Gemeentemonitor 2009 - Gemeente Voerendaal
Gemeentemonitor 2009 - Gemeente Voerendaal
Gemeentemonitor 2009 - Gemeente Voerendaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong><br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Rapportage burgeronderzoek Parkstad Limburg <strong>2009</strong><br />
door bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Heerlen<br />
Telefoon: 045 5604747/5604740<br />
E-mail: o&s@heerlen.nl<br />
Internet: www.parkstadmonitor.nl<br />
Gegevens mogen worden overgenomen, mits met bronvermelding. Verveelvoudiging voor eigen of<br />
intern gebruik is toegestaan.
INHOUDSOPGAVE<br />
INLEIDING 3<br />
LEESWIJZER 4<br />
1. LEEFBAARHEID 7<br />
1.1 Algemene kwaliteit woonomgeving 8<br />
1.2 Fysieke kwaliteit woonomgeving 9<br />
1.3 Sociale kwaliteit woonomgeving 10<br />
1.4 Tevredenheid buurtvoorzieningen 13<br />
1.5 Buurtbetrokkenheid 15<br />
1.6 Woonsituatie 17<br />
1.7 Woningwaardering 17<br />
2. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 19<br />
2.1 Onveiligheidsgevoelens en vermijdingsgedrag 20<br />
2.2 Perceptie openbare orde- en veiligheidsproblemen 21<br />
2.3 Slachtofferschap 25<br />
3. BEHEER EN ONDERHOUD 29<br />
3.1 Tevredenheid beheer en onderhoud 30<br />
4. MILIEU 35<br />
4.1 Milieu-overlast 36<br />
5. VERKEER 37<br />
5.1 Waardering verkeerssituatie 38<br />
5.2 Tevredenheid verkeersvoorzieningen 38<br />
6. BEWONERSPROFIEL 41<br />
6.1 Opleiding 42<br />
6.2 Inkomen 44<br />
6.3 Werkzame beroepsbevolking 46<br />
6.4 Maatschappelijke participatie 47<br />
6.5 Gezondheidsbeleving 48<br />
7. MAATSCHAPPELIJKE INDICATOREN (SAMENVATTING) 51<br />
Bijlagen:<br />
1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 57<br />
2. VRAGENLIJST 61
INLEIDING<br />
In het beleid van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> bestaat veel aandacht voor zaken die spelen op het niveau<br />
van de kernen. Bij het ontwikkelen van een dergelijk beleid is het een noodzakelijke voorwaarde om te<br />
beschikken over op de kernen toegesneden informatie. Deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> <strong>Voerendaal</strong> voorziet<br />
hierin. Hij geeft inzicht in de kwaliteit van de leefbaarheid van de <strong>Voerendaal</strong>se kernen anno <strong>2009</strong>.<br />
Een grote meerwaarde daarbij is dat de uitkomsten van <strong>2009</strong> vergeleken worden met die van 2001,<br />
2003, 2005 en 2007. Op die manier ontstaat een beeld hoe de leefbaarheid in de <strong>Voerendaal</strong>se<br />
kernen zich in de afgelopen jaren ontwikkeld heeft en wordt in het <strong>Voerendaal</strong>se beleid daadwerkelijk<br />
invulling gegeven aan monitoring: het volgen van maatschappelijke ontwikkelingen in de tijd.<br />
De in deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> gepresenteerde informatie is afkomstig uit het burgeronderzoek<br />
Parkstad Limburg <strong>2009</strong>. Dit onderzoek is in de vorm van een schriftelijke enquête afgenomen onder<br />
ruim 24.000 inwoners in Parkstad Limburg. In <strong>Voerendaal</strong> hebben 1.580 inwoners een vragenlijst<br />
ontvangen; 830 van hen hebben zich de moeite genomen de uitgebreide vragenlijst (zie bijlage 2) in te<br />
vullen en te retourneren; een tevredenstellende onderzoeksrespons van 53%!<br />
In de vragenlijst zijn de volgende thema’s aan de inwoners voorgelegd: leefbaarheid, wonen,<br />
veiligheid, beheer en onderhoud, milieu en afval, verkeer en vervoer, winkelen, vrijetijdsbesteding en<br />
gezondheid en zorg.<br />
Over een selectie van deze onderwerpen wordt in deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> gerapporteerd. Het gaat<br />
dan met name om die thema’s die een beeld geven van de beleving van de directe woon- en<br />
leefomgeving door de burger: leefbaarheid, wonen, veiligheid, beheer en onderhoud, milieu, verkeer in<br />
de buurt en gezondheid.<br />
Over de andere thema’s die niet of minder te maken hebben met de beleving van de directe<br />
woonomgeving wordt gerapporteerd in de zgn. Parkstadmonitor, waarvan een papieren en een<br />
digitale versie bestaat (www.parkstadmonitor.nl).<br />
De <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> <strong>Voerendaal</strong> is in feite een specifiek op <strong>Voerendaal</strong> toegespitste verdieping van<br />
de Parkstadmonitor. De thema’s die in de Parkstadmonitor op het schaalniveau van Parkstad Limburg<br />
en de gemeenten zijn gepresenteerd worden in de <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> voor <strong>Voerendaal</strong> verder<br />
uitgesplitst naar het niveau van de kernen. Daarbij worden deze afzonderlijke uitkomsten per kern<br />
afgezet tegen het gemiddelde van de gemeente <strong>Voerendaal</strong>.<br />
De <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> <strong>Voerendaal</strong> en de Parkstadmonitor vullen elkaar dus aan en geven samen een<br />
goed totaalbeeld van de kwaliteit van wonen en leven in Parkstad Limburg, de gemeente <strong>Voerendaal</strong><br />
en de <strong>Voerendaal</strong>se kernen.<br />
Om een vinger aan de pols te kunnen houden zullen overigens vervolgmetingen nodig zijn; alleen zo<br />
kan worden vastgesteld hoe de leefbaarheid in de <strong>Voerendaal</strong>se kernen zich in de komende jaren<br />
verder ontwikkelt. De eerstvolgende meting is voorzien voor 2011.<br />
Voor meer informatie over deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> kunt u contact opnemen met mw. A. Steijns-<br />
Bodelier van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> of mevr. G. Cools-Tummers van het bureau Onderzoek en<br />
Statistiek van de gemeente Heerlen.<br />
3
LEESWIJZER<br />
Hieronder worden enkele punten toegelicht die van belang zijn bij het lezen en interpreteren van de in<br />
deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> gepresenteerde onderzoeksuitkomsten. Voor onderzoekstechnische<br />
achtergrondinformatie wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording die als bijlage bij dit<br />
rapport is opgenomen.<br />
Algemeen<br />
De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op enquêteonderzoek, waarin de inwoners over allerlei<br />
onderwerpen zijn bevraagd. Dit betekent dat niet per se de feitelijke situatie, maar de beleving/<br />
perceptie ervan door de burger in beeld is gebracht. Het gaat dus om opvattingen, meningen en<br />
gerapporteerd gedrag, of anders gezegd: de werkelijkheid gezien door de ogen van de burger.<br />
Om een compleet beeld van de maatschappelijke realiteit te krijgen is het wenselijk naast deze<br />
‘subjectieve’ informatie ook ‘objectieve’ informatie uit gegevensbronnen van bijvoorbeeld overheidsorganisaties<br />
en maatschappelijke instellingen te verzamelen. Op die manier kan getoetst worden in<br />
hoeverre de maatschappelijke realiteit zoals vastgelegd in registraties, overeenkomt met de beleving<br />
ervan door de burger. Deze matching van subjectieve en objectieve informatie valt echter buiten het<br />
kader van dit rapport. In de digitale Parkstadmonitor (www.parkstadmonitor.nl) is deze mix van<br />
subjectieve en objectieve gegevens wél opgenomen, niet alleen op regionaal en gemeentelijk niveau,<br />
maar ook op het niveau van de kernen.<br />
Opbouw rapport<br />
De hoofdstukken in deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> zijn niet allemaal van dezelfde orde. Aan de opbouw van<br />
het rapport ligt de volgende structuur ten grondslag:<br />
- Hoofdstukken 1 t/m 5 (leefbaarheid, openbare orde en veiligheid, beheer en onderhoud, milieu,<br />
verkeer)<br />
In deze hoofdstukken worden de thema’s uit het burgeronderzoek inhoudelijk behandeld. De<br />
uitkomsten hebben betrekking op de beleving van de directe woonomgeving door de bewoners.<br />
Het referentiekader is dus de buurt/kern waarin men woont.<br />
- Hoofdstuk 6 (bewonersprofiel)<br />
In dit hoofdstuk wordt aan de hand van een aantal kenmerken een ‘profiel’ van de bevolking van<br />
de <strong>Voerendaal</strong>se kernen geschetst. Dit bewonersprofiel kan gebruikt worden als achtergrond bij<br />
de in de voorgaande hoofdstukken gepresenteerde informatie.<br />
- Hoofdstuk 7 (maatschappelijke indicatoren)<br />
Een deel van de gepresenteerde gegevens wordt in het laatste hoofdstuk vertaald in<br />
‘maatschappelijke indicatoren’. Het gaat dan in feite om basisgegevens die een indicatie geven<br />
van de beleving van de woonomgeving door de burger. Op basis hiervan kunnen de <strong>Voerendaal</strong>se<br />
buurten op een compacte manier met elkaar vergeleken worden, zowel voor wat betreft<br />
de stand van zaken in <strong>2009</strong> als voor wat betreft de recente ontwikkelingen tussen 2007 en <strong>2009</strong>.<br />
De indicatorenvergelijking is weergegeven in de vorm van een mozaïekplaatje dat de uitkomsten<br />
samenvat.<br />
Als bijlagen treft u de onderzoeksverantwoording (bijlage 1) en de vragenlijst (bijlage 2) aan.<br />
4
Weergave onderzoeksuitkomsten<br />
De onderzoeksuitkomsten worden gepresenteerd in de vorm van grafieken, tabellen en aanvullende<br />
commentaren.<br />
Grafieken<br />
Per thema of subthema wordt de informatie op hoofdlijnen weergegeven in de vorm van een grafiek.<br />
Hierin worden de uitkomsten van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de 5 afzonderlijke kernen voor de jaren<br />
2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong> in de vorm van een staafgrafiek weergegeven, waarbij de exacte<br />
uitkomsten in de staven zijn opgenomen.<br />
Tabellen<br />
In de tabellen worden de in de grafieken gepresenteerde algemene onderzoeksuitkomsten<br />
gedetailleerd door ze op te splitsen in de samenstellende onderzoeksitems. Deze meer gedetailleerde<br />
uitkomsten worden voor de afzonderlijke <strong>Voerendaal</strong>se kernen en voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in<br />
totaliteit weergegeven. De tabellen kunnen dus gezien worden als verfijningen van de grafieken.<br />
Aanvullende commentaren<br />
De aanvullende commentaren zijn ondersteunend aan de grafieken en tabellen.<br />
Voorafgaand aan de grafieken of tabellen wordt steeds toegelicht hoe een bepaald thema in het<br />
onderzoek is geoperationaliseerd en hoe het in de grafiek/tabel is weergegeven.<br />
Na de grafieken of tabellen wordt het beeld dat hieruit naar voren komt inhoudelijk van een<br />
beschrijvend commentaar voorzien.<br />
Uitkomstscores<br />
Bij het presenteren van de onderzoeksuitkomsten in de grafieken, tabellen en commentaren wordt<br />
gebruik gemaakt van de volgende drie vormen van uitkomstscores:<br />
- percentages<br />
- schaalscores<br />
- rapportcijfers.<br />
Voor een goede interpretatie van de onderzoeksuitkomsten moeten over het gebruik van deze<br />
uitkomstscores vooraf de volgende technische opmerkingen worden gemaakt.<br />
Percentages<br />
De berekening van percentages is gebaseerd op alle respondenten (onderzoeksdeelnemers) die een<br />
antwoord op de vraag gegeven hebben, inclusief ‘weet niet/geen mening’. De enige uitzondering<br />
hierop is het thema ‘tevredenheid buurtvoorzieningen’ (par. 1.4), waarbij de percentages volgens<br />
landelijke richtlijnen exclusief de categorie ‘weet niet/geen mening’ zijn berekend.<br />
Bij tevredenheidspercentages is er verder voor gekozen alleen het percentage ‘tevredenen’ weer te<br />
geven. Dit betekent echter niet dat het ‘ontbrekende’ restpercentage alleen betrekking heeft op<br />
personen die óntevreden zijn; aangezien bij de antwoordmogelijkheden ook de neutrale antwoordcategorie<br />
‘niet tevreden/niet ontevreden’ is opgenomen, bestaat de genoemde restcategorie zowel uit<br />
ontevreden respondenten als uit respondenten die tevreden noch ontevreden zijn.<br />
In een aantal gevallen is in de vragenlijst gewerkt met een zgn. vijfpuntsschaal. Dit betekent dat de<br />
respondenten bij het invullen van de vragenlijst behalve voor een “neutraal” antwoord (bijv. “niet<br />
tevreden/niet ontevreden”) ook hebben kunnen kiezen voor de genuanceerde antwoordmogelijkheden<br />
“tevreden” en “zeer tevreden”, of “ontevreden” en “zeer ontevreden”. Bij het weergeven van de<br />
antwoordpercentages in dit rapport zijn in die gevallen de twee categorieën “tevreden” en “zeer<br />
5
tevreden” samengevoegd tot één categorie, namelijk “(zeer) tevreden”. Op dezelfde manier zijn ook<br />
de andere in het onderzoek voorkomende antwoordmogelijkheden “eens” en “helemaal eens”<br />
samengevoegd tot “(helemaal) eens”, “prettig” en “zeer prettig” tot “(zeer) prettig”, en “gehecht” en<br />
“zeer gehecht” tot “(zeer) gehecht”.<br />
Schaalscores<br />
Bij de berekening van schaalscores zijn de in de vragenlijst gegeven valide antwoorden omgerekend<br />
naar een schaal van 0 t/m 10, waarbij deze schaal een indicatie geeft van b.v. de mate van<br />
tevredenheid over een onderwerp, de mate waarin men het eens is met een stelling, of de frequentie<br />
waarin een verschijnsel voorkomt.<br />
De schaalscore voor tevredenheid komt bijvoorbeeld als volgt tot stand: alle respondenten die<br />
tevreden zijn over een bepaald onderwerp krijgen 10 punten, de respondenten die tevreden noch<br />
ontevreden zijn 5 punten, en de respondenten die ontevreden zijn 0 punten. Door op die manier de<br />
punten van alle respondenten te middelen, wordt er één schaalscore voor tevredenheid berekend die<br />
ligt tussen 0 (= zeer laag) en 10 (= zeer hoog). De aldus berekende schaalscores voor tevredenheid<br />
kunnen globaal zo geïnterpreteerd worden dat een score van 5 inhoudt dat precies evenveel mensen<br />
tevreden als ontevreden zijn; scores van beneden respectievelijk boven de 5 geven aan dat een<br />
meerderheid van de mensen ontevreden respectievelijk tevreden is. Schaalscores voor tevredenheid<br />
zijn vergelijkbaar met de van school bekende rapportcijfers. Op vergelijkbare manieren worden ook de<br />
schaalscores berekend voor de mate waarin men het eens is met een stelling of de mate waarin een<br />
verschijnsel voorkomt. Een score van 7 op een stelling (waarbij 0 = helemaal oneens en 10 =<br />
helemaal eens) betekent bijvoorbeeld dat een ruime meerderheid van de mensen het eens is met de<br />
betreffende stelling; een score van 2 in relatie tot het vóórkomen van een verschijnsel (waarbij 0 =<br />
komt niet voor en 10= komt heel vaak voor) betekent dat een verschijnsel weinig voorkomt.<br />
Rapportcijfers<br />
Incidenteel wordt in deze rapportage ook gebruik gemaakt van rapportcijfers. In die gevallen is de<br />
respondent gevraagd een waarde-oordeel over een onderwerp te geven in de vorm van een cijfer dat<br />
loopt van 1 (= zeer slecht) t/m 10 (= zeer goed).<br />
Door de toegekende rapportcijfers van alle respondenten te middelen komt er een gemiddeld<br />
rapportcijfer tot stand dat een indicatie geeft van de waardering die de burger voor een bepaald<br />
onderwerp heeft.<br />
Geografische indeling<br />
De volgende tabel geeft een overzicht van de in deze monitor onderscheiden kernen van <strong>Voerendaal</strong>,<br />
inclusief de inwoneraantallen per 1 januari <strong>2009</strong>.<br />
Overzicht kernen in gemeente <strong>Voerendaal</strong>, per 1-1-<strong>2009</strong><br />
Kernen Inwoners<br />
Klimmen 3280<br />
Kunrade 3717<br />
Ransdaal 1007<br />
Ubachsberg 1629<br />
<strong>Voerendaal</strong> 3113<br />
GEMEENTE VOERENDAAL 12746<br />
6
1. LEEFBAARHEID<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de kwaliteit van de woonomgeving in <strong>Voerendaal</strong> gemiddeld een 7,8 ,<br />
waarbij de scores van de afzonderlijke kernen met een minimum van een 7,6 in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong> tot een maximum van 8,2 in Ransdaal redelijk dicht bij elkaar liggen. Kijken<br />
we naar de ontwikkeling van de algemene kwaliteit van de woonomgeving dan zien we<br />
dat deze in de afgelopen jaren in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> als geheel weinig veranderd<br />
is.<br />
Verloedering in de buurt bedraagt in <strong>2009</strong> gemiddeld een 3,9, waarbij de scores fors<br />
uiteenlopen van 2,4 in Ransdaal tot 5,1 in de kern <strong>Voerendaal</strong>. Tussen 2003 en <strong>2009</strong> is<br />
de verloedering gemiddeld genomen gestegen (van 3,2 in 2003 naar 3,8 in <strong>2009</strong>).<br />
Sociale cohesie bedraagt in <strong>2009</strong> een 6,5, waarbij de scores variëren van een 6,2 in<br />
Kunrade tot een 7,4 in Ransdaal.<br />
In <strong>2009</strong> wordt overlast in de buurt met een 2,1 gewaardeerd. Ransdaal laat de meest<br />
gunstige score zien (0,9), terwijl in de kern <strong>Voerendaal</strong> de relatief hoogste overlast<br />
gemeten wordt (2,6). De overlast wordt vooral veroorzaakt door jongeren.<br />
Meer dan de helft van de inwoners is in <strong>2009</strong> tevreden over de buurtvoorzieningen (58%).<br />
Gemiddeld genomen zien we een lichte daling in de tevredenheid tussen 2007 en <strong>2009</strong>.<br />
In <strong>Voerendaal</strong> is het gemiddeld aandeel mensen dat in <strong>2009</strong> aangeeft in een koopwoning<br />
te wonen aanzienlijk groter dan het aandeel dat in een huurwoning woont (85% resp.<br />
15%).<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt het gemiddelde rapportcijfer voor de woning in de gemeente <strong>Voerendaal</strong><br />
een 7,9. Dit is 0,3 punt hoger dan in 2001. De uitkomsten van de kernen variëren in <strong>2009</strong><br />
tussen 7,8 in de kern <strong>Voerendaal</strong> en 8,0 in Kunrade en Ubachsberg.<br />
7
Dit eerste hoofdstuk gaat over de wijze waarop de bewoners hun buurt als woon- en leefomgeving<br />
ervaren. De leefbaarheid van de buurt staat dus centraal. Eerst komen in de paragrafen 1.1 t/m 1.3 de<br />
algemene, fysieke en sociale kwaliteit van de buurt, gezien door de ogen van de burger, aan de orde.<br />
Daarna volgen de tevredenheid over de buurtvoorzieningen (1.4) en de buurtbetrokkenheid (1.5).<br />
Tenslotte komen de perceptie van de woonsituatie (1.6) en de woningwaardering (1.7) aan de orde.<br />
1.1 Algemene kwaliteit woonomgeving<br />
Hoe waarderen de mensen het woon- en leefklimaat in hun buurt? Wonen ze er graag of niet? Om<br />
deze vragen te kunnen beantwoorden is de bewoners in het burgeronderzoek een aantal stellingen<br />
over de leefbaarheid van de buurt voorgelegd met het verzoek om aan te geven of men het ermee<br />
eens is of niet. Het gaat om de volgende leefbaarheidsstellingen:<br />
- De mensen in deze buurt blijven hier graag wonen.<br />
- Het is vervelend om in deze buurt te wonen.<br />
- Als het maar enigszins mogelijk is ga ik uit deze buurt verhuizen.<br />
- Als je in deze buurt woont heb je het goed getroffen.<br />
- Het is prettig wonen in deze buurt.<br />
Vervolgens zijn de reacties op deze stellingen omgerekend naar een schaalscore voor de algemene<br />
kwaliteit van de woonomgeving die loopt van 0 (= zeer laag) t/m 10 (= zeer hoog). Grafiek 1 toont hoe<br />
de <strong>Voerendaal</strong>se kernen in de periode 2001-<strong>2009</strong> op de algemene kwaliteit van de woonomgeving<br />
scoren, waarbij ook de gemiddelde score voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> weergegeven is.<br />
Grafiek 1: Algemene kwaliteit woonomgeving<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
6,5<br />
7,8<br />
7,9<br />
7,8<br />
8,0<br />
7,6<br />
7,0<br />
8,1<br />
8,0<br />
7,9<br />
8,0<br />
7,9<br />
8,3<br />
8,2<br />
8,0<br />
8,3<br />
8,2<br />
8,0<br />
8,0<br />
7,9<br />
8,1<br />
7,9<br />
7,8<br />
8,0<br />
7,9<br />
7,7<br />
7,8<br />
8,0<br />
8,0<br />
7,9<br />
8,0<br />
7,8<br />
7,5<br />
8<br />
8,0<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
8,5<br />
9,0<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Uit grafiek 1 blijkt dat de score voor de kwaliteit van de woonomgeving in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in<br />
<strong>2009</strong> gemiddeld een 7,8 bedraagt. De scores van de afzonderlijke kernen liggen met een minimum<br />
van 7,6 in de kern <strong>Voerendaal</strong> tot een maximum van 8,2 in Ransdaal redelijk dicht bij elkaar.<br />
Kijken we naar de ontwikkeling van de algemene kwaliteit van de woonomgeving dan zien we dat<br />
deze in de afgelopen jaren in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> als geheel weinig veranderd is. Opvallend is<br />
wel dat in <strong>2009</strong> de laagste gemiddelde score is behaald. Overigens is alleen in Klimmen de score in<br />
<strong>2009</strong> iets hoger dan in 2007. In de ander kernen is in <strong>2009</strong> sprake van een lichte daling ten opzichte<br />
van 2007. In de kern <strong>Voerendaal</strong> is in <strong>2009</strong> de sterkste teruggang in de schaalscore van de algemene<br />
kwaliteit van de woonomgeving te zien.<br />
1.2 Fysieke kwaliteit woonomgeving<br />
De algemene kwaliteit van de woonomgeving wordt voor een deel bepaald door de fysieke kwaliteit.<br />
Hiermee wordt het aanzien van de bebouwde omgeving bedoeld. Ziet alles er verzorgd uit of is er<br />
sprake van verloedering?<br />
Om een indicatie te krijgen van de fysieke kwaliteit van de woonomgeving is de inwoners van<br />
<strong>Voerendaal</strong> in het burgeronderzoek gevraagd om aan te geven in welke mate de volgende aspecten<br />
van verloedering naar eigen idee in de buurt voorkomen:<br />
- bekladding van muren en/of gebouwen<br />
- vernieling van telefooncellen of bushokjes<br />
- rommel op straat<br />
- hondenpoep op straat.<br />
De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor verloedering die loopt van<br />
0 (= komt niet voor) t/m 10 (= komt heel vaak voor). Grafiek 2 geeft deze schaalscores voor<br />
verloedering in de periode 2001-<strong>2009</strong> voor de <strong>Voerendaal</strong>se kernen weer, waarbij ook het gemiddelde<br />
voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> getoond wordt.<br />
9
Grafiek 2: Verloedering in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
2,0<br />
3,1<br />
3,2<br />
2,5<br />
2,7<br />
2,8<br />
2,8<br />
3,1<br />
2,7<br />
3,1<br />
2,4<br />
2,8<br />
2,4<br />
2,6<br />
2,7<br />
3,1<br />
2,5<br />
3,6<br />
3,7<br />
3,3<br />
3,2<br />
3,5<br />
3,7<br />
3,9<br />
3,0<br />
4,3<br />
4,6<br />
3,7<br />
3,7<br />
4,1<br />
4,3<br />
4,3<br />
5,1<br />
3,5<br />
10<br />
4,0<br />
4,5<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
De gemiddelde schaalscore voor verloedering bedraagt in <strong>2009</strong> 3,9 voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Kijken we in <strong>2009</strong> naar de scores van de afzonderlijke kernen dan zien we dat deze variëren van 2,4<br />
in Ransdaal tot 5,1 in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Tussen 2003 en <strong>2009</strong> is de verloedering gemiddeld genomen iets gestegen (van 3,2 in 2003 naar 3,9<br />
in <strong>2009</strong>). De afzonderlijke buurten laten qua ontwikkeling een gevarieerder beeld zien. In de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong> is een onafgebroken toename te zien. Hier is de schaalscore voor verloedering<br />
toegenomen van 3,6 in 2001 tot 5,1 in <strong>2009</strong>. Ransdaal daarentegen laat in <strong>2009</strong> met een schaalscore<br />
voor verloedering van 2,4 juist de laagste score van de afgelopen 5 metingen zien.<br />
Bij analyse van de afzonderlijke aspecten van verloedering blijkt dat ‘hondenpoep op straat’ in <strong>2009</strong><br />
nog steeds het meest voorkomende probleem is; gemiddeld geven 4 op de 10 inwoners van<br />
<strong>Voerendaal</strong> aan dat dit vaak voorkomt in de eigen buurt. ‘Vernieling van telefooncellen’ en ‘rommel op<br />
straat’ wordt gemiddeld door resp. 18% en 12% van de inwoners als een frequent voorkomend punt<br />
genoemd.<br />
1.3 Sociale kwaliteit woonomgeving<br />
De kwaliteit van de woonomgeving heeft behalve een fysieke component ook een sociale component.<br />
Hoe gaan de mensen in de buurt met elkaar om? Leeft men op een prettige manier samen of heeft<br />
men (over-)last van elkaar? Om deze vragen over de sociale kwaliteit te beantwoorden is in het<br />
burgeronderzoek enerzijds de sociale cohesie en anderzijds de overlast in de buurt onderzocht.<br />
5,0<br />
5,5<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
De sociale cohesie is gemeten door de inwoners te vragen in hoeverre ze het met de volgende<br />
stellingen eens of oneens zijn:<br />
- De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om.<br />
- Ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is.<br />
- Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen.<br />
- De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks.<br />
De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor sociale cohesie die loopt van<br />
0 (= zeer laag) t/m 10 (= zeer hoog). Grafiek 3 toont de uitkomsten voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en<br />
de kernen voor de jaren 2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong>.<br />
Grafiek 3: Sociale cohesie in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
5,5<br />
6,6<br />
6,4<br />
6,5<br />
6,8<br />
6,4<br />
6,2<br />
6,6<br />
6,4<br />
6,5<br />
6,2<br />
6,3<br />
6,8<br />
6,5<br />
6,6<br />
6,6<br />
6,5<br />
6,7<br />
6,6<br />
6,8<br />
6,5<br />
6,0<br />
7,1<br />
7,0<br />
6,9<br />
7,0<br />
7,0<br />
7,2<br />
7,2<br />
7,2<br />
7,6<br />
7,4<br />
6,5<br />
7,0<br />
11<br />
7,5<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
In de gemeente <strong>Voerendaal</strong> scoort de sociale cohesie in <strong>2009</strong> gemiddeld 6,5, waarbij de scores<br />
variëren van 6,2 in Kunrade tot 7,4 in Ransdaal.<br />
Kijken we naar de ontwikkeling van de sociale cohesie dan zien we dat deze gemiddeld genomen in<br />
de gemeente <strong>Voerendaal</strong> na wat lichte toenames in 2003 en 2007 met een schaalscore van 6,5 weer<br />
terug is op het niveau van 2001. Op het niveau van de kernen is de stijging tussen 2005 en 2007 in<br />
<strong>2009</strong> gevolgd door een gelijkblijvende schaalscore voor Ubachsberg en Klimmen en een afname van<br />
de schaalscore sociale cohesie voor <strong>Voerendaal</strong> (-0,4), Ransdaal (-0,2) en Kunrade (-0,3).<br />
Uit de reacties op de afzonderlijke stellingen met betrekking tot sociale cohesie kan geconcludeerd<br />
worden dat in <strong>2009</strong> bijna 8 op de 10 inwoners van <strong>Voerendaal</strong> (77%) de stelling onderschrijft dat de<br />
mensen in de eigen buurt prettig met elkaar omgaan. Bijna zeven op de 10 inwoners voelt zich thuis<br />
bij de mensen in de buurt (67%). Gemiddeld vindt circa de helft van de inwoners dat ze in een<br />
8,0<br />
8,5<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
gezellige buurt met veel saamhorigheid wonen (48%). Circa 1 op de 5 (18,3%) inwoners zegt dat de<br />
mensen elkaar nauwelijks kennen in de buurt. De verschillen tussen de buurten zijn soms zeer groot.<br />
Zo lopen de scores op de stelling “mensen kennen elkaar nauwelijks in de buurt” in <strong>2009</strong> uiteen van<br />
10,3% in Ransdaal en 11,5% in Ubachsberg tot 23,2% in Kunrade en 24,5% in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Een tweede aspect van de sociale kwaliteit van de woonomgeving betreft de overlast die men in de<br />
eigen buurt ervaart. Deze overlast is gemeten door de inwoners in het burgeronderzoek te vragen in<br />
welke mate de volgende twee vormen van overlast naar eigen idee in de buurt voorkomen:<br />
- overlast van groepen jongeren<br />
- overlast door omwonenden.<br />
De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor overlast die loopt van 0 (= komt<br />
niet voor) t/m 10 (= komt heel vaak voor). Grafiek 4 geeft deze overlastscores voor de gemeente<br />
<strong>Voerendaal</strong> en de afzonderlijke kernen voor de jaren 2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong> weer.<br />
Grafiek 4: Overlast in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0,0<br />
0,9<br />
1,6<br />
1,4<br />
1,2<br />
1,1<br />
1,2<br />
0,5<br />
1,6<br />
1,5<br />
1,6<br />
1,4<br />
1,5<br />
1,3<br />
1,2<br />
1,8<br />
1,8<br />
1,9<br />
1,9<br />
2,0<br />
2,1<br />
1,0<br />
2,4<br />
2,3<br />
2,3<br />
2,6<br />
2,3<br />
2,3<br />
2,7<br />
2,0<br />
2,3<br />
1,9<br />
2,3<br />
1,5<br />
12<br />
2,0<br />
2,5<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
De gemiddelde schaalscore voor overlast bedraagt in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in <strong>2009</strong> 2,1, waarbij<br />
de scores variëren van 0,9 in Ransdaal tot 2,6 in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
In de afgelopen jaren is de overlastbeleving gemiddeld genomen licht toegenomen in de gemeente<br />
<strong>Voerendaal</strong>. Op het niveau van de kernen wordt een dalende trend gemeten in Ransdaal. In deze<br />
kern is tussen 2005 en <strong>2009</strong> een afname van de schaalscore te zien van 1,6 naar 0,9. De<br />
overlastbeleving is tussen 2007 en <strong>2009</strong> vooral toegenomen in de kernen <strong>Voerendaal</strong> en Kunrade<br />
(beide +0,3).<br />
3,0<br />
3,5<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Uit nadere analyse van buurtoverlast blijkt dat in <strong>2009</strong> gemiddeld genomen door de bewoners meer<br />
buurtoverlast van groepen jongeren wordt ervaren dan overlast door omwonenden (9% resp. 5%). Met<br />
name de jongerenoverlast verschilt fors tussen de kernen; deze varieert in <strong>2009</strong> van nihil in Ransdaal<br />
tot 18% in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Uit de ontwikkeling van de gemeentelijke overlastpercentages blijkt dat de jongerenoverlast en<br />
overlast door omwonenden licht is toegenomen. Tussen de kernen zien we grote verschillen. Zo is<br />
bijv. jongerenoverlast tussen 2001 en <strong>2009</strong> fors toegenomen in de kern <strong>Voerendaal</strong> (van 6% in 2001<br />
via 12% in 2005 naar 18% in <strong>2009</strong>), terwijl de jongerenoverlast in Ransdaal is afgenomen van 5% in<br />
2003 naar 0% in <strong>2009</strong>.<br />
1.4 Tevredenheid buurtvoorzieningen<br />
De kwaliteit van de leefbaarheid van de buurt hangt voor een belangrijk deel samen met de<br />
waardering die de inwoners hebben voor de voorzieningen in hun directe woon- en leefomgeving.<br />
Om deze waardering in beeld te brengen is de mensen in het burgeronderzoek gevraagd in hoeverre<br />
ze tevreden of ontevreden zijn over de volgende buurtvoorzieningen:<br />
- winkels voor de dagelijkse boodschappen<br />
- speelmogelijkheden voor kinderen<br />
- straatverlichting<br />
- groenvoorzieningen<br />
- openbaar vervoer<br />
- parkeergelegenheid<br />
- basisonderwijs<br />
- voorzieningen voor jongeren<br />
- sportgelegenheden<br />
- buurthuizen/gemeenschapshuizen.<br />
De antwoordpercentages voor bovengenoemde buurtvoorzieningen zijn omgerekend naar één<br />
tevredenheidspercentage voor buurtvoorzieningen. Grafiek 5 op de volgende pagina geeft de<br />
tevredenheidsscores voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de kernen in de periode 2001-<strong>2009</strong> weer.<br />
13
Grafiek 5: Tevredenheid buurtvoorzieningen<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
40%<br />
54%<br />
50%<br />
53%<br />
51%<br />
50%<br />
45%<br />
56%<br />
53%<br />
55%<br />
56%<br />
58%<br />
59%<br />
54%<br />
55%<br />
56%<br />
54%<br />
64%<br />
61%<br />
61%<br />
68%<br />
62%<br />
61%<br />
59%<br />
58%<br />
61%<br />
58%<br />
65%<br />
67%<br />
62%<br />
67%<br />
62%<br />
50%<br />
55%<br />
14<br />
60%<br />
percentage inwoners<br />
In <strong>2009</strong> is gemiddeld 58% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> tevreden over de<br />
buurtvoorzieningen. Kijken we naar de afzonderlijke kernen dan zien we dat het tevredenheidspercentage<br />
het laagst is in Ubachsberg (50%) en het hoogst in de kernen <strong>Voerendaal</strong> en Kunrade (beide<br />
62%).<br />
Gemiddeld genomen laat de tevredenheid over de buurtvoorzieningen tussen 2007 en <strong>2009</strong> een lichte<br />
daling zien (-3 procentpunten). Op kernniveau valt in deze periode vooral de daling op in de kernen<br />
<strong>Voerendaal</strong> (-6 procentpunten) en Kunrade (-5 procentpunten).<br />
Het is ook interessant om te weten hoe de afzonderlijke buurtvoorzieningen gewaardeerd worden. Uit<br />
nadere analyses blijkt dat een (ruime) meerderheid van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong><br />
over de meeste buurtvoorzieningen in <strong>2009</strong> tevreden is. Over buurthuizen (46%), onderhoud wegen<br />
(44%), speelmogelijkheden (42%) en vooral jongerenvoorzieningen (14%) is een minderheid van de<br />
inwoners van <strong>Voerendaal</strong> content. De tevredenheidsverschillen tussen de <strong>Voerendaal</strong>se kernen zijn<br />
ook in <strong>2009</strong> soms (zeer) groot, m.n. op de aspecten ‘winkels’ (van 14% in Klimmen tot 97% in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong>), en ‘speelmogelijkheden in de buurt’ (van 34% in Ransdaal tot 76% in Ubachsberg).<br />
Een blik op de ontwikkeling laat zien dat gemiddeld genomen tussen 2007 en <strong>2009</strong> m.n. de<br />
tevredenheid over de buurthuizen afgenomen is van 61% naar 46%, terwijl de tevredenheid over het<br />
openbaar vervoer een toename laat zien van 57% naar 67%.<br />
65%<br />
70%<br />
75%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
1.5 Buurtbetrokkenheid<br />
De gemeente en maatschappelijke organisaties proberen samen met de inwoners problemen in de<br />
buurten op te lossen. Een voorwaarde hiervoor is dat de mensen zich betrokken voelen bij hun directe<br />
woon- en leefomgeving.<br />
Om deze betrokkenheid te meten is in het burgeronderzoek onder meer de vraag gesteld in welke<br />
mate de inwoners zich gehecht voelen aan hun buurt. Grafiek 6 geeft de gehechtheid aan de buurt<br />
weer voor de jaren 2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong> weer.<br />
Grafiek 6: Gehechtheid aan buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
50%<br />
55%<br />
74%<br />
75%<br />
71%<br />
80%<br />
66%<br />
72%<br />
73%<br />
68%<br />
73%<br />
65%<br />
72%<br />
73%<br />
68%<br />
73%<br />
63%<br />
74%<br />
75%<br />
71%<br />
76%<br />
68%<br />
60%<br />
82%<br />
76%<br />
75%<br />
81%<br />
78%<br />
82%<br />
76%<br />
71%<br />
82%<br />
83%<br />
65%<br />
70%<br />
15<br />
75%<br />
percentage inwoners<br />
Gemiddeld genomen is de buurtgehechtheid in <strong>Voerendaal</strong> tussen 2007 en <strong>2009</strong> afgenomen van 76%<br />
naar 68%. De buurtgehechtheid varieert van 63% in Klimmen tot 83% in Ransdaal.<br />
Opvallend is dat recentelijk, tussen 2007 en <strong>2009</strong>, de buurtgehechtheid in een aantal kernen flink is<br />
afgenomen, waarbij m.n. in de kern <strong>Voerendaal</strong>, Klimmen en Kunrade sprake is van een flinke daling<br />
(resp. -14, -10 en -8 procentpunten). In deze kernen is zelfs sprake van de laagst gemeten waarde<br />
sinds de start van de metingen in 2001.<br />
80%<br />
85%<br />
90%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Voorwaarde voor een (actieve) betrokkenheid bij bijvoorbeeld buurtgericht werken is dat de mensen<br />
zich medeverantwoordelijk voelen voor wat er speelt in de buurt. Ook dit is in het burgeronderzoek<br />
onderzocht. Grafiek 7 laat zien hoeveel procent van de inwoners zich in 2001-<strong>2009</strong> medeverantwoordelijk<br />
voelt voor de leefbaarheid in de eigen buurt.<br />
Grafiek 7: Medeverantwoordelijkheidsgevoel voor leefbaarheid buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
75%<br />
80%<br />
87%<br />
91%<br />
90%<br />
93%<br />
89%<br />
86%<br />
86%<br />
85%<br />
95%<br />
93%<br />
92%<br />
92%<br />
92%<br />
91%<br />
90%<br />
96%<br />
98%<br />
93%<br />
92%<br />
89%<br />
90%<br />
90%<br />
91%<br />
91%<br />
91%<br />
91%<br />
91%<br />
90%<br />
90%<br />
89%<br />
85%<br />
16<br />
90%<br />
percentage inwoners<br />
In <strong>2009</strong> voelt gemiddeld 89% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> zich medeverantwoordelijk<br />
voor de leefbaarheid in de buurt. Het medeverantwoordelijkheidsgevoel voor de leefbaarheid in de<br />
buurt is in <strong>Voerendaal</strong> dus zeer groot. De percentages van de kernen liggen dicht bij elkaar. De<br />
laagste waarde werd gemeten in Klimmen met 85% en de hoogste waarde in Ransdaal met 93%.<br />
Gemiddeld genomen is het medeverantwoordelijkheidsgevoel in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> de<br />
afgelopen jaren licht dalend (van 91% in 2001 naar naar 89% in <strong>2009</strong>). In de kern Klimmen is ook<br />
sprake van een dalende lijn sinds 2001 (van 91% in 2001 naar 85% in <strong>2009</strong>).<br />
95%<br />
100%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
1.6 Woonsituatie<br />
Een indicator voor de woonsituatie is de verhouding tussen het aantal mensen dat in een koopwoning<br />
resp. huurwoning woont. Daarom is de inwoners in het burgeronderzoek gevraagd of ze in een eigen<br />
woning dan wel gehuurd wonen. Grafiek 8 geeft de woonsituatie naar koop/huurverhouding in <strong>2009</strong> in<br />
de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de <strong>Voerendaal</strong>se kernen weer.<br />
Grafiek 8: Woonsituatie naar koop/huurverhouding, <strong>2009</strong><br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0%<br />
6%<br />
16%<br />
15%<br />
14%<br />
15%<br />
10%<br />
25%<br />
20%<br />
30%<br />
75%<br />
84%<br />
40%<br />
85%<br />
86%<br />
85%<br />
94%<br />
50%<br />
17<br />
60%<br />
percentage inwoners<br />
70%<br />
80%<br />
90%<br />
100%<br />
koopwoning<br />
huurwoning<br />
In <strong>2009</strong> woont 85% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in een koopwoning en 15% in een<br />
huurwoning. Het aandeel koopwoningen loopt uiteen van 75% in de kern <strong>Voerendaal</strong> tot 94% in<br />
Klimmen.<br />
In de afgelopen jaren is de koop-/huurverhouding licht verschoven in die zin dat iets meer mensen in<br />
een koopwoning zijn gaan wonen en (daaraan gespiegeld) iets minder mensen in een huurwoning.<br />
Vooral in de kernen <strong>Voerendaal</strong> en Klimmen wordt een duidelijke trend in deze richting gemeten.<br />
1.7 Woningwaardering<br />
De woningwaardering is in het burgeronderzoek onderzocht door de mensen te vragen om hun<br />
woning met een rapportcijfer van 1 t/m 10 te beoordelen.<br />
Tabel 1 op de volgende pagina geeft de rapportcijfers voor de woning, voor 2001-<strong>2009</strong>, weer.
Tabel 1: Rapportcijfer woning<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 7,7 7,9 7,9 8,0 7,9<br />
Kunrade 7,7 7,7 7,7 7,9 8,0<br />
Ransdaal 7,9 8,0 7,8 7,8 8,2<br />
Ubachsberg 7,6 7,8 7,7 7,9 8,0<br />
<strong>Voerendaal</strong> 7,4 7,6 7,7 7,9 7,8<br />
GEM. VOERENDAAL 7,6 7,8 7,8 7,9 7,9<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt het gemiddelde rapportcijfer voor de woning in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> een 7,9.<br />
Dit is 0,3 punt hoger dan in 2001. De uitkomsten van de kernen variëren in <strong>2009</strong> tussen 7,8 in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong> en 8,2 in Ransdaal.<br />
In <strong>2009</strong> is het rapportcijfer voor de woning in alle kernen hoger dan in 2001. In <strong>2009</strong> ligt het<br />
gemiddelde rapportcijfer voor de woning in de kernen 0,2 tot 0,4 punt hoger dan in 2001. Ransdaal<br />
kent in <strong>2009</strong> met 8,2 het hoogste rapportcijfer voor de woning.<br />
18
2. OPENBARE ORDE EN<br />
VEILIGHEID<br />
In <strong>2009</strong> voelt (evenals in 2007) 26% van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> zich wel eens<br />
onveilig in de eigen buurt. Deze onveiligheidsgevoelens zijn het hoogste in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong> (32%) en het laagste in Ransdaal (13%).<br />
De gemiddelde schaalscore voor vermogensdelicten bedraagt in <strong>2009</strong> een 2,9 in de<br />
gemeente <strong>Voerendaal</strong>. Dit cijfer is gelijk aan de schaalscore in 2007. In <strong>2009</strong> lopen de<br />
schaal- scores van de afzonderlijke kernen uiteen van 2,1 in Ransdaal tot 3,7 in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong>.<br />
Dreiging wordt in <strong>2009</strong> gemiddeld genomen met 0,5 gewaardeerd, waarbij de scores<br />
variëren van 0,3 in Ubachsberg en Ransdaal tot 0,8 in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
In <strong>2009</strong> geeft gemiddeld 29% van de Voerendalenaren aan in de afgelopen 12<br />
maanden slachtoffer te zijn geweest van één of meer misdrijven in de eigen buurt.<br />
Hierbij is slachtofferschap van autodelicten gemiddeld met 14% het grootst. De<br />
percentages slachtofferschap lopen fors uiteen van 17% in Ransdaal tot 36% in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong>.<br />
19
In dit hoofdstuk worden gegevens gepresenteerd over de openbare orde en veiligheid in <strong>Voerendaal</strong>,<br />
en vooral de beleving hiervan door de burger. In de eerste paragraaf staan de onveiligheidsgevoelens<br />
en vermijdingsgedrag in de buurt centraal. In de tweede paragraaf wordt weergegeven in welke mate<br />
de inwoners openbare orde- en veiligheidsproblemen in hun buurt ervaren. De derde paragraaf laat<br />
zien in hoeverre de inwoners slachtoffer zijn geweest van misdrijven.<br />
2.1 Onveiligheidsgevoelens en vermijdingsgedrag<br />
Voor het persoonlijk welzijn is het van belang dat men zich veilig voelt. Daarom is in het burgeronderzoek<br />
gevraagd of men zich weleens onveilig voelt in de eigen woonbuurt. Grafiek 9 toont hoeveel<br />
procent van de inwoners de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en van de <strong>Voerendaal</strong>se kernen zich wel eens<br />
onveilig voelt in de eigen buurt.<br />
Grafiek 9: Onveiligheidsgevoelens in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0%<br />
10%<br />
5%<br />
24%<br />
20%<br />
19%<br />
16%<br />
15%<br />
24%<br />
19%<br />
13%<br />
13%<br />
16%<br />
10%<br />
26%<br />
25%<br />
22%<br />
24%<br />
20%<br />
23%<br />
18%<br />
25%<br />
23%<br />
23%<br />
23%<br />
24%<br />
29%<br />
26%<br />
26%<br />
26%<br />
32%<br />
15%<br />
38%<br />
36%<br />
20%<br />
20<br />
25%<br />
percentage inwoners<br />
In <strong>2009</strong> voelt gemiddeld 26% van de Voerendalenaren zich weleens onveilig in de eigen buurt. De<br />
buurtgerelateerde onveiligheidsgevoelens variëren van 13% in Ransdaal tot 32% in <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Een blik op de ontwikkeling laat zien dat de onveiligheidsgevoelens in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> - na<br />
een aanvankelijke daling tussen 2001 en 2003 - recentelijk tussen 2005 en <strong>2009</strong> op een onveranderd<br />
niveau blijven van 26%. De ontwikkeling in de kernen geeft een wisselend beeld. Overigens moeten<br />
de in deze paragraaf weergegeven onveiligheidspercentages gerelativeerd worden, aangezien het<br />
gaat om de mensen die zeggen zich ‘weleens’ onveilig te voelen in de buurt (standaard-omschrijving<br />
30%<br />
35%<br />
40%<br />
45%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
in veiligheidsonderzoek). Uit het burgeronderzoek blijkt dat van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> die zich<br />
weleens onveilig voelen in de buurt gemiddeld 5% zich ‘vaak’ onveilig voelt, 64% zich ‘soms’ onveilig<br />
voelt en 31% zich ‘zelden’ onveilig voelt.<br />
In het verlengde van onveiligheidsgevoelens is het ook van belang om inzicht te krijgen in het<br />
vermijdingsgedrag: Mijdt men plekken uit veiligheidsoverwegingen? Daarom is de mensen gevraagd<br />
of er bepaalde plekken in hun buurt zijn waar zij uit veiligheidsoverwegingen liever niet komen.<br />
In tabel 2 wordt weergegeven hoeveel procent van de inwoners plekken in hun buurt in 2003, 2005,<br />
2007 en <strong>2009</strong> uit veiligheidsoverwegingen mijdt. Aangezien het vermijdingsgedrag in 2003 voor het<br />
eerst in het burgeronderzoek Parkstad Limburg onderzocht is, zijn voor 2001 geen gegevens<br />
beschikbaar.<br />
Tabel 2: Vermijdingsgedrag in buurt<br />
2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 16% 18% 29% 24%<br />
Kunrade 18% 16% 7% 18%<br />
Ransdaal 11% 13% 11% 5%<br />
Ubachsberg 12% 10% 13% 15%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 21% 32% 19% 31%<br />
GEM. VOERENDAAL 17% 20% 17% 22%<br />
In <strong>2009</strong> mijdt gemiddeld 22% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> uit veiligheidsoverwegingen<br />
plekken in de eigen buurt. De vermijdingspercentages lopen uiteen van 5% in Ransdaal tot 31%<br />
in <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Tussen 2007 en <strong>2009</strong> is het vermijdingsgedrag gemiddeld genomen weer iets toegenomen (+5<br />
procentpunten). Evenals bij de onveiligheidsgevoelens springt ook nu de duidelijk ongunstige<br />
ontwikkeling in de kern <strong>Voerendaal</strong> in ’t oog (+12 procentpunten).<br />
2.2 Perceptie openbare orde- en veiligheidsproblemen<br />
Waar het in de vorige paragraaf gaat om de algemene veiligheidsbeleving in de buurt komt in deze<br />
paragraaf een iets manifester onderwerp aan de orde, namelijk de manier waarop inwoners de<br />
omvang van concrete openbare orde- en veiligheidsproblemen in hun buurt inschatten. Het gaat<br />
daarbij dus wel nog steeds om de perceptie van de OOV-problemen door de burger. Daarvoor is de<br />
mensen in het burgeronderzoek een aantal vervelende voorvallen en misdrijven voorgelegd met het<br />
verzoek om aan te geven of deze naar eigen idee vaak, soms of (bijna) nooit voorkomen in de buurt.<br />
De voorvallen en misdrijven die aan de inwoners zijn voorgelegd kunnen worden teruggebracht tot<br />
enkele hoofdcategorieën. Eén van die categorieën is vermogensdelicten. Deze heeft betrekking op de<br />
volgende vervelende voorvallen en misdrijven:<br />
- fietsendiefstal<br />
- diefstal uit auto’s<br />
- beschadiging of vernieling aan auto’s en diefstal vanaf auto’s, bijvoorbeeld wieldoppen<br />
- inbraak in woningen.<br />
21
Grafiek 10 geeft weer in welke mate de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de kernen in 2001,<br />
2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong> inschatten dat vermogensdelicten voorkomen in hun woonomgeving. Dit<br />
wordt uitgedrukt in een schaalscore die loopt van 0 (= komt niet voor) t/m 10 (= komt heel vaak voor).<br />
Grafiek 10: Perceptie vermogensdelicten in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0,0<br />
0,5<br />
2,1<br />
2,1<br />
1,6<br />
2,6<br />
2,5<br />
2,1<br />
2,5<br />
2,5<br />
2,6<br />
2,1<br />
1,0<br />
3,0<br />
3,2<br />
4,3<br />
3,8<br />
3,7<br />
3,3<br />
3,0<br />
3,4<br />
2,7<br />
3,0<br />
2,0<br />
2,0<br />
2,6<br />
2,9<br />
2,5<br />
2,6<br />
2,6<br />
3,1<br />
2,9<br />
2,9<br />
1,5<br />
2,0<br />
2,5<br />
22<br />
3,0<br />
3,5<br />
4,0<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
Evenals in 2007 bedraagt in <strong>2009</strong> de gemiddelde schaalscore voor buurtgerelateerde vermogensdelicten<br />
een 2,9 in de gemeente <strong>Voerendaal</strong>. De scores van de afzonderlijke kernen lopen fors uiteen<br />
van een 2,1 in Ransdaal tot een 3,7 in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
In alle kernen, met uitzondering van Kunrade, is de schaalscore voor buurtgerelateerde vermogensdelicten<br />
in <strong>2009</strong> iets gedaald. In Ransdaal is in <strong>2009</strong> een afname geregistreerd van -0,5 en in Klimmen<br />
van -0,4. Opvallend is de toename in Kunrade met +0,3.<br />
Hoe zit het met de afzonderlijke categorieën van vermogensdelicten? Tabel 3 op de volgende pagina<br />
laat dit zien. Ze geeft voor de vier onderscheiden vormen van vermogensdelicten weer hoeveel<br />
procent van de inwoners zegt dat deze vaak voorkomen in de eigen buurt.<br />
4,5<br />
5,0<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Tabel 3: Perceptie vermogensdelicten in buurt verbijzonderd, in procenten<br />
23<br />
Fietsendiefstal Diefstal uit auto’s<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 0% 0% 0% 0% 2% 0% 2% 1% 4% 1%<br />
Kunrade 3% 1% 8% 4% 7% 6% 4% 6% 0% 1%<br />
Ransdaal 0% 0% 1% 1% 0% 1% 2% 1% 0% 0%<br />
Ubachsberg 0% 0% 2% 1% 2% 2% 1% 0% 1% 2%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 3% 4% 12% 6% 9% 6% 4% 10% 7% 6%<br />
GEM. VOERENDAAL 2% 1% 5% 3% 5% 3% 3% 4% 3% 3%<br />
Beschadiging of diefstal aan/vanaf auto’s Woninginbraak<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 1% 1% 1% 7% 6% 5% 9% 14% 26% 12%<br />
Kunrade 7% 5% 12% 6% 6% 18% 9% 10% 9% 13%<br />
Ransdaal 2% 2% 1% 0% 0% 10% 7% 6% 29% 16%<br />
Ubachsberg 4% 4% 1% 1% 6% 3% 7% 3% 19% 9%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 8% 7% 15% 9% 12% 13% 9% 10% 14% 15%<br />
GEM. VOERENDAAL 5% 4% 7% 6% 8% 11% 8% 10% 18% 13%<br />
In <strong>2009</strong> het meest voorkomend in de beleving van de Voerendalenaar is woninginbraak (13%),<br />
gevolgd door beschadiging of diefstal aan/vanaf de auto (8%), fietsendiefstal (5%) en diefstal uit<br />
auto’s (3%). De verschillen tussen de kernen zijn relatief groot. Zo varieert ‘woninginbraak’ van 9% in<br />
Ubachsberg tot 16% in Ransdaal.<br />
Tussen 2007 en <strong>2009</strong> is de perceptie van m.n. woninginbraak gemiddeld afgenomen (-5 procentpunten).<br />
De grootste dalingen worden gemeten in Klimmen (-14 procentpunten), Ransdaal (-13<br />
procentpunten) en Ubachsberg (-10).<br />
Behalve naar vermogensdelicten is in het burgeronderzoek ook gekeken naar het vóórkomen van<br />
dreiging in de buurt. Het gaat dan om de volgende vervelende voorvallen en misdrijven:<br />
- bedreiging<br />
- dronken mensen op straat<br />
- vrouwen en mannen die op straat worden lastig gevallen<br />
- geweldsdelicten<br />
- drugsoverlast<br />
- tasjesroof.<br />
Grafiek 11 op de volgende pagina geeft weer in welke mate de inwoners van <strong>Voerendaal</strong>se kernen in<br />
2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong> inschatten dat dreiging voorkomt in de eigen kern. Daarbij wordt<br />
gebruik gemaakt van een schaalscore die loopt van 0 (= komt niet voor) t/m 10 (= komt heel vaak<br />
voor).
Grafiek 11: Perceptie dreiging in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0,0<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,2<br />
0,3<br />
0,3<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,3<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,5<br />
0,2<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,3<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,4<br />
0,5<br />
0,2<br />
0,6<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,6<br />
0,8<br />
0,4<br />
24<br />
0,6<br />
0,8<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de schaalscore voor buurtdreiging een 0,5 in de gemeente <strong>Voerendaal</strong>, waarbij de<br />
scores variëren van een 0,3 in Ubachsberg en Ransdaal tot een 0,8 in de kern <strong>Voerendaal</strong>. Daarmee<br />
komt buurtdreiging in absolute zin weinig voor in <strong>Voerendaal</strong>; op een schaal van 0 (= komt niet voor)<br />
t/m 10 (= komt heel vaak voor) zijn dreigingsscores van 0,3 tot 0,8 immers zeer laag.<br />
In de afgelopen jaren is de buurtdreiging in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> gemiddeld nauwelijks of niet<br />
veranderd.<br />
Tabel 4 op de volgende pagina laat meer in detail zien in welke mate de <strong>Voerendaal</strong>se burger<br />
buurtdreiging ervaart. Voor de zes verschillende vormen van dreiging wordt weergegeven hoeveel<br />
procent van de inwoners zegt dat deze vaak voorkomen in de buurt.<br />
1,0<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Tabel 4: Perceptie dreiging in buurt verbijzonderd, in procenten<br />
25<br />
Bedreiging Dronken mensen op straat<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 0% 0% 1% 2% 1% 1% 0% 0% 3% 1%<br />
Kunrade 1% 1% 1% 0% 1% 3% 2% 2% 1% 1%<br />
Ransdaal 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
Ubachsberg 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 2% 5%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 0% 0% 1% 1% 4% 2% 4% 2% 4% 7%<br />
GEM. VOERENDAAL 0% 0% 1% 1% 2% 2% 1% 1% 2% 2%<br />
Vrouwen en mannen die op straat worden lastig<br />
gevallen<br />
Geweldsmisdrijven<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1%<br />
Kunrade 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 1% 0% 0%<br />
Ransdaal 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
Ubachsberg 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 0% 0% 0% 1% 1% 0% 1% 0% 1% 2%<br />
GEM. VOERENDAAL 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1%<br />
Drugsoverlast Tasjesroof<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 0% 0% 0% 1% 2% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
Kunrade 1% 1% 1% 2% 4% 0% 0% 1% 0% 0%<br />
Ransdaal 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
Ubachsberg 0% 0% 1% 1% 2% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 4% 6% 3% 2% 4% 0% 1% 0% 1% 0%<br />
GEM. VOERENDAAL 1% 2% 1% 1% 3% 0% 0% 0% 0% 0%<br />
De meeste vormen van buurtdreiging komen in de ogen van de Voerendalenaren niet of nauwelijks<br />
voor, waarbij men overigens wel dient te beseffen dat het om vrij ernstige vormen van (be)dreiging<br />
gaat. Ook op het niveau van de kernen worden nauwelijks verschillen gemeten.<br />
In de afgelopen jaren is de perceptie van de verschillende dreigingsvormen nauwelijks veranderd.<br />
2.3 Slachtofferschap<br />
Het is een bekend gegeven dat een deel van de criminaliteit zich onttrekt aan de waarneming en<br />
registratie van de politie. Zo blijkt uit eerder burgeronderzoek dat ruim 50% van de inwoners die in een<br />
bepaald jaar slachtoffer zijn geweest van een misdrijf hiervan géén aangifte heeft gedaan bij de politie.<br />
Om deze ‘verborgen’ criminaliteit mee in beeld te brengen is in het burgeronderzoek aan de mensen<br />
zelf gevraagd of ze in de afgelopen 12 maanden slachtoffer zijn geweest van een misdrijf.
De lijst van misdrijven die aan de inwoners is voorgelegd omvat de volgende vijf hoofdcategorieën:<br />
- woninginbraak (diefstal uit woning of poging tot inbraak)<br />
- autodelicten (diefstal uit de auto, diefstal vanaf de buitenkant van de auto, vernieling aan de auto)<br />
- fietsendelicten (fietsendiefstal)<br />
- vernieling (vernieling of beschadiging van persoonlijk bezit, bijvoorbeeld aan huis of tuin)<br />
- geweldsmisdrijven (beroving met geweld, mishandeling, bedreiging met lichamelijk geweld).<br />
Grafiek 12 op de volgende pagina toont hoeveel procent van de inwoners in 2001, 2003, 2005, 2007<br />
en <strong>2009</strong> in de eigen buurt slachtoffer is geweest van één of meer van de hierboven genoemde<br />
misdrijven.<br />
Grafiek 12: Slachtofferschap in buurt, in procenten<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0%<br />
5%<br />
21%<br />
25%<br />
18%<br />
27%<br />
28%<br />
19%<br />
25%<br />
18%<br />
13%<br />
17%<br />
10%<br />
23%<br />
26%<br />
27%<br />
23%<br />
15%<br />
33%<br />
20%<br />
20%<br />
21%<br />
24%<br />
30%<br />
28%<br />
24%<br />
31%<br />
27%<br />
29%<br />
36%<br />
41%<br />
36%<br />
36%<br />
41%<br />
20%<br />
25%<br />
26<br />
30%<br />
percentage inwoners<br />
In <strong>2009</strong> geeft gemiddeld 29% van de Voerendalenaren aan in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te<br />
zijn geweest van één of meer misdrijven in de eigen buurt. De slachtofferschapspercentages lopen<br />
ook in <strong>2009</strong> fors uiteen van 17% in Ransdaal tot 36% in de kern <strong>Voerendaal</strong>. Op het niveau van de<br />
kernen worden tussen 2007 en <strong>2009</strong> tegengestelde ontwikkelingen gemeten: in Kunrade is het<br />
slachtofferschap afgenomen (-4 procentpunten), terwijl in Klimmen, Ransdaal en Ubachsberg een<br />
toename wordt gemeten (resp. +6, +4 en +1 procentpunten).<br />
Hoe ziet het slachtofferschap er meer in detail uit? Tabel 5 geeft dit weer door percentages<br />
slachtoffers per afzonderlijke misdrijfcategorie te verbijzonderen.<br />
35%<br />
40%<br />
45%<br />
50%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Tabel 5: Slachtofferschap in buurt verbijzonderd, in procenten<br />
27<br />
Woninginbraak Autodelicten<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 4% 3% 3% 9% 8% 10% 9% 10% 13% 14%<br />
Kunrade 10% 4% 6% 3% 5% 18% 13% 22% 16% 9%<br />
Ransdaal 4% 5% 3% 7% 3% 6% 14% 10% 5% 10%<br />
Ubachsberg 3% 7% 3% 9% 8% 13% 13% 11% 14% 14%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 9% 6% 9% 9% 7% 20% 12% 25% 19% 18%<br />
GEM. VOERENDAAL 7% 5% 5% 7% 6% 15% 12% 17% 15% 14%<br />
Fietsdelicten Vernieling<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 1% 2% 0% 2% 3% 7% 4% 9% 9% 13%<br />
Kunrade 3% 0% 6% 6% 4% 12% 11% 17% 10% 9%<br />
Ransdaal 1% 2% 0% 0% 0% 11% 9% 6% 1% 7%<br />
Ubachsberg 0% 1% 1% 2% 3% 8% 8% 8% 11% 14%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 4% 3% 5% 6% 3% 9% 10% 16% 14% 17%<br />
GEM. VOERENDAAL 2% 2% 3% 4% 3% 9% 8% 13% 10% 13%<br />
Geweldsmisdrijven<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 2% 4% 2% 1% 3%<br />
Kunrade 2% 3% 3% 0% 2%<br />
Ransdaal 4% 2% 2% 2% 0%<br />
Ubachsberg 2% 1% 1% 3% 2%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 2% 4% 4% 4% 3%<br />
GEM. VOERENDAAL 2% 3% 3% 2% 3%<br />
In <strong>2009</strong> is het slachtofferschap van autodelicten met gemiddeld 14% het grootst, gevolgd door<br />
vernieling (13%), woninginbraak (6%), fietsdelicten en geweldsmisdrijven (beide 3%). Hierbij moet<br />
men beseffen dat het in feite gaat om niet vergelijkbare soorten delicten. Woninginbraak en vooral<br />
geweldsmisdrijven zijn door de inbreuk op de persoonlijke integriteit veel ernstiger vormen van<br />
criminaliteit dan autodelicten en vernieling, en komen normaliter dan ook minder voor. Op het niveau<br />
van de kernen worden soms behoorlijke verschillen gemeten. Zo varieert bijv. het slachtofferschap<br />
van autodelicten in <strong>2009</strong> van 9% in Kunrade tot 18% in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Kijkend naar de ontwikkeling van de verschillende slachtofferschapscategorieën valt op dat recentelijk,<br />
tussen 2005 en <strong>2009</strong>, vooral het slachtofferschap van autodelicten in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> is<br />
afgenomen (van 17% in 2005 via 15% in 2007 naar 14% in <strong>2009</strong>). In Ransdaal is het slachtofferschap<br />
van autodelicten tussen 2007 en <strong>2009</strong> verdubbeld (5% in 2007; 10% in <strong>2009</strong>).
3. BEHEER EN ONDERHOUD<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de gemiddelde waardering voor het beheer en onderhoud in de buurt<br />
een 6,2 in de gemeente <strong>Voerendaal</strong>, waarbij de scores variëren van een 5,6 in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong> tot een 6,5 in Klimmen. Zowel in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> als in de meeste<br />
kernen is de tevredenheid over het beheer en onderhoud in de buurt tussen 2007 en<br />
<strong>2009</strong> (soms flink) gedaald.<br />
Analyse van de afzonderlijke categorieën van beheer en onderhoud (openbare weg,<br />
openbaar groen, openbare speelvoorzieningen en openbare straatverlichting) laat zien<br />
dat men het meest tevreden is over de branduren van de straatverlichting (70%), het<br />
beheer en onderhoud van de openbare straatverlichting (66%) gevolgd door onderhoud<br />
groen (53%).<br />
29
In dit hoofdstuk staat het gemeentelijk beheer en onderhoud in de buurt centraal. Het gaat dan met<br />
name om de vraag in hoeverre de inwoners tevreden zijn over de kwaliteit van het beheer en<br />
onderhoud in hun woonomgeving.<br />
3.1 Tevredenheid beheer en onderhoud<br />
In het burgeronderzoek is de inwoners een aantal aspecten van beheer en onderhoud voorgelegd,<br />
met de vraag om aan te geven of men hierover in de eigen buurt tevreden of ontevreden is. Deze<br />
aspecten hebben betrekking op de volgende vier beheer- en onderhoudcategorieën:<br />
- openbare weg<br />
- openbaar groen<br />
- openbare speelvoorzieningen<br />
- openbare straatverlichting.<br />
De antwoordpercentages zijn omgerekend naar één waarderingsscore die loopt van 0 (= zeer laag)<br />
t/m 10 (= zeer hoog). Grafiek 13 geeft aan de hand van deze score de tevredenheid over het beheer<br />
en onderhoud in buurt weer.<br />
Grafiek 13: Tevredenheid beheer en onderhoud in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
4,0<br />
4,5<br />
5,6<br />
6,2<br />
6,2<br />
5,0<br />
6,4<br />
6,5<br />
6,3<br />
6,8<br />
6,8<br />
6,6<br />
5,9<br />
6,0<br />
6,2<br />
6,2<br />
7,1<br />
6,8<br />
7,2<br />
7,1<br />
7,2<br />
6,4<br />
6,5<br />
6,5<br />
7,0<br />
6,8<br />
6,7<br />
6,9<br />
6,2<br />
7,6<br />
7,2<br />
7,3<br />
5,5<br />
7,3<br />
6,0<br />
30<br />
6,5<br />
7,0<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de gemiddelde waardering voor het beheer en onderhoud in de buurt een 6,2 in de<br />
gemeente <strong>Voerendaal</strong>. De scores van de kernen variëren van een 5,6 in <strong>Voerendaal</strong> tot een 6,5 in<br />
Klimmen.<br />
7,5<br />
8,0<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Tussen 2007 en <strong>2009</strong> laat de tevredenheid over het beheer en onderhoud gemiddeld een daling zien<br />
van -0,7. In de meeste kernen heeft de tevredenheid zich tussen 2007 en <strong>2009</strong> ongunstig ontwikkeld;<br />
Ransdaal en Klimmen zijn een uitzondering op dit beeld (stabiel gebleven).<br />
Het is interessant om te bekijken of, en zo ja, in welke mate de afzonderlijke beheer en onderhoudcategorieën<br />
(openbare weg, openbaar groen, openbare speelvoorzieningen en openbare straatverlichting)<br />
anders gewaardeerd worden door de bewoners van de <strong>Voerendaal</strong>se kernen. Onderstaande<br />
tabellen laten dit zien.<br />
Tabel 6 geeft weer in welke mate de inwoners in 2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong> tevreden zijn over<br />
het beheer en onderhoud van de openbare weg, en met name de volgende vier aspecten:<br />
- onderhoud wegen, straten en pleinen<br />
- schoonhouden wegen, straten en pleinen<br />
- onderhoud trottoirs<br />
- onderhoud fietspaden.<br />
Tabel 6: Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBARE WEG in buurt, verbijzonderd<br />
Onderhoud wegen, straten en pleinen Schoonhouden wegen, straten en pleinen<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 55% 51% 50% 40% 33% 63% 61% 63% 57% 46%<br />
Kunrade 60% 60% 56% 64% 47% 62% 70% 67% 65% 56%<br />
Ransdaal 48% 38% 31% 29% 23% 66% 65% 62% 59% 50%<br />
Ubachsberg 54% 43% 36% 59% 45% 62% 53% 54% 58% 57%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 58% 51% 52% 59% 38% 65% 56% 56% 60% 41%<br />
GEM. VOERENDAAL 57% 52% 48% 53% 39% 63% 61% 60% 60% 49%<br />
Onderhoud trottoirs Onderhoud fietspaden<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 37% 39% 43% 31% 30% 39% 36% 41% 42% 30%<br />
Kunrade 37% 44% 49% 44% 34% 49% 59% 47% 51% 46%<br />
Ransdaal 32% 37% 38% 33% 23% 23% 24% 27% 20% 13%<br />
Ubachsberg 33% 29% 37% 38% 37% 32% 24% 26% 30% 33%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 37% 31% 33% 34% 25% 47% 37% 33% 46% 33%<br />
GEM. VOERENDAAL 36% 37% 40% 36% 30% 42% 41% 37% 42% 34%<br />
In <strong>2009</strong> is gemiddeld 40 à 50% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> tevreden over het<br />
onderhoud (39%) en schoonhouden van de wegen, straten en pleinen (49%). De waardering voor het<br />
onderhoud van trottoirs en fietspaden is met respectievelijk 30% en 34% een stuk lager.<br />
De tevredenheid over de vier aspecten van beheer en onderhoud van de openbare weg is in <strong>2009</strong>,<br />
zowel gemeentebreed als in de meeste kernen, fors afgenomen.<br />
31
De tevredenheid over het beheer en onderhoud van het openbaar groen in de buurt is bekeken voor<br />
de volgende twee aspecten:<br />
- onderhoud groen<br />
- inrichting groen.<br />
In tabel 7 wordt getoond hoeveel procent van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> hierover tevreden is.<br />
Tabel 7: Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBAAR GROEN in buurt, verbijzonderd<br />
Onderhoud groen Inrichting groen<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 66% 60% 52% 52% 56% 54% 53% 49% 42% 52%<br />
Kunrade 65% 68% 63% 60% 55% 53% 62% 58% 55% 47%<br />
Ransdaal 55% 54% 52% 56% 56% 44% 42% 44% 47% 49%<br />
Ubachsberg 51% 56% 51% 56% 48% 47% 43% 45% 52% 55%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 57% 52% 52% 62% 50% 51% 41% 44% 54% 48%<br />
GEM. VOERENDAAL 61% 59% 54% 58% 53% 51% 51% 49% 40% 49%<br />
Over het onderhoud van het groen is in <strong>2009</strong> meer dan de helft van de inwoners van de gemeente<br />
<strong>Voerendaal</strong> tevreden (53%); de gemiddelde waardering voor het groenonderhoud is met 53% iets<br />
hoger dan die voor de groeninrichting (49%).<br />
In de afgelopen jaren zien we dat de tevredenheid over het groenonderhoud gemiddeld genomen iets<br />
is afgenomen.<br />
Een derde beheer- en onderhoudcategorie waarvan de tevredenheid onderzocht is, zijn de openbare<br />
speelvoorzieningen in de buurt en met name de volgende twee aspecten hiervan:<br />
- onderhoud speelveldjes/speelplaatsen<br />
- veiligheid speelveldjes/speelplaatsen.<br />
Tabel 8 geeft weer hoeveel procent van de inwoners over deze beide aspecten tevreden is.<br />
Tabel 8: Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBARE SPEELVOORZIENINGEN in buurt,<br />
verbijzonderd<br />
Onderhoud<br />
speelveldjes/speelplaatsen<br />
32<br />
Veiligheid<br />
speelveldjes/speelplaatsen<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 33% 30% 25% 29% 27% 33% 26% 24% 23% 28%<br />
Kunrade 18% 25% 20% 24% 20% 15% 22% 16% 21% 17%<br />
Ransdaal 11% 8% 15% 11% 20% 10% 7% 14% 12% 21%<br />
Ubachsberg 34% 38% 37% 46% 31% 30% 33% 33% 40% 28%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 19% 13% 16% 19% 11% 17% 15% 16% 22% 12%<br />
GEM. VOERENDAAL 24% 24% 22% 26% 21% 22% 22% 20% 24% 20%<br />
Ook in <strong>2009</strong> is de gemiddelde waardering voor het beheer en onderhoud van de openbare<br />
speelvoorzieningen duidelijk lager dan die voor de openbare weg en het openbare groen (zie tabellen<br />
6 en 7). Waar over beide laatstgenoemde categorieën gemiddeld 30% tot 50% van de mensen<br />
tevreden is, is over het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen ongeveer 20% van de
inwoners van <strong>Voerendaal</strong> tevreden. Hierbij dient overigens opgemerkt te worden dat de relatief lage<br />
percentages m.b.t. de speelvoorzieningen gedeeltelijk toegeschreven kunnen worden aan het feit dat<br />
bijna de helft van de respondenten geen mening heeft over het beheer en onderhoud van deze<br />
voorzieningen.<br />
In de afgelopen jaren is de tevredenheid over het onderhoud en de veiligheid van speelveldjes/<br />
speelplaatsen gemiddeld genomen licht afgenomen.<br />
Tenslotte is ook de tevredenheid over het beheer en onderhoud van de openbare straatverlichting in<br />
de buurt onderzocht. Het gaat dan in het bijzonder om de volgende twee aspecten:<br />
- onderhoud straatverlichting<br />
- brand-uren straatverlichting.<br />
In tabel 9 wordt weergegeven hoeveel procent van de inwoners hierover in 2001, 2003, 2005, 2007 en<br />
<strong>2009</strong> tevreden is.<br />
Tabel 9: Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBARE STRAATVERLICHTING in buurt,<br />
verbijzonderd<br />
Onderhoud straatverlichting Branduren straatverlichting<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 75% 74% 72% 65% 63% 73% 76% 72% 73% 67%<br />
Kunrade 72% 71% 80% 79% 64% 67% 71% 75% 73% 70%<br />
Ransdaal 75% 76% 69% 67% 65% 73% 75% 70% 70% 69%<br />
Ubachsberg 71% 70% 63% 61% 74% 71% 68% 69% 66% 79%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 70% 74% 72% 72% 68% 58% 67% 64% 73% 69%<br />
GEM. VOERENDAAL 72% 73% 72% 70% 66% 68% 72% 70% 72% 70%<br />
In <strong>2009</strong> is gemiddeld 66% van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> tevreden over het onderhoud van de<br />
openbare straatverlichting in de buurt en 70% is tevreden over de branduren van de openbare<br />
straatverlichting in de buurt.<br />
In de afgelopen jaren is de tevredenheid in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> over het onderhoud van de<br />
openbare straatverlichting in de buurt afgenomen van 73% in 2003 naar 66% in <strong>2009</strong>. Dit is vooral te<br />
verklaren door de afnemende tevredenheid over het onderhoud van de openbare straatverlichting in<br />
de kernen Klimmen en Kunrade.<br />
33
4. MILIEU<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de gemiddelde schaalscore voor milieu-overlast in de buurt 2,3 in de<br />
gemeente <strong>Voerendaal</strong>. De scores van de kernen variëren in <strong>2009</strong> tussen 1,4 in<br />
Ransdaal en 2,8 in de kern <strong>Voerendaal</strong>. De ontwikkeling tussen 2005 en <strong>2009</strong> laat een<br />
forse afname zien voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> als geheel en de meeste kernen.<br />
35
Het woon- en leefplezier kan beïnvloed worden door het al dan niet vóórkomen van milieu-overlast in<br />
de eigen buurt. In dit hoofdstuk kunt u lezen in hoeverre de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> geluidsoverlast,<br />
stankoverlast of andere vormen van milieu-overlast in hun buurt ervaren.<br />
4.1 Milieu-overlast<br />
In het burgeronderzoek is de inwoners gevraagd om aan te geven wat de belangrijkste vormen van<br />
milieu-overlast in de eigen buurt zijn. Daarbij kon men een of meerdere hinderbronnen aankruisen<br />
binnen de volgende drie hoofdcategorieën :<br />
- geluidsoverlast<br />
- stankoverlast<br />
- andere milieu-overlast (o.a. zwerfvuil, hondenpoep, bodem- en waterverontreiniging).<br />
De antwoordpercentages zijn omgerekend naar één schaalscore voor milieu-overlast die loopt van 0<br />
(= komt niet voor) t/m 10 (= komt heel vaak voor). Grafiek 14 geeft de overlastscores in 2001, 2003,<br />
2005, 2007 en <strong>2009</strong> voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de kernen weer.<br />
Grafiek 14: Milieu-overlast in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0,0<br />
0,5<br />
1,4<br />
2,1<br />
2,1<br />
1,0<br />
3,6<br />
3,9<br />
4,1<br />
3,0<br />
2,8<br />
2,8<br />
2,5<br />
2,8<br />
2,8<br />
2,8<br />
3,1<br />
3,2<br />
2,8<br />
2,8<br />
2,3<br />
1,5<br />
3,8<br />
3,6<br />
3,8<br />
3,6<br />
3,7<br />
3,8<br />
3,6<br />
3,9<br />
3,8<br />
3,8<br />
3,5<br />
3,8<br />
2,0<br />
2,5<br />
36<br />
3,0<br />
3,5<br />
4,0<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de gemiddelde schaalscore voor milieu-overlast in de buurt een 2,3 in de gemeente<br />
<strong>Voerendaal</strong>. De scores van de kernen variëren in <strong>2009</strong> tussen 1,4 (Ransdaal) en 2,8 (<strong>Voerendaal</strong>).<br />
Tussen 2005 en <strong>2009</strong> is milieu-overlast fors gedaald, zowel op gemeenteniveau als op het niveau van<br />
de kernen.<br />
4,5<br />
5,0<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
5. VERKEER<br />
Inwoners van <strong>Voerendaal</strong> waarderen de verkeerssituatie in hun directe woonomgeving<br />
in 2007 en <strong>2009</strong> met een 6,3. De rapportcijfers van de kernen variëren in <strong>2009</strong> meer<br />
dan in 2007 en lopen uiteen van 5,5 in Ubachsberg tot 7,2 in Ransdaal. Het rapportcijfer<br />
is in <strong>2009</strong> in de kern Ransdaal opvallend toegenomen (van 6,1 in 2007 naar 7,2 in<br />
<strong>2009</strong>) en in de kern Ubachsberg opvallend afgenomen (van 6,2 in 2007 naar 5,5 in<br />
<strong>2009</strong>).<br />
De gemiddelde schaalscore voor de tevredenheid over de verkeersvoorzieningen in de<br />
buurt bedraagt in <strong>2009</strong> gemiddeld een 5,9. Hierbij lopen de scores uiteen van 5,0 in<br />
Ubachsberg tot 6,8 in Kunrade. Gemiddeld genomen is de tevredenheid tussen 2007 en<br />
<strong>2009</strong> iets afgenomen (-0,4).<br />
37
In dit hoofdstuk staat het onderwerp verkeer centraal, waarbij het met name gaat om het verkeer in de<br />
directe woonomgeving. Eerst wordt in paragraaf 5.1 beschreven hoe de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> de<br />
verkeerssituatie in de eigen buurt in algemene zin waarderen. Daarna laat paragraaf 5.2 zien in<br />
hoeverre de inwoners tevreden zijn over een aantal specifiekere verkeerssituaties en -voorzieningen<br />
in hun woonomgeving.<br />
5.1 Waardering verkeerssituatie<br />
Om de algemene tevredenheid over het verkeer in de directe woonomgeving te meten is de inwoners<br />
in het burgeronderzoek gevraagd de verkeerssituatie in de buurt door middel van een rapportcijfer van<br />
1 t/m 10 te beoordelen. Tabel 10 geeft de algemene waardering voor het verkeer in de buurt aan de<br />
hand van deze rapportcijfers weer.<br />
Tabel 10: Rapportcijfer verkeerssituatie in buurt<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 6,3 6,1 6,4 6,2 6,1<br />
Kunrade 6,1 6,4 6,2 6,4 6,7<br />
Ransdaal 6,2 6,2 6,2 6,1 7,2<br />
Ubachsberg 6,3 6,1 5,9 6,2 5,5<br />
<strong>Voerendaal</strong> 6,3 6,3 6,3 6,5 6,4<br />
GEM. VOERENDAAL 6,2 6,2 6,2 6,3 6,3<br />
Evenals in 2007 waarderen de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in <strong>2009</strong> de verkeerssituatie in<br />
hun buurt met gemiddeld een 6,3; een voldoende dus. De rapportcijfers van de kernen variëren in<br />
<strong>2009</strong> van een 5,5 in Ubachsberg tot een 7,2 in Ransdaal.<br />
Het rapportcijfer is in <strong>2009</strong> in de kern Ransdaal sterk toegenomen (van 6,1 in 2007 naar 7,2 in <strong>2009</strong>)<br />
en in de kern Ubachsberg sterk afgenomen (van 6,2 in 2007 naar 5,5 in <strong>2009</strong>).<br />
5.2 Tevredenheid verkeersvoorzieningen<br />
De tevredenheid over het verkeer in de buurt is ook meer in detail onderzocht. Dit is gebeurd door de<br />
inwoners in het burgeronderzoek te vragen of ze tevreden of ontevreden zijn over de volgende<br />
specifieke aspecten van verkeer in de eigen buurt:<br />
- verkeersdrukte op wegen en straten<br />
- verkeerssnelheid op wegen en straten<br />
- parkeergelegenheid<br />
- trottoirs en voetpaden<br />
- oversteekplaatsen voetgangers<br />
- veiligheid schoolroutes<br />
- fietsvoorzieningen<br />
- busverbindingen<br />
- voorrangsregelingen.<br />
38
De antwoordpercentages zijn omgerekend naar één waarderingsscore voor verkeersvoorzieningen<br />
die loopt van 0 (= zeer laag) t/m 10 (= zeer hoog). Grafiek 15 geeft de tevredenheid weer over de<br />
verkeersvoorzieningen in de buurt in 2001, 2003, 2005, 2007 en <strong>2009</strong>.<br />
Grafiek 15: Tevredenheid verkeersvoorzieningen in buurt<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
3,0<br />
3,5<br />
4,8<br />
5,3<br />
4,8<br />
4,6<br />
5,2<br />
4,0<br />
6,1<br />
5,5<br />
5,6<br />
5,5<br />
5,5<br />
4,9<br />
4,7<br />
5,0<br />
5,3<br />
5,4<br />
5,7<br />
6,0<br />
6,2<br />
6,8<br />
6,3<br />
7,0<br />
6,8<br />
5,7<br />
5,9<br />
5,9<br />
6,3<br />
5,9<br />
4,5<br />
6,8<br />
6,5<br />
6,6<br />
5,0<br />
39<br />
5,5<br />
6,0<br />
6,5<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
In <strong>2009</strong> bedraagt de gemiddelde schaalscore voor de tevredenheid over de verkeersvoorzieningen in<br />
de buurt 5,9 in de gemeente <strong>Voerendaal</strong>. De uitkomsten van de kernen lopen uiteen van 5,0 in<br />
Ubachsberg tot 6,8 in Kunrade.<br />
Gemiddeld genomen is de tevredenheid tussen 2007 en <strong>2009</strong> iets afgenomen (-0,4). Op kernniveau<br />
wordt recentelijk, tussen 2007 en <strong>2009</strong>, een toename van tevredenheid gemeten in Ransdaal en<br />
Ubachsberg (resp. +0,6 en +0,3). De kernen Klimmen, <strong>Voerendaal</strong> en Kunrade laten een afname zien<br />
van respectievelijk -0,9, -0,8 en -0,2.<br />
Bij nadere analyse van de afzonderlijke aspecten van verkeer in de buurt kan geconcludeerd worden<br />
dat iets minder dan de helft van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> tevreden is over de voetgangersoversteekplaatsen<br />
(43%), parkeermogelijkheden (48%) en trottoirs en voetpaden in de buurt (46%).<br />
Het minst te spreken zijn de Voerendalenaren over de busverbindingen (36%), de verkeerssnelheid<br />
(31%) en met name over de veiligheid van schoolroutes (24%). Dit laatste lage percentage wordt<br />
echter voor een deel verklaard door het feit dat een relatief grote groep inwoners geen mening heeft<br />
over dit onderwerp.<br />
In de afgelopen jaren zijn de Voerendalenaren gemiddeld genomen over vrijwel alle verkeersvoorzie-<br />
7,0<br />
7,5<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
ningen (iets) negatiever in hun oordeel. De tevredenheid over de trottoirs en voetpaden laat relatief de<br />
sterkste daling zien (-10 procentpunten tussen 2007 en <strong>2009</strong>). Alleen de tevredenheid over de<br />
busverbindingen laat een duidelijke toename zien van 24% in 2003 via 27% in 2005 en 33% in 2007<br />
naar 36% in <strong>2009</strong>.<br />
40
6. BEWONERSPROFIEL<br />
In <strong>2009</strong> heeft gemiddeld 26% van de inwoners van 18 tot en met 64 jaar in <strong>Voerendaal</strong><br />
een lager opleidingsniveau. Het aandeel lager opgeleiden varieert duidelijk naar kern: van<br />
22% in Ransdaal en Kunrade tot 29% in Klimmen. In de afgelopen jaren zien we het<br />
aandeel lager opgeleiden in <strong>Voerendaal</strong> als geheel en de meeste kernen geleidelijk<br />
afnemen.<br />
Gemiddeld heeft 4% van de inwoners in <strong>2009</strong> een laag inkomensniveau (< € 950).<br />
Klimmen heeft het hoogste aandeel inwoners met een laag inkomensniveau (8%);<br />
Ubachsberg het laagste (0%).<br />
Driekwart van de 18-65 jarige inwoners van <strong>Voerendaal</strong> verricht in <strong>2009</strong> betaalde<br />
werkzaamheden voor 12 uur of meer per week. Het aandeel ‘actieven’ varieert van 70% in<br />
de kern <strong>Voerendaal</strong> tot 78% in Ransdaal.<br />
De maatschappelijke participatie bedraagt gemiddeld een 3,9. Tussen de kernen zien we<br />
nauwelijks verschillen. Tussen 2007 en <strong>2009</strong> is gemiddeld genomen een lichte afname<br />
geconstateerd (-0,2).<br />
In <strong>2009</strong> ervaart gemiddeld 15% van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> de eigen gezondheid als<br />
matig of slecht. Deze negatieve gezondheidsbeleving varieert van 11% in Kunrade tot<br />
19% in Ubachsberg en de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Tussen 2007 en <strong>2009</strong> heeft de gezondheidsbeleving zich in <strong>Voerendaal</strong> als geheel en de<br />
meeste kernen (licht) positief ontwikkeld.<br />
In <strong>2009</strong> voelt 13% van de Voerendalenaren zich wel eens eenzaam (waarvan 2% vaak en<br />
11% soms). De percentages ‘eenzaamheid’ lopen uiteen van 11% in Kunrade en<br />
Ubachsberg tot 19% in de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
41
In dit hoofdstuk wordt een ‘profiel’ van de bevolking van <strong>Voerendaal</strong> geschetst. Dit bewonersprofiel<br />
kan gebruikt worden als achtergrond bij de in de vorige hoofdstukken gepresenteerde informatie. Het<br />
gaat achtereenvolgens om de onderwerpen opleiding, inkomen, werkzame beroepsbevolking,<br />
maatschappelijke participatie en gezondheidsbeleving.<br />
6.1 Opleiding<br />
Het opleidingsniveau is een belangrijke indicator voor de sociaal-economische positie van de<br />
bevolking. Om een beeld van dit opleidingsniveau te krijgen is de inwoners in het burgeronderzoek<br />
gevraagd om aan te geven wat de hoogst genoten schoolopleiding is die met een diploma is afgerond.<br />
Daarbij kon men kiezen uit één van de volgende antwoordmogelijkheden:<br />
- lager onderwijs (incl. lavo en vglo)<br />
- lager beroepsonderwijs (lts, lhno, etc.)<br />
- middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo, mulo)<br />
- middelbaar beroepsonderwijs (mts, meao, etc.)<br />
- hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)/voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)<br />
- hoger beroepsonderwijs (hts, heao, etc.)<br />
- wetenschappelijk onderwijs.<br />
Grafiek 16 geeft het aandeel inwoners met een lager opleidingsniveau in 2001, 2003, 2005, 2007 en<br />
<strong>2009</strong> weer, uitgedrukt in een percentage van de 18 tot en met 64 jarigen (relevante groep voor<br />
arbeidsmarktbeleid). Het gaat om mensen van wie het hoogst behaalde opleidingsniveau maximaal<br />
mavo is (eerste drie antwoordmogelijkheden).<br />
Grafiek 16: Lager opleidingsniveau<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0%<br />
5%<br />
10%<br />
25%<br />
21%<br />
22%<br />
31%<br />
34%<br />
32%<br />
27%<br />
29%<br />
22%<br />
35%<br />
34%<br />
33%<br />
28%<br />
29%<br />
38%<br />
36%<br />
35%<br />
30%<br />
26%<br />
15%<br />
42%<br />
44%<br />
49%<br />
38%<br />
48%<br />
43%<br />
34%<br />
30%<br />
26%<br />
33%<br />
43%<br />
20%<br />
25%<br />
30%<br />
42<br />
35%<br />
40%<br />
percentage inwoners (18-64 jaar)<br />
45%<br />
50%<br />
55%<br />
60%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
Uit de grafiek blijkt dat in <strong>2009</strong> gemiddeld 26% van de inwoners van 18 tot en met 64 jaar van<br />
<strong>Voerendaal</strong> een lager opleidingsniveau heeft. Het aandeel lager opgeleiden varieert duidelijk naar<br />
kern en loopt uiteen van 22% in Ransdaal en Kunrade tot 29% in Klimmen.<br />
In de afgelopen jaren neemt het aandeel lager opgeleiden in <strong>Voerendaal</strong> als geheel en in de meeste<br />
kernen geleidelijk af.<br />
Hoe is de verdeling van álle onderzochte opleidingscategorieën in de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de<br />
kernen? Tabel 11 laat dit zien; per onderwijssoort wordt weergegeven hoeveel procent van de 18 tot<br />
65-jarigen deze als hoogst genoten opleiding met een diploma heeft afgerond.<br />
Tabel 11: Opleidingsniveau verbijzonderd, in procenten<br />
Basisonderwijs<br />
(lager onderwijs)<br />
43<br />
Lager beroepsonderwijs Mavo<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 4% 5% 5% 3% 4% 16% 14% 14% 14% 10% 14% 15% 15% 11% 15%<br />
Kunrade 3% 6% 2% 0% 3% 10% 10% 6% 8% 8% 21% 16% 19% 21% 10%<br />
Ransdaal 7% 10% 5% 6% 0% 12% 14% 12% 5% 9% 13% 18% 17% 10% 13%<br />
Ubachsberg 14% 6% 4% 4% 2% 19% 20% 10% 9% 11% 15% 17% 20% 17% 13%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 9% 9% 6% 8% 4% 14% 17% 17% 15% 11% 20% 18% 26% 16% 11%<br />
GEM. VOERENDAAL 7% 7% 4% 4% 3% 14% 14% 12% 11% 10% 18% 16% 19% 16% 12%<br />
Middelbaar beroepsonderwijs Havo/vwo<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 16% 32% 23% 17% 19% 15% 8% 10% 18% 13%<br />
Kunrade 20% 24% 23% 22% 21% 22% 13% 13% 11% 17%<br />
Ransdaal 26% 26% 19% 30% 25% 13% 7% 11% 12% 9%<br />
Ubachsberg 16% 21% 24% 27% 30% 16% 11% 11% 8% 11%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 25% 24% 18% 18% 22% 15% 10% 14% 10% 17%<br />
GEM. VOERENDAAL 20% 26% 22% 21% 23% 17% 11% 12% 12% 14%<br />
Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs<br />
2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2001 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 28% 20% 28% 31% 29% 7% 7% 6% 5% 10%<br />
Kunrade 21% 24% 29% 33% 35% 3% 7% 9% 4% 5%<br />
Ransdaal 26% 19% 30% 34% 31% 4% 5% 8% 2% 13%<br />
Ubachsberg 14% 21% 27% 29% 23% 6% 4% 6% 5% 11%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 12% 18% 13% 24% 25% 5% 4% 7% 9% 10%<br />
GEM. VOERENDAAL 20% 21% 24% 30% 29% 5% 5% 7% 6% 8%<br />
In <strong>2009</strong> heeft 26% van de 18 tot en met 64 jarige inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> een lager<br />
opleidingsniveau (basisonderwijs, lager beroepsonderwijs, mavo), 37% een middelbaar opleidingsni-
veau (mbo, havo/vwo) en 37% een hoger opleidingsniveau (hbo,wo). In grafiek 16 zagen we al dat het<br />
aandeel mensen met een lager opleidingsniveau nogal varieert naar kern. Kijken we naar verschillen<br />
in hoger opleidingsniveau (hbo en wo samengeteld) dan blijkt dat het aandeel hoger opgeleiden in<br />
<strong>2009</strong> uiteenloopt van 34% in de kern Ubachsberg tot 44% in Ransdaal.<br />
6.2 Inkomen<br />
Naast het opleidingsniveau is ook het inkomensniveau een indicator voor de sociaal-economische<br />
positie van de inwoners. Om een indicatie van dit inkomensniveau te krijgen is de inwoners van<br />
<strong>Voerendaal</strong> gevraagd om aan te geven in welke klasse het gezamenlijke netto inkomen per maand<br />
van hun huishouden valt. Hierbij hadden ze de mogelijkheid om te kiezen uit 5 inkomenscategorieën,<br />
namelijk:<br />
- minder dan 950 euro<br />
- 950 tot 1300 euro<br />
- 1300 tot 1900 euro<br />
- 1900 tot 3150 euro<br />
- meer dan 3150 euro<br />
Hierbij moet natuurlijk wel de opmerking gemaakt worden dat het gaat om zelfgerapporteerde<br />
antwoorden en niet om objectieve gegevens (van bijv. de belastingdienst). Het is namelijk reëel dat<br />
respondenten niet altijd dezelfde definitie hebben van het netto-loon, aangezien het per respondent<br />
kan verschillen wat er wel en niet van het netto-inkomen aan bedragen afgegaan is (bijv. bij sommige<br />
werkgevers wordt de zorgverzekeringspremie of vakbondscontributie meteen van het loon<br />
ingehouden). Enige voorzichtigheid bij de interpretatie van de uitkomsten is dus op zijn plaats.<br />
Voor exacte inkomensgegevens kan men gebruik maken van Regionaal Inkomensonderzoek (CBS),<br />
dat voornamelijk gebaseerd is op gegevens van de belastingdienst.<br />
Grafiek 17 op de volgende pagina geeft weer hoeveel procent van de inwoners het eigen huishouden<br />
in <strong>2009</strong> tot de laagste inkomens rekende, namelijk minder dan 950 euro.<br />
44
Grafiek 17: Laag inkomensniveau, <strong>2009</strong><br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg *<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0%<br />
2%<br />
1%<br />
4%<br />
4%<br />
2%<br />
6%<br />
3%<br />
8%<br />
4%<br />
5%<br />
45<br />
6%<br />
percentage inwoners<br />
* In Ubachsberg heeft 0% van de respondenten aangegeven een netto huishoudinkomen te hebben van minder dan 950 euro.<br />
In <strong>2009</strong> geeft gemiddeld 4% van de inwoners van <strong>Voerendaal</strong> aan een netto huishoudinkomen te<br />
hebben dat lager is dan 950 euro per maand. Hierbij heeft in <strong>2009</strong> Ubachsberg relatief het laagste<br />
aandeel huishoudens met het laagste netto huishoudinkomen (0%) en de kern Klimmen het hoogste<br />
(8%).<br />
Om een gedetailleerd overzicht te krijgen van de verdeling van alle inkomenscategorieën in<br />
<strong>Voerendaal</strong> en de kernen geeft tabel 12 weer welk aandeel van de inwoners een gezamenlijk netto<br />
huishoudinkomen per maand heeft van resp. minder dan 950 euro, 950 tot 1300 euro, 1300 tot 1900<br />
euro, 1900-3150 en meer dan 3150 euro per maand.<br />
Tabel 12: Gezamenlijk netto huishoudensinkomen per maand in categorieën, <strong>2009</strong>*<br />
7%<br />
< 950 euro 950-1300 euro 1300-1900 euro 1900-3150 euro > 3150 euro<br />
Klimmen 8% 3% 14% 43% 32%<br />
Kunrade 4% 8% 15% 40% 34%<br />
Ransdaal 6% 9% 22% 41% 22%<br />
Ubachsberg 0% 8% 17% 48% 27%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 2% 10% 28% 39% 20%<br />
GEM. VOERENDAAL 4% 8% 19% 41% 28%<br />
* Tot het gezamenlijk netto huishoudensinkomen is meegerekend: uitkeringen, pensioengelden, alimentatie e.d. Niet<br />
meegerekend zijn: vakantiegeld, kinderbijslag, zorgtoeslag, huursubsidie, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag.<br />
8%<br />
9%<br />
10%
Uit bovenstaande blijkt dat gemiddeld genomen 4% van de Voerendalenaren een gezamenlijk netto<br />
huishoudinkomen heeft van minder dan 950 euro. Gemiddeld heeft 1 op de 4 Voerendalenaren (28%)<br />
een gezamenlijk netto huishoudinkomen dat meer dan 3150 euro per maand bedraagt. De categorie<br />
‘1900-3150 euro’ wordt gemiddeld genomen als meest frequent netto huishoudinkomen genoemd<br />
(41%).<br />
6.3 Werkzame beroepsbevolking<br />
Ook het hebben van een betaalde baan is een indicator van de sociaal-economische positie van de<br />
inwoners. Om hiervan een beeld te krijgen is in het burgeronderzoek de vraag gesteld of men<br />
betaalde werkzaamheden voor 12 uur of meer per week verricht.<br />
Grafiek 18 geeft weer hoeveel procent van de inwoners 12 uur of meer per week werkzaam is,<br />
uitgedrukt in een percentage van de 18 tot 65-jarigen. Daarmee ontstaat een beeld van de werkzame<br />
beroepsbevolking. Hierbij moet erop gewezen worden dat waar het begrip ‘beroepsbevolking’ volgens<br />
de officiële definitie betrekking heeft op de 15 tot 65 jarigen, het begrip in dit geval betrekking heeft op<br />
de 18 tot 65 jarigen.<br />
Grafiek 18: Werkzame beroepsbevolking, <strong>2009</strong><br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
50%<br />
55%<br />
70%<br />
60%<br />
74%<br />
74%<br />
78%<br />
77%<br />
75%<br />
65%<br />
70%<br />
46<br />
75%<br />
percentage inwoners<br />
In <strong>2009</strong> verricht gemiddeld 75% van de 18 tot 65 jarige inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong><br />
betaalde werkzaamheden voor 12 uur of meer per week. Het restpercentage (25%) heeft dus géén<br />
80%<br />
85%<br />
90%
etaalde baan (van 12 uur of meer per week). Het aandeel ‘actieven’ varieert van 70% in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong> tot 78% in Ransdaal.<br />
6.4 Maatschappelijke participatie<br />
Behalve op het gebied van betaald werk, school of huishouden kunnen mensen ook anderszins actief<br />
zijn, bijvoorbeeld op het terrein van vrijwilligerswerk, hobby’s en vrijetijdsbesteding. In deze paragraaf<br />
wordt een indruk gegeven van de mate waarin en de wijze waarop de inwoners van <strong>Voerendaal</strong><br />
participeren in dit soort maatschappelijke activiteiten.<br />
Om de maatschappelijke participatie te indiceren is gebruik gemaakt van de volgende vragen die<br />
inzicht geven in de mate waarin men aan het maatschappelijke leven deelneemt:<br />
- Doet u op de één of andere manier aan sport?<br />
- Gaat u wel eens uit?<br />
- Bent u op de een of andere manier actief als vrijwilliger?<br />
- Heeft u nog andere vrijetijdsactiviteiten en hobby’s?<br />
- Hoe vaak ontmoet u vrienden of familie?<br />
Vervolgens is gevraagd of men bovenstaande activiteiten in sociaal verband (samen met anderen)<br />
uitvoert en of men ze regelmatig (minimaal 1 keer per maand) verricht. Op basis van de antwoorden<br />
op deze vragen is één schaalscore voor maatschappelijke participatie berekend, die loopt van 0 (=<br />
zeer laag) t/m 10 (= zeer hoog). Grafiek 19 geeft de maatschappelijke participatie in de <strong>Voerendaal</strong>se<br />
kernen aan de hand van deze schaalscore weer.<br />
Grafiek 19: Maatschappelijke participatie<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0,0<br />
0,5<br />
1,0<br />
1,5<br />
3,7<br />
3,8<br />
4,0<br />
4,3<br />
3,8<br />
4,4<br />
3,9<br />
4,0<br />
4,3<br />
3,8<br />
4,7<br />
4,3<br />
4,1<br />
4,3<br />
4,0<br />
4,7<br />
4,0<br />
4,0<br />
4,2<br />
4,0<br />
4,3<br />
4,3<br />
3,6<br />
3,8<br />
4,0<br />
4,3<br />
4,1<br />
3,9<br />
4,1<br />
3,9<br />
2,0<br />
2,5<br />
47<br />
3,0<br />
3,5<br />
4,0<br />
4,5<br />
schaalscore 0 = zeer laag en 10 = zeer hoog<br />
5,0<br />
5,5<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003<br />
2001
In <strong>2009</strong> bedraagt de gemiddelde score voor maatschappelijke participatie een 3,9. De participatiescores<br />
lopen uiteen van een 3,8 in Ubachsberg en de kern <strong>Voerendaal</strong> tot een 4,0 in Ransdaal,<br />
Kunrade en Klimmen.<br />
Nadere analyse van de afzonderlijke vragen m.b.t. maatschappelijke participatie laat zien dat in <strong>2009</strong><br />
gemiddeld 36% van de Voerendalenaren regelmatig (d.w.z. één keer per maand of vaker) samen met<br />
anderen sport, 55% gaat regelmatig uit, 35% is actief als vrijwilliger en 24% doet samen met anderen<br />
aan hobby’s. Het leeuwendeel van de mensen in <strong>Voerendaal</strong> heeft één keer per maand of vaker<br />
contact met vrienden of familie (92%).<br />
6.5 Gezondheidsbeleving<br />
In het burgeronderzoek <strong>2009</strong> zijn ook vragen gesteld over het thema gezondheid. Concreet gaat het<br />
om de gezondheidsbeleving van de burger. Om deze gezondheidsbeleving te indiceren is de inwoners<br />
gevraagd om een oordeel te geven over hun eigen gezondheid. Hierbij kon men kiezen uit de<br />
volgende antwoordcategorieën (volgens standaard-gezondheidsonderzoek GGD): “uitstekend”, “zeer<br />
goed”, “goed”, “matig” en “slecht”.<br />
Grafiek 20 geeft weer hoeveel procent van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> de eigen<br />
gezondheid als “matig” of “slecht” ervaart, dus in feite een negatieve gezondheidsbeleving heeft.<br />
Aangezien de vraag over gezondheidsbeleving in 2003 voor het eerst in het burgeronderzoek is<br />
opgenomen is hiervoor geen vergelijking met 2001 mogelijk.<br />
Grafiek 20: Gezondheidsbeleving<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
Ubachsberg<br />
Ransdaal<br />
Kunrade<br />
Klimmen<br />
Gem. <strong>Voerendaal</strong><br />
0%<br />
5%<br />
13%<br />
22%<br />
20%<br />
19%<br />
19%<br />
19%<br />
18%<br />
17%<br />
12%<br />
14%<br />
18%<br />
12%<br />
11%<br />
13%<br />
13%<br />
19%<br />
17%<br />
17%<br />
15%<br />
17%<br />
19%<br />
15%<br />
10%<br />
22%<br />
24%<br />
15%<br />
48<br />
20%<br />
25%<br />
percentage inwoners met negatieve gezondheidsbeleving<br />
30%<br />
<strong>2009</strong><br />
2007<br />
2005<br />
2003
In <strong>2009</strong> ervaart gemiddeld 15% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> de eigen gezondheid<br />
als matig of slecht. De negatieve gezondheidsbeleving varieert van 11% in Klimmen tot 19% in<br />
Ubachsberg en de kern <strong>Voerendaal</strong>.<br />
De gezondheidsbeleving heeft zich tussen 2007 en <strong>2009</strong> gemiddeld gunstig ontwikkeld.<br />
Als aanvulling op grafiek 20 waarin alleen de negatieve gezondheidsbeleving is weergegeven laat<br />
tabel 13 zien hoe op álle afzonderlijke antwoordmogelijkheden m.b.t. gezondheidsbeleving gescoord<br />
is.<br />
Tabel 13: Gezondheidsbeleving verbijzonderd, in procenten<br />
Uitstekend Zeer goed Goed<br />
2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 3% 9% 9% 9% 22% 18% 22% 21% 61% 56% 52% 59%<br />
Kunrade 7% 4% 8% 8% 20% 24% 17% 24% 62% 58% 56% 56%<br />
Ransdaal 8% 7% 9% 10% 18% 16% 13% 15% 57% 64% 56% 63%<br />
Ubachsberg 6% 8% 9% 6% 20% 24% 19% 19% 56% 50% 48% 56%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 7% 9% 6% 7% 22% 16% 17% 22% 49% 56% 58% 52%<br />
GEM. VOERENDAAL 6% 8% 8% 8% 21% 19% 18% 21% 57% 56% 54% 57%<br />
49<br />
Matig Slecht<br />
2003 2005 2007 <strong>2009</strong> 2003 2005 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 12% 14% 15% 11% 1% 3% 3% 0%<br />
Kunrade 9% 11% 16% 10% 3% 4% 2% 2%<br />
Ransdaal 15% 12% 17% 13% 2% 1% 5% 0%<br />
Ubachsberg 16% 16% 21% 16% 3% 2% 3% 3%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 16% 16% 17% 17% 5% 4% 1% 3%<br />
GEM. VOERENDAAL 12% 14% 17% 13% 3% 3% 2% 2%<br />
Uit de tabel is af te leiden dat in <strong>2009</strong> gemiddeld 86% van de inwoners van de gemeente <strong>Voerendaal</strong><br />
hun gezondheid als “goed” of nog beter beoordelen. De verschuivingen binnen de categorieën zijn<br />
relatief beperkt.<br />
Naast gezondheidsbeleving is in het burgeronderzoek ook gevraagd naar de mate waarin burgers zich<br />
eenzaam voelen. Eenzaamheid kan gedefinieerd worden als het negatief ervaren verschil tussen de<br />
kwaliteit van de relaties die men onderhoudt en de relaties zoals men die voor zichzelf zou wensen<br />
(de Jong-Gierveld, 1991). De gevolgen van langdurende eenzaamheid kunnen groot zijn. Het bedreigt<br />
de gezondheidssituatie en de hieraan gerelateerde kwaliteit van leven.<br />
Om de mate van eenzaamheid in kaart te brengen en hierop te interveniëren, zijn met ingang van het<br />
burgeronderzoek 2007 vragen gesteld over eenzaamheid.<br />
Allereerst is de vraag gesteld of men zich wel eens eenzaam voelt. Hiertoe had men de mogelijkheid<br />
om te kiezen uit de antwoordcategorieën: vaak, soms, zelden en nooit. Indien respondenten aangeven<br />
dat ze vaak of soms eenzaam zijn, is hun de vervolgvraag voorgelegd wat de reden(en) hiervan is<br />
(zijn). Tabel 14 geeft weer hoeveel procent van de respondenten zich in 2007 en <strong>2009</strong> eenzaam voelt.
Tabel 14: Eenzaamheid, in procenten<br />
Vaak Soms Zelden Nooit<br />
2007 <strong>2009</strong> 2007 <strong>2009</strong> 2007 <strong>2009</strong> 2007 <strong>2009</strong><br />
Klimmen 0% 2% 12% 10% 32% 31% 55% 58%<br />
Kunrade 1% 2% 16% 9% 32% 32% 51% 56%<br />
Ransdaal 4% 2% 14% 12% 32% 29% 51% 56%<br />
Ubachsberg 2% 3% 10% 8% 36% 40% 53% 48%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 1% 3% 13% 16% 22% 23% 65% 57%<br />
GEM. VOERENDAAL 1% 2% 13% 11% 30% 31% 56% 56%<br />
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in <strong>2009</strong> gemiddeld 13% van de Voerendalenaren zich wel eens<br />
eenzaam voelt (waarvan 2% vaak en 11% soms).<br />
De percentages ‘eenzaamheid’ lopen uiteen van 11% in Kunrade en Ubachsberg tot 19% in de kern<br />
<strong>Voerendaal</strong>.<br />
Vervolgens is aan de mensen die zich wel eens eenzaam voelen de vraag gesteld wat de reden(en)<br />
hiervoor is (zijn). Hiertoe hadden zij de mogelijkheid om te kiezen uit de antwoordmogelijkheden:<br />
‘weinig of geen familie, vrienden, kennissen in mijn woonomgeving’, ‘moeilijk contacten leggen met<br />
andere mensen’, ‘onvoldoende deelnemen aan sociale activiteiten door slechte gezondheid’,<br />
‘onvoldoende deelnemen aan sociale activiteiten door geldgebrek’, ‘geen ontmoetingsplek in mijn<br />
woonomgeving’ en ‘anders’.<br />
Als meest frequent genoemde reden voor eenzaamheid wordt in <strong>2009</strong> ‘weinig sociale contacten’<br />
(38%) genoemd, gevolgd door ‘slechte gezondheid’ en ‘moeilijk contacten kunnen leggen’ (beide<br />
23%).<br />
50
7. MAATSCHAPPELIJKE INDICATOREN (SAMENVATTING)<br />
In dit afsluitende hoofdstuk worden samenvattend een aantal maatschappelijke indicatoren<br />
gepresenteerd. In feite zijn dit kerngegevens uit de voorgaande hoofdstukken die een indicatie geven<br />
van vooral de wijze waarop de inwoners hun directe woonomgeving beleven.<br />
De perceptie van de woonomgeving wordt voor een belangrijk deel bepaald door de relaties die<br />
bestaan tussen de inwoners en fysieke en sociale aspecten van die woonomgeving. Voor het<br />
operationaliseren van deze relaties worden in deze <strong><strong>Gemeente</strong>monitor</strong> een aantal indicatoren<br />
onderscheiden. Thematisch geordend gaat het om de volgende maatschappelijke indicatoren:<br />
Leefbaarheid<br />
- algemene kwaliteit woonomgeving<br />
- verloedering<br />
- sociale cohesie<br />
- overlast<br />
- tevredenheid buurtvoorzieningen<br />
- gehechtheid aan buurt<br />
- aandeel koopwoningen<br />
- woningwaardering<br />
Openbare orde en veiligheid<br />
- onveiligheidsgevoelens<br />
- perceptie vermogensdelicten<br />
- perceptie dreiging<br />
- slachtofferschap<br />
Beheer en onderhoud<br />
- tevredenheid beheer en onderhoud<br />
Milieu<br />
- milieu-overlast<br />
Verkeer<br />
- tevredenheid verkeersvoorzieningen<br />
Bewonersprofiel<br />
- opleidingsniveau<br />
- inkomensniveau<br />
- werkzame beroepsbevolking<br />
- maatschappelijke participatie<br />
- gezondheidsbeleving.<br />
51
De scores op deze maatschappelijke indicatoren worden op pagina 57 in een ‘mozaïekoverzicht’<br />
samengevat. Dit overzicht heeft een dubbele functie; voor de betreffende indicatoren geeft het<br />
enerzijds de stand van zaken in <strong>2009</strong> en anderzijds de ontwikkeling tussen 2007 en <strong>2009</strong> weer:<br />
- Stand van zaken kernen <strong>2009</strong><br />
Door middel van de kleuren “groen”, “geel”, “rood” geeft het overzicht voor de 5 afzonderlijke<br />
kernen van <strong>Voerendaal</strong> weer of ze in <strong>2009</strong> op de betreffende indicatoren relatief gunstig, neutraal<br />
of ongunstig scoren. Referentiepunt daarbij is het <strong>Voerendaal</strong>se gemiddelde in <strong>2009</strong>. Indien een<br />
score minder dan 10% afwijkt van dit <strong>Voerendaal</strong>se gemiddelde dan is de typering ‘neutraal’; is de<br />
afwijking naar boven of beneden toe 10% of meer dan is de typering ‘gunstig’ resp. ’ongunstig’. Op<br />
deze manier wordt een indicatie gegeven van waar de afzonderlijke kernen in <strong>2009</strong> ten opzichte<br />
van het <strong>Voerendaal</strong>se gemiddelde staan. In de laatste kolom (<strong>Gemeente</strong> <strong>Voerendaal</strong>) worden<br />
uiteraard geen kleuren weergegeven aangezien deze kolom betrekking heeft op het <strong>Voerendaal</strong>se<br />
gemiddelde.<br />
- Ontwikkeling kernen en gemeente <strong>Voerendaal</strong> 2007-<strong>2009</strong><br />
Door middel van de symbolen “+”, “o” en “-“ geeft het overzicht voor de afzonderlijke kernen weer<br />
of ze zich tussen 2007 en <strong>2009</strong> op de betreffende indicatoren relatief gunstig, neutraal of ongunstig<br />
ontwikkeld hebben. Indien een score in <strong>2009</strong> minder dan 10% afwijkt van de score van 2007 dan is<br />
de typering ‘neutraal’; is de afwijking naar boven of beneden toe 10% of meer dan is de typering<br />
‘gunstig’ resp. ’ongunstig’. Op deze manier wordt een indicatie gegeven van de ontwikkelingsrichting<br />
van de afzonderlijke kernen en van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in totaliteit op de betreffende<br />
indicatoren.<br />
Bij het lezen c.q. interpreteren van de uitkomsten in het mozaïekoverzicht is het van belang om te<br />
beseffen dat het in beide gevallen gaat om relatieve scores, namelijk (bij de stand van zaken <strong>2009</strong> de<br />
afwijking van de kernen ten opzichte van het <strong>Voerendaal</strong>se gemiddelde en (bij de ontwikkeling 2007-<br />
<strong>2009</strong>) de afwijking in <strong>2009</strong> ten opzichte van 2007. De uniform gehanteerde 10%-marge is daartoe een<br />
handig instrument, maar geen harde statistische maat. Een beeld van het absolute niveau van de<br />
beleving van de woonomgeving valt uit de mozaïek niet af te lezen. Daarvoor moet men de grafieken<br />
en tabellen in de voorgaande hoofdstukken van dit rapport raadplegen.<br />
52
Maatschappelijke indicatoren<br />
kernen <strong>Voerendaal</strong><br />
+<br />
o<br />
-<br />
= gunstig in <strong>2009</strong> tov <strong>Voerendaal</strong> gemiddeld<br />
= neutraal in <strong>2009</strong> tov <strong>Voerendaal</strong> gemiddeld<br />
= ongunstig in <strong>2009</strong> tov <strong>Voerendaal</strong> gemiddeld<br />
= gunstige ontwikkeling 2007-<strong>2009</strong><br />
= neutrale ontwikkeling 2007-<strong>2009</strong><br />
= ongunstige ontwikkeling 2007-<strong>2009</strong><br />
Leefbaarheid<br />
Klimmen<br />
algemene kwaliteit woonomgeving o o o o o o<br />
verloedering - o + o - o<br />
sociale cohesie o o o o o o<br />
overlast + - + o - o<br />
tevredenheid buurtvoorzieningen o o o o o o<br />
gehechtheid aan buurt - - o o - -<br />
aandeel koopwoningen o o o o + o<br />
woningwaardering o o o o o o<br />
Openbare orde en veiligheid<br />
onveiligheidsgevoelens + - + + - o<br />
perceptie vermogensdelicten + - + o o o<br />
perceptie dreiging o - - o - -<br />
slachtofferschap - + - o o o<br />
Beheer en onderhoud<br />
tevredenheid beheer en onderhoud o - o - - -<br />
Milieu<br />
milieu-overlast + + + + o +<br />
Verkeer<br />
tevredenheid verkeersvoorzieningen - o + o - o<br />
Bewonersprofiel<br />
opleidingsniveau o + o + + +<br />
inkomensniveau<br />
werkzame beroepsbevolking<br />
maatschappelijke participatie o o o - - o<br />
gezondheidsbeleving + + + + o +<br />
53<br />
Kunrade<br />
Ransdaal<br />
Ubachsberg<br />
<strong>Voerendaal</strong><br />
GEMEENTE VOERENDAAL
BIJLAGEN<br />
55
BIJLAGE 1: ONDERZOEKSVERANTWOORDING<br />
Hieronder wordt de opzet van het burgeronderzoek <strong>2009</strong> en de verantwoording van de uitvoering<br />
beschreven. Aan de orde komen achtereenvolgens de onderzoeksmethode, steekproeftrekking,<br />
responsverantwoording, representativiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.<br />
Aangezien deze Stads- en Buurtmonitor specifiek op de gemeente <strong>Voerendaal</strong> betrekking heeft wordt<br />
deze onderzoeksverantwoording toegespitst op het ‘<strong>Voerendaal</strong>se deel’ van het burgeronderzoek<br />
Parkstad Limburg. Dit betekent dat deze onderzoeksverantwoording afwijkt van de in de Parkstadmonitor<br />
opgenomen onderzoeksverantwoording die betrekking heeft op geheel Parkstad Limburg.<br />
Overigens is de onderzoeksopzet en -uitvoering van het burgeronderzoek <strong>2009</strong> vergelijkbaar 1 met die<br />
van 2001, 2003, 2005 en 2007 (qua onderzoeksmethode, vragenlijst, onderzoeksperiode). Op basis<br />
van deze vergelijkbare opzet zijn betrouwbare vergelijkingen met deze jaren mogelijk.<br />
Onderzoeksmethode<br />
Gelet op het grote aantal onderzoeksvragen is ervoor gekozen het burgeronderzoek uit te voeren in<br />
de vorm van een schriftelijke enquête. Deze enquête is gehouden onder een steekproef van de<br />
bevolking van 18 jaar en ouder. De personen die voor het onderzoek zijn geselecteerd 1 , hebben per<br />
post een schriftelijke vragenlijst en begeleidende brief van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> ontvangen met<br />
het verzoek de vragenlijst in te vullen en binnen 10 dagen in een portvrije antwoordenveloppe te<br />
retourneren. Om de privacy te kunnen waarborgen zijn aan de respondenten geen naam- en<br />
adresgegevens gevraagd, behalve de postcode (nodig om de uitkomsten te kunnen herleiden naar<br />
gemeenten en buurten). Om de respons te verhogen is er na 10 dagen schriftelijk gerappelleerd. Het<br />
veldwerk is uitgevoerd in de periode januari-februari <strong>2009</strong>.<br />
Steekproeftrekking<br />
Aangezien het burgeronderzoek niet alleen gegevens dient te genereren op het schaalniveau van<br />
<strong>Voerendaal</strong> maar ook op het niveau van de kernen, is in de onderzoeksopzet uitgegaan van een op<br />
kernniveau gestratificeerde steekproef. Daartoe is voor alle 5 kernen van <strong>Voerendaal</strong> een<br />
afzonderlijke steekproef getrokken. Gestreefd werd naar 150 geslaagde enquêtes per kern. Rekening<br />
houdend met variabele responspercentages per kern uit 2007 (variërend van 45% tot 63%) diende de<br />
steekproef derhalve minimaal 300 personen per buurt te bevatten 2 .<br />
Op basis van dit principe is in <strong>2009</strong> uiteindelijk uit de <strong>Gemeente</strong>lijke Bevolkingsadministratie van<br />
<strong>Voerendaal</strong> een aselecte steekproef getrokken van in totaal 1.580 inwoners van 18 jaar en ouder.<br />
Gelet op de omvang en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst is er - mede op basis van eerdere<br />
ervaringen met burgeronderzoek - voor gekozen bewoners van verzorgings- of verpleegtehuizen<br />
buiten de steekproeftrekking te laten. De totale <strong>Voerendaal</strong>se onderzoekspopulatie van 18-plussers<br />
waaruit de steekproef is getrokken omvatte in <strong>2009</strong> 10.306 inwoners.<br />
1 De onderzoeksopzet wijkt in <strong>2009</strong> gedeeltelijk af van de onderzoeksopzet die in de voorafgaande jaren gehanteerd is. Dit<br />
heeft te maken met de wijze van steekproeftrekking. In <strong>2009</strong> is het burgeronderzoek opgesplitst in een buurtonderzoek (deze<br />
rapportage) waarin op het laagste niveau (kernniveau) een steekproef getrokken is en een stadsonderzoek (niveau van de<br />
gemeente). Deze opzet heeft gevolgen voor de steekproeftrekking, die gestratificeerd is in 2 stappen. Om te voorkomen dat<br />
respondenten twee vragenlijsten krijgen (zowel buurt- als stadsonderzoek) is eerst een steekproef op stadsniveau getrokken.<br />
Hierna is, na het verwijderen van de geselecteerde personen, de steekproef op buurtniveau (t.b.v. onderhavig onderzoek)<br />
getrokken. De uiteindelijke onderzoekspopulatie waaruit de buurtsteekproef getrokken is is hierdoor dus lager dan de feitelijke<br />
onderzoekspopulatie.<br />
2<br />
Doordat de responspercentages uit het verleden per kern fors kunnen verschillen, zijn de steekproefaantallen per buurt<br />
variabel en kunnen de aantallen variëren van 300-340.<br />
57
Responsverantwoording<br />
In <strong>2009</strong> hebben uiteindelijk in <strong>Voerendaal</strong> 830 personen de vragenlijst ingevuld en geretourneerd,<br />
hetgeen een onderzoeksrespons van 53 % betekent. Met het oog op de lengte en moeilijkheidsgraad<br />
van de vragenlijst (zie bijlage 2) mag deze respons zeer tevredenstellend worden genoemd.<br />
Tabel 1 geeft een overzicht van de respons per kern. Weergegeven zijn het aantal verzonden en<br />
geretourneerde vragenlijsten, en het daaruit resulterende responspercentage.<br />
Tabel 1: Responsverantwoording burgeronderzoek <strong>2009</strong> in de gemeente <strong>Voerendaal</strong><br />
Onderzoekspopulatie<br />
(18+)<br />
58<br />
Vragenlijsten<br />
verzonden<br />
(bruto steekproef)<br />
Vragenlijsten<br />
retour<br />
(netto steekproef)<br />
Responspercentage<br />
Klimmen 2.646 310 141 45%<br />
Kunrade 2.990 310 170 55%<br />
Ransdaal 830 300 157 52%<br />
Ubachsberg 1.354 320 170 53%<br />
<strong>Voerendaal</strong> 2.486 340 170 50%<br />
Buurt onbekend 22<br />
GEM. VOERENDAAL 10.306 1.580 830 53%<br />
De onderzoeksrespons per kern loopt in <strong>2009</strong> uiteen van 45% in de Klimmen tot 55% in Kunrade.<br />
Representativiteit<br />
Bij enquête-onderzoek bestaat het risico dat bepaalde bevolkingsgroepen oververtegenwoordigd of<br />
ondervertegenwoordigd zijn in de responsgroep. In dat geval zijn de respondenten geen goede<br />
afspiegeling van de totale bevolking en is het onderzoek daarmee niet representatief.<br />
In tabel 2 wordt de groep <strong>Voerendaal</strong>se respondenten van het burgeronderzoek <strong>2009</strong> afgezet tegen<br />
de feitelijke bevolking van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> in <strong>2009</strong>, getoetst op de kenmerken geslacht en<br />
leeftijd. Daarmee wordt voor deze kenmerken inzichtelijk gemaakt in hoeverre de personen die in<br />
<strong>Voerendaal</strong> aan het onderzoek hebben deelgenomen een goede afspiegeling vormen van de totale<br />
(volwassen) bevolking van de gemeente <strong>Voerendaal</strong>.<br />
Tabel 2: Representativiteit burgeronderzoek in gemeente <strong>Voerendaal</strong> naar geslacht en leeftijd<br />
Geslacht<br />
Responsgroep<br />
burgeronderzoek in <strong>Voerendaal</strong><br />
Totale bevolking<br />
<strong>Voerendaal</strong> (18+)<br />
- mannen 44,2% 50,0%<br />
- vrouwen<br />
Leeftijd<br />
55,8% 50,0%<br />
- 18 t/m 34 jaar 11,1% 17,9%<br />
- 35 t/m 54 jaar 37,3% 38,6%<br />
- 55 t/m 74 jaar 42,9% 34,4%<br />
- 75 jaar en ouder 8,7% 9,1%<br />
Uit tabel 2 valt af te lezen dat de deelnemers aan het onderzoek qua geslacht en leeftijd een goede<br />
afspiegeling vormen van de <strong>Voerendaal</strong>se bevolking.
Kijken we naar het geslacht dan zien we dat er sprake is van een lichte ondervertegenwoordiging van<br />
mannen en een lichte oververtegenwoordiging van vrouwen in de responsgroep.<br />
Een blik op de leeftijd laat zien dat m.n. de leeftijdscategorie 55-74 jaar iets is oververtegenwoordigd<br />
en m.n. de leeftijdsgroep 18 t/m 34 jaar iets is ondervertegenwoordigd in de respons .<br />
Om deze afwijkingen naar geslacht en leeftijd te corrigeren heeft weging plaatsgevonden. Dit is een bij<br />
steekproefonderzoek gebruikelijke statistische techniek waarbij de onderzoeksgegevens (door middel<br />
van een vermenigvuldigingsfactor) zodanig worden herberekend dat de samenstelling van de<br />
responsgroep vrijwel exact gelijk is aan de feitelijke bevolkingssamenstelling.<br />
Behalve op geslacht en leeftijd zijn de onderzoeksresultaten verder ook nog gewogen naar woonkern.<br />
Op die manier is ervoor gezorgd dat de personen die aan het onderzoek hebben meegedaan<br />
representatief zijn voor de totale bevolking van de kern waarin ze wonen.<br />
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid<br />
De essentie van steekproefonderzoek is, dat door het ondervragen van een beperkt deel (steekproef)<br />
van de bevolking niet alleen uitspraken worden gedaan over degenen die geënquêteerd zijn maar ook<br />
over de totale populatie waaruit die steekproef is getrokken, in dit geval de (volwassen) bevolking van<br />
<strong>Voerendaal</strong>.<br />
Daarbij dient men wel steeds te beseffen dat dit steekproefonderzoek een benádering van de<br />
werkelijkheid vormt: geen enkele steekproef is een exacte afspiegeling van de totale bevolking. Dit<br />
hoeft op zich geen bezwaar te zijn zolang de marges waarbinnen de steekproefonnauwkeurigheid valt<br />
bekend (en acceptabel) zijn. Daartoe kunnen de zgn. nauwkeurigheidsmarges van de steekproef<br />
worden berekend; binnen deze marges vallen de ‘werkelijke’ uitkomsten voor de totale bevolking.<br />
Normaliter wordt bij het berekenen van de nauwkeurigheidsmarges uitgegaan van 95% betrouwbaarheid.<br />
Dit betekent dat wanneer het onderzoek 100 maal herhaald wordt, 95 keer een waarde<br />
gevonden wordt die binnen de berekende nauwkeurigheidsmarges ligt.<br />
Tabel 3 laat – uitgaande van een betrouwbaarheid van 95% – voor verschillende steekproefgroottes<br />
en voor verschillende mogelijke antwoordpercentages zien hoe groot de nauwkeurigheidsmarges zijn.<br />
Tabel 3: Nauwkeurigheidsmarges steekproefgroottes, op basis van 95% betrouwbaarheid<br />
Netto steekproefgrootte<br />
(= aantal respondenten)<br />
59<br />
Antwoordpercentages in onderzoek<br />
10% of 90% 20% of 80% 30% of 70% 40% of 60% 50%<br />
100 6,4% 7,8% 9,0% 9,6% 9,8%<br />
200 4,2% 5,5% 6,4% 6,8% 6,9%<br />
300 3,4% 4,5% 5,2% 5,5% 5,7%<br />
400 2,9% 3,9% 4,5% 4,8% 4,9%<br />
500 2,6% 3,5% 4,0% 4,3% 4,4%<br />
1.000 1,9% 2,5% 2,8% 3,0% 3,1%<br />
2.000 1,3% 1,8% 2,0% 2,1% 2,2%<br />
3.000 1,1% 1,4% 1,6% 1,8% 1,8%<br />
4.000 0,9% 1,2% 1,4% 1,5% 1,5%<br />
Een voorbeeld: bij een steekproefgrootte van 500 respondenten en een antwoordpercentage van bijv. 20% is de<br />
nauwkeurigheidsmarge plus of min 3,5%, dat wil zeggen dat het werkelijke percentage in de onderzoekspopulatie tussen 16,5%<br />
en 23,5% ligt.<br />
Door de netto steekproefgrootte van de gemeente <strong>Voerendaal</strong> en de afzonderlijke kernen (zie tabel 1,<br />
derde kolom) te projecteren op bovenstaande tabel kunnen de nauwkeurigheidsmarges van de in dit<br />
rapport gepresenteerde uitkomsten worden ingeschat.
Voor de gemeente <strong>Voerendaal</strong> als geheel (met een netto steekproefgrootte van 830) betekent dit dat<br />
de nauwkeurigheidsmarges van de gepresenteerde uitkomsten vergelijkbaar zijn met die van de vijfde<br />
regel van beneden in de tabel; deze bedragen afhankelijk van de antwoordpercentages 3 à 4%; een<br />
geringe onnauwkeurigheid dus.<br />
Voor de afzonderlijke kernen (met netto steekproefgroottes variërend van ca. 140-170) zijn de<br />
nauwkeurigheidsmarges – die impliciet ‘afleesbaar’ zijn tussen de eerste twee regels van de tabel –<br />
met percentages in de orde van 4% à 8% weliswaar groter, maar nog altijd voldoende om<br />
betrouwbare indicaties op kernniveau te geven.<br />
Voor de volledigheid moet nog vermeld worden dat bovenstaande nauwkeurigheidsmarges uitsluitend<br />
betrekking hebben op uitkomstpercentages die een proportie uitdrukken, b.v. het aandeel tevredenen.<br />
Indien de uitkomsten níet gebaseerd zijn op proporties maar op gemiddelden, zoals bij schaalscores<br />
of rapportcijfers, zijn andere nauwkeurigheidsmarges van toepassing. Deze marges zijn kleiner dan<br />
die in bovenstaande tabel, d.w.z. de nauwkeurigheid van deze gemiddelde uitkomsten is (nog) groter.<br />
Zelfs op het laagste analyseniveau, namelijk dat van de kern, zijn de nauwkeurigheidsmarges van<br />
gemiddelden nog alleszins acceptabel; uitgaande van bijvoorbeeld 150 respondenten (het<br />
nagestreefde minimum-aantal geslaagde enquêtes per kern) wijkt de werkelijke waarde van een<br />
gemiddeld rapportcijfer met 95% zekerheid niet meer dan 0,2 à 0,3 punt af. Bij grotere steekproeven,<br />
zoals op het niveau van de gemeenten, zijn de afwijkingen te verwaarlozen.<br />
60
BIJLAGE 2: VRAGENLIJST<br />
61