download pdf - Vlaams Instituut voor de Zee
download pdf - Vlaams Instituut voor de Zee
download pdf - Vlaams Instituut voor de Zee
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
GIDSENBOND - BRUGGE
VERENIGING VAN OFFICIEEL GEDIPLOMEERDE<br />
GIDSEN (v. z. w.) BRUGGE<br />
HET VLAAMSE<br />
20
INHOUD<br />
I. Vorming van <strong>de</strong> Kustvlakte<br />
1. De Overstroming<br />
2. Verdwijning van <strong>de</strong> Inhammen<br />
II. De Wateringen<br />
1. Hun Ontstaan 5<br />
2. Het Weiik van <strong>de</strong> Wateringen<br />
6<br />
III. De Kust<br />
3. De Moeren<br />
1. Beweging van die Kust<br />
2. De Havens van <strong>de</strong> <strong>Vlaams</strong>e Kus*. . . . . 9<br />
I. Het Ewin<br />
A. Ontstaan van <strong>de</strong> Havens •<br />
B. Verzanding van bet Zwin . . . . 12<br />
II. De Haven van Oosten<strong>de</strong><br />
Hl. De Haven van Nieuwipoort . . . . 17<br />
IV. De mo<strong>de</strong>rne Havens : Blankenberge en <strong>Zee</strong>brugge 19<br />
IV. Het huidige 1®<br />
1. De Scheepvaart in vroegere tij<strong>de</strong>n . . . . 19<br />
2. Ontstaan van het huidig Wetft-Vl. Waterwegennet . 21<br />
Aanhangsel : De ou<strong>de</strong> Bestuurlijke In<strong>de</strong>lingen<br />
BRONNEN<br />
ILLUSTRATIES<br />
1. De <strong>Vlaams</strong>e Kust dn <strong>de</strong> X* eeuw volgens R. Blanohard 10<br />
2. Het Zwin in <strong>de</strong> XTEP eeuw . . . . 1 3<br />
3 .Oosten<strong>de</strong> in <strong>de</strong> XVIe eeuw volgens J. Van Deventer . 15<br />
4. De Haven van Nieuwpoort 18<br />
5. Het Waterwegennet van het noor<strong>de</strong>n va n West-VI. 22<br />
3<br />
4<br />
5<br />
9<br />
y<br />
1 1<br />
1 4<br />
24
HET VLAAMSE POLDERLAND<br />
EN DE KUST<br />
HISTORISCH " GEOGRAPHISCHE SCHETS<br />
I. _ VORMING VAN DE KUSTVLAKTE.<br />
I. — De Overstroming.<br />
Onze kust is on<strong>de</strong>rhevig geweest aan overstromingen, veroorzaakt<br />
door het verhogen van <strong>de</strong> zeespiegel. Nu nog schijnt<br />
<strong>de</strong>ze laatste op <strong>de</strong> kust een twintigtal centimeter te verhogen per<br />
eeuw.<br />
De oorspronkelijke fihailweg van onze rivieren ligt op 20 tot<br />
30 meter on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huidige bedding. Wat bewijst dat <strong>de</strong> zee onze<br />
streek vroeger overstroomd heeft en door alluviale afzettingen<br />
weerom heeft opgehoogd. Deze oudste overstroming noemt men<br />
<strong>de</strong> Flandriaan^e transgressie. In <strong>de</strong>ze transgressie stroom<strong>de</strong> het<br />
water binnen Jangs <strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nloop van <strong>de</strong> rivieren. Met <strong>de</strong> tijd<br />
vorm<strong>de</strong> zich een strandwal tussen kaap BLanc-Nez en <strong>de</strong> Friese<br />
kust, waarin zich nog enkele inlhammen bevoin<strong>de</strong>n Achter <strong>de</strong><br />
niieuwe strandwal vorm<strong>de</strong>n zich slikken en schorren, en <strong>de</strong> inhammen<br />
verdwenen.<br />
Tot het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> lil<strong>de</strong> eeuw lagen De Panne en Oosten<strong>de</strong><br />
enkele kilometers in het binnenland. Onze kuststreek was toen<br />
reeds bewoond, want in <strong>de</strong> turflaag die gevormd werd door een<br />
accumulatie van p'anten, en die door enkele meters pol<strong>de</strong>rkle!<br />
be<strong>de</strong>kt is. vindt men Romeinse munten, waarvan <strong>de</strong> jongste dagtekenen<br />
uit het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> lil<strong>de</strong> eeuw.<br />
In <strong>de</strong> IV e eeuw was er opnieuw ean verhoging van <strong>de</strong> zeespiegel<br />
en werd <strong>de</strong> kustvlakte weerom overstroomd, nu door <strong>de</strong><br />
Duinkerkiaanse transgressie die ons Pol<strong>de</strong>rland gevormd heeft en<br />
aan onze kustvlakte haar huidig uitzicht gaf.<br />
Het Noor<strong>de</strong>n van West-Vlaan<strong>de</strong>ren wordt inge<strong>de</strong>eld volgens<br />
het uitzicht van <strong>de</strong> streek in het Blote, waar bijna geen bomen<br />
staan, en het Houtla n A<br />
Het. Blote is <strong>de</strong> kleistreek of Pol<strong>de</strong>rland, het H o u 11 a n d<br />
daarentegen is <strong>de</strong> zandstreek.<br />
De pol<strong>de</strong>rgrond werd door <strong>de</strong> zee aangespoeld geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> Duinkerkiaanse transgressie, die duur<strong>de</strong> van <strong>de</strong> V e tot <strong>de</strong> VII"<br />
eeuw.<br />
Het waterpeil van <strong>de</strong>ze overstroming was niet zeer hoog.
Zekere plaatsen die 2 tot 3 meter boven <strong>de</strong> zeespiegel liggen<br />
liepen nooit on<strong>de</strong>r water, on<strong>de</strong>r meer te De Panne. Tweemaal<br />
per dag kwam <strong>de</strong> Vloed <strong>de</strong> kustvlakte be<strong>de</strong>kken, om daarna opnieuw<br />
weg te stromen. Er waren <strong>de</strong>len die enkel bij hoog getij<br />
(springtij) overspoeld wer<strong>de</strong>n.<br />
Hier en daar had <strong>de</strong> zee geulen gegraven, waarlangs het<br />
water terugvloei<strong>de</strong>. De zee stroom<strong>de</strong> binnen tot ver in <strong>de</strong> golf<br />
van <strong>de</strong> Ijzer, waar er slechts één eilandje boven water bleef,<br />
ten, oosten van Loo. Rond Gistel vorm<strong>de</strong> ze een diepe inham ;<br />
aan <strong>de</strong> ingang er van lag het eiland Zevekote. Deze eilan<strong>de</strong>n<br />
kan men nu nog op het eerste gezicht herkennen aan het rijk boomgewas,<br />
dat afsteekt bij het omliggend gebied.<br />
Vanaf het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> VU' eeuw, vermel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> akten<br />
van <strong>de</strong> abdijen van St-Bertinus en St-Omaars en van St-Pieter<br />
en St-Baafs te Gent <strong>de</strong> eerste bewoon<strong>de</strong> plaatsen in het pol<strong>de</strong>rland.<br />
Rond 695 wordt een kerk gebouwd op het eiland Wulpen,<br />
dat ten noord-oosten van Knokke lag, en nu in zee verdwenen<br />
is. Aar<strong>de</strong>nburg wordt vermeld in 707, Dudzele in 839, Lampernisse<br />
in 875 en Veurne rond 860.<br />
Heel <strong>de</strong> kustvlakte was drooggeiliopen rond het mid<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> X* eeuw, want <strong>voor</strong> het eerst na 950 wor<strong>de</strong>n talrijke plaatsnamen<br />
vermeld : o.m. Loo in 944 en Leffinge in 988.<br />
Er bleven echter grote inihammen bestaan. De eerste inham<br />
lag ten zui<strong>de</strong>n van Duinkerke en draai<strong>de</strong> oostwaarts tot aan <strong>de</strong><br />
Moeren op <strong>de</strong> Frans-Be'lgisohe grens ; <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> inham was <strong>de</strong><br />
bre<strong>de</strong> monding van <strong>de</strong> Ijzer tot boven Diiksmui<strong>de</strong> ; <strong>de</strong> Sincfal,<br />
later « Zwin » genaamd, was <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> inham, die zich uitstrekte<br />
tussen Brugge, Damme, Lapscheure en Knokke.<br />
2. — Verdwijning van <strong>de</strong> inhammen.<br />
De inham van Duinikerke verdween in <strong>de</strong> XII" eeuw, <strong>de</strong><br />
Moeren hieven evenwel bestaan, maar waren van <strong>de</strong> zee afgesne<strong>de</strong>n.<br />
De IJzermonding werd ingepol<strong>de</strong>rd en was weldra nog slechts<br />
een kleine kreek. In 1294 werd <strong>de</strong> monding van <strong>de</strong> Ijzer, ten<br />
westen van Nieuwpoort afgesloten door <strong>de</strong> sluis van Nieuwendamme.<br />
Ook het Zwin verdween ; van <strong>de</strong> oorspronkelijke inham<br />
hieven slechts twee waterlopen over, die bei<strong>de</strong> in <strong>de</strong> monding<br />
van het Zwin uitdiepen ; eerst het Ou<strong>de</strong> Zwin dat van Brugge<br />
over Koolkerke recht naar het Hazegras te Knokke vloei<strong>de</strong>, en<br />
het eigenlijke Zwin, dat van Damme naar Sluis stroom<strong>de</strong>.
Uitzicht van <strong>de</strong> Kustvlakte na het verdwijnen <strong>de</strong>r inhammen.<br />
Nadat <strong>de</strong> inhammen verdwenen waren, bleef <strong>de</strong> kustvlakte<br />
buiten het bereik van <strong>de</strong> zee. De binnenwateren wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />
natuurlijke waterwegen naar <strong>de</strong> zee gevoerd.<br />
De handboeken <strong>voor</strong> aardrijkskun<strong>de</strong> leren meestal, dat West-<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren tot twee stroomgebie<strong>de</strong>n behoort : namelijk dit van<br />
<strong>de</strong> Ijzer en dit van <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>, Dit is echter verkeerd. In West-<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren hebben we drie stroomgebie<strong>de</strong>n : <strong>de</strong> Ijzer, het Zwin<br />
en <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong>. Het Zwin is verdwenen, en het water van het<br />
Zwingebied wordt nu naar <strong>de</strong> zee afgeleid door <strong>de</strong> vaart<br />
Brugge-Oosten<strong>de</strong>, het Blankenbergs vaartje en <strong>de</strong> Schipdonken<br />
Leopoldvaarten.<br />
De IJ z e r komt uit Frankrijk, loopt naar het oosten ; aan<br />
het fort « <strong>de</strong> Knokke » ontvangt hij <strong>de</strong> Ieperlee die van het zui<strong>de</strong>n<br />
komt, en loopt dan in noor<strong>de</strong>lijke richting. Te Diksmui<strong>de</strong> ontvangt<br />
hij <strong>de</strong> Handzamebeek, en ten westen van Nieuwpoort, <strong>de</strong> Venepe<br />
die van Veurne komt.<br />
Een an<strong>de</strong>re rivier, <strong>de</strong> Leet, kwam van Ou<strong>de</strong>nburg, volg<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> latere vaart Brugge-Oosten<strong>de</strong> tot aan Speien te St-Andries,<br />
en liep dan noordwaarts, over Meetkerke, naar Blankenberge en<br />
<strong>de</strong> zee. Later werd <strong>de</strong> Leet verbon<strong>de</strong>n met het Ou<strong>de</strong> Zwin aan<br />
<strong>de</strong> Speipoort te Brugge, en met <strong>de</strong> Ijzer, langs <strong>de</strong> Leet van<br />
Nieuwendamme ; vandaar <strong>de</strong> nanm Ieperleet.<br />
De R e i e kwam van Eegem, ontving te Oostkamp eerst <strong>de</strong><br />
Waardamme, die van Koolskamp kwam, en dan <strong>de</strong> Zuidleie die<br />
van Hansbeke kwam ; te Brugge ontving ze <strong>de</strong> Kerkebeek die<br />
van Torhout kwam. Te Brugge ver<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> Reie zich in twee<br />
armen, <strong>de</strong> ene was het Ou<strong>de</strong> Zwin dat over Koolkerke recht<br />
naar het Hazegras stroom<strong>de</strong>, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re arm liep naar Damme,<br />
waar hij in het Zwin uitmond<strong>de</strong> dat over Sluis naar <strong>de</strong> Noordzee<br />
vloei<strong>de</strong>.<br />
Een laatste waterloop, <strong>de</strong> T e s t e r c c p, liep achter <strong>de</strong><br />
duinen van Lombardsij<strong>de</strong> naar Oosten<strong>de</strong>, waar hij in <strong>de</strong> zee uitmond<strong>de</strong>.<br />
Hij ontleen<strong>de</strong> zijn naam aan <strong>de</strong> kuststrook tussen Westen<strong>de</strong><br />
en Oosten<strong>de</strong>, die genoemd werd Testcrrccp of<br />
« westelijke reep. ». De waterloop zelf kreeg in <strong>de</strong> XVII 6 eeuw,<br />
zijn huidige naam van « Albertusleed<br />
I. — Hun ontstaan.<br />
II. — DE WATERINGEN.<br />
In <strong>de</strong> Kustvlakte kon al het regenwater niet wegstromen omdat<br />
<strong>de</strong> streek te vlak was. Het water van het Houtiand kwam<br />
ook naar <strong>de</strong> Kustvlakte gevloeid, en veroorzaakte er over-
stromingen. Het water van <strong>de</strong> verste lan<strong>de</strong>rijen moest wegvloeien<br />
over <strong>de</strong> percelen die er vóór lagen. Ie<strong>de</strong>r eigenaar op zijn eigen<br />
kon <strong>de</strong> afwatering van zijn land niet verzekeren, maar <strong>de</strong><br />
eigenaars van een heel gebied, samen verenigd, kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> algemene<br />
afwatering doorvoeren, door het aanleggen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van<br />
waterwegen en sluizen.<br />
De Wateringen ontston<strong>de</strong>n van zohaast <strong>de</strong> kustvlakte<br />
droogl<strong>de</strong>p. Jn het begin waren het private verenigingen die niet<br />
on<strong>de</strong>rworpen waren aan het toezidht van <strong>de</strong> vorst. Dit duur<strong>de</strong><br />
echter niet lang, want het groot belang van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> afwatering<br />
was een staatszaak ; <strong>de</strong> wateringen wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het gezag van<br />
<strong>de</strong> graaf geplaatst, die toezicht oefen<strong>de</strong> op hun werken.<br />
Een charter van Filips van <strong>de</strong> Elzas van 1184 stel<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
monniken van <strong>de</strong> Duinenabdij te Koksij<strong>de</strong> aan tot toeziditers<br />
van <strong>de</strong> grote sluis van Veurne-Ambacht.<br />
Een Watering was dus een vereniging van <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaars<br />
of inge^n<strong>de</strong>n uit een bepaald gebied ; ze bestond uit een<br />
verga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> grote eigenaars, die over <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong><br />
watering moest beslissen en een uitvoeren<strong>de</strong> commissie, die <strong>voor</strong><br />
het uitvoeren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoudswerken zorg<strong>de</strong>.<br />
In <strong>de</strong> Watering van Blankenberge, waren <strong>de</strong> eigenaars van<br />
ten minste vijftig geme^ften, lid van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring ; in <strong>de</strong><br />
Noordwatering van Veurne bestond <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring sledhts uit<br />
<strong>de</strong> vier abten van het Veurne-Ambacht, die er <strong>de</strong> grootste<br />
grondbezitters waren, namelijk <strong>de</strong> abten van Duinen, Veurne,<br />
Loo en Eversam-Stavele.<br />
De Uitvoeren<strong>de</strong> commissie van, <strong>de</strong> Watering van Blankenberge<br />
bestond uit een kanunnik van St-Donaas, een lid van het Brugse<br />
stadsbestuur en twee grote eigenaars uit het Brugse Vrije. Deze<br />
commissie benoem<strong>de</strong> <strong>de</strong> ambtenaars van <strong>de</strong> watering : <strong>de</strong> dijkgraven,<br />
die belast waren met het toezicht van grachten, wegen<br />
en sluizen, alsook <strong>de</strong> ontvangers.<br />
Om <strong>de</strong> eeriheid in <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> werken te verzekeren,<br />
belastte <strong>de</strong> graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren een zijner ambtenaars, <strong>de</strong><br />
watergraaf van Vlaan<strong>de</strong>ren, met het toezicht over <strong>de</strong> werken.<br />
De watergraaf besliste <strong>de</strong> geschillen <strong>de</strong>r wateringen on<strong>de</strong>reen, en<br />
zorg<strong>de</strong> er <strong>voor</strong> dat <strong>de</strong> nodige werken uitgevoerd wer<strong>de</strong>n.<br />
De wateringen zijn een van <strong>de</strong> weinige mid<strong>de</strong>leeuwse<br />
instellingen die <strong>de</strong> Franse omwenteling overleefd hebben<br />
2. — Het werk van <strong>de</strong> Wateringen.<br />
Het eerste werk van <strong>de</strong> Wateringen was het opwerpen van<br />
dijken langs <strong>de</strong> natuurlijke waterwegen, om te beletten dat het<br />
water, dat uit het Houtland naar <strong>de</strong> zee stroom<strong>de</strong>, overstromingen
zou veroorzaken in <strong>de</strong> kustvlakte. Daarna werd gezorgd <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
afwatering van <strong>de</strong> kustvlakte zelf. Ie<strong>de</strong>r eigenaar moest zorgen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> graöhten op zijn grond, terwijl <strong>de</strong> watering bre<strong>de</strong> kanalen<br />
graaf<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>zien van sluizen, die het water uit <strong>de</strong> grachten<br />
opnamen.<br />
De 'kanalen <strong>de</strong>ed men eerst uitmon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
waterlopen en waterwegen. Dit duur<strong>de</strong> edhter niet lang, want<br />
weldra ontston<strong>de</strong>n er geschillen tussen <strong>de</strong> dienst van <strong>de</strong><br />
scheepvaart en <strong>de</strong> wateringen. De binnenscheepvaart nam een<br />
grote uitbreiding en <strong>de</strong> diepgang van <strong>de</strong> schepen vermeer<strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />
Na geweldige regens moesten <strong>de</strong> zeesluizen ten dienste van <strong>de</strong><br />
wateringen opengesteld wor<strong>de</strong>n ; er ontston<strong>de</strong>n geweldige<br />
stromingen in <strong>de</strong> waterwegen, die het waterpeil merkelijk <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />
dalen, en gevaar oplever<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schepen.<br />
Om ver<strong>de</strong>re storingen van <strong>de</strong> scheepvaart te vermij<strong>de</strong>n, werd<br />
in <strong>de</strong> XVIII e en XIX C eeuw, nevens <strong>de</strong> bevaarbare waterwegen,<br />
een onafhankelijk net van afleidingsvaarten gegraven, die<br />
gewoonlijk langs <strong>de</strong> vaarten lopen, en er het water opnemen van<br />
<strong>de</strong> afleidingskanaaltjes, die vroeger in <strong>de</strong> sdheepsvaartwegen<br />
liepen. De verbinding tussen bei<strong>de</strong> netten bleef behou<strong>de</strong>n door<br />
kleine sluis<strong>de</strong>uren, om 's zomers aan <strong>de</strong> afleidingsvaarten drinkwater<br />
te leveren <strong>voor</strong> het vee in <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>n.<br />
Zo werd in <strong>de</strong> watering van Blarikeniberge, een nieuwe<br />
afleidingsvaart gegraven van Strooien Haan te Houtave, naar<br />
<strong>de</strong> haven van Oosten<strong>de</strong>. Deze waterloop, <strong>de</strong> N o o r d e e, loopt<br />
langs <strong>de</strong>n steenweg van Strooien Haan naar Oosten<strong>de</strong>. Hij<br />
voert al het water van het Blankenbergs vaartje rechtstreeks<br />
naar <strong>de</strong> zee, dat vroeger te Meetkerke in <strong>de</strong> vaart Brugge-Oosten<strong>de</strong><br />
liep.<br />
Zuilke werken kon<strong>de</strong>n gemakkelijk uitgevoerd wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />
kustvlakte, omdat <strong>de</strong> waterlopen er geen hélling hebben ; men<br />
veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> eenvoudig <strong>de</strong> richting van <strong>de</strong> loop van het water.<br />
De afleidingsvaartjes te Knokke, Westkapelle en Oostkerke, die<br />
vroeger naar het oosten liepen, om in het Zwin uit te mon<strong>de</strong>n,<br />
lopen nu westwaarts naar <strong>de</strong> Leopoldvaart.<br />
De nieuwe afleidingsvaarten storten hun wateren rechtstreeks<br />
In zee door eigen sluizen. Te Nieuwpoort beston<strong>de</strong>n vroeger drie<br />
sluizen, om <strong>de</strong> bevaarbare waterwegen, die tevens het overtollige<br />
water uit het binnenland afvoer<strong>de</strong>n, met <strong>de</strong> zee te verbin<strong>de</strong>n. Nu<br />
bestaan er zes sluizen. Nevens ie<strong>de</strong>re bevaarbare waterweg<br />
kwam er een afleidingsvaart. Het waterpeil van <strong>de</strong>ze zes sluizen<br />
verschilt van 4,05 m. boven nul in <strong>de</strong> rfas schendalevaart, tot<br />
2,39 m. in <strong>de</strong> kreek van Nieuwendamme.
3. — Dc Moeren.<br />
In het binnenland bleven er nog grote oppervlakten on<strong>de</strong>r<br />
water, namelijk <strong>de</strong> Grote Mocre op dc huidige Frans-Belgisdhe<br />
grens, <strong>de</strong> Moere van Gistel en <strong>de</strong> Moere te Meetkerke.<br />
De Grote Moere ligt één meter oni<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zeespiegel.<br />
Al het water van <strong>de</strong> omstreken stroom<strong>de</strong> er heen, en in <strong>de</strong> winter<br />
besloeg ze soms een oppervlakte van 5.000 hectaren. In 1617<br />
werd <strong>voor</strong> het eerst <strong>de</strong> drooglegging er van on<strong>de</strong>rnomen door<br />
ingenieur Cobergher. Hij liet een dijk rond <strong>de</strong> Moere aanleggen,<br />
en er nevens een gracht, <strong>de</strong> Ringsloot, die veel 'hoger lag dan <strong>de</strong><br />
Moere. De Ringsloot werd in verbinding gesteld met <strong>de</strong> haven<br />
van Duinkerke door een afleidingskanaal. Op <strong>de</strong> dijk van, <strong>de</strong><br />
Moere bouw<strong>de</strong> hij 20 windmolens, die het water uit <strong>de</strong> Moere<br />
in <strong>de</strong> Ringsloot pompten. In 1624 ïag <strong>de</strong> Grote Moere droog.<br />
Ie<strong>de</strong>rmaal Duinkerke gevaar liep belegerd te wor<strong>de</strong>n, werd <strong>de</strong><br />
Moere on<strong>de</strong>r water gezet door mid<strong>de</strong>l van zeewater. Ze bleef<br />
on<strong>de</strong>r water van 1646 tot 1752 en van 1793 tot 1826. Nevens<br />
<strong>de</strong> windmolens is er nu ook een stoomgemaal, dat bij windstilte<br />
het water in <strong>de</strong> Ringsloot pompt. In 1944 werd <strong>de</strong> Grote Moere<br />
opnieuw on<strong>de</strong>r water gezet.<br />
De Moere van Gistel, die niet zo laag gelegen<br />
is, werd reeds in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen drooggelegd door het graven<br />
van grachten en van <strong>de</strong> Moerdijk vaart. Deze moere gaf haar<br />
naam aan <strong>de</strong> gemeente Moere, en heet nu nog Moere Blote in<br />
tegenstelling met het omliggen<strong>de</strong> Houtland.<br />
De Moere te Meetkerke ligt 50 centimeter<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zeespiegel. Ze werd slechts in 1623 droogglegd, toen<br />
<strong>de</strong> watering van <strong>de</strong> Moere in Meetkerke ingericht werd. Daar<br />
ook wordt het water in een hogerliggen<strong>de</strong> gracht gepompt, die<br />
in verbinding staat met <strong>de</strong> vaart van Brugge-Oostenae.<br />
Op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands-Belgische grens had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lage lan<strong>de</strong>n<br />
ook veel moeite met <strong>de</strong> waterafvoer, se<strong>de</strong>rt het verdwijnen van<br />
het Zwin en van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Braakman. De waterafleiding<br />
gebeur<strong>de</strong> over Ne<strong>de</strong>rlands gebied, en zo kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs<br />
heel <strong>de</strong>ze streek on<strong>de</strong>r water zetten in 1830. In 1842 werd <strong>de</strong><br />
hand gelegd aan een afwateringskanaal langs <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
grens, van Boechoute naar Heist, <strong>de</strong> Leopoldvaart, die al het<br />
overtollige water van <strong>de</strong> Belgische grensstreek naar <strong>de</strong> zee voert.
1. — Beweging van <strong>de</strong> Kust.<br />
III. — DE KUST.<br />
Se<strong>de</strong>rt het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> overstroming in <strong>de</strong> VII e eeuw, is <strong>de</strong><br />
kust niet onveran<strong>de</strong>rd gebleven.<br />
Tussen Duinkerke en <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> wint <strong>de</strong> zee veld. Ze gaat<br />
achteruit tussen kaap Blanc-Nez en Duinkerke. Er is nog een<br />
tij<strong>de</strong>lijke aangroei van <strong>de</strong> kust tussen Koksij<strong>de</strong> en De<br />
Panne. De Duitse betonnen schuiloor<strong>de</strong>n die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oorlog<br />
in 1913 op <strong>de</strong> duinen ston<strong>de</strong>n te Knokke, lagen tien jaar later<br />
reeds op het strand ; <strong>de</strong> duinen waarop ze gebouwd waren<br />
spoel<strong>de</strong>n weg.<br />
Het dorp Walravensij<strong>de</strong>, waaruit het huidige Raversij<strong>de</strong><br />
ontstaan is, verdween ge<strong>de</strong>eltelijk in zee in <strong>de</strong> XVI* eeuw.<br />
O.-L.-Vrouw-teu-Streep te Mariakerke, verging in 1334. Heel<br />
het oudste stadsgebied van Oosten<strong>de</strong> verdween in zee, van <strong>de</strong><br />
XII e tot <strong>de</strong> XVII* eeuw. De huidige zeedijk te Oosten<strong>de</strong>, ligt op<br />
<strong>de</strong> zui<strong>de</strong>rgrens van dit gebied, en vormt nu <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>rgrens van<br />
<strong>de</strong> nieuwe stad. Scharphout, <strong>de</strong> oudste kerk van Blankenberge,<br />
verdween in zee in 1334. Ten noor<strong>de</strong>n van Heist verdween het<br />
dorp Kou<strong>de</strong>kerke. Wat ver<strong>de</strong>r, te Cadzand, is <strong>de</strong> kust se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong><br />
XII® eeuw 1.500 meter achteruit geslagen, daar verdween het<br />
eiland Wulpen.<br />
Om <strong>de</strong> kust tegen <strong>de</strong> zee te beschermen, wer<strong>de</strong>n overal tussen<br />
Knokke en Nieuwpoort g o l f b r e k e r s aangelegd. De<br />
eerste golfbreker werd te Wenduine gebouwd in 1604.<br />
Later wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> duinen op <strong>de</strong> gevaarlijkste plaatsen<br />
beschermd door machtige stenen dijken. In 1921<br />
werd geduren<strong>de</strong> een storm <strong>de</strong> dijk tussen Duinbergen en Knokke<br />
ingebeukt, en vervangen door een nieuwe dijk die achter <strong>de</strong><br />
duinen aangelegd werd.<br />
Door het graven van <strong>de</strong> haven van <strong>Zee</strong>brugge, sttoomt het<br />
zand van <strong>de</strong> kust vóór Heist naar <strong>de</strong> havengeul, waardoor <strong>de</strong><br />
verzanding van <strong>de</strong> haven veroorzaakt wordt. Op <strong>de</strong> kust te<br />
Heist moet men ie<strong>de</strong>r winter nieuw zand aanbrengen.<br />
2. — De Havens van <strong>de</strong> <strong>Vlaams</strong>e Kust.<br />
Langs <strong>de</strong> Westvlaamse kust beston<strong>de</strong>n vroeger drie<br />
natuurlijke havens. Het Zwin, Oosten<strong>de</strong> en Nieuwpoort. Enkel<br />
<strong>de</strong>ze laatste haven is blijven bestaan, <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>re zijn verdwenen.<br />
De huidige havens van Oosten<strong>de</strong>, Blankenberge en <strong>Zee</strong>brugge<br />
zijn kunstmatig gebouwd.
I. — HET ZWIN.<br />
A. — Ontstaan van <strong>de</strong> Havens.<br />
1 De stad Brugge was vroeger een van <strong>de</strong> grootste<br />
han<strong>de</strong>lscentra van <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwse wereld, dank zij het Zwin.<br />
Het Zwin kwam niet tot aan Brugge, maar slechts tot aan<br />
Damme. Het was ook zo breed niet als men gewoonllijk aanneemt.<br />
De oudste dijken liggen duizend meter uit elkaar, <strong>de</strong>ze<br />
van <strong>de</strong> XIII* en XIV" eeuw van 200 tot 300 meter. Tussen<br />
<strong>de</strong>ze dijken vloei<strong>de</strong> geen bre<strong>de</strong> stroom, zoals <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> vóór<br />
Antwerpen ; bij laag water was het slechts een smal waterloopje<br />
dat tussen <strong>de</strong> ondiepten kronkel<strong>de</strong>, zoals men liet nog kan zien<br />
op <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong>-eeuwse kaart van Lanceloot Blon<strong>de</strong>el uit het<br />
Brugse stadsarchief.<br />
Van Damme stroom<strong>de</strong> het Zwin naar Sluis, daar ver<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />
het zich in twee armen rond het eiland Cadzand ; <strong>de</strong> westerarm,<br />
die nu nog <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands-Belgische grens vormt, wierp zich in<br />
<strong>de</strong> Noordzee aan <strong>de</strong> Peer<strong>de</strong>marktbanlk ; <strong>de</strong> oostelijke arm aan het<br />
Zwartegat, waar in 1802 een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Zwartepol<strong>de</strong>r overstroomd<br />
werd, en nog niet teruggewonnen werd op <strong>de</strong> zee<br />
De eerste verbinding var> Brugge met <strong>de</strong> zee geschied<strong>de</strong><br />
langs het Ou<strong>de</strong> Zwin, een tamelijk smaftle rivier, die liep<br />
langs <strong>de</strong> huidige steenweg van Koolkerke, reclht naar <strong>de</strong> monding<br />
van het eigenllijke Zwin, bij het Hazegras.<br />
Deze verbinding met <strong>de</strong> zee J<strong>de</strong>t waarsdhijnlijk te wensen<br />
over, want rond 1180 zien we dat een an<strong>de</strong>re weg gekozen werd,<br />
namelijk <strong>de</strong> Reie tussen Brugge en Damme, en ver<strong>de</strong>r het Zwin.<br />
dat ten oosten van <strong>de</strong> huidige vaart Brugge-Sluis liep, en waarvan<br />
men nog <strong>de</strong> dijken kan zien bij <strong>de</strong> brug van Oostkerke, op<br />
<strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong> vroegere stad Monikere<strong>de</strong> lag.<br />
2. Van zohaast <strong>de</strong> stad Damme gesticht was, kwam<br />
geen enkeÜ zeeschip meer naar Brugge, want te Damme lag er<br />
een over<strong>de</strong>kte zeesluis, waaron<strong>de</strong>r slechts schepen zon<strong>de</strong>r masten<br />
kon<strong>de</strong>n doorvaren. Damme was <strong>de</strong> Brugse <strong>voor</strong>haven, waar<br />
<strong>de</strong> zeeschepen hun waren overlaad<strong>de</strong>n op schuiten. Te Damme<br />
lag ook <strong>de</strong> monding van <strong>de</strong> Lieve, het kanaal dat rond 126C<br />
tussen Gent en Damme gegraven was.<br />
3. Langs het Zwin wer<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re stadjes gesticht waar <strong>de</strong><br />
zeeschepen insgelijks hun waren kon<strong>de</strong>n overila<strong>de</strong>n in schuiten,<br />
namelijk Monikere<strong>de</strong> gesticht in 1220, nu het zuidoostelijk<br />
<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gemeente Oostkerke ; H o e k e, door <strong>de</strong> Duitsers
gesticht rond 1250 ; St.-A nna-ter-Mui<strong>de</strong>n ontstaan<br />
rond 1200.<br />
Geen enkele van <strong>de</strong>ze havens bezat kaaien, <strong>de</strong> zeeschepen<br />
wer<strong>de</strong>n op het droge gezet, en <strong>de</strong> schuiten kwamen er langs<br />
liggen.<br />
B. — Verzanding van het Zwin.<br />
Het Zwin verzand<strong>de</strong>, en men beschikte toen nog over geen<br />
gerief om <strong>de</strong> verzanding doelmatig te bestrij<strong>de</strong>n ; daardoor komt<br />
het dat, op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> XIV" eeuw, Suis dc plaats van<br />
Damme ingenomen had als <strong>voor</strong>haven van Brugge.<br />
Brugge heeft alles in 't werk gesteld om <strong>de</strong> verzanding te<br />
keer te gaan.<br />
Rond 1350 werd er een spuidok (bassin <strong>de</strong> chasse) aangelegd<br />
in het moeras <strong>de</strong> « Zeuge », ten westen van Damme Bij hoogwater<br />
werd het zeewater in het dok gelaten, met <strong>de</strong> ebbe werd<br />
dit -water afgelaten om het zand weg te spoelen dat <strong>de</strong> v*oed in<br />
<strong>de</strong> bedding van het Zwin had laten zinken.<br />
Om nog meer water uit het binnenband naar het Zwin te<br />
brengen, bekwam Brugge <strong>de</strong> toelating van Graaf Lo<strong>de</strong>wijk van<br />
Male, om <strong>de</strong> Zuidleie, een rivier die van Aal'ter naar <strong>de</strong> Reie<br />
stroom<strong>de</strong>, door te trekken ten zui<strong>de</strong>n van Deinze, van waar het<br />
overtollige water van <strong>de</strong> Leie naar het Zwin zou gebracht wor<strong>de</strong>n.<br />
Maar <strong>de</strong> stad Gent belette <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> werken in 1379,<br />
door <strong>de</strong> opstand <strong>de</strong>r Witte Kaproenen.<br />
In <strong>de</strong> XV e eeuw begon <strong>de</strong> monding van het Zwin te verzan<strong>de</strong>n.<br />
De hertog van Boergondië gaf <strong>de</strong> toelating om <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r<br />
van het Zwartegat, die <strong>de</strong> oostelijke monding afsloot, te openen<br />
ten ein<strong>de</strong> een dubbeV stroming teweeg te brengen, die bij laag tij<br />
het zand zou wegspoelen ; <strong>de</strong>ze dubbele stroming <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> verzanding<br />
nog toenemen, en in 1486 werd <strong>de</strong> Zwartegatpol<strong>de</strong>r opnieuw<br />
ingedijkt.<br />
In 1515 traahtte men nogmaa's een dubbele stroming te verwekken<br />
door het kanaal van Oostburg, dat <strong>de</strong> Westerschel<strong>de</strong><br />
zou verbin<strong>de</strong>n met het Zwin. Het was een nieuwe teleurstelling.<br />
Rond 1550 liet Brugge een zeekanaal van.20 meter breedte<br />
graven, ten westen van het Zwin, tussen Damme en Sluis.<br />
Later, in 1564. werd dit kanaal doorgetrokken van af Monike*<br />
re<strong>de</strong> over Koolkerke tot Brugge. Het vak tussen Damme en<br />
Monikere<strong>de</strong> werd door een dijk afgesloten. Om van Sluis naat<br />
Damme te varen, moest men een omweg maken over Brugge.<br />
Al <strong>de</strong>ze kostelijke werken wer<strong>de</strong>n nutteloos in 1604, toen<br />
<strong>de</strong> prins van Oranje <strong>voor</strong>goed Sluis innam, en <strong>de</strong> Noord-<br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs het Zwin gesloten hiel<strong>de</strong>n.
Het Zwin in <strong>de</strong> XIII" eeuw met <strong>de</strong> kanalen van 1550 en 1564,<br />
<strong>de</strong> latere dijken en <strong>de</strong> huidige kust.<br />
I. Oosterarm van het Zwin.<br />
II. — Westerarm van het Zwin.<br />
A. — Huidige zeedijk van 1872.<br />
B. — Dijk van 1863.<br />
C. — /Huidige duinen.<br />
De stippellijn duidt <strong>de</strong> Belgisch-Ne<strong>de</strong>rlandse grens aan.
In 1810 liet Napoleon, door Spaanse krijgsgevangenen, <strong>de</strong><br />
huidige vaart van Brugge naar Sluis graven, die later zou doorgetrokken<br />
wor<strong>de</strong>n tot aan <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> te Breskens. Deze nieuwe<br />
waterweg volg<strong>de</strong> 'het bed van <strong>de</strong> Reie tussen Brugge en Damme,<br />
van daar werd hij rechtstreeks doorgetrokken tot over Oostkerke.<br />
waar hij het bed van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vaart Damme-Sluis volg<strong>de</strong> tot aan<br />
<strong>de</strong> huidige staatsgrens. Het was slechts in 1857 dat <strong>de</strong> nieuwe<br />
waterweg doorgetrokken werd tot aan <strong>de</strong> haven van Sluis. Deze<br />
haven was heel en al verzand en werd in 1863 van <strong>de</strong> zee afgesloten<br />
door een dijk ; <strong>de</strong> haven werd <strong>de</strong> huidige Zwïnpoi<strong>de</strong>r.<br />
In 1872 werd <strong>de</strong> haven van Retranchement op haar beurt<br />
door een dijk afgesloten, om <strong>de</strong> Willem-Leopoldpoü<strong>de</strong>r te<br />
vormen. Van <strong>de</strong> monding van het Zwin blijft alleen nog <strong>de</strong><br />
kleine <strong>Zee</strong>'hon<strong>de</strong>nplaat over.<br />
Als men nu <strong>de</strong> tram neemt van Retranchement. rijdt men<br />
door het Zwin van aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> sluis van het Hazeyras, waar<br />
<strong>de</strong> weg door <strong>de</strong> vroegere zeedijk loopt, tot aan het Ne<strong>de</strong>rlands<br />
douanekantoor.<br />
Op <strong>de</strong>ze plaats moest Napoleon, op 23 September 1811, zich<br />
laten overzetten, toen hij van Oosten<strong>de</strong> naar Breskens trok ; en<br />
op 4 Oogst 1831 had daar een gevecht plaats tussen twee<br />
Hoïïandse kanonneerboten, waarvan er één strand<strong>de</strong>, en <strong>de</strong><br />
Belgen, die <strong>de</strong> Hazegrassluis bewaakten.<br />
II. — DE HAVEN VAN OOSTENDE.<br />
Oosten<strong>de</strong> ontstond aan <strong>de</strong> monding van het waterloopje<br />
Testerep, dat van Lombartsij<strong>de</strong> kwam over Westen-<strong>de</strong>, Mid<strong>de</strong>lkerke<br />
en Mariakerke. In het begin was <strong>de</strong> stad een gehucht van<br />
het dorp O.-L.-Vrouw-ter-Streep (Mariakerke). In 1267 werd<br />
Oosten<strong>de</strong> door Margareta van Konstantlnopel tot stad verheven.<br />
De Testerep kwam uit het westen en vloei<strong>de</strong> eerst ten<br />
zui<strong>de</strong>n van Oosten<strong>de</strong>, waar niu <strong>de</strong> zeestatie ligt ; van daar<br />
Vloei<strong>de</strong> ze naar het noor<strong>de</strong>n tot aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vuurtoren, om<br />
daarna naar het westen te stromen, waar nu <strong>de</strong> reedijk ligt ; ze<br />
wierp zich in <strong>de</strong> zee ten noordwesten van <strong>de</strong> huidige kursaal.<br />
De han<strong>de</strong>ls'kom die nu vóór <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> statie van Oosten<strong>de</strong>-stad<br />
ligt, werd in <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke arm van <strong>de</strong> Testerep gegraven.<br />
Tussen <strong>de</strong> kursaal en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vuurtoren, llag <strong>de</strong> binnenfiaven.<br />
Heel het oudste stadsgebied van Oosten<strong>de</strong> lag vóór <strong>de</strong> binnenhaven,<br />
eai is nu in zee verdwenen.<br />
Vanaf 1334 had <strong>de</strong> stad geweldig te lij<strong>de</strong>n van, <strong>de</strong> zee. De<br />
kerk, die 150 meter vóór <strong>de</strong> huidige zeedijk lag, liep on<strong>de</strong>r<br />
water.<br />
in 1394 mocht Oosten<strong>de</strong> haar grondgebied in het zui<strong>de</strong>n<br />
met 120 hectaren vergroten, achter <strong>de</strong> dijk die in 1390 door het
A. Ou<strong>de</strong> stad.<br />
OOSTENDE IN D E XVI» E E U W<br />
volgens <strong>de</strong> kaart van Jacob van Deventer<br />
1. Vroegere haveningang. — 2. Ou<strong>de</strong> stad, nu in zee ver-<br />
dwenen ; zuidwaarts daarvan : <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> binnenhaven.<br />
3. Havenvliet. — 4. Nieuwe Oostendse Watergang, later <strong>de</strong><br />
St-Catharinakreek. — 5. Ou<strong>de</strong> kerk. — 6. Nieuwe kerk.<br />
7. Vierboete (ou<strong>de</strong> vuurtoren). — 8. Havenvliet.<br />
De zware lijnen dui<strong>de</strong>n het huidige Oosten<strong>de</strong> aan<br />
B. Huidige stad.<br />
I. Tegenwoordige haveningang. — II. Ou<strong>de</strong> vuurtoren op <strong>de</strong><br />
zeedijk. — III. Dokken. — IV. Statie Oosten<strong>de</strong>-Stad.<br />
V. Wapenplaats en stadhuis. — VI. Kursaal. — VII. Leopold-<br />
plaats. — VIII. Koninklijke villa. — IX. Leopo'.dpark. —<br />
X. Ou<strong>de</strong> vismijn. — XI. <strong>Zee</strong>statie.<br />
De zware lijn die loopt van n over VI naar VIII is <strong>de</strong><br />
huidige zeedijk.
Brugse Vrije opgeworpen was Deze dijk lag op <strong>de</strong> pldats waar<br />
nu <strong>de</strong> Vain Iseghemilaan loopt.<br />
In 1411, ten gevolge van zware stormen, moesten het stadhuis<br />
en <strong>de</strong> halle afgebroken wor<strong>de</strong>n, ze wer<strong>de</strong>n heropgericht in<br />
<strong>de</strong> nieuwe stad. Ie<strong>de</strong>r jaar verdwenen er huizen in zee. In 1438<br />
werd een nieuwe kerk gebouwd waar nu nog <strong>de</strong> St.-Pieters-en<br />
Pauluskerk staat.<br />
In 1443 werd <strong>de</strong> haven van Oosten<strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />
Ieperleet (die van Nieuwpoort naar Brugge liep) door een echt<br />
kanaal dat later <strong>de</strong> r*aam kreeg van Ste-Catherinakreek. Dit<br />
kanaal werd rechtstreeks verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> zee, door <strong>de</strong><br />
Havenvliet, die in 1445 ten westen van <strong>de</strong> stad gegraven werd<br />
van af <strong>de</strong> kursaal ; <strong>de</strong> huidige vijvers van het Leopoldpark zijn<br />
een overblijfsel van <strong>de</strong> Havenvliet.<br />
In 1469 bestond <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> stad nog uit twee grote en vier<br />
kleine straten met 168 huizen. De ou<strong>de</strong> kerk en het hospitaal<br />
ston<strong>de</strong>n toen op <strong>de</strong> zeedijk en waren bouwvallig.<br />
Van 1601 tot 1604, beleger<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Spanjaards Oosten<strong>de</strong>, die<br />
in het bezit was van <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs. Dit beleg heeft heel <strong>de</strong><br />
topografie van <strong>de</strong> stad veran<strong>de</strong>rd. Om te beletten dat <strong>de</strong><br />
Spanjaards binnen <strong>de</strong> stad zou<strong>de</strong>n komen langs <strong>de</strong> oostduinen,<br />
namen <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ze duinen weg, <strong>de</strong> zee stroom<strong>de</strong> daarlangs<br />
het land binnen, en vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> geul, <strong>de</strong> huidige haveningang,<br />
die <strong>de</strong> pilaats innam van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Keignaertsweg.<br />
Ou<strong>de</strong>nburg, Snaaskerke en Leffinge liepen on<strong>de</strong>r water. De geul<br />
werd verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>rvesten van <strong>de</strong> stad (<strong>de</strong> huidige<br />
han<strong>de</strong>lskom)<br />
Na 1605 werd <strong>de</strong> stad heropgebouwd. De ou<strong>de</strong> haven ten<br />
westen van <strong>de</strong> stad werd niet meer gebruikt, <strong>de</strong> nieuwe oostergeul<br />
werd <strong>de</strong> haven. Wat er van <strong>de</strong> oudste stad overbleef, werd<br />
afgebroken ; <strong>de</strong> zee kwam toen tot aan <strong>de</strong> huidige zeedijk.<br />
In 1664-1669 werd <strong>de</strong> vaart Plasschendale-Oosten<strong>de</strong><br />
gegraven en in 1672-1675 het sas van Slijkens gebouwd. De<br />
versterkingen van <strong>de</strong> stad wer<strong>de</strong>n gevuld in 1782. Om <strong>de</strong> haven<br />
<strong>voor</strong>tdurend op peil te hou<strong>de</strong>n, moesten af en toe nieuwingedijkte<br />
pol<strong>de</strong>rs terug on<strong>de</strong>r water gezet wor<strong>de</strong>n In 1721 werd <strong>de</strong> kreek<br />
van Steene on<strong>de</strong>r water gezet, ze blleef bestaan tot in <strong>de</strong><br />
XIX" eeuw ; <strong>de</strong> monding van <strong>de</strong> kreek werd tingenomen door <strong>de</strong><br />
uitbreiding van <strong>de</strong> haven rond het sas Slijkens (vlotkom en<br />
houtkom),
III. — DE HAVEN VAN NIEUWPOORT.<br />
Dc stad Nieuwpoort werd gebouwd aan <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> monding<br />
van <strong>de</strong> Ijzer. Deze monding strekte zidh oorspronkelijk uit van<br />
Westen<strong>de</strong> tot Oostduinkerke. Vanaf Nieuwendamme liep <strong>de</strong><br />
Ijzer in twee takken naar <strong>de</strong> zee ; <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>rtak vloei<strong>de</strong> langs<br />
het ou<strong>de</strong> Cnoc ; <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>rtak langs <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> duinen van Sandhove.<br />
C n o c, dat gelegen was te Bamburg (ten zuid-oosten van<br />
Lombardsij<strong>de</strong>), was het eerst bewoond. Rond 1130 verzand<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
noor<strong>de</strong>rarm van <strong>de</strong> Ijzer, en <strong>de</strong> bevolking verhuis<strong>de</strong> naar<br />
Sandhove op <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>rarm ; daar werd <strong>de</strong> stad Nieuwpoort<br />
gebouwd, die in 1163 stadsrechten ontving. Later, in 1248, ontving<br />
Cnoc <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vrijhe<strong>de</strong>n als Nieuwpoort, maar <strong>de</strong> bevolking die<br />
er gebleven was verhuis<strong>de</strong> stilaan noordwaarts naar het huidige<br />
Lombardsij<strong>de</strong>. In 1259 werd <strong>de</strong> stad on<strong>de</strong>r het rechtsgebied van<br />
Nieuwpoort gevoegd.<br />
Aan <strong>de</strong> westzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> IJzermonding was een nieuw<br />
vissersdorp ontstaan, niet ver van Oostduinkerke, te Groenendijk.<br />
Het heette Nieuwerij<strong>de</strong>. Dit dorp was in 1246 insgelijks<br />
on<strong>de</strong>r het rechtsgebied van Nieuwpoort geplaatst.<br />
De monding van <strong>de</strong> Ijzer is in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> eeuwen<br />
immer smaller gewor<strong>de</strong>n door het indijken van <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rs en het<br />
<strong>voor</strong>uitkomen van <strong>de</strong> duinen ; bij zover dat <strong>de</strong> monding nu nog<br />
slechts bestaat uit een geul.<br />
Te Nieuwpoort ontving <strong>de</strong> Ijzer eerst, bij Nieuwendamme,<br />
<strong>de</strong> Leet, die in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen doorgetrokken werd tot aan<br />
<strong>de</strong> Leet van Brugge, te Ou<strong>de</strong>nburg. Dan, ten westen van <strong>de</strong> stad,<br />
<strong>de</strong> Langelis en <strong>de</strong> Venepe, die door <strong>de</strong> Ryole en <strong>de</strong> westsluis<br />
in <strong>de</strong> haven liepen ; later werd ten oosten van <strong>de</strong> stad <strong>de</strong> Nieuwe<br />
Ryole gegraven, waardoor <strong>de</strong>ze drie waterwegen ook langs <strong>de</strong><br />
oostsluis in <strong>de</strong> zee kon<strong>de</strong>n vloeien<br />
De Langelis ontstaat te Adinkerke en loopt over<br />
Veurne, Wulpen, Koksij<strong>de</strong> en Oostduinkerke naar Nieuwpoort.<br />
Rond 1640 werd het bed van <strong>de</strong> Langelis, tussen Nieuwpoort en<br />
Wulpen, gebruikt <strong>voor</strong> het graven van <strong>de</strong> vaart Nieuwpoort-<br />
Veurne.<br />
De Venepe ontstaat te Veurne (oost) en loopt over<br />
Booitshoeke naar Nieuwpoort ; het is <strong>de</strong> huidige Proostdijk- en<br />
Koolhofvaart.<br />
Na 1638 werd dc vaart Plasschendale-Nieuwpoort-Veurne-<br />
Duinkerke gegraven, zoo had <strong>de</strong> stad Nieuwpoort drie waterwegen,<br />
die in <strong>de</strong> haven uitmond<strong>de</strong>n : <strong>de</strong> Ijzer, <strong>de</strong> vaart naar<br />
Plasschendale en <strong>de</strong> vaart naar Veurne. In 1643 weid <strong>de</strong> Ijzer<br />
rechtgetrokken tussen St. Joris en Nieuwpoort.<br />
Deze drie waterwegen dien<strong>de</strong>n zoowel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> scheepvaart
ais <strong>voor</strong> <strong>de</strong> afwatering ; toen in <strong>de</strong> XVIII" eeuw <strong>de</strong> scheepvaart<br />
een groter omvang nam, werd nevens ie<strong>de</strong>r scheepvaartweg een<br />
afleidingsvaart gegraven. Zoo komt het dat er te Nieuwpoort<br />
zes sluizen in <strong>de</strong> haven uitmon<strong>de</strong>n : <strong>de</strong> vaart van Veume, <strong>de</strong><br />
Kool'hofvaart, <strong>de</strong> Ijzer, <strong>de</strong> kreek van Nieuwendamme (ou<strong>de</strong><br />
Ijzer), <strong>de</strong> vaart van Passchendale, en <strong>de</strong> Bamburgkreek (ook<br />
genoemd : « Nieuw ge<strong>de</strong>lf »).<br />
i<br />
IV. — MODERNE HAVENS.<br />
De haven van Blankenberge die reeds in <strong>de</strong><br />
XVIII P eeuw aangevraagd werd, is gebouwd van 1862 tot 1873 ;<br />
het is slechts een kleine schuilhaven <strong>voor</strong> vissers.<br />
De haven van <strong>Zee</strong>brugge werd op het ein<strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> vorige eeuw aangelegd Ze bestaat uit een zeemuur,<br />
waarachter <strong>de</strong> schepen kunnen aanleggen, en een zeekanaal<br />
van tien kilometer naar Brugge, met kommen te <strong>Zee</strong>brugge en<br />
te Brugge.<br />
IV. — HET HUIDIGE SCHEEPVAARTNET.<br />
1. — De Scheepvaart in vroegere Tij<strong>de</strong>n.<br />
Zoals we boven schreven, had men in West-Vlaan<strong>de</strong>ren geweldig<br />
te strij<strong>de</strong>n tegen het overtollige water. Van in <strong>de</strong> vroegste<br />
tij<strong>de</strong>n af, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> waterlopen overal gebruikt <strong>voor</strong> het verkeer.<br />
Dit verkeer te water in vroeger eeuwen, mogen we echter<br />
niet overdrijven. Het schijnt ons <strong>de</strong> natuurlijkste zaak ter wereld,<br />
dat <strong>de</strong> bevaarbare waterwegen heel het jaar door water genoeg<br />
bevatten om <strong>de</strong> sdheepvaart toe te laten. Vroeger, tot in <strong>de</strong><br />
XVII e eeuw, was dit niet het geval. In vele ou<strong>de</strong> contracten,<br />
tot in <strong>de</strong> XVII e eeuw, waar het gaat over het leveren van steen,<br />
hout en an<strong>de</strong>r zwaar materiaal, wordt bepaald dat <strong>de</strong> levering<br />
moet geschie<strong>de</strong>n met het eerste winterwater dus<br />
van zöhaast ten gevolge van <strong>de</strong> najaarsregens, water genoeg in<br />
<strong>de</strong> waterlopen was, om bevaren te wor<strong>de</strong>n.<br />
Onze huidige waterwegen beschikken 'heel het jaar door<br />
over voldoen<strong>de</strong> water, dank zij <strong>de</strong> goed ingerichte sluisdienst.<br />
De mid<strong>de</strong>leeuwse waterlopen beschikten slechts iaat over<br />
sluizen; om het water op te hou<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n ze meest overdrachten.<br />
Sommige waterloopjes in <strong>de</strong> buiten, die in verbinding<br />
staan met walgrachten, hebben muurtjes die <strong>de</strong> bedding<br />
afsperren, om het water op te hou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> wallen ; het water<br />
kan slechts ver<strong>de</strong>r stromen wanneer het peil boven het muurtje<br />
komt. In <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen gebruikte men hetzelf<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l om
het water uit <strong>de</strong> scheepvaartwegen niet te laten wegvloeien. Er<br />
wer<strong>de</strong>n hier en daar afdammingen in het bed van <strong>de</strong> waterlopen<br />
gebouwd. Om het scheepsverkeer niet te beletten wer<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>ze afdammingen <strong>voor</strong>zien van twee hellen<strong>de</strong> vlakken. De<br />
platte schepen wer<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ene zij<strong>de</strong> naar omhoog gewon<strong>de</strong>n<br />
met een windas, en gle<strong>de</strong>n dan van zelf <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re helling af. Dit<br />
waren <strong>de</strong> overdrachten.<br />
Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze overdrachten was er slechts in <strong>de</strong><br />
winter water genoeg om te varen. Een <strong>voor</strong>beeld zal het<br />
dui<strong>de</strong>lijk maken.<br />
De verbinding tussen Brugge en leper geschied<strong>de</strong> over <strong>de</strong><br />
Ieperleet, die van leper kwam naar Nieuwpoort (huidige Ieperlee<br />
en Ijzer), en van Nieuwpoort over Plasschendale naar Brugge<br />
liep (huidige vaarten Nieuwpoort-Plasschendale-Brugge).<br />
We bezitten <strong>de</strong> rekening van het scheepvaartrecht dat te<br />
Nieuwpoort geheven werd op <strong>de</strong>ze verbindingsweg in <strong>de</strong> jaren<br />
1395-140-4. In <strong>de</strong>ze negen jaren voeren er tussen Brugge en leper<br />
461 schepen, waarvan <strong>de</strong> grootste, zes duizend kilogram kon<strong>de</strong>n<br />
dragen. De scheepvaart gebeur<strong>de</strong> uitsluitend in <strong>de</strong> winter, en<br />
dan nog was ze soms on<strong>de</strong>rbroken door <strong>de</strong> vorst. In <strong>de</strong> winter<br />
van 1395-1396, voeren er in 't geheel 33 schepen tussen<br />
23 November en 28 December en van 4 tot 16 Februari ; in <strong>de</strong><br />
winter van 1401-1402 voeren er tussen 16 November en 2 April<br />
57 schepen.<br />
En nochtans waren er in <strong>de</strong>ze jaren tussen Brugge en leper<br />
zes overdragen en drie sluizen.<br />
In <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen geschied<strong>de</strong> <strong>de</strong> binnenscheepvaart uitsluitend<br />
in <strong>de</strong> winter ; <strong>de</strong> zeevaart daarentegen geschied<strong>de</strong> uitsluitend<br />
in <strong>de</strong> zomer, omdat er in <strong>de</strong> winter te veel nevel en<br />
stormen waren. Het kompas was nog onbekend en <strong>de</strong> zeeschepen<br />
waren 'heel klein In het Zwin, bij <strong>voor</strong>beeld, ajls <strong>de</strong> winter aankwam,<br />
had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schippers van <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>rzee <strong>de</strong> gewoonte hun<br />
schepen op het droge te trekken, en langs <strong>de</strong> landweg naar huis<br />
te gaan tot aan <strong>de</strong> lente.<br />
De oudstbewaar<strong>de</strong> statistieken van zeeschepen die te Sluis<br />
toekwamen, zijn uit het jaar 1486-1487 (14 October) ; in dit<br />
jaar zijn er 73 schepen ingekomen met een lading van 8.272 ton.<br />
Het kleinste schip mat 40 ton, het grootste 300 ton. De meeste<br />
schepen maten tussen 100 en 200 ton. Men kan <strong>de</strong>ze cijfers vergelijken<br />
met <strong>de</strong> tonnemaat van onze huidige binnenschepen, die<br />
gewoonlijk veel groter zijn dan <strong>de</strong> vroegere zeeschepen.<br />
Om beter <strong>de</strong> verhoudingen te verstaan, vergete men niet<br />
dat in het begin van <strong>de</strong> XIV® eeuw, Brugge 35.000 inwoners en<br />
leper 18.000 inwoners tel<strong>de</strong>.<br />
Van in <strong>de</strong> vroege Mid<strong>de</strong>leeuwen was er één waterweg die
ook 's zomers bevaren werd, nameijk <strong>de</strong> Reie tussen Brugge en<br />
Damme. Deze waterloop werd echter op peil gehou<strong>de</strong>n dank<br />
zij het zeewater dat langs <strong>de</strong> zeesluis van Damme ingeflaten werd.<br />
Om overstromingen te vermij<strong>de</strong>n was dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Reie van<br />
in <strong>de</strong> vroegste tij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zien van 'hoge dijken.<br />
2. — Ontstaan van het huidig Westvlaams Waterwegennet.<br />
Over <strong>de</strong> ontwikkeling van het Zwin tot <strong>de</strong> huidige vaart<br />
Brugge-Sluis werd reeds gesproken.<br />
De Lieve, die Gent met Damme verbond vanaf 1260, ilep<br />
over Won<strong>de</strong>lgem, Vin<strong>de</strong>rhoute, Ronsele, Balgerhoeke en Moerkerke<br />
npar Damme. Nu bestaat alleen nog het <strong>de</strong>el tussen<br />
Vin<strong>de</strong>rhoute en Ronsele ; het vak Ronse3e-Moerkerke werd<br />
gebruikt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Schipdonkvaart die tussen 1846-1851, van Deinze<br />
gegraven werd naar Heist ; het vak Moerkerke-Damme is<br />
verdwenen.<br />
Het is <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> XVII* eeuw dat het huidig Westvlaams<br />
waterwegennet ontstaan is.<br />
Rond 1600 had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> toegangen<br />
van onze waterwegen naar <strong>de</strong> zee in han<strong>de</strong>n ; <strong>de</strong> Spaanse<br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zagen ziüh verplicht een nieuwe verbindingsweg<br />
naar <strong>de</strong> zee aan te leggen.<br />
In 1613 werd een nieuw kanaal gegraven tussen Gent en<br />
Brugge, vanaf Aalter liep het in het bed van <strong>de</strong> Zuidleie die<br />
naar Brugge stroom<strong>de</strong>. In 1622 werd <strong>de</strong> Ieperleet tussen Brugge<br />
en Plasschendale hergraven, en door een zeesluis te Plasschendale<br />
over <strong>de</strong> kreek van Steene in verbinding gesteld met <strong>de</strong> haven<br />
van Oosten<strong>de</strong>. Later, in 1664-1669, werd door <strong>de</strong> kreek van<br />
Steene een kanaal gegraven tot aan Slijkens, waar in 1672-1675<br />
een nieuwe zeesluis gebouwd werd.<br />
Om <strong>de</strong> drie <strong>Vlaams</strong>e havens on<strong>de</strong>reen, te verbin<strong>de</strong>n, werd<br />
in 1638-1648 een waterweg gegraven in het bed van <strong>de</strong> Ieperleet,<br />
van Jasschendale naar Nieuwpoort, en ver<strong>de</strong>r doorgetrokken<br />
over Veurne naar Duinkerke. Dit karsaai was nog maar enkele<br />
jaren in gebruik, toen Duinkerke in 1662 bij Frankrijk werd<br />
ingelijfd.<br />
In 1662 werd <strong>de</strong> Cölmevaart tussen, Veurne en St.-Winoksbergen<br />
verbeterd, en <strong>de</strong> Loovaart, tussen Veurne en <strong>de</strong><br />
IJsper verdiept.<br />
De Ijzer en <strong>de</strong> Ieperlee wer<strong>de</strong>n ook verbeterd, door het<br />
rechttrekken van <strong>de</strong> Ijzer tussen St.-Joris en Nieuwpoort en het<br />
verdiepen van <strong>de</strong> Ieperlee.<br />
Later in 1810-1857 kregen we <strong>de</strong> vaart Brugge-Sluis, en in
<strong>de</strong> laatste jaren van <strong>de</strong> vorige eeuw het zeekanaal Brugge-<strong>Zee</strong>brugge,<br />
met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>haven te <strong>Zee</strong>brugge.<br />
Aanhangsel.<br />
DE OUDE BESTUURLIJKE INDELINGEN.<br />
Het graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren was vroeger inge<strong>de</strong>eld in ste<strong>de</strong>n<br />
en plattelandsbesturen of kastelndjen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n waren er<br />
vijf, die <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> kastelndjen on<strong>de</strong>r hun beheer<br />
had<strong>de</strong>n namelijk <strong>de</strong> Vijf Le<strong>de</strong>n : Gent, Brugge, leper, Rijsel en<br />
Douai. Nadat Rijsel en Douai, met hun gebied naar Frankrijk<br />
overgegaan waren in 1305, werd Vlaan<strong>de</strong>ren bestuurd door <strong>de</strong><br />
Drie Le<strong>de</strong>n : Gent, Brugge en leper, waarbij in 1411, een vier<strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>lijk lid gevoegd werd, namelijk <strong>de</strong> vroegere kastelnij van<br />
Brugge of het Brugse Vrije.<br />
In 1369, ter gelegenheid van het huwelijk van Margareta<br />
van Male met Filips <strong>de</strong> Stoute, kwamen Rijsel en Douai bij<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren terug, mjaar ze vorm<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>taan een onafhankelijk<br />
bestuursgebied.<br />
In het huidig West-Vlaan<strong>de</strong>ren lagen <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>ilijke gebie<strong>de</strong>n<br />
van het Brugse Vrije en van <strong>de</strong> kastelnijen van Veurne, Kortrijk,<br />
leper en Waasten, en <strong>de</strong>ilen van <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Burg van Gent<br />
en van <strong>de</strong> kastelnij Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong>.<br />
De grenzen van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> kastelnjijen staan aangegeven op<br />
<strong>de</strong> kaart gevoegd bij <strong>de</strong> Bo's « Westviaamsch Idioticon<br />
( In <strong>de</strong> XVlI e eeuw heeft Vlaan<strong>de</strong>ren veel van zijn gebied<br />
verloren. In het noor<strong>de</strong>n werd <strong>Zee</strong>uws-Vlaan<strong>de</strong>ren, door het<br />
verdrag van Munster in 1648, <strong>voor</strong>goed bij Ne<strong>de</strong>rland gevoegd.<br />
In het zui<strong>de</strong>n ging heel Frans-Vlaan<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n Douai,<br />
Rijsel, Belle, Kassei, St.-Winoksbergen, Broekburg en Duinkerke,<br />
naar Frankrijk over van) 1659 tot 1678, ten gevolge van <strong>de</strong> veroveringen<br />
van Lo<strong>de</strong>wijk XIV.<br />
In 1794 werd ons land bij Frankrijk ingelijfd. De Fransen<br />
richtten nieuwe besturen in. Eerst werd Vlaan<strong>de</strong>ren ver<strong>de</strong>eld in<br />
<strong>de</strong> twee arrondissementen van West- en Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, met<br />
als hoofdplaatsen leper en Gent. Het toenmalige West-Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
bevatte leper, Veurne, Roeselare, Diksmui<strong>de</strong>, Meenen, Poperinge<br />
en hun gebie<strong>de</strong>n. Brugge en Kortrijk waren bij Oost-<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren inge<strong>de</strong>eld.<br />
Op 26 November 1795, werd Vlaan<strong>de</strong>ren ver<strong>de</strong>eld in twee<br />
<strong>de</strong>partementen : <strong>de</strong> Leie en <strong>de</strong> Sdhel<strong>de</strong> met Brugge en Gent<br />
als hoofdplaatsen. Deze <strong>de</strong>partementen omvatten het gebied van<br />
<strong>de</strong> huidige provinciën West- en Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren ; <strong>de</strong>ze namen<br />
wer<strong>de</strong>n slechts in voege gebracht in 1816, toen België <strong>de</strong>el uitmaakte<br />
van het koninkrijk <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n.
BRONNEN.<br />
R. BLANCHARD : La Flandre. Etu<strong>de</strong> géographique <strong>de</strong> la Plaine<br />
flaman<strong>de</strong>. Parijs, 1906.<br />
K. LOPPENS : La Région <strong>de</strong>s Dunes <strong>de</strong> Calais a Knocke.<br />
Koksij<strong>de</strong>, 1932.<br />
M. A. WATERSCHOOT : De <strong>Vlaams</strong>che Kustvlakte.<br />
Langemark, z. d.<br />
R. TAVERNIER : De Geologische Ontwikkeling van <strong>de</strong><br />
<strong>Vlaams</strong>che Kust. In « Wetenschap in. Vlaan<strong>de</strong>ren »<br />
Oct. 1939, kol. 22-27 ; en Nov. 1939, kol. 42-48.<br />
J. <strong>de</strong> LANGHE : De Oorsprong <strong>de</strong>r <strong>Vlaams</strong>che Kustvlakte.<br />
Knokke, 1939.<br />
A. DE SMET : De Geschie<strong>de</strong>nis van het Zwin. Antwerpen, z. d.<br />
C. LOONTIENS s Duin. en Strandver<strong>de</strong>diging langs <strong>de</strong><br />
<strong>Vlaams</strong>e Kust. Oosten<strong>de</strong>, 1940.<br />
De artikels van K. LOPPENS in « Biekorf » : 1935, bl. 281<br />
(De Yper'eet) ; - 1936, bl. 185 en 232 (De Westshiis te Nieuwpoort)<br />
; - 1937, bl. 9 (Het Dorp Gnoe) ; - 1938, bl. 125 (Sluizen<br />
en vaarten te Nieuwpoort in <strong>de</strong> XV" eeuw) ; 1939, bl. 303 (De<br />
Oorsprong van Lombardië) ; - 1947, bl 158 (De Yperleet).
GIOSENBOND - UITGAVEN<br />
BRUGGE - Postcheckrck. 4114,23<br />
« Brugge-Kunststad >. Rijk geïlkuftreervJe Gids met Plan <strong>de</strong>r Stad.<br />
Vier<strong>de</strong> verbeter<strong>de</strong> en vermeer<strong>de</strong>r<strong>de</strong> diuk. — 96 biz., 70 zichten.<br />
« Bruges, Vilie d'art ».Gui<strong>de</strong> Iilustré avec Plan<strong>de</strong> Ia Ville. Quatrième<br />
édition. — 96 p., 70 vues.<br />
« Bruges, City of Art ». Illustrated Gui<strong>de</strong>book wïth Plan of Xfoe<br />
aty. Third éditiom. — 96 p., 70 views.<br />
« Brugge, die Kunststadt ». Illuatrierter Führer mit Plan <strong>de</strong>r Stadt.<br />
Dritte Auflage. — 96 p., 70 Ansichten.<br />
« Plan van <strong>de</strong> Stad Brugge », met alpfaabetiacfae lijst <strong>de</strong>r Straat-<br />
benamingen. Vijf kleuren. 3' drnk<br />
Dr. Jo3. DE SMET « Het Bestuur van het Graafsohap Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />
Het Brugsche Vrije. — De Feodaliteit. — De A<strong>de</strong>l ». —<br />
2' druk. 32 biz., 2 kaarten.<br />
Dr. Jos. D E SMET : « Brugge op het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r XIlle eeuw<br />
Ben sociaal en economisch overzicht. — 2' drulk. 24 biz., 1 kaart,<br />
0 zichten.<br />
Mts, V A N OOPPENOLLE : « Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r St-Baafsparochie<br />
'on<strong>de</strong>r St-Andrles-bij-Brugge ». Voorwoord doö.r Edw. Peeters.<br />
Illustraties van H. Levêque. — 32 biz., 1 'kaart, 14 zichten.<br />
Karei D E FLOU : - Promo la<strong>de</strong>s autour <strong>de</strong> Bruges ». Avaa><br />
propos par Jos. De Smet. — 52 p., 22 illitfftr.<br />
J. POLLET : « Aalbeke ». Toponymische studie. — 48 biz., 1 kaart-<br />
R VAJN'DENBERGHE : « Damme ». Geïllustreer<strong>de</strong> CMck». Nawoord<br />
over « Jacob van Maerianit >, door O. V. R. — 3« dmk. —<br />
56 biz., 25 zichten.<br />
R. VAKDENBEiRGHE : « Damme », Guido illusfcré. Aipipendice reOatif<br />
è. « Jacob van Maerlant », par O. V. R. — 56 p., 25 vues.<br />
Dr. Jes. DE SMÏET : « Brugge *n het begin <strong>de</strong>r Xll« eeuw. —<br />
Karei <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong> en zijn Tijd » (1119-1128). — 2e druk. 24 biz.,<br />
1 pdan, 4 zichten.<br />
Dr. Jos. DE SMET : « Monikere<strong>de</strong> ». Een verdwenen zeesfcad van<br />
he* 2 ,ö druk, 12 biz.<br />
Dr J L A V A L E Y E « Memling ». Levensbeschrijving. Meester-<br />
werken. Stijl. Invloed, enz. — 80 HLz., 35 illustr.<br />
Dr. J. L A V A L E Y E : < Memling ». Biagrapdüe CEuvrea. Style<br />
Influence, etc. — 80 p., 34 illiustr.<br />
Mts. V A N COPPENOLLE : « Langs Brugsche Reitjes ». GeïHiisteer-<br />
z., 1 pdian 35 zie<br />
Dr. Jos. D E SMET : « In het' Mid<strong>de</strong>leeuwsche Brugge ». (Uit het<br />
dagelijiksoh leven.) — 36 biz., 11 zichten.<br />
Dr. Jos. D E SMET : « De <strong>Vlaams</strong>che en Dultsche Hanze ». —<br />
24 biz., 4 zichten.<br />
MARCUS GERARiDS : « Plan van Brugge. 1562 — 10 tola<strong>de</strong>n :<br />
62 X ><br />
A SCHOUTBET : « Ma reus Gerards ». (Zestiend-eeuwsche schil<strong>de</strong>r<br />
en graveur). Zijn leven en zijn werk. — 56 biz., 17 zichten.<br />
J. POLLET : « Meetkerke ». Toponymische studie. Voorwoord<br />
door Dr. Joe. De Smet. — 94 biz.. 3 ill., 1 pian.<br />
Dr. Jos. D E SM2ET : « De Brugsche straatnamen in 1939 (In<br />
het cijnsboek van <strong>de</strong> disch <strong>de</strong>r Brugsche O.-L.-Vrouweoikerk.)<br />
— 36 bLz., 1 Plan.<br />
Dr. Jos. DESMET : « Het <strong>Vlaams</strong>e Pol<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Kust ». —<br />
Historisch-Geographische schets. — 24 biz., 5 kaarten.<br />
J. BUYSSCHAERT : « De St.-Annakerk te Brugge. ». — 32 biz.,<br />
geilluatreerd met 16 zichten. ,