10 en 11 A.
Notitie IllP
Versie 116
-2-

•
•
Inhoud
Hoofdstuk1: Kaderen uitgangspunten 5
Basisbrandweerzorg
Specialismen
Hoofdstuk2: Basisbrandweerzorg , 9
Uitvoering
Standaard bezetting basiseenheid
Materieel
Opleidingen
Oefeningen
Financiën
Hoofdstuk3: SpecialismeHulpverlening 13
Uitvoering
Standaard bezetting hulpverleningsvoertuig
Materieel .
Opleidingen
Oefeningen
Financiën
Hoofdstuk4: SpecialismeWaterongevallenbestrijding 16
Uitvoering
Standaard bezetting waterongevallenvoertuig
Materieel
Opleidingen
Oefeningen
Financiën
Hoofdstuk5: SpecialismeRedvoertuig 19
Uitvoering
Standaard bezetting redvoertuig
Materieel
Opleidingen
Oefeningen
Financiën
Hoofdstuk6: SpecialismeOngevalsbestrjjdingGevaarlijkeStoffen ...22
Uitvoering
Aantal personen voor de inzet
Materieel
Opleidingen
Oefeningen
Financiën
Hoofdstuk7: OperationeleLejdjng : 25
Uitvoering
Materieel
Opleidingen
Oefeningen
Financiën
Notitie IRP -3-
Versie 1.6

HoofdstulC: 8: Waarschuwings-en Verkenningsdienst (WVD) :..28
Uitv~ering .
Stan aard bezetting red voertuig
Mat rieel
Ople dingen
Oef ningen
Fina ciën
Hoofdstu 9: VC en COH 30
Alge een
Kop, eling tussen VC en COH
Sta daard bezetting redvoertuig
Mat rieel
Opl idingen
Oef ningen
FidnCiën
Bijl gen: inventarislijst
Hoofdst k 10: Haakarmvoertuig 37 •
Ui oering
Sta~daard bezetting redvoertuig
Matbrieel -
Opl idingen
Oef ningen
Fin nciën
Hoofdst k 11: RegionaleTankautospuit 39
Alg meen
Lo ties
Ra dvoorwaarden verplaatsing
Ma erieel
Opeidingen
Oe~eningen
Fin.pnciën
Bijlage: gebiedsindeling
I
Notitie I P
Versie 1.
-4-
•

•
•
Hoofdstuk 1: Kader en uitgangspunten
Basisbrandweerzorg (repressief optreden)
Algemeen
Al. Basisbrandweerzorg én regionale specialismen zijn onderdeel van de veiligheid waar
iedere burger in de regio Hollands-Midden recht op heeft, ongeacht de locatie waar
hij/zij woont en/of zich bevindt.
A2. Het repressieve optreden vindt plaats conform de operationele grenzen van de
posten.
A3. De opschalingsmodellen en -procedures van de regio zijn van toepassing op dit
repressieve optreden.
A4. Basisbrandweerzorg is vanuit de Brandweerwet een gemeentelijke
verantwoordelijkheid. De gemeente blijft dan ook primair verantwoordelijk voor (de
opleidingen, geoefendheid en inzetbaarheid van) het personeel en (het onderhoud,
verzekering en de stalling van) het materieel.
A5. Basisbrandweerzorg in de gehele regio Hollands-Midden moet aan een gezamenlijk
bepaald basisniveau voldoen. Dit niveau wordt vertaald in prestatie-eisen voor
opleiden, oefenen, paraatheid, materieel en procedures.
A6. Basisbrandweerzorg omvat het eerste repressieve optreden bij brand en ongevallen,
inclusief kleine incidenten zoals gevaarlijke stoffen en waterongevallen. Ook de nietspoedeisende
hulpverlening en het treffen van voorbereidingen voor specialismen
vallen onder deze zorg.
A7 .. Basisbrandweerzorg wordt door de posten op basis van in het Save rapport
(operationele grenzen) beschreven bereik en classificatie gegarandeerd. Komt de
basiszorg in het geding dan kan door het inzetten van reserve materieel de
basiszorg gegarandeerd blijven. (dit geldt niet voor atwezlqheld ivm repressieve
taken)
Aa. Het zorgniveau van basisbrandweerzorg is ingericht op het handelen va n één
incident per post. Posten met twee basiseenheden kunnen twee incidenten
basisbrandweerzorg (klein) gelijktijdig afhandelen. M.a.W. de tweede basiseenheid
is een onderdeel van de kazerne volgorde tabel.
A9. De gezamenlijk afgesproken prestatie-eisen zijn vastgelegd en afdwingbaar door
het regionale bestuur.
Personeel
P. De minimum- én standaardbezetting van één Tankautospuit bestaat uit 6 personen
(inclusief chauffeur en bevelvoerder). De maximale bezetting mag a personen zijn,
waarbij ieder team (aanvalsploeg 1 + 2, blusstofploeg 3 + 4, extra ploeg 5 + 6)
specifiek een taak krijgt toegewezen door de bevelvoerder.
Materieel
Mlo De basisbezetting per post is minimaal één Tankautospuit met bemanning.
M2. De standaarduitrusting voor de basisbrandweerzorg is conform het standaardbestek
voor tankautospuiten van het ministerie van BZK, aangevuld met regionaal
vastgestelde aanpassingen. Daarnaast is er nog ruimte voor materieel welke
speelflek noodzakelijk is voor lokale invulling van de basisbrandweerzorg.
Notitie IRP
Versie 1.6
-5-

M3. Basis randweerzorg omvat slechts die taken die uitgevoerd kunnen worden met één
Tanka tospuit (conform standaard bestek), eventueel aangevuld met één
Autol dder (Zie ook toelichting bij regionaal specialismen).
M4. De re io kan voorzien in het materieel en uitrusting die voor de basisbrandweerzorg
noodz kelijk zijn.
Notitie I P
Versie 1 6
-6-
•
••

•
• A5
Regionaal Specialisme
Kader en uitgangspunten regionaal specialisme
Het regionaal specialisme is ondersteunend aan de basiseenheid (basiszorg)
binnen de operationele grenzen ( verzorgingsgebied) van een betreffende
brandweerkazerne of -post,
Het inzetgebied per specialisme is vastgesteld op basis van Operationele
grenzen (Save-rapportage).
Algemeen
Al Het regionaal specialisme is gebaseerd op het afhandelen van slechts 1 incident
binnen het verzorgingsgebied van de specialisme leverende kazerne/post.
Voor het specialisme duiken en gaspakken is het mogelijk dat binnen het
verzorgingsgebied de inzet van de basiseenheid komt te vervallen. Bij de inzet binnen
het eigen verzorgingsgebied zal aan de duik- of gaspakken eenheid een bevelvoerder
worden toegevoegd. Wijzigingen tav de paraatheid van basiszorg of specialisme
worden door de bevelvoerder aan de meldkamer doorgegeven.
In voorkomend geval zal conform de kazerne volgorde- tabel het volgend
dichtstbijZijnde specialisme of basis eenheid worden ingezet.
A2 Specialisme is een aanvulling op de basiszorg. De uitvoering van het specialisme valt
onder de verantwoordelijkheid van de bevelvoerder van de basiseenheid, met
uitzondering van het specialisme OGS.
A3 Het specialisme omvat het aantal personeelsleden dat voor het bemensen van
specialistische taken noodzakelijk is.
Afspraken tav specialisme worden in een convenant tussen de regio en specialisme
leverende gemeente vastgelegd.
A4 Het specialisme wordt, door het specialisme leverende korps, gedurende 7 dagen per
week 24 uur per dag gegarandeerd .
De specialisme leverende korpsen zijn verantwoordelijk te voldoen aan het aantal en
soort oefeningen conform de leidraad en deze te registreren in het regionaal
registratiesysteem
A6 De regionale brandweer beschrijft en bepaalt de inzet en procedures van specialisme.
Financieel
Normering wordt regionaal vastgesteld (AVO)·
Fl De regionale brandweer streeft er naar om de kosten gekoppeld aan specialismen
voor iedere gemeente binnen de Regio Hollands-Midden gelijk te houden. Dat wil
zeggen; gemeenten hebben géén financieel voor- of nadeel bij het leveren van een
bepaald specialisme.
F2 Opleidingen voor specialisme worden door de regio gefinanCierd op basis van het
aantal benodigde personeelsleden per specialisme.
Notitie IRP
Versie 1.6
-7-

F3 Op basi vaneen gemiddelde inzetduur en frequentie- per jaar ontvangt het
speciali me leverend korps een vergoeding voor de inzet van personeel.
F4 Op basi van het aantal verplichte oefenuren, zoals vermeld in de leidraad oefenen,
verreke t de regionale brandweer de vergoeding voor het oefenen van het
speciali me met het specialisme leverend korps.
FS De regi compenseert de kosten voor stalling van specialistisch materieel.
F6 Verzek ring van materieel is een regionale verantwoordelijkheid.
Ml De reg 0 voorziet in het materieel en I of uitrusting wat voor het specialisme
noodza elijk is.
M2 De regio voorziet in het Beheer alsmede de continuïteit van het specialisme door;
Afspraken mbt alternatieve voertuigen
(mogelijkheid uitsluitend voor piketvoertuigen)
Herschikking materieel
(coördinatie ligt bij de regionale Brandweer)
3. Afspraken mbt langere aanrijtijd. (max. aantal uren per jaar).
(tweede voertuig conform KazerneVolgordeTabel)
M3 ndaard) uitrusting van het specialisme wordt door de regio bepaald.
M4 De r ionale brandweer als beheerder van specialisme is verantwoordelijk voor het
vastst lIen van de vereiste kwaliteit van het personeel (oefenuren, leidraad) en het
Materi el (keuringen, onderhoud e.d.) en ziet hier op toe.
Notitie I P
Versie 1 6
-8-
•
•

•
•
Hoofdstuk 2: Basisbrandweerzorg
Beschrijving van de gewenste situatie van de organisatie van de basisbrandweerzorg in
de regio Hollands-Midden. Doel is om eenheid van organisatie van de
basisbrandweerzorg in de regio Hollands-Midden te bewerkstelligen. Tevens wil de
regionale brandweer Hollands-Midden een eenheid van optreden van de
brandweerkorpsen bevorderen. Met basisbrandweerzorg wordt hier specifiek het
repressief optreden bedoeld.
Uitvoering
Algemeen
Basisbrandweerzorg is de zorg waar iedere burger recht op heeft ongeacht de locatie
waar hij/zij woont en/of zich bevindt. Basisbrandweerzorg valt onder de gemeentelijke
verantwoordelijkheid en is in principe in elke woonkern aanwezig .
Deze omschrijving is echter te vrijblijvend daar we te maken hebben met verschillende
gemeenten in grootte, die allemaal een andere beschrijving van brandweerzorg kennen.
Binnen het Project Versterking Brandweer (PVB-1) is de term basisbrandweerzorg als
volgt besch reven:
Basisbrandweerzorg is het repressief optreden wat door elk korps, ongeacht grootte
en organisatievorm minimaal moet kunnen worden geleverd .
Bureau SAVE heeft de kwaliteit van de repressieve basiszorg beschreven in het regionaal
repressief dekkingsplan. In dit dekkingsplan wordt eveneens de wettelijke taak van de
gemeente omschreven. De wettelijke taken met betrekking tot de brandbestrijding en
het optreden bij andere incidenten kunnen worden afgeleid uit de verantwoordelijkheid
van de gemeente voor openbare orde en veiligheid en bestaan primair uit:
- het beschermen van de veiligheid van personen;
- het beschermen van eigendommen van derden;
- het beperken van de schade in het brandende object;
De repressieve brandweerorganisatie moet zodanig opgezet zijn dat de eerste twee
genoemde taken voldoende effectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. De
derde taak moet met die organisatie zo goed mogelijk worden uitgevoerd. De gemeente
hoeft er niet extra voor te investeren, tenzij een investering een zeer duidelijk
positieve kosten/batenverhouding heeft .
Dit is de filosofie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die als uitgangspunt
heeft gegolden bij de opstelling van de Handleiding Brandweerzorg
De gemeentelijke brandweer levert als primair product (basiszorg) het minimum pakket.
De Brandweerwet 1985 verplicht in artikel 1, lid 2 de gemeenteraad bij verordening
de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer te regelen.
De uitgangspunten voor basiseenheid zijn als volgt:
1.Basiszorg bestaat primair uit één Basiseenheid ofwel een Tankautospuit.
De taken van de basisbrandweerzorg worden uitgevoerd door een basiseenheid.
Deze basiseenheid voert de wettelijke taak van de gemeente uit:
het voorkomen en beperken van brand en schade (personen, materieel) bij brand
en
het optreden bij incidenten anders dan brand (technische hulpverlening*)
wanneer daarbij de veiligheid van personen (en ook dieren) in het fjeding is
De basiseenheid heeft een voorbereidende taak bij het optreden bij:
o waterongevallen*
o incidenten met gevaarlijke stoffen *
(* Voor uitwerking en uitzonderingen zie de regionale procedures)
Notitie IRP
Versie 1.6
-9-

2. De ba iseenheid is conform een standaardbestek ingericht voor Brandbestrijding en
hulp erlening.(zie materieel).
3.Basis rg wordt uitgevoerd binnen een vastgesteld verzorgingsgebied per
kazerne/post
4.Een b siseenheid heeft een inspanningsverplichting om, na een melding, binnen de
opk msttijd ter plaatse te zijn.
e opkomsttijd van een tankautospuit voor de basisbrandweerzorg is
fhankelijk van het relevante risico
5.Afhan elijk van het risico wordt een autoladder toegevoegd aan de basiseenheid
6.Een b siseenheid kan worden aangevuld / ondersteund met Regionaal
Spe ialisme*.
(* Specifiek aterieel zal vanuit een (regionaal) steunpunt aan de basiseenheid worden toegevoegd)
Kw liteit repressieve basiszorg
De lokale epressieve brandweerorganisatie moet zodanig opgezet zijn dat de taken
voldoende ffectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Dit is verwoord in de Save
rapportage. .
De gemee telijke brandweer levert als primair product de basiszorg.
Daarnaast kan de brandweer een beroep doen op een groot pakket van regionaal 0
georganis erd specialisme, zoals een duikploeg, hulpverleningsvoertuig, autoladder, OvD
gaspakken loeg, e.d ..
De kwalite t van de repressieve organisatie kan als volgt worden gedefinieerd:
"Het verm gen om in voldoende mate met voldoende middelen (personeel, materieel)
voldoende snel bij een incident (brand, hulpverlening) te arriveren. "
Een aanta elementen uit deze definitie zijn: Voldoende mate;Voldoende middelen,
Voldoend snel. (deze elementen zijn in de Save rapportage nader Uitgewerkt)
sisbrandweerzorg zijn de volgende opschalingclassificaties gedefinieerd:
Kleine bra d: 1 x basiseenheid
Middel br nd: 1 x basiseenheid, 1 x tankautospuit conform kazernevolgordetabel
Grote bra d: 1 x basiseenheid, 2 x tankautospuit conform kazernevolgordetabel
Zeer grot brand: 1 x basiseenheid, 3 x tankautospuit conform kazernevolgordetabel
Voor iede e meldingsclassificatie geldt dat deze wordt aangevuld met in procedure
vastgeste de eenheden. o
Stand ard bezettin basiseenheid
Voor de Uitvoering zijn minimaal 6 en maximaal 8 personen noodzakelijk. Te allen tijde
maken e n chauffeur en een bevelvoerder onderdeel uit van het benodigde personeel.
Wanneer en basiseenheid, tijdens de uitvoering, niet kan voldoen aan de minimale
bezetting heeft de bevelvoerder de plicht dit te melden aan de centralist van de
meldkam r. De centralist alarmeert vervolgens een tweede tankautospuit conform
kazernev Igordetabel.
D korpscoördinator
De korpscoördlnator is binnen een gemeente het aanspreekpunt voor brandweer
gerelatedrde vragen en informatie-uitwisseling op lokaal niveau. • .
De korploördinator beoordeelt, op verzoek van de meldkamer, niet-spoedeisende
situaties n handelt naar bevindingen. Op het moment dat voor niet-spoedeisende
melding neen basiseenheid wordt ingezet vervalt de taakvan de korpscoördinator. 2
De korpsfoördinator treedt niet op in combinatie met de inzet van een basiseenheid
en/of eer specialisme.
Notitie I P
Versie 1 6
I
-10-

•
•
Het is de lokale brandweerkorpsen vrij om personen aan te wijzen welke de rol van
korpscoördinator op zich kunnèn.nernen. De körpsccördlnator zal d.m.v. van een speciale
cap-code worden gealarmeerd. Er is geen opkomsttijd voor de korpscoördinator
gedefinieerd.
• De lokaal commandant blijft verantwoordelijk voor alle lokale
brandweeraangelegenheden. Om die reden zal de lokaal commandant te allen tijde
worden geïnformeerd over specifieke incidenten binnen de gemeente. Dit zijn de
incidenten vanaf meldingsclassificatie "middel incident", incidenten waarbij slachtoffers
onder het eigen personeel zijn gevallen en bij opschaling naar GRIP 1 of GRIP 2 .
Daarnaast laat de lokaal commandant zich informeren door de korpscoördinator.
2 Veel brandweerkorpsen combineren de functie van korpscoördinator met de functie van
bevelvoerder van dienst. Op het moment dat de korpscoördinator onderdeel uitmaakt
van de basiseenheid vervalt zijn rol in de functie van korpscoördinator. Op dat moment
zal hij/zij moeten voldoen aan de eisen die zijn gesteld aan de functie, welke dan in de
basiseenheid wordt bekleed .
Materieel
Het benodigde materieel voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg is afhankelijk van
relevante risico's. Een voorstel voor het benodigd materieel voor de basisbrandweerzorg
is beschreven in het regionaal repressief dekkingsplan Hollands-Midden van adviesbureau
'SAVE.
'Het materiaal voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg is beschreven in het
standaardbestek voor tankautospuiten van het ministerie van BZK, aangevuld met
.regionaal vastgestelde aanpassingen. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanschaf,
het onderhoud en beheer van het tankautospuit en de inventaris. De regionale
brandweer kan hierin een adviserende rol spelen. Door meer onderlinge samenwerking
'en het optreden binnen operationele grenzen is standaardisering van materieel een
borging van kwaliteit. De gemeenten moeten kunnen rekenen op een standaardkwaliteit
..v,an brandweeroptreden.
Met betrekking tot het optreden binnen operationele grenzen (verzorgingsgebied) worden
eisen vastgelegd in een regionaal intergemeentelijk convenant.
Opleidingen
Voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg moet al het repressief personeel, welke
uitvoering geven aan de basisbrandweerzorg, worden (Zijn) opgeleid. Het aantal mensen
dat moet worden opgeleid, is mede afhankelijk van de grootte en organisatievorm van
het brandweerkorps.
Vereiste minimale opleidingen:
De volgende (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist voor manschappen:
Rijksdiploma Brandwacht
Rijksdiploma Brandwacht eerste Klasse (per eenheid dienen minimaal twee
manschappen in het bezit te zijn van het Rijksdiploma eerste klasse)
diploma Brandweerchauffeur (alleen voor de bestuurders van functioneel
repressieve brandweervoertuigen)
Aanvullende regionale opleidingen / instructies
De volgende (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist voor bevelvoerders:
Rijksdiploma Onderbrandmeester
Aanvullende regionale opleidingen / instructies
Minimale vereisten voor de korpscoördinator
Kennis van de brandweerorganisatie en lokale gemeentelijke processen
Notitie IRP
Versie 1.6
-11-

Het minima e opleidingsniveau zal worden aangepast aan de nieuwe opleidingenstructuur
(competent e gericht).
Het voldoe aan de minimale opleidingen is een lokale gemeentelijke
verantwoor elijkhéid. Met betrekking tot het optreden binnen operationele grenzen
(verzorging gebied) worden eisen vastgelegd in een regionaal intergemeentelijk
convenant.
Oefeni en
Voor het 0 fenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen
naar de Lei raad Oefenen van het NiBRA. Voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg
houdt dit c ncreet in dat een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten
worden be efend. Het beoefenen van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor al het
repressief ersoneel, welke uitvoering geven aan de basisbrandweerzorg. De organisatie
van de oef ningen is een verantwoordelijkheid van het gemeentelijk brandweerkorps. Er
dient een r gistratie van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden. De minimale
oefeninspa ning omvat de jaarlijks te beoefenen oefenkaarten, zoals vermeld in de
Leidraad 0 fenen, voor basisbrandweerzorg. Dit zijn:
Manschap en:
Chauffeur:
Bevelvoer ers:
Serie 100, 200 en 300
Serie 100, 200, 300 en oefenkaart 401a
Serie 300 en 700
Daarnaast dienen jaarlijks de vastgestelde regionale procedures beoefend / geïnstrueerd
te worden.
Met betre king tot het optreden binnen operationele grenzen (verzorgingsgebied) worden
eisen vast elegd in een regionaal intergemeentelijk convenant.
Financ ën
orden uitgewerkt
Als uitgan spunt voor een specifieke kosten berekening kan de standaardberekening van
het advie bureau AVO worden toegepast.
Referent es:
Ha dleiding Brandweerzorg
re ionaal repressief dekkingsplan Hollands-Midden door adviesbureau SAVE
Or anisatieplan brandweerzorgen rampenbestrijding in de regio (Rijnland)
Le draad oefenen (NiBRA)
R ionale procedures
Notitie I~P
Versie 1 6
-12-
•
•

•
Hoofdstuk 3: ~ecialisme HulRverlening
Beschrijving van de gewenste situatie van de organisatie van het specialisme
Hulpverlening in de regio Hollands-Midden. Doel is om een eenduidige organisatie van
het specialisme in de regio Hollands-Midden te bewerkstelligen.
Uitvoering
Algemeen
Aan de hand van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschreven in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschreven. Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet basiseenheid gelijktijdig met inzet
van specialisme) wordt bij het specialisme Hulpverlening gesteld dat het specialisme
Hulpverlening gelijktijdig met een inzet van een basiseenheid kan worden uitgevoerd.
Het hulpverleningsvoertuig dient als aanvulling op de standaardbepakking van de
tankautospuit. Het hulpverleningsvoertuig treedt op als aanvulling op een tankautospuit
ter plaatse van het incident. Voor het specialisme Hulpverlening zijn de volgende
opschalingclassificaties gedefinieerd.
Kleine Hulpverlening:
basiseenheid lokaal korps (basiszorg)
Regionaal Hulpverleningsvoertuig (op basis van meldingsclassificatie)
Middel hulpverlening
basiseenheid lokaal korps (basiszorg)
Regionaal Hulpverleningsvoertuig
1 tankautospuit conform kazernevolgordetabel
Grote hulpverlening
basiseenheid lokaal korps (basiszorg)
Regionaal Hulpverleningsvoertuig
2x tankautospuit conform kazernevolgordetabel
Overig materieel op aanvraag door (H)OvD (maatwerk)
• Zeer grote hulpverlening
basiseenheid lokaal korps (basiszorg)
2 x Regionaal Hulpverleningsvoertuig
3x tankautospuit conform kazernevolgordetabel
Overig materieel op aanvraag door (H)OvD (maatwerk)
Voor iedere meldingsclassificatie geldt dat deze wordt aangevuld met in procedure
vastgestelde eenheden.
Het regionale hulpverleningsvoertuig wordt tevens standaard gealarmeerd bij
duikincidenten waarbij de melding luidt: "voertuig te water". Dit is beschreven in het
specialisme Waterongevallenbestrijding.
De opkomsttijd van het hulpverleningsvoertuig is gesteld op 15 minuten.
Notitie IRP
Versie 1.6
-13-

Inzet van het specialisme Hulpverlening
De taken v n de hulpverleningsinzet worden uitgevoerd door een basiseenheid onder
verantwoo delijkheid van de bevelvoerder. De medewerkers van het specialisme leverend
korps zijn· pgeleid om het specialisme hulpverlening te begeleiden. De korpsleden van
het lokale orps zijn opgeleid voor de hulpverlening tbv de basiszorg. Zij kunnen,onder
leiding van de bevelvoerder van de basiseenheid en de twee medewerkers van het
specialism leverend korps, uitvoering geven aan het specialisme hulpverlening en het
hulpverlen ngsmaterieelbedienen. In gevallen dat het hulpverleningsmaterieel
nadrukkeli k afwijkt van het hulpverleningsmaterieel ten behoeve van de basiszorg en of
opleiding, uilen de twee medewerkers van het specialisme leverend korps dit
hulpverlen ngsmaterieel bedienen.
Stand r ezettin hul verlenin svoertui
Voor de ui oering van het specialisme Hulpverlening zijn twee personen nodig:
Ch uffeur hulpverleningsvoertuig
Bij it hulpverleningsvoertuig
Materi el . 0' .
Het mate iaal voor de uitvoering van het specialisme valt onder de verantwoordelijkheid
van de re, ionale brandweer Hollands-Midden. Onder deze verantwoordelijkheid valt de
aanschaf, het onderhoud en beheer van het hulpverleningsvoertuig en de inventaris.
Voor de u tvoering van het specialisme Hulpverlening stelt de regionale brandweer
Hollands- idden het volgende materieel ter beschikking:
HIpverleningsvoertuig (HV2)
In entaris hulpverleningsvoertuig conform standaardbestek van het ministerie van
B K, aangevuld met regionaal vastgestelde aanpassingen.
o lei
Voor de itvoering van het specialisme Hulpverlening moet personeel van het korps,
welke he specialisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal mensen dat moet worden
opgeleid, is een factor maal het aantal benodigde personen voor de uitvoering van het
specialis e. De factor waarborgt dat voldoende personeel is opgeleid om de paraatheid
en contin iteit van het specialisme te kunnen garanderen.
De volgehde (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist:
Rïksdiploma Brandwacht 1
M dule Hulpverlening Hoofdbrandwacht . O·
D ploma Brandweerchauffeur zwaar (voor de bestuurder van het HV voertuig)
A nvullende regionale opleidingen / instructies
Oefe in en
Voor het oefenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen
naar de eidraad Oefenen van het NiBRA. Voor het specialisme Hulpverlening houdt dit
concreet in dat een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden
beoefen . Het beoefenen.van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor het personeel,
dat uitv ering kan geven aan het specialisme Hulpverlening. De organisatie van de
oefeningen is een verantwoordelijkheid van het specialisme leverend korps. Er dient een
registrar:e van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden.
De mini .ale oefeninspanning omvat de jaarlijks te beoefenen oefenkaarten, zoals
vermeld in de Leidraad Oefenen, voor Hulpverlening. Dit zijn:
Chauffe r: Serie 200 en 401G
Bijzit: Serie 200
Men he ft voorts algemene kennis van het voertuig en de inventaris.
Notitie JRP
Versie 1.6
-14-

•
•
Financiën '... ...• .
De specialisme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-Midden
financieel gecompenseerd voor de uitvoering van het specialisme Hulpverlening. Deze
financiële compensatie is gebaseerd op de vastgestelde uitgangspunten van het regionaal
specialisme.
Moet nog worden uitgewerkt.
Referenties:
Handleiding Brandweerzorg
regionaal repressief dekkingsplan Hollands-Midden door adviesbureau SAVE
Organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in de regio (Rijnland)
Leidraad oefenen (NiBRA)
Regionale procedures
Notitie IRP
Versie 1.6
-15-

Hoo dstuk 4: S ecialisme Wateron evallenbestrï
Beschrijvin van de gewenste situatie van de organisatie van het specialisme
Wateronge allenbestrijding in de regio Hollands-Midden. Doel is om een eenduidige
organisatie an het specialisme in de regio Hollands-Midden 'te bewerkstelligen.
Algemeen
Aan de ha d van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschreve in hoofdstuk1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschreve . Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet basiseenheid gelijktijdig met inzet
van specia isme) wordt bij het specialisme Waterongevallenbestrijding gesteld dat het
specialism Waterongevallenbestrijding gelijktijdig meteen inzet van een basiseenheid
kan worder uitgevoerd.'
De opko sttijd van een waterongevallenvoertuig is gesteld op 15 minuten. 0
Inzet van het .specialisme Waterongevallenbestrijding
Het specia isme Waterongevallenbestrijding wordt uitgevoerd door een duikteam. Dit
team vor t een zelfstandige eenheid welke zich veelal laat ondersteunen door een
tankautos uit en, afhankelijk van de melding, een redvoertuig of een
hUIPverle~'ingsvoertUig.
De noodz ak om een lokale tankautospuit in te zetten voor een waterongeval, ligt
hoofdzak lijk in het feit dat een lokale tankautospuit een snellere opkomsttijd heeft ten
opzichte ~n het waterongevallenvoertuig. Een lokale tankautospuit kan dan alvast de
eerste (v rantwoorde) reddingspogingen ondernemen, het incident stabiliseren, de
ongevalsl catie markeren etc. Op het moment dat de duikers arriveren kan de
bemannin van de lokale tankautospuit hand- en spandiensten verrichten. Als de lokale
tankautos uit niet eerder arriveert dan het waterongevallenvoertuig, vervalt voor een
groot deefhet voordeel van de tankautospuit ter plaatse. In de regio Hollands-Midden
zijn de br ndweerkorpsen, welke het specialisme Waterongevallenbestrijding uitvoeren,
binnen d eigen gemeente eerder met een waterongevallenvoertuig ter plaatse dan met
een tank utospuit. Wanneer het duikincident buiten de eigen gemeente is zal de lokale
tankauto puit in het algemeen eerder arriveren. Niettemin wordt bij iedere melding van ·0
een wate ongeval eveneens een tankautospuitgealarmeerd. Dit geldt ook voor de
waterong vallen in de gemeenten waar het brandweerkorps uitvoering geeft aan het
specialis e Waterongevallenbestrijding. Sommige brandweerkorpsen kunnen om
organisat rische redenen niet (of niet binnen de zorgnormtijd) een tankautospuit
gelijktijdi met een waterongevallenvoertuig inzetten bij een melding van een
duikincid nt binnen de eigen gemeente.
1 Wanne r niet kan worden voldaan aan deze gelijktijdigheid, zal de bevelvoerder de
meldka er vragen om een voertuig buiten dienst te stellen. Hiermee wordt voorkomen
dat de mldkamer bij het hanteren van de kazernevolgordetabel een voertuig alarmeert
dat niet, ezet kan worden. Voorbeeld: er wordt uitgerukt met een basiseenheid voor een
brandmelding. De bevelvoerder weet dat er onvoldoende personeel beschikbaar is om
een waterongevallenvoertuig te bezetten in geval van een melding voor dit voertuig. De
bevelvojrder geeft, op het moment dat deze uitrukt met de basiseenheid, aan de
meldka er door dat het waterongevallenvoertuig buiten dienst moet worden gezet.
Hierdoo~zal de kazernevolgordetabel in werking treden bij een melding van een
wateron eval. Dit geldt ook andersom. Als men bij een waterongeval, door het bemannen
van een WO-voertuig, de basiseenheid niet meer kan bemannen zal de bevelvoerder de
basisee heid buiten dienst stellen via de meldkamer.
I
Notitie IfP
Versie 1 6
-16-

•
•
Dit zijn de (beroeps)korpsen welke het specialisme Waterongevallenbestrijding uitvoeren
(Alphen aan den Rijn, Gouda-en Leiden). Deze korpsen zijn met het
waterongevallenvoertuig altijd sneller dan een tankautospuit ter plaatse, waardoor de
inzet van een tankautospuit niet direct noodzakelijk is. Als voorwaarde moet dan worden
gesteld dat er minimaal een bevelvoerder (gediplomeerd Onderbrandmeester) in het
waterongevallenvoertuig van het duikteam aanwezig is.
De korpsen Alphen aan den Rijn en Gouda alarmeren, bij een melding van een
waterongeval, vrijwilligers om de tankautospuit te bezetten.
Er zijn voor Waterongevallenbestrijding de volgende opschalingclassificatiès gedefinieerd
Klein waterongeval
waterongevallenvoertuig, 1 x basiseenheid
Middel waterongeval
2 x waterongevallenvoertuig, 1 x basiseenheid
Groot waterongeval
3 x waterongevallenvoertuig, 1 x basiseenheid, 1 x TAS conform
kazernevolgordetabel
Zeer groot waterongeval
4 x waterongevallenvoertuig, 1 x basiseenheid, 1 x TAS conform
kazernevolgordetabel
Voor iedere meldingsclassificatie geldt dat deze wordt aangevuld met in procedure
vastgestelde eenheden.
Inzet redvoertuig of hulpverleningsvoertuig bij duikincidenten
Indien bij een melding van een waterongeval sprake is van personen te water zal een
redvoertuig tegelijk met de duikers worden gealarmeerd.
Indien bij een melding van een duikincident sprake is van voertuig te water zal een
hulpverleningsvoertuig worden gealarmeerd.
Standaard bezetting waterongevallenvoertuig
De standaard bezetting voor een waterongevallenvoertuig is vastgesteld
4 personen, optimaal 5 personen en maximaal 6 personen:
duikploegleider '
op minimaal
chauffeur
duiker
/ assistent duikploeg
reserveduiker
signaalhouder
Stageplek of bevelvoerder
Materieel
Het materiaal voor de uitvoering van het specialisme valt onder de verantwoordelijkheid
van de regionale brandweer Hollands-Midden. Onder deze verantwoordelijkheid valt de
aanschaf, het onderhoud en beheer van het waterongevallenvoertuig en de inventaris.
Voor de uitvoering van het specialisme Waterongevallenbestrijding stelt de regionale
brandweer Hollands-Midden het volgende materieel ter beschikking:
waterongevallenvoertuig
inventaris
duikuitrusting
Notitie IRP
Versie 1.6
-17-

o leidi en
Voor de ui ering van het specialisme Waterongevallenbestrijding moet personeel van
het korps, elke het specialisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal mensen dat moet
worden opg leid, is een factor maal het aantal benodigde personen voor de uitvoering
van het spe ialisme. De factor waárborgt dat voldoende personeel is opgeleid om de
paraatheid n continuïteit van het specialisme te kunnen garanderen. .
De volgend (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereistr
Duikploegle 'der:
Rijk diploma Duikploegleider
Aan uIIende regionale opleidingen
Chauffeur assistent duikploeg
Rijk diploma Brandwacht
Ce ficaat theorie brandweerduiken
dipl ma brandweerchauffeur
Opg leid in het gebruik van de zuurstofkoffer
Is a ntoonbaar opgeleid in het toepassen van lijnsignalen
Aan uIIende regionale opleidingen
Duiker en eserveduiker:
Rij diploma Brandweerduiker
Rij diploma Brandwacht
Op eleid in het gebruik van de zuurstofkoffer
antoonbaar opgeleid in het toepassen van lijnsignalen
vullende regionale opleidingen
Signaalho der:
Mo t nog worden uitgewerkt
Oefeni en
Voor het 0 fenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen
naar de Lidraad Oefenen van het NiBRA en de Leidraad Bestrijding waterongevallen
door de b ndweer van het NVBR. Voor het specialisme waterongevallenbestrijding houdt
dit concre t in dat een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden
beoefend. Het beoefenen van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor het personeel,
dat ultvoe ing kan geven aan het specialisme waterongevallenbestrijding. De organisatie
van de oe eningen is een verantwoordelijkheid van het specialisme leverend korps. Er
dient een egistratie van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden.
Finan iën
De specia isme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-Midden
financieel gecompenseerd voor de uitvoering van het specialisme
waterong vallenbestrijding. Deze financiële compensatie is gebaseerd op de vastgestelde
uitgangs unten van het regionaal specialisme.
1
Moet nog worden uitgewerkt.
Referen les:
H ndleiding Brandweerzorg
re ionaal repressief dekkingsplan Hollands-Midden door adviesbureau. SAVE
o ganisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in de regio (Rijnland)
Lidraad Oefenen (NiBRA)
Lidraad Bestrijding Waterongevallen door de brandweer (NVBR)
Notitie I P
Versie 1.
R~giOnale procedures
-18-
o" ...
o

• Het
•
Hoofdstuk 5: ~ecialisme Redvoertuig
Beschrijving van de gewenste situatie van de organisatie van het specialisme
Redvoertuig in de regio Hollands-Midden. Doel is om een eenduidige organisatie van het
specialisme in de regio Hollands-Midden te bewerkstelligen.
Uitvoering
Algemeen
Aan de hand van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
. beschreven in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschreven. Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet van een basiseenheid gelijktijdig
met inzet van specialisme) wordt bij het specialisme Redvoertuig gesteld dat het
specialisme Redvoertuig gelijktijdig met een inzet van een basiseenheid kan worden
uitgevoerd .
Redvoertuig dient als aanvulling op de basisbrandweerzorg, maar wordt ook voor een
breder spectrum van taken ingezet. Het Redvoertuig treedt op als aanvulling op een
tankautospuit ter plaatse van het incident. Er zijn geen specifieke opschalingclassificaties
(klein, middel, groot) gedefinieerd voor een redvoertuig. Het specialisme Redvoertuig
wordt ingezet voor taken als:
redding
blussen op hoogte (oude bebouwing)
blussen vanaf hoogte (grote oppervlakken)
veilig werken op hoogte (schoorsteenbrand, takken verwijderen etc.)
assistentie ambulancedienst
assistentie duikincident (personen te water)
De opkomsttijd van het redvoertuig is gesteld op 15 minuten (zie Save
~apportage). '
Inzet van het specialisme Redvoertuig
Het redvoertuig moet op de plaats van het incident worden gekoppeld aaneen
tankautospuit. De inzet van het redvoertuig wordt vervolgens gecoördineerd door de
bevelvoerder van deze tankautospuit. De bemanning van het redvoertuig valt onder de
verantwoordelijkheid van de bevelvoerder van de gekoppelde tankautospuit. De
medewerkers van het specialisme leverend korps zijn opgeleid om het specialisme
redvoertuig te bedienen. De bemanning van het redvoertuig bedient daarom tijdens de
inzet het redvoertuig en assisteert op verzoek van de bevelvoerder bij ondersteunende
werkzaamheden. De bemanning van de tankautospuit maakt gebruik van het redvoertuig
door de ladder te beklimmen om werkzaamheden op hoogte uit te kunnen voeren. Het
werken op hoogte vanuit de korf geschiedt alleen onder begeleiding van een medewerker
van het specialisme leverend korps.
Ondersteuning Waterongevallenbestrijding
Het redvoertuig wordt standaard gealarmeerd bij duikincidenten waarbij de melding
luidt: "personen te water". Dit is beschreven in het spectallsme
Waterongevallenbestrijding.
Assistentie ambulancedienst
Het specialisme Redvoertuig kan worden ingezet om, op verzoek van de
ambulancedienst, een patiënt op een brancard te verplaatsen vanaf hoogte. De
uitvoering van deze actie geschiedt onder verantwoordelijkheid van de bevelvoerder van
de lokale tankautospuit.
Notitie IRP
Versie 1.6
-19-

De uitvoeri g bestaat uit het verplaatsen van een brancard (met patiënt) welke met een
kliksystee ' wordt bevestigd aan de korf van het redvoertuig. De lokale tankautospuitis
aanwezig dm te zorgen dat eventuele obstakels worden verwijderd. Tevens kan de
bemanning van de tankautospuit assisteren bij het plaatsen van de brancard. Hier zijn
geen bijzo dere vaardigheden voor vereist.
In gevalIe dat het kliksysteem J1jg1 kan worden toegepast, wordt de brancard met lijnen
aan het re voertuig bevestigd. Dit lijnensysteem vereist specifieke kennis. Om die reden
wordt voo het lijnensysteem de tankautospurt van het specialisme leverend korps
gealarmee d. Deze zijn gespecialiseerd in het lijnensysteem en handelen vervolgens het
incident af
Stan ard bezettin redvoertui
Voor de ui oering van het specialisme Redvoertuig zijn twee personen nodig:
Ch uffeur
Bij it redvoertuig
Materi el
Het mater aal voor de uitvoering van het specialisme valt onder de verantwoordelijkheid 0"
van de re ionale brandweer Hollands-Midden. Onder deze verantwoordelijkheid valt de
aanschaf, het onderhoud en beheer van het redvoertuig en de inventaris. Voor de
uitvoering van het specialisme Redvoertuig stelt de regionale brandweer Hollands-Midden
het volge de materieel ter beschikking:
Re voertuig
In entaris
o lei in en
Voor de u tvoering van het specialisme Redvoertuig moet personeel van het korps, welke
het speci lisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal mensen dat moet worden opgeleid,
is een fa or maal het aantal benodigde personen voor de uitvoering van het specialisme.
De factor waarborgt dat voldoende personeel is opgeleid om de pa raatheid en continuïteit
van het s ecialisme te kunnen garanderen.
De volge de (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist:
Chauffeu'l redvoertuig :
- Ri)ksdiploma Brandwacht eerste klasse
Di loma Brandweerchauffeur zwaar
R gionale cursus Redvoertuig (in ontwikkeling)
o
Bijzit red oertuig:
Ri ksdiploma Hoofdbrandwacht
R gionale cursus Redvoertuig (in ontwikkeling)
Oefe in en
Voor het oefenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen
naar de eidraad Oefenen van het NiBRA. Voor het specialisme Redvoertuig houdt dit
concree~in dat een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden
beoefen . Het beoefenen van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor het personeel,
dat uitv ering kan geven aan het specialisme Redvoertuig. De organisatie van de
oefening n is een verantwoordelijkheid van het specialisme leverend korps. Er dient een
registrat e van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden.
De mini ale oefeninspanning omvat de jaarlijks te beoefenen oefenkaarten, zoals
vermeld in de Leidraad Oefenen, voor Redvoertuig. Dit zijn:
Chauffe r: oefenkaart 620A, 620B en 401B
Bijzit: oefenkaart 620A en 620B
Men hee voorts algemene kennis van het voertuig en de inventaris.
-20-

•
•
Financiën
De specialisme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-Midden
financieel gecompenseerd voor de uitvoering van het specialisme redvoertuig. Deze
financiële compensatie is gebaseerd op de vastgestelde uitgangspunten van het regionaal
specialisme.
Moet nog worden uitgewerkt.
Referenties:
Handleiding Brandweerzorg
regionaal repressief dekkingsplan Hollands-Midden door adviesbureau SAVE
Organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in de regio (Rijnland)
Leidraad Oefenen (NiBRA)
Regionale procedures
..,;; ..
Notitie IRP
Versie 1.6
-21-

Hoo dstuk 6: ~ecialisme Ongevalsbestrijding .
I Gevaarlijke Stoffen
BeSChrijVin~ van de gewenste situatie van de organisatie van het specialisme
Ongevalbe trijding Gevaarlijke Stoffen (afgekort OGS) in de regio Hollands-Midden. Doel
is om een enduidige organisatie van het specialisme in de regio Hollands-Midden te
bewerkstel igen.
Uitvoe in
Algemee
Aan de ha d van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschreve in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschreve . Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet van een basiseenheid gelijktijdig
met inzet an specialisme) wordt bij het specialisme OGS gesteld dat het specialisme
OGS ie eli' .. . met een inzet van een basiseenheid kan worden uitgevoerd.
Inzet va~ het specialisme OGS
Het specifisme OGS is nieuw van opzet. Er wordt in deze opzet ook inzicht gegeven in
de functio arissen voor wat betreft de operationele leiding.
Het speci lisme OGS wordt uitgevoerd in aanvulling op de basiszorg door één of meer
GevaarlijKe Stoffen Eenheden. Voor het uitvoeren van de OGS taken is de basiseenheid
uitgerust ket 2 chemicaliënpakken.
Een Gevabrlijke Stoffen Eenheid (afgekort GSE) bestaat uit 6 personen. Een GSE heeft de
beschikkihg over een snel interventievoertuig voor het transport van gaspakdragers. In
dit voertJig bevinden zich een bevelvoerder, een chauffeur en vier gaspakdragers. Een
GSE is toègerust voor het uitvoeren van de volgende twee taken:
- Redding en Bronbestrijding
- Ontsmetting (eenvoudige ontsmetting)
Een GSE}an tijdens een incident slechts één taak uitvoeren. Als beide taken uitgevoerd
moeten orden zal een tweede GSE worden gealarmeerd. Bij opschaling naar twee GSE's
ontstaat en OGS peloton en zal een pelotonscommandant OGS worden toegevoegd aan
de GSE's Voor het uitvoeren van de taak ontsmetting, waarbij een uitgebreide
cntsrnettlnq van personeel of materieel noodzakelijk is, wordt een beroep gedaan op de
OGS-Coltainer. Deze OGS-Container is gestationeerd in Alphen aan den Rijn. De OGScontaine
is uitgerust met aanvullend materiaal voor bronbestrijding en ontsmetting.
De opk msttijd van de eerste GSE is gesteld op 30 minuten. De opkomsttijd van
de tweElde GSE is gesteld op 45 minuten.
Om vOld~ende dekking te bieden binnen de regio Hollands-Midden zijn 3 GSE's benodigd.
Door he~specialisme OGS onder te brengen bij de drie brandweerkorpsen met een 24uurs
be epsbezetting (Alphen aan den Rijn, Gouda en Leiden), wordt van de vrijwillige
brandw erorganisaties geen extra oefeninspanning gevraagd, buiten het oefenen van de
basiszorg. Tevens heeft het onderbrengen van het specialisme OGS bij de drie
brandw erkorpsen met een 24-uurs beroepsbezetting een voordelige invloed op de
opkoms ijd.
De bem nning van de eerste tankautospuit (basiseenheid) zal, conform de
basisbr ndweerzorg, een aanvang maken bij het optreden bij incidenten met gevaarlijke
stoffen. De primaire taak bestaat uit verkenning, grijpreddingen en eenvoudige
ontsme ing.
Notitie RP
Versie /.6
-22-
•
•

•
•
Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat een TAS, conform standaard bestek, beschikt
over twee chemiepakken. Als back-up geldt dat twee personen in uitrukkleding voldoen,
omdat er een GSE onderweg is.
Als een inzet voor OGS in het verzorgingsgebied van het specialisme leverende korps is
vereist (dus in Alphen aan den Rijn, Gouda of Leiden), zal een tankautospuit moeten
worden gealarmeerd conform kazernevolgordetabel. Het speclallsrne OGS, is immers niet
gelijktijdig uit te voeren met de basisbrandweerzorg.
Er zijn voor OGS de volgende opschalingdassificaties gedefinieerd:
Klein OGS:
basiseenheid (tankautospuit), 1 X GSE, OvO, ROGS.
MiddeiOGS:
basiseenheid (tankautospuit), 1 x TS conform de KVT, 2 X GSE, OVO (niet zijnde
de pelotonscommandant OGS), ROGS, pelotonscommandant OGS (dichtstbijzijnde
uit het OGS leverend gebied Gouda, Rijnstreek of Leiden)
Groot OGS:
basiseenheid (tankautospuit), 2 x TS conform de KVT, 3 X GSE, OvO (niet zijnde
de pelotonscommandant OGS), ROGS, HOvO, pelotonscommandant OGS
Aantal personen voor de inzet
o Basiseenheid bestaat uit 6 personen
o Een Gevaarlijke Stoffen Eenheid bestaat uit 6 personen.
chauffeur / plotter
bevelvoerder
4 gaspakdragers
o OGS-container wordt bemand door twee personen.
o Pelotonscommandant OGS / OvO
o HOVO/ROGS (zie Operationele Leiding)
Materieel
Het materiaal voor de uitvoering van het speclallsme valt onder de verantwoordelijkheid
van de regionale brandweer Hollands-Midden. Onder deze verantwoordelijkheid valt de
aanschaf, het onderhoud en beheer van drie GSE voertuigen en de inventaris. Voor de
uitvoering van het specialisme OGS stelt de regionale brandweer Hollands-Midden het
volgende materieel ter beschikking:
3 GSE voertuigen
OGS-container
De specificatie van het voertuig en container en de inventaris zal gemaakt worden door
de afdeling LTD in samenwerking met de gebruikers en de specialist OGS.
Opleidingen
Voor de uitvoering van het specialisme OGS moet personeel van het korps, welke het
specialisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal mensen dat moet worden opgeleid, is
een factor maal het aantal benodigde personen voor de uitvoering van het specialisme.
De factor waarborgt dat voldoende personeel is opgeleid om de paraatheid en continuïteit
van het specialisme te kunnen garanderen.
Notitie IRP
Versie 1.6
-23-

De volgend (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist:
Gaspakdra ' er:
Rij~diploma Brandwacht 1
Module Gaspakdrager
Aan~ullende regionale opleidingen / instructies
Chauffeur plotter
Rij , diploma Brandwacht 1
Dip oma brandweerchauffeur
Aa vullende regionale opleidingen / instructies
Bevelvoer. er
Rij sdiploma Onderbrandmeester
Mo ule Gaspakdrager
- Aa'l vullende regionale opleidingen / instructies
Pelotonsc6mmandant OGS (OvD)
ovb opleiding conform beschrijving Operationele Leiding 0
Aanvullende OGS training
- Aapvullende regionale opleidingen / instructies
HOVD/RObs
Zij beschrijving Operationele Leiding
De specifirtie opleidingen in overleg met de afdeling Opleidingen.
Oefen n en
Voor het efenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen
naar de idraad Oefenen van het NiBRA. Voor het specialisme OGS houdt dit concreet in
dat een a ntal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden beoefend. Het
beoefeneh van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor het personeel, dat uitvoering
kan geveh aan het specialisme OGS. De organisatie van de oefeningen is een
verantwo~brdelijkheid van het specialisme leverend korps. De organisatie van de
oefening n voor de pelotonscommandanten OGS en de HOVD/ROGS is een
verantw ordelijkheid van de Regionale Brandweer Hollands-Midden. Er dient een
registrati van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden.
De mini ale oefeninspanning omvat de jaarlijks te beoefenen oefenkaarten, zoals Ö
vermeld n de Leidraad Oefenen, voor OGS. Dit zijn:
Gaspakd ager:
5 rie 300 en oefenkaartnr. 405
Bevetvoërder:
- Kaartnrs.: 731, 732, 733,734, 739
OvD: lartnrs.: 831,832,833, 839
Fina clen
e speclallsme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-
Midden financieel gecompenseerd voor de uitvoering van het specialisme OGS.
eze financiële compensatie is gebaseerd op de vastgestelde uitgangspunten van
et regionaal speclallsrne,
Moet n g worden uitgewerkt.
Notitie RP
Versie .6
-24-

•
•

Hoofd Officier van Dienst HOvD (tevens ROGS)
• op verz ek van de OvD
• Op basi van object of gebied gebonden risico
• Op basi van meldingsclassificatie
• GRIP in identen
• vanaf i cidentclassificatie grote brand / groot ongeval
• Als me tplanleider
• Bij prJdure Noodoproep
Command nt van dienst CvD .
• op ve ek van de HOIiD
• Op baïs van object of gebied gebonden risico
• Op bas s van meldingsclassificatie
• GRIP i cidenten (vanaf GRIP 2)
• bij (ze r) grote brand
• bij eenfzeer) groot ongeval
• Bij pro edure Noodoproep
Piketfuncti narissen worden ingedeeld in dienstroosters. •
M teri I
Het mate aal voor de uitvoering van het specialisme valt onder de verantwoordelijkheid
van de relionale brandweer HOllands.-Midden. Onder deze verantwoordelijkheid valt de
aanschaf, het onderhoud en beheer van het piketvoertuig en de inventaris. Voor de
uitvoering van het specialisme Operationele Leiding stelt de regionale brandweer
Hollands- idden het volgende materieel ter beschikking:
pi etvoertuig (OVD-HOVD-CVD)
In entaris conform standaard bestek
Pe oonlijke uitrusting
o I I I n
Voor de uitvoering van het specialisme Operationele Leiding moeten de
piketfun ionarissen zijn opgeleid. Het aantal mensen dat moet worden opgeleid, is
gekoppel aan het dienstrooster. Het dienstrooster waarborgt dat voldoende personeel is
opgeleid . m de paraatheid en continuïteit van het specialisme te kunnen garanderen.
De volge de (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist:
OVD
HOVD
Notitie I P
Versie 116
Ri ksdiploma Adjunct Hoofdbrandmeester
o Of Diploma Officier van Dienst (Nieuwe structuur)
A nvullende regionale opleidingen
Rr:'ksdiPloma Hoofdbrandmeester
o Of Diploma Hoofd Officier van Dienst (Nieuwe structuur)
D ploma Regionaal Officier gevaarlijke Stoffen
D ploma WVD deskundige
g durende minimaal 3 jaar als OVD te hebben gefunctioneerd
nvullende regionale opleidingen
-26-
•
-
..'

CVD
Rijksdiploma Commandeur
gedurende minimaal 3 jaar als HOVD te hebben gefunctioneerd
Aanvullende regionale opleidingen
Oefeningen
Voor het oefenen van alle taken wordt verwezen naar de Leidraad Oefenen van het
NiBRA. Voor het specialisme Operationele Leiding houdt dit concreet in dat per
piketfunctie een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden beoefend.
Het beoefenen van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor alle piketfunctionarissen
welke uitvoering kan geven aan het specialisme. Er dient een registratie van de
oefeningen per persoon te worden bijgehouden. Tevens worden jaarlijks vier
bijscholingsavonden voor officieren (OvD, HOvD, CvD) georganiseerd door de regionale
brandweer Hollands-Midden (afdeling Crisisbeheersing).
Het aantaloefenuren wordt jaarlijks vastgesteld.
De minimale oefeninspanning omvat de jaarlijks te beoefenen oefenkaarten, zoals
vermeld in de Leidraad Oefenen, voor Officieren.
Voor de piketofficieren is de serie 800 beschikbaar .
• Financiën
•
De specialisme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-Midden
financieel gecompenseerd voor het leveren van een piketfunctionaris. Deze financiële
compensatie
. specialisme.
is gebaseerd op de vastgestelde uitgangspunten van het regionaal
Moet nog worden uitgewerkt.
Referenties:
Handleiding Brandweerzorg
regionaal repressief dekkingsplan Hollands-Midden door adviesbureau SAVE
Organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in de regio (Rijnland)
Leidraad Oefenen (NiBRA)
Regionale procedures
Notitie IRP
Versie 1.6
-27-

Hoofd tuk 8: Waarschuwings- en Verkennin~
dienst WVO
Beschrijvin van de gewenste situatie van de organisatie van het specialisme WVO in de
regio Holla ds-Midden. Doel is om een eenduidige organisatie van het specialisme in de
regio Holla ds-Midden te bewerkstelligen.
Uitvoe in
Algemee
Aan de ha d van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschreven in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschrever.. Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet basiseenheid gelijktijdig met inzet
van speclallsme) wordt bij het specialisme WVO gesteld dat het specialisme gelijktijdig
met een iret van een basiseenheid kan worden uitgevoerd. '.
Het doel van de Waarschuwings- en Verkenningsdienst is:
het verkefnen, georganiseerd verz.amelen en analyseren van (meet)gegev.ens en monsters
over de a rd, ernst en omvang van een gevaarstoestand, om beslissingen te kunnen
nemen ov r de veiligheid voor korte en lange termijn van bevolking en hulpverleners
. ,
De opko sttijd van de Waarschuwings- en Verkenningsdienst is gesteld op 15
minuten! Binnen 30 minuten na uitruk moet de meetploeg een meting hebben
verricht. I -
De gegev~ns van de meting moeten direct, middels een meetbericht, worden doorgeven
aan de mbldkamer of de Meetplanleider. De Meetplanleider maakt deel uit van de functie
van een OvO. Dit is beschreven in het specialisme Operationele Leiding.
Stand rd bezettin WVD
De beze ing van een meetploeg dient minimaal te bestaan uit twee Verkenners
Gevaarlij e Stoffen, waarvan één tevens kan fungeren als brandweerchauffeur. Het
verdient anbeveling om apart een chauffeur toe te voegen aan de standaard bezetting .•. ,
WvO. De chauffeur heeft vervolgens alleen als taak om de Verkenners gevaarlijke Stoffen
naar de angegeven locatie te vervoeren,
Mate lee.
Een dee~van het materiaal voor de uitvoering van het specialisme valt onder de
verantw ordelijkheid van de regionale brandweer Hollands-Midden. Onder deze
verantw ordelijkheid valt de aanschaf, het onderhoud en beheer van de meetkist met
inhoud. %or de uitvoering van het specialisme WVO wordt deels ook een beroep gedaan
op het gebruik van lokaal materieel. Aanschaf, onderhoud en beheer van een voertuig,
adembeScherming, uitrukkleding en communicatieapparatuur (TMO portofoon) is een
verantjWrdelijkheid van het lokale brandweerkorps, belast met de uitvoering van het
specialis e WVO.
Voertui
Eenme~tploeg dient te beschikken over een brandweervoertuig dat optische- en
gelUidSS~gnalen kan voeren. Het voertuig dient minimaal uitgerust te zijn met
adembe cherming voor twee personen, communicatieapparatuur en de meetkist. Het
voertuig dient door de gemeente beschikbaar gesteld te worden.
. I I
Notitie ~RP -28-
Versie ~.6

•
•
uitrusting
Voor de meetploeg geldt: standaard brandweer uitriJkkleding, adembescherming,
communicatieapparatuur (TMO), een meetkist met daarin onder andere een
explosiegevaarmeter, meetbuisjes, gasmeetpompje, radioactiviteitmeters, kompas,
kaartmateriaal, meetboek, lakmoespapier. De inventaris kan worden uitgebreid met
andere noodzakelijke uitrusting.
Onderhoud en keuring
Periodiek onderhoud aan de meetkist en aanverwante materialen wordt jaarlijks door de
regionale brandweer Hollands-Midden geregeld. Onderhoud aan adembescherming,
uitrukkleding en het uitrukvoertuig valt onder de verantwoordelijkheid van het lokale
brandweerkorps, welke is belast met de uitvoering van het specialisme WVO.
Opleidingen
Voor de uitvoering van het specialisme Waarschuwing en verkenningdienst moet
personeel van het korps, welke het specialisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal
mensen dat moet worden opgeleid, is een factor maal het aantal benodigde personen
voor de uitvoering van het specialisme. De factor waarborgt dat voldoende personeel is
opgeleid om de paraatheid en continuïteit van het specialisme te kunnen garanderen.
De volgende (aanvullende) opleidingen zijn minimaal vereist:
Verkenners:
diploma Hoofdbrandwacht inclusief de module Hoofdbrandwacht Verkenner
Gevaarlijke Stoffen
voor het rijden met optische- en geluidSSignalen moet de chauffeur in het bezit
zijn van het diploma Brandweerchauffeur
Men heeft algemene kennis van het voertuig en de inventaris.
Oefeningen
·,Voor het oefenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen
naar de Leidraad Oefenen van het NiBRA. Voor het specialisme WVO houdt dit concreet in
dat een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden beoefend. Per
persoon moet tenminste 6 uur per jaar onder leiding van een terzake kundig instructeur
aan oefenen worden besteed. De Regionale brandweer Hollands-midden biedt jaarlijks
oefeningen aan op het gebied van WVO en zorgt tevens voor instructeurs. Het beoefenen
van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor het personeel, dat uitvoering kan geven
aan het specialisme WVO. De organisatie van de oefeningen is een verantwoordelijkheid
van het specialisme leverend korps. Er dient een registratie van de oefeningen per
persoon te worden bijgehouden.
Financiën
De specialisme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-Midden
financieel gecompenseerd voor de uitvoering van het specialisme WVO. Deze financiële
compensatie is gebaseerd op de vastgestelde uitgangspunten van het regionaal
specialisme.
Notitie IRP
Versie 1.6
-29-

Hoof stuk 9: VC en COH
BeSChrijv)9 van de gewenste situatie van de organisatie van het specialisme
verbindin~commando voertuig (Ve) in combinatie met de commando haakarmbak
(COH) in e regio Hollands-Midden. Doel is om een eenduidige organisatie van het
specialism in de regio Hollands-Midden te bewerkstelligen.
Algemee
Aan de hal d van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschrev~n in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschrev n. Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet basiseenheid gelijktijdig met inzet
van speci lisme) wordt bij het specialisme VC en COH gesteld dat het specialisme
gelijktijdit met een inzet van een basiseenheid kan worden uitgevoerd.
De verbin ingscommandowagen (Ve) maakt onderdeel uit van de brandweercompagnie
(zie leidr ad Brandweercompagnie). Om die reden beschikt de regionale brandweer
Hollands- idden over een verbindingscommandowagen. De VC wordt echter niet meer
zelfstandi ingezet bij calamiteiten, met uitzondering van een interregionale inzet van de
brandwe rcompagnie. Met de invoering van de calamiteitenmeldkamer vindt coördinatie
van de c mmunicatie, op de plaats van het incident, namelijk plaats via deze
calamitei enmeldkamer.
De Com andohaakarmbak (COH) is een afzetcontainer waarin de overleggen van de
multidisc plinaire operationeel leidinggevenden plaatsvinden. De COH beschikt over
communi atiemiddelen, kaartmateriaal en een vergaderruimte. De COH wordt tijdens de
calamiteitenbestrijding ingezet voor de CoPI overleggen (CoPI = Commando Plaats
Incident)f
KOppeli~g tussen VC en COH .
Zowel d~ VC als de COH worden niet zelfstandig ingezet voor de calamiteitenbestrijding,
maar zul en te allen tijde aan elkaar worden gekoppeld als eenheid. Deze koppeling is
noodzak lijk om de mogelijkheden van de beschikbare (communicatie)middelen zo
optimaal mogelijk te kunnen benutten. De VC rukt niet uit zonder de COH en vice versa.
Dit is zo pgenomen in het GMS (Geïntegreerd Meldkamer Systeem). Inzet van de
combina ie VC en COH is standaard vanaf het niveau "zeer grote brand" , "groot ongeval"
of bij ee opschaling vanaf GRIP 2. De OvD of HOvD kan in iedere andere situatie de VC
en COH anvragen via de meldkamer.
De opk msttijd van de VC en COH is gesteld op 60 minuten
De taak an de VC en de COH, in de calamiteitenbestrijding, is een ondersteunende taak
voor de perationeel leidinggevenden ter plaatse. De middelen (inhoud VC en COH) en
het pers neel van de VC moeten kunnen voorzien in onder andere: (lokale)
commu icatiemogelijkheden, overlegvoorzieningen, verslaglegging, stroomvoorziening,
naslagw rken, algemene ondersteuning.
Notitie RP
Versie .6
-30-
o
o

~andaard bezetting VC en COH
De COH dient te worden gepiáéÎtSt door een haakarmvoertuig. Hiervoor gelden de eisen
zoals gesteld bij het specialisme Haakarmvoertuig. Het personeel van het
haakarmvoertuig zorgt dat de COH op de juiste locatie wordt afgezet.
Voor de uitvoering van de taken van het specialisme VC en COH zijn twee personen
nodig. Dit personeel zorgt voor de juiste werking van de middelen en biedt ondersteuning
aan de operationeel leidinggevenden. Specifiek gaat het om de volgende taken:
plotten van gegevens
verslaglegging CoPI overleggen
gereedmaken van communicatievoorzieningen (satelliet, GSM, C2000, fax,
internet etc.) .
beheer van kaartmateriaal
communicatiebewaking (telefoon I portofoon) tijdens CoPI overleg
• Materieel
•
Het materieel voor de uitvoering van het specialisme VC en COH wordt beschikbaar
gesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de
regionale brandweer Hollands-Midden. De regionale brandweer Hollands-Midden is
vervolgens verantwoordelijkheid voor het onderhoud en beheer van de VC en COH. De
inventaris van de VC en de COH is verwerkt in een lijst welke als bijlage is toegevoegd.
De regionale brandweer Hollands Midden is verantwoordelijk voor het onderhoud en de
. werking van de inventaris van de VC en COH. De COH wordt vervoerd met een
Haakarmvoertuig.
Opleidingen
Voor de uitvoering van het specialisme VC en COH moet personeel van het. korps, welke
het specialisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal mensen dat moet worden opgeleid,
lseen factor maal het aantal benodigde personen voor de uitvoering van het specialisme.
De factor waarborgt dat voldoende personeel is opgeleid om de paraatheid en continuïteit
van het specialisme te kunnen garanderen.
Het personeel dient de taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Men moet ervaring
hebben met plotten en verslaglegging. Specifieke opleidingen voor de uitvoering van het
specialisme VC en COH worden, in samenspraak met het hoofd van de afdeling
Opleidingen van de regionale brandweer, georganiseerd. Tevens dient men 'bekend te
zijn met de werking van de inventaris van de COH en de VC.
De chauffeur van deVC moet in het bezit zijn van het diploma Brandweerchauffeur.
Chauffeur: Diploma Brandweerchauffeur
Personeel: Opleidingen voor grootschalig optreden en Brandweercompagnie die
voortvloeien uit de taak.
Oefeningen
Voor het oefenen van alle brandweertaken (basiszorg en speclallsrnen) wordt verwezen
naar de Leidraad Oefenen van het NiBRA. Voor het specialisme VC en COH zijn geen
functiegerichte oefenkaarten welke jaarlijks kunnen worden beoefend. Om de
vaardigheden van het personeel op peil te houden zal het specialisme VC en COH moeten
aansluiten bij de regionale mono- en multidisciplinaire oefeningen. De organisatie van
deze oefeningen is een verantwoordelijkheid van de regionale brandweer Hollands
Midden. Er dient een registratie van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden.
Men heeft voorts specifieke kennis van de inventaris van de VC en COH.
Financiën
Conform de vastgestelde uitgangspunten van het regionaal specialisme ..
Notitie IRP
Versie 1.6
-31-

Bijlage 1
Invent risIijst COH 990
Buitenzi de:
Voorzijde container motor voor airco.
Scharnie end dakpaneel met 4 antennes.
Comma doruimte:
Grote tail met oleaat tafelblad, en diverse aansluitingen voor telefoons.
7 Stoele met schrijftafel .
1 vaste ruk.
Wanden oorzien van aansluitingen telefoons.
1 torkho der.
Airco me afstandbediening.
1 klok.
1 radio.
1 afvalb k.
1 brandblusser.
1 zakla~p.
Patchsp neel.
Spanntrn spaneel.
1 vaste telefoon tbv satelliet communicatie.
2 c20001 mobilofoons en 1 analoge.
1 satellittschotel.
1 wand 'aart met WVO meetpunten.
Intree:
1 trap/I dder.
2 grote telefoonhaspels.
4 220 Haspels,
1 kist vérloop kabels.
1 k'" 1"'00"'''''''''''
COH K :
walinvder 1 en 2.
Zekeringenkast.
1 syste m accu.
1 omvo mer 12/220
Notitie RP
Versie .6
-32-
•
f.

•
• COH
COH K2:
Kist met schoonmaak materiaal wanden.
Schrijfgerei.
1 satellietontvanger met 5 draadlosse toestellen.
COH K3:
1 telefoon centrale.
1 ISDN omvormer.
1 programmeer toestel.
1GSM booster
1 dect telefoon Satelliet
1 fax / kopieerapparaat.
1 no break installatie
COH K4:
Kaarten.
COH KS:
Stadsplattegronden van alle regionale gemeente.
Gemeentegidsen van alle regionale gemeente.
K6:
1 handboek VC/COH.
1 notulenmap.
Fax / kopieerpapier en schrijfbloknoten.
COH K7:
Documentatie en infoboeken VC apparatuur.
Diverse aansluit kabels.
COH K8:
Leeg.
Notitie IRP
Versie 1.6
-33-

COH Kg:
Leeg.
COH KUl:
Veiligheids vesten.
COH Kil:
Leeg.
COH Kl, :
1 EHBO~,ist.
COH Kl~ :
6 Telefodnhaspels klein.
COH Kl
Motor vo r luchtbehandeling.
COH Kl :
2 aggre aten met onderstel.
1 Jerryc n met diesel, schenkfles en schenktuit.
Vaste ta I k met diesel voor Kachel.
COH Kil:
kastje v or aansluitingen voeding, telefoon, satelliettelefoon.
Notitie IRP
Versie 1.6
-34-
•,~
'.

•
•
Bijlage 2
Inventarislijst 995
Cabine:
1 analoge Mobilofoon met mike.
1 C2000 Portofoon houder.
1 regionaal aanrijdrouteboek.
1 boek procedure auto (snel-) wegen.
1 complete stratengids.
Dashboardkastje:
1 portofoon C2000 995.
1 benzinepas.
2 paar werkhandschoenen .
1 beknopte gebruiksaanwijzing C2000 I portofoon MTP 700.
1 flesje handzeep .
.Verbindingsruimte:
1 noodbediening OMS Systeem.
1 regiokaart met vastgestelde WVO meetpunten.
1 airco met afstandbediening.
12 analoge porto's met draagtasjes en snel laders.
Stadsplattegronden van alle regionale gemeente.
Gemeentegidsen van alle regionale gemeente.
1 mobiele whitebord/tafel.
1 afvalbak.
1satelliettelefoon .
1 vaste telefoon.
6 analoge mobilofoons met 3 voetpedalen .
3 C2000 mobilofoons.
1 zaklamp.
1fax.
1 marifoon.
1 radio.
1 klok.
1 patchspaneel.
1 zekering automaten paneel.
1 torkhouder.
3 losse stoelen.
2 vaste stoelen.
1 brandblusser.
Notitie IRP
Versie 1.6
-35-

VC Kl:
Drinkbek rs.
3 headse s.
Gereedsc ap.
Uitgiftefo mulieren en bloknoten in kist.
Afvalzak en.
Documentatle en infoboeken VC apparatuur.
VC K2:
Schrijfge ei (memoblaadjes, stiften, pennen, enz,).
Diverse oeken: (Grootschalig optreden, chemieboek, regionale procedures,
enz,).
VC K3:
walinvo~ 1 en 2.
1 telefoo haspel groot
2 telefoo haspel klein.
2 verlen haspels 220.
1 kist ve~IOOPkabelS(220-eurostekker, 380-euroste.kker,euro-euro).
1 verdee blok voor telefoon.
1 kist m t diverse veiligheidsvesten.
1 kist m t telefoontoestel en losse aansluit en verloop snoeren.
2 accu I ders.
Diverse elefoonaansluitingen.
Systeem accu.
Notitie I P
Versie 1.
-36-
•
•

•
• Per
Hoofdstuk 10: Haakarmvoertuig
Beschrijving van de gewenste situatie van de organisatie van het Haakarmvoertuig in de
regio Hollands-Midden. Doel is om een eenduidige organisatie in de regio Hollands-
Midden te bewerkstelligen.
Uitvoering
Algemeen
Aan de hand van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschreven in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van het specialisme eenduidig worden
beschreven. Indien sprake is van gelijktijdigheid (inzet basiseenheid gelijktijdig met inzet
van specialisme) wordt bij de inzet van een Haakarmvoertuig gesteld dat deze gelijktijdig
met een inzet van een basiseenheid kan worden uitgevoerd.
Het Haakarmvoertuig is geënt op logistiek. Het Haakarmvoertuig is ingericht voor het
transport van haakarmbakken welke op locatie kunnen worden afgezet. De urgentie en
opkomsttijd wordt niet bepaald door het voertuig, maar door de container welke met het
voertuig is verbonden:
- opkomsttijd dompelpompunit:
- opkomsttijd verzorgingshaakarmbak:
- opkomsttijd Commandohaakarmbak
- opkomsttijd basis haakarmbak:
- opkomsttijd specialistische haakarmbak:
- opkomsttijd OGS container:
30 minuten
60 minuten
60 minuten
30 minuten
30 minuten
zie specialisme OGS
Een Haakarmvoertuig is onderdeel van de brandweercompagnie voor het transport van
aanvullend materieel ten behoeve van de grootschalige technische hulpverlening en
rampenbestrijding.
Voor de taken binnen de brandweercompagnie wordt uitgegaan van drie
haakarmvoertuigen en drie haakarmbakken (leidraad brandweercompagnie). Praktisch
betekent dit een haakarmvoertuig en een haakarmbak per peloton. Aan het
ondersteuningspeloton wordt hier nog een dompelpompaanhanger en een specialistisch
haakarmbak aan toegevoegd .
brandweercompagnie zijn door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties twee haakarmvoertuigen verstrekt.
Per brandweercompagnie zijn door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties drie haakarmbakken verstrekt ten behoeve van technische
hulpverlening:
twee basis-haakarmbakken
één specialistische haakarmbak
Per brandweercompagnie zijn door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties twee haakarmbakken en een aanhanger verstrekt ten behoeve van
brandbestrijding:
twee dompelpompunits (2 x 1 km slanglengte)
één dompelpompaanhanger (1 x 3 km slanglengte)
Inzet van het specialisme Haakarmvoertuig
Het specialisme Haakarmvoertuig is los van de andere specialismen of basiseenheid
inzetbaar.
Het specialisme Haakarmvoertuig is mede gekoppeld aan het ondersteuningspeloton.
Notitie IRP
Versie 1.6
-37-

Standa rd bezettin Ha k rmvoertui
Voor de ui oering van het specialisme Haakarmvoertuig zijn twee personen nodig:
Cha ffeur Haakarmvoertuig
Bijz t Haakarmvoertuig
M teri el
Het materi~el voor de uitvoering van het specialisme Haakarmvoertuig wordt deels
beschikba~r gesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
aan de regj.onale brandweer Hollands-Midden. De regionale brandweer is vervolgens
verantwoo delijk voor dit materiaal. Onder deze verantwoordelijkheid valt het onderhoud
en beheer van het haakarmvoertuig en de haakarmbakken. Tevens zorgt de regionale
brandweel Hollands-Midden voor een juiste verdeling van het materieel. Voor de
uitvoering van het specialisme Haakarmvoertuig stelt de regionale brandweer Hollands-
Midden he volgende materieel per compagnie ter beschikking:
- 3 x Haakarmvoertuig
- Ha karmbakken (twee basis, één specialistisch, twee dompelpompunits)
1 dompelpompaanhanger
o leid n en
Voor de u tvoering van het specialisme Haakarmvoertuig moet personeel van het korps,
welke het specialisme uitvoert, worden opgeleid. Het aantal mensen dat moet worden
opgeleid, s een factor maal het aantal benodigde personen voor de uitvoering van het
specialis e. De factor waarborgt dat voldoende personeel is opgeleid om de paraatheid
en contin iteit van het specialisme te kunnen garanderen.
Er zijn ge n specifieke opleidingen voor het bedienen van een haakarmvoertuig. Op basis
van geric te interne instructie en het onderhouden van de vaardigheid in het opnemen
en afzett n van de haakarmbakken, moet ervaring in het bedienen van een
haakarm oertuig op peil kunnen worden gehouden. De chauffeur moet in het bezit zijn
van het d ploma Brandweerchauffeur. .
Chauffeu: Diploma Brandweerchauffeur
Diploma Brandwacht 1
Bijzit: Diploma Hoofdbrandwacht
Oefen n en
Voor het efenen van alle brandweertaken (basiszorg en specialismen) wordt verwezen 0
naar de idraad Oefenen van het NiBRA. Voor het specialisme Haakarmvoertuig houdt
dit concr et in dat een aantal functiegerichte oefenkaarten jaarlijks moeten worden
beoefend Het beoefenen van deze functiegerichte oefenkaarten geldt voor het personeel,
dat uitvo ring kan geven aan het specialisme Haakarmvoertuig. De organisatie van de
oefening n is een verantwoordelijkheid van het specialisme leverend korps. Daarnaast
Organise+rt de Regionale brandweer Hollands-Midden jaarlijks pelotonsoefeningen. Er
dient ee registratie van de oefeningen per persoon te worden bijgehouden.
De mini ale oefeninspanning omvat de jaarlijks te beoefenen oefenkaarten, zoals
vermeld n de Leidraad Oefenen, voor Haakarmvoertuigen. Dit zijn:
Chauffeu
Bijzit:
Men hee
Oefenkaart 401E en serie 402
Serie 402
voorts specifieke kennis van het voertuig.
Finan iën
De speel lisme leverende korpsen worden door de regionale brandweer Hollands-Midden
financie I gecompenseerd voor de uitvoering van het specialisme Haakarmvoertuig. Deze
financiël~ compensatie is gebaseerd op de vastgestelde uitgangspunten van het regionaal
specialisme.
Notitie I~P
Versie 1/6
-38-
o

Hoofdstuk 11: Rggionale Tankautospuit
~~ .
Beschrijving van de gewenste situatie van de organisatie van de regionale tankautospuit
in de regio Hollands-Midden. Doel is om een eenduidige organisatie van deze
tankautospuit in de regio Hollands-Midden te bewerkstelligen.
Uitvoering'
Algemeen
Vanuit de elementen slagkracht, herbezetting en vervangend materieel bij opleiding en
oefening en bij onderhoud, is op een aantal plaatsen in de regio aanvullend materieel
benodigd boven hetgeen strikt vanuit de basiszorg benodigd is.
Aan de hand van de kader- en uitgangspunten basiszorg en regionaal specialisme, zoals
beschreven in hoofdstuk 1, kan de uitvoering van de taak van de regionale tweede
• tankautospuit eenduidig worden beschreven.
• 2)
Als uitgangspunt geldt dat de regionale tankautospuit niet noodzakelijk is voor
de basisbrandweerzorg, in de gemeente waar de regionale tankautospuit is
geplaatst.
Een gemeente wordt de mogelijkheid geboden om het voertuig op twee manieren te
plaatsen in haar gemeente:
1) Niet repressief inzetbaar
De gemeente waar het voertuig is geplaatst heeft schriftelijk aangegeven dat het
voertuig J\!lfI zal worden meegenomen in de dekking voor de lokale basiszorg. In
dat geval zal de regionale tankautospuit wel worden opgenomen in het
Geïntegreerd Meldkamersysteem (GMS) en de tijdsafhankelijke
kazernevolgordetabel (kvt), maar vervolgens in het systeem buiten dienst worden
gezet. Hierdoor zal de regionale tankautospuit niet worden gealarmeerd voor
repressieve taken. De gemeentelijke brandweer hoeft geen personeel paraat te
hebben voor het bemannen van de regionale tankautospuit .
Wel repressief inzetbaar
De gemeente waar het voertuig is geplaatst heeft schriftelijk aangegeven dat het
voertuig WEL voor de lokale brandweerzorg zal worden ingezet. In dat geval zal
de regionale tankautospuit worden opgenomen in het Geïntegreerd
Meldkamersysteem (GMS) en de tijdsafhankelijke kazernevolgordetabel (kvt) en
zal worden gealarmeerd voor repressieve taken conform opschaling. De
gemeentelijke brandweer is vervolgens zelf verantwoordelijk voor het bemensen
van de regionale tankautospuit met brandweerpersoneel, conform de afspraak
zoals gesteld in hoofdstuk 2 Basisbrandweerzorg. Alle eerder genoemde
uitgangspunten in hoofdstuk 2 zijn dan van kracht voor de inzet van het voertuig.
Locaties inclusief dekkingsgebied regionale tankautospuit
De regionale tankautospuit wordt, conform de aanbeveling in het SAVE rapport, geplaatst
bij tien verschillende gemeentelijke brandweerkorpsen. Dit zijn:
Alphen aan den Rijn, Gouda, Leiden, Nieuwerkerk aan den IJssel, Schoonhoven,
Leiderdorp, Bodegraven, Noordwijkerhout, Waddinxveen en Wou brugge.
Deze gemeentelijke brandweerkorpsen krijgen de beschikking over een regionale
tankautospuit. Elke gemeente met een regionale tankautospuit heeft een afgekaderd
gebied waarvoor het materieel als reserve geldt. In bijlage -1- is de indeling van de
gebieden inzichtelijk gemaakt.
Notitie IRP
VersleLê
-39-

Randvoorwaarden verplaatsing
De randvo~rwaarden van verplaatsing zijn onafhankelijk van de door de gemeente
gemaakte euze om het. voertuig wel of niet te gebruiken voor de lokale basiszorg.
Binnen he aangewezen gebied kan de tankautospuit onder de volgende
randvoorw arden tijdelijk worden verplaatst naar korpsen binnen het gebied:
ndien een brandweerkorps de tankautospuit kwijt is voor preventief of
correctief onderhoud. Hierbij dient de tijd die het kost om het voertuig te
verplaatsen, tegenover de winst die het oplevert om het onderhoud aan het
voertuig uit te voeren, te worden meegewogen.
Indien, vanwege een langdurig defect, een voertuig langer dan een maand is
uitgeschakeld zal de regio bepalen of er een herschikking moet plaatsvinden
van het materieel. M.a.w. het kan zijn dat er gekozen wordt voor het plaatsen
van een regionale TS uit een ander gebied dan het aangewezen gebied
conform bijlage -1-.
Voor oefen- en opleidingsdoeleinden van de regionale brandweer Hollands-
Midden.
Verplaatsingen buiten het gebied of verplaatsingen om andere redenen dan
onderhoud of opleiden & oefenen zal vooraf toestemming gevraagd dienen te 0
worden aan de regio afdeling TD&L.
Geschat ordt dat er voor onderhoud rekening gehouden dient te worden, dat de
regionale ankautospuit alle tankautospuiten in het gebied voor het reguliere onderhoud
één dag p r jaar zal moeten vervangen. Uitgaande van b.v. 7 tankautospuiten in een
gebied be ekent dit op jaarbasis een verplaatsing, in verband met onderhoud, van 7
dagen pe1 regionale TS.
Voor de afdeling Opleiding en Oefening van de regionale brandweer Hollands-Midden
wordt ee inschatting gemaakt, dat iedere regionale TS gemiddeld 25 dagen op jaarbasis
wordt ing zet. Opleidingen waar een TS moet worden ingezet zijn o.a. de opleidingen
voor man chappen en pompbedieners. Oefeningen waar een TS voor kan worden ingezet
zijn bijvo rbeeld pelotonsoefeningen en bevelvoerdertrainingen.
Totaal be ekent dit dat iedere regionale TS gemiddeld 32 dagen per jaar in een ander
korps zal orden geplaatst en/of zal worden ingezet door de afdeling Opleiding en
Oefening an de regionale brandweer. Dit is een schatting vooraf. Jaarlijks zal het
gebruik v n de regionale TS worden geëvalueerd door de afdeling TD&L van regionale 0
brandwe r Hollands-Midden.
Verplaat ing
i
Notitie IR]P
Versie 16
Verplaatsen vindt plaats binnen het aangegeven inzetgebied van de regionale
tankautospuit (zie bijlage)
De aanvraag voor het verplaatsen van de regionale tankautospuit wordt
onderling tussen de gemeenten binnen een gebied afgehandeld. Het korps dat
de tankautospuit nodig heeft is verantwoordelijk voor het halen en brengen.
In het geval van opleidingen ligt de verantwoordelijkheid voor het halen en
brengen van de TS bij de afdeling Opleiding & Oefening van de regionale
brandweer Hollands-Midden.
Voor regulier onderhoud en voor opleidingen dienen er ruim van te voren
(minimaal een week) afspraken gemaakt te worden met het korps waar het
voertuig is gestald.
(retour).Het in ontvangst nemende korps zal een inspectie doen en een
leenovereenkomst tekenen voor het voertuig inclusief bepakking.
Bij aflevering wordt gezamenlijk met een vertegenwoordiger van het korps
waar het voertuig is gestald een ontvangstcontrole gedaan.
-40-

• Verantwoordelijkheden
Het korps waar het voertuig is gestald is verantwoordelijk voor het inlichten
van de meldkanièr",~,;.·.. . .+,., ;
Indien een verplaatsing plaatsvindt vanuit het oogpunt van schade wordt dit
meteen gemeld aan de regio afdeling techniek & logistiek.
Eén keer per twee maanden wordt er een overzicht gemeld aan de regio
afdeling techniek & logistiek van het aantal verplaatsingen.
Materieel
Het materiaal voor de uitvoering van de Basisbrandweerzorg is beschreven in het
standaardbestek voor tankautospuiten van het ministerie van BZK, aangevuld met
regionaal vastgestelde aanpassingen. De regionale brandweer Hollands-Midden is
verantwoordelijk voor de aanschaf, het onderhoud en beheer van de regionale
tankautospuit en de inventaris. De regionale tankautospurt zal conform bovengenoemd
bestek worden uitgevoerd. Door meer onderlinge samenwerking en het optreden binnen
operationele grenzen is standaardisering van materieel een borging van kwaliteit. De
gemeenten moeten kunnen rekenen op een standaardkwaliteit van brandweeroptreden .
&. bevoegdheden
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden zullen nader worden verwoord in een
Service Level Agreement (SLA). Deze zal nog nader uitgewerkt dienen te worden en zal
de volgende onderwerpen bevatten:
• -•.goed huisvaderschap
• leenovereenkomst
• vergoedingen
• "onderhoud
o gebruiker
• 0 eigenaar
• ':'ontbinding
Financiën
De regio is verantwoordelijk voor de aanschaf en onderhoud, De gemeente is
verantwoordelijk voor een goed beheer op basis van goed hulsvaderschap en zal hiervoor
een vergoeding ontvangen welke een onderdeel zal zijn van de SLA.
Notitie IRP
Versie 1.6
-41-

Bijlage: g~l)ie(jsirldeling Regionale TS
Notitie
Versie 1
-42-
Schoonhoven •
•

•
•
Regionaal repressief dekkingsplan
·Regionale Brandweer Hollands-Midden
Opdrachtgever:
Regionale Brandweer Hollands-Midden
Gooimeerlaan 25
2317 JZ Leiden
Ingenieurs/adviesbureau SAVE
Postbus 321
7400 AH Deventer
Tel: 0570 663993
Fax: 0570 663992
E-mail: save@save.nl
I ..
. ,
I
·f,
. .~
maart 2005
050219 -N04
.·.·.IE· ..
. i .:-. .
! '.

•
•
Inhoud
1 Inleiding
1.1 De bepaling van de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg
1.2 Kwaliteit repressieve basiszorg
1.2.1 De wettelijke taak van de gemeente
1.2.2 De repressieve kwaliteit
1.4.3 Opkomsttijd
1.3 Normen
1.4 Bepaliog toegevoegde waarde van posten en voertuigen
1.4.1 Inleidiog
1.4.2 Het belang van de verschillende uitrukposten
1.4.3 De ontwikkeling van aanbevelingen met betrekking tot de
repressieve organisatie io de regiogemeenten
1.4.4 Materieelvoorstel
1.4.5 Overige onderwerpen
2 Resultaten
2.1 Inleidiog
2.1.1 Kazernelocaties en uitruktijden
2.1.2 Opkomsttijden en dekkingsgebieden
2.1.3 Operationele grenzen
2.2 Gemeente Alkemade
2.3 Gemeente Alphen aan den Rijn
2.4 Gemeente Bergambacht
2.5 Gemeente Bodegraven
2.6 Gemeente Boskoop
2.7 Gemeente Gouda
2.8 Gemeente Hillegom
2.9 Gemeente Jacobswoude
2.IOGemeente Katwijk
2.11 Gemeente Leiden
2.12Gemeente Leiderdorp
2.13 Gemeente Liemeer
2.14Gemeente Lisse
2.15 Gemeente Moordrecht
2.16Gemeente Nederlek
2.17 Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1 8Gemeente Nieuwkoop
2.19Gemeente Noordwijk
2.20Gemeente Noordwijkerhout
2.21 Gemeente Oegstgeest
2.22Gemeente Ouderkerk
2.23 Gemeente Reeuwijk
2.24Gemeente Rijnsburg
2.25 Gemeente Rijnwoude
050219.N04
pag.
5
5
6
6
6
8
9
10
10
11
12
14
15
17
17
17
17
17
18
18
20
20
21
22
23
24
25
26
27
27
28
29
29
30
31
32
32
33
34
35
36
36
3
f .'
r -'._~~.". ")-,'-:;"
. i IV·· " " iE· !. - ... . .-
,- .~

2 26 Gemeente Sassenheim
2 27 Gemeente Schoonhoven
2 28Gemeente Ter Aar
2 29Gemeente Valkenburg
2hOGemeente Vlist
2 3IGemeente Voorhout
2 32Gemeente Voorschoten
2 33Gemeente Waddinxveen
2h4Gemeente Warmond
2h5Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle
2 36Gemeente Zoeterwoude
3 Technische hulpverleningen / Waterongevallen
3 I Inleiding
3 2 Beoordelingscriteria technische hulpverlening
3 3 Voorstel voor de toekomst
3 4 Beoordelingscriteria optreden bij waterongevallen/duikteams
3 5 Voorstel voor de toekomst
4 Andere onderwerpen en totaalbeeld
4 1 Inleiding
4 2 De regionale tweede tankautospuit
4 3 Het regionale redvoertuig
4 4 Regionale gaspakkenteams
4 5 Meetploegen
4 6 De indeling van OvD-gebieden
4.6.1 Uitgangspunten
4.6.2 De indeling in gebieden
4 7 Totaalbeeld
050219.N04
l
. :..IV·· I.. E ·· .
"',{: /" .. { .
S :.. , "
;(
. -, j:' . I' "-"
, . i· . 1 i
37
38
39
39
40
41
42
42
43
44
45
47
47
47
48
49
50
53
53
53
54
55
55
56
56
56
57
•
•

•
•
1 Inleiding
1.1 De bepaling van de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg
s
In het kader van het actualiseren van het repressief dekkingsplan zijn in samenwerking
met de gemeenten de volgende werkzaamheden verricht:
- een actualisering van de indeling van de gemeente in vakken;
een actualisering van de voor de brandweer belangrijke rijroutes naar die vakken,
inclusief waar nodig een aanpassing van de haalbare rijsnelheden;
een analyse van haalbare uitruktijden van de voertuigen in de verschillende
posten. Dit heeft plaatsgevonden voor zowel de situatie buiten als die gedurende
werktijd. Dit leidt dan ook tot twee voor die situaties verschillende de kkingspla
nnen;
een actualisering van de bebouwing per vak .
Tijdens de werkzaamheden is regelmatig met de brandweerkorpsen teruggekoppeld
aan de hand van tussenresultaten en concepteindresultaat.
Aan de hand van deze gegevens is het mogelijk de 'kwaliteit' van de eerstelijns
brandweerzorg te bepalen. Kwaliteit definiëren we als bureau dan als volgt: "Het
vermogen om in voldoende mate, voldoende snel met voldoende middelen (materieel,
personeel) bij een incident (brand of hulpverlening) te arriveren".
Het resultaat van de kwaliteitsanalyse is:
- per gemeente een oordeel over de kwaliteit gedurende en buiten werktijd;
- bij een andere beoordeling dan een 'goed' of 'voldoende' geven we aan waar de
belangrijkste problemen liggen;
- waar nodig het aangeven van mogelijke oplossingsrichtingen (repressief
eventueel preventief). Dit mede in overleg met de betreffende gemeenten.
Operationele grenzen
In dit rapport gaan we nit van het principe van de "operationele grenzen": de snelste
brandweer arriveert. Ook al is dat niet die van de eigen gemeente. Enerzijds is
dit in het belang van de burger: bij relevante verschillen krijgt die de snelste
brandweer. Anderzijds maakt dit ook efficiency maatregelen mogelijk in die gevallen
waar aan weerszijden van de gemeentegrens dicht bij elkaar kazernes staan.
Het principe betekent ook dat een besluit met betrekking tot de operationele organisatie
de kwaliteit of de efficiencymogelijkheden in een andere gemeente treft.
Dit heeft tot gevolg dat de besluitvorming over de onderwerpen regionaal gecoördineerd
moet plaatsvinden.
050219.N04
5
. ' tIV·.iE·.... ( " i
/ '/ '/

1 2 Kwaliteit repressieve basiszorg
1 2.1 De wet/eli'ke taak van de emeente
ken, filosofie
De wettelijke taken met betrekking tot de brandbestrijding en het optreden bij
abdere incidenten kunnen worden afgeleid uit de verantwoordelijkheid van de
gbmeente voor openbare orde en veiligheid en bestaan primair uit:
het beschermen van de veiligheid van personen;
het beschermen van eigendommen van derden;
het beperken van de schade in het brandende object.
s I
De repressieve brandweerorganisatie moet zodanig opgezet zijn dat de eerste twee
gbnoemde taken voldoende effectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. De
rde taak moet met die organisatie zo goed mogelijk worden uitgevoerd. De geeente
hoeft er niet extra voor te investeren, tenzij een investering een zeer duid~
lijk pos itieve kostenlbatenverhouding heeft.
1it is de filosofie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die als uitgangspunt
heef] gegolden bij de opstelling van de Handleiding Brandweerzorg, die we in dit
obderzoek als uitgangspunt hebben genomen. .
e gemeentelijke brandweer levert als primair product het minimum pakket zoals
schreven in de wet te weten:
- het voorkomen en beperken van brand en schade (personen, materieel) bij
brand en
- het optreden bij incidenten anders dan brand (technische hulpverlening) wanneer
daarbij de veiligheid van personen (en ook dieren) in het geding is.
,aarnaast levert de brandweer al dan niet in regionaal verband een groot pakket
akn andere veiligheidsvergrotende diensten en beschikt daartoe over een aantal
sbecialisaties zoals een duikploeg en een gaspakkenploeg. De brandweer van de
~emeente levert via deze weg producten aan andere gemeenten binnen de regio .
.2.2 De re ressieve kwaliteit
e kwaliteit van de repressieve organisatie kan als volgt worden gedefinieerd:
"[Iet vermogen om in voldoende mate met voldoende middelen (personeel, matetfieel)voldoende
snel bij een incident (brand, hulpverlening) te arriveren. "
n aantal elementen uit deze definitie zullen we toelichten.
oldoende mate
*e brandweerzorg en de vaststelling van een 'voldoende niveau' is een ge-
~eentelijke verantwoordelijkheid. Er is in de wetgeving bijvoorbeeld niet hard
astgelegd wat 'in voldoende mate' is in het licht van de hiervoor opgenomen ~-
J
050219.N04
' " ;
!
.'

•
•
finitie. Wel bestaan er referentiekaders die afgeleid zijn van de huidige landelijke
praktijk. Daarin wordt aangegeven dat de aanbevolen opkomsttijd in maximaal
10% van de gevallen met niet meer dan 2 à 3 minuten overschreden mag worden
om nog van een voldoende niveau van repressieve zorg te kunnen spreken').
Bij een overschrijding van 10-20% van de gevallen is sprake van een onvoldoende
situatie waarbij verbetering moet worden overwogen. Het gemeentebestuur kan
daarbij een kosten-/effectiviteitsafweging makerr'',
'Voldoende middelen'
Wat voldoende middelen zijn wordt, als we ons beperken tot branden in gebouwen,
bepaald door het brandrisico van een gebouw. Dit brandrisico bepaalt 'de
klus' die geklaard moet kunnen worden en de snelheid waarmee dit moet ge beuren
om de primaire taken (beschermen veiligheid personen, beschermen eigendommen/schade)
effectief te kunnen uitvoeren. Per soort gebouw is in de Handleiding
Brandweerzorg vastgesteld hoe snel één of meer bemande tankautospuiten en
eventuele ladderwagen of hoogwerker moeten arriveren. Per soort voertuig is
vastgesteld wat de personele bezetting moet zijn. Dit personeel moet voor de uit te
voeren taken opgeleid en geoefend zijn. We gaan ervan uit dat het materieel en
het personeel van de posten in de regio (en van de buurregio's) voldoen aan de
landelijke normen en eisen.
Grote 'klussen' vereisen meer middelen dan kleine. Zo is bij brand in een moderne
eengezinswoning de komst van één tankautospuit vereist en bij brand in een oudere
woning boven een winkel de komst van twee tankautospuiten.
De technische hulpverlening is ook een belangrijke taak van de brandweer. Uit de
Handleiding Brandweerzorg blijkt dat in tegenstelling tot het optreden bij brand
deze taak niet bepalend is voor het aantal kazernes. Vanwege alleen de taak 'hulpverlening'
worden in Nederland geen kazernes opgericht.
'Voldoende snel'
In de Handleiding Brandweerzorg is ook per gebouwtype vastgesteld wat 'voldoende
snel' is. Brandgevaarlijke activiteiten of gebruik (niet zelfredzame personen,
slapende personen) of preventief slechtere situaties (snelle uitbreiding brand-
I)
1)
. "
Het everscbrijdingspercentage geeft in principe aan welk percentage van de gebouwen in bet
betreffende gebied met meer dan I minuut vertraging ten opzichte van de aanbevolen opkomsttijd
bereikt wordt, Overschrijdingen groter dan drie minuten wnrden zwaarder gerekend (evenredig met
de mate van overschrijding). Bij relatief veel overschrijdingen van 3 minuten of meer leidt dit tot
overschrijdingspercentages die groter zijn dan 100"10,In die zin heeft het getal dus eigenlijk het karakter
van een index.
De overschrijdiDll'frequentie per jaar geeft aan hoeveel malen per jaar in de betreffende wijk bij
een relevante brand in een gebouw meer dan 1 minuut later dan aanbevolen wordt gearriveerd. Dit
gegeven is nodig om een meer afgewogen oordeel omtrent de ernst van de overschrijdingen te
kmmen geven. In een relatief dun bebouw! gebied kan bet overschrijdingspercentage wel groot
zijn, maar wanneer brand per jaar maar sporadisch daadwerkelijk optreedt is het verantwoord die
risico's toch niet repressief af te dekken gegeven de ongunstige kosten I toegevoegde waarde verhouding,
Bureau SAVE acht een vrijwillige post te overwegen bij een overschrijdingsperoentage van 20%of
hoger en een overschrijdingsfrequentie van 4 à 5 of meer. Bij een beroepspost moet de overscbrijdingsfrequentie
meerdere factoren hoger zijn, gegeven de veel hogere kosten van zo'n post,
050219.N04 7

g vaar, onvoldoende vluchtwegen) leiden tot kortere aanbevolen opkomsttijden
gunstiger situaties.
~e aanbevolen opkomsttijd van een ouder pand is 6 minuten voor het eerste
voertuig. Voor een moderne eengezinswoning geldt 8 minuten en voor een IIDd~rn
kantoor- of industriegebouw geldt 10 minuten.
deze richtlijnen liggen vast in de Handleiding Brandweerzorg van het Ministerie
tnBinnenlandse Zaken. In een convenant in het kader van het Project Versterg
Brandweer (PVB) tussen het ministerie en de regio is dit kwaliteitsniveau
v tgelegd.
12.3 0 komsttïd
e opkomsttijd is de tijd die verloopt tussen het overgaan van de telefoon op de
Brandweeralarmcentrale en de 'ter plaatse' melding van het brandweervoertuig
det moment van aankomst bij het brandadres ).
e opkomsttijd bestaat uit:
- de verwerkingstijd van de alarmcentrale plus
- de uitruktijd van de brandweerpost plus
- de rijtijd van de brandweerpost naar het brandadres.
figuur 1,1 is dit aangegeven.
Ontdekkingstijd)
~erw. tijd AC
.iitrUktijd Brw.
ijtijd Brw.
pkomsttijd
Tijd •
iguur 1.1:De elementen van de opkomsttijd
erwerkingstijd
e verwerkingstijd van de alarmcentrale is in het kader van dit onderzoek nog
.et gemeten en is voorlopig gesteld op 1 minuut. Soms wijkt dit in de praktijk af
duurt langer). Periodiek zou hier aandacht aan besteed moeten worden.
050219.N04
i'
s .······ .•....
i A lV·'·iE'· .•.•..... /
>','1"\./ .....·)······r
•
•

•
•
Uitruktijd
De uitruktijd van de brandweerpost is afgeleid aan de hand van de woon- en
werkadressen van de vrijwilligers. De uitruktijd die dan haalbaar is per kazernebcatie
bepaald voor de situaties "buiten werktijd" en "werktijd".
De uitruktijd is in principe afhankelijk van de locatie van de kazerne ten opzichte
van de woon- en de werkadressen.
Rijtijd
De rijtijd van de brandweer wordt berekend aan de hand van een zogenoemd
'netwerkmodel'. In dit model zijn de rijroutes, die worden gebruikt en de rijsnelheden
die daar in het overgrote (80%) deel van de gevallen kunnen worden gehaaid,
opgenomen. Het netwerkmodel berekent de snelste route en de rijtijd daarover
van de brandweerkazerne naar het brandadres.
De rijsnelheden zijn mede door de gemeenten door proefrijden en aan de hand van
praktijkgegevens (brandrapporten) bepaald. De snelheden zijn ietwat pessimistisch
ingeschat omdat de brandweer ook onder gematigd pessimistische omstandigheden
op tijd moet kunnen komen. Overigens is in de vorige stap (uitruktijden)
met dit model ook de uitruktijd (aan de hand van de rijtijd vanaf woon- en werkadres)
geschat.
De rijtijd is afhankelijk van de plaats in de gemeente waar het brandadres (het
eindpunt) zich bevindt en van het aantal en de locaties van kazernes (het vertrekpunt).
Per kazernealternatief moet de rijtijd dus worden bepaald voor alle wijken.
1.3 Normen
We stellen voor de volgende (iruniddels landelijk gebruikelijke) beoordelingscriteria
te gebruiken:
Toelichting op de beoordeling:
goed: overschrijdingspercentage plm. 1% of beter
voldoende: overschrijdingspercentage plm. 1 - 10%
onvoldoende: overschrijdingspercentage plm. 10 - 20%
slecht overschrijdingspercentage meer dan plm. 20%
verantwoord: overschrijdingspercentage meer dan 10%, maar de frequentie
van overschrijding in geconcentreerde gebieden is 4 à 5 maal
per jaar of minder waardoor een investering in een nieuwe post
niet verantwoord wordt beschouwd (en vaak ook fysiek orunogelijk
is door onvoldoende vrijwilligerspotentieel). Zie ook de
toelichting in paragraaf 1.2.2.
Achtergronden bij de beoordeling van de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg
Het kwaliteitsniveau van de repressieve brandweerzorg is een gemeentelijke verantwoordelijkheid.
Er is niet een wettelijke eis waar de gemeente zich aan moet
houden. Dit is in 1992 vastgesteld, mede op verzoek van de VNG die vond dat dit
een onderdeel van de gemeentelijke autonomie moest zijn.
050219.N04
9
.".
\{ .... ··i
. ii·E·.·.···.·· c
i :
., f··

s
"fel heeft bureau SAVE in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken
toentertijd duidelijke aanbevelingen ontwikkeld die in de Handleiding Brard-
"leerzorg zijn vastgelegd. Die aanbevelingen betreffen de beoordelingssystematiek
én na te streven opkomsttijden per type gebouw (zie ook paragraaf 1.2.2). De
aànbevelingen betreffen niet een uitspraak over een acceptabele overschrijding
vlm deze opkomsttijden. Als bureau hebben we- in lijn met de filosofie van de
Handleiding - een eigen hiervoor opgenomen toetsingskader beschreven en
sindsdien bij onze advisering gebruikt. Dit kader is wel in de "Referentiekaders
P!ivB" opgenomen en in het convenant tussen regio en BZK geaccordeerd.
1 de gemeente verplicht om altijd op tijd te komen?
I verband met een arrest met betrekking tot de gemeente Hilversum is de vraag
aF de orde of de gemeente verplicht is om altijd op tijd (binnen de aanbevolen
ïormtijd) te arriveren. -
dnzes inziens is dit gegeven de genoemde gemeentelijke verantwoordelijkheid
± ~et het geval. De gemeente mag daarbij kosten-/effectiviteitoverwegingen laten
eewegen alsmede organisatorische haalbaarheid. De gemeente is verplicht een
-l rgvuldig bestuurlijk besluit te nemen waarbij de relevante factoren afgewogen
Z1jn.Vervolgens moet de gemeente dit duidelijk communiceren en zich gedragen
cbnform dat besluit en daarbinnen de maximale zorg leveren. Het overzicht van
de kwaliteit per gemeente (hoofdstuk 2) is op dat uitgangspunt gebaseerd.
it betekent onzes inziens dat rekening moet worden gehouden met operationele
enzen. Een gemeente mag de burger de zorg van een duidelijk snellere brandeer
van de buurgemeente met een vergelijkbaar kwaliteitsniveau niet onthouden.
ok betekent het dat de gemeenten via de regio de operationele beschikbaarheid
lan de posten moet volgen en maatregelen moet nemen om de situatie te -optimaîseren
bij uitval van een post. Voor een belangrijk deel gebeurt dat in dit dekkings-
~~an door onderscheid te maken tussen de situaties 'buiten' en 'gedurende' werk-
~pd. Met betrekking tot dat punt vergt de vakantieperiode nog wel aandacht. De
beschikbaarheid is dan met name gedurende werktijd in een aantal gevallen naar
Jerwachting problematisch en vergt aandacht. In het kader van dit onderzoek is
nu niet verder op ingegaan.
.4 Bepaling toegevoegde waarde van posten en voertuigen
.4.1 1nleidin
-ij dit onderwerp gaan we in op de kwaliteit / de effectiviteit van de basisbrand-
J.eerzorg. Eigenlijk gaat het om de efficiencyvraag: zijn alle posten nodig/nood-
~elijk om tenminste een verantwoorde kwaliteit te leveren of zou het eventueel
qok met minder posten kunnen?
Én ook de vraag: in hoeverre is een 2' TS nodig met de daarbij behorende bemening?
Operationele grenzen, eventueel ook interregionaal worden hierbij betroken.
o 050219.N04
•
•~

•
• Allereerst
De toegevoegde waarde (het belang) wordt bepaald door:
- de aard en omvang van de bebouwing: hoe meer gebouwen rond de kazerne en
hoe lager de vereiste opkomsttijd, hoe belangrijker de kazerne is;
- de nabijheid van andere posten: hoe verder omliggende kazernes weg zijn, hoe
belangrijker de kazerne is.
Het belang van een post zegt dus niets over de kwaliteit van een post. Een minder
belangrijke post kan een goede kwaliteit leveren.
De toegevoegde waarde van een post/voertuig is voor de twee elementen als volgt
(in navolging van wat we elders hebben toegepast) uitgedrukt:
groot: belangrijke post, korte uitruktijd en hoge beschikbaarheid van groot
belang (dit betekent dat er een regeling moet worden getroffen bij
oefeningen, wedstrijden, de vakantieperiode, uitjes en het langdurig
buitendienst zijn vanwege operationeel optreden! rampenbestrijding);
redelijk: belangrijke post, beschikbaarheid zowel gedurende als buiten
werktijd van belang;
matig: post met een duidelijke toegevoegde waarde die instandhouding
verdient. Een eventuele niet beschikbaarheid overdag is eventueel
acceptabel;
gering: post met een geringe toegevoegde waarde (lage inzetfrequentie).
Wanneer zo'n post niet aanwezig zou zijn hadden we niet voorgesteld
deze om redenen van een snelle eerste uitruk met betrekking
tot brand op te richten.
NB. hoe groter het belang van een post, hoe meer van een post wordt
'gevraagd' en verwacht.
Zeker bij posten van 'groot' en 'redelijk' belang verdient het regelen van de inzetbaarheid
gedurende de vakantieperiode extra aandacht.
lichten we in de volgende paragraaf toe hoe we tot een voorstel voor de
kazernebezetting van de verschillende posten willen komen.
1.4.2 Het belang van de verschillende uitrukposten
Dekking en verminderen overschrijdingen (beperken 'staart?
Om een beeld te krijgen van het relatieve belang van de verschillende uitrukposten
op de huidige locaties en gegeven de huidige organisatievorm is per kazerne nagegaan
hoe de dekking zou verminderen wanneer deze kazerne niet zou bestaan en de
functie zou worden overgenomen door de huidige omliggende kazernes.
050219.N04 11

s,;á.'
!pe dekking rondom die kazerne zal voor de gebouwen daar verslechteren. Het
meest in de directe nabijheid van de kazerne. Het minst aan de rand van het eigen
terzorgingSgebied; immers daar is een buurkazerne maar weinig later.
an elk gebouw in het verzorgingsgebied van de kazerne is nagegaan hoeveel
rltinuten later het eerste voertuig van de brandweer daar arriveert wanneer die
Ilazerne opgeheven zou worden. Al die gebouwen en minuten opgeteld geeft de
I
tkkingSbijdrage van een kazerne in gebouwminuten.
anneer een kazerne wordt opgeheven kan het eerste voertuig bij een aantal ge-
~ouwen zo laat arriveren dat de aanbevolen opkomsttijd met meer dan 1 minuut
~ordt overschreden of dat een reeds bestaande overschrijding nog groter wordt.
Een kazerne die bij het wegvallen veel overschrijdingen veroorzaakt is dus van
buot belang voor de kwaliteit van het zorgniveau: het voorkomen van overschrijdingen.
I
Vaak zien we ook dat veel kazernes een bijdrage leveren aan het voorkomen van
Gverschrijdingen die vergelijkbaar is met hun totale dekkingsbijdrage.
Dit wijst op een relatief geringe mate van overlap van dekkingsgebieden. Het
erzorgingSgebied van een kazerne wordt dan bijna niet op tijd bereikt door de
î.uurkazernes.
o'n kazerne ontleent z'n belang primair aan het voorkomen van overschrijdingen.
, ok is voor elke kazerne geanalyseerd wat het belang is met het oog op het vooromen
van schade en de inzetfrequentie (het tweede secundaire belang van een
.ost). Dit is berekend door voor een jaar lang per brand in het verzorgingsgebied
an de kazerne te bepalen hoe veel later het eerste voertuig van de brandweer
'veert bij afwezigheid van die kazerne en hoeveel de schade (slachtoffers, materieel)
in die tijd toeneemt. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met:
J de brandfrequentie per wijk per jaar;
J de snelheid waarmee de materiële schade toeneemt (groter in slechte indu-
.l striewijken, kleiner in moderne gecompartimenteerde gebouwen/woningen).
e brandfrequentie per wijk is geschat aan de hand van de aard van de bebouwing
Jn landelijke CBS-gegevens over de brandfrequentie van verschillende soorten
iebouwen.
1.4.3 De ontwikkeling van aanbevelingen met betrekking tot de repressieve organisatie
in de regiogemeenten
, egeven de beoordelingen op basis van:
~
I
een efficiënte wijze van invulling van een voldoende zorgniveau (streven naar
VOLDOENDE en voorkomen van 'dubbele dekking');
-leen gunstige kostenlbatenverhouding van een post (kosten versus voorkomen
schade en voorkomen slachtoffers);
een 'basis'-organisatie worden gedefinieerd om dit te verzorgen.
2
050219.N04

•
•
-.
Om de organisatie operationeel soepel te laten functioneren is wellicht een zekere
aanvulling nodig op de middelen die uit de basisorganisatie resulteren. Redenen
voor de aanvulling zijn onder meer:
het creëren van de mogelijkheid van een tweede uitruk/opschaling van een
incident (aanvulling/opschaling);
het hebben van mogelijkheden tot het optreden bij meerdere relevante incidenten
tegelijk (gelijktijdigheid);
het mogelijk niet beschikbaar zijn van routes voor aanvullende sterkte (beschikbaarheid);
mogelijkheden tot aanvulling van uitgerukt personeel (herbezetting);
mogelijkheden voor onderhoud;
mogelijkheden voor opleiding en oefening.
Daarnaast kan materieel benodigd zijn voor andere taken als:
- het optreden bij beknellingen;
- andere taken (waaronder waterongevallen, optreden bij gevaarlijke stoffen).
De aanvulling kan meerdere doelen tegelijk dienen. De omvang van de aanvulling
kan vanwege de lokale situatie per gebied verschillen. Er bestaan geen vaste algemeen
geldende vuistregels voor. De aanvulling behoeft ook niet per post of
gemeente bekeken te worden. Ook hier kan om efficiencyredenen worden samengedaan.
We zullen hier ingaan op de wenselijke aanvulling in verband met de operationele
redenen. De aanvulling met betrekking tot de andere taken dan brandbestrijding
komt op een later tijdstip in regionaal verband aan de orde.
Beoordeling met betrekking tot de rampbestrijdingstaken
Voor rampbestrijdingstaken moet de regio ook over een zekere bestrijdingscapaciteit
beschikken. Deze capaciteit wordt geleverd door voornamelijk regulier personeel
en materieel, uitgedrukt in bijvoorbeeld een aantal bestrijdingscompagneën,
Een vuistregel daarbij is dat daarvoor de helft van de middelen mag worden ingezet.
Het is geaccepteerd dat de dekking onder die omstandigheden enigszins inzakt.
Vooralsnog gaan we ervan uit, dat de rampbestrijdingsdoelstellingen nadrukkelijk
rekening houden met de aanwezige middelen voor de andere taken. In het andere
geval wordt de taak wel erg duur.
Organisatie van de dagelijkse aanvulling
Wanneer aanvulling nodig is, kan dit rekening houdend met de lokale situatie van
de bestaande organisaties op verschillende wijzen georganiseerd worden:
aanvullend alleen in 'basisposten';
in aparte (goedkope) dependances/stallingen;
in niet-basiskazernes (bevordert meteen de kwaliteit van dekking);
in voor brandbestrijding minder belangrijke posten;
In een regio kan een mix van mogelijkheden gekozen worden.
We hebben de beschrijving van het toekomstige materieel voor de basiszorg met
organieke bezetting uitgewerkt aan de hand van:
- de dekkingsbijdrage van een post voor wat betreft de eerste tankautospuit;
050219.N04 13
s···•···• .. ·
v····.
'. s ,
.. . -. ..i iE··'····.···.·· ~
. i '..-'
f' .--,

- de noodzaak van een eigen tweede tankautospuit en redvoertuig;
- de frequentie van een relevante uitruk naar brand (brandfrequentie );
e overwegingen zoals vermeld in deze paragraaf .
.erbij is geen rekening gehouden met de eventuele wens tot reservevoertuigen
tI behoeve van reparatie / groot onderhoud (zonder organieke bemanning).
1.4.4 Materieelvoorstel
DI h idi . .
e UI tge situatte
~IJde dekkingsplanberekening in dit rapport is er in eerste instantie vanuit gegaan
~talle geëvalueerde posten beschikken over zodanig materieel en personeel dat
db basiszorg daarmee op adequate wijze kan worden geleverd. Op basis daarvan is
gèkeken naar de kwaliteit van de dekking (per gemeente en per wijk) en naar de
tdegevoegde waarde van elke post op: .
het voorkomen van overschrijdingen van de opkomsttijd;
- het bijdragen aan het eerder arriveren van de brandweer (los van overschrijdingen);
- het bijdragen aan schadevoorkoming (incl. brandfrequentie).
Op basis van de toegevoegde waarde wordt een voorstel voor de toekomst gedaan.
hlons voorstel voor de toekomst gaan we uit van standaardisering van materieel
omdat dit bij meer onderlinge samenwerking en het gebruik van operationele
gj-enzen (over de gemeentegrenzen heen) noodzakelijk is. De gemeenten moeten
klmnen rekenen op een zekere mate van 'standaardkwaliteit' . Uitgangspunt (ont-
Jerpcriterium) is dat het personeel en het materieel in de regio voldoen aan de
IJndelijke nonnen en eisen. .
~e ontwikkeling van het materieelvoorstel voor de tankautospuiten
et betrekking tot het belang van posten is een onderverdeling gemaakt in:
groot;
redelijk;
matig;
- gering.
Zie voor een toelichting daarop de voorgaande paragrafen 1.4.1 tot en met 1.4.3.
Jen tweede tankautospuit
I
~ oor wat betreft de aanbeveling voor een 2" TS in een post wordt straks rekening
gehouden met de volgende factoren:
- het aantal gebouwen in het dekkingsgebied van een kazerne dat in de eerste
uitruk een 2" TS vereist en de brandfrequentie daarvan. We gaan er daarbij
vanuit dat de frequentie van optreden in het dekkingsgebied tenminste 3 à
4 maal per jaar bedraagt. Dit naar analogie van de kosten/effectiviteitoverwegingen
voor de eerste tankautospuit. Tevens houden we daarbij rekening
met het gegeven dat een aanvulling met een tweede TS minder kostbaar is
dan het oprichten en in stand houden van een post met lTS;
1
I
050219.N04
. . .
' .... ~ /Mi' -y 1'.,-" '".:
, . ','
. ï
't.A' i\ll'E'" .....•
•
•

•
•
s' :-
. - !
- de mogelijkheid om vanuit een omliggende post tijdig in de 2' TS te voorzien.
Hierbij houden we rekening (compenseren we) voor een sneller dan de normtijd
arriverende eerste TS. Wanneer een buurpost in redelijke mate op tijd in
een tweede TS kan voorzien vervalt de reden om in de betreffende post ook
zo'n voertuig te hebben;
- de invulling van de specialistische taken, zoals bijvoorbeeld bosbrandbestrijding
en rampenbestrijding.
De ontwikkeling van het materieelvoorstel voor de redvoertuigen
Voor wat betreft de aanbevelingen voor een redvoertuig (autoladder ofhoogwerker)
wordt rekening gehouden met de volgende factoren:
- het aantal gebouwen in het dekkingsgebied van een kazerne dat in de eerste
uitruk een redvoertuig vereist en de brandfrequentie daarvan. Een redvoertuig
is een kostbaar voertuig. De inzetfrequentie als redvoertuig zou tenminste 5 à
6 maal per jaar moeten zijn om kosteneffectief te zijn;
- de mogelijkheid om vanuit een omliggende post tijdig in een redvoertuig te
voorzien.
1.4.5 Overige onderwerpen
Naast de materieelvoorstellen voor de 2' tankautospuit en het redvoertuig wordt in
deze rapportage ook aandacht besteed aan:
hulpverleningsvoertuigen;
waterongevallenwagen/duikteams;
optreden op het water;
OvD gebieden;
gaspakdragers/optreden bij gevaarlijke stoffen.
Meetploegen / optreden bij gevaarlijke stoffen
Aan een aantal zaken wordt geen aandacht besteed. Onder andere een MSA. Deze
. ,
is vaak benodigd vanuit lokale omstandigheden. De aanbeveling is het gebruik
van een dergelijke aanhanger te continueren.
Op bovenstaande onderwerpen gaan we na hoofdstuk 2, waarin we de basiszorg
van de gemeenten vanuit het perspectief brandbestrijding beschouwen.
050219.N04 15
i
. f.
(
I
. ,
·E···· " ....

•
•
2 Resultaten
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk behandelen we de resultaten, regionaal en per gemeente. We presenteren
in dit hoofdstuk de uitkomsten voor de leTS (zie ook bijlage 1 tJm 3).
Daarnaast wordt ingegaan op de noodzaak van een t TS en een RV. Voor de
overige onderwerpen wordt verwezen naar de hoofdstukken 3 en 4.
2.1.1 Kazernelocaties en uitruktiiden
De kazernelocaties en uitruktijden zijn opgenomen in bijlage 1. Dit zowel nu als
de situatie 'buiten' als 'gedurende' werktijd .
De uitruktijden zijn gebaseerd op een analyse van de gegevens van vrijwilligers
(waar onder woon- en werkadressen en de beschikbaarheid gedurende werktijd).
Ook de buitenregionale kazernes zijn in de berekeningen meegenomen. Uitgangspunt
is dat deze kazernes beschikbaar zijn en een bijdrage willen leveren. En dat
het personeel en materieel voldoet aan de landelijke normen en eisen.
2.1.2 Opkomsttiiden en dekkingsgebieden
In bijlage 2 zijn de berekende opkomsttijden per vak opgenomen en tevens de
dekkingsgebieden per brandweerpost. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de
situaties buiten en gedurende werktijd.
2.1.3 Operationele grenzen
In bijlage 3 zijn voor de situaties buiten werktijd en werktijd kaarten opgenomen
met de verschillen tussen 'gemeentelijke dekking' en 'operationele grenzen' uitgaande
van een optimale regionale samenwerking.
Per gemeente wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan:
- de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente, met waar duidelijk
nodig suggesties voor verbetering;
- de betekenis van operationele grenzen voor de betreffende gemeente;
- het belang van de verschillende posten, met waar relevant suggesties voor optimalisering;
- het belang van een tweede tankautospuit enJof een redvoertuig voor de gemeente.
050219.N04 17

~)
oranjewoud .
2 2 Gemeente Alkemade
iS'
i:
.,lA'
~e gemeente Alkemade heeft drie brandweerposten: Roelofarendsveen, Rijpwetering
en Kaag. De kazernes zijn alle zowel buiten als gedurende werktijd beschkbaar,
Je kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is Voldoende
(Óverschrijdingspercentage bedraagt 10 resp. 12% voor de situaties buiten en g:durende
werktijd). De frequentie is in beide gevallen zo'n 7 keer per jaar.
IJ het kader van de operationele grenzen arriveert Leiden-Noord duidelijk eerder
~ een klein deel van het zuidwesten van de gemeente.
De post Kaag arriveert duidelijk eerder in een deel van de gemeente Warmond.
Datzelfde geldt voor Roelofarendsveen in Leimuiden.
Jet belang van de post Roelofarendsveen is groot. De uitruktijd is nu gunstig kort
zbwel buiten als gedurende werktijd. Het verdient aanbeveling dit te blijven nastreven.
Het belang van Rijpwetering is matig tot redelijk. De uitruktijd daar is
ic!tslanger dan in Roelofarendsveen, maar gezien het belang is dat acceptabel. Het
dlrecte belang voor de openbare brandweerzorg van de post Kaag is gering.
De kazerne is daarnaast van belang als bedrijfsbrandweer voor de scheepsbouwer
tJr plaatse die meedeelt in de kosten van de post. Daarnaast voorziet deze post in
d
per boot op de Kagerplassen.
r hulpverlening
1/weede tankautospuit/redvoertuig .
111de gemeente Alkemade is plusminus 6 maal per jaar een tweede tankautospuit
bbnodigd in de eerste uitruk. In alle drie huidige posten is 1 tankautospuit aanwezig.
Dit betekent dat in die gevallen vanaf een andere kazerne een tankautospuit
n\ee moet uitrukken. In de helft van de gevallen leidt dat tot een overschrijding
vlm de opkomsttijd van meerdere minuten. Deze gevallen zijn over de gemeente
vbrspreid met een concentratie in Roelofarendsveen. Een overschrijding komt hier
plusminus 1,5 - 2 maal per jaar voor. Dit is niet voldoende reden voor een advies
tdaar een tankautospuit bij te plaatsen.
.. de gemeente is 1 à 1,5 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de e~rste uÏl-
.. . In geen van de posten is zo'n voertuig aanwezig en het snelste voertuig arriveert
uit Leiden-Noord. De belangrijkste overschrijding van de aanbevolen opkbmsttijd
lopen dan van 6 tot 11 minuten. De lage frequentie maakt een eigen
r-g~kosten/effectivi teitsredenen niet verantwoord.
2[3 Gemeente Alphen aan den Rijn ,
De gemeente Alphen aan den Rijn heeft drie brandweerposten: Alphen aan den
~jn, Aarlanderveen en Zwammerdam. De post Alphen aan den Rijn kent een 24uurs
, beroepsbezetting van de eerste tankautospuit en als 'springfunctie' de bezetting
van het redvoertuig of het hulpverleningsvoertuig. De post Aarlanderveen
~ent gedurende werktijd een onvoldoende verzekerde bezetting. In dit dekkings-
1
OS0219.N04
' .
" . tv" "i
'_,'..{-,,'X'
E
'..:
I --~-:-":l.,_,-:: --: r. __
f, ". 1'-· -' -----,:-l -"," J .: - ,,,,,,";"
•
•

•
•
.'
plan hebben we de post dan 'buiten dienst' gesteld. Ditzelfde geldt voor Zwammerdam.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is Voldoende
(overschrijdingspercentage bedraagt 3 resp. 7% voor de situaties buiten en gedirende
werktijd).
In het kader van de operationele grenzen arriveert de post Woubrugge duidelijk
eerder in het noordwestelijk deel van de gemeente. De post Koudekerk doet dit in
een klein gebiedje ten zuiden daarvan. Vanwege het ontbreken van Aarlanderveen
gedurende werktijd arriveert de post Nieuwkoop dan duidelijk eerder in het oostelijk
deel van de gemeente. Het ontbreken van Zwammerdam wordt dan opgevangen
door Alphen aan den Rijn.
Brandweer Alphen levert buiten de eigen gemeente een bijdrage in het noordoosten
van Rijnwoude. Zwammerdam doet dit (buiten werktijd) in Bodegraven .
Het belang van de post Alphen aan den Rijn is groot. Het belang van de post
Zwammerdam is matig. Dit betekent dat we duidelijk adviseren deze post te
handhaven, maar dat het buiten dienst zijn gedurende werktijd acceptabel is
(zie 1.4.1). De post Aarlanderveen heeft tengevolge van de geringe bebouwing in
het dekkingsgebied en de relatieve nabijheid van vooral Nieuwkoop een gering
belang.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Alphen aan de Rijn is plusminus 27 maal een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. Het vaakst - 25 maal per jaar - in het dekkingsgebied
van de post Alphen aan de Rijn. Daar is een vrijwillig bezette tweede tankautospuit
aanwezig. Dit voertuig arriveert dan plusminus 15 maal per jaar met een
overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd van 2 à 3 minuten. Dit wordt niet
gecompenseerd door het sneller dan aanbevolen arriveren van de eerste tankautospuit.
Een buurpost kan niet op tijd in een tweede tankautospuit in Alphen aan de Rijn
voorzien. Op grond hiervan luidt het advies de tweede TS te Alphen aan de Rijn
te handhaven en te streven naar een verkorting van de uitruktijd voor dit voertuig
van 5 naar 3 à 4 minuten.
Ten behoeve van de eerste uitruksterkte is een derde operationele tankautospuit
ten Alphen aan de Rijn niet noodzakelijk.
In geen van de andere posten is een tweede tankautospuit aanwezig en deze is
daar gezien de lage brandfrequenties ook niet noodzakelijk.
In de gemeente is 18 à 19 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
uitruk. Met name in het dekkingsgebied van de post Alphen aan de Rijn. In deze
post is zo'n voertuig aanwezig en deze arriveert vrijwel binnen de aanbevolen
opkomsttijd. Het advies luidt dit redvoertuig te handhaven. In de omgeving is
geen alternatief aanwezig om deze taak over te nemen.
050219.N04 19
s IE' -/ j '~.".--i
, . :···.····
.

24
Gemeente Bergambacht
S·.· ..
De gemeente Bergambacht heeft twee brandweerposten: Bergambacht en
I
Berkenwonde. De post Berkenwoude kent gedurende werktijd een onvoldoende
vfrzekerde bezetting. In dit dekkingsplan hebben we de post dan ook "buiten
1enst" gesteld.
tie kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente is Voldoende in de situatie
b~Jitenwerktijd. Het overschrijdingspercentage bedraagt dan 9% en het komt
PF' 1maal per jaar daadwerkelijk voor dat de aanbevolen opkomsttijd wordt
overschreden bij relevante branden in gebouwen. Gedurende werktijd, zonder de
p~lostBerkenwoude loopt het overschrijdingspercentage op tot 35% en gedurende,
erktijd komt dit dan daadwerkelijk ook plm. 1maal per jaar voor.
eze frequentie is zodanig laag dat relevante investeringen om dit te voorkomen
niet te rechtvaardigen zijn. We noemen de situatie dan ook Verantwoord.
I~ het kader van de operationele grenzen levert de post Lekkerkerk een bijdrage in
tiet uiterste zuidwesten van de gemeente. Voor Schoonhoven geldt dat in het uitbrste
noordoosten. Gedurende werktijd wordt het ontbreken van Berkenwoude
dogevangen door Gouderak, Lekkerkerk en Stolwijk.
Ifuiten de eigen gemeente levert Bergambacht een bijdrage in een klein deel in het
rloordoosten van de gemeente Nederlek. Berkenwoude levert daarnaast een bijdrage
in de gemeenten Ouderkerk, Krimpen aan de Lek en Stolwijk.
Jo belang van B...... bacht is redelijk. Hct belang van Berkeriwoude is gering
J,~weedetankautospuit/redvoertuig
I de gemeente Bergambacht is plusminus 2 maal per jaar een tweede tankautos
uit benodigd in de eerste uitruk. In geen van beide posten is zo'n voertuig aanwezig
en dit moet van een andere post komen. De overschrijding van de aanbe-
~olen opkomsttijd bedraagt in het algemeen 2 tot 5 minuten. Gezien de lage frequentie
van optreden is dit verantwoord en het advies luidt om geen tweede tank-
'autospuit bij te plaatsen, ook met wanneer Berkenwoude eventueel gesloten zou
J,orden. '.
I 1
de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
~truk. Dit voertuig moet dan uit Gouda komen en arriveert dan in het algemeen
6 tot 12 minuten later dan aanbevolen. .
Gegeven de lage brandfrequentie is dit verantwoord en zo'n voertuig is dan ook in
de gemeente zelf met noodzakelijk.
,,5 Gemeente Bodegraven
~e gemeente Bodegraven heeft twee brandweerposten. Bodegraven 'en Nieuwer-
I
brug.
050219.N04
I
, i , i
·.il.IA·I~J'!·f ·.·.t
... 1"\1'" ,
• "I • I",
•
•

•
•
~
oranjewoud
De kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Bodegraven is verantwoord.
Het overschrijdingspercentage is 16% buiten werktijd en 13% gedurende werktijd
en dit komt per jaar plusminus 3 maal daadwerkelijk voor bij relevante branden in
gebouwen. De overschrijdingen doen zich vooral voor in het noordwestelijk deel
van de bebouwing van Bodegraven. Ze worden veroorzaakt door de iets excentrische
ligging van de kazerne ten opzicht van de bebouwing. Enerzijds leidt dit tot
langere uitruktijden en anderzijds tot langere rijtijden. De huidige kazerne is
nieuw. Een gunstiger locatie zal niet snel aan de orde zijn. In de loop van de tijd
zou de werving van vrijwilligers speciaal gericht kunnen zijn op mensen die
dichter bij de kazerne wonen of werken.
In het kader van de operationele grenzen arriveert de post Zwammerdam duidelijk
als eerste in het noordelijk deel van de gemeente. Dit geldt voor de situatie "buiten
werktijd". Gedurende werktijd heeft de post Zwammerdam onvoldoende personeel
en is dan buiten dienst.
Gedurende werktijd is Bodegraven als eerste in het zuiden van de gemeente
Nieuwkoop (de Meije).
Het belang van de post Bodegraven is groot. Het streven naar een kortere uitruktijd
daar en het handhaven daarvan is van groot belang. Het belang van de post
Nieuwerbrug is gering. Dit belang wordt beperkt door enerzijds de beperkte omvang
van de bebouwing daar en de nabijheid van de post Driebruggen met een
relatiefkorte uitruktijd zowel buiten als g:durende werktijd.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Bodegraven is plusminus 3 à 3,5 maal per jaar een tweede tarkautospuit
nodig in de eerste uitruk. Het meest in het dekkingsgebied van Bodegraven
(2 à 2,5 maal per jaar). Dit voertuig is in de post Bodegraven aanwezig en
arriveert dan 1 à 3 minuten later dan aanbevolen.
Gegeven de relatieflage brandfrequentie komen we niet tot een duidelijk advies
tot handhaving van de tweede tankautospuit te Bodegraven vanuit het element
basiszorg .
In de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
uitruk en dit moet dan uit Gouda komen. Dit leidt dan tot overschrijdingen van
4 à 9 minuten van de aanbevolen opkomsttijd. Gezien de lage frequentie is dit
verantwoord. We adviseren niet tot plaatsing van een redvoertuig in Bodegraven.
2.6 Gemeente Boskoop
De gemeente Boskoop heeft één brandweerpost: Boskoop.
Buiten werktijd is de kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Voldoende.
Het overschrijdingspercentage is 4% en dit zou 1 keer per jaar voorkomen.
Gedurende werktijd is de uitruktijd 2 minuten langer en loopt op tot 5 minuten.
Het overschrijdingspercentage is dan 18%. De daadwerkelijke frequentie van
overschrijding is dan plm. 2 maal per jaar. Dit is zodanig laag dat dit geen grote
OS0219.N04
s ······.··· I . .
" .' r .',' .~--- ..("-. ::.)
21
1\1" .... iE!
r -' ,",...m'.,
. 'I .'. 1 i

ÏIjvesteringen verantwoord maakt om dit te verbeteren. We noemen de situatie dan
daarom verantwoord.
J het kader van de operationele grenzen arriveert brandweer Boskoop (huidige
kàzemelocatie) duidelijk eerder in het zuidoostelijk deel van de gemeente Rijn-
~oude. Dit geldt ook voor het westelijk deel van de gemeente Reeuwijk. Reeuîijk
arriveert eerder in een klein gebied in het uiterste oosten van de gemeente.
Het belang van de post Boskoop is groot. Een korte uitruktijd is belangrijk. Gedurende
werktijd moet naar een kortere tijd worden gestreefd.
I
Ijweede tankautospuit/redvoertuig .
IR, de gemeente Boskoop is 2,5 à 3 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd
in de eerste uitruk. In Boskoop is nu zo'n voertuig aanwezig en dit arriveert
hl plusminus 40% 2 oplopend tot 3 minuten laten dan aanbevolen.
Dit beeld verslechtert tot plusminus 65% overschrijdingen
zj:lf geen tweede tankautospuit aanwezig zou zijn.
wanneer in Boskoop
De frequentie van overschrijdingen is zodanig laag en de mogelijkheden van de
bfmrgemeenten zodanig gunstig dat een tweede tankautospuit in Boskoop niet
noodzakelijk is.
Th de gemeente Boskoop is aangegeven om na de huidige planperiode(2008) de
trvanging te heroverwegen.
Ijl de gemeente is plusminus 2 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
Uitruk. Deze arriveert dan het snelst uit Gouda. Ook Alphen aan de Rijn biedt in
efn deel van de gemeente een bijdrage.
Deze voertuigen arriveren niet op tijd. De overschrijding van de aanbevolen op-
Momsttijd bedraagt 3 tot 7 minuten.
re lage frequentie maakt een redvoertuig in Boskoop niet verantwoord.
2.7 Gemeente Gouda
I
De gemeente Gouda kent in Gouda één brandweerkazerne met een 24-uurs reipepsb~ze~~
tankautospuit en redvoertuig. Een tweede tankautospuit wordt bezet
met vrijwilligers, .
I
Ij>ekwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Gouda is Voldoende. Het
overschrijdingspercentage bedraagt 12% en dit komt bij relevante branden in g:-
,
tlouwen jaarlijks phn. 9 maal daadwerkelijk voor. In dat verband is het oostelijk
deel van de bebouwing kritisch. De doorstroming van het verkeer in die richting is
tlelangrijk. In de toekomst zou een aan een vrijwillig bezette post "Oost" kunnen
~orden gedacht. Dit zou kunnen zonder uitbreiding van het huidige aantal tankdutospuiten.
Gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage 15% en de frer""
~uentie II keer per jaar.
I
~n het kader van operationele grenzen heeft Gouda geen voordeel van de instroom
buurgemeenten voor wat betreft de eerste tankautospuit. G""" 1evert een
22 050219.N04
:
. I . .
S ········iA{,IJ·ci
"'"-xMt :y. i .1::.:-;
-. . : - ...-, ', i· . ~
. .

•
•
duidelijk snellere tankautospuit in delen van Waddinxveen en Moordrecht. In dat
verband is ook de situatie op de A 12/A20 van belang. Het belang van de post
Gouda is groot.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Gouda is plusminus 24 maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. In de post Gouda is een vrijwillig bezette tankautospuit
aanwezig. Deze heeft een relatief lange uitruktijd van 8 minuten. Dit leidt
dan in plusminus 90% tot een overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd van
2 tot 5 minuten. In de helft van de gevallen wordt dit gecompenseerd door de
snelheid van arriveren van het eerste voertuig met een beroeps bezetting.
Gezien de frequentie waarmee dit voertuig benodigd is bevelen we aan dit voertuig
te handhaven. Er moet gestreefd worden de uitruktijd terug te brengen tot
5 minuten.
Ten behoeve van de eerste uitruksterkte is een derde operationele tankautospuit te
Gouda niet noodzakelijk.
In Gouda is plusminus 24 maal per jaar in de eerste uitruk een redvoertuig noodzakelijk
in de eerste uitruk. In de post Gouda is zo'n voertuig aanwezig en deze
arriveert in de meeste gevallen binnen de aanbevolen opkomsttijd. In 15% van de
gevallen is dit later, maar de overschrijding blijft beperkt tot 2 à 3 minuten.
De aanbeveling luidt om het redvoertuig in Gouda te handhaven. In de omgeving
is geen alternatief aanwezig om deze taak over te nemen.
2.8 Gemeente Hillegom
De gemeente Hillegom heeft één brandweerkazerne in Hillegom.
De kwaliteit van de brandweerzorg in Hillegom is Voldoende wanneer bij brandmeldingen
het hele korps wordt gealarmeerd. De uitruktijden die dan in principe
kunnen worden gerealiseerd bedragen dan 3 minuten respectievelijk 3,5 minuten
voor de situaties buiten en gedurende werktijd. De overschrijdingspercentages
bedragen 5 en 16 % voor respectievelijk buiten en gedurende werktijd. De frequentie
is in beide gevallen laag: respectievelijk 2 en 4 maal per jaar voor buiten
en gedurende werktijd.
In het kader van de operationele grenzen dekt Hillegom het eigen grondgebied
zelf af. In het uiterste zuidoosten is een klein gebied waar Lisse eerder kan arriveren
Het belang van de post Hillegom is groot. In dat kader is het streven naar een
korte uitruktijd van groot belang. Daarom is het van belang om bij een reële
brandmelding beide groepen van het korps te alarmeren.
Tweede tankautospuitlredvoertuig
In de gemeente Hillegom is nu 6 à 7 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd
in de eerste uitruk. In de post Hillegom is nu zo'n voertuig aanwezig. De
050219.N04 23
t:.
t:

S ·.
truktijd ervan bedraagt 5 minuten dit leidt tot een percentage overscbrijdingen
vlm de aanbevolen opkomsttijd van 70%. De overschrijdingen blijven in het aIgemeen
beperkt tot 2 à 3 minuten. Een andere post kan niet op tijd in dit voertuig
vborzien. We bevelen aan de tweede tankautospuit van Hillegom te handhaven en
tclstreven naar een uitruktijd van 4 minuten.
J de gemeente is 3 à 4 maaI per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk.
Dit voertuig is in Hillegom niet aanwezig en moet uit Lisse komen. Het voertuig
aJnveert dan 2 tot 7 minuten later dan aanbevolen. Dit doet zich met name in de
km van Hillegom voor.
Gezien de lage frequentie moet dit als verantwoord worden beschouwd en we
bbvelen niet aan om in Hillegom een redvoertuig te plaatsen.
2 9 Gemeente Jacobswoude
1e gemeente Jacobswoude heeft twee brandweerposten: Leimuiden en Woubrugge.
~et percentage overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd buiten werktijd
lJledraagt 19%. De frequentie waarmee dit optreedt bij relevante branden in gebouwen
bedraagt plm. 3 maal per jaar. Dit is een verantwoorde dekking. Het aandtl
maakt investeringen in een extra post om kostenlbaten redenen moeilijk. De
droblemen doen zich voornamelijk voor in Hoogmade. De snelheid op de route
Woubrugge-Hoogmade is dan ook van belang. Verkeersremmende maatregelen'
~ie zodanig zijn uitgevoerd dat ook de brandweer daar onnodig wordt beperkt zijn
dan ook ongewenst. .
1edurende werktijd loopt de uitruktijd van de posten op met 1-2,5 minuten. Het
overschrijdingspercentage wordt dan 43% en dit komt gedurende werktijd plm. 8
rbaal per jaar voor. Maatregelen om de uitruktijd in Leimuiden en Woubrugge
t~rug te brengen tot 4 minuten of korter zijn dan ook belangrijk.
I het kader van de operationele grenzen heeft Roelofarendsveen een duidelijke
ijdrage in het noordwesten van de gemeenten. Vanwege de langere uitruktijd in
ie situatie geldt dit gedurende werktijd ook voor Liemeer en Ter Aar in het oost
lijk deel van de gemeente.
Woubrugge levert een bijdrage in het noordwestelijk deel van de gemeente
ÁIphen aan den Rijn.
Jet belang van de post Woubrugge is groot. Dat van Leimuiden is groot tot rede-
I/jk. Het streven naar kortere uitruktijden gedurende werktijd blijft daarom belangrijk.
}wee~e tankautos;u;tlredvoertu;g .
jnde gemeente Jacobswoude is plusminus 7 maaI per jaar een tweede tankautopuit
benodigd in de eerste uitruk. Dit is ongeveer gelijkmatig verdeeld over de
ekkingsgebieden van Leimuiden en Woubrugge. Deze voertuigen arriveren vanaf
de buurpost in 2 tot 6 minuten later dan aanbevolen in het grootste deel van de
kevaIlen.'
l!
050219.N04
s
'I.A··./V···!E·.·····.·····;
: ,rj?zJ\J" ..,'.: --x " - .o.i
'. l .' ., l ,-, !"'. "f-
•

• Katwijk
• Tweede
,
Qua frequentie van overschrijdingen is de grens voor een aanbeveling voor een
tweede tankautospuit bereikt. In dat licht is de noodzaak in Woubrugge groter dan
in Leimuiden.
Onze aanbeveling luidt dat de aanwezigheid van een tweede tankautospuit in
Woubrugge zeker verantwoord maar niet strikt noodzakelijk is.
In de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
uitruk. Dit voertuig moet dan uit Alphen aan de Rijn of Leiden komen en arriveert
dan tot 9 à 11 minuten later dan aanbevolen.
Gegeven de lage brandfrequentie is dit verantwoord en zo'n voertuig is dan ook in
de gemeente zelf niet noodzakelijk.
2.10 Gemeente Katwijk
telt één brandweerpost: Katwijk. Vanaf 2006 fuseert de gemeente Katwijk
met de huidige gemeente Rijnsburg en Valkenburg. De brandweerkorpsen
zijn inmiddels al samengevoegd.
Buiten werktijd bedraagt het overschrijdingspercentage 10%. De kwaliteit is dan
voldoende. De frequentie van overschrijdingen bedraagt 4 keer per jaar. Gedurende
werktijd is het percentage I% vanwege de uitruktijd die dan een minuut korter
is. De kwaliteit is dan Goed.
In het kader van de operationele grenzen arriveert de post Valkenburg duidelijk
eerder in het zuidoostelijk deel van Katwijk. Rijnsburg doet dit in een klein ~beid
in het uiterste noordoosten.
Gedurende werktijd is Katwijk duidelijk eerder in een gebied in het zuidwesten
van de gemeente Noordwijk.
Het belang van de post Katwijk is groot. De huidige uitruktijden zijn gunstig. Het
verdient dringend aanbeveling deze te handhaven .
tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Katwijk is plusminus 7 maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. Dit voertuig is daar aanwezig en arriveert dan in het
overgrote deel van de gevallen (meer dan 95%) binnen de aanbevolen opkomsttijd.
Een buurkazerne kan niet op tijd in dit voertuig voorzien. Dit betekent dat de aanbeveling
luidt: de tweede tankautospuit te Katwijk handhaven.
Katwijk beschikt over een redvoertuig en deze is in de gemeente 8 à 9 maal per
jaar benodigd in de eerste uitruk. In die gevallen arriveert dit voertuig vrijwel
altijd binnen de aanbevolen nonntijd. Een buurpost kan niet op tijd in dit voertuig
voorzien. We bevelen aan het redvoertuig in Katwijk te handhaven.
050219.N04 25
··.·.··, . ..... f
Äi
,,,", /',,".1 . - '. " ..{ . IE'··· ,,:, . .
" ; - - ! , .
S.
.... r ."f '" . i. '.

2. 1 Gemeente Leiden
s·.· .. ··•··
D gemeente Leiden kent twee brandweerposten: Leiden-Noord en Leiden-Zuid.
Id beide posten zijn een tankautospuit en een redvoertuig 24 uur per dag beroeps-
Mzet. In Leiden-Noord wordt het tweede voertuig bezet door vrij beroepsperso-
t~aliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente Leiden is Goed.
~~ overschrijdingspercentage is 1% en dit komt daadwerkelijk plm. 12 maal per
jaar voor. .
I I het kader van intergemeentelijke afspraken verzorgt Leiden de repressieve zorg
i~ de gehele gemeente Zoeterwoude. Uit het dekkingsplan volgt dat dit redelijk
optimaal is. Inhet zuidoosten van die gemeente kan de post Benthuizen eerder
I.
lI1TIveren.
Vierder kan Leiden een duidelijke bijdrage leveren in de gemeente Voorschoten
(noordelijk deel), Leiderdorp (noordwesten), Warmond (zuidoosten) en kleine
d~len van Sassenheim en Oegstgeest en ook Rijpwetering.
dedurende werktijd kan Leiden-Noord compensatie leveren voor de dan duidelijk
tJegenomen uitruktijd van de post Oegstgeest.
Jet belang van de posten Leiden-Noord en Leiden-Zuid is groot.
I
~weede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Leiden is plusminus 180 maal per jaar een tweede tankauto spuit
bfnOdigd in de eerste uitruk bij relevante branden in gebouwen. De frequentieverdeling
over de dekkingsgebieden van Leiden-NoordlLeiden-Zuid is ongeveer
I[ : 2,5. In de belangrijkste gebieden voorzien de 'eerste tankautospuiten' in de
~ide kazernes in elkaars tweede tankautospuit. In de huidige situatie arriveren
deze voertuigen in plusminus 90% van de gevallen binnen de aanbevolen op-
~omsttijd, dit is een gunstig beeld in combinatie met een efficiënte werkwijze. De
tregevoegde waarde van de vrijwillig bezette tweede tankautospuit volgt niet
t:1rimair uit het belang voor de eerste uitruk, maar veeleer uit slagkracht en herbe-
~ingsmogelijkheden bij langdurige inzetten. Tenzij buurposten als bijvoorbeeld
Warmond of Oegstgeest daar gaarne in willen voorzien bevelen we aan dit tweede
ioertuig in Leiden-Noord te handhaven.
In de gemeente Leiden is plusminus 140 maal per jaar een redvoertuig benodigd
ih de eerste uitruk. In beide posten is nu zo'n voertuig aanwezig. De frequente-
~erdeling over de dekkingsgebieden van Leiden-Noord/Leiden-Zuid is ook onge-
Jeer 1 : 2,5. In de huidige situatie vrijwel altijd binnen de aanbevolen opkomstjd.
Aangezien .de organisatorische. invulling van deze voertuigen met een springemanning
plaatsvindt, drukken de personele lasten niet geheet op alleen deze
~ oertuigen. We bevelen dan ook aan beide voertuigen mede om organisatorische
tedenen te handhaven.
6
050219.N04
x .t
•
•

• Tweede
•
2.12 Gemeente Leiderdorp
Leiderdorp kent één brandweerkazerne: Leiderdorp.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg is Goed. Het overschrijdingspercentage
bedraagt 1% voor buiten en gedurende werktijd. Bij relevante branden in
gebouwen komt dit pluminus eens per twee jaar voor.
In het kader van de operationele grenzen speelt Leiden een rol in het noordwesten
van de gemeente. Leiderdorp arriveert als snelste in het noorden van de gemeente
Zoeterwoude en op delen van de A4.
Het belang van de post Leiderdorp is redelijk tot matig. Het verdient aanbeveling
de post te handhaven. De uitruktijden zijn nog niet zeer kritisch .
tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Leiderdorp is plusminus 5 maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd direct in de eerste uitruk. In de kazerne Leiderdorp is nu een tweede
tankautospuit aanwezig. In plusminus 65% van de gevallen levert Leiderdorp zelf
de snelste tweede tankautospuit.
Daarvan uitgaande arriveert de tweede tankautospuit nu altijd vrijwel binnen de
normtijd (95%). Wanneer Leiderdorp niet zelf in de tweede TS zou voorzien en
deze in de eerste uitruk altijd uit een buurpost moet komen daalt dat percentage
tot 88%. Dat beoordelen we nog als voldoende. Een tweede TS in Leiderdorp zelf
is dus niet noodzakelijk.
In de gemeente Leiderdorp is plusminus 5 maal per jaar in de eerste uitruk een
redvoertuig benodigd. In de huidige situatie kan dat voertuig vanuit Leiden vriiwel
altijd binnen de aanbevolen opkomsttijd arriveren. Een eigen redvoertuig in
Leiderdorp wordt niet aanbevolen.
2.13 Gemeente Liemeer
De gemeente Liemeer heeft één brandweerpost: Nieuwveen.
Het overschrijdingspercentage van de aanbevolen opkomsttijd is plm. 70% (5 à 6
maal/jaar). Gedurende werktijd is dit 79% en 5 à 6 maal/jaar. De overschrijdingen
worden voornamelijk veroorzaakt door de (veelal) recreatieve bebouwing langs de
Kromme Mijdrecht. Dit buitengebied ligt ver weg en de infrastructuur is vaak
ongeschikt voor standaard brandweermaterieel. Het tweede aanwezige blusvoertuig
is klein en heeft dan ook aangepaste blusmiddelen om juist daar toch te kunnen
cptreden.
De situatie in de gemeente is dan ook Verantwoord.
In het kader van de operationele grenzen arriveert Nieuwkoop eerder in het zuidoosten
van Liemeer. Nieuwveen zelf kan duidelijk eerder delen in het noorden
van de gemeente Ter Aar bereiken.
050219.N04 27

et belang van de post Nieuwveen is groot. Het verdient aanbeveling de huidige
k rte uitruktijd te handhaven.
I
eede tankautospuit/redvoertuig
I de gemeente Liemeer is plusminus 1 maal per jaar een tweede tankautospuit
nodigd in de eerste uitruk. De aanbevolen opkomsttijd wordt in ongeveer de
h~ Ift van de gevallen overschreden. De overschrijding loopt in uitzonderingsgevltllen
op tot meer dan 10 minuten. Gegeven de lage frequentie van optreden is dit
Jnvaardbaar. Een eigen tweede tankautospuit is niet nodig, wel het reeds aanges~hafte
kleine voertuig met de speciale blusmiddelen voor het buitengebied.
J de gemeente is plusminus eens per 2 à 3 jaar een redvoertuig benodigd in de
eerste uitruk. Alphen aan de Rijn levert de snelste. Deze arriveert dan 7 tot
14 minuten later dan aanbevolen. Gezien de lage frequentie is dat verantwoord.
2 14 Gemeente Lisse
Je gemeente Lisse kent één brandweerpost: Lisse.
Je kwaliteit van de repres~ieve brandweerzorg in de situatie buiten werktijd is
~oldoende (overschrijdingspercentage 2%, frequentie eens per twee jaar). Gedurende
, werktijd loopt dit percentage op tot 18%. Daadwerkelijk treedt dit gedurende
werktijd dan plm. 3 maal per jaar op. We noemen dit Verantwoord omdat grote
ultvesteringen om dit probleem op te lossen niet realistisch zijn.
J het kader van de operationele grenzen is de post Sassenheim voor Lisse van
d~idelijk belang is het zuiden van de gemeente.
rlisse zelf biedt een bijdrage in een klein deel van Hillegom.
.
Jet belang van de post Lisse is groot. Het in stand houden van een korte uitruktijd
trdient daarom aanbeveling. .
~weede tankautospuit/redvoertuig
Ih, de gemeente Lisse is plusminus 6 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd
in de eerste uitruk. In de kazerne Lisse is nu een tweede tankautospuit aan-
Wezig. In het overgrote deel van de gevallen levert Lisse daarmee zelf de snelste
tfeede tankautospuit. Deze arriveert vrijwel altijd (90%) binnen de aanbevolen
opkomsttijd. De buurgemeenten kunnen daarin niet op tijd voorzien. Het percentJ;ge
'op tijd' daalt tot 65%. We bevelen aan de tweede tankautospuit te Lisse te
Handhaven.
Il Lisse is plusminus 2 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk.
rDitvoertuig is in de post Lisse aanwezig en arriveert dan vrijwel altijd (90% van
Je , gevallen) binnen de aanbevolen opkomsttijd.

•
•
Het bestaansrecht van het voertuig moet mede ontleend worden aan andere - ntergemeentelijke
- taken (zie hoofdstuk 4).
2.15 Gemeente Moordrecht
In de gemeente Moordrecht is één brandweerpost: Moordrecht.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente Moordrecht is
Voldoende. Het percentage overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd is
3% en dit komt ongeveer eens per 2 jaar voor bij relevante branden in gebouwen.
Gedurende werktijd is de situatie verantwoord: een overschrijdingspercentage van
7% en een frequentie van circa 1 maal per jaar.
In het kader van de operationele grenzen heeft Gouda vanaf de nieuwe locatie een
duidelijke bijdrage in het noordelijk deel van de gemeente. Voor Zevenhuizen
geldt dit (vanaf de huidige locatie) het uiterste westen.
Moordrecht zelf levert geen bijdrage als eerste tankautospuit buiten de eigen !J:meente.
Het belang van de post Moordrecht is groot tot redelijk. Het handhaven van de
huidige uitruktijden verdient aanbeveling.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Moordrecht is plusminus I maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. In de gemeente is zo'n voertuig niet aanwezig en het
snelste voertuig komt dan uit Gouda. Dit leidt dan tot een overschrijding van de
aanbevolen opkomsttijd van 2 à 4 minuten. Gezien de lage frequentie is dit verantwoord.
Een eigen tweede tankautospuit is niet noodzakelijk.
De noodzaak: tot een redvoertuig in de eerste uitruk doet zich iets minder dan
eenmaal per jaar voor (0,7 - 0,8 maal). Dit voertuig komt dan ook uit Gouda. De
overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd is dan 2 tot 5 minuten. Gegeven de
lage frequentie is dit verantwoord. Het advies luid: de huidige situatie handha ven.
2.16 Gemeente Nederlek
In de gemeente Nederlek zijn twee brandweerposten: Lekkerkerk en Krimpen aan
de Lek.
Buiten werktijd is de kwaliteit van de repressievebrandweerzorg Voldoende. Het
overschrijdingspercentage is dan 2%. Dit zou zich eens in de twee jaar buiten
werktijd voordoen. Gedurende werktijd loopt de uitruktijd van de post Krimpen
aan de Lek op van 3 tot 7 minuten. In dat dekkingsgebied ontstaan dan problemen
met de dekkingskwaliteit. Het overschrijdingspercentage loopt dan op tot 17%
(gerekend over de gehele gemeente maar met name in Krimpen aan de Lek). De
brandfrequentie in die gebieden is per jaar 1 à 2 maal gedurende werktijd. De
050219.N04 29
I
S';.... 'IA 1\liE·····
···/~l ,.1.·..·.:

si tie is nog verantwoord, maar het streven naar meer beschikbare vrijwilligers
gédurcnde werktijd in Krimpen aan de Lek moet worden doorgezet.
I~ het kader van de operationele grenzen biedt Bergambacht een bijdrage in het
n,~ordoosten van de gemeente (buiten werktijd en werktijd). .
Gedurende werktijd biedt Lekkerkerk een bijdrage in de gemeente Bergambacht
e~ in een klein deel van Ouderkerk aan de IJssel.
Jet belang van de post Lekkerkerk is groot. Het handhaven van de korte uitruktijdbn
daar is van groot belang. Hetbelang van de post Krimpen aan de Lek is redelijk
tot groot. Het verkorten van de uitruktijd gedurende werktijd verdient prioriteit.
~eede tankautospuit/redvoertuig
IJ de gemeente Nederlek is plusminus 3 maal per jaar een tweede tankautospuit
bènodigd in de eerste uitruk, ongeveer gelijk verdeeld over de beide posten. In
gkn van de twee posten is nu zo'n voertuig aanwezig. De buurposten verzorgen
dè levering ervan. Dit leidt tot overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd
vlm 3 tot 8 minuten. Gezien de lage frequentie is dit verantwoord en we bevelen
alm de huidige kazernebezetting te handhaven.
Eén à twee maal per jaar is in de gemeente een redvoertuig benodigd in de eerste
uitruk. Deze komt dan uit Capelle a/d IJssel. De overschrijding van de aanbevolen
opkomsttijd bedraagt dan plusminus 8 tot 14 minuten.
Gegeven de lage frequentie is dit toch verantwoord en om redenen van de bassbtandweerzorg
wordt dan geen redvoertuig in de gemeente aanbevolen.
2.17 Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel
tgemeente Nieuwerkerk aan den IJssel heeft één brandweerpost in Nieuwer-
'rk aan den IJssel.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is Goed in de situahe
buiten werktijd. Het overschrijdingspercentage is in deze situatie I %, wat
rlauwelijks voorkomt. Gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage 8%
(frequentie I à 2 maal per jaar). Dit is voldoende.
Jhet kader van de operationele grenzen zijn andere gemeenten in Nieuwerkerk
akn den IJssel niet duidelijk eerder aanwezig als eerste tankautospuit (onder
Jerktijd , Zevenhuizen in een klein deel, gerekend vanaf de huidige kazernelocatie
daar).
~ieuwerkerk aan den IJssel treedt ook niet duidelijk eerder op buiten de eigen
gemeente.
net belang van de post Nieuwerkerk aan den IJssel is groot. Het streven naar het
tèrugbrengen van de uitruktijd gedurende werktijd tot 4 minuten is van belang.
r
050219.N04
s ·············
...
~' .
... . ~" ' I.\/,· ..>.·.··.1 ,. ' E" ... : .
f --":', .i --. --'
, i.· ..'
.. -l' .• t :
•
•

• 2.18
•
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente is plusminus I à 1,5 maal per jaar een tweede tankautospuit bemdigd
in de eerste uitruk. Deze is in Nieuwerkerk aan den IJssel aanwezig en arriveert
0,3 maal per jaar later dan aanbevolen. Wanneer dit voertuig niet uit Nieuwerkerk
komt arriveert het vrijwel altijd 2 tot 5 minuten later dan aanbevolen uit
een buurgemeente. Gezien de lage frequentie moet dit als verantwoord worden
beschouwd en is een tweede tankautospuit in Nieuwerkerk aan den IJssel zelf niet
noodzakelijk.
In de gemeente is 2 à 3 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk.
Het snelste voertuig komt dan uit Capelle a/d IJssel. De overschrijding van de
aanbevolen opkomsttijd bedraagt dan 6 - 9 minuten. Gezien de lage frequentie is
dit verantwoord. We bevelen geen redvoertuig voor Nieuwerkerk aan den IJssel
aan.
Gemeente Nieuwkoop
De gemeente Nieuwkoop kent één brandweerpost: in Nieuwkoop.
De uitruktijd van de tankautospuit is gunstig (3 minuten buiten werktijd; 4 minuten
onder werktijd). Toch loopt het overschrijdingspercentage op tot 20% buiten
werktijd (plm.6 maal per jaar) en 35% (plm. 9 maal per jaar). De overschrijdingslocaties
liggen verspreid in het gebied (NoordenlAchttienhoven en langs de
Meije ). Alleen alom organisatorische redenen is het niet mogelijk meer dan één
kazerne te stichten. We moeten de situatie dan ook verantwoord noemen.
NB.: In deze analyse is de bijdrage van Zegveld meegenomen.
In de slecht gedekte delen kan door extra preventie (rookmelders in de huizen) de
brandveiligheidssituatie systematisch worden verbeterd.
In het kader van de operationele grenzen levert Zegveld (gemeente Woerden) een
duidelijk bijdrage in de gemeente. Nieuwkoop levert zelf een bijdrage in Liemeer
en gedurende werktijd in Alphen aan den Rijn omdat Aarlanderveen dan buiten
dienst is.
Het belang van de post Nieuwkoop is groot. De uitruktijd gedurende werktijd van
4 minuten moet niet worden overschreden.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Nieuwkoop is plusminus 4 à 5 maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. InNieuwkoop is dit voertuig niet aanwezig en
dit moet vanuit één van de buurposten komen.
De aanbevolen opkomsttijd wordt op dit moment niet gehaald. In het overgrote
deel van de gevallen (75%) loopt de overschrijding op van 2 tot 11 minuten.
Een tweede tankautospuit in Nieuwkoop is verantwoord, maar niet strikt noodzakelijk.
050219.N04
31
,
i
(', '. "( 'V··· I·E····
I ,.:' l·, '" .:

1'1de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
uitruk. Dit voertuig moet dan uit Alphen aan de Rijn komen en arriveert dan
~eestal 6 - 10 minuten later dan aanbevolen.
Gegeven de lage frequentie is dit verantwoord en zo'n voertuig is dan ook in de
g~meente zelf niet noodzakelijk. •
2j19 Gemeente Noordwijk
De gemeente Noordwijk kent één brandweerpost: Noordwijk. .
de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente Noordwijk is Voldbende.
De overschrijdingenpercentages zijn 2% en 4 % voor respectievelijk buitén
en gedurende werktijd (frequenties respectievelijk 7 en 8 maal per jaar).
J het kader van de operationele grenzen levert Noordwijkerhout een bijdrage in .
hbt noorden van de gemeente Noordwijk. Andersom doet Noordwijk dit in het
zbiden van Noordwijkerhout.
dedurende werktijd komt Katwijk duidelijk eerder in het uiterste zuidwesten van
df gemeente Noordwijk. Noordwijk levert een bijdrage in de gemeente Voorhout
(westelijk van de spoorlijn).
Jet belang van de post Noordwijk is groot. Het handhaven van de huidige relatief
~orte uitruktijden is van belang.
Jfweede tankautospuitlredvoertuig .
1 de gemeente Noordwijk is plusminus 45 maal per jaar een tweede tankautos
uit benodigd in de eerste uitruk. Zo'n voertuig is in de post Noordwijk aanwezig.
De aanbevolen opkomsttijd wordt nu in 5% van de gevallen overschreden. De
ferschrijding blijft dan beperkt tot enkele minuten. Dit is een gunstig beeld. De
lruurposten kunnen niet in voldoende mate op tijd in een tweede tankautospuit
~oOl"Zien.Dit voertuig moet in Noordwijk gehandhaafd blijven.
I~ Noordwijk is plusminus 26 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
Jitruk. Dit voertuig is in Noordwijk aanwezig en arriveert vrijwel altijd binnen de
ahnbevolen normtijd.
Een buurgemeente kan daarin niet op tijd voorzien. We bevelen aan dit voertuig
iliNoordwijk te handhaven vanwege de basiszorg.
2.20 Gemeente Noordwijkerhout
I· . .
Ie gemeente Noordwijkerhout heeft één brandweerpost: Noordwijkerhout.
e kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is Voldoende. De
rlverschrijdingspercentages zijn 2% (1 maal per jaar) en 5,5% (3 maal per jaar)
Joor respectievelijk buiten en gedurende werktijd.
~2
050219.N04
5 ·······1
.! ..'1 " }.. .
A l\jiE··:··
,.~,lMj'"·.,"l., '--:'".:"
•
•

•
•
Uitgaande van operationele grenzen arriveert Noordwijk duidelijk eerder in het
zuiden van de gemeente. Noordwijkerhout doet dit in het noorden van de ~-
. meente Noordwijk.
Het belang van de post Noordwijkerhout is groot. De uitruktijd overdag gedurende
werktijd moet niet boven de 4 minuten oplopen.
Tweede tankautospuit/redvoertuig .
In de gemeente is plusminus 6 maaI per jaar een tweede tankautospuit benodigd in
de eerste uitruk. In Noordwijkerhout is zo'n voertuig niet aanwezig en moet uit
een buurgemeente komen (Noordwijk, Lisse, Hillegom). In plusminus 80% van
de gevallen leidt dat tot een overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd (2 à 4
minuten voornamelijk). Dit kan verbeterd worden door in Noordwijkerhout zelf
een tweede tankautospuit te stationeren.
Onze aanbeveling luidt dat een tweede tankautospuit te Noordwijkerhout verantwoord,
maar niet strikt noodzakelijk is.
In de gemeente is 3 à 4 maaI per jaar een redvoertuig benodigd. Dit voertuig moet
nu uit NoordwijktJLisse komen en dat leidt tot overschrijdingen van de aanbesolen
opkomsttij d van 2 tot 6 à 7 minuten. Gegeven de beperkte brandfrequeiltie is
dat nog verantwoord en in de gemeente zelf is zo'n voertuig niet noodzakelijk.
2.21 Gemeente Oegstgeest
De gemeente Oegstgeest heeft een brandweerpost in Oegstgeest. De korpsen van
de Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond zijn inmiddels samengevoegd
tot een samenwerkende brandweerorganisatie.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is buiten werktijd
Goed. Het overschrijdingspercentage is dan 1% en dit zou 3 maaI per jaar voor,
komen. Gedurende werktijd is de kwaliteit Voldoende. Het percentage is dan 3,5
% en de frequentie hiervan 4 maaI per jaar .
In het kader van de operationele grenzen leveren Rijnsburg en Leiden-Noord een
bijdrage in kleine gebieden in respectievelijk het westen en oosten van de ~meente.
Gedurende werktijd is de bijdrage van Leiden groter omdat Oegstgeest dan een
langere uitruktij d kent. I
Oegstgeest levert een bijdrage in een klein gebied in het uiterste zuiden van de
gemeente Sassenheim.
Het belang van de post Oegstgeest is groot. Dit betekent dat het dringend aanbeveling
verdient de uitruktijd overdag terug te brengen (streefwaarde 3-4minuten).
Dit aantal vrijwilligers dat nu overdag beschikbaar is, is nu te gering.
050219.N04 33
/s··•. ···L~lV·/r:: I
! ,. "M'l »r . j 11:::;:,;
f' : J' 1·, I: i

Tweede tankautospuit/redvoertuig
IJ de gemeente is plusminus 9 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in
dJ eerste uitruk. Zo'n voertuig is nu in Oegstgeest aanwezig. De aanbevolen opkÓmsttijd
wordt nu in 5% van de gevallen overschreden (beperkt tot enkele minüten)
en dat is een gunstig beeld.
Bij afwezigbeid van een eigen tweede tankautospuit kunnen de buren de tweede
tahkautospuit leveren. In vrijwel alle gevallen betekent dit dat de aanbevolen tijd
nJt wordt gehaald of licht wordt overschreden. .
Db conclusie luidt dat Oegstgeest vanwege de frequentie eigenlijk in een eigen
nfeede tankautospuit moet voorzien. Echter in de samenwerking die nu is gerealiseerd
met Warmond, Voorhout en Sassenheim kan er goed vanuit een ander post
i1 een tweede voertuig in Oegstgeest worden voorzien. .
I~Oegstgeest is plusminus 6 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
uitruk. Deze wordt nu door Leiden geleverd. Dit voertuig arriveert dan in plusmimIs
50 à 60% van de gevallen 2 à 3 minuten later dan aanbevolen. Dit is gegeven
dt kosten/effectiviteit een redelijke kwaliteit en we bevelen aan de huidige situatie
t9 continueren. De te behalen mate van verbetering door een eigen voertuig is de
investering in zo'n voertuig niet waard.
J22 Gemeente Ouderkerk
~e gemeente Ouderkerk heeft drie brandweerposten: Ouderkerk aan den IJssel,
Gouderak en Lageweg. De post Lageweg heeft gedurende werktijd een onvoldrnde
bezetting. In het dekkingsplan beschouwen we de post dan als buiten
dienst,
Buiten werktijd is de kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Voldoende
(Jverschrijdingspercentage is 2%, frequentie eens in de 5 jaar). Gedurende werktijd
is het overschrijdingspercentage 15%. Dit wordt veroorzaakt door het buiten
dienst zijn van Lageweg en de iets langere uitruktijd van post Ouderkerk ald IJsstil.
De daadwerkelijke frequentie waarmee dit optreedt circa 2 maal per jaar. Dat
bbtekent dat dit een verartwoorde situatie is.
d het kader van de operationele grenzen heeft Ouderkerk een voordeel van
Gouda (in het uiterste noordoosten) en van Berkenwoude (in het uiterste zuidoostdn).
Gedurende werktijd is Lekkerkerk sneller in het uiterste znidoosten van de
gbmeente Ouderkerk.
Gedurende werktijd levert Ouderkerk een bijdrage in Bergambacht.
Jet belang van de post Ouderkerk aan de IJssel is redelijk. De huidige uitruktijdèn
zijn gunstig. Gouderak heeft een matig belang. Het voortbestaan staat niet ter
discussie. De toegevoegde waarde van Lageweg is gering.
I
:reede tankautospuitlredvoertuig
In de gemeente is plusminus 4 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in.
d eerste uitruk. In Ouderkerk is zo'n voertuig in geen van de kazernes aanwezig.
3
050219.N04
•-

•
•
In het dekkingsgebied van Ouderkerk aan de IJssel is zo'n voertuig het meest renodigd
(2 maal per jaar). Als het voertuig benodigd is arriveert dit altijd te laat en
de overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd bedraagt 2 tot 8 minuten.
De lage frequentie van optreden van deze gevallen en de spreiding ervan over de
dekkingsgebieden van de posten maakt in geen van de drie posten een eigen
tweede tankautospuit verantwoord en we bevelen dit dan ook niet aan.
Een redvoertuig is in de gemeente Ouderkerk plusminus eens per twee jaar bemdigd.
Dit voertuig komt dan in het noorden van de gemeente vanuit Gouda, en in
het zuiden het snelst vanuit Capelle a/d IJssel. Dit leidt tot overschrijdingen van
de aanbevolen opkomsttijd ervan oplopend van 6 tot 17 minuten. De lage frequentie
maakt dit verantwoord. We bevelen geen eigen redvoertuig aan.
2.23 Gemeente Reeuwijk
De gemeente Reeuwijk heeft twee brandweerposten: Driebruggen en Reeuwijk
De kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente is Verantwoord. Het overschrijdingspercentage
is circa 20% (buiten en gedurende werktijd). Dit wordt
vooral veroorzaakt door de verspreide bebouwing (platteweg, plassengebied). De
daadwerkelijke frequentie van optreden is zodanig laag (plm. 2 maal per jaar) dat
aanvullende repressieve middelen aan kosten/effectiviteitsredenen niet verantwoord
zijn.
•1 In het kader van de operationele grenzen arriveert Boskoop (vanaf de huidige
kazernelocatie ) duidelijk eerder in het uiterste westen van de gemeente.
Het belang van de post Reeuwijk is groot. Dat van Driebruggen vanwege de mindere
omvang van de bebouwing matig.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente is I à 2 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de
eerste uitruk. Noch in Driebruggen, noch in Reeuwijk is zo'n voertuig aanwezig.
De tweede tankautospuit komt nu uit één van de buurposten. Dit leidt tot overschrijdingen
van de aanbevolen opkomsttijd van 2 tot 7 minuten. Gegeven de lage
brandfrequentie is dat verantwoord. We bevelen in geen van de twee posten een
extra tankautospuit aan.
In de gemeente is iets minder dan I maal per jaar een redvoertuig nodig. Zo'n
voertuig is in de gemeente niet aanwezig en moet uit Gouda komen. De overschrijding
van de aanbevolen opkomsttijd bedraagt dan 2 tot plusminus 5 minuten.
Gegeven de lage frequentie is dit acceptabel en we bevelen een eigen redvoertuig
in de gemeente Reeuwijk niet aan.
050219.N04 35
E·!
... ..:!
..... ;
. . j

2. 4 Gemeente Rijnsbnrg
D~ gemeente Rijnsburg heeft één brandweerpost: Rijnsburg, Vanaf 2006 fuseert
de gemeente Rijnsburg met de huidige gemeente Katwijk en Valkenburg, De
bJa;;dweerkorpsen zijn inmiddels al samengevoegd,
.D~ kwaliteit van de repressieve brandweerzorg is Goed, Overschrijdingen van de
aanbevolen opkomsttijd komen nauwelijks voor,
J het kader van de operationele grenzen arriveert geen andere post eerder in
Rijnsburg dan de eigen brandweer.
rujnsburg zelflevert bijdragen in kleine delen van Valkenburg, Oegstgeest, Voorhbu!,
Noordwijk en Katwijk.
Jet , belang van de post Rijnsburg is groot. Het handhaven van de huidige gunstige
uitruktijden is belangrijk.
J'eede tankautospuit/redvoertuig
~ de gemeente is 1 à 2 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de
eerste uitruk. In Rijnsburg zelf is zo'n voertuig aanwezig en dit arriveert altijd .
binnen de aanbevolen opkomsttijd. Wanneer bij ontbreken van een eigen voertuig
dbze van de buren moet komen arriveert dit voertuig ook nog vrijwel altijd binnen
aJmbevolen normtijd. Gedurende werktijd is dat iets minder vanwege de langere
uitruktijden in Oegstgeest en Valkenburg dan, maar Katwijk kent dan wel een
gbede bezetting.
De conclusie luidt dat in Rijnsburg zelf een tweede tankautospuit gezien de brandrisico's
in de gemeente zelf en de nabijheid van buurkorpsen niet noodzakelijk is.
I~ de gemeente is plusminus 2 maal per jaar een redvoertuig nodig in de eerste
UItruk. Het snelste voertuig komt dan uit Katwijk, Leiden of Noordwijk. De aanbbvolen
opkomsttijd wordt dan niet gehaald, maar de overschrijding is beperkt tot
21 à 3 minuten. In Rijnsburg zelf is met name vanwege de lage frequentie geen
eigen redvoertuig noodzakelijk.
2.25 Gemeente Rijnwoude
Je gemeente Rijnwoude heeft drie brandweerposten: Koudekerk, Hazerswoude
eh Benthuizen
I
De kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Rijnwoude is Voldoende zo-
,el buiten als gedurende werktijd. Inbeide situaties is het overschrijdingspercentage
circa 2% en is de frequentie eens in de 2,5 jaar.
Ih het kader van de operationele grenzen arriveert Boskoop duidelijk eerder in een
k!Ieingebied in het zuidoosten van de gemeente. Alphen aan den Rijn doet dit in
liet oosten langs de N 11.
36
050219.N04
S ······,!~i;'V'/fE';
, , ,. x ~ .' ,
.. ' .. i' ; .1, . I·" ..•.
•
•

•
Rijnwoude heeft een bijdrage in Zoeterwoude (oosten van de gemeente) en een
klein gebied van Alphen aan den Rijn.
Het belang van de post Koudekerk is groot. Het verdient aanbeveling de huidige
gunstige uitruktijden te handhaven. Het belang van Hazerswoude is redelijk tot
matig. Het belang van de post Benthuizen is redelijk, indien we rekening houden
met de invloed van de buitenregionale kazerne van Zoetermeer is het belang rratig.
Bij het bepalen van het belang van Benthuizen is geen rekening gehouden met
het eventueel optreden van Benthuizen bij de HSL-gerelateerde scenario's.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Rijnwoude is plusminus 5 maal per jaar een tweede tankauto spuit
benodigd in de eerste uitruk. De verdeling over de posten Koudekerk, Hazerswoude,
Benthuizen is plusminus 60%, 25%, 15%. Het percentage overschrijdingen
in de huidige situatie is plusminus 60% en de overschrijdingen lopen op van
2 tot 4 à 5 minuten.
Gegeven de lage frequentie per post wordt in geen daarvan een tweede tankautospuit
aanbevolen.
In de gemeente is plusminus I maal per jaar een redvoertuig benodigd. Deze komt
dan uit een buurgemeente. De overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd redraagt
2 tot 6 minuten. Gegeven de lage frequentie is dit verantwoord. We beselen
een eigen redvoertuig in de gemeente niet aan.
., 2.26 Gemeente Sassenheim
De gemeente Sassenheim heeft één brandweerpost in Sassenheim. De korpsen van
de Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond zijn inmiddels samengevoegd
tot een samenwerkende brandweerorganisatie.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in Sassenheim is Goed. Overschrijdingen
van de aanbevolen opkomsttijd komen buiten werktijd nauwelijks
voor. Gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage 1% (met een frequentie
van 1 maal per jaar.
In het kader van de operationele grenzen heeft Sassenheim in een beperkt gebied
in het uiterste zuiden van de gemeente voordeel van de inzet van Oegstgeest!
Leiden-Noord (werktijd).
Sassenheim zelf levert duidelijke bijdragen in Lisse, Voorhout en een klein deel
van Warmond.
Het belang van de post Sassenheim is groot. Het verdient dringend aanbeveling de
uitruktijd gedurende werktijd niet boven de 4 minuten te laten uitlopen.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente is plusminus 8 maal per jaar een brand die in de eerste uitruk een
tweede tankautospuit vereist.
050219.N04 37
~. LA /V··.··

~
oral1Jewoud
Deze wordt nu door Sassenheim zelf geleverd, Dit voertuig is dan in plusminus .
85% van de gevallen op tijd, Buurposten kunnen daar niet op tijd in voorzien. Het
1
0hversChrijdingspercentage stijgt dan van 15 naar 40%. Een tweede tankautospuit
h dhaven in Sassenheim wordt aanbevolen.
In de gemeente is plusminus 4 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste
ui . Deze komt dan voor een deel uit Leiden-Noord en voor een deel van het
gebied uit Lisse. Deze voertuigen komen duidelijk later dan de aanbevolen opkdmsttijd.
De overschrijdingen daarvan bedragen 3 tot 8 minuten, Gegeven de
la~e frequentie is dit verantwoord en zo'n voertuig is dan in de gemeente zelf ook
niet noodzakelijk.
2.27 Gemeente Schoonhoven
Di gemeente Schoonhoven heeft een brandweerpost in Schoonhoven.
Di kwaliteit van de repressieve brandweerzorg is Voldoende gedurende de situatid
buiten werktijd. Het overschrijdingspercentage is 2% (frequentie is eens in de
3 Jaar). Gedurende werktijd is de uitruktijd toegenomen van 3 naar 4,5 minuten,
Het overschrijdingspercentage is dan 19%. Gegeven de nog lage frequentie van
oJerschrijdingen (2x per jaar) noemen we de situatie nog Verantwoord.
IJ het kader van de operationele grenzen arriveert een andere post niet eerder in
SJhoonhoven. .
SJhoonhoven levert bijdragen in de gemeenten Vlist en Bergambacht (buiten .
~~~ .
H~t belang van de post Schoonhoven is groot. Een korte uitruktijd is dan belangrijk.
In dat verband vraagt de situatie gedurende werktijd nadrukkelijk aandacht.
Vanwege de teruglopende werkgelegenheid is de bezetting daar nu moeilijk en is
dJ uitruktijd te hoog opgelopen.
s•····
::----.- i..' i~r;:·{\(······jlE·········:
",;', f - . -:'- - .. r
Vi·.· ··1 v f· ...•••
, .; 'I" i'
TLeede tankautospuit/redvoertuig
Irl de gemeente Schoonhoven is 1 à 2 maal per jaar een tweede tankautospuit bere-
.I d in de eerste uitruk. In Schoonhoven is nu een tweede TS aanwezig en deze
.veert in ongeveer de helft van de gevallen binnen de aanbevolen opkomsttijd.
~ anneer dit voertuig door een buurpost geleverd moet worden is er vrijwel altijd
sirake van een te laat arriveren. Gegeven de lage brandfrequentie is dit acceptabel.
In de gemeente is plusminus 1,5 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de
eerste uitruk. In Schoonhoven is zo'n voertuig niet aanwezig en dit moet dan uit
Gouda komen. Dit leidt tot overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd van
12 tot 16 minuten.
de frequentie is zodanig laag dat dit verantwoord is. In de gemeente zelf is zo'n
v ertuig niet noodzakelijk.
3 I
050219.N04
•
•I ,.~

• Tweede
•
~
oranJewoud
2.28 Gemeente Ter Aar
De gemeente Ter Aar heeft een brandweerpost in Ter Aar.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente Ter Aar is Voldoende.
Buiten en gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage 2% en dit
komt eens in de twee jaar voor.
In het kader van de operationele grenzen arriveert Liemeer duidelijk eerder in het
noordelijk deel van de gemeente.
Ter Aar levert een bijdrage in een klein gebied in het noorden van Alphen aan den
Rijn en (onder werktijd) in het oosten van Jacobswoude.
Het belang van de post Ter Aar is redelijk tot matig. De huidige uitruktijd van
3,5 minuten is gunstig .
tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente is plusminus drie maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd
in de eerste uitruk. In Ter Aar zelf is dit voertuig niet aanwezig en dit moet van de
buurposten komen. Dit leidt in iets meer dan de helft van de gevallen tot een overschrijding
van de aanbevolen opkomsttijd met 2 à 3 minuten. Gegeven de lage
frequentie is dat acceptabel en we bevelen in Ter Aar dan ook niet een tweede
tankautospuit aan.
Een redvoertuig is in de gemeente ongeveer eenmaal per jaar benodigd. Het sne 1ste
voertuig komt dan uit Alphen aan de Rijn. De aanbevolen opkomsttijd wordt
in die gevallen met 4 tot 9 à JO minuten overschreden. Gezien de lage frequentie
is dit verantwoord. In Ter Aar zelf is geen redvoertuig benodigd.
2.29 Gemeente Valkenburg
De gemeente Valkenburg heeft een brandweerpost in Valkenburg. Vanaf2006
fuseert de gemeente Valkenburg met de huidige gemeente Katwijk en Rijnsburg.
De brandweerkorpsen zijn inmiddels al samengevoegd.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg is Goed. Overschrijdingen van de
aanbevolen opkomsttijd komen nauwelijks voor (buiten werktijd 1% en gedurende
werktijd 2 % met verwaarloosbare frequenties).
In het kader van de operationele grenzen komt een buurgemeente nergens eerder
dan Valkenburg zelf. Valkenburg levert een bijdrage in het zuidoosten van de
gemeente Katwijk.
Het belang van de post Valkenburg is matig. Medegegeven de korte uitruktijden
is er een duidelijk bestaansrecht ontleend aan de toegevoegde waarde.
050219.N04 39
· 1
I .
1
· '.' l .
"....) E.· ... ·..·....·.... :.·.·
.•.... i i ..·
t i
· '! ':

T eede tankautospuit/redvoertuig
frequentie waarmee een tweede tankautospuit benodigd is in de gemeente
Vhlkenburg bedraagt plusminus 0, I per jaar. Dit voertuig kan dan met plusminus
2lninuten
I
den.
overschrijding door een buurpost (KatwijkIRijnsburg)
.
geleverd wor-
Gl:geven de lage frequentie is een eigen tweede tankautospuit in Valkenburg niet
II de orde. .
D frequentie waarmee een redvoertuig benodigd is bedraagt plusminus 0,3 maal
pJr jaar. Het snelste redvoertuig komt uit Leiden en arriveert dan 2 à 3 minuten
laler dan aanbevolen. Gegeven de lage frequentie is dit verantwoord en we beveleh
voor Valkenburg dan ook geen eigen redvoertuig aan. I
210 Gemeente Vlist
Dl gemeente Vlist heeft twee brandweerposten: Haastrecht en Stolwijk
Dl kwaliteit van de repressieve bràndweerzorg in de gemeente is Voldoende.
Bhiten werktijd is het overschrijdingspercentage 5% (frequentie van eens in de 3
jak). Gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage 12% met een frequentib
van circa I maal per jaar.
IJ het kader van de operationele grenzen heeft de gemeente een bijdrage van
o;0uda in een klein gebied in het noordwesten van de gemeente, Berkenwoude
(buiten werktijd) in het zuidwesten en Schoonhoven in het zuidoosten.
Hpastrecht levert gedurende werktijd een bijdrage in Reeuwijk en Stolwijk doet
dit dan in Bergambacht
Jet belang van Haastrecht is groot tot redelijk. Het probleem van de snelle bezettihg
gedurende werktijd vraagt nadrukkelijk aandacht.
Het belang van Stolwijk is redelijk. De uitruktijden zijn nu gunstig. Het verdient
rulnbeveling die te handhaven.
I
eede tankautospuitlredvoertuig . .
I de g~meente is plus.minus ee~aal per jaar een tankautospuit b~?o.digd in de
[
e rste uitruk, Deze arnveert dan in het algemeen met een overschrijding van de
ruInbevolen opkomsttijd van 3 à 4 minuten. Gegeven de lage frequentie van optredèn
is dit verantwoord en een tweede tankautospuit
kelijk.
is voor Vlist zelf niet noodza-
I~ de gemeente is plusminus eenmaal per jaar een redvoertuig benodigd in de
eerste uitruk. Deze arriveert dan uit Gouda in het algemeen met een overschrijding
van de aanbevolen opkomsttijd van 4 minuten. De lage frequentie maakt dit
vbrantwoord. In de gemeente zelf behoeft zo'n voertuig niet aanwezig te zijn.
4P
!
I
i
050219.N04
~rA 1,.liE······
.::JlM/·Y; ..··.i
•

• In
•
2.31 Gemeente Voorhout
De gemeente Voorhout heeft één brandweerpost in Voorhout. De korpsen van de
Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond zijn inmiddels samengevoegd tot
een samenwerkende brandweerorganisatie.
We spreken in Voorhout van een slechte dekking. Het percentage gebouwen voor
de aanbevolen opkomsttijd met meer dan één minuut wordt overschreden redraagt
30% (buiten werktijd) tot plusminus 60% (werktijd). Daadwerkelijk komt
dit plusminus 6 maal per jaar voor. Reden is de excentrische ligging van de
brandweerpost. Het duurt lang voordat de vrijwilligers daar kunnen arriveren (uitruktijd
5 resp. 7 minuten) en de rijtijd is dientengevolge ook lang. Ook is de ligging
ten opzichte van de spoorwegovergang ongunstig. Verplaatsing van de (nog
vrij nieuwe) brandweerpost is eigenlijk de enige oplossing .
het kader van de operationele grenzen heeft de gemeente Voorhout baat bij de
inzet van Sassenheim in het noorden en van Noordwijk en Rijnsburg in het zuiden.
Buiten werktijd kan Voorhout een bijdrage leveren in een klein deel van Sassenheim.
Uitgaande van de huidige uitruktijden is het belang van Voorhout matig. Er is wel
een duidelijk belang als tweede tankautospuit mede in de buurgemeenten.
In groter verband (Voorhout/SassenheimlOegstgeestlWarmond) zou de kazernesituatie
in dat gebied op optimaliseringsmogelijkheden moeten worden onderzocht.
l'kde in het licht van de bezettingsmogelijkheden gedurende werktijd.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente Voorhout is plusminus 3 maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. In de post Voorhout is nu zo'n voertuig aanwezig. In
de huidige situatie (inclusief de langere uitruktijd) arriveert dit voertuig in de helft
van de gevallen buiten de aanbevolen opkomsttijden ervan. De overschrijding
bedraagt dan 2 à 3 minuten. In die gevallen is een voertuig van een buurgemeente
altijd sneller dan het eigen voertuig. In feite heeft het eigen voertuig vanuit het
aspect basisbrandweerzorg in de huidige situatie geen toegevoegde waarde.
Wanneer dit voertuig niet aanwezig is blijkt dat 1,5 maal per jaar de aanbevolen
opkomsttijd niet wordt gehaald. Dit is verantwoord. Een tweede tankautospuit in
Voorhout in niet noodzakelijk.
In de gemeente is plusminus eenmaal per jaar een redvoertuig benodigd in de
eerste uitruk. Deze komt het meest uit een buurgemeente, met name Noordwijk,
met een overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd van plusminus 4 minuten.
Gegeven de lage frequentie is dit verantwoord.
050219.N04 41

2.32 Gemeente Voorschoten
~e gemeente Voorschoten heeft een brandweerpost in Voorschoten.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in Voorschoten is Goed. Oversbhrijdingen
van de aanbevolen opkomsttijd komen nauwelijks voor. Buiten
Jerktijd is het overschrijdingspercentage 0,3% en gedurende werktijd 1% (freqhenties
respectievelijk 0,1 en 1 maal per jaar).
r1het kader van de operationele grenzen arriveert Leiden-Zuid nu duidelijk eerder
iJ het noorden van de gemeente.
I
'10orschoten levert als eerste tankautospuit geen bijdrage in de buurgemeenten
van de regio.
I
Het belang van de post Voorschoten is groot. Het verdient aanbeveling de huidige
kbrte uitruktijden te handhaven.
I
1jweede tankautospuit/redvoertuig
IB de gemeente is plusminus 9 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in
db eerste uitruk. In de kazerne Voorschoten is een tweede tankautospuit aanwezig.
Het percentage overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd is 5% en de oversbhrijding
blijft dan beperkt tot 2 à 3 minuten.
rb principe kunnen buurposten ook veelal op tijd in een tweede tankautospuit
~orzien. Vanuit dat opzicht zou een eigen tweede voertuig niet noodzakelijk zijn.
Bchter vanwege de inzetfrequentie bevelen we vooralsnog de continuering van de
eigen tweede tankautospuit in Voorschoten aan. .
JVoorschoten is 5 à 6 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk.
rb Voorschoten zelf is zo'n voertuig niet aanwezig en het moet dan uit Leiden
r~:~~::::~~
~men. In plusminus 40% van de gevallen leidt dat dan tot een overschrijding van
de aanbevolen opkomsttijd van 2 tot 5 minuten. Gegeven de lage frequentie is dat
voertuig voor Voo rschoten aan
I
De gemeente Waddinxveen heeft een brandweerpost in Waddinxveen.
~ kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in Waddinxveen is voldoende
gedurende werktijd. Het overschrijdingspercentage is 2% met een frequentie van
11 maal per jaar.
Buiten werktijd loopt het overschrijdingspercentage op tot 21%. Dit komt 6 x per
.1
Jaar voor.
Het verdient aanbeveling te streven naar een kortere uitruktijd buiten werktijd
(lichting de 3Y:.à 3 minuten).
42
,
050219.N04
•
•

•
•
In het kader van de operationele grenzen arriveert Gouda duidelijk eerder in het
zuiden van de gemeente inclusief delen van de A12.
Waddinxveen levert buiten de eigen gemeente geen duidelijke bijdrage als eerste
tankautospuit.
Het belang van de post Waddinxveen is redelijk. De huidige uitruktijden moeten
worden gehandhaafd.
s ·.·.· .. ·.·.r.'. Ju .•....... '..... ,.... I.\,..
Tweede tankautospuit/redvoertuig
In de gemeente is 3 à 4 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de
eerste uitruk. In Waddinxveen is een tweede tankautospuit aanwezig en deze arriveert
in 60% van de gevallen enkele minuten (2 à 4) later dan aanbevolen. Gegeven
de uitruktijd ervan is de toegevoegde waarde van de eigen tweede tankautospuit
beperkt. Boskoop en ook Gouda kunnen deze rol voor een belangrijk deel op
tijd invullen. '
De frequentie van overschrijdingen is zodanig laag en de mogelijkheden van de
buurgemeenten zijn zodanig gunstig dat vanuit de basisbrandweerzorg gerekend
de aanwezigheid van een tweede tankautospuit in Waddinxveen niet noodzakelijk
is.
In hoofdstuk 4 wordt Waddinxveen voorgesteld voor het plaatsen van een reserve
tankautospuit. Dit voertuig is naar verwachting het grootste gedeelte van de tijd
inzetbaar in Waddinxveen zelf.
In Waddinxveen is 5 à 6 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk.
In Waddinxveen zelf is zo'n voertuig niet aanwezig en dit moet dan uit
Gouda komen. In 60 à 70 procent van de gevallen leidt dit tot een overschrijding
van de aanbevolen opkomsttijd van 2 tot plusminus 6 minuten. Gegeven de frequentie
is dit nog verantwoord. We bevelen voor Waddinxveen geen eigen redvoertuig
aan.
2.34 Gemeente Warmond
De gemeente Warmond heeft een brandweerpost in Wannond. De korpsen van de
Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond zijn inmiddels samengevoegd tot
een samenwerkende brandweerorganisatie.
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente Warmond is Voldoende.
Buiten en gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage circa 8%
en de frequentie waarin dit voorkomt circa 1 maaI per jaar.
In het kader van de operationele .grenzen kent Warmond in het oostelijk deel van
de gemeente duidelijk bijdragen van Sassenheim, Kaag en Leiden-Noord. Warmond
levert een bijdrage in de gemeente Sassenheim.
Het belang van de post Warmond is redelijk. De huidige uitruktijden zijn gunstig.
Het verdient aanbeveling die te handhaven.
050219.N04 43
.1.· .... IE··.·.··
·:M~·y-'··,i';
"n~ r",~" l'-" l·. "

T eede tankautospuit/redvoertuig
Inlde gemeente Warmond is plusminus 4 maal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. Dit voertuig moet dan van een van de buurposten
kclmen (m.n. Sassenheim). Dit leidt in 70% van de gevallen tot een overschrijding
v~ de aanbevolen opkomsttijd, veelal met 2 tot 5 minuten. Gegeven de frequentie
leidt dit nog niet tot een aanbeveling tot plaatsing van een tweede tankauto spuit in
v.lannond zelf.
In de gemeente is plusminus 1,5 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de
eerste uitruk. Deze arriveert dan vanuit Leiden met een overschrijding van de
~bevolen opkomsttijd van 5 à 7 minuten. Gegeven de lage frequentie van optreden
is dit verantwoord. We bevelen in Warmond geen eigen redvoertuig aan.
215 Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle
Dl gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle heeft twee brandweerposten: in z~venhilizen
en in Moerkapelle
Dl kwaliteit van de repressieve b~dweerzorg in de situatie buiten werktijd is
Vbldoende. Het overschrijdingspercentage is 12% met een bijbehorende frequenti~
van circa 2 maal per jaar. Gedurende werktijd is de situatie Verantwoord. De
p~st Moerkapelle is dan buiten dienst. Het overschrijdingspercentage is dan 23%.
Db frequentie van overschrijdingen is ook dan daadwerkelijk zodanig laag, plusminus
3 maal per jaar, dat dit een grote verbeterinspanning niet verantwoord
maakt.
IJ het kader van de operationele grenzen ontvangt Zevenhuizen-Moerkapelle geen
relevante bijdrage van een buurgemeente.
~et belang van de post Zevenhuizen is redelijk. Het belang van Moerkapelle is
matig. Mede in het licht van de problemen met de bezetting overdag in Moerkap~lle
zou een kwalitatief voldoende oplossing gevonden kunnen worden in een
oplossing met één post aan de noordzijde van de bebouwing van Zevenhuizen
zJdat de huidige gunstige uitruktijd daar niet te ver oploopt.
I .
Ttveede tankautospuit/redvoertuig
III de gemeente is I à 1,5 maal per jaar een tweede tankauto spuit benodigd in de
eerste uitruk. Deze arriveert dan vanuit een buurpost. Deze arriveert dan in het
I
~emeen met een overschrijding van 3 tot 6, soms oplopend tot 12 minuten later
dan aanbevolen. Gegeven de lage frequentie is dit verantwoord. We bevelen geen
n4.eede tankautospuit in één van de twee posten aan.
IJ de gemeente is minder dan eenm~1 per jaar een redvoertuigbenodigd in de
eèrste uitruk. Deze arriveert dan uit Gouda met ene overschrijding van de aanbevblen
opkomsttijd van 5 à 9 minuten. Gegeven de lage frequentie is dat verant-
Joord. In de gemeente wordt geen redvoertuig aanbevolen.
050219.N04
•
.,

•
2.36 Gemeente Zoeterwoude
Si
De gemeente Zoeterwoude kent geen eigen brandweer en wordt nu verzorgd door
de gemeente Leiden (post Leiden-Zuid).
De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is nu Voldoende
tot Verantwoord (overschrijdingspercentage 17%; overschrijdingsfrequentie:
1 maal per jaar). Dit geldt voor buiten en gedurende werktijd. De problemen doen
zich daarbij voornamelijk voor in Zuidbuurt.
Ten opzichte van de huidige situatie kan brandweer Benthuizen een bijdrage leveren
in het oostelijk deel van de gemeente.
Tweede tankautospuit/redvoertuig
Inde gemeente Zoeterwoude is plusminus eenmaal per jaar een tweede tankautospuit
benodigd in de eerste uitruk. Deze arriveert nu in het algemeen 1 tot 6 minuten
later dan aanbevolen. Gezien de lage frequentie is dit verantwoord en wcrden
geen aanvullende maatregelen aanbevolen.
Een redvoertuig is plusminus eens in de twee jaar benodigd in de eerste uitruk.
Deze komt dan mee vanuit Leiden, vrijwel altijd binnen de aanbevolen opkoms ttijd.
Deze situatie kan gecontinueerd worden.
050219.N04 45

•
~
oral1Jewoud
3 Technische hulpverleningen I Waterongevallen
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk gaan we achtereenvolgens in op de taken technische hulpvorening
en het optreden bij waterongevallen. Uiteindelijk leidt dat tot voorstellen van
de locaties van hulpverleningsvoertuigen en duikteams. De voorstellen gaan in op
het minimum wat nodig is om op een voldoende niveau in de zorg te voorzien. Op
dit moment is de aanwezige capaciteit groter.
3.2 Beoordelingscriteria technische hulpverlening
De normen voor de twee beschouwde taken zijn opgenomen in de Handleiding
Brandweerzorg - Aanvulling Technische Hulpverlening.
Technische hulpverlening (hulpverlening bij beknellingen)
Bij de bepaling van het benodigde hulpverleningsmaterieel gaan we uit van de
aanwezigheid van tankautospuiten conform het standaardbestek. Dat wil zeggen
inclusief de aanwezigheid van middelzwaar hydraulisch gereedschap op of nabij
de tankautospuit.
In aanvulling daarop zal voor gecompliceerde en/of zware ongevallen op een
aantal plaatsen sprake moeten zijn van aanvullend zwaarder materieel en uitgebreider
materiaal in de vorm van een hulpverleningsvoertuig. De aanbevolen q>komsttijd
daarvoor (90% van de gevallen) is IS minuten. Dit percentage moet
volgens de Handleiding worden gebaseerd op de historische gegevens met betrekking
tot de incidentlocaties in de regio (afgelopen 3 tot 5 jaar). Deze gegevens zijn
ook daadwerkelijk verzameld.
De standaardbezetting van de HV bestaat uit 2 personen.
De HV treedt op als aanvulling op een TS (conform standaardbestek) ter plaatse
van het incident. Soms is de standaarduitrusting nog niet aanwezig op de tankautospuit
zelf maar in een bijgeplaatst personeels-/materiaalvoertuig. Dit voertuig
moet dan mee uitrukken met de TS, maar geldt niet als HV omdat deze niet aan
het landelijk HV-bestek voldoet (ook al wordt die soms - ten onrechte - wel zo
genoemd).
De Handleiding Brandweerzorg ten opzichte van het verleden
Tot de aanbevelingen in de Handleiding Brandweerzorg (oktober 1996) werden in
de verschillende regio's verschillende uitgangspunten gehanteerd. Inhet algemeen
kwam het erop neer dat er op een groter aantal locaties (maar lang niet alle uitrukposten)
sprake was van de aanwezigheid van licht tot middelzwaar hydraulisch
gereedschap, veelal geplaatst in een personee1s/materieelvoertuig (PM), Soms ook
050219.N04 47

~=J
"{'
oral1Jewoud
wel 'HV3' genoemd. In de meldkamer stond dit potentieel veelal geregistreerd
alslHV.
In ~vulling daarop was op een aantal plaatsen sprake van een een HV2 conform
het daarvoor geldende bestek en per regio een beperkt aantal HVl-voertuigen
(veelal beschikbaar gesteld door BZK).
Hjt doel van de Handleiding is om ten opzichte van die situatie het volgende te
be~eiken:
- een verbreding van de basistaak van iedere ICTS met technische hulpverlening
op het niveau van middelzwaar gereedschap. De inzet van dit materiaal is een
standaardtaak. Het overgrote deel van de beknellingen(m.n. verkeersongevallen)
kan hiermee worden opgelost. Het voordeel voor de burger is dat dit potentieel
vanuit elke post kan uitrukken. Dit levert snelheidswinst op. In het
verleden was dit een beperkt aantal posten;
- voor het (beperkte) aimtal gevallen waarbij ditpotentieel niet voldoende is kan
(direct bij de melding als die er aanleiding toe geeft of later bij het nader bericht)
een HV worden gealarmeerd als aanvulling. De opkomsttijdeis voor deze
HV is 15 minuten. Het bestek voor deze HV is vergelijkbaar met die van een
HVI (een kraan is geen eis);
- nog zwaardere hulpverleningen worden ondersteund door de HV -container van
BZK.
Het voordeel voor de burger is een gewaarborgde snelle hulpverlening op midde 1zwaar
niveau, waar nodig aangevuld met voldoende snel aanwezig aanvullend
maten I 'aal .
I
N.B.: Om de oefeningspanning te verminderen en de routine te vergroten verdient
he~aanbeveling de HV in te laten zetten door de bemanning van de locatie waar
dete gestationeerd
meeI UI '!rukt .
is. Dat wil zeggen dat dan ook de betreffende tankautospuit
3.3 Voorstel voor de toekomst
Al de hand van de ontvangen locatiegegevens van incidenten in het verleden is
nagegaan waar tenminste HV's gelokaliseerd moeten zijn om de aanbevolen opkorhsttijd
in voldoende mate te halen.
EI. I'" d . tal I' 'd d .
en sirnu atle IS uitgevoer met een tien ocaties versprei over e regio.
Deke locaties zijn:
- Sassenheim
I
- Noordwijk (evt. Rijnsburg): advies is Noordwijk
I
Leiden Zuid of evt. Noord
Nieuwveen
Roelofarendsveen
!A.lphenaan de Rijn
Bodegraven
I
Gouda
48
050219.N04
i
S .·.·······r·A1\1i·E···
•.·····iMry}·· ..:
,
•

•
• Een
~
oranjewoud
Nieuwerkerk aan den IJssel
- Stolwijk
En daarnaast de buiten regionale HV's.
Dit leidt tot opkomsttijden en dekkingsgebieden zoals opgenomen in bijlage 4. In
plusminus 3% van het totaal aantal gevallen in de regio wordt de aanbevolen opkomsttijd
niet gehaald. Ten opzichte van de norm van 10% is dit voldoende. In de
volgende figuur 3.1 is aangegeven met welke percentages de verschillende opkomsttijden
worden gehaald (incl. de toetsing aan de norm van 15 minuten).
"'"'
.,.
"'"
7(,,,
li_
l"" ~
'"",
•
"'"
"'"
""
"" o
OpkomsttIjden HV
/
r
,I
./
/
./
.,./
OpkomsttIJd "
/
J
.,.., r
-"
Figuur 3.1: Overzicht van haalbare opkomsttijden in de voorgestelde situatie
3.4 Beoordelingscriteriaoptreden bij waterongevallenlduikteams
effectieve en efficiënte uitvoering van de duiktaak vereist een duikploeg van
tenminste 4 personen (functies). Dan kan I persoon te water. Bij omvangrijker
inzetten is een grotere ploeg of zijn meerdere ploegen noodzakelijk. Ter ondersteuning
is ook een tankautospuit ter plaatse.
Als aanbevolen opkomsttijd geldt 15 minuten.
De Handleiding vermeldt dat ondanks het feit dat de aanbevolen opkomsttijd van
een duikploeg gelijk is aan die van een hulpverleningsvoertuig (maximaal 15 minuten),
de besluitvorming over het aantal en de spreiding van duikeenheden niet
tot dezelfde uitkomst behoeft te leiden.
De relatie tussen kosten en voorkomen schade/slachtoffers is duidelijk anders
(ongunstiger) en de 'dichtheid' van urgente duikincidenten (zoals bijvoorbeeld
voertuigen met personen te water) is duidelijk minder.
050219.N04 49
S ··iAI IV/EI ! "A_'_! " ~ !. _'" !
! ,
20

~
oraflfewoud
3.5 Voorstel voor de toekomst
S'fA! IV·'; 'N f" _., J I
AL de hand van ontvangen locatiegegevens van incidenten in het verleden is
nagegaan waar tenminste duikteams gelokaliseerd moeten zijn om de aanbevolen
opkomsttijd in voldoende mate te halen.
El simulatie is uitgevoerd met de volgende locaties:
Hillegom
- Leiden Noord (of Zuid)
- Ter Aar
- Alphen aan de Rijn (ofKoudekerk): advies is Alphen
Gouda (of Waddinxveen, en/ofReeuwijk): advies is Gouda
Nieuwerkerk aan den Ilssel
Schoonhoven
Rekening houdend met de buitenregionale posten:
Capelle a/d IJssel
Hoofddorp
Woerden
Mrt betrekkingtot de adviezen over de optimale locatie van de duikteams gaan
we er vanuit dat Alphen en Gouda deze taken duurzaam en betrouwbaar (met een
gr6te mate van beschikbaarheid) kunnen en willen invullen.
Di! leidt tot opkomsttijden en dekkingsgebieden zoals opgenomen in bijlage 4. In
plusminus 5% van het totaal aan gevallen in de regio wordt de aanbevolen opko!nsttijd
overschreden. Ten opzichte van de norm van 10% is dit voldoende. In
de rOlgende figuur 3.2 is aangegeven met welk percentage de verschillende opkomsttijden
worden gehaald.
OpkomsttIjden dutlrteam
100% . . .
• •
-t-------------------------,'~.---t---------------~
W%t-----------------------~, .----~.----------------~
~j----------~-------f·I------i------------~
j ro%t--------------------,~--------+_--------------~
;; S
i~r_---------------~I~·---------r_------------~
!-t--------------~/~·/~------~------------~
»%t---------------~~--------------+_----------------
J
".t-------------~l'----------------~·-----------------1
t-------~F)------------~----------~
".
~L-~~i-~.~/--f------__--------__~---------------~
o 10 15 ~ ~
Opllomsttljd
Figuur 3.2: Overzicht van haalbare opkomsttijden in de voorgestelde situatie
50
050219.N04
;
lEi I
".' ! ;~- t
!! r
•

•
•-,
~
oranJewoud
Mede rekening houdend met de bijdrage van Capelle aJd IJssel is de toegevoegde
waarde van het duikteam in Nieuwerkerk aJd IJssel beperkt.
050219.N04 51
.! '", (, _,( ê
• .; '.;' .~:. ' , ; - ,>
. S" " .,~, ", l.:- ... ~,-.l- v'iE"""""'·'
.\"',' { .:
, "; - t' .," ,:'.-l ,',' l· .':--- ..

•
•
4 Andere onderwerpenen totaalbeeld
4.1 Inleiding
s
In het kader van het regionaal dekkingsplan is tevens aandacht besteed aan een
aantal andere onderwerpen die niet direct de - nonnering van de - basiszorg retreffen,
maar wel in regionaal verband geregeld kunnen of moeten worden. Deze
onderwerpen betreffen:
reserve tankauto spuiten (regionale tweede tankautospuit)
het redvoertuig (autoladder of hoogwerker) als regionaal voertuig voor ook
andere als redtaken;
- het (regionale) gaspakkenteam;
de meetploegen;
de indeling van de OvD-gebieden;
Achtereenvolgens gaan we op deze onderwerpen in. In paragraaf 5.7 geven we
een totaal beeld van de voertuig en specialismen verdeling.
4.2 De regionale tweede tankautospuit
Vanuit de elementen slagkracht, herbezetting en vervangend materieel bij ople iding
en oefening en bij onderhoud is op een aantal plaatsen in de regio aanvullend
materieel benodigd boven hetgeen strikt vanuit de basiszorg benodigd is. Een in
de praktijk redelijke maat daarvoor is plm. 15% (één op zeven) van de vanuit de
basiszorg benodigde omvang. Vanuit de basiszorg zijn plm. 60 tankautospuiten
benodigd. De bovengemeentelijke aanvulling bedraagt plm. 11 voertuigen (inclusief
plaatsing van een extra TS op de beroepsposten).
Ook rekening houdend met de mogelijke rol als tweede TS in de basiszorg stellen
we de volgende verdeling voor:
- Alphen a/d Rijn
Gouda
Leiden
Bodegraven
Leiderdorp
Nieuwerkerk aan den IJssel
N oordwijkerhout
Schoonhoven
Waddinxveen
Woubrugge
Dit zou tevens een opmaat kunnen zijn naar een nieuwe compagniestructuur.
050219.N04
53
I .
.. . f·! i\(·····'E·········
I ,'~" I, -:.---:--------":'

4.3 Het regionale redvoertuig
In1het kader van de Handleiding Brandweerzorg wordt de autoladderlhoogwerker
beoordeeld vanuit de taak 'redding'. Voor de adequate uitvoering van die taak zijn
kore opkomsttijden essentieel.
Inl~e praktijk wordt een redvoertuig ingezet voor een breder spectrum van taken,
zoals:
het blussen op hoogte (m.n. hogere oude bebouwing);
het blussen vanaf hoogte van bijv. grotere oppervlakken;
het veilig werken op hoogte (bijv. bij schoorsteenbranden, bergen van loszittende
constructieonderdelen als dakgoten, afzagen hoge takken, etc.);
het ondersteunen van de ambulancehulpverlening wanneer inpandige trappen
niet gebruikt kunnen worden.
Voor deze taken is geen opkomsttijdnorm gesteld, maar 15 minuten geldt bij renadering
als acceptabel.
Di! betekent dat voor deze taken, net als bij de HV's sprake is van een bovengemclentelijk
belang. Het ligt dan voor de hand deze taak in regionaal verband te
regelen.
Er kan dan sprake zijn van twee situaties:
- een voertuig dat benodigd is voor de basiszorg dat ook voor de genoemde bovengemeentelijke
taken wordt ingezet;
- een voertuig dat vanwege de bovengemeentelijke taken wordt geplaatst. In dit
geval bij voorkeur op een locatie met een kleine maar wel relevante redtaak.
Va rstel
In hoofdstuk 2 is ingegaan op de noodzaak van redvoertuigen vanuit de basiszorg.
Dat leidt tot een spreiding over de regio die het in veel gevallen ook mogelijk
mahlct om in redelijke mate in 15 minuten ook in de andere taken te voorzien (zie
bijlage 5).
In !te regio staan in de volgende plaatsen redvoertuigen:
- !Alphen aan den Rijn
I
- pouda
- Katwijk ,
- Leiden Noord
- Leiden Zuid
- lisse
I
- Noordwijk
D4rnaast wordt een bijdrage geleverd door de posten:
Capelle aJd IJssel
Mijdrecht
I
/",oerden
Zoetermeer
I •
- Leidschendam
54
050219.N04
s ·:.·.··· .. t la ... ·.·· ...:.I,.··."
't: r
.. : i~l·yl:.·············:1
.e.. ..'
•
•

•
•
- Heemstede
(de laatste drie in mindere mate)
In kader van de spreiding van redvoertuigen over de regio is nu met name de
Krimpenerwaard 'onderbedeeld'. Vanuit opkomsttijdoverwegingen zou Bergambacht
een voor de hand liggende locatie zijn voor een aanvullend voertuig. Vanuit
de brandrisico's en de reddingstaak adviseren we echter plaatsing te Schoonhoven
(dit is een goede plek als de post en het personeel hier toereikend zijn).
4.4 Regionale gaspakkenteams
Gegeven de taakstelling (specialisme) en de aanbevolen opkomsttijd van 30 minuten
ligt het voor de hand het gaspakkenteam regionaal in te vullen. Vanwege de
oefeninspanning ligt het voor de hand deze taak op de beroepskazernes te concentreren.
Bij stationering in Leiden, Alphen aan de Rijn en Gouda resulteren de opkomsttijden
en dekkingsgebieden uit bijlage 6. Daaruit blijkt dat de tijd van 30 minuten
wordt gerealiseerd.
4.5 Meetploegen
Gegeven de taakstelling (specialisme) en de aanbevolen opkomsttijd van 15 minuten
voor de eerste inzet worden de meetploegen regionaal georganiseerd. Het
•aantal en de verdeling ervan is dan vergelijkbaar met die van de HVs.
: Vanwege de spreiding van de belasting wordt deze taak bij voorkeur door posten
uitgevoerd die geen omvangrijke andere taken verzorgen.
Mede rekening houdend met bestaande afspraken hebben we opkomsttijden en
dekkingsgebieden bepaald uitgaande van meetploegen in:
- Oegstgeest
Valkenburg
- Leimuiden
- Hillegom
Benthuizen
- Nieuwkoop
- Waddinxveen
- Moordrecht
Lekkerkerk
Schoonhoven
- Nieuwerbrug (evt. Driebruggen)
De resultaten zijn opgenomen in bijlage 7.
Deze locaties kunnen ook anders worden ingedeeld. Het beeld wordt niet wezenlijk
anders wanneer voor een kazerne in de nabijheid van die van nu wordt gekozen.
050219.N04
55
v:
1V,··· ..
i· - i .- ."
! j C
l . - •

De indeling van OvD-gebieden
Uitgangspunten
co~orm de Referentiekaders PVB geldt voor een OvD een aanbevolen opkomsttijd
van 15 minuten. In Hollands-Midden accepteren we dat deze tijd in relatief
'le~e' gebieden mag oplopen tot plusminus 20 minuten.
W~ schatten het 'bereik' van een OvD op basis van rijtijd. We nemen daarbij aan
dat een OvD-voertuig met geluidssignalen zich 10 à 20% sneller dan een tankautospuit
door het verkeer beweegt (we hebben gerekend met 10%).
oJ organisatorische redenen ligt het voor de hand om bij de indeling van OvDgeilieden
uit te gaan van gemeentegrenzen en waar mogelijk van (beoogde) intergetheentelijke
samenwerkingsverbanden.
Voör de goede orde merken we op dat de incidentbestrijding in eerste instantie
wotdt , gestart en geleid door goed opgeleide en geoefende bevelvoerders die hun
.
taak verstaan. De periode tot aankomst van de OvD kan hiermee op verantwoorde
wijke worden overbrugd, mede omdat de OvD reeds tijdens het aanrijden via de
besbhikbare communicatiemiddelen beschikbaar is voor ruggespraak en advies.
Ev~ntueel kan dan ook al een verdere opschaling in gang worden gezet. De OvD
is t~r plaatse voordat deze opscbaling arriveert.
De [ncidentbestrijding kan derhalve effectief starten en waar nodig reeds opsclalen
roordat de OvD daadwerkelijk ter plaatse is. . .
4.6.12 De indeling in gebieden
Uit~aande van 15 minuten rijtijd hebben we indicatief cirkels berekend die het
bereik van een OvD en daarmee de omvang van een OvD-gebied bepalen. Aan de
hand daarvan hebben we de huidige indeling van de OvD-gebieden getoetst.
DJbij komen we tot de volgende conclusies:
I
Bollenstreek
Gegeven , de uitgangspunten is de omvang van de Bollenstreek passend. Wanneer
de dienstdoende OvD vertrekt vanaf de rand van het gebied wordt de 15 minuten
eis rliet overal gehaald. Dit geldt voor de meeste gebieden en is acceptabel.
Bij èen sterke bezetting van een eventueel brandweercentrum in Warmond kan
dezd qua sterkte een belangrijke rol spelen in de Bollenstreek. Wel moet opgemerrh
worden dat de locatie aan de uiterste rand van het IS-minuten gebied ligt.
.i..
,
Gegeven de uitgangspunten is de omvang van Duistreek klein. Een combinatie
met Bollenstreek enlofLeiden e.o. leidt tot een (veel) te groot gebied. Gegeven
het lleoogde gemeentelijk samenwerkingsverband Oegstgeest, Warmond, SassenheinJ
ligt het uiet voor de hand Oegstgeest aan Duinstreek toe te voegen.
56
050219.N04
,
s ···········,
zAt ; .. !'V" .;iE··
.Ó: " ",' --,,!' : ,,'
.' (\1 /s:
•
•

•
•
~
oranjewoud
S ··· .....
Leiden e.o.
Gegeven de uitgangspunten is de omvang van Leiden e.o. groot. Aanvaardbare
opkomsttijden zijn haalbaar wanneer niet vanaf de randen in het noorden en zuiden
van het gebied wordt vertrokken.
Rijnstreek
Gegeven de uitgangspunten is de omvang van Rijnstreek groot. Aanvaardbare
opkomsttijden zijn haalbaar wanneer niet vanaf de randen in het westen en oosten
van het gebied wordt vertrokken.
Gouwe-Llssel
Gegeven de uitgangspunten is de omvang van Gouwe-IJssel iets aan de grote
kant. Gegeven de omvang van de bebouwing is dit acceptabel.
Gouda e.o.
Gegeven de uitgangspunten is de omvang van Gouda e.o. passend .
Krimpenerwaard
Gegeven de uitgangspunten is de omvang van de Krimpenerwaard groot. Mede
vanwege de beschikbaarheid van officieren is een verdere opdeling niet realiseerbaar.
Dit is ook niet noodzakelijk omdat het gebied dun bebouwd is.
4.7 Totaalbeeld
Rekening houdend met de aanbevelingen uit de hoofdstuk 2 en 3 en de voorgaande
paragrafen, komen we tot het volgende totaalbeeld voor de regio Hollands-
Midden (zie volgende pagina) .
'
:" '.", .-;
,- 0° !lA' ", -" iV:"{E' ,. "-.
, . ":_ .. t-- .." - .l'- . j., :"" ,,;"
, ., .. -j .- ;:.
050219.N04 57

I I I
HLidi~
lrs RVHvlwo IRV IHV lwo IM""'nt " •• n
, 1 1 1
r-------+---~~,~~~----~t

•
•
Bijlage 1: Kazemelocaties en uitruktijden
kazernelocaties op kaart;
uitruktijden buiten werktijd;
- uitruktijden gedurende werktijd .
050219.N04 I

REGIO H LLANDS-MIDDEN
Kazemelocaties
Rijnsburg
Nieuwerkerk .'dU ••• '
Ouderkerk ald IJssel
Krimpen lek
Bergambacht
SAVE, 6 december 2004

•
•
Overzicht van kazernegegevens Regio Hollands-Midden
Situatie buiten werktijd
Verwerkingstijd Alarmcentrale (min.): 1
Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tasl Tas2 Tas3 Redvtg. Hulpv.VIg
1 Roelolarendsveen 10001 3 3
2 Rijpwe1ering 10027 4,5
3 Kaag 10340 3,5
4 Zwammerdam 20201 3,5
5 Aartenderveen 20202 2,5
6 Alphen aan den Rijn 20410 1 5 7
8 Berkenwoude 30021 3
7 Bergambachl 30065 3 3
10 Nieuwerbrug 40139 4
9 Bodegraven 40162 4 6
11 Boskoop 50092 3 6
12 Gouda 60146 1 8 10 1
13 Hillegom 70001 3 5
14 leimuiden 60001 3
15 Woubrugge 60040 4 4
16 Katwijk 90001 4 6 4 4
17 Leiden Zuid 100140 1 1 1
18 Leiden Noord 105002 1 4 1 1
19 Leiderdorp 110401 3,5 5,5
20 Nieuwveen 120101 3 3
21 Lisse 130001 3 5 4
22 Moordrecht 140118 3,5 3,5
24 Lekker1

Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tas1 Tas2 Taa3 Redvtg. Hulpv.Vtg
I
49 Moerkpelle 340016 3
50 Zevehhuizen 340104 3 3
51 Bennkbroek 360100 3,5
I
52 Heemstede 360110 3,5 5,5 3,5 3,5
I
53 Hoofddorp 360120 1 1 1
54 Krim~naJd IJssel 360130 4 6 4
55 leidsbhendam 360140 1 5 1
56 Usselnroek 360150 3,5
57 lOPikrOrp 360160 3 5 3
56 Nieuw Vennep 360170 4
59 Rijss.!nhOu1 360180 3
60 Wass~naar 360190 4 6 4 4
61 WilniJ 360200 3,5 3,5
62 Zeg..!ld 360210 3
63 Zoe1efneer Oosterhee 360220 1 5
64 MijdrJctn 360230 3 5 3
65 Woerden 360240 3 5 3 3
65 OudeJvater 360250 3 5 3
67 Polsbioek 360260 2,5
I
68 Capelle aJd IJssel 360270 1 5
69 Rotteidam Metaalho! 360280 1 5
I .
70 Zoetermeer Stadshart 360290 1 5
71 LinscHoten 360300 3,5
•

•
•
Overzicht van kazernegegevens Regio Hollands-Midden
Situatie gedurende werktijd
Verwerkingstijd Alarmcentrale (min.): 1
Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tas1 Tas2 Tas3 Redvtg. Hulpv.VIg
1 Roelofarendsveen 10001 3,5 3,5
2 Rijpwetering 10027 5
3 Kaag 10340 3,5
4 Zwammerdam 20201
5 Aartanderveen 20202
6 Alphen aan den Rijn 20410 5,5 7,5
8 Ber1

Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naa Knooppunt Tas1 Tas2 Tas3 Redvtg. Hulpv.Vtg
I
49 Moelx.pelle 340016
50 Zevénhuizen 340104 3.5 3.5
51 Ben?ebroek 360100
52
53
Heemstede
I
Hoofddorp
360110
360120
3
1
3
1
3
1
54 Krir$en aid IJssel 360130 4 4
55 Leid$chendam 360140 1 5 1
56 UssJrbroek 360150 7
57 LOPi~-dOrp 360160 4 4
56 Nie+vennep 360170 6.5
59 360180 4
60 ~:r.~:~ 360190 4 4 4
61 Wiln~ 360200 6 6
62 Zegvkld 360210 4
63 ZoetJ.meer Oosterhee 360220 1 5
64
65
66
67
Mijdrkht
I
Woet
n
OUd Ier
Polstlroek
360230
360240
360250
360260
3
3
4
5
6
3
3 3
4 f.>.
68 capelle ald IJssel 360270 1
69 Rotteloam Metaalhol 360280 1
70 Zoetdnneer Stadshart 360290 1
71 Linschoten 360300 4
lIUlandag 711Ulart 2005
I I
Pagina 1 van 2
•
•

•
•
Bijlage 2: Opkomsttijden en dekkingsgebieden
situatie buiten werktijd;
situatie werktijd;
- overzicht van overschrijdingspercentages en de frequenties van overschrijdingen
per gemeente .
050219.N04 2

Legenda Dekkingsgebieden AS1
•

Opkomsttijden AS1
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
A1tematief: reg - Operationele grenzen buiten werktijd
o 0-4min
Eillill 4 - 5 min
ffiJ] 5 - 6 min
mmF.I 6 - 7 min
_ 7-8min
_ 8-10min
_ 10-12min
_ >12min
•

Dekkingsgebied AS1
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: reg - Operationele grenzen buiten werktijd
•
'.

Opkomsttijden AS1
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Altematief: 1reg - Operationele grenzen gedurende werktijd ,('..........
D 0-4 min
[JJ] 4- 5 min
IillIillS-6min
_6-7min
_ 7-8min
[§JJ 8 - 10mln
_ 10-12min
Eml > 12min
•
-,
-

Dekkingsgebied AS1
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: 1reg - Operationele grenzen gedurende werktijd
o o

•
•
- : ~
Overschrijdingspercehtà-ges en freèl'uëntlês van overschrijdingen

Bijlage 3: Operationele grenzen
- situatie buiten werktijd;
- situatie werktijd.
050219.N04 3
•
•

Operationele Grenzen
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: reg • Operationele grenzen buiten werktijd
rn 1 m. sneller
•

Operationele Grenzen
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: 1reg - Operationele grenzen gedurende werktijd
[2J 1 m. sneller
• •

•
•
Bijlage 4 Opkomsttijden en dekkingsgebieden
HV-voertuigen en Waterongevallenteams
050219.N04 4

Overzic~tvan kazernegegevens Regio Hollands-Midden
Hulpverleningsvoertuigen, buiten werktijd
verwerkirigstijd Alarmcentrale (min.): 1
\" Uitruktijd voertuigen (min.)
No NaaJ Knooppunt Ta51 Ta52 Ta53
I
1
6
9
12
17
20
25
27
39
44
52
53
54
55
57
60
61
65
66
68
70
71
Roeldtarendsveen
Alpheh aan den Rijn
BOdeér.llen
Goud$
leide~ Zuid
NieuvJveen
NieuvJer1

Opkomsttijden HV
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
A1tematief: HVreg - Beoogde HV-verdeling
o Q-4min
C&D4-5min
aS-Smin
~. 6-7min
.. 7-8m!n
EJID 8-10min
BB 10-12min
_ 12-14min
_ 14-16min
_ 16-18 min
Klm 18-20min
_ >20min
•

Dekkingsgebied HV
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: HVreg - Beoogde HV-verdeling
_ Roelofarendsvee
[SJ Alphen aan den
_ Bodegraven
_ Leiden Zuid
g Nieuwveen
mimi Nieuwerkerk aId
_ Noordwijk
mmm Sassenheim
_ Stolwijk
_ Heemstede
_ Hoofddorp
mB Krimpen a/d IJs
E2J Leidschendam
c:J:il Lopik-dorp
_ Wassenaar
_ Wilnis
_ Woerden
!lliEl Oudewater
U Capelle aJd IJs
[m Zoetermeer Stad
CillEl Linschoten
•
.)

•
..'
"
Overzicht van kazernegegevens Regio Hollands-Midden
Waterongevallenvoertuigen, buiten werktijd
Verwerkingstijd Alarmcentrale (min.): 1
Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tasl Tas2 Tas3 WOvtg. Hulpv.Vtg
6 Alphen aan den Rijn 20410 1
12 Gouda 60146 1
13 Hillegom 70001 3
18 Leiden Noord 105002 1
25 Nieuwer1

Opkomsttijden WO
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: WOreg - beoogde WO-verdeling
L&J 0-4 min
BillD 4· 5 min
BED 5 - 6 min
_ 6-7min
a7-Smin
tillE]10-12min
_ 12-14min
_ 14-16min
g 16-18min
_ 18-20min
_ >20 min
.~

Dekkingsgebied WO
Dalum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Allernatief: WOreg - beoogde WO-verdeling
_ Alphen aan den
@]J Gouda
IE Hillegom
CL] L~idenNoord
ma NIeuwerkerk aId
~ Schoonhoven
_ lerAar
Qillill Hoofddorp
_ Zoetemeer Ooste
_ Woerden
_ Capelle aId Ijs
•

Bijlage 5 Opkomsttijd/dekkingsgebied redvoertuig
+"MM
\
5
•
•

•
•
Overzicht van kazernegegevens Regio Hollands-Midden
Redvoertuigen, buiten werktijd
Verwerkingstijd Alarmcentrale (min.): 1
Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tas1 Tas2 Tas3 Redvtg. Hulpv.Vtg
6 Alphen aan den Rijn 20410 1
7 Bergambacht 30065 3
12 Gouda 60146 1
16 Katwijk 90001 4
17 leiden Zuid 100140 1
18 Leiden Noond 105002 1
21 Lisse 130001 4
27 Noordwijk 180001 3
52 Heemstede 360110 3,5
53 Hoolddorp 360120 1
55 Leidschendam 360140 1
60 Wassenaar 360190 4
64 Mijdrechl 360230 3
65 Woerden 360240 3
68 Capelle a/d IJssel 360270 1
70 Zoetenneer Stadshart 360290 1
maandag 7 maart 2005
. " Pagina 1 van 1

Opkomsttijden RV
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Altematief: RVreg - Beoogde RV-verdeling
[JiJ Q-4min
Eillill 4 - 5 min
G2] 5-6min
Ei) 6-7min
mmm 7-8min
8 - 1 J
10-12 min
m 12-14 mln
W 14-16 min
mmm 16-18 min
_ 18-20min
_ >20min
• •

Dekkingsgebied RV
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: RVreg - Beoogde RV-verdeling
.. Alphen aan den
OSB Bergambacht
Rml Gouda
EO Ka""jk
_ Leiden Zuid
!§lID Leiden Noord
_ Lisse
_ Ncordw;jk
U Heemstede
mil Hoofddorp
&mi LeIdschendam
D Wassenaar
_ Mijdrecht
[2] Woerden
W Capelle afd Ijs
IE Zoetermeer Stad

Bijlage 6 Opkomsttijden en dekkingsgebieden
gaspakkenteam
!,
\
6
•
•

•
•
Overzicht van kazemegegevens Regio Hollands-Midden
Gaspakkenteams, buiten werktijd
Verwerkingstijd Alarmcentrale (min.): 1
Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tas1 Tas2 Tas3 Redvtg. Hulpv.Vtg
6 Alphen aan den Rijn 20410
12 Gouda 60146
18 Leiden Noord 105002
mtlandag 7 maart 2005
Pagina 1 van J

Opkomsttijden Gaspakken
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: 4reg - Gaspakkenteams, beoogd
GLJ 0 -4 min
ruI] 4-6min
_ 6-SmJn
Q]ill 8 -10 min
~ 10-12mln
EfEl14 - 16 mln
_16-lamin
_ la-20min
aD 20-25min
lil 25-30min
_ >30mln
• •

Dekkingsgebied Gaspakken
Dalum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Allernatief: 4reg - Gaspakkenleams, beoogd
om Alphen aan den
Qlliill Gouda
_ Leiden Noord
•

Bijlage 7 Opkomsttijden en dekkingsgebieden van
de meetploegen
oso,.11'"
i
\
7
•
•

•
•
Overzicht van kazernegegevens Regio Hollands-Midden
Meetploegen, buiten werktijd
Verwerkingstijd Alarmcentrale (min.): 1
Uitruktijd voertuigen (min.)
No Naam Knooppunt Tas1 Tas2 Tas3 Redvtg. Hulpv.Vtg
10 Nieuwerbrug 40139 4
13 Hillegom 70001 3
14 leimuiden 80001 3
22 Moordrecht 140118 3,5
23 Lekker1

Opkomsttijden Meetploeg
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: 3re9 - Meetploegen, beoogd
[Jj 0-4min
lEillJ 4 - 5 min
EJ] 5-6min
_ 6-7min
_ 7-8min
![JIJ a -10 mln
EEJ 10 -12 min
§TI] 14 - 16 mln
fu'iiID16-18min
•. 18-20min
l1li >20 min
• •

Dekkingsgebied Meetploeg
Datum: 7-5-2005
Gebruiker: SAVE
Alternatief: 3reg - Meetploegen, beoogd
_ Nieuwerbrug
~ Hillegom
_ leimuiden
GJ Moordrecht
_ lekkerker1<
_ Nieuwkoop
CU Oegstgeest
i!êB Benthuizen
~ Schoonhoven
mmm Valkenburg
.. Waddinxveen
,. . ,
•

RBHM nr.: OmschriJving:
HL: 9
NL: 0
3176 2x Stempelplaat
31n Persslang 20 m 52 mm
3178 Persslang 20 m 75 mm
3179 Peraslanç.äü m 52 mm
3180 Straalpijp nok 81
NL: 0
3189 Waterkanon
3190 Hijssteun
3191 Klimbeveiligingssysteem
3192 Valstopblok 2x
3193 ladder tbv opstap pakket
3194 Persslang tbv waterkanon 2m
Uitgevoerd door:
maandag 14 april 2008
Competentie Intern onderhoud Freq.: Goed Fout NVT
:ciebruiker,b:rand~er' Aan"vYezig& Visueel oke
., ,-,«>-"»-'.&,-,"--'-- .. "
:Gebrl.likèr·brandweêF'~ Aanwezig & Visueel oke
~,~.;w;._' __ h.. " ..

•
RBHM nr.: Omschrijving:
HL: 5
3164 Combinatietang
3165 2x Kruisschroevendraaier
3166 3x Schroevendraaier
3167 Imbussleutelset
3166 Duimstok
3169 Bankhamer
3170 Nijptang
3171 Waterpomptang
3173 Dopsleutelset
3174 Doorslag 5 mm
3175 Ijzerzaag 15 cm
i. Competentie Intern onderhoud •
Froq.: Goed fout NVT
hêbrui'k"ei -HiiOdWèê1i 'io.-,~"",_,-;-w ...._,--"'>._.:«"_."",:,:,,,_~
Aanv..ezig & Visueel ok. 3 maandelijks
0 0 0
0 0 0
:G~'~rulk~7tr~riri~ü Aany.,ezjg & Visueel oke
'"",,: ,_,,~.m:,,:,;m;.=,,71««-;'''''~-_-:v;,v;
3 maandelijks
0 0 0
_,'v-,""" "X~··'~.l" ''''''''''''''5:
;g~:'tL~i~,~kP[!_-~a~,,!r@ Aan\Yezig & Visueel ok. 3 maandelijks
0
0
0
0
0
0
:~-, :.w;,,@; .,-~;.;,,___ < -,

RBHM nr.: Omschrijving: Competentie Intern onderhoud Freq.: Goed Fout NVT
NL: 06
3154 Valbeveiligingsharnas "G:ëjjruiker brandweer; Aan~zig & Visueel ake
._ " ...., , ;_ • .

•
RBHM nr.: OmschriJving: Competentie
Intern onderhoud Freq.:
NL: 02
3141 2x Tuilijn30M 3 maandelijks
NL: 03
3142 Bankhamer 3 maandelijks
3143 Handzaag 3 maandelijks
3144 Schrobzaag 3 maandelijks
3145 Koevoet 60 cm 3 maandelijks
3146 Draadnagels assortiment 3 maandelijks
NL: 04
3147 Verdeelstuk 3 maandelijks
NL: 05
3148 Valbeveiligingshamas 3 maandelijks
3149 20m Lijn 3 maandelijks
3150 Ujnklem met 1m mrklijn 3 maandelijks
3151 sx karabijnhaak 3maand~ijks
3152 3x Sling 23 KN ....:G-e.-'b:rujkêr.-:tlráo.'~o~r?.. '- Aanwezig & Visueel oke 3 maandelijks
Goed Fout NVT
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
__ ---------------------3~1~5;3~v:al:st:o:p~~~-------------
0 0 0

RBHM nr.: Omschrijving:
NL: 0
HL: 3
NL: 0
3135 Brancardsteun
3136 FW 71 redbrancard
;3138 Deken wol
3139 Zaaghelm 2x
3126 Overdrukventilator
3127 Motorkettingzaag
3128 2x Zaagbroek
3129 Kettingzaaghandschoenen
3130 Schuimblusser 6L
3131 Combi-jerrycan
3132 Zaagbeugel
HL: 4
NL: 01
3140 2x Halogeenlamp 1QOOW
Competentie Intern onderhoud Freq.: Goed Fout NVT
:9,~~~i~~r ,b~:~~,~.~~j Aan~zig & Visueel oke 3 maandelijks
~5ieb~~,i,~,~r .b'~a.@'~~:, Aan~zig & Visueel oke 3 maandelijks
'GebnJ"ike'r'bt'änHWèêr . Aan~zig & Visueel oke 3 maandelijks
,:,,::::"':' .@'. " ,.. . ~""-'
Gebruiker bràndWeèr: Aan~zig ... ,

•
Gebruikersonderhoud van de AL 66650 Katwijk-Katwijk
RBHM nr.: Omschrijving: Compatentle Intern onderhoud Freq.:
HL: 0
NL: 0
1 Autoladder
3181 2x AdemluchttoesteJ
3182 zx Ademluchtcilinder
3183 Liftsleutel
HL: 1
NL: 0
3184 Palensleutel
3185 Handlamp SL20X 2x
3186 Portofoon 2x
3187 Verkeersvest zx
3188 Handschijnwerper 24V
3124 Deken wol
maandag 14 april 2008
-.-.~ m'''''~
Goed Fout NVT
,-·--,~v :"*1"'-'"::"::_:,:-.;.:,:,:.,-,,,--,,,_._ .'.: ,.-
:(3_ebruike~,brandwe~r ; Aanv..ezig & Visueel oke 3 maandelijks
,""_,,vxM.>'i>_'.:"~"""='_:.....:_,""""';.M. ___w;:'~;.g,
& Visueel oke 3 maandelijks
:GebruikerZb@ndV&ëi% ""':_:"',*-'N~:"_·_,:._;_;;;:__ ;4>:w.,,,,*,-~'
Aanmzig & Visueel oke 3 maandelijks
0 0 0
0 0 0
0 0 0
~GëffiUlkêr;bfánêiWèêrl Aanwezig & Visueel oke
l,:,','",',=,:~,:,:",;."",_~:_~",,,,_ •.,,,,,,,,,#:
3 maandelijks 0 0 0
~Gebruiker:hàlnd,~è'r:; Aanwezig
" ,,'u.'-' '~""'.~~"'''!=',"""h~,'''X
& Visueel oke 3 maandelijks
0 0 0
0 0 0
:Gêffiuil(er :b'raiî'~We~HAanwezig '::':':~:'*"~':::""",ffi'·"~C'~.'.',,,,,, :...m"",,,-"
& Visueel oke 3 maandelijks
0 0 0
0 0 0
" -'~ .,,"-. __ ",",,' .·,~'d,,-
& Visueel :q~~R~H~~Jl~~~,~.r1
Aanwezig oke 3 maandelijks
0
0
0 0
0 0
0 0 0
[Geb&:iii(èr-::orán~Ykêr1" ""«'.'.' """""",~,:"",=""",,:,,: ..m»--._ .. h
Aanwezig & Visueel oke 3 maandelijks
0 0 0
0 0 0
Gejlraikë'rJ)raM~! AanYoezig
lli"::::"i;'·'.>

RBHM nr.: Omschrijving: Intern onderhoud Freq.: Firma.: Datum gepland: Goed Fout NVT
3155 Lijnklem Keunng- - - - - - - Jaarlijks - - Mennens - - - - - - - - - - -0 - 0-0-'
o 0 0
o 0 0
3156 2x Sling Keunng Jaarlijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3191 Klimbeveiligingssysteem Keurinq Jaarlijks Hilton 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3192 valstopblok 2x Keurinq Jaarlijks Honor 0 0 0
o 0 0
o 0 0
maandag 14 april 2008 Pagina 4 van"

RBHM nr.: Omschrijving: Intern onderhoud Freq.: Flrma.: Datum gepland: .' Goed Fout NVT
Takt (2 of 4) aangedreven
3127 Motorkettingzaag
Valbeveiliging
3148 Valbeveiligingshamas
3149 20m Lijn
3150 lijnklem met 1m werklijn
3151 3x karabijnhaak
3152 3x Sling 23 KN
3153 Valstop
'.
Onderhoud+keuring - - - 4JaartijkS - - Perfo",- - - - - - - - - - - - 0 - 0- 0-·
o 0 0
o 0 0
Keuring- - - - - - -Jaartijks - - Mennens - - - - - - - - - - -0 - 0-0-·
o 0 0
o 0 0
Keuring Jaartijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
Keuring Jaartijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
Keuring Jaartijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
Keuring Jaartijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
Keuring Jaartijks Mennens 0 0 0,__----------··---·---
0-0-0
o 0 0
3154 Valbeveiligjngshama~;_----Keuring_ Jaarlijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
maandag 14 april 2008
Pagina 3 van 4

RBHMnr.: Omschrijving: Intern onderhoud Freq.: Firma.: Datum gepland: Goed Fout NVT
2784 Rol/glissTop R350ST Visuele inspectie ~---Jaarlijks-- Mennens -----------0 - 0- a--
Revisie 10JaaMijks Mennens 19-6-2016 0 0 0
Vervangenlijn 5 Jaarlijks Mennens 19-6-2011 0 0 0
3135 Brancardsteun
Keuring Jaarfliks Hillon 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3136 FVIJ 71 redbrancard Keuring Jaarlijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3158 Hijsband eindloos 10 KN Keuring JaaMijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3159 Hijsband met lussen 10 KN Keuring JaaMiJks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3160 Harpsluiting4750kg Keuring .Iaarffjks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3162 Hijsband150kg Keuring Jaarlijks Mennens 0 0 0
o 0 0
o 0 0
3190 Hijssteun Keuring JaaMijks Hillon 0 0 0
o 0 0
o 0 0
maandag 14 april 2008 Pagina 2 van 4
i.

RBHMnr.: Omschrijving:
Auto
Blusmiddel
Autoladder
3130 Schuimblusser 6l
Drukhouders
3181 2x Ademluchttoestel
3182 2x Ademluchtcilinder
E aangedreven
3140 2x Halogeenlamp 1000W
Hijs/Hefmiddel
Onderhoud +keunng- - - Jaa~ijks- - BlomKatwijk - - - - -18-7-2008 - 0 - 0- 0-'
Onderhoud + keuring Jaa~ijks Hilton 3-10-2008 0 0 0
o 0 0
Keunng- - - - - - - Jaa~ijks- - Ansul- - - - - - - - - - - -0 - 0- 0-'
o 0 0
o 0 0
Keunng-------5Jaa~ijks -- Orager------------O - 0- 0-'
Revisie 6Jaa~ijks Drager 0 0 0
o 0 0
Keunng 5Jaa~ijks Drager 0 0 0
o 0 0
o 0 0
Keunng-------:iJaa~ijkS -- Mennens-----------0 - 0-0-
o 0 0
o 0 0
---------_----=:::..-~~--- .-._._
2783 hijsviersprong Visuele inspectie Jaarlijl~ks,- __ Mennens
o
oo
maandag I4 april 2008
Pagina 1 van 4

•
•
BepJl'fkJngslijst per lf!~;;.tl;.;,tie;;", ....,_...,_. ,=. 40
Voertuig 66 650 AL
Nr.: Omschrijving:
Hoofdlocatie: 0 Nevenlocatie: 0
1 Autoladder
3186 Portofoon 2x
3181 2x Ademluchttoestel
3182 2x Ademluchtcilinder
3185 Handlamp SL20X 2x
3188 Handschijnwerper 24V
3183 Liftsleutel
3184 Palensleutel
3187 Verkeersvest 2x
Hoofdlocatie: 1 Nevenlocatie: 0
3125 Bedieningshandle noodbedrijf
3124 Deken wol
Hoofdlocatie: 2 Nevenlocatie: 0
3135 Brancardsteun
3136 FW 71 redbrancard
3138 Deken wol
3139 Zaaghelm 2x
Hoofdlocatie: 3 Nevenlocatie: 0
3130 Schuimblusser6L
3132 Zaagbeugel
3131 Combi-jerrycan
3128 2x Zaagbroek
3129 Kettingzaaghandschoenen
3126 Overdrukventilator
3127 Motorkettingzaag
Hoofdlocatie: 4 Nevenlocatie: 01
3140 2x Halogeenlamp 1000W
Hoofdlocatie: 4 Nevenlocatie: 02
3141 2x Tuilijn 30M
Hoofdlocatie: 4 Nevenlocatie: 03
3142 Bankhamer
3143 Handzaag
3144 Schrobzaag
3145 Koevoet 60 cm
3146 Draadnagels assortiment
Hoofdlocatie: 4 Nevenlocatie: 04
3147 Verdeelstuk
Hoofdlocatie: 4 Nevenlocatie: 05
3148 Valbeveiligingshamas
3149 2Qm Ujn
3150 Lijnklem met 1m werklijn
3151 3x karabijnhaak
3152 3x Sling 23 KN
3153 Valstop
Hoofdlocatie: 4 Nevenlocatie: 06
3154 Valbeveiligingshamas
3155 lijnklem
Katwijk -Katwijk
Serie: Categorie:
BJ-GX-70 Auto
Communicatie
Drukhouders
Drukhouders '
E aangedreven
E aangedreven
Gereedschap
Gereedschap
Pers.Beschermingsmiddelen
Gereedschap
Medisch
HijslHefmiddel
HijslHefmiddel
Medisch
Pers.Beschermingsmiddelen
Blusmiddel
Gereedschap
Olie&Overige vloeistoffen
Pers.Beschermingsmiddelen
Pers.Beschermingsmiddelen
Takt (2 of 4) aangedreven
Takt (2 of 4) aanqedreven
E aangedreven
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
06303aa0774 Valbeveiliging
06297aa1018
Valbeveiliging
Valbeveiliging
Valbeveiliging
Valbeveiliging
Valbeveiliging
Valbeveiliging
Valbeveiliging
maandag J 4 april 2008 Pagina 1 van 2

Nr.: ~mschrijving:
3156 2x Sling
Hoofdlocatik: 4
,
2501 Staalkabet met huls
2784 Rbllgliss Top R350ST
Nevenlocatie: 07
Hoofdlocati~: 4 Nevenlocatie: 08
3157 2x! Stuur1ijn
2783 h;j~ViersprOng
3158 Hijkband eindloos 10 KN
3159 Hij~bandmet lussen 10 KN
Hoofdlocatiel. 4 Nevenlocatie: 09
3163 Stebksleutels 8-27
3164 Corhbinatietang·
I
3165 2x Kruisschroevendraaier
I
3166 sx Schroevendraaier
3167 ImbÓssieutetset
3168 DUin\stok
3169 Ban~hamer
3170 Nijpt!mg
3171 wat~rpomPtang
I
3173 Dopsteutelset
3174 DoorJlag 5 mm
3175 IjZerz!,ag 15 cm
I
3160 Harpsluiting 4750 kg
3162 HijSbahd 150 kg
3161 OOrdobpen doos
Hoofdlocatie: 5\ Nevenlocatie: 0
3133 Sternpelplaten 2x
3134 7x Piori
Hoofdlocatie: 6 \ Nevenlocatie: 0
3176 2x Ste.rlpetplaat
3177 Perssla~ 20 m 52 mm
3178 perssta.\g 20 m 75 mm
I
3179 Persslang 30 m 52 mm
3180 Straalpij~ nok 81
Hoofdlocatie: 9 \ Nevenlocatie: 0
3190 Hijssteun\
Serie: Categorie:
BHM 208
15372 08-û6
1501/004
3193 ladder tb~opstap pakket
3191 Klimbeveiligingssysteem
,,~~"'"\-~
3192 Valstopbl~k 2x
3189 Waterkan6n
I
Valbeveiliging
HijslHefmiddel
HijslHefmiddel
Gereedschap
HijslHefmiddel
HijslHefmiddel
Hijs/Hefmiddei
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
HijslHefmiddel
HijslHefmiddel
Pers.Bescherrningsmiddeien
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Water. Armaturen
Water. Armaturen
Water. Armaturen
•
Water. Armaturen
•
HijslHefmiddel
ladders
Valbeveiliging
Valbeveiliging
Water. Annaturen
Water. Annaturen
.--:-:~=:-+._-_._---~--_.*_._-_._-------'_._'---maandag
l4 april 2008 \ Pagina 2 van 2
,
\

t
• ,
Aantal pers. Kosten
Aantal pers.
6
6
Type kosten
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
U~
U..n
119
SlJ6
606900
16660
3570
1487,5
4500
IGan,nt'.f.c1to' 250% I uN!lnvergoedlng € -.-
I~::~~:;:"" "'~ndw.""en eventueel nader in Ie vullen regionale opleiding
IG,,,,,nt'.f.c1'O' 250% I oefenurenuronfBctor 0"1.Verg:€ 11,-
12 spedalistisch materieel (eigen oef)
6 las,'s'~".oefening korpsen
16
o
8 totaal AL
Vergoeding Korps
preventief
eereetter J verbruik
verzekering
I
s o.oo
e825
e 413
e 119
e 183
e508
3,570
1.488
4.500
e 6.298