31.08.2013 Views

Kwartierstaat Visscher – Stoel - SNT WESP

Kwartierstaat Visscher – Stoel - SNT WESP

Kwartierstaat Visscher – Stoel - SNT WESP

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1. [Probant]<br />

<strong>Kwartierstaat</strong> <strong>Visscher</strong> <strong>–</strong> <strong>Stoel</strong><br />

door Klaasjan <strong>Visscher</strong> 1<br />

8 e versie <strong>–</strong> maart 2013<br />

Generatie I<br />

Generatie II<br />

2. Marten <strong>Visscher</strong>, zn. van Marten <strong>Visscher</strong> en Maria Flierjans, geboren te Spoolde op<br />

31 augustus 1911, groentenhandelaar, wachtmeester bij het 1e regiment huzaren van 1931 tot<br />

1932, belijdenis te Zwolle op 30 maart 1933, brievenbesteller, expediteur, employee 2e klas en<br />

magazijnbeheerder bij de PTT te Zwolle, wachtmeester bij het 5e eskadron van het 1e<br />

regiment huzaren van 1939 tot 1940, verzetsman, wachtmeester bij de Binnenlandse<br />

Strijdkrachten in 1945, 2e luitenant bij het 10e regiment infanterie in 1945, wachtmeester bij het<br />

depot pantserwagens van 1946 tot 1947, instructeur van de bewakingskernen bij de PTT<br />

vanaf 1967, drager van het oorlogsherinneringskruis met de gesp 'Nederland mei 1940', drager<br />

van het ereteken voor bijzondere krijgsbedrijven met de gesp, drager van het herinneringsinsigne<br />

Binnenlandse Strijdkrachten 1944-45, drager van de eremedaille in brons verbonden<br />

aan de orde van Oranje-Nassau in 1975, overleden te Zwolle op 31 juli 1984, trouwt te Zwolle<br />

op 25 juni 1936 met<br />

3. Klaasje <strong>Stoel</strong>, dr. van Jan <strong>Stoel</strong> en Geesje Evertsen, geboren te Staphorst op<br />

23 augustus 1915, leerlinge aan de Gemeentelijke Naaischool te Zwolle van 1929 tot<br />

1931, dienstbode bij de directeur van de PTT te Zwolle, belijdenis te Zwolle op 4 april 1935,<br />

overleden te Zwolle op 6 november 1987.<br />

Generatie III<br />

4. Marten <strong>Visscher</strong>, zn. van Marten <strong>Visscher</strong> en Margje Stoffers, geboren te Veecaten op<br />

19 september 1886, spoorwegarbeider, schaalknecht bij de spoorwegen, fietsenmaker,<br />

onbezoldigd dienaar van politie te Zwollerkerspel vanaf 1918, wonend aan de Meenteweg in<br />

Spoolde, overleden te Spoolde op 20 mei 1946, trouwt te Zwollerkerspel op 12 mei 1910 met<br />

5. Maria Flierjans, dr. van Jan Flierjans en Fennegien Schaatsberg, geboren te Zwolle op<br />

30 januari 1889, dienstbode, overleden te Zwolle op 27 oktober 1980.<br />

1<br />

E-mail: k.visscher@utwente.nl . Vragen, aanvullingen en correcties zijn van harte welkom. Indien originele gegevens uit<br />

deze kwartierstaat worden overgenomen wordt een verwijzing op prijs gesteld.<br />

1


6. Jan <strong>Stoel</strong>, zn. van N.N. en Klaasje <strong>Stoel</strong>, geboren te Den Hulst op 21 december 1892,<br />

molenaarsknecht, landbouwer, trompetter bij de grenadiers, wachtmeester 1e klas bij de<br />

gemeentepolitie te Zwolle, overleden te Zwolle op 10 juni 1979, trouwt te Nieuwleusen op<br />

25 februari 1915 met<br />

7. Geesje Evertsen, dr. van Hendrik Evertsen en Hendrikje Tempelman, geboren te<br />

Nieuwleusen op 12 oktober 1893, overleden te Zwolle op 30 maart 1973.<br />

Generatie IV<br />

8. Marten <strong>Visscher</strong>, zn. van Jan <strong>Visscher</strong> en Dirkje Doorneweerd, geboren te Veecaten op<br />

28 januari 1848, visser, overleden te Veecaten op 3 april 1891, trouwt te IJsselmuiden op<br />

31 januari 1876 met<br />

9. Margje Stoffers, dr. van Gerrit Stoffers en Lambertje Boxem, geboren te Oldebroek op<br />

5 december 1850, dienstmeid, overleden te Zwolle (in de Akkerstraat) op 1 juli 1911.<br />

10. Jan Flierjans, zn. van Marten Flierjans en Maria Stegeman, geboren te Zwollerkerspel op<br />

23 september 1865, boerenknecht, pakhuisknecht, landbouwer, overleden te Zwollerkerspel<br />

op 18 december 1926, trouwt te Zwolle op 22 november 1888 met<br />

11. Fennegien Schaatsberg, dr. van Hendrik Schaatsberg en Willempje Schaapman, geboren te<br />

Harculo op 29 september 1868, overleden te Spoolde op 20 januari 1921.<br />

6-11-1888: Jan Flierjans, boerenwerker, in 1884 te Zwollerkerspel ingeschreven voor de lichting 1885,<br />

is bij loting nr. 33 ten deel gevallen. Hij is door de militieraad vrijgesteld uithoofde van te zijne eenige<br />

wettige zoon [Certificaat Nationale Militie].<br />

12. N.N., waarschijnlijk afkomstig uit Zuidwolde, heeft een relatie met<br />

13. Klaasje <strong>Stoel</strong>, dr. van Jan <strong>Stoel</strong> en Hendrikje Ganzeboer, geboren te Den Hulst op<br />

2 oktober 1868, overleden te Nieuwleusen op 2 mei 1930, trouwt (2) te Staphorst op 4 mei 1901<br />

met Klaas Vonder, geboren te Staphorst op 22 februari 1871, landbouwer, sluiswachter,<br />

brugwachter, overleden te Avereest op 27 februari 1953.<br />

2


14. Hendrik Evertsen, zn. van Mannes Evertsen en Geesje van Meekeren, geboren te<br />

Nieuwleusen op 8 mei 1865, landbouwer, arbeider, dienstplichtig militair bij het 5e regiment<br />

infanterie van 1885 tot 1887, overleden te Staphorst op 11 september 1939, trouwt (2) te<br />

Nieuwleusen op 9 december 1929 met Roelofje Baas, geboren te Avereest circa 1869, trouwt<br />

(1) te Nieuwleusen op 25 augustus 1887 met<br />

15. Hendrikje Tempelman, dr. van Hendrik Willem Tempelman en Aaltje Nagel, geboren te<br />

Nieuwleusen op 9 april 1865, overleden te Nieuwleusen op 17 oktober 1925.<br />

12-8-1887: Hendrik Evertsen, milicien bij het 5e regiment infanterie, uit Nieuwleusen lichting 1885,<br />

krijgt van zijn kolonel, te Nijmegen, toestemming om te trouwen. Hij was op 13-5-1885 ingelijfd en is<br />

bij zijn huwelijk nog dienende [Huwelijksbijlagen].<br />

Generatie V<br />

16. Jan <strong>Visscher</strong>, zn. van Gerrit Harms <strong>Visscher</strong> en Marrigje Stevens Meuleman, geboren te<br />

Veecaten op 19 mei 1816, visser, landbouwer, overleden te Veecaten op 30 juni 1899, trouwt te<br />

Zalk op 6 juli 1844 met<br />

17. Dirkje Doorneweerd, dr. van Gerrit Hermsen Doorneweerd en Grietje Everts Vlesse, geboren<br />

te Oldebroek op 10 november 1822, boerenwerkster, overleden te Veecaten op 17 mei 1902.<br />

13-6-1844: Jan <strong>Visscher</strong>, visser, is binnen de gemeente Zalk en Veecaten voor de Nationale Militie<br />

ingeschreven voor de lichting 1835, waarbij hem lotingsnummer 8 ten deel is gevallen, hetwelk tot<br />

heden niet opgeroepen zijnde, hem tot geen dienst heeft verplicht. Signalement: 1 el en 520 strepen lang,<br />

bruin haar, blauwe ogen, een rond aangezicht, een ronde kin, laag voorhoofd en een kleine neus<br />

[Certificaat Nationale Militie].<br />

1863: Jan <strong>Visscher</strong> erft van zijn vader een huis met erf, tuin en bosgrond in Zalk (Sectie A, nrs. 266,<br />

267, 268) [Memorie van Successie].<br />

18. Gerrit Stoffers, zn. van Klaas Stoffers en Marrigje Martens Kooijman, geboren te Oldebroek<br />

op 16 november 1806, landbouwer, in dienst bij het eerste regiment zware dragonders te<br />

's-Gravenhage in 1843, overleden te Oldebroek op 20 november 1860, trouwt te Oldebroek op<br />

21 september 1844 met<br />

19. Lambertje Boxem, dr. van Gerrit Berents Boxem en Jantje Alberts, geboren te Veecaten op<br />

7 februari 1815, gedoopt te Wilsum op 12 februari 1815 (wijl men wegens het ijs niet in Zalk<br />

kon komen), overleden te Oldebroek op 30 juni 1883.<br />

2-9-1844: Gerrit Christoffels, boerenknecht uit Oldebroek, is inschreven voor de Nationale Militie te<br />

Oldebroek, waarbij hem nr.101 ten deel is gevallen, hetwelk hem, tot heden niet opgeroepen zijnde, tot<br />

geen dienst verplicht [Certificaat Nationale Militie; Huwelijksbijlagen].NB In de memorie van successie<br />

van Marrigje Kooiman van 1843 staat dat hij in dienst is bij het 1e regiment zware dragonders.<br />

Wellicht heeft hij voor iemand geremplaceerd.<br />

1860: Gerrit Christoffels, dagloner, overleden Oldebroek 20-11-1860, gehuwd met Lammertje Boxem,<br />

[…] kinderen, geen memorie [Memorie van Successie; kantoor Elburg; 1860 nr.5029].<br />

20. Marten Flierjans, zn. van Jan Willems Flierjans en Jennigje Berends Askamp, geboren te<br />

3


Dalfsen op 17 oktober 1840, arbeider, overleden te Zwolle (aan de Deventerstraat) op<br />

17 februari 1907, trouwt (2) te Heerde op 17 mei 1870 met Teune Draaijer, geboren te Heerde<br />

rond 1842, trouwt (1) te Zwollerkerspel op 11 mei 1865 met<br />

21. Maria Stegeman, dr. van Seine Hermans Stegeman en Aaltje Arends Grotenhuis, geboren te<br />

Oldeneel op 8 mei 1841, boerenmeid, overleden te Berkum op 29 september 1868.<br />

28-4-1865: Marten Flierjans, boerenknecht, ingeschreven te Dalfsen in 1859 voor de lichting 1859, is<br />

bij de loting nr.52 ten deel gevallen, dat, buiten oproeping gebleven zijnde, hem tot geen dienst heeft<br />

verplicht [Certificaat Nationale Militie].<br />

1865/1868: Marten Flierjans woont in 1865 in Langenholte en in 1868 in Berkum Bruggenhoek.<br />

19-4-1870: De burgemeester van Dalfsen verklaart dat Marten Flierjans te onvermogend is om de<br />

kosten van de huwelijksakten te kunnen betalen [Huwelijksbijlage].<br />

22. Hendrik Schaatsberg, zn. van Hendrik Teunis Schaatsberg en Marrigje Stevens Timmerman,<br />

geboren te Westenholte op 6 maart 1842, boerenknecht, landbouwer,<br />

pakhuisknecht, wijnhandelaar, dienstplichtig militair bij het 3e regiment vestingartillerie van<br />

1861 tot 1866, overleden te Zwolle (aan de Ossenkampsweg) op 11 maart 1929, trouwt (2) te<br />

Zwolle op 16 maart 1876 met Gerrigje Meulenbelt, geboren te Zwolle rond 1848, trouwt (3) te<br />

Zwolle op 27 januari 1887 met Jansje Stolte, geboren te Ommen rond 1865, trouwt (1) te<br />

Zwollerkerspel op 2 november 1865 met<br />

23. Willempje Schaapman, dr. van Lubbert Roelofs Schaapman en Fennigje Gerrits van Berkum,<br />

geboren te Zwolle op 8 april 1847, boerenmeid, overleden te Zwolle (op de Ooster Enk) op<br />

24 september 1875.<br />

27-4-1861: Hendrik Schaatsberg wordt voor 5 jaar ingelijfd bij het 3e regiment vestingartillerie in<br />

Nijmegen. Hij heeft een rond aangezicht, een lang [of laag] voorhoofd, blauwe ogen, een kleine neus, een<br />

ronde kin, donkerblond haar en geen merkbare tekenen. Op 9-9-1862 gaat hij met groot verlof en op 26-<br />

4-1866 krijgt hij een paspoort vanwege geëindigde diensttijd.<br />

Hendrik Schaatsberg woont op de Nijstad bij Zwolle, later op de Boerendanserdijk, de Ooster Enk, de<br />

Herfterweg en de Ossenkampsweg.<br />

26. Jan <strong>Stoel</strong>, zn. van Jan Jans <strong>Stoel</strong> en Klaasje Dirks Seinen, geboren te Staphorst op<br />

2 september 1836, landbouwer, scheepsjager, overleden te Den Hulst op 4 februari 1905,<br />

trouwt te Nieuwleusen op 16 september 1858 met<br />

27. Hendrikje Ganzeboer, dr. van Klaas Arends Ganzeboer en Gesina Jans Vonder, geboren te<br />

Nieuwleusen op 22 augustus 1836, overleden te Den Hulst op 19 november 1915.<br />

3-9-1858: Jan <strong>Stoel</strong>, landbouwer, geboren te Staphorst, was binnen de gemeente Nieuwleusen<br />

ingeschreven voor de Nationale Militie, waarbij hem nr.23 ten deel was gevallen, waarvoor hij tot op<br />

heden niet is opgeroepen, wat hem tot geen dienst verplicht [Certificaat Nationale Militie;<br />

Huwelijksbijlagen].<br />

1859: Gisteren heeft het provinciaal Gerechtshof in Overijssel uitspraak gedaan in de zaak van de<br />

dertien Nieuwleusener boeren, beschuldigd van rebellie tegen de rijksveldwachters op 6 mei 1859<br />

gepleegd op de Meele. Het hof heeft ook thans weder, met uitzondering van twee personen, met name<br />

Frederik Dekker en Jan <strong>Stoel</strong>, wier schuld niet bleek, elf dier beschuldigden met verzachtende<br />

omstandigheden veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf […] [Provinciale Overijsselsche en<br />

Zwolse Courant 16-9-1859].<br />

28. Mannes Evertsen, zn. van Gerrit Jan Evertsen en Fenneken Jans Albertsboer, geboren te<br />

Ankum op 13 december 1834, boerenwerker, landbouwer, overleden te Nieuwleusen op<br />

24 juli 1894, trouwt (2) te Nieuwleusen op 15 maart 1888 met Maria Smit, geboren te Zwolle<br />

rond 1847, overleden te Avereest op 20 juli 1919, trouwt (1) te Nieuwleusen op 25 mei 1861<br />

met<br />

4


29. Geesje van Meekeren, dr. van Gerrit Jan van Meekeren en Maria Hendrika Voorhorst,<br />

geboren te Nieuwleusen op 16 juni 1832, overleden te Nieuwleusen op 18 juli 1886.<br />

10-5-1861: Mannes Evertsen, boerenwerker uit Dalfsen, is inschreven voor de Nationale Militie te<br />

Dalfsen, waarbij hem nr.59 ten deel is gevallen, hetwelk hem, tot heden niet opgeroepen zijnde, tot geen<br />

dienst verplicht [Certificaat Nationale Militie; Huwelijksbijlagen].<br />

30. Hendrik Willem Tempelman, zn. van N.N. en Hendrikje Willems Tempelman, geboren te<br />

Ankum op 23 november 1833, klompenmaker, landbouwer, overleden te Nieuwleusen op<br />

8 januari 1890, trouwt te Nieuwleusen op 23 januari 1858 met<br />

31. Aaltje Nagel, dr. van Hermannus Hermans Nagel en Hendrikje Jans Velthuis, geboren te<br />

Dalfsen op 2 december 1829, dienstmeid, overleden te Nieuwleusen op 21 oktober 1898.<br />

Volgens de overlevering zou Aaltje Nagel de dochter zijn van de baron van Nagel. Deze baron zou<br />

Aaltje hebben verwekt bij zijn dienstbode, met wie hij dan later zou zijn getrouwd. Door deze affaire had<br />

hij echter afstand moeten doen van zijn titel. Dat dit verhaal niet klopt moge duidelijk zijn: Aaltjes<br />

vader was de dagloner Hermannus Nagel. Als er al enige waarheid in het verhaal schuilt betreft het niet<br />

Aaltje, maar haar man Hendrik Willem Tempelman, die een buitenechtelijk kind is. Het is er echter<br />

nooit van gekomen dat deze vermeende edelman met de moeder van Hendrik Willem getrouwd is.<br />

1833: Hendrik Willem Tempelman, geboren op 23-11-1833 om 7 uur 's morgens, te Ankum. Moeder is<br />

Hendrikjen Tempelman, arbeiderse te Ankum. Aangevers zijn Arend Hugo, 60 jr, bouwman te Ankum,<br />

en Egbert Spijker, 52 jr, dagloner te Ankum [B.S. Dalfsen]. NB Buitenechtelijke kinderen worden vaak<br />

naar hun vader vernoemd. De enige Hendrik Willem die in Dalfsen in de Burgerlijke Stand voorkomt is<br />

Hendrik Willem Ophoff, zoon van Jacob Ophoff en Hendrica Meijer, landbouwer te Emmen, geboren te<br />

Zwolle rond 1793, overleden te Zwolle (ingeschreven te Dalfsen) op 31-12-1842, en getrouwd te<br />

Dalfsen op 14-4-1827 met Jennigje Bosch. Er is vooralsnog geen enkel bewijs dat Hendrik Willem<br />

Ophoff daadwerkelijk de vader van Hendrik Willem Tempelman is.<br />

Generatie VI<br />

32. Gerrit Harms <strong>Visscher</strong>, zn. van Harm Jans <strong>Visscher</strong> en Aaltje Wolters, geboren te Veecaten op<br />

1 januari 1792, gedoopt te Zalk op 8 januari 1792 (get: Aaltje Derks, vrouw van Hendrik<br />

Gerrits, zv den overleden Gerrit Harms zijnde ook visschers), visser, wonend op de Pol aan de<br />

Veecaterdijk, overleden te Veecaten op 12 maart 1863, trouwt te Zalk op 15 juli 1814 met<br />

33. Marrigje Stevens Meuleman, dr. van Steven Goossens Meuleman en Johanna Asjes Linthorst,<br />

geboren te 's-Heerenbroek op 4 februari 1780, belijdenis te Mastenbroek op 20 mei 1803, met<br />

attestatie naar Zalk, overleden te Veecaten op 7 september 1859, trouwt (1) met Hendrikus<br />

Hageman, overleden te Veecaten, begraven te Zalk op 8 oktober 1813.<br />

9-1-1813: Harm Jans <strong>Visscher</strong> toont het testament van Gerrit Jans, uit Veecaten, overleden op 5-5-<br />

1808, waarin staat vermeld dat aan de zoon van de comparant, genaamd Gerrit Harms, zich noemende<br />

Gerrit Harms <strong>Visscher</strong>, een stuk land in Westenholte is gelegateerd en het huis waarin de testateur<br />

gewoond heeft. In verband met het bereiken van de meerderjarige leeftijd, wordt een en ander nu aan<br />

comparants zoon overgedragen [ONA Kampen; not. Verhaagen, akte 46].<br />

4-2-1825: Tijdens de watersnood in Overijssel kwam Veecaten diep onder water te staan, hoewel de dijk<br />

behouden bleef. De huizen stortten grotendeels in en weinig bleven onbeschadigd; bijna al het vee<br />

verdronk. Gerrit <strong>Visscher</strong> redde samen met K. Koerts, D. van Dijk en W. Bosman Johanna Knol en twee<br />

anderen van het dak van het huis van de weduwe Hk. Bastiaan in Veecaten en brachten haar naar de<br />

dijk. Het meisje overleed daar aan de ontberingen. Haar twee krankzinnige broers, ook besteed bij de<br />

weduwe, waren in het water omgekomen. 'Van de ingezetenen dezer buurschap, welke door<br />

hulpvaardigheid hebben uitgemunt, behooren inzonderheid Derk Nieuwbroek, Willem Westra, Gosen<br />

Meulman, Jan Warners <strong>Stoel</strong> en Jan <strong>Visscher</strong> genoemd worden.' Zij voeren vanaf 3 uur 's ochtends<br />

'moeite noch gevaar ontziende' naar Veecater woningen om gezinnen naar de dijk te brengen en<br />

5


voorzagen anderen, die op hun zolder bleven, van vuur en licht. Zij redden ook een gezin van een wagen<br />

die bijna begon te drijven. [J. ter Pelkwijk: Beschrijving van Overijssels watersnood in 1825, p.161].<br />

1832: Gerrit Herms <strong>Visscher</strong>, visser te Veecaten, is eigenaar van een huis en erf genaamd de Pol (Zalk,<br />

A 268), een tuin (A266) en een perceel bos (A 267) [Kadastrale kaart 1832].<br />

1863: Gerrit <strong>Visscher</strong> bezit een huis met erf, tuin en bosgrond in Zalk. Kadastraal zijn dit in sectie A,<br />

de nrs. 266 (tuin, 3 roeden 70 el), 267 (bos, 27 roeden 40 el) en 268 (huis en erf, 3 roeden 40 el). Zijn<br />

zoon Jan erft dit onroerend goed, alsmede het roerend goed, de inboedel en de schulden. Dochter Janna<br />

krijgt f 74,-. Lijfsbehorens, kleding, goud en zilver worden gelijk verdeeld. [Memorie van Successie].<br />

34. Gerrit Hermsen Doorneweerd, zn. van Harmen Hendriks Doorneweerd en Dirkje Hannis<br />

Zoet, geboren te Doornspijk op 19 november 1790, knecht, dagloner, landbouwer, wonend in<br />

't Loo te Oldebroek, overleden te Oldebroek op 25 februari 1864, begraven te Oldebroek (op<br />

het gemeente-erf) op 29 februari 1864, trouwt te Oldebroek op 1 mei 1812 met<br />

35. Grietje Everts Vlesse, dr. van Evert Everts Vlesse en Marchje Dries Otten, geboren te<br />

Oldebroek op 20 december 1791, overleden te Oldebroek op 21 april 1877, begraven te<br />

Oldebroek (op het gemeente-erf) op 25 april 1877.<br />

1811: Gerrit Doorneweerd, knecht, geboren op 19-11-1790 [Registre Civique Oldebroek].<br />

1825: Gerrit Doornweerd woont in het Mullingerot nr.358-3 onder Heerde, in een huis waarvan hij zelf<br />

eigenaar is. Hij woont daar met zijn vrouw en 3 ongehuwde dochters. Hij bezit 1 koe die ouder dan 2<br />

jaar is [Rotlijsten Oldebroek 1825].<br />

36. Klaas Stoffers, zn. van Christoffer Gerrits van Steenbergen en Machteld Claes, gedoopt te<br />

Vorchten op 5 augustus 1770, landbouwer, overleden te Oldebroek op 11 mei 1820, trouwt te<br />

Oldebroek op 12 mei 1805 met<br />

37. Marrigje Martens Kooijman, dr. van Marten Jans Kooijman en Janna Gerrits van Dieren,<br />

geboren te Oldebroek op 19 januari 1783, overleden te Oldebroek op 4 april 1843, trouwt (2) te<br />

Oldebroek op 9 april 1824 met Herman Achter de Hagen, geboren te Oldebroek op<br />

11 december 1768, bouwman.<br />

20-4-1805: Claas Stoffersz, j.m. wonende te Oldebroek, gedoopt te Vorgten 13 april 1766 [sic!], trouwt<br />

met Marretje Martens Cooijman, j.d. wonende te Oldebroek, geboren in Oldebroek op 19 januarij 1783.<br />

Getuigen: Attest van de bruidegoms vader Stoffer Gerrits Steenbergen, Marten Jansz Kooijman vader<br />

van de bruid. 1ste gebod; 21 dito, 2de gebod; 28 dito, 3de gebod; 5 maij, Solemnisatie; op den 12e meij<br />

1805 alhier te Oldebroek kerkelijk voltrokken [Trouwboek Oldebroek].<br />

1811: Klaas Stoffers woont in Gerrit Reyers rot (later genoemd het Oosteinder/Lapstreker rot) [Archief<br />

gemeentebestuur Oldebroek 1795-1813, invnr. 63].<br />

1825: Harmen achter de Hagen, getrouwd met Marrigje Martens Kooijman, weduwe van Klaas<br />

Stoffers, is eigenaar van de huizen 105 en 105-k in het Oosterrot in Oldebroek. In één van beide huizen<br />

woont hij zelf. Eerder was dit huisnummer eigendom van Marrigjes ouders. Hij bezit 1 paard 5 koeien<br />

ouder dan 2 jaar en 3 schapen [Rotlijsten Oldebroek 1825].<br />

1841: Marrigje Kooiman, verkoop onroerend goed [not. Boonzaaier van Jeveren, nr 2521].<br />

12-9-1843: Gerrit Stoffers, in dienst bij het 1e regiment zware dragonders te 's Gravenhage, Gerritje<br />

Stoffers, huisvrouw van Gerrit Roelofs van Ommen, landman te Oldebroek, Stoffer Stoffers, landman te<br />

Oldebroek, Harmen de Groot, landman te Oldebroek, voogd van Janna en Gerritje Stoffers, kinderen<br />

van de overledene, verklaren dat Marrigje Kooiman, weduwe van Harmen Achter de Hagen, eerder<br />

weduwe van Klaas Stoffers, te Oldebroek is overleden op 4-4-1843 (aan de Oostbroekdijk 172). De<br />

nalatenschap bestaat uit een huis en schuur te Oldebroek (kad L 856), bouwland en weiland te<br />

Oldebroek (kad. L 852-859, 907, 952) en te Doornspijk (kad. A 220), in totaal 9 bunder 25 roeden 40<br />

ellen. De kinderen kunnen niet schrijven [Memorie van Successie; kantoor Elburg; 1843 eerste helft,<br />

foto 332].<br />

38. Gerrit Berents Boxem, zn. van Berent Roelofs en Elisabeth Lubberts, gedoopt te Mastenbroek<br />

6


op 10 juni 1768, landbouwer, overleden te Veecaten op 2 januari 1825, trouwt te Zalk op<br />

24 april 1795 met<br />

39. Jantje Alberts, dr. van Albert Arends en Lammichje Berends, gedoopt te IJsselmuiden op<br />

25 oktober 1772, overleden te Mastenbroek op 23 december 1830.<br />

40. Jan Willems Flierjans, zn. van Willem Jansen Vlierman en Maria Willems Huisjes, geboren te<br />

Magele op 1 juli 1802, daghuurder, dienstplichtig militair bij de 7e afdeling infanterie van 1821<br />

tot 1826, overleden te Emmen op 7 oktober 1868, trouwt te Dalfsen op 25 november 1836 met<br />

41. Jennigje Berends Askamp, dr. van Berend Berends Askamp en Janna Janssen Brinkman,<br />

geboren te Emmen op 12 februari 1809, boerenwerkster, overleden te Emmen op<br />

11 november 1868.<br />

7-11-1836: Jan Flierjans, boerenknecht, binnen Den Ham voor de Nationale Militie ingeschreven voor<br />

de lichting 1821 en ingelijfd bij de 7e afdeling infanterie, waar hij voor 5 jaar gediend heeft.<br />

Geregistreerd nr. 1391 [Certificaat Nationale Militie].<br />

42. Seine Hermans Stegeman, zn. van Hermannus Everts Stegeman en Anna Christina Everts<br />

Hollemans, geboren op 7 november 1798 (op 't Scheller tichelwerk), gedoopt te Zwolle op<br />

11 november 1798, daghuurder, landbouwer, wonend te Oldeneel, belijdenis op 2 april 1832,<br />

overleden te Zwolle op 12 december 1879, trouwt te Zwollerkerspel op 24 oktober 1835 met<br />

43. Aaltje Arends Grotenhuis, dr. van Arend Janssen Grotenhuis en Antonia Jans Zwarts,<br />

gedoopt te Wijhe op 24 april 1808, dienstmeid, wonend in het N.H. bejaardentehuis aan de<br />

Deventerstraat te Zwolle vanaf 1879, overleden te Zwolle op 20 juli 1881.<br />

24-10-1835: Seine Stegeman verklaart onder ede dat hij niet weet in welke plaats zijn grootouders van<br />

vaders zijde overleden zijn of waar zij het laatst gewoond hebben [B.S. Huwelijken Zwollerkerspel].<br />

44. Hendrik Teunis Schaatsberg, zn. van Teunis Hendriks en Lutgertje Hendriks, geboren te<br />

Werven op 7 december 1792, gedoopt te Vorchten op 9 december 1792, boerenknecht,<br />

daghuurder, brugwachter van de Spoolderbergbrug te Zwolle, overleden te Westenholte op<br />

31 januari 1876, trouwt te Zwollerkerspel op 3 januari 1829 met<br />

45. Marrigje Stevens Timmerman, dr. van Steven Hendriks Timmerman en Hendrikje Gerrits,<br />

geboren te Zwolle op 30 april 1796, dienstmaagd, landbouwster, wonend in het N.H.<br />

Bejaardentehuis aan de Deventerstraat vanaf 8 september 1877, overleden te Zwolle op<br />

27 september 1880, trouwt (1) te Zwollerkerspel op 12 mei 1823 met Arend Wijnkoop,<br />

gedoopt te Zwolle op 6 oktober 1782, timmerman, overleden te Zwollerkerspel op<br />

18 oktober 1827.<br />

3-12-1828: Gerrit Gerritsen van Leeuwen, 80 jaar, koopman, en Willem Coentjes (?), 78 jaar, dagloner,<br />

Berend Meier, justitiedienaar oud 66 jaar, en Berend Koster, kuiper oud 64 jaar, allen wonend te<br />

Heerde, verklaren ter instantie van Hendrik Schaatsberg, boerenknecht, dat Teunis Hendriks en Teunis<br />

Schaatsberg, ongeveer 36 jaar geleden in Heerde overleden, één en dezelfde persoon was en onder beide<br />

namen bekend was. Voorts verklaren zij dat zij gekend hebben Hendrik Klein en Maria Viege,<br />

grootouders van moeders zijde van Hendrik Schaatsberg, welke ongeveer 40 jaar geleden in Heerde zijn<br />

overleden, en dat voorts Hendrik Teunis en zijn vrouw Maria Jans, grootouders van vaders zijde hen<br />

niet bijzonder zijn bekend geweest dan dat dezelven meer dan zeventig jaren moeten overleden zijn,<br />

terwijl zij daarvan niets anders kunnen opgeven dan dat zij zulks wel hebben horen zeggen<br />

[Huwelijksbijlage 1829].<br />

1856: De Spoolderbergbrug, die vanaf 1856 de verbinding over de Willemsvaart tussen de Veerallee en<br />

het Engelse Werk vormde, werd ook wel genoemd 'de brug van Schaatsberg' genoemd [F.C. Berkevelder,<br />

Zo was Zwolle rond 1900, p.16].<br />

46. Lubbert Roelofs Schaapman, zn. van Roelof Everts Schaapman en Willempje Hendriks van<br />

7


der Steege, geboren te Mastenbroek (Hasselerdijk) op 23 juli 1823, veehouder,<br />

oliemolenaarsknecht, wonend aan de Hasselerdijk te Mastenbroek, dienstplichtig militair bij<br />

het 2e regiment zware dragonders in 1842, overleden te Zwolle op 7 november 1871, trouwt te<br />

Zwollerkerspel op 12 februari 1846 met<br />

47. Fennigje Gerrits van Berkum, dr. van Gerrit Hendriks van Berkum en Geertruid Hendriks<br />

Bergkamp, geboren te Zwolle op 7 juli 1823, dienstmeid, overleden te Zwolle op<br />

2 januari 1893.<br />

1842: Lubbert Schaapman wordt ingelijfd bij het 2e regiment zware dragonders. Hij heeft dan bruin<br />

haar, bruine ogen, een rond aangezicht met een plat voorhoofd en een ronde kin, een gewone mond en<br />

een dikke neus [Certificaat Nationale Militie].<br />

52. Jan Jans <strong>Stoel</strong>, zn. van Jan Egberts <strong>Stoel</strong> en Lubbigje Jans Berends, geboren te Zwolle op<br />

6 december 1795, daghuurder, overleden te Staphorst op 5 april 1840, trouwt (1) te<br />

Nieuwleusen op 31 december 1821 met Femmigje Gerrits Frijlink, geboren te Nieuwleusen<br />

op 28 november 1793, trouwt (2) te Nieuwleusen op 1 december 1830 met<br />

53. Klaasje Dirks Seinen, dr. van Derk Jans Seinen en Marrigje Hendriks, geboren te Ruitenveen<br />

op 7 juli 1804, gedoopt te Nieuwleusen op 8 juli 1804, dagloonster, overleden te Nieuwleusen<br />

op 27 december 1859.<br />

54. Klaas Arends Ganzeboer, zn. van Arend Jans Ganzeboer en Marrigje Jans Kalf, geboren te<br />

Ruitenveen op 8 februari 1805, gedoopt te Nieuwleusen op 10 februari 1805, arbeider,<br />

landbouwer, fuselier bij het 7e regiment infanterie van 1824 tot 1829, overleden te Avereest op<br />

14 januari 1892, trouwt (2) te Nieuwleusen op 3 februari 1866 met Grietje van der Wolde, dr.<br />

van Koop van der Wolde en Grietje Roelofs, geboren te Dalfsen rond 1817, overleden te<br />

Avereest op 7 maart 1884, trouwt (1) te Nieuwleusen op 29 oktober 1831 met<br />

55. Gesina Jans Vonder, dr. van Jan Thijs Vonder en Hendrikje Willems, geboren te Nieuwleusen<br />

op 20 oktober 1811, overleden te Nieuwleusen op 31 maart 1862.<br />

1-5-1824: Klaas Ganseboer, nr.11561, zoon van Arend en Marrigje Jans, geboren te Nieuwleusen 8-2-<br />

1805, laatst gewoond te Nieuwleusen, bij zijne aankomst bij het korps lang 1 el 5 palmen 8 duimen,<br />

boerenwerker, vol aangezigt rond voorhoofd, blauwe ogen, gebogen neus, mond ordinair, ronde kin,<br />

blonde haren, geen merkbare tekenen, op 1-5-1824 ingedeeld als milicien voor de tijd van 5 jaar, zijnde<br />

een loteling van de ligting van 1824, Nieuwleusen, fuselier, op 10-3-1829 gepasporteerd [Stamboek 7e<br />

regiment infanterie 1823-1824; familysearch.org].<br />

25-10-1831: Klaas Ganzeboer, landbouwer te Nieuwleusen, is binnen de gemeente Nieuwleusen<br />

ingeschreven voor de Nationale Militie. Hij is ingelijfd binnen de 7e afdeling Nat. Infanterie, waar hij 5<br />

jaar gediend heeft en behoorlijk ontslagen is [Certificaat Nationale Militie; Huwelijksbijlagen].<br />

1-8-1862: Op 2 augustus 1862 zal mr. C.M. van Dedem, notaris te Nieuwleusen en Avereest, publiek<br />

verkopen ten huize van Klaas Ganzeboer in den Hulst te Nieuwleusen: 1 paard, 6 koebeesten, 16<br />

schapen, bouw- en melkgereedschap, huisraad, kleeren, enz. Na afloop van de verkoop zal het huis en<br />

land, thans bewoond door en in gebruik bij gezegden Ganzeboer, publiek worden verhuurd [Provinciale<br />

Overijsselsche en Zwolse Courant 1-8-1862].<br />

56. Gerrit Jan Evertsen, zn. van Evert Gerrits en Geertje Gerrits, geboren te Emmen, gedoopt te<br />

Dalfsen op 27 april 1788, boerenwerker, landbouwer, wonend te Ankum, overleden te<br />

Welsum op 23 september 1856, trouwt (1) te Dalfsen op 27 april 1816 met Hendrikje Simmers,<br />

gedoopt te Dalfsen op 7 november 1773, overleden te Ankum op 6 augustus 1824, trouwt (2) te<br />

Dalfsen op 6 mei 1825 met<br />

57. Fenneken Jans Albertsboer, dr. van Jan Albertsboer en Willemina Gerrits van den Berg,<br />

geboren te Hellendoorn op 23 mei 1799, dienstmaagd, overleden te Dalfsen op 22 mei 1850.<br />

58. Gerrit Jan van Meekeren, zn. van Jurrien Hermannusz van Meekeren en Aaltje Jans van<br />

8


Straten, geboren te Hattem op 21 januari 1808, bakker, winkelier, overleden te Nieuwleusen<br />

op 15 april 1891, trouwt te Nieuwleusen op 17 januari 1832 met<br />

59. Maria Hendrika Voorhorst, dr. van Lambertus Voorhorst en Geesje Wijnvoorden, geboren te<br />

Rouveen op 18 mei 1815, overleden te Nieuwleusen op 17 februari 1858.<br />

1827: Gerrit Jan van Meekeren is 1,665 m. lang, heeft blond haar, grijze ogen, een rond aangezicht met<br />

een ronde kin, een gewone neus en een kleine mond [Certificaat van de Nationale Militie].<br />

60. N.N., heeft een relatie met<br />

61. Hendrikje Willems Tempelman, dr. van Willem Hendriks Tempelman en Christina Dirks<br />

Boerdam, geboren te Ankum op 28 september 1804, arbeidster, overleden te Nieuwleusen op<br />

10 april 1848, trouwt (2) te Nieuwleusen op 26 november 1836 met Hendrik Jan Westerhof,<br />

geboren te Dalfsen rond 1785, daghuurder, klompenmaker, overleden te Nieuwleusen op<br />

28 mei 1858.<br />

62. Hermannus Hermans Nagel, zn. van Hermannus Arends Nagel en Aaltje van Zuithem,<br />

geboren op 12 oktober 1800, gedoopt te Zwolle op 15 oktober 1800, boerenknecht,<br />

daghuurder, wonend in de Schoolhoek te Oudleusen, overleden te Dalfsen op<br />

18 september 1850, trouwt te Dalfsen op 5 februari 1829 met<br />

63. Hendrikje Jans Velthuis, dr. van Jan Asjes Velthuis en Gerritdina Gerrits Krukkert, geboren<br />

te Ankum op 11 januari 1804, dienstmaagd, arbeidster, landbouwster, belijdenis te Dalfsen op<br />

27 april 1823, overleden te Oudleusen op 15 juni 1878, trouwt (2) te Dalfsen op<br />

14 augustus 1851 met Hendrikus Wemekamp, geboren te Den Ham rond 1817, arbeider.<br />

2-8-1828: Mannes Nagel, geboren te Zwolle op 12-10-1800, landbouwer, zoon van Hermannus en<br />

Aaltje van Zuithem, beide overleden, is binnen de gemeente Zwolle voor de Nationale Militie<br />

ingeschreven. Bij de loting krijgt hij nr.54 en in 1820 is hij door de militieraad te Zwolle finaal<br />

vrijgesteld 'uit hoofde van gemis van het regter oog'. Signalement: 1 el 640 str, ovaal aangezicht, smal<br />

voorhoofd, bruin oog, dikke neus, gewone mond, ronde kin, bruin haar en wenkbrauwen, en het gemis<br />

van het rechteroog [Certificaat Nationale Militie].<br />

1832: Hermannus Nagel is eigenaar van een huis en erf in de Schoolhoek in Oudleusen (Dennenkamp<br />

8), met een stuk bouwland en een stuk jong dennebos (secties C 846, 847, 848), en van een perceel<br />

bouwland op de Vosser Es in 't Middelblok in Dalfsen [Kadaster 1832].<br />

Generatie VII<br />

64. Harm Jans <strong>Visscher</strong>, zn. van Jan Jansen <strong>Visscher</strong> en Hermina Jans, gedoopt te Zalk op<br />

30 november 1755, visser, wonend aan de Veecaterdijk te Veecaten, overleden te Veecaten op<br />

10 augustus 1820, trouwt (1) met Harmpje Jans, ondertrouwt (2) te Wilsum op 14 maart 1788,<br />

trouwt te Zalk in maart 1788 met<br />

65. Aaltje Wolters, dr. van Jan Matthijs Wolters en Anna Gerrits Bastiaan, geboren te Wilsum op<br />

13 juni 1764, visserse, landbouwster, overleden te Veecaten op 27 april 1844, trouwt (2) te Zalk<br />

op 25 september 1824 met Hermannus Beekman, geboren te Zwolle op 14 november 1768,<br />

metselaar.<br />

1788: Harm Jans, weduwnaar van Harmpje Jans, is voornemens te hertrouwen met Aaltje Wolters uit<br />

Wilsum. Als mombers over zijn twee minderjarige dochters worden aangesteld: Peter Antonie uit<br />

Veecaten, oom van moeders zijde, en Gerrit Peters uit Westenholte [ORA Zalk & Veecaten, nr.18 folio<br />

109].<br />

14-3-1788: Harm Jans, weduwnaar van Zalk, ondertrouwt te Wilsum met Aeltien Wolters, j.d. van<br />

Uterwijk onder Wilsum.<br />

1801: Request van Harm Jans, ingediend bij de schout, waarin hij vraagt de mombers over zijn dochter<br />

9


Hendrikje te willen machtigen c.q. zonodig te gelasten voor het meisje kleding van haar eigen geld aan<br />

te schaffen, waarop de kantbeschikking, dat de zaak wordt aangehouden [HCO, Schoutambt Zalk en<br />

Veekaten 85, nr.58].<br />

1808: Harm <strong>Visscher</strong>, in Veecaten, wordt ingedeeld in klasse 38 (jaarinkomen van 175-225 gulden) en<br />

betaalt 2 gulden [Personele quotatie 1808].<br />

10-8-1811: Harmen Jans <strong>Visscher</strong>, visser te Veecaten, geeft een volmacht aan Otto Hendrik Moulin,<br />

Praktizijn voor de rechtbank Zwolle te Kampen, speciaal om comparants zaak tegen Clemens<br />

Luchtenberg uit Westenholte te behartigen over afbraak van comparants huis en ontruiming van de<br />

grond. De volmachtgever zegt niet te kunnen schrijven [Notarieel Archief Kampen; Mr. F.L.<br />

Rambonnet, inv.nr. I-560b, akte 150].<br />

10-2-1817: Harm Jans <strong>Visscher</strong>, visser te Wilsum, erfgenaam van Gerrit Jans uit Veecaten, verklaart<br />

verkocht te hebben aan Floor Wijnbelt, witwerker te Wilsum, een schuldvordering, groot ƒ198 tegen 5<br />

procent, ten laste van Jacob Bruintjes en diens echtgenote Berendina Roeland te Genemuiden. De<br />

verkoper meldt niet te kunnen schrijven [Notarieel Archief Kampen, mr. G.J. van Wijhe, I-568a, 691;<br />

www.kampennotarieel.nl].<br />

3-1820: Door zware ijsgang zijn bij Harm <strong>Visscher</strong> een schuit en visgerei door het ijs verbrijzeld [J. v.d.<br />

Wetering (2001), Vergeten levens; Geschiedenissen van het Sallandse land, p. 204].<br />

66. Steven Goossens Meuleman, zn. van Gosen Arentsz Meuleman en Dirkje Thijssen, gedoopt<br />

te Zwolle op 11 april 1735, landbouwer, wonend te 's-Heerenbroek, belijdenis te Mastenbroek<br />

op 20 april 1758, begraven te Mastenbroek op 28 april 1810, trouwt (2) te Mastenbroek op<br />

30 december 1781 met Swaantje Hendriks Verwei, ondertrouwt (1) te Dalfsen op 22 mei 1767,<br />

trouwt te Zwolle op 14 juni 1767 met<br />

67. Johanna Asjes Linthorst, dr. van Asje Lamberts Linthorst en Janna Jans Schutten, gedoopt te<br />

Zwolle op 5 juni 1746, wonend aan 't Lange Slag te Lenthe in 1767, begraven te Mastenbroek<br />

op 4 juli 1781.<br />

24-11-1766: Hermannes, het onechte kind van Janna Derks wordt gedoopt in de Betlehemkerk in<br />

Zwolle. Als vader wordt Steven Goosens opgegeven 'welke egter met Eede Alhier op 't stadhuis<br />

verklaart heeft geen vader van dit kind te sijn' [Doopboek Zwolle].<br />

Steven Meuleman en Janna Assies nemen een hypotheek op een stuk land op de Bijvank [ORA Zalk<br />

nr.17 folio 329].<br />

1781: Den 4 Julij begraven de vrouw Steven Goossen geh[eten] Janna Asjes. Enkelt gegraven. Graf<br />

nr.71 in de kerk in Mastenbroek [Begraafboek Mastenbroek].<br />

28-12-1781: Steven Gosens, weduwnaar van Janna Asjes Linthorst, heeft over zijn zes minderjarige<br />

kinderen met namen Aaltjen, Derk, Geertjen, Asjes, Marrigjen en Janna, tot mombers verzocht en<br />

geobtineerd Arend Gosens Meuleman, oom van vaders zijde, en Jan Asjes Lindhorst, oom van moeders<br />

zijde. Hij doet erfuiting en bewijst aan zijn zes kinderen 800 gulden aan geld, voorts het goed tot hun<br />

moeders lijf behorend, waarvan aan Marrigjen de gouden krinken, aan Jannigjen de twee gouden stiften,<br />

en aan Geertjen en Aaltjen ieder een gouden ring, waartegen de jongens ieder een paar gouden knopen<br />

zullen genieten [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.629, fol.52].<br />

12-2-1791: Steven Meuleman en Zwaantien Hendriks, wonend in 's Heerenbroek, zijn f 300,- schuldig<br />

aan Dhr. Poppe, onder een rente van 4%. Als onderpand dienen hun eigendommelijke stukken land,<br />

gelegen op de Bijvank in Veecaten [ORA Zalk nr.18 folio 200].<br />

26-8-1800: Steven Meuleman (tekent) verkoopt per publieke veiling aan Jan Albertsen <strong>Stoel</strong> een<br />

katerstede, genaamd ‘de Wijenberg’, met landerijen, gelegen aan 's Heerenbroekersteege in Veecaten,<br />

voor f 1850,-. De koop omvat een huis met hof, boomgaard en achtergelegen land [ORA Zalk nr.18 folio<br />

457].<br />

1808: Steven Goosen, in ’s Heerenbroek, wordt ingedeeld in klasse 35 (jaarinkomen van 375-550<br />

gulden) en betaalt 6 gulden [Personele quotatie 1808].<br />

1810: Den 28 Grasmaand begraven Steven Goossens ongeveer 2 verdiepingen, in graf nr.1 in de kerk<br />

van Mastenbroek [Begraafboek Mastenbroek].<br />

10


68. Harmen Hendriks Doorneweerd, zn. van Hendrik Jans Snijder en Aartje Harms Nagelhout,<br />

gedoopt te Doornspijk op 9 maart 1749, landbouwer, overleden te Doornspijk op<br />

29 september 1810, ondertrouwt te Nunspeet op 20 februari 1779, trouwt te Doornspijk op<br />

11 maart 1779 met<br />

69. Dirkje Hannis Zoet, dr. van Hannes Hendriks Soet en Janna Aerts, geboren te Doornspijk op<br />

14 juni 1754, overleden te Doornspijk op 4 februari 1834.<br />

20-2-1779: Harmen Hendriks Doornwaard komt van Doornspijk en woont in Nunspeet.<br />

12-5-1795: Onderpand bij een lening van Lambert Gerrits is o.a. een huis met 5 schepel op Oostbeeke,<br />

door Harmen Hendriks bewoond wordende [Protocol van bezwaar Doornspijk].<br />

24-2-1809: Teunis Beertsen van de Werfhorst en Neeltje Willems verkopen voor f 170,- aan Wyndelt<br />

Boschman en Marrigje Voerman een half mud bouwland, in erfpacht uitgedaan aan Hermen<br />

Doornewaard, die daar een huisje op heeft met de erfpachtsbrief [Protocol van bezwaar Doornspijk].<br />

70. Evert Everts Vlesse, zn. van Evert Vlesse en Grietje Jans, geboren te Epe op 6 december 1745<br />

(Registre Civique), daghuurder, schotter te Oldebroek in 1800, overleden te Oldebroek op<br />

16 november 1820, trouwt te Oldebroek op 1 mei 1774 met<br />

71. Marchje Dries Otten, dr. van Dries Otten en Jannetje Dirks, gedoopt te Oldebroek op<br />

21 september 1749, overleden te Oldebroek op 3 november 1833.<br />

3-10-1800: Evert Evertszen wordt benoemd door het gemeentebestuur van Oldebroek tot scheuter<br />

[Inventaris van het archief van het richterambt Oldebroek].<br />

1811: Evert Everts in de Vlesse woont in Jan Hendriks de Groot Rot (later genoemd het Broekdijker rot)<br />

[Archief gemeentebestuur Oldebroek 1795-1813, inv.nr. 63].<br />

1811: Evert Everts, daghuurder, geboren op 6-12-1745 [Registre Civique Oldebroek 1811/1812].<br />

1818: Evert in de Vlesse, wonend in Oldebroek nr.49, bezit 1 rund onder de 2 jaar en 2 runderen boven<br />

de 2 jaar [Streekarchivariaat Noordwest Veluwe].<br />

1825: Marrigje weduwe Vlesse woont met 2 ongehuwde zoons in het Broekdijkerrot nr.49 in Oldebroek,<br />

dat in het bezit is van de diakonie van Oldebroek. Zij bezit 1 koe ouder dan 2 en 2 koeien onder de 2 jaar<br />

[Rotlijsten Oldebroek 1825].<br />

72. Christoffer Gerrits van Steenbergen, waarschijnlijk zn. van Gerrit Stoffers en Anna<br />

Margretha Knoop, j.m. van Wijhe, trouwt te Vorchten op 2 mei 1762 met<br />

73. Machteld Claes, waarschijnlijk dr. van Claes Jans en Grietje Berends, gedoopt te Heerde op<br />

16 juli 1736.<br />

74. Marten Jans Kooijman, zn. van Jan Jansen Fox en Janna Herms, geboren op 10 oktober 1727<br />

(Registre Civique), landbouwer, overleden te Oldebroek op 16 maart 1817, ondertrouwt te<br />

Hattem op 9 maart 1776, trouwt te Hattem op 31 maart 1776 met<br />

75. Janna Gerrits van Dieren, dr. van Gerrit van Dieren en Marrigje Jakobs, geboren rond 1745,<br />

overleden te Oldebroek op 11 februari 1824.<br />

1748: Merten Jans is één van de vijf dienstboden van Dirk Simons en Mergjen Aalts. Dit waren de<br />

buren van Jan Kooijman en Janna Herms [Volkstelling Zalk 1748].<br />

9-3-1776: Marten Jans j.m. van Zalk en Johanna Gerrits Dieren j.d, beijde onder Hattem, maert 31<br />

getrout [Trouwboek Hattem].<br />

28-1-1778: Jan Jansen Kooyman verkoopt aan zijn zoon Martinus Kooyman en zijn vrouw Janna<br />

Garrets twee morgen land, vanouds genoemd het Breewegsland, gelegen in het Zalkerbroek, voor 250<br />

gulden [ORA Zalk & Veecaten, boek 17, fol.298, 299].<br />

5-11-1783: De erfgenamen van Hendrik Heimans verkopen aan Marten Jans en Janna Gerrits voor<br />

f.570,- 8/11 portie in een kamp van 8 gresen thans bij Aalbert Jans in pacht. Op 13-10-1784 verkopen<br />

andere erfgenamen hun ook hun 1/11 gedeelte voor f 142,- [Protocol van bezwaar Doornspijk].<br />

23-11-1784: De diaconen Gerrit Beertsen en Jan Mulder en de predikant E.W. Brink verkopen aan<br />

11


Marten Jans en Janna Gerrits voor f 170,- 1/11 part in 8 gresen, "de Clavercamp" genaamd [Protocol<br />

van bezwaar Doornspijk].<br />

8-6-1785: Jacob Beerts van de Werfhorst en Grietje Everts verkopen aan Marten Jans Kooiman en Janna<br />

Gerrits van Dieren 3 gresen in de Zijen aan de Grote Woldweg [Protocol van bezwaar Doornspijk].<br />

30-5-1787: Gerrit Jansen en Hendrik Kamerman, beiden zich sterk makend voor Aaltje Egberts,<br />

verkopen voor f 282,- aan Marten Jans Kooiman en Janna van Dieren 3 gresen hooiland in de Wenden<br />

[Protocol van bezwaar Doornspijk].<br />

1796-1803: Marten Jansz. Kooijman en Janna Gerrits van Dieren (ver)kopen huis, hof en land aan het<br />

Stuivezand, de Broekdijk en de Bovenheijgraven in Oldebroek [VR. Oldebroek 1796-1803, inv.nr.76]<br />

1796-1803: Marten Janszen Cooijman (ver)koopt land [VR. Oldebroek 1796-1803, inv.nr.110]<br />

1796-1803: Hypotheek van Marten Cooijman [VR. Oldebroek 1796-1803, inv.nr.112v]<br />

1811: Marten Jans Kooyman woont in Gerrit Reyers Rot (later genoemd het Oosteinder/Lapstreker rot)<br />

[Archief gemeentebestuur Oldebroek 1795-1813, inv.nr. 63].<br />

1812: Marten Jans Kooyman, geldlening [not. van Spaen nr 142].<br />

1813: Maarten Kooijmans: pacht van een erf [not. van Spaen nr. 330].<br />

1818: De weduwe van Marten Kooijman, wonend in Oldebroek nr.105, bezit 4 runderen onder de 2<br />

jaar, 7 runderen boven de 2 jaar en 2 paarden [Streekarchivariaat Noordwest Veluwe].<br />

76. Berent Roelofs, veehouder op de Boxem aan de Oude Wetering, j.m. te Mastenbroek,<br />

begraven te Mastenbroek (in de kerk) in 1796, ondertrouwt te Mastenbroek op 3 mei 1754,<br />

trouwt te Mastenbroek op 3 juni 1754 met<br />

77. Elisabeth Lubberts, dr. van Lubbert Gerrits en Fijgjen Hendricks, j.d. te<br />

Mastenbroek, belijdenis te Mastenbroek in 1753, begraven te Mastenbroek (kerk) op<br />

21 april 1784.<br />

21-5-1779: Berent Roelofs te Mastenbroek en Hermen Herms a.d. Hasselerdijk zijn getuigen bij het<br />

huwelijk van Jan Willems, boere werkman te Mastenbroek, van Berkum, en Maria Gerrits, weduwe van<br />

Warner van Dueren [Trouwboek Mastenbroek].<br />

1784: Den 21 April begraven Lijsbet Huijsvrouw Berent Roelofs. Enkeld gegraven. Graf nr.24 in de<br />

kerk van Mastenbroek [Begraafboek Mastenbroek].<br />

8-4-1791: Jan Peters en Berend Roelofs, beide te Mastenbroek, zijn getuige bij het huwelijk van Hendrik<br />

Peters, boer te Mastenbroek, en Trijntjen Herms, j.d, boere diensmeid te Mastenbroek [Trouwboek<br />

Mastenbroek].<br />

78. Albert Arends, zn. van Arent Harms en Marrigje Willems, j.m. van Mastenbroek, overleden te<br />

IJsselmuiden op 27 februari 1778, ondertrouwt te Mastenbroek op 17 maart 1770, trouwt te<br />

Mastenbroek op 8 april 1770 met<br />

79. Lammichje Berends, dr. van Berent Hendriks Roeteman en Jantjen Jacobs, gedoopt te<br />

Mastenbroek op 6 februari 1735, begraven te IJsselmuiden op 2 juli 1782.<br />

24-7-1746: Harmen Harms en Elsjen Jacobs, echtelieden, verklaren schuldig te zijn aan het onmondige<br />

dochtertje van Berend Hendriks, genaamd Lammegien, waarover Harmen Harmens en Roelof Arends<br />

mombers zijn, de som van 65 gulden. Zij stellen hun huis aan de Camperdijk als onderpand. Harmen<br />

Peters stelt zich borg. Op 9-5-1751 is de schuld voldaan [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7<br />

(3320)].<br />

16-5-1746: Geesien Hendriks, als stiefmoeder, en Harm Harmens en Roelof Arens als voogden van het<br />

onmondige kind Lammegien van wijlen Berent Hendricks, komen overeen dat de voogden van de pupil<br />

afstand doen van de vaderlijke erfenis, waartegen de weduwe de pupil zal onderhouden tot mei 1759<br />

[ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

4-7-1751: Lubbert Hendriks en Geessien Lubbers verklaren schuldig te zijn aan Lammegien Berends,<br />

dochter van wijlen Berend Hendriks, met als voogden Harmen Harmens en Roelof Arends,de som van<br />

50 car.gulden. Op 10-4-1757 is de schuld voldaan [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

12


80. Willem Jansen Vlierman (Flierjans), zn. van Jan Hendriks Vliermaat en Derkjen Harms<br />

Podderks, geboren te Den Ham op 29 augustus 1777, daghuurder, landbouwer, schaapherder,<br />

overleden te Avereest op 11 oktober 1851, trouwt te Ommen op 13 november 1796 met<br />

81. Maria Willems Huisjes, dr. van Willem Willems Huisjes en Aaltje Derks Huisjes, gedoopt te<br />

Ommen op 17 april 1768, dagloonster, landbouwster, overleden te Avereest op 17 maart 1840.<br />

5-5-1798: Willem Flierjans en Maria Willems dragen een huis met erf, gelegen tussen huis en land van<br />

de weduwe Lindenhovius en dat van de weduwe Arend Wennemers, over aan Jan Hendrik Hemmink.<br />

Het huis en hof waren aangekocht door W.A. van Laar. Op dezelfde datum wordt het huisje ‘Amsink’,<br />

gelegen te Den Ham, met grond overgedragen door P.J. Bouwmeester aan Willem Flierjans en Maria<br />

Willems, vanwege de gerechtelijke verkoop van 25 oktober 1797.<br />

1832: Willem Vlierjans, schaapherder te Avereest, bezit een huis en erf, Helgens genaamd, met tuin,<br />

hooiland en bouwland, gelegen in Magelde en Hammer Flier (de Magelder Esch en de Bossink<br />

Kampen), kadastraal Den Ham A61, A813-A818, in totaal 0.70.27 ha [OAT Den Ham; Kadaster<br />

1832].<br />

82. Berend Berends Askamp, zn. van Berend Harms Askamp en Annigje Janssen, geboren te<br />

Dalfsen op 20 juni 1781, arbeider, landbouwer, wonend op ’t Brinkmans te Emmen, overleden<br />

te Emmen op 26 januari 1847, trouwt te Dalfsen op 1 mei 1803 met<br />

83. Janna Janssen Brinkman, dr. van Jannes Janssen Brinkman en Hendrina Janssen, geboren te<br />

Emmen, gedoopt te Dalfsen op 16 september 1770, landbouwster, overleden te Emmen op<br />

27 januari 1843.<br />

8-4-1803: Berend Berendsen j.m. geb. in Dalfsen en won. te Emmen, en Janna Jansen j.d. geb. en won.<br />

in Emmen. Volgens attest van den pred. W.A.J. Roosendael alhier op 1 mei 1803 in de huwelijkse staat<br />

bevestigd [Civiel trouwboek Dalfsen].<br />

7-7-1826: Ten verzoeke van George Lodewijk Carel Hendrik Grave van Ranzow en zijn vrouw, worden<br />

de in beslag genomen goederen van mr. Johannis Wilhelmus van Rijn verkocht, waaronder 'De<br />

katerstede Brinks, L.C. nr.26, groot ongeveer 4 bunders, bewoond en in pacht bij Berend Askamp,<br />

voorloopig toegewezen voor f 130' [Overijsselse courant 7-7-1826].<br />

1832: Berend Askamp, dagloner in Emmen, is eigenaar van een perceel bouwland op de Emmer Es<br />

(genaamd de Vegterweerd, nr. I 4865) [Kadaster 1832].<br />

16-10-1842: Testament: Dochter Jennigje wordt universeel erfgenaam. Zoon Jannes krijgt de helft van<br />

een stuk bosgrond in Emmen en f 6,- voor elk van zijn kinderen.<br />

1847: De nalatenschap van Berend Askamp is zo gering dat daarover geen successierechten hoeven te<br />

worden betaald [Memorie van Successie].<br />

84. Hermannus Everts Stegeman, zn. van Evert Teunis Stegeman en Eva Arents, geboren te<br />

Schelle op 20 juli 1764, boerenknecht, dagloner, overleden te Oldeneel op 6 augustus 1811,<br />

ondertrouwt te Zwolle op 4 september 1790, trouwt te Zwolle (Michaelikerk) op<br />

19 september 1790 met<br />

85. Anna Christina Everts Hollemans, dr. van Everhardus Gerhardus Hollemans en Gerritdina<br />

Hendricks de Graaff, gedoopt te Zwolle op 14 januari 1759, boerenmeid, overleden te Ittersum<br />

op 22 oktober 1822.<br />

4-9-1790: Ondertrouw Hermanius Stegeman, jonkman in Schelle doende boerenwerk, en Stijntje<br />

Everts, jongedogter in Schelle doende mede boerenwerk. Zijn getrouwd zondag 19-9-1790 in de<br />

Michaelikerk. Getuigen: Evert Gerhardus Holleman, wonende in Spoolde, en Berbera Fredriks, vrouw<br />

van Hendrik Stegeman, woonende voor de Sassenpooort [Trouwboek Zwolle].<br />

1806: Mannes Stegeman, daghuurder, geboren 20 july 1764 [Register hoofdbewoners Zwollerkerspel,<br />

inv.nr.1015, Oldeneel huis nr.7].<br />

86. Arend Janssen Grotenhuis, zn. van Jannes Gerrits Grotenhuis en Janna Jansen Rouwendal,<br />

13


gedoopt te Olst op 2 september 1770, dagloner, landbouwer, overleden te Lenthe op<br />

17 februari 1847, trouwt te Wijhe op 10 oktober 1800 met<br />

87. Antonia Jans Zwarts, dr. van Jan Thijssen Zwarts en Aeltje Wichers, gedoopt te Wijhe op<br />

23 december 1781, arbeidster, overleden te Lenthe op 1 oktober 1844.<br />

10-10-1800: Arend Grotenhuis woont onder Wesepe, Antonia Zwarts in Wijhe. Later wonen zij aan de<br />

Langestraet in Wijhe (1801), op 't Ganzebroek in Herxen (1802), op 't Keyzer in Tongeren (1804-<br />

1809), in Heino (1835) en in Dalfsen (1844).<br />

88. Teunis Hendriks (Schaatsberg), zn. van Hendrik Teunis en Maria Jans, overleden te Heerde<br />

rond 1793, trouwt met<br />

89. Lutgertje Hendriks, dr. van Hendrik Rutgers Klein en Maria Stevens Vijge, geboren te Heerde<br />

op 11 februari 1759, overleden te Heerde op 6 januari 1818, begraven te Heerde op<br />

9 januari 1818, trouwt (1) te Hattem op 10 februari 1788 met Teunis Rutgers Schaasbergen.<br />

90. Steven Hendriks Timmerman, zn. van Hendrik Janssen Timmerman en Aaltje Berents<br />

Lindeboom, geboren te Millingen, gedoopt te Dalfsen op 6 januari 1754, voerman, kleine<br />

koemelker, wonend voor de Sassenpoort, milicien in 1788, overleden te Zwolle op<br />

2 januari 1821, trouwt te Zwolle op 4 mei 1788 met<br />

91. Hendrikje Gerrits, dr. van Gerrit Hendriks en Marta Asjes, gedoopt te Zwolle (Grote kerk) op<br />

26 december 1764, overleden te Zwolle op 19 december 1820.<br />

19-4-1788: Ondertrouw van Steven Timmerman, j.m. op de Grote Aa, dienstbaar, en Hendrikien<br />

Gerrits, j.d. voor de Sassenpoort. Zijn getrouwt zondag den 4 meij 1788. Getuigen: Arent Timmerman<br />

bij Dalsen en Metta Brinkers buiten de Sassenpoort [Trouwboek Zwolle].<br />

29-3-1791: Hendrikje Gerrits wordt, onder hulderschap van haar man Steven Timmerman, beleend met<br />

de 'helfte van een acker, bestaende in twee ackeren, groot drie scheepel gesaay, op den Assendorper<br />

Enck', na opdracht door haar vader Gerrit Hendriks. Op dezelfde dag vestigen Steven Timmerman en<br />

zijn vrouw Hendrikje Gerrits ten behoeve van de gebroeders Johannes en Hendrik Bunskerken een<br />

hypotheek van f. 1350,- op dit goed [Repertorium op de leen-, tins- en hofhorige goederen van het Stift<br />

Essen, Assendorp].<br />

5-4-1791: Steven Timmerman koopt van Jan Marsman een huis met hof en berg en een akker in<br />

Assendorp, gelegen voor de Sassenpoort tussen het Molenpad en het huis van A.Voedt.<br />

5-4-1791: Steven Timmerman leent van Dhr. van Beunskerken een som van 1350 gulden, tegen een<br />

rente van 3 gulden en 4 stuivers per 100 gulden. Als onderpand dienen een huis, hof, berg en een akker<br />

in Assendorp.<br />

1817: Steven Timmerman, pachter van een stuk buitendijks groenland bij de Riesebos, verzoekt om<br />

remissie van de pacht over 1816. Dit verzoek wordt door de gemeenteraad afgewezen.<br />

92. Roelof Everts Schaapman, zn. van Evert Peters en Lubbigje Gerrits, gedoopt te IJsselmuiden<br />

op 15 februari 1778, landbouwer op de Oude Wetering, later op Stikkelregt in de Roebollige<br />

Hoek, overleden te Mastenbroek op 4 oktober 1864, trouwt (1) op 10 juni 1802 met Marrigje<br />

Gerrits Hollander, trouwt (3) te Zwollerkerspel op 18 februari 1833 met Jannegje Fortuijn,<br />

geboren te Hasselt op 9 maart 1803, trouwt (2) te Zwollerkerspel op 25 april 1818 met<br />

93. Willempje Hendriks van der Steege, dr. van Hendrik Jans van der Steege en Hermpje<br />

Alberts, gedoopt te Mastenbroek op 11 januari 1798, dienstmeid, overleden te Zwollerkerspel<br />

op 30 augustus 1826.<br />

1806: Roelof Schaapman, boerderij, geboren 11 february 1779 [sic!] [Register hoofdbewoners<br />

Zwollerkerspel, inv.nr.1015, huis nr.44].<br />

1808: Roelof Schaapman, in Mastenbroek, wordt ingedeeld in klasse 37 (jaarinkomen van 225-375<br />

gulden) en betaalt 3 gulden [Personele quotatie 1808].<br />

25-4-1818: Roelof Schaapman woont aan de Nieuwe Wetering in Mastenbroek, Willempje van der<br />

14


Steege in Mastenbroek. Later wonen zij in de Roebollige Hoek (1823, 1864).<br />

9-4-1822: Op 11 april 1822 wordt ten huize van kastelein G.J. Kragt te Mastenbroek verkocht 'een erve,<br />

bestaande in eene boerenwoninge, zijnde nr. 22, met twee hooibergen en een schuurtje met eenige<br />

hofgrond, gelegen op de Oude Wetering, omtrent de Mastenbroeker Kerk, voorts met ongeveer 23,37, 69<br />

Bunders Nederlandsch, of ongeveer 19 Morgens oude maat, zoo weide als hooiland, tusschen de Oude<br />

en Nieuwe Wetering, en dan nog 3,69,23 Bunders Nederlansch, of ongeveer 3 Morgens oude maar<br />

weideland, aan de Nieuwe Wetering bij het huis van Hendrik Hulleman, alles onder Zwoler Karspel,<br />

thans bemeijert bij Roelof Schaapman' [Overijsselsche Courant 9-4-1822].<br />

1829: Roelof Schaapman bezit een graf in Mastenbroek [p.1, 1830 p.2].<br />

94. Gerrit Hendriks van Berkum, zn. van Hendrik Lucas van Berkum en Fennegien Gerrits<br />

Schutte, geboren te Zwolle op 10 februari 1802, boerenknecht, landbouwer, olieslagersknecht,<br />

huisknecht, overleden te Zwolle (op de Nijstad voor de Diezerpoort) op 25 november 1857,<br />

trouwt te Zwolle op 21 februari 1822 met<br />

95. Geertruid Hendriks Bergkamp, dr. van Hendrik Janssen Bergkamp en Geertje Roelofs<br />

Veltkamp, geboren te Zwolle op 3 november 1800, overleden te Zwolle (op den Ooster Enk)<br />

op 10 december 1875.<br />

16-3-1858: Notaris J.R. van Roijen zal op 16-3-1858, in het Odeon te Zwolle, verkopen aan de<br />

meestbiedende: Drie huizen en erven, met een tuin, staande en gelegen buiten de Diezerpoort op de<br />

Nieuwstad te Zwolle, Kad. Sectie B312, B590 en B591, samen groot 1 Roe 56 el. Staande op f 410 (en<br />

niet op f 500 zoals vroeger is geanonceerd). De aanwijzing geschiedt door de weduwe G. van Berkum<br />

[Provinciale Overijsselsche Courant 12-3-1858].<br />

104. Jan Egberts <strong>Stoel</strong>, zn. van Egbert Jans <strong>Stoel</strong> en Aaltje Jans Leeuw, gedoopt te Zalk op<br />

22 november 1761, daghuurder, landbouwer, overleden te Ankum op 14 oktober 1831,<br />

trouwt te Zwolle op 1 juni 1789 met<br />

105. Lubbigje Jans Berends (van Tolij), dr. van Jan Berends en Dirkje Jansen, geboren te Ankum,<br />

gedoopt te Dalfsen op 9 december 1759, overleden te Dalfsen op 2 juli 1829.<br />

16-5-1789: Ondertrouw Jan Egbert <strong>Stoel</strong> j:m: aan de sagemole met Lubbegien Jansen Berens j:d: te<br />

Dalfsen. Zijn getrouwt maandags 1 junij 1789. S:g: Egbert Jans <strong>Stoel</strong>, bruidegoms vader; H:g: Vrouw<br />

van den Berg in de Wijn Kanne [Trouwboek Zwolle].<br />

1795: Jan Egberts <strong>Stoel</strong> en Lubbigje Jans Berends wonen voor de Diezerpoort in Zwolle.<br />

106. Derk Jans Seinen, zn. van Jan Jans en Aaltje Derks, gedoopt te Nieuwleusen op 14 juli 1773,<br />

landbouwer, wonend te Ruitenveen, overleden te Nieuwleusen op 4 maart 1829,<br />

ondertrouwt te Nieuwleusen op 19 maart 1802, trouwt te Nieuwleusen op 4 april 1802 met<br />

107. Marrigje Hendriks (Schuurman), dr. van Hendrik Jans en Claasje Claas, gedoopt te<br />

Nieuwleusen op 24 oktober 1781, daghuurster, landbouwster, overleden te Nieuwleusen op<br />

11 september 1844.<br />

19-3-1802: Derk Jans j.m. geboren op het Roetenveen en wonende op Nieuwleusen en Margjen<br />

Hendriks j.d. geboren en wonende op Nieuwleusen solvit den 4 April hier getrouwt [Trouwboek<br />

Nieuwleusen].<br />

108. Arend Jans Ganzeboer, zn. van Jan Arents Warmerink en Fenne Jans, j.m. van Lemele,<br />

gedoopt te Ommen op 1 april 1753, castelein, wonend te Ruitenveen, overleden te Ruitenveen<br />

op 29 maart 1814, ondertrouwt (1) te Nieuwleusen op 25 april 1783, trouwt te Ommen op<br />

27 april 1783 met Geertjen Alberts, ondertrouwt (2) te Nieuwleusen op 18 april 1789 met<br />

109. Marrigje Jans Kalf, geboren te Ruitenveen rond 1760, landbouwster, overleden te Ruitenveen<br />

op 13 augustus 1850, ondertrouwt (1) te Nieuwleusen op 11 augustus 1787 met Jan Dries,<br />

overleden te Ruitenveen op 5 januari 1789.<br />

15


1789: Marrigje Jans, weduwe van Jan Dries op 't Rutenveen, geeft zeer eerbiedig te kennen dat haar<br />

man de 5 januari deses jaars is overleden, dat zij met haar man een jaar en ruim zeven maanden<br />

getrouwd geweest is, dat haar man van het begin van haar trouwen ziekelijk is geweest, en dat zij geen<br />

kind van hem heeft noch zwanger is; dat zij alleen de kost niet kan winnen en thans wil hertrouwen,<br />

buiten 't welk zij in de armenstaat zou vervallen [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.631].<br />

1795: Arend, castelein, aangegeven door Mergien Jans, vier personen [Volkstelling 1795 Ruitenveen].<br />

1832: De weduwe van Arend Ganzeboer, landbouwer, geboren Marrigje Klaas [sic!], bezit een huis en<br />

erf, een tuin, bouwland en grasgrond, te Ruitenland (Achter Stadhoek en Ooster Stadhoek), kadastraal<br />

Nieuwleusen B328-B330, B338 en B342, in totaal 0.59.48 groot [OAT Nieuwleusen; Kadaster 1832].<br />

110. Jan Thijs Vonder, zn. van Thijs Claas en Geziena Claas, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

9 januari 1785, landbouwer, wonend te Den Hulst, overleden te Den Hulst op<br />

20 september 1827, trouwt te Dalfsen op 17 juli 1811 met<br />

111. Hendrikje Willems, dr. van Willem Coops en Claasje Claas, geboren te Ruitenveen, gedoopt<br />

te Nieuwleusen op 8 mei 1791, dienstmaagd, landbouwster, overleden te Nieuwleusen op<br />

31 maart 1860, trouwt (2) te Nieuwleusen op 23 juli 1828 met Arend Hendriks Evenboer,<br />

geboren te Nieuwleusen op 23 juli 1800, landbouwer.<br />

6-7-1811: Verklaring van Arend Loseman, deurwaarder bij de rechtbank van eersten aanleg in<br />

Deventer, op verzoek van Jan Thijs, bouwman in de Hulst, om aan de maire van Dalfsen een afschrift te<br />

geven van een vonnis dd 15 juni jl, van Jan Thijs tegen de weduwe Hendrikje Roelofs als moeder en<br />

voogdesse van haar minderjarige dochter Hendrikje Hendriks [Huwelijksbijlage; vonnis erg moeilijk<br />

leesbaar].<br />

1832: De erven Jan Vonder, te Den Hulst, bezitten een huis en erf, bouwland, weiland en grasgrond<br />

met bomen te Ooster Hulst in Den Hulst, samen 4.53.78 ha, kadastraal E80-E86 [OAT Nieuwleusen;<br />

Kadaster 1832].<br />

112. Evert Gerrits, zn. van Gerrit Gerrits en Janna Everts, geboren te Rechteren, gedoopt te Dalfsen<br />

op 28 maart 1751, landbouwer op 't Roons in Emmen, later op Rutgers in<br />

Hellendoorn, belijdenis te Dalfsen in 1774, overleden te Hellendoorn in 1801, trouwt (2) te<br />

Dalfsen op 26 augustus 1792 met Maria Jansen, geboren te Den Ham, trouwt (1) te Dalfsen op<br />

13 april 1787 met<br />

113. Geertje Gerrits, dr. van Gerrit Jansen en Ida Hendriks, geboren te Emmen, gedoopt te Dalfsen<br />

op 8 januari 1764, begraven te Dalfsen op 1 juli 1791.<br />

13-4-1787: Evert Gerrits j.m. en Geertje Gerrits j.d, beiden in Emmen [Trouwboek Dalfsen].<br />

1788-1800: Evert Gerrits en zijn echtgenote wonen in Emmen (1788), op 't Roons bij Nierveer in<br />

Millingen (1791), in Emmen aan Roonshuijs (1793), in Millingen aan ’t Nieuwe Veer (1795), in<br />

Oudleusen op Altena (1797) en op erve Rutgers op de Schuilenberg in Hellendoorn (1800) [Doopboek<br />

Dalfsen en Hellendoorn].<br />

11-8-1792: Evert Gerrits, weduwnaar te Emmen, geeft zijn onmondige zoon Gerrit Jan Evers, bij<br />

Geertje Gerrits in echte verwekt, voor zijn moederlijke goed zijn moeders klederen, linnen en wollen,<br />

alsmede goud en zilver, een paar gouden krullen, een gouden slot, een gouden ring, een zilveren<br />

punthaak, een bijbel met zilveren krappen, een boeren kist en zes nieuwe hemden. Gerrit Gerrits en<br />

Willem van de Vegte, ooms van het kind, hebben de momberschap aangenomen [ORA Dalfsen 14,<br />

fol.349].<br />

11-8-1792: Evert Gerrits wedr van Geertjen Gerrets aan Roonshuys te Emmen (zoon van Gerrit Gerrits<br />

en Janna Everts) en Maria Jansen j.d. geb in den Ham, thans dienende aan de Horst onder Windesheim<br />

(dogter van Jan Hendriks en Aaltjen Nijman). Met attestatie van Windesheim getrouwd te Dalfsen op<br />

26 augustus [Trouwboek Dalfsen].<br />

114. Jan Albertsboer, zn. van Albert Jansen Boer en Hendrikje Hendriks Reimink, gedoopt te<br />

16


Hellendoorn op 21 november 1773, arbeider, landbouwer op Albertsboer, overleden te<br />

Hellendoorn op 4 oktober 1818, ondertrouwt te Hellendoorn op 22 april 1797, trouwt te<br />

Hellendoorn op 14 mei 1797 met<br />

115. Willemina Gerrits van den Berg, dr. van Gerrit Wolters van den Berg en Fenne Derksen,<br />

gedoopt te Hellendoorn op 12 november 1775, boerwerkster, boerin, overleden te Hellendoorn<br />

op 11 juli 1830.<br />

Albertsboer ligt op de Nieuwstad bij Hellendoorn. Tegenwoordig is dat Nieuwstadweg nr.31.<br />

4-3-1791: Jan Albertsen Boer koopt van Antonij Groot Roosink een stuk land, genaamd ‘het Nije’,<br />

gelegen in de Hellendoornsche esch bij het Boershuijs aan de Nijstad [ORA Hellendoorn f.39].<br />

4-9-1793: Jan Albertsboer koopt van Willem Groot Roosink een stuk land, genaamd ‘het Blokstuk’,<br />

gelegen in de Hellendoornsche esch [ORA Hellendoorn f.52].<br />

15-1-1796: Jan Albertsboer koopt een stuk grond [ORA Hellendoorn f.58].<br />

22-4-1797: Jan Alberts Boer j.m. geboortig en woonagtig in 't kerkdorp en Willemine Gerritsen van den<br />

Berg j.d. geboortig en woonagtig in het kerkdorp, op 14 mei 1797 in de kerk te Hellendoorn getrouwt<br />

[Civiel trouwen Hellendoorn].<br />

11-7-1830: In de overlijdensakte van Willemina Gerrits staat dat zij een dochter is van Gerrit Gerrits en<br />

Gerritdina Jansen.<br />

116. Jurrien Hermannusz van Meekeren, zn. van Hermannus Jurriaens van Meekeren en<br />

Hendrika Keijman, geboren te Hattem op 27 maart 1766, gedoopt te Hattem op 31 maart 1766,<br />

meestertimmerman, aannemer, overleden te Kampen op 24 maart 1831, trouwt (2) te Hattem<br />

op 12 augustus 1825 met Bartje Zwanepol, ondertrouwt (1) te Hattem op 20 juni 1788,<br />

trouwt te Hattem op 6 juli 1788 met<br />

117. Aaltje Jans van Straten, dr. van Jan Jansen van Straten en Bartha Jansen Vorstelman, geboren<br />

te Hattem op 1 november 1767, overleden te Hattem op 5 maart 1818.<br />

20-6-1788: Jurrien van Mekeren j:m: van Hattem, Aaltje van Straaten j:d: mede onder Hattem. Getrout<br />

den 6. Juli [Trouwboek Hattem].<br />

16-3-1793: Jurriën van Meekeren Hermannuszoon en Aaltje van Straaten, beiden gaande en staande,<br />

maken een testament op de langstlevende [ORA Hattem, inv.nr.144, fol.216v].<br />

31-5-1796: Jurriën van Meekeren Hermannuszoon en Aaltje van Straten verkopen aan Jurriën van<br />

Meekeren Hendrikszoon en Hendrina Barneveld voor 1725 gulden een 'Huys en Wehre met 5 schaeren<br />

Weijdens op Homoet staande alhier inde Kruijsstraat tusschen de behuizinge van Engelbertus Hoogers<br />

ter Eenre ende Gasthuis Steege ter andere zijde'. Het huis doet jaarlijks f 8-2-8 verponding<br />

[Transportregisters Hattem, inv.nr.127, fol.251v].<br />

1806: Jurriën van Meekeren en Aaltje van Straten bewonen een huis op nr.155 in Hattem, een halve<br />

schepel groot, met een huurwaarde van f 24,-. Verder betalen zij aan rechten en patenten f 8,- [Hattem<br />

reg 386: verponding].<br />

26-7-1815:Jurrien van Meekeren koopt graf nr.250 in de kerk van Hattem voor f14,-.<br />

118. Lambertus Voorhorst, zn. van Lambert Berends Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuys,<br />

geboren te Zwolle op 2 november 1783, koopman, grutter, bakker, gewezen rijdende commies<br />

in 1813, verhuist van Zwolle naar Rouveen op 21 december 1813, overleden te Nieuwleusen<br />

op 14 maart 1866, trouwt (2) te Nieuwleusen op 14 april 1821 met Anna Aleida Ottink,<br />

geboren te Uelsen op 3 oktober 1797, overleden te Nieuwleusen op 25 april 1832, trouwt (1) te<br />

Zwolle op 28 mei 1813 met<br />

119. Geesje Wijnvoorden, dr. van Cornelis Wijnvoorden en Johanna Klaassen, geboren te Zwolle<br />

op 5 juni 1781, gruttersvrouw, overleden te Nieuwleusen op 8 februari 1821.<br />

31-3-1806: Lambertus Voorhorst verkrijgt het patent voor grutter en winkelier in kruidenierswaren.<br />

1832: Lammert Voorhorst, grutter, is eigenaar van de percelen 173k (huis en erf, 0.09.50 ha), 173i<br />

(bouwland, 2.84.20 ha), 173a (grasgrond, 0.18.80 ha) en 180 (bouwland, 0.71.70, doorgehaald), gelegen<br />

17


in sectie D, Oost Nieuwleusen [OAT Kadaster 1832].<br />

1-5-1835: Lambert Voorhorst en kinderen verkopen publiekelijk op 5 mei 1835 ten huize van Barteld<br />

van Holten, te Nieuwleusen: 1. Een voor 5 jaren geheel nieuw getimmerd huis, waarin eene bakkerij en<br />

grutterij, met grutten molen en verdere grutters gereedschappen, staande te Nieuwleusen aan de<br />

Zwolsche weg, tegen over de kerk. 2. Een kamp bouwland, met het daarop staande huis, groot 3 bunders<br />

93 roeden, mede aldaar gelegen. 3. Drie dubbele akkers bouwland, groot 1 bunder 7 roeden, gelegen in<br />

den Ooster Hulst, onder Nieuwleusen. De aanwijzing zal geschieden door opgenoemde Lambert<br />

Voorhorst [Overijsselsche Courant 1-5-1835].<br />

20-9-1839: Ten verzoeke van Hendrik Blom, tuinman, wonende in Zwollerkerspel; en ten laste van 1.<br />

Lambert Voorhorst, zonder beroep, wonende te Nieuwleusen, zoo voor zich, als in hoedanigheid van<br />

vader en voogd over zijne minderjarige kinderen Cornelis Johannes, door hem bij nu wijlen Geesje<br />

Wijnvoorden in eerste huwelijk verwekt; Gerrit, Johannes Albertus, Zwaantje en Agneta Johanna, door<br />

hem bij nu wijlen Alijda Johanna Ottink in tweede huwelijk verwekt; 2. Maria Hendrika Voorshorst,<br />

zonder beroep, huisvrouw van Gerrit Jan van Mekeren, bakker te Nieuwleusen; 3. Gerrit Jan van<br />

Mekeren zelve; 4. Lamberta Cornelia Voorhorst, meerderjarig, ongehuwd, zonder beroep, wonende te<br />

Delft; zal worden overgegaan tot den verkoop bij geregtelijke uitwinning, aan den meestbiedende of<br />

hoogstafmijnende, van het na te melden onroerend goed, te weten: 1. een perceel grasgrond en<br />

bouwland, in de gemeente Nieuwleusen [nr. D172i, 2 bunders 84 roeden 20 ellen groot]; 2. een huis en<br />

erf, in de gemeente Nieuwleusen [nr. D172k, 9 roeden 50 ellen groot]; 3. een perceel bouwland in de<br />

gemeente Nieuwleusen [nr. D173a, 27 roeden 30 ellen groot]; 4. een perceel bouwland op de Ooster<br />

Bouwlanden in de gemeente Nieuwleusen [nr. D539, 52 roeden]. De toewijzing zal plaatsvinden op 23<br />

october op het raadshuis in Zwolle. Executant is procureur J.J. de Boer [Overijsselsche courant 20-9-<br />

1839].<br />

122. Willem Hendriks Tempelman, zn. van Hendrik Bartels Nienes en Hendrikje Lucas Tempels,<br />

gedoopt te Ommen op 9 januari 1774, dagloner, overleden te Ankum op 7 maart 1812,<br />

trouwt te Nieuwleusen op 22 april 1804 met<br />

123. Christina Dirks Boerdam, dr. van Derk Jans Boerdam en Eva Stoffers Kruijsdijk, gedoopt te<br />

Olst op 12 januari 1783, dagloonster, overleden te Ankum op 10 februari 1823, trouwt (2) te<br />

Dalfsen op 3 juli 1813 met Gerrit van 't Land, geboren te Zwolle rond 1787, arbeider,<br />

overleden te Ankum op 18 april 1863.<br />

22-4-1804: Willem Tempelman woont in Ruitenveen, Christina Boerdam in Nieuwleusen. In 1804<br />

wonen zij op 't Jan van Ommens in Ankum.<br />

124. Hermannus Arends Nagel, zn. van Arent Nagel en Johanna, j.m. van Sappemeer (geboren op<br />

4 maart 1756 [Registre Civique]), molenmakersknecht, molenaar, timmerman, verhuist van<br />

Den Ham naar Zwolle op 10 april 1794, overleden te Zwolle (op de Plas) op 4 maart 1815,<br />

trouwt (1) te Den Ham op 1 februari 1784 met Jannegje Overmars, overleden te Den Ham<br />

rond 1791, trouwt (2) te Zwolle op 4 mei 1794 met Isabella Hulmans, trouwt (3) te Zwolle op<br />

6 maart 1796 met<br />

125. Aaltje van Zuithem, dr. van Jan Henrick van Zuthem en Maria Arends, gedoopt te Hattem op<br />

27 september 1761, dienstmeid, belijdenis te Zwolle op 20 december 1784, overleden te Zwolle<br />

op 30 november 1812, ondertrouwt (1) te Zwolle op 10 april 1784, trouwt te Zwolle op<br />

2 mei 1784 met Albert Smit, timmermansknecht.<br />

10-4-1784: Aaltien van Zuttem is bij haar eerste huwelijk dienstmeid en woont in de Corte<br />

Camperstraat. Als huwelijksgetuige(n): de suster Hend. Wees te Hattem.<br />

1786: Hermannus Arends Nagel woont in Den Ham (1786, 1788), later in de Sassenstraat in Zwolle<br />

(1794) en de Diezerpoorterplas nr.20 in Zwolle (1812, 1815).<br />

10-4-1794: Albert Sandhuis en Berend Schutte stellen zich borg voor Hermannus Nagel voor de tijd<br />

van 6 jaar, belovende de armenkamer te indemneren indien hij binnen deze tijd tot armoede mocht<br />

vervallen [HCO; Register van Nieuwe inwoners 1762-1804, fol.123].<br />

18


10-4-1794: Acte van indemniteit van de diaconie van Den Ham voor de beide kinderen van Hermannus<br />

Nagel voor de tijd van zes jaren [Akten van Indemniteit Zwolle].<br />

1794: Hermannus Nagel schrijft dat hij blij is met de aanstelling van Bartus Overmars en Jan Hendriks<br />

Hulleman als voogden over de kinderen die hij bij Jannegje Overmars, zijn vrouw, verwekt heeft. Deze<br />

kinderen genieten van hun moeder en grootmoeder 6 dukaten en krijgen van hun vader ieder 6 gulden.<br />

Hun schuld bedraagt 17 gulden [Zwolle: RA001-00171, p.609-610; Schepenen en Raden 1794 p.150].<br />

1812: Herm. Nagel, geboren -12-1760, gehuwd, molenmakersknecht, zoon van Arent Nagel,<br />

wagemaker, en Johanna, gewoond hebbende te Oost Friesland, ouders overleden [HCO, Register van<br />

alle huizen, Zwolle, wijk de Dijk 20, p.14-15].<br />

126. Jan Asjes Velthuis, zn. van Gerrit Asjes Velthuis en Janna Janssen, geboren te Ankum,<br />

gedoopt te Dalfsen op 5 juni 1766, landbouwer op ’t erve voor de Ruitenborgh in<br />

Ankum, belijdenis te Dalfsen in 1789, overleden te Ankum op 23 oktober 1830, ondertrouwt te<br />

Dalfsen op 4 november 1795, trouwt te Dalfsen op 22 november 1795 met<br />

127. Gerritdina Gerrits Krukkert, dr. van Gerrit Jans van 't Kroemers en Hendrikje Gerrits Asjes,<br />

geboren te Meer, gedoopt te Den Ham op 6 januari 1765, landbouwster, overleden te Ankum<br />

op 7 april 1825.<br />

1813: Jan Veldhuis te Ankum vraagt om kwijtschelding van belasting op het vee voor 5 jaren wegens<br />

brandschade [Toegangsnummer 22, Onderprefect van Deventer 1811-1814; 3.04.1.2.1.2.6. nr.328].<br />

Generatie VIII<br />

128. Jan Jansen <strong>Visscher</strong>, j.m. van Veessen, visser, overleden te Veecaten op 31 januari 1786,<br />

trouwt (1) te Zalk op 26 april 1734 met Hermpje Gerrits Bastiaan, dr. van Gerrit Jans Bastiaen<br />

en Gerrigje Gerrits, gedoopt te Zalk op 6 mei 1711, overleden te Zalk op 6 januari 1750, trouwt<br />

(2) te Zalk op 4 augustus 1754 met<br />

129. Hermina Jans, dr. van Jan Gerrits Bastiaan en Willempjen Engberts, gedoopt te Zalk op<br />

21 oktober 1731, overleden te Veecaten op 28 februari 1782.<br />

13-3-1736: Jan Bastiaan en Jan Jansen Visser sluiten een accoord beteffende het vissen met pookgarens,<br />

waarbij zij verklaren de heer van Zalk niet in diens visserij te zullen benadelen [ORA Zalk 39].<br />

9-5-1740: Garrigie Gerrits, weduwe van Garrit Bastiaen, als moeder en voogdesse over haar onmondige<br />

kinderen, sluit ter voorkoming van disputen een accoord met haar dochter Harmina Garrits, getrouwd<br />

met Jan Visser, en haar mondige zoons Garrit en Jan Garrits bijgenaamd Koninck. Harmina, getrouwd<br />

met Jan Visser, ontvangt het huis, met bakhuis, berg en hof, waarin haar moeder met haar onmondige<br />

kinderen mag blijven wonen, en waarvoor zij bij diens overlijden 400 Car. Gulden inbrengen. De drie<br />

oudste kinderen krijgen elk 45 gulden voor hun vaders goed [ORA Zalk 16, fol. 12,13].<br />

1744: Jan <strong>Visscher</strong>, carpelsongeld f 4-13-, staet op de aparte lijste [ORA Zalk & Veecaten nr.56,<br />

rekesten].<br />

1748: Jan Jans en zijn vrouw Hermpjen Gerrits wonen met hun kinderen Gerrit, Evert, Jan en<br />

Jannigjen in Veecaten, zonder dienstboden. Zij wonen bij de weduwe van Gerrit Bastiaen [Volkstelling<br />

1748].<br />

9-1-1749: De scholtus Jacob ter Welberg doet door de onderscholtus panden 'alle sodane personen als<br />

volgens overgegeven restandcodel van de jare 1744 en 1745 yder apart gedebiteet staan'[…] wegens het<br />

verschulde an het Carspel van Zalk, Jan Visser, Gerrit Gajeman en Gerrit Jans in Vecaten' [ORA Zalk<br />

& Veecaten nr.56, rekesten].<br />

1750: Jan Janssen, wonend aan de Dijk, wordt ingedeeld in de 11e categorie (jaarinkomen onder de 200<br />

gulden) en betaalt 1-2-0 gulden [Personele quaotatie 1750].<br />

21-7-1754: Jan Jans, weduwnaar van Hermpien Gerrits, gaat hertrouwen met Hermine Jans. Als voogd<br />

over zijn kinderen Gerrit, Evert en Jan worden Gerrit Gerrits en Jan Gerrits benoemd [ORA<br />

Schoutambt Wilsum 3370; Gens Nostra 2000, p.385].<br />

27-7-1754: Jan Jans, weduwnaar van Hermpjen Gerrits, is voornemens te hertrouwen met Hermine<br />

19


Jans. Over zijn drie kinderen, met name Gerrit, 16 jaar, Evert, 12 jaar, en Jan, 6 jaar, worden als<br />

momberen aangesteld Gerrit Gerrits en Jan Gerrits, beiden in Veecaten. De vader geeft zijn kinderen<br />

voor hun moederlijke goed: Gerrit 6 Car. gld en een 'sersien rock', en voor Evert en Jan elk 12 gld.<br />

[ORA Zalk 16].<br />

7-6-1783: Jan Jans, ziek te bedde, benoemt zijn jongste zoon Harmen Jans tot universele erfgenaam van<br />

al zijn na te laten goederen, 'edog met dien verstaende aan zijn drie andre soonen als namelijk Gerrit,<br />

Evert en Jan Jans de legitieme portie haar naar strikten Regten competerende' [ORA Zalk & Veecaten<br />

17, fol.457, 458].<br />

130. Jan Matthijs Wolters (ook: Wolter Matthijs), zn. van Matthijs Wolters en Trijntje Elsje, geboren<br />

te Dueshorn (Hannover) rond 1734 (of 1739), visser, overleden te Wilsum op 4 juni 1816,<br />

trouwt met<br />

131. Anna Gerrits Bastiaan, dr. van Gerrit Jans Bastiaan en Aaltje Mensen, gedoopt te Zalk op<br />

29 juni 1738, overleden te Wilsum op 16 april 1812.<br />

In het doopboek van Wilsum staat aangetekend dat Wolter Matthijs lutheraan is en Anna Gerrits<br />

gereformeerd.<br />

12-2-1800: Wolter Marteijs bezit 2 koeien boven de 2 jaar en 1 koe onder de 2 jaar en betaalt 5 stuivers<br />

[Hoornbeesten Stad Wilsum; Statenarchief 3.1, inv.nr.5664; Website hist.ver. Jan van Arkel].<br />

132. Gosen Arentsz Meuleman, zn. van Arend Gosens en Anna Rutgers, j.m. van Wijhe, begraven<br />

te Zwolle (in de Broerenkerk) op 9 november 1770, ondertrouwt (2) te Zwolle op<br />

16 november 1737, trouwt te Zwolle op 1 december 1737 met Geertje Jans, j.d. van<br />

Wilsum, belijdenis te Mastenbroek op 4 april 1754, ondertrouwt (1) te Zwolle op<br />

20 maart 1730, trouwt te Zwolle (met attestatie van Mastenbroek) met<br />

133. Dirkje Thijssen, j.d. van Mastenbroek, overleden voor 1 december 1737.<br />

20-3-1730: Goossen Arendsen j.m. en Derkjen Thijs beide inden 's Herebroek Hier getrouwt op<br />

attestatie uijt Mastenbroek [Trouwboek Zwolle].<br />

1733: Peter Hendriks van Wyringen, 10 m 5 hond, in IJsselmuiderslag, f 25-7-2 verponding. Eigenaar:<br />

Lucas Bols, later Hendrik Franken, later Gosen Arends, later Jan Stevens, later Anton (?) Gerrits<br />

[HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.71].<br />

1733: Jochem Lubbers, 1 m, in Lammegies Brugge, f 1-12-10 verponding. Eigenaar: Hermen Albers,<br />

later Gosen Arends erfg. en Arend Gosens [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek,<br />

inv.nr.2489, fol.173].<br />

4-9-1733: Gosen Arends en Derkje Thijs, eheluiden, kopen van Egbert Hendriks en Lubbigje Harms,<br />

eheluiden, een morgen land, het ‘blauwe slagh’ genaamd, in het Voorsterslag te Mastenbroek<br />

[RAZK620, fol.277].<br />

4-9-1733: Gosen Arents, ook voor zijn huisvrouw Derkien Thijs, bekent schuldig te zijn aan Garr.<br />

Noortman, als momber over het kind Witt Jacobs, tot Barcum wonende bij zijn oom en medemomber<br />

Rutg. Willems, de som van 600 Car. gulden. Zij stellen al hun goederen tot onderpand, in specie 'haer<br />

plaetsien en caterstede nevens huis en boomgewasch van dien in Vecaten'. (door Lubbegien Harms en<br />

Egbert Hendriks aan de comparant overgedragen). De schuld is op 2-2-1734 geroyeerd [ORA Zalk,<br />

nr.15, fol.375-376].<br />

1737: Goosen Arents gebruikt 3 m in 't Swarte Campjen en het land bij 't Huijs en ½ m gezaaij in de<br />

Belten, gelegen in Voorst/Westenholte, in eigendom bij juffr. Bruins erfgenamen modo Rijnvis<br />

[Verponding Zwollerkerspel 1737].<br />

23-11-1737: Gosen Arents Meuleman, weduwnaar van wijlen Derkjen Thijs, heeft over zijn 3<br />

onmondige kinderen Arent, Steven en Geesje, als voogden aangesteld Jan Arents Meuleman, oom van<br />

vaderszijde, en Frerik Alberts, oom van moeders zijde. Als erfuiting heeft hij een accoord overlegd, welke<br />

hij met de voogden heeft opgesteld. In dit accoord staat: elk kind krijgt 200 gulden (à 20 stuivers), 2<br />

gouden ringen en 2 gouden stiften voor haardraaien. Geesje krijgt een bed met toebehoren, de silveren<br />

beugel met toebehoren en het linnen van haar moeder. [ORA Zwolle & Zwollerkerspel, RA001, nr.621,<br />

20


(VR:1737-1742), momberstelling, Fol.12].<br />

1750: Goossen Arends, te 's Heerenbroek, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en<br />

betaalt 3 gld [Personele quotatie Zwollerkerspel 1750].<br />

1751: Goosen Arends, selfs eigenaar van een huis te 's Heerenbroek met 1 vuurstede [Vuurstedengeld<br />

Zwollerkerspel 1751].<br />

1751: Het huus en have bij Goen Arents, te Veecaten, 1 vuurstede, in eigendom van de vrouw van den<br />

Dingshof. Daarnaast is Gosen Arents eigenaar van een huis in Veecaten (nr.1) met 1 vuurstede (in<br />

1711 was dit huis van Harm Alberts). [Vuurstedengeld Zalk & Veecaten 1751].<br />

8-4-1751: Gosen Arens en Willem Gerrits worden aangesteld als mombers over de vier onmondige<br />

kinderen van Geesjen Gerrits, die gaat hertrouwen met Gerrit Arens, en wijlen Derk Jans Posjen<br />

[Stadsgericht Wilsum 2 fol.54].<br />

24-7-1754: Gosen Arents geeft aan een erve en goedt gelegen in Mastenbroek op de Bisschopswetering,<br />

zijnde aangeerft tien morgen en vijf hond den 24 Juni 1754 van Hendrik Franke en dezelfs huisvrouw<br />

met een somma van duizend en vijf guldens aangekocht [ORA IJsselmuiden inv.nr.76].<br />

26-10-1762: Jan Stevens geeft aan een erve land in Mastenbroek bij hemzelfs wordende bewoont voor<br />

een week of drie van Gosen Arents met een somma van eenduizend zeshonderd en vijfendertig guldens<br />

aangekocht [ORA IJsselmuiden inv.nr.76].<br />

1-5-1765: Gosen Meuleman betaalt hoofdgeld in ’s Heerenbroek.<br />

28-4-1766: Gosen Meuleman verkrijgt de eigendom van een huis in de Broerenstraat in Zwolle<br />

[Transp.reg. p.496].<br />

9-9-1770: Goosen Arends Meuleman weleer woonende op 's Heerenbroek. Nu alhier overleden ten<br />

huijse van desselfs schoonsoon Wolter van der Veen op half drie begraven in de Broerenkerk komt voor<br />

een half uur luidens f 2-16 [Begraafboek Zwolle].<br />

2-5-1771: De erfgenamen van Gosen Arends verkopen hun huis in de Broerenstraat in Zwolle aan<br />

Moses Hertog [Transp.reg. p.364].<br />

134. Asje Lamberts Linthorst, landbouwer, herbergier in de Moriaan te Spoolde, ondertrouwt te<br />

Mastenbroek op 13 oktober 1742, trouwt te Zwolle op 30 november 1742 met<br />

135. Janna Jans Schutten.<br />

7-11-1742: Asjen Lindhorst j.m. an het Caterveer met Janna Schutte j.d. tot IJsselmuiden. s.g. Gerrit<br />

Asjes, h.g. haar vader; alwaar de proclamatien moeten gaan gelijk ook in Mastebroek attestatien getoont<br />

sijnde. Sijn alhier getrouwt den 7 Nov. 1792 [Trouwboek Zwolle].<br />

1743: Asjen Linthorst, bouwman, en Johanna Schutte, wonen in de wijk 1e Waterstraat nr.26 in<br />

Zwolle. Rond 1748 woont hij in de wijk 2e Waterstraat nr.178 [Register van alle huizen, ca. 1743 en<br />

1748].<br />

1748: Asje Linthorst en Janna Schutten, in Spoolde, met kinderen Lambert, Margrita, Janna en Jan<br />

[Volkstelling].<br />

1750: Assien Linthorst, in Spoolde, wordt ingedeeld in de 11e klasse (jaarinkomen onder de 200 gulden)<br />

en betaalt 3 gulden [Personele quotatie 1750].<br />

17-9-1757: Asje Linthorst is 90 gulden pacht schuldig, over 1755-1757, voor het huis ‘De Moriaan’,<br />

gelegen tegen de Spoolderberg [Inventaris van de archieven van de marken in de provincie Overijssel,<br />

2.092.1.2.2].<br />

19-6-1781: Asjen Linthorst ter ener en zijn zoon Lambert Asjes en zijn vrouw Geertjen Berends ter<br />

andere zijde, bekennen overeengekomen te zijn dat de eerste comparant, die thans een som van 800<br />

gulden bezit, daarvan de halfscheid aan de andere comparanten geeft, gelijk hij hun geeft 200 guldens en<br />

een huisjen op de Kolk in Diese, door hem mede voor 200 guldens aangekocht; waartegen de tweede en<br />

derde comparant de eerste comparant gedurende zijn leven behoorlijke huisvesting zullen verlenen en<br />

kost en klederen [HCO, ORA Zwolle & Zwollerkerspel 628, fol.365].<br />

136. Hendrik Jans Snijder, zn. van Jan Reijndertsen Snijder en Rijckjen Heijmens, gedoopt te<br />

Nunspeet op 20 november 1718, kleermaker, overleden in 1751, trouwt (1) te Doornspijk op<br />

26 november 1741 met Jannetje Jacobs Boeve, trouwt (2) te Doornspijk op 23 september 1746<br />

21


met<br />

137. Aartje Harms Nagelhout, dr. van Harmen Hendriks Nagelhout en Gerrigje Gerbrichs, j.d. van<br />

Doornspijk, overleden na 1758.<br />

138. Hannes Hendriks Soet, zn. van Hendrik Jacobs Soet en N.N, j.m. van Doornspijk, trouwt te<br />

Doornspijk op 5 mei 1743 met<br />

139. Janna Aerts, j.d. van Epe.<br />

29-3-1773: Mr Johan van Erkelens verkoopt aan Jan Lutz en Margaretha Streelyn een hofje over de<br />

Eusdyk by Apperlo, dat door Hannis Soet gebruikt wordt [Protocol van bezwaar Doornspijk].<br />

20-11-1773: Hannes Hendriksen Soet en Jan Eymberts treden op als voogden over Teunis Jacobs,<br />

onmondige zoon van Jacob Hendriks Soet en wijlen Maria Teunis [ORA Elburg; Veluwse Geslachten<br />

2010, p.19].<br />

140. Evert Vlesse, trouwt met<br />

141. Grietje Jans.<br />

142. Dries Otten, j.m. van Vaassen, overleden te Oldebroek op 12 mei 1783, trouwt te Oldebroek<br />

op 28 maart 1734 met<br />

143. Jannetje Dirks, dr. van Dirk Gerrits Nyemeyer en Grietjen Aarts, gedoopt te Oldebroek op<br />

26 april 1711, overleden te Oldebroek op 29 mei 1783.<br />

144. Gerrit Stoffers (?), trouwt met<br />

145. Anna Margretha Knoop (?), dr. van Engbert Knoop en Derkjen Stoffers, gedoopt te Wijhe op<br />

29 december 1701.<br />

1748: Gerrit Stoffers, Grietje zijn vrouwe. Kinderen: Engbert, boven de 10, Derk, Hendrikus en<br />

Geertruijt, onder de 10 [Volkstelling Wijhe 1748].<br />

146. Claes Jans (?), trouwt te Heerde op 15 november 1722 met<br />

147. Grietje Berends (?), trouwt (1) met N.N..<br />

30-10-1722 Claes Janse j.m. en Grietje Berents wed. beijde in Hoorn [Trouwboek Heerde].<br />

148. Jan Jansen Fox (alias Kooijman), zn. van Jan Jansen Fox en Truij Jansen, gedoopt te Zalk op<br />

6 november 1707, wonend op de Kooij, keurnoot te Zalk in 1751, overleden te Hattemerbroek<br />

rond 1790, trouwt met<br />

149. Janna Herms, overleden te Hattemerbroek rond 1790.<br />

1748: Jan Kooijman en Janna Herms wonen in Zalk. Hun kinderen zijn Gerrit, Hendrik, Antonij en<br />

Egbert [Volkstelling Zalk 1748].<br />

1750: Jan Janssen Koyman wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 2 gld.<br />

[Personele quotatie Zalk 1750].<br />

22-3-1764: Jan Jansen Fox en Janna Herms bekennen schuldig te zijn aan de Heer Peter<br />

Schimmelpenning tot Zwolle 350 Car. gld. Onderpand is 2 morgen Bredewegsland in het Zalkerbroek,<br />

tussen de Heer Sloots van Harksvelt, onder het erve de Koele, en Gerrit en Jan Arents [ORA Zalk &<br />

Veecaten, boek 17, fol.57].<br />

150. Gerrit van Dieren, overleden te Hattemerbroek rond 1785, trouwt met<br />

151. Marrigje Jakobs (of Jans), overleden te Hattemerbroek rond 1785.<br />

154. Lubbert Gerrits, landbouwer in de Boxem, overleden op 6 juni 1753, trouwt met<br />

22


155. Fijgjen Hendricks, dr. van Hendrick Jans en Lijsabeth Rotgers, j.d. te Langeholte, belijdenis te<br />

Zwolle op 25 maart 1717, met attestatie naar Mastenbroek op 18 december 1718, overleden op<br />

5 december 1753, ondertrouwt (1) te Zwolle op 10 september 1718 met Evert Harms, j.m. van<br />

Mastenbroek.<br />

28-10-1726: Lubbert Gerrits in de Boxen pacht voor 38 gulden 4 morgen in 't Hasselaar slag onder<br />

Mastenbroek 'so Wijnand Eenschooten in pagt gehad heeft', voor de periode 1726-1732. Borgen zijn<br />

Henrik Egberts en Jan Rietberg. Ook pacht hij een camp groot 6 morgen in het Voorster slag genaamd<br />

'het quade gat, om te weyden en niet te hoyen, so procurator W. Fabius in pagt gehad heeft', voor 76<br />

gulden [Oud Archief Kampen, inv.nr.1933, fol.35].<br />

7-10-1732: Lubbert Gerrits pacht voor zes jaar van de stad Campen 'tot derselver geestelijke goederen<br />

gehorende' 7½ morgen te Mastenbroek aan de Rijxsteege 'so sedert eenige jaren woest gelegen', bij<br />

Evert Gijsen laatst gebruikt geweest [Oud Archief Kampen, inv.nr.1933, fol.81].<br />

5-11-1733: Lubbert Gerrits, wonende in Mastebroek in den Boxen, mede voor zijn zwager Rutger<br />

Henderix en Claas Jansen, wordt na de dood van Remmelt Willems, beleend met de helft van drie<br />

morgen land in Mastenbroek. Op 10-4-1717 was Remmelt Willems in Diese beleend met de ledige hand,<br />

mede voor Jacobjen Geerlighsen, voor Willem Fransen als voogd van de nagelaten kinderen van Hendrik<br />

Jansen, voor Fyghjen Hendriks, Harmen Roelofs en Hendrik Cornelis [HCO; Leenrepertorium van het<br />

Stift Essen; toegangsnr. 197.1; Mastenbroek, Pinksteren 37].<br />

1748: Lubbert Gerrits en Tijgjen Henricks wonen aan de Oude Wetering, met kinderen Gerrit, Lisabeth<br />

en Marrigjen boven de 10 jaar, en 1 knecht [Volkstelling 1748].<br />

1750: Lubbert Gerrits, te Mastenbroek, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 5<br />

gld [Personele quotatie Zwollerkerspel 1750].<br />

1751: Lubbert Gerrits Boxen selfs eigenaar, 1 vuurstede, aan de Oude Wetering; eerder de Wed.<br />

Perriaens [Vuurstedengeld Zwollerkerspel 1751].<br />

28-3-1754: Marregien Lubbers, onmondige dochter van Lubbert Gerrits en Fijgien Hendriks, is door de<br />

dood van haar ouders thans nog niet in staat haar eigen zaken naar behoren waar te nemen. Er is<br />

goedgevonden tot voogden over haar aan te stellen Hendrik Gerrits, oom van vaderszijde, en Rutger<br />

Hendriks, oom van moederszijde [ORA Zwolle & Zwollerkerspel, inv.nr.623].<br />

156. Arent Harms, overleden voor 10 april 1761, trouwt met<br />

157. Marrigje Willems, waarschijnlijk dr. van Willem Harms en Albertien Berends, begraven te<br />

IJsselmuiden op 17 augustus 1780, ondertrouwt (2) te Mastenbroek op 10 april 1761 met<br />

Hendrik Rutgers, begraven te IJsselmuiden op 14 juli 1772.<br />

1733: Jochum Claassen, 1¼ m in Lammegies Huis, f 1-11-12 verponding. Eigenaar: Joan Spaars (?),<br />

Hendrik Rutgers wede erf:, later de zoon Albert Arends [HCO; Statenarchief, Verponding<br />

Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.81].<br />

12-9-1747: Jan Smit en Annegien Berens, enerzijds, en Arent Harmens en Marregien Willems,<br />

anderzijds, verklaren hun huis, berg en hof te hebben verruild. Arent Harmens mag drie van zijn beste<br />

'bargroeden' uit zijn berg nemen mag en in de geruilde berg van Jan Smit stoppen, waartegen Jan Smit<br />

drie van de slechte bargroeden in plaats van zijn gemelde berg van de één in de ander brengt.<br />

Daarboven heeft Jan Smit wegens gedane ruilinge aan contante penningen bedongen 30 gulden, die hij<br />

verklaart ontvangen te hebben, waarvoor hij zijn hooi op zijn grond moeten overbrengen onder zijn<br />

huis. De huizen en bergen liggen naast elkaar aan de Camperzeedijk; ten zuiden van het huis van Jan<br />

Smit staan huis, berg en hof van de wed. Lingeman, ten westen ligt de Hooge dijk [ORA Schoutambt<br />

Genemuiden, inv.nr.7].<br />

1748: Arent Harmens en zijn vrouw Marregijn, te Asschet aan Luijterszijl. 1 kind boven de 10 jr, 3<br />

kinderen onder de 10 jaar [Volkstelling Genemuiden 1748].<br />

24-4-1761: Marretien Wilms, in de Aschat aan de Camperdijk woonachtig, weduwe van wijlen Arend<br />

Harms, met Alberd van den Bergh als momber, voornemens te trouwen met Hendrik Rutgers, verzoekt<br />

als voogden aan te stellen over haar drie onmondige kinderen (Jan, Alberd en Hermen Arends) hun oom<br />

Hermen Wilms, wonend te Grafhorst, en Peter Felix van de Luijtersziel. Zij geeft de kinderen voor hun<br />

23


vaders goed elk 6 gulden [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7 (3320)].<br />

14-10-1772: Jan Rutgers en zijn vrouw Hendrikien Klaasen, Cijmen (?) Gerrits en vrouw Marretien<br />

Hendriks, en Assien Wighers en Peter Jakobs als mombers over de minderjarige kinderen van wijlen<br />

Rutger Hendriks bij Annetien Jakobs, met namen Willem, Rutger en Lisebed Rutgers, tesamen<br />

erfgenamen van wijlen Hendrik Rutgers, betuigen aan Marretien Wilms, weduwe van Hendrik<br />

Rutgers, te hebben verkocht alle roerende en onroerende goederen van wijlen haar man [ORA<br />

Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

158. Berent Hendriks Roeteman, overleden voor 24 juli 1746, trouwt (1) met Aaltjen Joghems,<br />

trouwt (3) te IJsselmuiden op 2 november 1736 met Geesien Hendricks, trouwt (2) met<br />

159. Jantjen Jacobs, overleden voor 17 oktober 1738.<br />

25-10-1720: Berend Hendriks, wonend aan de Camperdijk in het scholtambt Genemuiden, en Wicher<br />

Jans, bloedoom, worden aangesteld als voogden over Mechtelt, Janna en Jan Klaasen, onmondige<br />

kinderen van Margien Jans en wijlen Klaas Jans [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

1733: Lubbert Jochems, 10 m, in IJsselmuiderslag, f 27-17-7 verponding. Eigenaar: Hendrik Egbers, en<br />

Hermen Jochums erfg, later Peter Herms en Berend Hendriks [HCO; Statenarchief, Verponding<br />

Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.71].<br />

1733: Albert Jansen Kuik, 1¼ m, in Dieserslag, f 0-14-0 verponding. Eigenaar: Jan Rietberg weduwe,<br />

later Jan Kuik erfg, later Berent Hendriks [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489,<br />

fol.50].<br />

1733: Hugo Willems, 6 m, in Dieserslag, f 2-15-14 verponding. Eigenaar: Jan Rietberg weduwe, later<br />

[…] Jacob Clasen en […] Wessels Kok, later Hermen Wessels, Jan Peters, Berend Hendriks en Willem<br />

Arends [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.55].<br />

5-5-1733 (of 1734): Berent Henriks, weduwnaar van wijlen Aaltjen Joghems, nomineert tot mombers<br />

over zijn twee kinderen met namen Joghem en Liesebet Berendsen, Jacob Joghems woonachtig op de<br />

Bosweteringe, oom van moederszijde, en Gerrit Jans, woonachtig te Grafhorst, oom van vaderszijde.<br />

Alzo hij zich in de huwelijkse staat gaat begeven met Jentjen Jacobs, zal hij zijn kinderen geven als zij<br />

tot hun mondige jaren gekomen zijn 70 gulden geven (samen), en verder de moeders kleren, linnen,<br />

wollen, twee gouden ringen, een zilveren oorijzer, een boek met daar in het nieuwe testament en<br />

psalmen Davids met twee zilveren 'hakies' [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

8-1734: Berent Hendriks en Hendrik Nienisch (?), wonend aan de Camperdijk, worden aangesteld als<br />

voogden over Klaas, Margien en Zwaantjen Arents, kinderen van Aaltjen Klasen, weduwe van Arent<br />

Gerrits [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

17-10-1738: Berent Hendriks Roeteman, vader en voogd van zijn onmondige kind genaamd Lammegien<br />

Berends, bij Jentien Jacobs in echte verwekt, heeft verzocht tot momber Harmen Harmens, woonachtig<br />

in het schoutambt Genemuiden, en Roelof Arens, woonachtig in het schoutambt Zwolle. Hij geeft zijn<br />

kind haar moeders kleren, linnen en wollen, die door de mombers verkocht zijn, en waarvoor zij<br />

penningen zal ontvangen 165 gulden. Alsmede is door de vader aan de mombers gegeven 18 zilveren<br />

hemdrokknopen, een zilveren oorijzer, een zilveren haarpen, 3 zilveren spelden, een zilveren 'haake en<br />

ooge', een paar los oplapbanden met zilveren haak, twee banden met […], twee schorteldoeken, banden<br />

met twee zilveren haaken, een zilveren gesp om in 't hemd te dragen. Verder zal de vader haar<br />

onderhouden in kost en kleren [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

160. Jan Hendriks Vliermaat, zn. van Hendrik Hermens Nevesel en Willempje Jans Nevesel,<br />

landbouwer op Fliermans in Magele, overleden voor 1795, trouwt tussen 1755 en 1758 met<br />

161. Derkjen Harms Podderks, dr. van Harmen Derks Poot en Anna Catharina Willems, gedoopt<br />

te Den Ham op 30 mei 1735, daghuurster, overleden na 1795.<br />

1764: Jan Vliermaat, in Magele, betaalt voor 2 personen hoofdgeld. Idem in 1765.<br />

1795: Derkjen Herms, wed. van Jan Hendriks, daghuurder, in Magele, als zijnde alleen met haar<br />

kinders in huis, 3 mensen [Volkstelling].<br />

24


162. Willem Willems Huisjes, zn. van Willem Arents en Anna Maria Goossens, gedoopt te<br />

Den Ham op 27 juli 1738, boerenknecht, landbouwer op Huisjes in Archem, overleden te<br />

Archem op 23 juli 1817, trouwt te Ommen op 2 juni 1765 met<br />

163. Aaltje Derks Huisjes, dr. van Derk Huisjes en Jannigjen Lamberts, j.d. van Archem, lidmaat te<br />

Archem in 1759, overleden te Archem op 26 april 1810.<br />

2-6-1765: Willem Willem heeft gediend op Woertink in Arrien.<br />

26-1-1803: Willem Willems en Aaltjen Derks, op Huisjes te Archem, leggen voor de schepenen van<br />

Ommen vast, dat Derk Willems met zijn echtgenote Hendrika Antonissen alle goederen erven. De<br />

dochters Maria Willems, gehuwd met Willem Flierjans te Magele, Jennegien Willems, gehuwd met<br />

Hannes Kotman, en Willemina Willems krijgen hun deel in geld uitbetaald [ORA Ommen en Den Ham<br />

nr. 23, fol. 50-51].<br />

164. Berend Harms Askamp, zn. van Hermannus Harms Askamp en Fennegien Janssen, gedoopt<br />

te Dalfsen op 10 januari 1723, begraven te Dalfsen op 14 februari 1797, trouwt (1) te Dalfsen op<br />

22 april 1757 met Janna Berents, trouwt (2) te Dalfsen op 25 januari 1767 met<br />

165. Annigje Janssen, j.d. van Den Ham, begraven te Dalfsen op 1 augustus 1804.<br />

2-1-1767: Berend Askamp, weduwnaar, zeggende wederom te willen trouwen, geeft zijn onmondige<br />

kinderen voor hun moederlijke goed een boek met zilveren krappen en een zilveren oorijzer. Vader en<br />

stiefmoeder beloven alle kinderen op te voeden als hun eigen kinderen. Albert Jansen en Harmen<br />

Harmsen hebben de momberschap aangenomen [ORA Dalfsen nr.11].<br />

Berend Harms woont in 1767 in Oudleusen, Annigje Janssen in Ankum. In 1768 wonen zij in<br />

Oudleusen, in 1769 in Oosterdalfsen.<br />

166. Jannes Janssen Brinkman, zn. van Jannes Derksen en Jennigje Berents, geboren te Oudleusen,<br />

gedoopt te Dalfsen op 9 oktober 1740, daghuurder, keuterboer op het Jan Brinks in Emmen,<br />

overleden te Emmen op 7 maart 1815, ondertrouwt te Dalfsen op 22 april 1768, trouwt te<br />

Dalfsen op 8 mei 1768 met<br />

167. Hendrina Janssen, dr. van Jan Harmens Brinkman en Berendina Janssen, geboren te Emmen,<br />

gedoopt te Dalfsen op 20 september 1744, boerin, overleden te Emmen op 27 januari 1816.<br />

1-12-1797: Jannes Brinkman is meijer op de katerstede ‘Het Jan Brinks’. Deze katerstede is in het bezit<br />

van de familie Rouse en onderdeel van een erfenis [Dalfsen 56:p.108-112; ook: p.129-132; 2-2-1800].<br />

1812: Jannes Janssen neemt de achternaam Brinkman aan. Dezelfde achternaam wordt aangenomen<br />

door Jan Janssen, 43 jr, Janna Janssen, 41 jr, Berend Janssen, 37 jr, Jannes Janssen, 30 jr, Berend Jan<br />

Janssen, 14 jr, Berendina Janssen, 12 jr, Andries Janssen, 7 jr en Jannigje Janssen, 3 weken [Register<br />

van Naamsaanneming Dalfsen, 1812, akte 601].<br />

168. Evert Teunis Stegeman, zn. van Teunis Jansz en Berta Everts, gedoopt te Zwolle op<br />

7 januari 1720, wonend voor de Sassenpoort in 1774, te Berkum in 1778, te Wijhe in 1790,<br />

ondertrouwt te Zwolle op 19 april 1750 (op attestatie van Windesheim) met<br />

169. Eva Arents, j.d. van Harculo.<br />

19-4-1750: Evert Teunis j.m. met Eva Arents j.d. beide te Harculo. Sijn op attestatie van Windesheim<br />

alhier getrouwt [Trouwboek Zwolle].<br />

170. Everhardus Gerhardus Hollemans, geboren rond 1724, soldaat onder Mulert in<br />

1743, belijdenis te Zwolle op 20 december 1756, daghuurder in 1795, overleden te Spoolde op<br />

18 februari 1807, begraven te Zwolle (op het kerkhof van het Buitengasthuis) op<br />

24 februari 1807, trouwt te Zwolle op 16 december 1743 met<br />

171. Gerritdina Hendricks de Graaff, dr. van Hendrick Jans en Hermpje Alberts, gedoopt te<br />

Zwolle op 23 augustus 1722, belijdenis te Zwolle op 20 december 1756, overleden op<br />

25


25 april 1809, begraven te Zwolle op 28 april 1809.<br />

16-12-1743: Everhardus Holleman, j.m. soldaat onder overste Raasvelt, thans alhier; Gerritdina<br />

Hendricks de Graaff, buiten de Sassenpoort. Op 24-11-1743 staat hij vermeld als Rooms Katholiek<br />

soldaat onder Mulert, terwijl zij gereformeerd is. Hij toont een officiersbriefje, zij wordt geassisteerd<br />

door haar moeder [Trouwboek Zwolle].<br />

1743: Het regiment van Mulert is later bekend als het regiment nationalen 20. Het bestaat uit<br />

musketiers en grenadiers, en bevindt zich in 1731 in Venlo, in 1737 in Zwolle/Kampen en in 1744 in<br />

Engeland [www.dutchregiments.org].<br />

20-12-1756: Gerridina van de Graaf en Everhardus Holleman, wonend aan 't Katerveer, doet belijdenis<br />

[Lidmatenboek Zwolle].<br />

13-12-1767: Everhardus Holleman en Gerdina de Graaf treden in Amsterdam op als getuige bij de doop<br />

van Hermannus, zoon van Johannes Gerner en Johanna de Graaf (Evangelisch Luthers). Bij de doop<br />

van kinderen van dit echtpaar treedt ook een Johannes de Graaf op als getuige [Doopboek Amsterdam].<br />

1795: Evert Holleman, daghuurder, woont met 8 personen te Spoolde [Volkstelling 1795].<br />

18-2-1807: Evert Holleman, oud 83 jaar, wonende te Spoolde bij de Spoolderberg, nalatende zijn vrouw<br />

en 3 kinderen, is overleden. Hij wordt op 24-2-1808 van de armen begraven op het kerkhof van het<br />

Buitengasthuis [Begraafboek Zwolle].<br />

28-4-1809: Gerridina de Graaf, oud 85 jaar, weduwe van Evert Holleman, wonende voor de<br />

Camperpoort, nalatende 2 kinderen, is overleden op 25-4-1809 en door de Gereformeerde armenkamer<br />

begraven [Register van aangegeven lijken Zwolle].<br />

172. Jannes Gerrits Grotenhuis, zn. van Gerrit Thonisz Corterik en Geesje Jans Lenderinck,<br />

landbouwer op Grotenhuis in Wesepe, overleden te Olst op 7 november 1817, ondertrouwt te<br />

Wijhe op 20 mei 1761, trouwt te Wesepe in mei 1761 met<br />

173. Janna Jansen Rouwendal, waarschijnlijk dr. van Jan Rouwendaal, dienstmeid op het<br />

hoogadelijke huis Hagenvoorde, overleden te Olst op 5 september 1816.<br />

1-5-1761: Jannes Grotenhuis, jm sone van Garrit Korterik, bouman in Wesepe, ondertrouwt met Janna<br />

Jansen, jd gedient op den Hagenvoorde onder Wijhe, getrouwt in het laatste van mei [Trowboek<br />

Wesepe].<br />

29-11-1783: Jannes Gerrits Grootenhuis en Janna Jansen zijn vrouw lenen geld van Johannes en Daniel<br />

Lindeman. Onderpand is katerstede Roosenvoort met alle toebehoren. De schuld wordt geroyeerd op 3-<br />

3-1783 [ORA Olst, 12 fol. 88; zie ook website Stamboom Grotenhuis].<br />

10-8-1788: Bij Jannes Grootenhuis is ingebroken en uit een kist van zijn zoon zijn geld en goederen<br />

gestolen [ORA Olst, 24 fol.145].<br />

30-1-1793: Jannes Grootenhuis erft een som geld van Gerrit Lenderinck, mits hij daarvan aan zijn zoon<br />

Albert Grootenhuis ook een som geld geeft [ORA Olst 16 fol.171].<br />

1803: Jannes Grootenhuis pacht Grotenhuis te Wesepe voor f 180, - van het Groot Kapittel te Deventer<br />

[Stadsarchief Deventer; Archief Franse Tijd 1e Grosse nr 13, deel 53 A + M].<br />

1806/1807: Jannes Grootenhuis is pachter op Grotenhuijs, gelegen aan de Weseperenkweg 2 [RA Olst<br />

55 blz.159].<br />

20-12-1811: Grotenhuis te Wesepe, in eigendom van de Stad Deventer, wordt getaxeerd op f 6750.-<br />

[Stadsarchief Deventer; Archief Franse Tijd; Resolutie van Vroedschap en Gemeente Raad, nr 13, blz<br />

88].<br />

7-4-1812: Overdracht van de bouwerij op Grotenhuis in Wesepe door Jannes Grotenhuis en zijn vrouw<br />

Janna Rouwendal aan dochter en schoonzoon Willem Vosman en Geesjen Grotenhuis. Kinderen zijn<br />

Albert Grotenhuis te Wijhe, Gerrit Grotenhuis te Olst, Jan Grotenhuis te Raalte, Arend Grotenhuis te<br />

Wijhe, Berendina Grotenhuis te Deventer en Geesjen Grotenhuis, opvolgster, te Olst [ONA Deventer;<br />

Notaris H.W. van Marle, akte 224 inv.nr 26].<br />

30-4-1812: Jannes Grotenhuis, bouwman te Olst, verkoopt de Keijzer te Tongeren (Wijhe) aan Tone van<br />

Aast, bouwman te Wijhe, voor f 3400.- [ONA Deventer; Notaris H.W. van Marle, akte 361, inv.nr 21].<br />

26


174. Jan Thijssen Zwarts, zn. van Thijs Berents Swart en Goldina Gerrits Grotenhuis, geboren<br />

rond 1739 (of eerder), kotter, koopman, wonend aan de Langestraat te Wijhe, belijdenis te<br />

Wijhe in 1758, houttilder in 1816, overleden te Wijhe op 14 december 1816, trouwt te Wijhe op<br />

23 september 1781 met<br />

175. Aeltje Wichers, geboren rond 1752, spinster, belijdenis te Wijhe in 1787, overleden te Wijhe op<br />

12 april 1828.<br />

29-10-1778: Joan Bannier, als gevolmachtigde van de erfgenamen van wijlen Hendrik Garrits<br />

Zonnenberg, transporteert aan Jan Tijssen Zwarts een perceel bouwland van ongeveer een halve<br />

morgen, ten oosten aan de catestede de Sligte tot aan de plaats van Jan Dekker op de Sligte gelegen,<br />

gekocht ter publieke veiling op 23 april [ORA Wijhe, nr.17, fol.124].<br />

23-9-1781: Den 23 Dito zijn alhier, na driemael afgekondigt te zijn getrouwt Jan Tijssen Zwartz j:m:<br />

En Aeltjen Wichers j:d: Beide onder Wijhe [Trouwboek Wijhe].<br />

Derk en Jan Thijssen Zwarts verkopen een perceel zaailand in den Enk voor f 400,- [ORA Wijhe nr.18<br />

fol.103].<br />

1795: Jannes Zwarts, kotter, zes personen [Volkstelling Wijhe 1795].<br />

1803: Jan Zwart (tekent) en Aaltje Wiggers maken een testament op voor hun kinderen (Teune,<br />

Alberdiene, Fennigjen, Thijs, Lammert en Hermine) [ORA Wijhe nr.22 fol.199].<br />

176. Hendrik Teunis, trouwt met<br />

177. Maria Jans.<br />

178. Hendrik Rutgers Klein, geboren te Emmelkamp, met attestatie van Emmelkamp naar Heerde<br />

in 1758, overleden te Heerde rond 1789, ondertrouwt te Heerde op 21 april 1758, trouwt te<br />

Heerde op 15 mei 1758 met<br />

179. Maria Stevens Vijge, dr. van Steven Dries Vijge en Lutgertje Egberts, geboren te Hoorn,<br />

gedoopt te Heerde op 1 februari 1728, belijdenis te Heerde in 1756.<br />

180. Hendrik Janssen Timmerman (alias Staverman), j.m. van Millingen, dagloner, overleden te<br />

Millingen voor 1807, trouwt te Dalfsen op 9 mei 1744 met<br />

181. Aaltje Berents Lindeboom (alias Blankvoort), dr. van Berent Lindeboom en Maria Stevens,<br />

geboren te Millingen rond 1722, belijdenis te Dalfsen in 1741, overleden te Dalfsen op<br />

14 augustus 1807.<br />

1748: Hendrik Jansen en Aaltien Berens wonen met 1 kind onder de 10 jaar en inwoner Roelof<br />

Hendricks te Millingen [Volkstelling 1748].<br />

10-4-1789: Hendrik Jansen Timmerman en Altjen Berents Blankvoort, eheluiden, verklaren<br />

overeengekomen te zijn met hun zoon Arent Timmerman om aan hem over te geven de halfscheid van al<br />

hun roerende en onroerende goederen, 3½ roeden 'hooijland in de vierendeels en brand', 1½ roeden<br />

hooiland in de Hooijslage onder de Roosegaarde, en daarenboven al het huisraad benevens het vee, rak<br />

en ree, niets uitgezonderd, benevens de de halve bouw en winst en verlost in gevolgelijk schuld en<br />

onschuld, mits Arent Timmerman zijn ouders onderhoudt. Hij zal de boedel houden en moet uitkeren<br />

aan zijn broer Hermans Timmerman 25 guldens, aan zijn broer Steven Timmerman een pond groot of 6<br />

guldens, aan Hendrik Timmerman 31 guldens benevens zijn vaders kiste, en aan Fennegien<br />

Timmerman, getrouwd met Engbert Rutgers […] [ORA Dalfsen nr.13].<br />

182. Gerrit Hendriks, knecht, belijdenis te Mastenbroek in 1744, met attestatie van Mastenbroek<br />

naar Zwolle op 1 mei 1756 voor Michaeli, begraven te Zwolle (Agnietenklooster),<br />

ondertrouwt te Mastenbroek op 10 april 1756, trouwt te Zwolle op 1 mei 1756 met<br />

183. Marta Asjes, dienstmeid, belijdenis te Mastenbroek op 17 april 1750, met attestatie van<br />

Mastenbroek naar Zwolle in 1756 voor Michaeli, begraven te Zwolle (Agnietenklooster).<br />

1744: Gerrit Hendriks, servus de Wedwe. van Jan Rolofs. 1756 den 1 Meij met attest. na Zwol<br />

27


vertrokken [Lidmatenboek Mastenbroek].<br />

17-4-1750: Matjen Asjes ancilla Engb. Arents, in 's H.B. 1756 den 1 Meij met attestatie na Zwol<br />

vertrokken [Lidmatenboek Mastenbroek].<br />

1756: Den 10 april op attest: van Zwol ten houwelijk geplocameert voor de iii maal Gerrit Hendriks j:m:<br />

te Zwol met Martje Asjes j:d: op 's Heerenb: den 1 meij attest: gegeven om te Zwolle bevestigt te<br />

worden [Trouwboek Mastenbroek].<br />

10-4-1756: Gerrit Hendriks, j.m. in het Buitengasthuis, gaat in ondertrouw met Martje Asjes, j.d.<br />

wonend tot 's Heerenbroek. Zij trouwen te Zwolle op 1-5-1756. S.G. de vader, H.G. de huijsvrouw van<br />

Hendrik Derks [Trouwboek Zwolle].<br />

4-5-1787: Hans Hendriks schenkt aan zijn broer Gerrit Hendriks de 'helfte van een acker, bestaende in<br />

twee ackeren, groot drie scheepel gesaay, op den Assendorper Enck', 'uit een bysondere affectie bij wijse<br />

van een gifte onder de levenden'. Op 6-10-1788 vestigt Gerrit Hendriks een hypotheek van f. 200 op dit<br />

goed ten behoeve van de gebroeders Johannes en Hendrik Beunskerken te Zwolle, à 3½ % 's jaars<br />

[Repertorium op de leen-, tins- en hofhorige goederen van het Stift Essen, Assendorp].<br />

8-2-1822: Hendrikje Timmerman, dienstmeid te Zwolle, geeft te kennen dat zij voornemens is te<br />

trouwen en dat zij daarvoor de akten van overlijden van haar grootouders van vaders- en moederskant<br />

moet produceren. Deze hebben gewoond in de gemeente Zwolle en zijn voor verscheidene jaren<br />

overleden en op het St Agnieten klooster begraven. Er is echter geen voldoende aantekening van dit<br />

overlijden in de registers van de civiele staat gevonden. Dit wordt bevestigd door Egbert Wichers,<br />

Arend Teunis ter Moolen en Roelof Meenhorst, landbouwers, en Hendrik Jan van Dijk, touwslager<br />

[Huwelijksbijlagen Zwolle, 1822 nr.13].<br />

184. Evert Peters, zn. van Peter Harms en Hillechien Roelofs, gedoopt te IJsselmuiden op<br />

3 februari 1743, landbouwer op het Spijker aan de Zeedijk, begraven te Mastenbroek (in de<br />

kerk) op 26 juli 1781, ondertrouwt te Mastenbroek op 3 april 1772, trouwt te IJsselmuiden op<br />

26 april 1772 met<br />

185. Lubbigje Gerrits, dr. van Gerrit Claassen en Aaltje Roelofs, gedoopt te Mastenbroek op<br />

13 april 1749, begraven te Mastenbroek (in de kerk) op 10 september 1784, trouwt (2) te<br />

Mastenbroek op 24 augustus 1783 met Arent Willems.<br />

24-5-1766: Evert Peters, circa 22 jaar oud, onder hulderschap van zijn stiefvader Albert Louwsen,<br />

wordt beleend met twee morgen lands in 6 morgen in het Marcelisslagh in Mastenbroek, genaamd het<br />

‘Piggenland’. Op 11-10-1783 wordt Arent Willems op ’t Spijker bij Zeedijk hiermee beleend, na de dood<br />

van Evert Peters, onder voorwaarde dat hij samen met Willem Grootenhuys en Berent Hendriks de<br />

jaarlijkse thins zal betalen. Op 14-12-1799 wordt Peter Everts van 't Spijker ermee beleend, na opdracht<br />

van Arend Willems. [Leenrepertorium van het Stift Essen, 623].<br />

4-1768: Hendrik Hendrixs en zijn vrouw Dirkje Dirkx hebben verkocht aan Jan Herms en Everd Peters<br />

hun huis,berg en where, staande en gelegen in de Asschet aan de Zeedijk, aldaar op dijkgrond hebbende<br />

ten oosten Berend Peters en ten westen Jan Klaasen Dekker [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

1772: Den 3 april ten huwelijk opgetekent en vervolgens geproclameert voor iii maal Evert Peters j.m.<br />

van de Zeedijk onder IJsselmuiden met Lubbigje Gerrits j.d. van de Zeedijk onder Mastebroek. Den 22.<br />

April attest: gegeven om te IJsselmhuijden te mogen trouwen [Trouwboek Mastenbroek].<br />

1772: Hilletien Roelofs met haar zoon Everd Peter en zijn huisvrouw Lubbetien Gerrits, woonachtig<br />

aan de Zeedijk in de Asschet, sluiten het minnelijk verdrag. Zij geeft haar zoon vrije inwoning en<br />

degelijk voedsel, en zal betalen 40 gulden, waartgen haar zoon en haar behuwde dochter dan ook<br />

aannemen het werk van zijn moeder [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

1779: Albert Hendriks en Everd Peters met hun huisvrouwen Geretien Peters en Lubbetien Gerrits,<br />

erfgenamen van hun vader Peter Harms en hun moeder Hilletien Roelofs, maken een scheiding en<br />

deling. Everd Peters zal hebben en in volle eigendom behouden, tegen het voldoen der schulden en tegen<br />

wat Albert Hendriks bij het ingaan van diens huwelijk of anders mag hebben genoten, of wat Everd<br />

Peters uit de boedel zou kunnen vorderen: Alle de goederen als huisraad, huismansgereedschap, linnen<br />

en wollen, paarden en beesten, niets uitgezonderd, en dan nog 4 morgen land in Mastenbroek in<br />

Lammeties huis en 2 morgen in Marcelis slag. Zij behouden in gemeenschap 5/4 morgen land op de<br />

28


Oostermaete met een weinig agtermaate, met nog 2¼ morgen land mede in Lammeties huis [ORA<br />

Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

1781: Den 26 Julij begraven Evert Peters van het Spijker an de Zeedijk. Enkelt gegraven, graf nr.2 in de<br />

kerk van Mastenbroek [Begraafboek Mastenbroek].<br />

30-7-1783: Lubbigjen Gerrits, weduwe van Evert Peters, geassisteerd met Albert Hendrix als momber,<br />

verklaart zich te willen veranderzaten met Arend Willems, en doet een erfuiting aan haar vier kinderen,<br />

met namen Aaltjen, Peter, Gerrit en Roelof Everts: een som van 1300 guldens, de halfscheid van 5/4<br />

morgen groenland op de Oostermaate, de halfscheid in 2¼ morgen groenland in Lammighuis huis,<br />

voorts de klederen tot hun overleden vaders lijf behoord hebbende, alsmede aan ieder kind een kist met<br />

enig linnengoed, aan Aaltje een bed met toebehoren en aan de anderen elk 40 gulden. Alle kinderen<br />

worden ook behoorlijk met goud en zilver toegerust. Voogden zijn Albert Hendrix en Heimerig Roelofs<br />

[ORA Genemuiden; verkregen van Frits van 't Spijker].<br />

1784: Den 10 sept begraven Lubbigjen Gerrits vrouw Arent Willems van de Zeedijc. Enkelt gegraven,<br />

graf nr.15 in de kerk van Mastenbroek [Begraafboek Mastenbroek].<br />

28-12-1784: Claes Claessen Kragt vestigt ten behoeve van Albert Hendriks en Heimerick Roelofs, als<br />

voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Evert Peters en Lubbegien Gerrits, een hypotheek van<br />

1500 gulden à 3%, waartoe mede tot onderpand 3 ½ morgen in Vrenswegenslant en 6 morgen op de<br />

Bisschopswetering. Geroyeerd op 6-5-1791 [Leenrepertorium van het Stift Essen, 616].<br />

186. Hendrik Jans van der Steege, zn. van Jan Gerrit Hendriks van der Steege en Willempje<br />

Alberts, gedoopt te Mastenbroek op 30 augustus 1756, boerenknecht, belijdenis te<br />

Mastenbroek op 9 mei 1782, begraven te Mastenbroek op 1 november 1808, trouwt te<br />

Mastenbroek op 30 april 1797 met<br />

187. Hermpje Alberts, dr. van Albert Anthonis en Dievertje Jans, gedoopt te Mastenbroek op<br />

30 augustus 1767, boerendochter, overleden te Mastenbroek op 7 augustus 1810, trouwt (1) te<br />

Mastenbroek op 15 maart 1793 met Tomas Oosten, met attestatie naar Hasselt op<br />

31 maart 1793, trouwt (3) op 30 augustus 1809 met Evert Jans.<br />

1798: Hendrik van der Steege en Hermpje Alberts wonen in 1798 aan de Zeedijk in Mastenbroek. In<br />

1810 woont zij in de Roebollige Hoek.<br />

1808: Den 1 Nov: beg: Hendrik Jans van de Stege. Hermpjen Jans beg. 11 Aug. 1810. Graf nr.28 in de<br />

kerk van Mastenbroek [Begraafboek Mastenbroek].<br />

18-8-1809: Hermpje Alberts, weduwe van Hendrik Jans ter Steege, heeft over haar drie minderjarige<br />

kinderen genaamd Wilmpje 11 jaar, Albert 5 jaar, en Jantje 3 jaar, tot mombers verzocht Jan van der<br />

Sluis, hun oom van moeders zijde, en Jan Jans ter Stege, oom van vaders zijde, en tot toeziende voogd<br />

Egbert Cornelis, welke de momberschap hebben aangenomen. Zij doet erfuiting, bewijzende aan ieder<br />

kind 225 gulden, ieder 3 hemden, en voorts de klederen, linnen, zilver en goud, tot hun overleden vaders<br />

lijf behorend [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.646] .<br />

188. Hendrik Lucas van Berkum, zn. van Lucas Willems en Aaltje Hendriks, gedoopt te Zwolle op<br />

7 december 1759, daghuurder, landbouwer, overleden te Zwolle op 15 mei 1822, trouwt te<br />

Zwolle op 30 april 1787 met<br />

189. Fennegien Gerrits Schutte, dr. van Gerrit Jansen Schutte en Grietje Gerrits, geboren te<br />

Emmen, gedoopt te Dalfsen op 16 september 1764, arbeidster, landbouwster, overleden te<br />

Zwolle op 6 april 1843.<br />

7-4-1787: Inschrijving van Hendrik Lucas, buiten de Dieserpoort in Diese, jongman, boerenwerk, en<br />

Fennegien Gerrits Schutte in Lente, jongedogter, boerenwerk; zijn getrouwt Maandag 30 April 1787.<br />

Getuigen: Lucas Willems, in Diese, vader van de bruidegom, en Grietien Gerrits, vrouw van Gerrit<br />

Schutte [Trouwboek Zwolle].<br />

190. Hendrik Janssen Bergkamp, zn. van Jannes Hendriks en Gerrechje Hendriks Plougman,<br />

geboren te Raalte (aan de Bergkamp onder<br />

29


den Vellenaar), gedoopt te Raalte op 2 oktober 1774, daghuurder, schippersknecht, schipper,<br />

overleden te Berkum (verdronken in de Vecht) op 3 april 1827, ondertrouwt te Ommen op<br />

18 juni 1794 (met attestatie om in Raalte te trouwen) met<br />

191. Geertje Roelofs Veltkamp, dr. van Roelof Willems en Geertruid Jans, geboren te Arriën,<br />

gedoopt te Ommen op 30 december 1770, overleden te Zwolle (voor de Diezerpoort) op<br />

21 oktober 1848.<br />

1795: Hendrik Bergkamp, daghuurder, en zijn vrouw wonen aan de Oude Wetering in Mastenbroek<br />

[Volkstelling 1795]. In 1800 wonen zij in Zwolle. Geertje Veldkamp woont bij haar overlijden in 1848<br />

op de Nijstad voor de Diezerpoort in Zwolle.<br />

1832: Hendrik Bergkamp, schipper, wonend op de Nieuwstad [NB het zal zijn weduwe betreffen],<br />

eigenaar van drie huizen met erf, te Zuid Broek op de Nieuwstad in Zwolle, kadastraal B310, B311 en<br />

B312 [OAT Kadaster 1832].<br />

208. Egbert Jans <strong>Stoel</strong>, zn. van Jan Hendriks <strong>Stoel</strong> en Janna Hendriks, gedoopt te Zalk op<br />

21 maart 1734, landbouwer op de Bijvanck bij Veecaten, overleden na 1789, trouwt te Zwolle<br />

(op attestatie van Zalk) op 30 juli 1759 met<br />

209. Aaltje Jans Leeuw, dr. van Jan Reinders Leeuw en Aeltien Gerrits, begraven te Zalk op<br />

28 november 1788.<br />

23-4-1757: Gerrit Leeuw en Hendrika Walburgh Staverman hebben volgens testamentaire dispositie<br />

van 15-11-1737 tot erfgenaam van de testateurs zijde benoemd: de kinderen van zijn overleden broeder<br />

Jan Leeuw, met name Reinder Jans Leeuw en Aeltien Jans Leeuw, samen voor een derde; de kinderen<br />

van zijn overleden broeder Pieter Leeuw, met name Reinder Leeuw en Dries Leeuw, elk voor een derde<br />

part. De erfportie van de inmiddels overleden Gerrit Leeuw bedraagt 6000 gulden, waarvan Reinder<br />

Jans en Aeltien Jans samen, en Reinder en Dries Peters elk 2000 gulden krijgen, te betalen door de<br />

weduwe in drie termijnen [ORA Zalk en Veecaten; boek 16, fol.147].<br />

1760: Egbert Jans en Aaltje Jans lenen geld van de heer Meulenbeld. Onderpand zijn een huis, berg en<br />

schuur, gelegen in de Bijvank in Veecaten, en dan nog een huis op ’s Heerenbroek. [ORA Zalk &<br />

Veecaten, Voluntaire Rechtspraak 17 nr.51].<br />

12-3-1764: Egb. Jans <strong>Stoel</strong> en Aaltje Jans verklaren 500 gulden schuldig te zijn aan de Heer Cornelis<br />

Pas en Fenna van Vilsteren. Als onderpand stellen zij de halfscheid in 4½ morgen land genaamd de<br />

Spieken. De schuld is op 6-6-1765 afgedaan [Stadsgericht Wilsum 2 fol.117-118].<br />

31-5-1765: Egb. Jans <strong>Stoel</strong> en Aaltjen Jans zijn 500 gulden schuldig aan Jan Bantjes en Jacomina<br />

Leusink. Onderpand zijn de halfscheid in 4½ morgen land genaamd de Spieken en ¼ part in 4 morgen<br />

hagen en land genaamd de Sennik liggende langs de Sennekerweg. Op 4-6-1770 is de schuld geroyeerd<br />

[Stadsgericht Wilsum 2 fol.121].<br />

12-4-1766: Egbert Jans en Aaltje Jans lenen 600 gulden. Onderpand is een vrije en onbezwaarde<br />

koeweide in Veecaten, groot 2 ¼ morgen. [ORA Z&V, VR17 nr. 90/91]<br />

6-1766: Egbert Jans en Aaltje Jans transporteren aan Reynder Jans Leeuw haar gerechte portie in huis<br />

[en …], gelegen op de Bijvank in Veecaten, alsmede haar halfrecht van het kampje weideland voor het<br />

vermelde huis, ook in Veecaten gelegen [ORA Z&V, VR17 nr.100].<br />

25-4-1769: Egbert Jans en Aaltjen Jans, van 's Heerenbroek, verklaren vanwege ontvangen penningen<br />

schuldig te zijn aan Jan van Schoonhede een som van 400 gulden. Speciaal onderpand is hun huis op 's<br />

Heerenbroek, door de comparanten bewoond [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.626, fol.230].<br />

11-11-1769: Egbert Jans en Aaltje Jans, wonend in ‘s Heerenbroek, zijn eigenaars van 4 morgen hagen<br />

en land genaamd de ‘Sennik’, gelegen langs de Sennikenweg in Wilsum. Jan Bartjes Luijt legt hier<br />

beslag op in verband met een hypotheek van 500 gulden, afgesloten op 31-5-1765 [Stadsgericht Wilsum<br />

2, fol.262-265].<br />

11-11-1769: Dr. Sandberg als bediende van Hermen Tuinier en Antoni van Ree, voogden over de<br />

minderjarige kinderen van wijlen Pelgrom Voet, zegt dat hij op 12 juli gepand heeft 2¼ morgen<br />

hooiland en een morgen Sennik, mede hooiland, toebehorende Egbert Jans op 's Heerenbroek. Hij<br />

verzoekt aaneigening. Op 17-11-1769 verschijnt Egbert Jansen <strong>Stoel</strong> 'renuntierende van het doen de<br />

30


voorschr wete, en de bepande effecten in volkomen en vrijwillig verwin overgevende, met renunciatie<br />

van alle exceptien, met versoek van 4 weken uijtstel' [Stadsgericht Wilsum 2 fol.260-261].<br />

4-6-1770: Egbert Jans <strong>Stoel</strong> en Aeltjen Jans transporteren aan Albert Jans en Margien Derks een vierde<br />

part in vier morgen hagen en land genaamd de Sennik. Ook transporteren zij aan Jan van Schoonheden<br />

de halfscheid in vier morgen land genaamd de Spiken, gemeen met Reijnder Jans Leeu [Stadsgericht<br />

Wilsum 2 fol.138-139].<br />

1782-1785: De Zwolse gemeensman C. van den Helm pandt de roerende goederen van Egbert Jans om<br />

daarop een pachtschuld voor een boerenplaatsje in de Mastenbroeker polder te verhalen; na voldoening<br />

van deze hoofdschuld vordert hij nog betaling van de kosten, die hij voor inning daarvan heeft gemaakt.<br />

Bij incidenteel vonnis werd tweede eis afgewezen [HCO; Schoutambt Zalk & Veekaten; toegang 85;<br />

procesdossiers in civiele zaken nr. 47, dossier incompleet].<br />

2-5-1783: Reinder Jans Leeu, Egbert Jans en zijn vrouw Aaltien Jans Leeu, en Harmen Geerligh van der<br />

Steen, alle gesamenlijke erfgenamen van de weduwe Geerlig Harms van der Steen, verkopen aan<br />

Harmen Kobus en Janna Jacobs een 'campien bouland genaamt het Hafien' gelegen in de Nieuwstad<br />

van Wilsum [Stadsgericht Wilsum 2 fol.201].<br />

1783: Reindert Jans pandt de roerende en onroerende goederen van zijn (schoon)broer Egbert Jans,<br />

wonende op de Bijvank, teneinde daarop een vordering van 1700 gulden te verhalen, die Egbert hem<br />

wegens koop van een erve te Veekaten, de Bijvank, nog zou moeten voldoen. Tevens pandt Reindert Jans<br />

pandt de roerende en onroerende goederen van Egbert teneinde daarop een vordering van 663 gulden te<br />

verhalen, die Egbert hem wegens koop van een kamp land, gelegen onder Wilsum in de Nieuwstad, nog<br />

zou moeten voldoen. Daarnaast pandt Reindert Jans met zijn zwager Herm Geerling de roerende en<br />

onroerende goederen van hun Egbert Jans teneinde daarop hun aandelen in de koopprijs van een door<br />

Egbert gekochte kamp land, gelegen onder Wilsum in de Nieuwstad, te verhalen. De eisers vangen deze<br />

laatste pandprocedure aan op dezelfde dag als de eerste twee, waarop Reindert Jans van de in beide<br />

voorgaande nummers genoemde pandingen afziet [HCO; Schoutambt Zalk & Veekaten; toegang 85;<br />

procesdossiers in civiele zaken 1782-1785 nr. 48-50, laatste dossier incompleet].<br />

1783: Harmen Geerligs en Reindert Jans voeren een proces tegen Egbert Jans wegens het niet voldoen<br />

van een koopsom voor een perceel grond [ORA Wilsum 1783-1786].<br />

1784: Egbert Jans voert een proces tegen Reindert Jans wegens declaratie van kosten [ ORA Wilsum<br />

1784-1785].<br />

11-6-1789: Egbert Jans leent 1100 caroli guldens en 20 stuivers tegen 4% van Jan van Vilsteren en<br />

Geertruid Mentink. Onderpand zijn zijn erve en getimmer op de Bijvank, alsmede het Hagentie en de<br />

landerijen. [ORA Z&V, VR nr.164]<br />

1788-1791: Jan van Vilsteren en de overige crediteuren van Egbert Jans, wonende op de Bijvank,<br />

panden diens roerende en onroerende goederen tot verhaal van hun vorderingen. Het vonnis is dat de<br />

goederen van Egbert Jans publiek verkocht worden [HCO; Schoutambt Zalk & Veekaten; toegang 85;<br />

procesdossiers in civiele zaken 1782-1785 nr. 51].<br />

15-6-1789: Egbert Jans van de Bijvank heeft bij het overlijden van zijn vrouw Aaltje Jans 5 kinderen.<br />

Jan, Geese en Janna zijn getrouwd, Aaltien (15 jaar) en Wilmpje (8 jaar) niet. Aan beide minderjarige<br />

kinderen zal hun moederlijke portie, groot 75 caroli guldens en 20 stuivers, worden uitbetaald. Als<br />

voogden over de minderjarige kinderen worden aangesteld Jan Wilms en Albert Frericks, wonende op de<br />

Harsenhorst onder Wilsum. Egbert Jans tekent met een kruisje. [ORA Z&V18, VR nr.162-165].<br />

210. Jan Berends, waarschijnlijk zn. van Berent Jansen en Jennegien Gerrits, geboren te Ankum,<br />

gedoopt te Dalfsen op 22 mei 1718, begraven te Dalfsen op 23 april 1793, trouwt (1) te Dalfsen<br />

op 10 mei 1748 met Janna Assies, trouwt (2) te Dalfsen op 11 februari 1757 met<br />

211. Dirkje Jansen, waarschijnlijk dr. van Jan Gerrits en Lubbegien Jacobs, geboren te Rechteren,<br />

gedoopt te Dalfsen op 8 maart 1733, overleden te Gerner rond 1803.<br />

11-2-1757: Jan Berents, wed. in Ancum, met Dirkje Jansen, j.d. thans dienende in de Broekhuijsen<br />

[Huwelijksregister Dalfsen].<br />

1758/1775: Jan Berends en Dirkje Jansen wonen in 1758 in Ankum en in 1775 te Oudleusen [Doopboek<br />

Dalfsen].<br />

31


212. Jan Jans, zn. van Jan Jans Seinen en Geertjen Willems, geboren te Ruitenveen (in de Stellinge),<br />

gedoopt te Nieuwleusen op 18 maart 1741, landbouwer, overleden voor oktober 1795,<br />

ondertrouwt (2) te Nieuwleusen op 22 februari 1776 met Geesje Arents, trouwt (1) te<br />

Nieuwleusen op 22 februari 1766 met<br />

213. Aaltje Derks, dr. van Derk Jans en Geertjen Derks, gedoopt te Nieuwleusen op 17 maart 1743,<br />

overleden voor 23 maart 1776.<br />

214. Hendrik Jans, j.m. van Ruitenveen, landbouwer, overleden te Nieuwleusen rond 1799,<br />

ondertrouwt te Nieuwleusen op 16 april 1774 met<br />

215. Claasje Claas, dr. van Claes Claessen en Fennigjen Hendriks, geboren te Nieuwleusen,<br />

gedoopt te Nieuwleusen op 2 november 1755, overleden te Nieuwleusen rond 1794,<br />

ondertrouwt (1) te Nieuwleusen op 16 maart 1773 met Arend Jans.<br />

216. Jan Arents Warmerink, landbouwer op Welmerink (Warmerink) in Lemele, trouwt met<br />

217. Fenne Jans.<br />

1748: 't Erve Warmerink in Lemele: Jan Warmerink en zijn vrouw Fennigje Jans. De kinderen Egbert,<br />

Marijs en Jannigje onder de 10 jaar. Een knecht, Hendrik Willem, een maagd, Geesjen Roelofs, en een<br />

scheeper Derk Willems [Volkstelling Ommen & Den Ham 1748].<br />

1750: Jan Warmerink, te Lemele, wordt ingedeeld in de 10e klasse (200-400 gld.) en betaalt 3-6 gld.<br />

[Personele quotatie Ommen 1750].<br />

18-7-1762: Hendrik Velthuis en Jan Klein Huismerink, te Lemele, staan borg voor Jan Warmerink te<br />

Lemele, in verband met een achterstallige pachtschuld die hij voor 1-1-1763 moet voldoen aan de baron<br />

van IJsselmuiden, heer te Paaslo, Zwollingerkamp [ORA Ommen en Den Ham nr.11, fol.116].<br />

220. Thijs Claas, zn. van Klaas Janssen en Hendrikje Roelofs, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

21 juli 1743, landbouwer, diaken vanaf 1780, kerkmeester van 1785 tot 1788, overleden<br />

na 1811, ondertrouwt te Nieuwleusen op 30 maart 1771 met<br />

221. Geziena Claas, dr. van Klaas Willems en Henrikje Simons, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

4 augustus 1743, belijdenis te Nieuwleusen op 22 april 1764, overleden te Den Hulst<br />

rond 1804.<br />

29-11-1771: Thijs Claas en deszelfs huysvrouwe Gesina Claas komen met attestatie van Nieuwleusen<br />

naar Avereest [Lidmatenboek Avereest].<br />

1789: Claas Everts koopt van de erven Cuper en van Marle-Golts twee boerderijen aan het Oosteinde te<br />

Nieuwleusen, in de nabijheid van het landgoed Oosterveen, waarvan er één door Thijs Claes bewoond<br />

wordt. Thijs Claes vertrekt daarop naar Den Hulst, waar hij het Jan Everserf koopt van de familie de<br />

Famars, efgenamen van Roelinck [W. <strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.83, 84].<br />

222. Willem Coops, zn. van Coob Peters en Jennigje Harms, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

7 oktober 1742, daghuurder, landbouwer, overleden te Ruitenveen op 15 juni 1823, trouwt<br />

(1) te Nieuwleusen op 13 maart 1767 met Aaltje Jans, trouwt (2) te Nieuwleusen op<br />

9 februari 1776 met Aaltje Jans, trouwt (3) te Nieuwleusen op 9 maart 1782 met<br />

223. Claasje Claas, geboren te Ruitenveen rond 1764, daghuurster, landbouwster, overleden te<br />

Ruitenveen op 23 juni 1834.<br />

10-2-1776: Willem Coops van 't Ruitenveen, weduwnaar van Aaltjen Jansen, heeft voor zijn drie<br />

minderjarige kinderen Lubbigjen, Jantjen en Coop, tot mombers verzocht en geobtineerd Harmen<br />

Coops, oom van vaders zijde, en Willem Jans, oom van moeders zijde. Hij doet erfuiting en geeft de<br />

kinderen ieder 25 gulden en een kist voor hun moederlijke goed [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.627].<br />

19-2-1786: Claasien Claasen, woond op het Roitten Veen, is getuige bij de doop van Aaltje, dochter van<br />

Willem Peters en Henrickien Hendriks, woond in Langenholte [Doopboek Broerenkerk Zwolle].<br />

32


224. Gerrit Gerrits, geboren te Ommen, met attestatie van Ommen naar Dalfsen in 1750, begraven<br />

te Dalfsen op 11 september 1781, ondertrouwt te Dalfsen op 13 april 1748, trouwt te Ommen<br />

met<br />

225. Janna Everts, dr. van Evert Remmelts en Swaantien Henrics, geboren te Rechteren, gedoopt te<br />

Dalfsen op 14 juni 1716, begraven te Dalfsen op 30 april 1773.<br />

13-4-1748: Gerrit Gerrits j.m. te Ommen, met Janna Everts j.d. van Bensinck onder Rechteren. Getr. te<br />

Ommen [Huwelijksregister Dalfsen].<br />

226. Gerrit Jansen, j.m. van Oudleusen, wonend op 't Nierveer te Millingen, overleden<br />

voor 6 november 1772, trouwt te Dalfsen op 17 oktober 1762 met<br />

227. Ida Hendriks, dr. van Hendrik Derks en Fennegien Janssen, geboren te Emmen, gedoopt te<br />

Dalfsen op 22 februari 1728, overleden te Millingen op 2 februari 1816, trouwt (1) te Dalfsen<br />

op 7 maart 1749 met Jannes Willems, ondertrouwt (3) te Dalfsen op 6 november 1772,<br />

trouwt te Dalfsen op 22 november 1772 met Lambert Jansen, j.m. van Millingen .<br />

8-10-1762: Ida Hendriks, weduwe van wijlen Jannes Willems, met Gerrit Jansen als momber<br />

geassisteerd, verklaart te willen hertrouwen en is met de mombers overeengekomen om aan haar vier<br />

onmondige kinderen voor vadersgoed uit te keren: Aan de zoons Willem, Engbert en Hendrik ieder 10<br />

caroli guldens en aan Derkjen Jannes een buere tot een bedde en peluwe en kussens. Verder zijn mede<br />

verschenen Evert Willems en Remmelt Gerrits, die de momberschap met handtasting hebben<br />

aangenomen en hebben beloofd zich als goede en getrouwe mombers te gedragen als na landrecht [ORA<br />

Dalfsen, fol.634; transcriptie op Forum HCO van Ria van Bessen].<br />

5-11-1772:Ida Hendriks, wed. van wijlen Gerrit Jansen, met Lambert Jansen als momber geassisteerd,<br />

verklaart te willen hertrouwen en met de mombers te zijn overeengekomen om aan haar onmondige<br />

dochter Geertjen Gerrits uit te keren voor vaders goed '100 caroli guldens, een bedde met zijn toebehoor<br />

te weten een over en onder bedde, een gouden ring en een bijbel met zilveren krappen van de vader, een<br />

eiken kiste benevens een sa: van zeven en twintig gls en 17 stuivers van de verkochte klederen van de<br />

vader en nog 8 guldens die Kockman onder zich heeft'. Jannes Kolkman en Jan Mijnders hebben de<br />

momberschap aangenomen. In de marge: 2-6-1778: In plaats van wijlen Jannes Kolkman is aangesteld<br />

als momber Willem Logterman. 16-9-1788:Geertjen Gerrits met haar man Evert Gerrits verschenen en<br />

hebben de mombers bedankt voor de goede administratie en verklaard voldaan te zijn van haar vaders<br />

goed. [ORA Dalfsen fol.181; Ria van Bessen op Forum HCO].<br />

14-4-1792: Ida Hendriks, wed. van wijlen Lambert Jansen, met Engbert Bloemendal als momber<br />

geassisteerd, verklaarde met hare kinderen en haar schoonzoon, namelijk Willem van der Vegte en<br />

Aaltjen Bruiniks eheluiden, en Hendirk Remmelts en Derkjen van der Vegte, eheluiden, en haar<br />

schoonzoon Evert Gerrits, weduwnaar van wijlen Geertjen Gerrits, alhier present, te zijn<br />

overeengekomen met haar voornoemde schoonzoon Evert Gerrits dat zij van nu af aan in vollen<br />

eigendom overgeeft en transporteert 'de gehele boedel met schuld en onschuld zoals deselve is en mogte<br />

bevonden worden zonder na haar overlijden ten aller minste aan haar boven gemelde kinderen of hun<br />

wettige erfgenamen uit te keren, mits dat Evert Gerrits gehouden zal zijn zijn schoonmoeder Ijda<br />

Hendriks voor de gemelde boedel te onderhouden in kost en kleder tot haar dood toe en na haar<br />

overlijden een eerlijke en fatsoenlijke begrafenis. Mocht het gebeuren dat de contractanten onverhoopt<br />

niet vredig tezamen konden wonen en de eerst comparante Ijda Hendriks mogte verkiesen om te<br />

vertrekken, dan zal Evert Gerrits gehouden zijn jaarlijks tot aan haar dood toe aan zijn schoonmoeder te<br />

geven een somma van vijf en twintig guldens, en haar bed en de kleding tot haar lijf behorende<br />

onverhinderd te laten volgen'. Willem van der Vegte en Aaltje Bruininks, Hendrikjen [!] van der Vegte<br />

getrout met Hendrik Remmelts verklaarden na het overlijden van hun moeder niets uit de boedel te<br />

begeren, noch met de begrafeniskosten iets te doen hebben [ORA Dalfsen nr.14 fol.295; Transcriptie Ria<br />

van Bessen op Forum HCO].<br />

228. Albert Jansen Boer, zn. van Jan Boer en Harmine Gerrits, gedoopt te Hellendoorn op<br />

33


16 oktober 1729, landbouwer op Boer in de Nieuwstad, trouwt (1) te Hellendoorn op<br />

14 mei 1752 met Mientje Jansen, trouwt (2) te Hellendoorn op 19 februari 1763 met<br />

229. Hendrikje Hendriks Reimink, dr. van Hendrik Hendriks Ploer en Jennigje Geerligs, gedoopt<br />

te Den Ham op 28 februari 1734.<br />

1760: Albert Boer 1/8 part in het Nijstadshekke [Markeboek Hellendoorn].<br />

1-3-1763: Albert Boers plaatsjen f 20 [Taxatie van de aangegravene en uitgespittede hoeken en<br />

katersplaatsjes; Markeboek Hellendoorn].<br />

19-2-1763: Albert Jansen Boer, zich zullende verandersaten met Hendrikjen Hendriks, verzoekt dat over<br />

zijn vier onmondige kinderen met namen Jan Berent, Gerrit, Jan Harmen en Teune, bij wijlen Mientjen<br />

Jansen in echte verwekt, tot mombers worden benoemd Jan Jansen en Anthonij Jansen. Voor het<br />

moederlijke goed bewijst hij aan de drie zoons 'als uijt het huijs en op den dienst komen' ieder twee<br />

schapen en aan de dochter de kist kleren, linnen en wollen van wijlen haar moeder. De bruid Hendrikjen<br />

Hendriks, met haar broer Jan Reijmink als haar momber, verklaart de kinderen voor eigen kinderen aan<br />

te nemen. Zij zullen van haar als eigen kinderen erven in het geval eigen kinderen nablijven [ORA<br />

Hellendoorn, nr.9].<br />

19-2-1763: Albert Jansen weduwenaer van Mijne Jansen, van de Nijstad, met Hendrikjen Hendriksen<br />

j.d. van Reimink te Meer onder den Ham [Trouwboek Hellendoorn].<br />

230. Gerrit Wolters van den Berg (alias Berghommelte), zn. van Gerrit Wolter Hendriks Kleijn<br />

Roossink en Jenneken Wilmsen, gedoopt te Hellendoorn op 14 oktober 1742, landbouwer op<br />

Berghommelte, belijdenis te Hellendoorn op 1 april 1768, ondertrouwt te Hellendoorn op<br />

1 oktober 1766, trouwt te Rijssen op 6 oktober 1766 met<br />

231. Fenne Derksen.<br />

6-10-1766: Gerrit Wolters j.m. in het kerkdorp Hellendoorn trouwt met Fenne Derkzen j.d. woonende<br />

bij Veurdink in Notter [Trouwboek Rijssen].<br />

232. Hermannus Jurriaens van Meekeren, zn. van Jurriaen Hendriks van Meekeren en Geertje<br />

Hendriks Winters, gedoopt te Hattem op 26 januari 1735, meestertimmerman, brandwacht in<br />

1762, broeder van het schuttersgilde St.Anna op 16 mei 1785, brandmeester in 1786, overleden<br />

te Hattem op 3 januari 1812, trouwt te Hattem op 23 augustus 1761 met<br />

233. Hendrika Keijman, dr. van Arent Otto Dercks Keijman en Stijntien Meijerinck, gedoopt te<br />

Zutphen op 9 november 1732, overleden te Hattem op 23 april 1792.<br />

1767: Hermannus van Meekeren levert de stad Hattem een doodskist van 1½ duims eiken wagenschot<br />

voor 20 gulden [Heemkunde Hattem 1993, p.24].<br />

2-1-1770: Bijgjen Wijssenberg, geassisteerd met haar zwager Arent Jaspers als haar momber, heeft<br />

verkocht voor 150 gulden aan Hermanus van Meekeren en Hendrica Keijman 'een half huisjen of<br />

woninge en stal met een hofjen daar agter staande en gelegen alhier agter de andere helfte van dat<br />

huisjen [nu nr. 20 in de Achterstraat] [Transportregisters Hattem, inv.nr.126, fol.338v].<br />

17-5-1770: Timmerman van Meekeren maakt een schavot op de markt, waar Hendrika Schutte 60<br />

stokslagen zal krijgen voor diefstal. De kosten zijn 18-2-8 pond voor het hout en het maken.<br />

5-2-1774: Te huur een aangename buitenplaats genaamd Waaburg, bestaande uit een Heeren Huizinge,<br />

koetshuis, etc. 'Te bevragen by Hermanus van Meekeren, Mr.Timmerman' [Amsterdamse Courant].<br />

14-10-1777: Het bestuur van Hattem besluit om de resterende toren van het kasteel af te breken om de<br />

baksteen te kunnen verkopen. Hermannus van Meekeren krijgt de opdracht om de ‘Dikke Tinne’ op te<br />

meten, in tekening te brengen om uit te rekenen wat de opbrengsten en onkosten zullen zijn. Hij krijgt<br />

14 gulden voor de moeite.<br />

1778: Hermanus van Meekeren is eigenaar van een kerkbank (sectie A rij 9 nr.5) in de kerk van Hattem<br />

[Veluwse Geslachten Publ. 100].<br />

29-9-1778: Egbert Hendriks klaagt bij het stadsbestuur van Hattem over Hermannus van Meekeren.<br />

Op 26 september was Egbert Hendriks met zijn meid, Gerrigjen Swiers, bij het huis van Jan de Haan<br />

34


geweest, waar ook van Meekeren aanwezig was. Van Meekeren had Hendriks voorgesteld ‘dat sij<br />

malkanderen souden seggen, wat sij wilden, sonder kwaat te worden’. Hendriks had daarmee ingestemd,<br />

op voorwaarde dat het ordentelijk zou gebeuren. Daarop had van Meekeren Gerrigjen Swiers<br />

uitgescholden voor een klungel en gezegd dat Hendriks ‘daar mede toehield’. Hendriks had het eerst niet<br />

gehoord, maar toen zijn meid het hem vertelde sprak hij van Meekeren daar op aan. Van Meekeren<br />

‘sloeg hem daarop met een vuist voor ‘t hoofd en de neus aan ‘t bloeden’, waarna hij wegliep.[ORA Stad<br />

Hattem, 1778, 91.15].<br />

16-5-1785: Op tweede pinksterdag 1785 wordt het Patriotische schuttersgilde St. Anna nieuw leven<br />

ingeblazen. Hermannus van Meekeren wordt lid. Herdrik van Meekeren is gildemeester, Herman<br />

Willem Daendels is gildekoning.<br />

6-9-1786: Na verovering van Hattem door de prinsgezinde troepen o.l.v. generaal-majoor Spengler, op<br />

6-9-1786, vlucht Hermannus van Meekeren uit Hattem met vele patriotten, waaronder Jurrien en<br />

Hendrik van Meekeren, naar Zwolle. Op 13-11-1786 is hij echter weer terug in Hattem (na amnestie<br />

van het Hof van Gelderland).<br />

1789: Hermannus van Meekeren koopt huis nr. 68 in de Agterstraat van Jean Theodore Frese.<br />

1791: In augustus van het jaar 1786 wordt in de grachten van de stad Hattem een dam aangelegd ter<br />

verdediging van de stad tegen de prinsgezinde troepen. De dam blijkt niet bestand tegen het opstuwende<br />

water uit de IJssel en op een kwade dag bezwijkt hij, waarbij de achterliggende Homoetslanden blank<br />

komen te staan. Hierbij wordt het gras, dat daar in schoven staat, geheel weggespoeld en voorzover nog<br />

niet gemaaid is het bedorven. De grashandelaren, die dit gras al gekocht hadden van de stadsrentmeester,<br />

Hendrik Jurriëns van Meekeren, lijden aanzienlijke schade en willen dit met een proces<br />

verhalen op de maker van de ondeugdelijke dam, Hermannus Jurriëns van Meekeren. Dit proces vindt<br />

in 1791 plaats.<br />

De grashandelaren, waaronder Albertus Schulting (die voor f 38-8 schade leed), beschuldigen de<br />

timmerman van de dam ervan dat hij bij de bouw onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen om<br />

een mogelijke overstroming in voorkomen. Dit terwijl toch duidelijk zichtbaar was dat dergelijke<br />

maatregelen geboden waren, omdat het niveauverschil tussen het water aan onder- en bovenzijde van de<br />

dam zeer klein was, ‘so selfs dat men met schuiten over de dam van beneden naar boven heeft kunnen<br />

vaaren’. Daarnaast hebben de gezworenen van de gemeente geen resolutie uitgevaardigd voor het<br />

bouwen van de dam. Uit getuigenverklaringen blijkt verder dat Hermannus van Meekeren de bouw<br />

heeft uitgevoerd.<br />

De verdediger van Hermannus van Meekeren verweert zich als volgt: De dam is indertijd gebouwd als<br />

onderdeel van de stadsverdediging in opdracht van de toenmalige tijdelijke stadsregering. Daarbij was<br />

de beklaagde niet verantwoordelijk voor de uitvoering van het werk. Waarschijnlijk werd de directie<br />

gevoerd door de commandant van de burgerwacht, of door de ingenieur die aanwezig was. Het is<br />

overigens ongepast om verder onderzoek naar deze zaken te doen; het was immers oorlog. Getuigen<br />

beweren daarentegen dat de verweerder wel degelijk met de uitvoering belast was, omdat hij met zijn<br />

knechts op het werk aanwezig was en aanwijzingen gaf. De suggestie dat de verweerder dit werk alleen<br />

met zijn knechts zou hebben uitgevoerd is absurd; voor een dergelijk groot werk zijn vele arbeiders<br />

nodig. Dat zijn knechts zich onder de arbeiders bevonden en dat de meestertimmerman zelf, naast een<br />

menigte andere toeschouwers, op het werk aanwezig was, wordt niet betwist. Als brandmeester was hij<br />

zelfs verplicht om aanwezig te zijn om te zien waarvoor de ‘seilen’, die uit de kerk gehaald waren,<br />

werden gebruikt. Een andere reden voor zijn aanwezigheid was dat men buiten zijn order en zonder te<br />

betalen materialen uit zijn schuur gehaald had; hij wilde er nog iets van terug zien te krijgen. De pleiter<br />

eindigt zijn verhaal: ‘genoeg is het dat niemand den verweerder, een stil en vreedzaam ingezetene der<br />

stad, daarvan zelfs kan verdenken’.<br />

Het mocht niet baten. Hermannus Jurriëns van Meekeren moest de aangerichte schade vergoeden.<br />

[ORA Stad Hattem, Civiele Processen 1791, 94.2a-2g]<br />

1791: Het stadsgericht van de stad Hattem betaalt aan Hermannus van Meekeren 16 gulden voor het<br />

maken van twee doodskisten [ORA Stad Hattem 157a, 1791, nr. 36]<br />

27-4-1792: Voor het begraven van de vrouw van Hermannus van Meekeren wordt 7 gld. betaald. Voor<br />

hemzelf wordt op 7-1-1812 ook 7 gld betaald.<br />

1795: Hermannus van Meekeren, timmerman, patriot, woont in de Achterstraat [Heemkunde Hattem,<br />

1994, p.75, huis nr. 112].<br />

35


1798: De Stad Hattem is aan Hermannus van Meekeren 1141 gulden verschuldigd voor zijn aandeel in<br />

de verdediging van de stad in 1786. Als de prinsgezinden hun macht hebben verloren wordt hij<br />

schadeloos gesteld. Hij krijgt o.a. 962 gulden en 5 stuivers voor latten, planken, spijkers en andere zaken<br />

tot defensie [Bataafs archief, nr. 805, nr.15].<br />

19-7-1813: HIeronimus Wynen, keizerlijk notaris in het canton en residentie van Hattem, departement<br />

van den Boven-IJssel, hiertoe behoorlijk door de regtbank ter eerster instantie van het arrondisement<br />

Arnhem geautoriseert, zal, namens Evert Lubbertus Muller, benoemde curator in den vacanten boedel<br />

van wijlen Hermanus van Meekeren, op maandag den zes-en-twintigsten julij achtien honderd en<br />

dertien, bij den kastelein Hendrik Camphuis in de Vos te Hattem, des avonds ten zes uren, overgaan tot<br />

de provisionele toewijzing van de navolgende ongereede goederen, in gemelden boedel gevonden<br />

wordende, als: Een huis met 2½ schare weidens op Hoenweert, voorzien van eenige vertrekken, kelders,<br />

tuin, en een stal er achter, staande in de stad Hattem in de Ridderstraat, no.154. Ten tweeden: Een huis<br />

daar tegen over in die zelfde straat, met 2¼ schaar weiden op Hoenweert, voorzien van een kamer,<br />

keuken en stal, no.155. Ten derden: Een huisje, voorzien van twee woningen, in evengemelde straat, no.<br />

150, welke ook ieder afzonderlijk zullen geveild worden [Staatkundig dagblad van het departement van<br />

den Boven-IJssel 19-7-1813].<br />

234. Jan Jansen van Straten, zn. van Jan Jansen van Straten en Aaltje Jans, gedoopt te Zwolle op<br />

25 januari 1711, burger te Hattem in 1764, overleden te Hattem op 3 september 1785,<br />

ondertrouwt (1) te Zwolle op 25 oktober 1749, trouwt te Hattem op 9 november 1749 met<br />

Teunisje Warners, ondertrouwt (2) te Hattem op 10 oktober 1762, trouwt te Hattem op<br />

24 oktober 1762 met<br />

235. Bartha Jansen Vorstelman, dr. van Jan Jakobs Vorstelman en Maria van den Bergh, geboren te<br />

Hattem op 3 februari 1734, overleden te Hattem op 24 september 1786.<br />

12-1743: Jan Jansen van Straten komt met attestatie uit Blankenburg naar Zwolle. Op 6-6-1745 gaat<br />

hij weer met attestatie naar Blankenburg. In 3-1749 komt hij terug met attestatie uit Briels Nieuwland.<br />

25-10-1749: Jan Janssen, jongman te Oldeniel, met Teunisjen Warners, weduwe van Willem Hanssen,<br />

onder Hattem. Get. den 9 novemb [Trouwboek Hattem].<br />

10-10-1762: Jan van Straten wed: van Teunisjen Warners & Barta Vorstelman, beijde wonagtig onder<br />

Hattem. October 24 getrout [Trouwboek Hattem].<br />

1764: Jan van Straten wordt burger van Hattem [Oud Archief Hattem inv. nr. 64].<br />

23-12-1776: Jan van Straaten en Barta Vosselman verkopen publiek aan Gerhardus Palm, scholtis, ½ v<br />

akkermaalsbos te Zuuk, op de Wellen, voor 147 gld. [Protocollen van Bezwaar Epe, inv.nr. 917,<br />

fol.38v].<br />

1778: Jan van Straaten is eigenaar van een kerkbank (sectie A rij 11 nr.6) in de kerk van Hattem<br />

[Veluwse Geslachten Publ. 100].<br />

11-7-1782: Registratie van het testament van Jan van Straeten, d.d. 16-3-1756. Zijn zoon Wigbolt van<br />

den Berg is erfgenaam [ORA Veluwe; toegang nr.0203, inv.nr.592, fol.74v].<br />

236. Lambert Berends Voorhorst, zn. van Berend Jans Voorhorst en Aaltje Gerrits Eikelboom,<br />

geboren te Olst op 5 maart 1758, grutter in de Korte Voorstraat in Zwolle, kleinburger te<br />

Zwolle op 23 augustus 1781, steigermeester aan de Grote Aa vanaf 4 juli 1791, overleden te<br />

Zwolle op 17 oktober 1824, trouwt te Zwolle op 12 maart 1781 met<br />

237. Maria Hendrika Broekhuys, dr. van Lambert Broekhuys en Agnes Johanna Mörser, gedoopt<br />

te Zwolle op 26 juni 1755, overleden te Zwolle op 14 november 1818.<br />

10-2-1781: Lambert Voorhorst, j.m, grutter, wonende in de Korte Voorstraat, gaat in ondertrouw met<br />

Maria Hendrika Broekhuis, doende huishoudend werk, wonende in de Korte Voorstraat. Zij trouwen op<br />

12-3-1781 [Ondertrouwboek Zwolle].<br />

12-8-1779: Lambert Berents Voorhorst koopt van Albert Berents Voorhorst de Luigenborghs akker in<br />

Welsum [ORA Olst].<br />

2-5-1781: Lambert Berents Voorhorst verkoopt aan Albert Voorhorst de Luigenborghs akker en aan Jan<br />

36


Berents Voorhorst en diens vrouw drie akkers bouwland op ’t Zieloever, genaamd de Zieloeverakker<br />

[ORA Olst].<br />

8-5-1781: Lambert Voorhorst, grutter in Zwolle, wordt beleend met ‘den Legen Enck’, gelegen tussen ’t<br />

H. Cruys en ‘t Frankhuis in Assendorp, na opdracht door Johanna Muntz en haar man Petrus Justus<br />

Tuessinck. [Leenrepertorium van het Stift Essen].<br />

23-8-1781: Lambert Voorhorst, gereformeerd, krijgt het kleine burgerschap van Zwolle voor 2<br />

brandemmers (f 6,60) [Burgerboek Zwolle].<br />

1782: Testament Lambert Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuijs.<br />

6-3-1788: Lambert Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuijs kopen van de weduwe van luitenantgeneraal<br />

Famars een morgen land buiten de Kamperpoort in Assendorp achter het Kruijsjesgasthuis<br />

[Transportregister Zwolle].<br />

2-5-1791: Lambert Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuijs verkopen aan Tobias Kok een huis en hof<br />

voor de Kamperpoort [Transportregister Zwolle].<br />

4-7-1791: Lambert Voorhorst wordt na het overlijden van Lambert Broekhuijs benoemd tot<br />

medesteigermeester aan de Grote Aa, bij het huis van de heer Cameraar Rouse, naast Hendrik<br />

Marsman. [Resol. Schepenen en Raden, p.514]<br />

4-7-1793: Request van Lambert Voorhorst, grutter, wonend achter de Juffertjeswal [ORA Zwolle].<br />

10-12-1794: Lambert Voorhorst wordt medevoogd over de minderjarige zoon van Barend Pijffers, in<br />

plaats van wijlen Jan Voskuil.<br />

1796: De grutters Willem van Cleef en Lambert Voorhorst hebben een request ingediend om te<br />

verbieden om gezift en gebuld meel te malen, anders dan voor eigen gebruik. Dit is door de keurmeesters<br />

goedbevonden. [Resol. Provisionele Representanten, p.160].<br />

19-8-1799: Request van Jacob Voorhorst, thans geconfineerd in het Tuchthuis te Zwolle, geassisteerd<br />

met zijn broeder Lambertus Voorhorst, wonend te Zwolle, die verzoekt te worden geadmitteerd om<br />

boeten en kosten te betalen, hem bij twee sententiën opgelegd, onder borgtocht van zijn broeder. Er<br />

wordt besloten dat hij wordt vrijgelaten als hij alle boeten en kosten heeft voldaan. Het overige verzochte<br />

wordt van de hand gewezen [Besluiten der Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des<br />

Bataafschen volks; Early Dutch books online].<br />

15-10-1803: Lambert Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuijs lenen van de koopman Johan van<br />

Engeland 1000 gulden, tegen 5% rente. Onderpand is een kamp land voor de Kamperpoort achter de<br />

Schevemolen.<br />

8-7-1806: Lambert Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuijs lenen van Nicolaas Dumpel 2000 gulden,<br />

tegen 5% rente. Onderpand is een stuk weideland, de Laage Enk genaamd, gelegen buiten de<br />

Kamperpoort tussen het Frankhuis en het heilige kruis, tussen het bezit van A. Noortman en de<br />

gemeene weg.<br />

16-3-1807: Lambert Voorhorst en Maria Hendrika Broekhuijs lenen van de weduwe van Hermannus<br />

Eekmans 4000 gulden, tegen 4% rente. Onderpand is een huis en grutterij in de Korte Voorstraat en<br />

twee huisjes op de Juffertjeswal.<br />

1808: L. Voorhorst, in de wijk Voorstraat in Zwolle, wordt ingedeeld in klasse 35 (in Zwolle:<br />

jaarinkomen van 500-800 gulden) en betaalt 6 gulden [Personele quotatie 1808].<br />

238. Cornelis Wijnvoorden, zn. van Hendrik Wijnvorden en Wobbigjen Cronemans, schipper op<br />

de trekschuit van Zwolle naar Kampen, belijdenis te Wijhe in 1759, begraven te Zwolle op<br />

3 november 1791 (in de Betlehemse kerk), ondertrouwt te Zwolle op 22 oktober 1774, trouwt te<br />

Zwolle op 7 november 1774 met<br />

239. Johanna Klaassen, dr. van Jan Klaassen Lammertink en Geeske ten Winckel, gedoopt te<br />

Rijssen op 27 februari 1739, overleden te Zwolle op 15 december 1805.<br />

3-5-1773: De gebroeders Berent en Arend Voordenhout transporteren aan aan Cornelis Wijnvoorden<br />

een huis en doorgaande werke staande en gelegen bij de Korte Voorstraat en achter aan de wal naast de<br />

Drakentoren.<br />

22-10-1774: Cornelis Wijnvoorden, j.m. in de Camperstraat, schipper op de trekschuit na Campen<br />

varende, en Janna Claassen, j.d. in de Koestraat, dienstmaagd. Zijn hier getrout op maandag 7-11-1774.<br />

37


Getuigen: Jan Voskuil in de Camperstraat, G[…] Claassen aan de Grote Markt [Trouwboek Zwolle].<br />

2-11-1780: Cornelis Wijnvoorden leent van Burgemeester van Sonsbeek 1000 gulden, tegen 3% rente.<br />

Onderpand is een kamp weideland in Blaarlo. De schuld is voldaan op 19-11-1799.<br />

15-1-1788: Albert ten Windmolen transporteert aan C. Wijnvorden een huis, hof en weideland,<br />

genaamd De Kleine Luire, gelegen voor de Camperpoort in Assendorp.<br />

16-2-1789: Cornelis Wijnvoorden mag opnieuw voor 3 jaren de kampertrekvaart pachten, voor de oude<br />

pacht van 120 gulden [Resol. Schepenen en Raden, p.430].<br />

30-10-1790: Cornelis Wijnvoorden heeft ‘zig wederom zodanig in den drank verlopen […] dat hij met<br />

zijn schuit te Campen komende zeer dronken was, en zulks niettegenstaande een ongeluk dien morgen<br />

zijn knegt overkoomen dubbele attentie op die reise van hem vorderde’. Hierover zijn al eerder klachten<br />

gekomen en Cornelis heeft de heren Prosidenten toen beloofd zijn gedrag te beteren. Aangezien hij die<br />

beloften niet is nagekomen laten de schepenen en raden hem nu weten van hun hoogste ongenoegen over<br />

zijn ‘aanhoudend ergerlijk gedrag door geduirige dronkenschap’, met de uitdrukkelijke waarschuwing<br />

dat zij maatregelen zullen nemen als hij weer dronken is. [Resol. Schepenen en Raden, p. 335].<br />

10-12-1790: De resolutie mag niet baten. Cornelis Wijnvoorden blijft zich aan de drank te buiten gaan.<br />

Enkele dagen geleden is hij ‘ zodanig op zijne reis van Campen na herwaarts dronken […] geweest, dat<br />

[hij] tot niets bequaam was, zo zelfs dat door eene der passagiers de schuit heeft moeten worden<br />

overgestuurt’. Om ongelukken te voorkomen gelast men Cornelis om een bekwame vervanger te zoeken.<br />

Verder wordt hem nadrukkelijk verboden om zich direct of indirect met de schuit te bemoeien, of om<br />

zelfs maar met de schuit naar Kampen te varen. Dit tot 1 mei 1791. [Resol. Schepenen en Raden, p.<br />

373].<br />

18-3-1791: Cornelis Wijnvoorden verzoekt om weer toestemming te krijgen om de trekschuit op<br />

Kampen te bedienen. Dat wordt goedgevonden en op 1 april mag hij weer aan de slag. [Resol. Schepenen<br />

en Raden, p. 443].<br />

5-12-1791; Na overlijden van Cornelis Wijnvoorden wordt Willem de Vries aangesteld als schipper op<br />

de trekschuit. [Resol. Schepenen en Raden, p. 3659].<br />

29-5-1792: De weduwe van wijlen Cornelis Wijnvoorden verzoekt ‘wegens haar ongelukkige<br />

omstandigheden’ om teruggave van de pachtsom van 120 gulden. Dit wordt goedgekeurd. [Resol.<br />

Schepenen en Raden, p.165; bijlage].<br />

1-7-1794: De weduwe van Cornelis Wijnvoorden verzoekt om de uitreiking van ‘zekere penningen van<br />

het provenue van de Camperschipperplaats bij ’t leven van haar man ontvangen en op ’t stadhuis<br />

berustende’. Dit wordt goedgevonden. [Resol. Schepenen en Raden, p. 218].<br />

31-3-1797: Johanna Klaassen leent van Werner Smit 2000 gulden, tegen 3 ¾ % rente. De schuld is<br />

voldaan op 22-4-1799.<br />

22-4-1799: Johanna Klaassen transporteert aan Jan van Dijk sr. een huis, hof en een kamp weideland,<br />

gelegen aan de allee lopende naar het grote veer buiten de Camperpoort, vanouds genaamd De Kleine<br />

Luire, in gebruik bij Jan Zuidberg.<br />

3-5-1802: De voogden van de kinderen van wijlen weduwe Wijnvoorden, Evert van Slooten en Gerrit<br />

Jan Schuurman, transporteren aan Jan van Dijk 2 morgen land buiten de Camperpoort, in Blaarlo<br />

achter de eerste bane.<br />

244. Hendrik Bartels Nienes (alias Tempelman), geboren op 20 mei 1746, overleden te Arriën op<br />

26 augustus 1814, ondertrouwt (2) te Ommen op 12 november 1780 met Jenne Seinen<br />

Heemstede, geboren te Varsen, gedoopt te Ommen op 17 augustus 1749, overleden te Arriën<br />

op 3 augustus 1819, ondertrouwt (1) te Ommen op 1 augustus 1773, trouwt te Ommen op<br />

5 september 1773 met<br />

245. Hendrikje Lucas Tempels, dr. van Lucas Engberts Tempelman en Swaantje Gerrits, gedoopt<br />

te Ommen op 24 augustus 1745, overleden voor 1781.<br />

9-11-1780: Hendrik Bertus Tempelman van Arrien, weduwnaar van Hendrikje Lucas, bij welke in echte<br />

verwekt zijn Willem en Lucas Hendriks, also hij staat te hertrouwen, verzoekt tot mombers Jan<br />

Belthouwer van Beerze, oudoom van vaderszijde, en Roelof Herms, oudoom van moederszijde. Hij geeft<br />

elk kind voor hun moeders goed 6 guldens. Ook verschenen is Janna Seinen, met Hend. Nagel als<br />

38


momber, staande te trouwen met Hendr. Bertus Tempelman, nemende deze kinderen voor echte aan.<br />

Verschenen is ook Swaantje Gerrits, weduwe van Wicher Tempelman, geassisteerd met Hendr. Nagel,<br />

gevende haar goederen van deze boedel aan Hendrik Bartus Tempelman en bruid, die dit aannemen, met<br />

de conditie dat zij Swaantje Gerrits tot het einde van haar leven zullen onderhouden [ORA Ommen en<br />

Den Ham nr.18, p.610]. NB De voogden zijn wellicht dezelfde als Jan Peters Belthouwer (eerder op<br />

Niehoff) te Beerze, getrouwd met Aaltjen Gerrits, en Roelof Harms op Klodders huijs te Ommen,<br />

getrouwd met Jennichjen Gerrits.<br />

1795: Hendrik Tempelman woont met vrouw en 2 kinderen in Arrien [Volkstelling 1795].<br />

246. Derk Jans Boerdam, waarschijnlijk zn. van Jan Derks Boerdam en Maria Janssen, gedoopt te<br />

Wesepe op 30 juli 1742, wonend op het Hennepegaaven te Dalfsen, belijdenis te Wijhe in<br />

1764, gedetineerde in het Provinciaal Tuchthuis te Zwolle van 15 juli 1790 tot 28 juli 1804,<br />

overleden te Dalfsen op 15 april 1807, trouwt te Olst op 28 april 1775 met<br />

247. Eva Stoffers Kruijsdijk, dr. van Christoffer Lamberts Kruijsdijk en Anna Hendriks<br />

Mandemakers, gedoopt te Olst op 26 mei 1748, begraven te Dalfsen op 15 november 1805.<br />

13-7-1790: Derk Boerdam, naar eigen zeggen 46 jaar, geboren in Wijhe en sedert enkele jaren<br />

woonachtig onder Dalfsen, thans gedetineerd in het Provinciaal Tuchthuis in Zwolle, bekent<br />

herhaaldelijk en zonder pijn het volgende. Op dinsdag 8 juni heeft hij rond half tien ’s avonds zijn huis,<br />

genaamd het Hennepegaaven, gelegen onder Dalfsen, verlaten en zich begeven naar de Olden of<br />

Zwolsche Marsch. Daar heeft hij die nacht vier overgaande vaarzen gestolen, die hij door het hek heeft<br />

gedreven en van daaruit langs de Zwolsche weg naar Raalte. De volgende dag heeft hij deze dieren in<br />

Raalte op de markt gebracht en er drie daadwerkelijk verkocht: één voor 25 gulden an één voor 24<br />

gulden aan Lucas Bruggink uit Almelo, en één voor 23 gulden aan Egbert Landeweer uit Holten.<br />

Boerdam had de beesten nog niet daadwerkelijk geleverd, noch had hij het geld ontvangen. De eigenaar<br />

van twee van de gestolen beesten kwam namelijk opdagen en Derk Boerdam, die dit hoorde, sloeg op de<br />

vlucht. Hij kon echter worden achterhaald en werd in hechtenis genomen. De landdrost ad interim,<br />

Antony Carel Baron van Voerst tot den Borgel, veroordeelt Derk Boerdam om ‘aan een paal met raeden<br />

strengelijk te worden gegeeseld, daar na gebrandmerkt en voorts te worden geconfineerd in het<br />

Provinciale Tugthuis voor den tijd van veertien jaaren, om aldaar geduurende dien tijd met sijn<br />

handenwerk sijn kost en verder onderhoud te gewinnen’. Het vonnis wordt uitgevoerd in Dalfsen op 15-<br />

7-1790 [HCO 32, Archief van het Drostambt Salland, 1605/1700-1811; nr.60; Oude Orde 201, 208].<br />

248. Arent Nagel, wagenmaker, trouwt met<br />

249. Johanna.<br />

250. Jan Henrick van Zuthem, zn. van Hendrick Jan van Suttem en Janna Jans, gedoopt te Hattem<br />

op 1 oktober 1723, daghuurder, overleden te Hattemerbroek, ondertrouwt te Hattem op<br />

26 september 1744, trouwt te Hattem op 20 oktober 1744 met<br />

251. Maria Arends, j.d. van Heerde, overleden te Hattemerbroek.<br />

26-9-1744: Jan Hendrick van Suttem jm van Hattem met Maria Aarren jd van Heerde. Den 20 octobr<br />

getrout [Trouwboek Hattem].<br />

252. Gerrit Asjes Velthuis, zn. van Asje Berends en Jannegien Gerrits, gedoopt te Dalfsen op<br />

18 augustus 1736, landbouwer, overleden te Ankum op 29 november 1815, ondertrouwt te<br />

Ommen op 9 juli 1765, trouwt te Dalfsen op 18 augustus 1765 met<br />

253. Janna Janssen, j.d. van Ommen, overleden voor 1815.<br />

9-7-1765: Gerrit Asjes j.m. in Ankum onder Dalfsen & Janna Jannes j.d. op Wijhorst aan de nieuwe<br />

brug. getr te Dalfsen [Trouwboek Ommen].<br />

6-4-1789: Gerrit Asjes verkoopt de katerstede genaamd Berend Goossens Groene Stede in Ankum, thans<br />

beheerd door Thijs Dorgelo, aan Jan Dorgelo.<br />

39


14-3-1794: Gerrit Asjes erft van zijn broer, Jan Asjes, de halfscheid van een huis en hof, met<br />

daarbijbehorende landerijen, enz, en een stuk grond in de Hooijslagen.<br />

1795: Gerrit Asjes woont met 8 personen, waaronder zijn vrouw, in Ankum [Volkstelling 1795].<br />

254. Gerrit Jans van 't Kroemers (alias Krukkert), zn. van Jan Coerts Harink en Marije Jansen,<br />

geboren te Marle, gedoopt te Hellendoorn op 19 juli 1711, landbouwer op Krukkert in Meer,<br />

trouwt (1) te Hellendoorn op 25 september 1740 met Hendrikje Derks op den Krukke, trouwt<br />

(2) voor 1765 met<br />

255. Hendrikje Gerrits Asjes.<br />

25-9-1740: Gerrit Jansen j.m. van 't Kroemers te Marle dienende bij Lieffert Willems op 't Groote Laar<br />

buijten den Ham, ende Hendrikjen Derks, wed. van Gerrit Jansen van 't Krukkers Meer onder den Ham<br />

[Trouboek Hellendoorn].<br />

1750: Gerrit Jans op 't Krukkert in Meer wordt getaxeerd op 150 gulden [1000e penning].<br />

1760: Jan Smeenk, van vaderszijde, en Jan Krukkers, van moederszijde, zijn voogd over de kinderen van<br />

Gerrit Jans en Hendrikje Derks.<br />

1767: Gerrit Krukkert, in Meer, betaalt voor 2 personen hoofdgeld.<br />

Generatie IX<br />

258. Jan Gerrits Bastiaan, zn. van Gerrit Jans Bastiaen en Hermpje Jans, overleden te Veecaten<br />

(verdronken) op 21 mei 1746, trouwt voor 1717 met<br />

259. Willempjen Engberts, dr. van Engbert Wigbelt, overleden te Veecaten op 5 november 1751.<br />

15-7-1723: Jan Bastiaan en dezelfs vrouw, P[auper], te Veecaten [Hoofdgeld Zalk 1723].<br />

1748: Willemine Engberts, wed. van Jan Bastiaan, met Jan Jans, Hermine Jans en Hermanus Jans<br />

(ouder dan 10). Zij woont naast haar zoon Gerrit Jans in Veecaten [Volkstelling 1748].<br />

260. Matthijs Wolters, trouwt met<br />

261. Trijntje Elsje.<br />

262. Gerrit Jans Bastiaan, zn. van Jan Gerrits Bastiaan en Willempjen Engberts, geboren te<br />

Veecaten, trouwt (2) rond augustus 1754 met Aaltje Jacobs Blaauw, trouwt (1) te Zalk op<br />

15 juli 1736 met<br />

263. Aaltje Mensen, overleden voor 1754, trouwt (1) met Hermannus Jansen (Pontificus), trouwt<br />

(2) te Zalk op 29 juni 1727 met Hermannus Heijincks.<br />

15-6-1727: Hermannus Heijink, weduwnaar van Yge Jacobs, gaat hertrouwen met Aeltien Mensen,<br />

weduwe van Hermannus Jansen. Hermannus Heijink wordt aangesteld als momber over zijn dochter<br />

Derkien Herms, ongeveer 3 jaar, naast Hendrik Hendriksen, 'des selfs swager onder het Carspel van<br />

Zwoll', en Alb Hendriks, alhier in Vecaten wonende. Aeltien Mensen heeft twee zonen, Jan, ongeveer 8<br />

jaar, en Andries Harms, 4 jaren. Tot momberen worden aangesteld Gerr. Bastiaen en in plaats van haar<br />

zwager Jan Jansen tot Veesen 'met dy selfs bewillinge' voorzegde. Alb. Hendriks, welke het<br />

momberschap hebben aangenomen. Hermannus Heijink geeft zijn dochter voor haar moederlijke goed<br />

een pond groot ad 6 gulden en een paar zilveren gespen met 'de bojen schorte en een blauwe rock en<br />

twee hemden', uit te keren over een jaar. Aeltien Mensen geeft haar kinderen voor hun vaderlijke goed<br />

'yder een pont groot ad ses guld, yder een paer hemden en een paer dassen en dan nog aen de ouste soon<br />

een yrse pijen rock en een kamisool [?] en an de jongste soon een hemrock met silveren knopen, en een<br />

kiste', uit te keren over twee jaar. Zij beloven ook hun kinderen te leren lezen en schrijven. Bijgevoegd is<br />

een copia van een brief van 9-6-1727 'Goede vrint Aeltien Mensen. Ik kan tegenwoordig niet bij<br />

brengen om te komen, dat moet gij UE niet qwalijk nemen, want ick sal so laet [?] overkomen als ik kan.<br />

Maer ik bevele UE de kinderen, want gij syeter nu te veel als vader en moeder over, want gy moet so<br />

goet wesen en kregen een ander man in mijn plase, die daer goet en beqwaem toe is en was, darom vaert<br />

40


vrij met u saken voort: maer suster Aeltijn ik bevele UE voor al de kynders, want het sou mijn leet<br />

wesen, dat gij de kynders onder de voeten souden treën, nu niet anders op diet pas, en ik wense u dat<br />

wenselijk de groetenis aen u kynders'. Getekend met een kruisje door Jan Jansen Drost, met Evert<br />

Lymbers en Jacop Jans als getuigen [ORA Zalk, nr.15, fol.262-263].<br />

Aeltie Mensen woont in 1727 en in 1736 in Veecaten. In 1727 trouwt zij als weduwe.<br />

1748: Gerrit Jans en Aaltje Mense, in Veecaten, met kinderen Hermannus (ouder dan 10), Annigje en<br />

Merten (jonger dan 10) [Volkstelling 1748].<br />

1751: De armen van Zalk (in 1711), en vervolgens Aeltien Mense zijn eigenaar van het<br />

'weeropgetimmerde verbrande husien onder aen den dijk' te Veecaten, met 1 vuurstede; 'word niet bet.<br />

en is de dyk tot het vergeven byster van de kleine ovens'[Vuurstedengeld Zalk & Veecaten 1751].<br />

19-8-1754: Gerrit Jans gaat hertrouwen met Aaltje Jacobs. Over zijn onmondige kinderen Anna en<br />

Merten Gerrits, bij wijlen zijn vrouw Aaltjen Mensen, worden als mombers aangesteld Willem Gerrits<br />

en Andries Harms. De kinderen krijgen voor hun moeders goed elk 10 gulden, ieder een kiste en twee<br />

hemden [Stadsgericht Wilsum 2 fol.72].<br />

1795: Gerrit Jans, een arm oud man, in Wilsum [Volkstelling 1795] .<br />

264. Arend Gosens, schipper, trouwt met<br />

265. Anna Rutgers.<br />

272. Jan Reijndertsen Snijder, geboren te Nunspeet, kleermaker, lidmaat te Nunspeet op<br />

12 mei 1695, begraven te Nunspeet op 23 april 1743, trouwt te Elspeet op 1 maart 1696 met<br />

273. Rijckjen Heijmens, dr. van Heijmen Jansen en Henrickjen Christiaens, gedoopt te Elspeet op<br />

21 mei 1676, begraven waarschijnlijk te Nunspeet op 21 oktober 1735.<br />

274. Harmen Hendriks Nagelhout, zn. van Hendrik Harmens Nagelhout en Aartje Jans, gedoopt<br />

te Elburg op 24 augustus 1679, landbouwer op de Quackelenberg in Oostendorp, trouwt te<br />

Elburg op 7 december 1710 met<br />

275. Gerrigje Gerbrichs, dr. van Gerbrech Jans en Metjen Peters, overleden voor 31 januari 1746.<br />

1699: Herman Henricksen Nagelholt heeft de wagen van Jan Haese op de Camperwegh van de dijck<br />

gejaecht [Uittreksels breuckcedulen Elburg 1678-1741].<br />

1709: Herman Nagelholt, ‘sig met Cornelis Lubbertsen in Oldebroek geslagen hebbende, staat alhier de<br />

heeren boete te verantwoorden’ [Uittreksels breuckcedulen Elburg 1678-1741].<br />

23-1-1722: Jan Blaauw en Bartha Francken peinden de goederen die Jochen Driesen en Maritien<br />

Hendericks hebben toebehoord: een ¼ part en een 1/8 part in een erfken int Oostendorp, de<br />

Quackelenberg genaamd, daar pachter van is Harmen Nagelholt [Protocol van bezwaar ORA<br />

Doornspijk 1675-1733].<br />

25-10-1726: Lubbert Gerberichsen verbindt zijn aandeel in de nalatenschap van zijn moeje Aeltien Jans,<br />

wed. van Gijsbert Dircks, aangeërfd en mede het aandeel dat van zijn broeder Jan Gerberichsen is<br />

aangekocht volgens zegel en brief d.d. 19 maart 1725. En insgelijks verbindt Hermen Nagelholt zijn 1/5<br />

part in de voornoemde erfenis van zijn moeje Aeltien Jans, alles in Oostendorp en daaromtrent<br />

gelegen._Deze erfenis is bezwaard, een ieder voor zijn contingente portie, met 450 gulden ten behoeve<br />

van Lubbert Nagelholt en Maertje Berents echtel, en haar erven ad 4 %, geregistreerd op 25-10- 1726<br />

(op vertoning van een kwitantie van Jan Michielsen en Gerrit Reyers, uit naam van zijn vrouw<br />

Fennetje en Henrickje Nagelhold, alsmede van Henrick van Wesel als volm. Van Gerritje en Berentje<br />

Berents, is deze geroyeerd op den 22-9-1738 ) [Protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1675-1733].<br />

2-11-1734: Jannetje Jans, geass. met R.O.Schrassert, verkoopt voor f 100,- aan Harmen Hendriksen<br />

Nagelhout en Gerrigje Gerbrigs echtelieden een 1/12 part in een erf in Oostendorp, welk erf door<br />

Lubbert Gerritsen deels in eigendom en deels in huur bewoont wordt [Protocol van bezwaar ORA<br />

Doornspijk 1733-1754].<br />

1-3-1737: Er verschenen Catharina Gerrits gevolm van haar man Albert Roelofs, Harmen Nagelhout,<br />

mede als momber voor het onmondige kind van Jan Nagelhout, Hendrik Nagelhout en Hendrikje Roes<br />

echtel, Lambert Nagelhout en Geertje Reints echtel, Aalt Hendriksen en Aaltje Hendriks echtel, Harmen<br />

41


Nagelhout Jr en Stijntje Jansen echtel, Jan Michielsen en Fennigje Lubberts, echtel, en voorts Willem<br />

Hengeveld als momber van de onmondige kinderen van zaliger Gerrit Hengeveld bij Stijntje Jansen in<br />

echt verwekt, en dan nog Gerrit Reiersen en Hendrikje Lubberts echtel, zijnde de eerste geass. met<br />

Daniel van Heerde. Zij zijn allen universele erfgenamen van Eibertje Gerrits en tesamen erfgenamen<br />

van Gerrit Nagelhout en verkopen aan Alexander van Dedem 3 schepel zaailand, het Joostcampje<br />

genaamd, aan de Schietweg, voor f 390,- [Protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754]. Ook<br />

verkopen zij voor f.890,- aan Augustijn Eimbertsen en Evertje Gerrits 2 1/2 mudde zaailand aan de<br />

Diepe Steeg, voor f 575,- aan Jacob Veneman en Wobbigje Aalts 5 gresen aan het Velickendijkje, voor f<br />

150,- aan Willem Hengeveld en Aaltje Pannekoek 1 1/2 schepel in 6 schepel bij de achterste molen en<br />

voor f 230,- aan Harmen Nagelhout de Olde, wonende in Oostendorp, een half mudde op 't einde van de<br />

Steenstraat welke half aan Hendrik Wijnne behoort. Op 13-5-1737 verkopen zij voor f 800,- een<br />

doorgaand huis aan de Beekstraat (in Elburg) met de helft van de stal in de Kerkstraat en de helft van<br />

een hof voor de Mheenpoort [Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1729-1739].<br />

16-2-1742: Onderpand in een lening van Jacob Lamberts en Jannigje Jans is ¼ part in een huis en<br />

getimmer hof en 6 mudde bouwland met bomen en houtgewassen, waaraan de kinderen van Gerrit<br />

Willemsen en het kind van Aart Heimensen Koekoek de rest toebehoort, wordende dat huis thans door<br />

Harmen Nagelhout meierswijze gebruikt. Idem op 17-4-1742: hun ¼ deel in een erf en plaatsje in<br />

Oostendorp, ten dele in Oldebroek gelegen, thans door Harmen Nagelhout als pachter bewoond<br />

[Protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754].<br />

31-1-1746: Hendrik Gerritsen Pompert en Matje Stevens, echtel, verkopen aan Gerbrig, Hendrik,<br />

Aartje en Marten Nagelhout, samen kinderen van Harmen Nagelhout en wijlen Gerritje Gerbrigs, in<br />

leven echtelieden, een ¼ part van het erf de Quackelenberg, waar voornoemde Harmen Nagelhout thans<br />

woont, liggende het grootste gedeelte van het weiland onder Oldebroek; nog een schepel bouwland op de<br />

Enk; dan nog een ½ mud op de Enk. Van welk erf Wichman Willemsen 1½ en Aart Heimensen een ½<br />

vierde part hebben. En dat voor f 345,- en de portie onder Oldebroek voor f 100,- [Protocol van bezwaar<br />

ORA Doornspijk 1733-1754].<br />

31-5-1750: Er verschijnen ten eenre zijde: Jan Gijsbert Sandberg en Anna Catharina van Ingen echtel.<br />

Ten andre zijde: Wilhelmina Hendriks wed. van Lubbert Gerbrigs (voor zichzelf en haar kinderen),<br />

Maria Gerbrigs wed. van Jan Pannekoek en geass. met Harmen Nagelhout de Oude (voor zich en haar<br />

kinderen bij Gerritje Gerbrigs in echt verwekt) en Beert Reiersen en Matje Peters. Zij hebben samen een<br />

verdeling gemaakt van 2 stukken zaailand waarvan het ene 6 schepel, de Hoek genaamd, en het andere<br />

stuk groot 2 schepel, het Hoekje genaamd, en waarvan de fam. Sandberg 5/8 part en de anderen 3/8<br />

parten toebehoren. Aan Sandberg wordt toegedeeld 6 schepel en de anderen verkopen hun portie aan<br />

Sandberg voor f 50,-elk [Protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754].<br />

276. Hendrik Jacobs Soet, zn. van Jacob Harms Soet en Eijbertjen Willems, gedoopt te Nunspeet<br />

op 26 februari 1688, trouwt (2) te Nunspeet op 15 april 1729 met Neeltje Gerrits Fidder, dr.<br />

van Gerrit Jans Fidder en Arisjen Jans, gedoopt te Nunspeet op 23 oktober 1701, trouwt (1)<br />

met<br />

277. N.N..<br />

1729: Hendrick Jacobsen, wedn. van Doornspijk, trouwt Neeltje Gerrits, j.d. van alhier [Trouwboek<br />

Nunspeet].<br />

286. Dirk Gerrits Nyemeyer, zn. van Gerrit Roelofs Niemeyer en Jannetjen, geboren te Oldebroek,<br />

trouwt te Oldebroek op 7 maart 1705 met<br />

287. Grietjen Aarts, dr. van Aart Cornelisz en Hendrikjen Roelofs, gedoopt te Oldebroek op<br />

20 januari 1683.<br />

290. Engbert Knoop, zn. van mr. Roelof Knoop, gedoopt te Wijhe op 12 juni 1671, trouwt met<br />

291. Derkjen Stoffers.<br />

13-8-1725: Engbert Roelofsen Knoop en Derkjen Stoffers, eheluiden, voorts Hester Roelofs Knoop,<br />

42


geassisteerd met Gerrit de Haan als momber, bekenden om een somma van penningen getransporteerd<br />

te hebben aan Jan van Zwolle, voerman alhier, en zijn huisvrouw, hun huis en hofjen in het kerkdorp<br />

Wijhe, ten noorden aan den Nieuwen Dijk en ten westen aan het huis van Albert Berents, hetwelke zij<br />

van hun zuster Willemijntje Knoop hebben aangeërfd [ORA Wijhe, nr.11 fol.126].<br />

296. Jan Jansen Fox, zn. van Jan Fox en Hendrikje Jacobs, gedoopt te Zalk op 12 april 1685, wonend<br />

op 't Sand, belijdenis te Zalk in 1713, keurnoot te Zalk in 1746, trouwt (2) te Zalk op<br />

28 juni 1750 met Teune Dirks, trouwt (1) te Zalk in 1707 met<br />

297. Truij Jansen, j.d. van Zalk, belijdenis te Zalk in 1717, overleden te Zalk op 19 september 1747<br />

(aan de rode loop).<br />

2-1-1722: Dries Lubberts Dijk heeft overgedragen aan Jan Fox en Truij Jansen, ehelieden, vier morgen<br />

land, genaamd het Bredewegsland, gelegen in het Zalcker Broek. Op dezelfde dag verklaart Jan Jans Fox<br />

200 Car. guldens schuldig te zijn aan Dries Lubberts Dijk. De schuld is op 27-2-1724 geroyeerd [ORA<br />

Zalk en Veecaten nr.15, 184-185].<br />

8-9-1740: Jan Jansen Fox en Jannes van den Berg treden op als mombers over Magtelt Jans, dochter van<br />

Willem Jans, gewoond hebbende op het haatland bij Campen [ORA Zalk en Veecaten; boek 16, fol.12].<br />

17-9-1747: Getruit Jansen, vrouwe van Jan Jansen Fox, voor zoveel nodig geassisteerd met de custos<br />

Herm. Ruijl, 'siek op het bedde liggende, dog haeres verstands volkomen machtig', testeert. Zij benoemt<br />

haar man Jan Jansen Fox tot haar universele erfgenaam van haar gerede en ongerede goederen,<br />

voorbehoudens hun beider kinderen, met namen Jan Jansen en Willempjen Jansen, om de nagelaten<br />

goederen in het gemeen te bezitten. In geval van hertrouwen zullen de kinderen de halfscheid krijgen.<br />

Zij legateert aan Getruit Willems, dochter van Willem Willemsen en Willempjen Jans, haar gouden<br />

ring en twee zilveren stiften; en aan Getruit Jans, dochter van Jan Jansen en Janna Harms, 'de zilveren<br />

beugel met de tasse, nevens een swart grimmelt jack en een swart gestreepte rock nevens het korte<br />

linnen tot haer lijf en twintig pont gehekelt vlas', waartegen haar zoon Jan Jansen zal hebben zeven<br />

dubb. ellen van het mooye (?) doek en zeven ellen van het loondoek. Nog aan haar meid Grietien Rulofs<br />

haar zilveren gespen en een half sleten vlasdoeken laken. Aan de armen van Zalk vier gulden [ORA<br />

Zalk 16, fol.113].<br />

1750: Jan Janssen Fox wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 1 gld. [Personele<br />

quotatie Zalk 1750].<br />

16-12-1750:Testament Jan Jansen Fox en Teune Dirks, zij ziek te bedde [ORA Zalk 16, fol.140].<br />

310. Hendrick Jans, j.m. te Langenholte, overleden voor 30 april 1700, ondertrouwt te Zwolle op<br />

14 december 1686 met<br />

311. Lijsabeth Rotgers, j.d. te Langenholte, ondertrouwt (2) te Zwolle op 30 april 1700 met Herman<br />

Roelofs.<br />

30-4-1700: Herman Roelofsz j.m. en Lijsbeth Rutgers wed: S.G. de vader, H.G. de Suster [zij] moet<br />

erfuijtinge doen [Trouwboek Zwolle].<br />

17-11-1708: Wolter Willems op de Olde Weteringe in Mastebroeck, mede ten behoeve van de kinderen<br />

van Henrick Jansen voor Westervelt en van Henrick Cornelissen, zoon van wijlen Cornelis Lousen,<br />

gelijk daarmee in 1682 Jacob Jans tot Langenholt werd beleend, wordt beleend met de helft van drie<br />

morgen land, gelegen in Mastenbroek tegenover de kerk 'waarvan burgemeester Van de Weteringe de<br />

resterende 1½ morgen toebehoren' [Repertorium op de leen-, tins- en hofhorige goederen van het Stift<br />

Essen; Schoutambt Zwolle, Mastenbroek Pinksteren 37].<br />

314. Willem Harms (?), overleden voor 2 november 1714, trouwt met<br />

315. Albertien Berends (?), trouwt (2) met Jan Harms van 't Loo.<br />

1701: Willem Herms, aan de Bisschopswetering, betaalt f 1-10-0 [Zoutgeld IJsselmuiden].<br />

12-11-1714: Albertien Berents, weduwe van Willem, bewijst aan haar onmondige kinderen Hermen,<br />

Gerrit en Mergien Wilms aan ieder 6 gulden (tesamen 18 gulden), en aan de jongens Hermen Wilms en<br />

43


Gerrit Wilms de linnen en wollen kleren van de vader, en aan het meisje een bed met toebehoren. De<br />

moeder belooft de kinderen te zullen grootbrengen tot aan hun mondige jaren en hen laten leren lezen en<br />

schrijven. Tot mombers worden genomineerd Bennier Wijggers en Hendrik Herms [ORA IJsselmuiden,<br />

fol.8; transcriptie op HCO forum].<br />

16-1-1732: Jan Harms zegt dat hij heeft doen ceteren 'Margin Jans, weduwe: Berent Jans, doet voor<br />

draagen hoe dat comparants huijsvrouw Albertin Beerens eerste man Willem Harms zaliger is borge<br />

geweest, voor de gedaagd man zaliger Berent Jans, voor 6 mergin lant de geestelijkheit van Camper[..]<br />

toebehoorende', etc. [ORA Grafhorst; transcriptie op HCO Fourm].<br />

11-5-1737: Jan Harms en zijn huisvrouw Albertien Berents verklaren schuldig te zijn aan Willem<br />

Eekholt, gemeensman van de stad Campen een som van 250 Caroli gulden. Zij stellen tot onderpand<br />

hun huis en berg met drie morgen land in Mastebroek in Lammegies Huijs, waaraan ten oosten Timen<br />

Cok cum suis, ten zuiden Jacob Jochems cum suis, ten westen Gerrit Vribbels en ten noorden de<br />

Zeedijk, onder het Schoutambt van Zwolle gelegen. Op 13-7-1743 verklaart Willem Eekhout voldaan te<br />

zijn [ORA Zwolle & Zwollerkerspel, fol.564].<br />

320. Hendrik Hermens Nevesel, j.m. van Sibculo, landbouwer op Nevesel in Noordmeer,<br />

ondertrouwt te Hardenberg op 2 juni 1720 met<br />

321. Willempje Jans Nevesel, dr. van Jan Willems Nevesel en N.N, j.d. van Den Ham.<br />

2-6-1720: Hendrik Harms, j.m, in het Klooster Zipkulo, met Willemtje Jansen, j.d. op het Nersel in het<br />

Noordtmeer onder de kerke van den Ham [Ondertrouwboek Hardenberg].<br />

1723: Henrik Nevenzel, in Noord Meer, betaalt voor 2 personen hoofdgeld.<br />

1-5-1730: Gerrijt Lamberts ten Kotte en zijn vrouw Eva Jans Boers maken een testament. Zij wordt<br />

geassisteerd door haar neef Henrik Hermsen Nevelsel [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.4, fol.168].<br />

1737: Nevelsel in Noordmeer betaalt 8-4 gulden verponding en 15-14 gulden contributie [Verponding<br />

Den Ham 1716/1737].<br />

1748: Bij de volkstelling van 1748 wonen Hendrik Nevesell en sijn vrouw Willempje Jansen met hun<br />

kinderen Jan, Geertje, Aaltje (ouder dan 10), Albert, Eeve en Femmigje (jonger dan 10) in Noordmeer.<br />

1751: Nevenzael heeft 1 vuurstede. Het is in bezit van de Heer van Eerde [Vuurstedengeld 1751].<br />

322. Harmen Derks Poot (alias Bergland), zn. van Derk Lamberts Bergland en Berendje Jansen,<br />

landbouwer op Poot Derk in Noordmeer, overleden voor 1748, trouwt voor 1725 met<br />

323. Anna Catharina Willems (alias Dries), overleden na 1755, trouwt (2) met Lambert<br />

Westermars.<br />

1750: Poot Derk, in Hellendoorn (sic!), wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gulden) en<br />

betaalt 1-2-0 gulden [Personele quotatie 1750].<br />

12-4-1755: Een huwelijkscontract in het kader van het huwelijk van Willempje Harms, dochter van<br />

Anna Catharina Willems en Harmen Derks, en Harmen Hendriksen van Daarle. Partijen zijn Lambert<br />

Westermars, zijn huisvrouw Anna Catharina Willems, haar dochter Willempje Harms en haar<br />

bruidegom Harmen Hendriksen van Daarle, Maria Herms en haar man Lubbert Berends, Derkje Harms<br />

en haar toekomende man Jan Nevezeel, Lysabeth Herms en haar man Jan Plaggemars, en Dina Herms,<br />

‘als zijnde onnosel of niet al te wel bij haar sinnen’. Er wordt afgesproken dat de bruidegom Hermen<br />

Hendriks zal intrekken bij Lambert Westermars en zijn vrouw Anna Catharina Willems ‘op 't Erve en<br />

plaatse Pont Derk te Noordmeer in 't Carspel Ham’, en dat aan hem en zijn vrouw de halfscheid wordt<br />

overgedragen van ‘alle hare reele en personele goederen, hoe die ook genaemt mogten kunnen worden’.<br />

En na het overlijden van Lambert Westermars en Anna Catharina Willems zullen ‘alle hare reele en<br />

personele goederen, gene daer van uitgesonderd’ aan hen worden nagelaten. Na het overlijden van Anna<br />

Catharina Willems zullen haar kleren gelijk verdeeld worden over haar kinderen, doch haar ‘swarte<br />

schorten’ zijn voor haar dochter Maria Herms. Ook zal na het overlijden van Lambert Westermars en<br />

Anna Catharina Willemsen veertig gulden moeten worden uitgekeerd aan Maria Herms, evenals aan<br />

Derkje Herms en Lysabeth Herms. Dina Herms zal de jaarlijkse opbrengst van ‘een schepel saailand op<br />

't sogenaemde Rot te Noordmeer in 't Carspel Ham’ krijgen, zo lang zij leeft. Na haar overlijden zal dit<br />

44


land weer tot het huis behoren, zonder dat haar andere zusters bevoordeeld zullen worden. Tevens<br />

spreken de buidegom en bruid af dat, wanneer een van beiden te overlijden komt zonder erfgenamen, de<br />

langst levende de nagelaten vaste en mobiele goederen zal behouden [RAS Ommen en Den Ham].<br />

324. Willem Arents, zn. van Arent Hendriks op den Geerlig en Willemtjen Berents, gedoopt te<br />

Den Ham op 25 november 1708, landbouwer op Bijster in Linde, trouwt (2) te Den Ham op<br />

12 januari 1743 met Grietjen Jans, trouwt (1) met<br />

325. Anna Maria Goossens, dr. van Gosen in den Bijster, gedoopt te Den Ham op<br />

23 november 1706, overleden voor 12 januari 1743.<br />

12-1-1743: Willem Arents Bijster, weduwnaar van Marije Gosens, verzoekt over zijn kinderen Gesien,<br />

Willem en Gerryt, een half jaar oud, aan te stellen tot mombers Henrik Henrix op 't Marsmans tot<br />

Raan, wiens vrouw een zuster is geweest van de overleden Marije Gosens, en de vader van de<br />

comparant, Arent Henrix Knippers. Zijn bruid is Grietien Jans, met haar stiefvader Derk Jans Hofman<br />

tot Eegden. Hij doet geen erfuiting aan zijn kinderen omdat hij met zijn bruid was overeengekomen dat<br />

zij de kinderen aanneemt als haar eigen kinderen, dat zij op zijn plaatse het Bijster gaat zitten in<br />

gemeenschap van goederen, en dat haar goederen in het huis zullen blijven als zij zonder kinderen komt<br />

te sterven [ORA Ommen & Den Ham].<br />

1750: Willem Bijster wordt getaxeerd op 200 gulden [1000e penning].<br />

1750: Willem Arends is ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gulden) en betaalt 2 gulden [Personele<br />

quotatie 1750].<br />

1751: Willem op den Bijster (vroeger Gosen Bijster) is zelf eigenaar van ‘Roelof op de Bijsterije’, met 1<br />

vuurstede [Vuurstedengeld Linde].<br />

28-11-1755: Willem Arends Bijster en Grietje Jansen verklaren een bedrag schuldig te zijn aan Jan<br />

Ronhaar en Gerrit Alberts, aan de Nieuwe Brugge, mombers over de kinderen van Jan Hoenink te<br />

Egede, waarvoor zij als onderpand stellen een mudde stuk zaailand, gelegen op den Bijster te Linde<br />

onder de klokke van Den Ham. De schuld dateert van 1-5-1755 [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.10,<br />

fol.8v].<br />

18-2-1765: Willem op den Bijster, oom van moederszijde, en Hendrik Jansen Wemecamp, neef van<br />

vaderszijde, worden aangesteld als voogden over de kinderen van Hermen Gerrits Wemecamp en wijlen<br />

Aaltje Arends, van Magele. Omdat de voogden niet kunnen lezen of schrijven wordt Jan Toerse<br />

toeziende voogd [ORA Ommen en Den Ham nr.12, fol.67v].<br />

12-12-1774: Testament.<br />

326. Derk Huisjes, landbouwer op Huisjes in Archem, overleden voor 18 februari 1777, trouwt met<br />

327. Jannigjen Lamberts.<br />

In 1731 is een Derk Jans Huissien uit Archem keurnoot van Ommen en Den Ham. In 1736 is een Derk<br />

Willems Huissien uit Archem keurnoot en in 1704, 1706 en 1727 een Willem Jans Huissien.<br />

1748: Derk Huissies en sijn vrouw Jannigje Lamberts, op 't Erve Huissies in Archem, een kind Aale<br />

(onder de 10 jaren) [Volkstelling 1748].<br />

1750: Dirk Huisjes, te Archem, behoort tot de armen en betaalt 2 gld. [Personele quotatie Ommen<br />

1750].<br />

18-2-1777: Jannigjen Lamberts, weduwe van Derk Huisjes, maakt haar testament op. Kinderen: Aaltje<br />

Derks, Jan Derks en Hendrik Derks, overleden, in leven wonend op Polmans te Noordmeer[Ommen<br />

inv.nr. 18 fol. 108-109].<br />

328. Hermannus Harms Askamp, geboren te Emmen, trouwt te Nieuwleusen (met attestatie van<br />

Dalfsen) op 30 juli 1702 met<br />

329. Fennegien Janssen, geboren te Millingen.<br />

1748: Hermannus Askamp, met Berent Hermsz, woont met vrouw Aaltien Jansen, dochter Janna, ouder<br />

dan 10, en 2 kinderen onder de 10 in het kerkdorp van Dalfsen [Volkstelling 1748].<br />

45


332. Jannes Derksen, zn. van Derk Teunissen en Jannegien Derks, geboren te Oudleusen, gedoopt<br />

te Dalfsen op 8 september 1700 (Dalfser Kermis), lidmaat te Oudleusen op 23 december 1725,<br />

begraven te Dalfsen op 17 februari 1778, trouwt met<br />

333. Jennigje Berents, dr. van Berent Henriks en Margien Alberts, geboren te Oudleusen, gedoopt<br />

te Dalfsen op 4 februari 1700, lidmaat te Oudleusen op 2 juni 1721.<br />

1748: Jannes Derks en Jennegien Berens wonen te Oudleussen, met zoon Teunis Jansen ouder dan 10<br />

jaar en 2 kinderen jonger dan 10 jaar. Er zijn geen inwonende dienstboden [Volkstelling 1748].<br />

1750: Jannis Brinckman, te Leussen, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 3<br />

gld [Personele quotatie Dalfsen 1750].<br />

334. Jan Harmens Brinkman, trouwt met<br />

335. Berendina Janssen.<br />

1725: Jan Brinks uit Leuzevelt, te Emmen, ord: Verp Contb f -4-6. Nog uit Scheppings katerstede verp.<br />

Contb f -7-. Zelf eigenaar [HCO; Verponding Dalfsen 1725; Statenarchief inv.nr.2499, Salland 4,<br />

fol.32].<br />

1748: Jan Hermsz en Berentien Jansen wonen in Emmen, met dochter Jennegien ouder dan 10 jaar en 1<br />

kind jonger dan 10 jaar, zonder inwonende dienstboden [Volkstelling 1748].<br />

1750: Jan Brink, te Emmen, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 3 gld<br />

[Personele quotatie Dalfsen 1750].<br />

336. Teunis Jansz, ondertrouwt te Zwolle op 4 december 1708 met<br />

337. Berta Everts, dr. van Evert Willems en Marrichje (Martje) Jans, gedoopt te Zwolle op<br />

11 september 1683.<br />

4-12-1708: Ondertrouw Thjeunis Jansen j.m. en Berta Eevers j.d. Sgt Jan Albers en de moeder<br />

[Trouwboek Zwolle].<br />

342. Hendrick Jans, ondertrouwt te Zwolle op 2 juli 1712, trouwt te Zwolle op 19 juli 1712 met<br />

343. Hermpje Alberts, belijdenis te Zwolle op 21 december 1722 wonend buiten de Sassenpoort.<br />

2-7-1712: Hendrik Jansen, j.m. wonend te Assendorp, ondertrouwt met Hermpjen Albers, wonend te<br />

Assendorp. Getrouwd op 19-7-1712. Getuigen zijn Gerrit Jansen en de vrouw van Henrick Klaassen<br />

[Ondertrouwboek Zwolle].<br />

344. Gerrit Thonisz Corterik (ook: Koeverik, Kortrijk), zn. van Tonis Korterik en Janna Tonissen,<br />

gedoopt te Raalte (tussen 28 december 1705 en 10 januari 1706), trouwt met<br />

345. Geesje Jans Lenderinck, dr. van Jan Egberts Lenderinck en Berentien Jansen, gedoopt te<br />

Wesepe op 6 juni 1705.<br />

1748: Gerrit Kotterick, in Tijenraan, met 2 volwassenen, 1 kind boven de 10 jaar, 4 kinderen onder de<br />

10 jaar en geen dienstboden [Volkstelling Raalte 1748].<br />

3-1763: aangenomen Garrit Corterik de oude man aan het Grotenhuis [Lidmatenboek Wesepe].<br />

25-11-1763: Gerrijt Tonessen Kotterink en zijn vrouw Geesien Jans zijn een som geld schuldig aan de<br />

diaconie van Wesepe, waarvoor zij als onderpand stellend hun katerstede het Lange Willenis geheten,<br />

ook we genaamd de Heemen. De schuld is afgelost op 29-4-1772 [ORA Olst (?) 6, fol.77;<br />

www.grotenhuis.natuurlijk.nl].<br />

22-9-1768 Willem Lenderink, Gerrit Lenderink en Gerrit Kotterick voor hunzelf en voor Derk Lenderik,<br />

Jan in 't Hoofd, Jan Lenderink, Hendrik Lenderink, Roelof, Arent, Janna, Maria, Aaltje, en Lubberta<br />

Lenderink geassisteerd door Teunis Heilersich, transporteren aan Teunis Lenderink de katerstede 't<br />

Kistemaker [ORA Raalte].<br />

46


29-4-1772: Antonij Kortrijk als gevolmachtigde van Gerrit van de Weteringe en zijn vrouw Aaltjen<br />

Kortrijk, en comparants vrouw Maria Ravenhorst, Johannis Kortrijk en zijn vrouw Janna Jansen als<br />

gevolmachtigden van Jan van Rossem en Geertrui Kortrijck zijn vrouw Gerrit Korterijk, Maria Gerrits<br />

en Jan Hofman, zijn vrouw Gerrits Nijkens Korterick en zijn vrouw Janna Albers, transporteren aan<br />

Wijbrandus Joannes Kok de katerstede 't Lange Willems of Hemen genaamd [ORA Olst (?) 6, fol. 431].<br />

346. Jan Rouwendaal (?).<br />

9-5-1740: E. Teunis en Jan Rouwendal zijn aangesteld als voogden over de kinderen van Albertus<br />

Herms en Elisabeth Teunis [ORA Olst nr.20, fol.33].<br />

1750: Jan Rouwendaal wordt ingedeeld in de 10e klasse (200-400 gld) en betaalt 3-6 gld [Personele<br />

quotatie Olst 1750]<br />

348. Thijs Berents Swart, zn. van Berent Jans Swart, overleden voor 1751, trouwt (1) met N.N.,<br />

trouwt (2) met<br />

349. Goldina Gerrits Grotenhuis, begraven te Wijhe (in de kerk) op 22 april 1785.<br />

12-3-1726: Thijs Berents Swart is naast Claas Reiser aangesteld als voogd over het onmondige kind van<br />

Roelof Reinders bij wijlen zijn eerste huisvrouw Swaantjen Gerrits [ORA Wijhe, vrijwillige<br />

rechtspraak, nr. 11, fol. 151].<br />

1-9-1736: Thijs Berents Swart en Goldina Gerrits Grotenhuis, eheluiden, de vrouwspersoon met Roelof<br />

Knape als haar verkoren en met wille hares ehemans toegelatene momber geassisteerd, hij krank te bedde<br />

liggende, en zij gaande en staande, doch beiden gezond van oordeel en verstand, maken een testament op<br />

de langstlevende. Hij heeft tot universele erfgenamen benoemd zijn vijf kinderen, met namen<br />

Wilhelmina, Derk, Gardina, Teuntjen, en Jan Thijssen Swart, als mede de kinderen van zijn overleden<br />

dochter Berentjen Thijssen met namen Jan Thijssen, Kornelis, Evert, Derkjen, Swaantjen en Hendrik<br />

Hendriksen Top, deze zes laatsten in hun moeders plaatse, om na dode van zijn huisvrouw Goldina<br />

Gerrits Grotenhuis in zes egale delen minnelijk te scheiden en te delen. Zij benoemt tot haar universele<br />

erfgenamen haar vier kinderen met namen Derk, Gardina, Teuntjen en Jan Thijssen Swart [ORA Wijhe<br />

12, fol.26].<br />

1737: Thijs Berents en Goldina Grotenhuys zijn lidmaten te Wijhe [Lidmatenboek Wijhe].<br />

16-6-1740: Thijs Berents Swarts en Goldina Grotenhuis bekennen getransporteerd te hebben aan<br />

Hendrik Hammink en Willemgen Thijssen Swart eheluiden, hun hof gelegen in het kerkdorp Wijhe<br />

achter hun comparantens huis over de weg tot aan de Broekslager Straete, zijnde een allodiaal goed<br />

[ORA Wijhe 12, fol.407].<br />

1748: Thijs Berents, Dijne zijn vrouw; Derk Teune en Jan boven de 10 jaar; Berent onder de tien jaar;<br />

wonend in het rot van Peter van Olst in Wijhe [Volkstelling Wijhe 1748].<br />

1751: Wijhe dorp nr.28, weduwe Zwarts, in een huis met 1 vuurstede, oude cohier: Berent Jansen.<br />

[Vuurstedengeld 1751].<br />

Goldina Gerrits, weduwe van Tijs Berents, cedeert al haar goederen aan haar zoon Derk Tijssen. Zij is<br />

na de dood van haar man blijven zitten in een boedel met lasten en zonder lusten, en nu is zij<br />

overgelaten aan de zorg, moeite en vlijt van haar zoons Derk en Jan. Derk krijgt haar geringe<br />

wereldlijke bezit als hij haar de rest van haar leven onderhoudt [ORA Wijhe, vrijwillige rechtspraak,<br />

fol.65].<br />

358. Steven Dries Vijge (alias van Koldenhove), zn. van Dries Jansz en Aaltje Lamberts, geboren te<br />

Wapenveld, gedoopt te Heerde op 21 november 1692, overleden te Heerde op<br />

18 augustus 1784, ondertrouwt te Heerde op 4 maart 1719, trouwt te Heerde op 24 maart 1719<br />

met<br />

359. Lutgertje Egberts, geboren te Hoorn (Heerde), belijdenis te Heerde in 1724, met Pasen,<br />

overleden te Heerde op 23 maart 1754.<br />

362. Berent Lindeboom, trouwt met<br />

47


363. Maria Stevens, begraven te Dalfsen op 6 maart 1777.<br />

1750: De vrou van Berent Lindeboom, te Millingen, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200<br />

gld.) en betaalt 1 gld [Personele quotatie Dalfsen 1750].<br />

368. Peter Harms, belijdenis te Mastenbroek in 1730, gaat met attestatie van Mastenbroek naar<br />

IJsselmuiden op 7 juni 1739, overleden voor 19 februari 1750, trouwt met<br />

369. Hillechien Roelofs, waarschijnlijk dr. van Roelof Harms en Gerrigjen Everts, gedoopt te<br />

Hasselt op 14 maart 1708, belijdenis te Mastenbroek in maart 1729, wonend aan de Oude<br />

Wetering, overleden voor 13 maart 1779, trouwt (2) te IJsselmuiden op 19 februari 1750 met<br />

Albert Louwsen Blankhart.<br />

25-9-1723: Peter Herms wordt beleend met twee morgen lands in 6 morgen in Marcelisslag in<br />

Mastenbroek, genaamd het ‘Piggenland’, na opdracht van Berentien Alberts, weduwe van Jan Fransen,<br />

met Gerrit Herms als haar voogd [Leenrepertorium van het Stift Essen, 623].<br />

14-3-1727: Gerrit Albers, Willem Hendriks van Lingen, Harmen Roeloffs, Peter Harmens, Berent<br />

Dreesen, Jan Jans, Klaas Hendriks, Jan Berens, Cornelis Albers, ingezetenen de voornaamste van<br />

Asschet en Watersteijn, hebben zich ieder tot borg ingelaten voor de ontvangers van de<br />

redemptiemiddelen van Asschet en Watersteijn, als hoorngeld, paardengeld, schoorsteengeld,<br />

dienstbodengeld, etc. [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

9-12-1730: Bernard Voed, mede voor zijn vrouw Jacoba Adriana Mels, wordt na opdracht door Pieter<br />

Harms in Mastenbroek, mede voor zijn zwager Albert Hendrix en diens vrouw Grietien Gerrits te<br />

Vollenhove, door Jan Wittenberg, diens vrouw Zeytie Willems en Gesina Willems, weduwe van Jacob<br />

Gerrits, als erfgenamen van wijlen Jan Egberts Bouwmeester en Beerent Jansen Posien beleend met<br />

verscheidene percelen 'op de Berckmer Hontesch in de Bouwmeester coyweyde' en de helffte van den<br />

Leegencamp in Berkum; tevens verkrijgt hij toestemming om dit stuk met verschillende andere "om de<br />

geringe waerdye en de kragtige innudatie van de revier de Veghte" te verenigen tot één leen. Eerdere<br />

beleningen waren van Herman Engbertsen Bouwmeester en Trintien Gerrytsen, te Berkum<br />

[Repertorium op de leen-, tins- en hofhorige goederen van het Stift Essen]. NB Het is onzeker of dit<br />

dezelfde Peter Harms betreft.<br />

1733: Wolter Jansen, 2 m in het Marcelisslag, f 2-15-15 verponding. Eigenaar: Peter Harms, later<br />

Albert Lous wede [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.97].<br />

1733: Jan Timensen, 2¼ m, in Lammegies Huis, f 1-1 verponding. Eigenaar: Peter Harms, later Albert<br />

Lous wed. [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.86]<br />

1733: Jacob Dirksen, 2 m; idem Hermen Beniers, 2 m; beide in Lammegies Huis, f 0-10-10 verponding.<br />

Eigenaar: Hendrik Boumets (?), later Albert Lous wed. [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek,<br />

inv.nr.2489, fol.82, 89].<br />

1733: Hermen Beniers, 2¼ m, in de Oostermate, f 9-16-3. Eigenaar: Louwe Albers, later Albert Lous<br />

weduwe en Steven Ca[…][HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.191].<br />

23-8-1748: Peter Harmens, gehuwd met Hilleg, wonend in Asschet en Waterstein, met 2 kinderen<br />

onder de 10, een knegt en meijt, en Albert Louws inwoonder in kost [Volkstelling Stad en Vrijheid<br />

Genemuiden 1748].<br />

26-9-1750: Hillegien Roelofs, weduwe van Peter Hermens, wonende in de Asschet aan de Zeedijk in het<br />

schoutambt van Genemuiden, met Albert Lous als momber, heeft tot momberen over haar onmondige<br />

kinderen bij haar man zaliger geprocreëerd, Everd en Gerregien Peters, verzocht Gerrit Peters, oom van<br />

de kinderen, mede wonend in het voornoemde schoutambt, en Jan Alberds, haar nabuur wonende in het<br />

schoutambt van Zwolle. Zij geeft de kinderen voor hun vaderlijke goed ieder 200 gulden en daarboven<br />

Everd Peters een 'kalfde veerse' en Gerregien Peters een 'bedde met zijn toebehoren en twee kopere<br />

melck ketels' [ORA Schoutambt Genemuiden, Asschet en Waterstein nr.7, fol.32].<br />

17-6-1772: Albert Hendriks en zijn vrouw Gerretien Peters betuigen ontvangen te hebben van haar<br />

moeder Hilletien Roelofs en haar broeder Everd Peters, voor zo veel die nog penningen in zijn moeders<br />

boedel heeft, een kapitaal van 1000 Karolij guldens, welke som zij aannemen te verrenten met 20<br />

guldens in het jaar [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

48


13-3-1779: Compareren de beide zwagers Albert Hendriks en Everd Peters, met hun huisvrouwen<br />

Gerretien Peters en Lubbetien Gerrits, Gerritien Peters de volle suster van Everd Peters, erfgenamen<br />

van wijlen hun vader Peter Harms en moeder Hilletien Roelofs, betuigende de volgende scheiding te<br />

hebben gemaakt van de nagelaten goederen. Everd Peters en Lubbetien Gerrits zullen de volle eigendom<br />

hebben tegen het voldoen der schulden en hetgene Albert Hendriks bij zijn huwelijk in geld of anders<br />

mag hebben genoten, of het goed Everd Peters ook uit eniger hande oorzake uit de boedel zou kunnen<br />

vorderen, alle echte goederen als huisraad, huismansgereedschap, linnen en wol, paarden en beester,<br />

niets uitgezonderd, enig linnen uit de kast en dan nog vier morgen land in Mastenbroek in<br />

Lammetieshuis gelegen, en twee morgen in Marcelisslag mede in Mastenbroek gelegen. Verder hebben<br />

zij in gemeenschap vijfvierde morgen land op de Oostermaate gelegen over het maatdijkien tot aan het<br />

Lage genaamd 'Out IJseltien', met nog twee en een vierde morgen mede in Mastenbroek in<br />

Lammetieshuis gelegen. In deze scheiding is ook begerepen wat extra is aangeërfd van hun stiefvader<br />

Albert Louers [ORA Schoutambt Genemuiden, Asschet en Waterstein nr.7].<br />

370. Gerrit Claassen, waarschijnlijk zn. van Claes Gerrits en Annigjen Gerrits, geboren te<br />

Mastenbroek, landbouwer op Wolfshagen in Hasselerdijk, belijdenis te Mastenbroek op<br />

19 april 1730, diaken van 1743 tot 1746, ouderling van 1748 tot 1751, overleden te Mastenbroek<br />

op 12 juni 1765, trouwt (2) te Mastenbroek op 12 mei 1754 met Niesje Engberts, trouwt (1) te<br />

Mastenbroek op 29 april 1742 met<br />

371. Aaltje Roelofs, dr. van Roelof Harms en Klaasje Heimerigs, geboren te<br />

Mastenbroek, belijdenis te Mastenbroek in maart 1734, wonend aan de Oude-<br />

Wetering/Zeedijk, overleden te Mastenbroek op 31 januari 1753.<br />

1733: Jacob van Ommen, 1 m in het Marcelisslag, f 1-12-10 verponding. Eigenaar: Henrick Lubbers,<br />

later Lubbert Hendriks wed, later Gerrit Claasen wede. [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek,<br />

inv.nr.2489, fol.100]<br />

1748: Gerrit Clasen en Aaltje Roelofs wonen te Hasselerdijk. Kinderen onder de 10 jaar zijn Roelof,<br />

Gerrit en Arentje. Zij hebben 1 knecht en 1 meid [Volkstelling 1748].<br />

1750: Gerrit Claassen, te Hasselerdijk, wordt ingedeeld in de 10e klasse en betaalt 4-8 gld [Personele<br />

Quotatie 1750 Schoutambt van Zwolle].<br />

1751: Gerrit Claassen: Bij Havesaethe de Wolfshagen in Hasselterdijk, een huis met 1 vuurstede, in<br />

bezit van de douariere van de drost Wolter Jan van Haersolte [Vuurstedengeld 1751].<br />

4-5-1754: Gerrit Claassen, weduwnaar van Aaltien Roelofs van de Hasselaar dijk, stelt over zijn vier<br />

kinderen, met namen Arentjen, Gerrit, Lubbegien en Claasjen Gerrits, aan tot momberen Jan Claassen,<br />

oom van vaders zijde, en Heimerig Roelofs, oom van moeders zijde. Voorts bewijst ieder kind 90 Car.<br />

gld. bij versterf op de vader te erven en wijders in 't gemeen vijf gouden ringen, vier gouden spelden,<br />

twee ketens bloedkoralen met een gouden slot, twee gouden stiften, een boek met een zilveren beslag en<br />

dito keten, een zilveren haarpenne en een haak met een oog en twee gespen, twee linten om 't lijf, 't ene<br />

met een zilveren gespe, een beugeltasje, twee paar 'understen banden met silveren haken', acht blauwe<br />

schorteldoeken, twee blauwe en een wollen 'slonde', eenentwintig hemden, een tafellaken, vier bonte<br />

'park nensdoeken', acht bonte kroplappen, twee wollen dito, een zwart k[…] met een zilveren haak, twee<br />

tippen, veertien halsdoeken, negentien trekmutsen, drie bonte mutsen, twee paar 'boortjes<br />

voormouwden' en veertien witte kroplappen. Dit wordt uitgekeerd als de kinderen 20 jaar worden.<br />

Voorts belooft de vader 'sijne kinders wijders in kost en kleren te onderhouden, lesen, schrijven, en de<br />

dogters naijen te zullen laten leren'. Op dezelfde dag verklaren Heimerig Roelofs en Gerrit Claassen,<br />

weduwnaar van Aaltien Roelofs, kinderen van Roelof Herms en Claasjen Heimerigs, dat zij door hun<br />

momber Herm Roelofs en de overleden Gerrit Heimerigs, bewijs en reliqua hebben ontvangen en<br />

bedanken hen voor de goede administratie [ORA Zwolle en Zwollerkerspel 623, blz.336].<br />

176?: Egbert Egberts en zijn vrouw Niessien Engberts verklaren schuldig te zijn aan Arentien en<br />

Lubbetien Gerrits, minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Klaasen, vooroverleden man van de<br />

comparante, bij zijn eerste vrouw Aaltien Roelofs in echte verwekt, een som van 550 gulden. In 1769<br />

verklaren Heimerig Roelofsen, Dirk (?) Herms en Gerrit Dirks dat de schuld voldaan is [ORA<br />

Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

49


372. Jan Gerrit Hendriks van der Steege, landbouwer aan de Breede Steege, met attestatie van<br />

Zalk naar Mastenbroek op 25 december 1744, begraven te Mastenbroek op 20 maart 1798,<br />

ondertrouwt (2) te Mastenbroek op 22 april 1769 (op attestatie van Zwolle), trouwt te Zwolle<br />

op 14 mei 1769 met Maria Warners, ondertrouwt (1) te Mastenbroek op 3 april 1750, trouwt te<br />

Mastenbroek op 26 april 1750 met<br />

373. Willempje Alberts, dr. van Albert Arents en Henrikjen Jans, geboren te Veecaten, gedoopt te<br />

Zalk op 4 augustus 1726, met attestatie van IJsselmuiden naar Mastenbroek op<br />

7 september 1753.<br />

25-12-1744: Den 25 Decemb. op attestatie van Zallik ingekomen Jan Gerrits Hendriksz, servus van<br />

Hendr. Zwakenberg[Lidmatenboek Mastenbroek].<br />

1750: Den 3 april ten houwelijk opgetekent voor de iii maal Jan Gerrit Hendriks j.m. in het<br />

buijtengasthuijs bij Zwol met Willemtje Albers j.d. in Masteb. Den 26 april alhier in den E: staat<br />

bevestigt [Trouwboek Mastenbroek].<br />

22-4-1769: Jan Gerrits Hendrix, wedn, Maria Warnars, j.d, s.g. Hannes Hendrix, h.g. Hendrikje<br />

Alberts. De geboden moeten ook te Mastenbroek gaan. Volgens ingekomen att. zijn ook daar de geboden<br />

onverhindert gegaan. Zijn hier getrouwt 7 meij 1769 [Trouwboek Zwolle].<br />

22-4-1769: Jan Gerrits, weduwnaar van Willempje Alberts, uit Mastenbroek, heeft over zijn vijf<br />

minderjarige kinderen Arend, Hendrik, […], Hendrikjen en Willem Jans, tot momberen verzocht en<br />

geobtineerd Gerrit Hendriks, oom van vaders zijde en Albert Arends, bestevader van moeders zijde,<br />

benevens Hendrik Harms, neve van vaders zijde. Hij doet erfuiting en geeft zijn kinderen in 't gemeen<br />

100 gulden, en het linnen, wollen, zilver en goud tot moeders lijf gehoord hebben [ORA Zwolle &<br />

Zwollerkerspel nr.626].<br />

20-3-1798: Jan Gerrits van de Bree Steege. Enk: begraven in graf 1 in de kerk van Mastenbroek<br />

[Begraafboek Mastenbroek].<br />

374. Albert Anthonis, zn. van Antonij Jans en Maria Alberts, j.m. van Mastenbroek, wonend in<br />

Ruimzicht aan de Nieuwe Wetering, met attestatie naar Zwolle op 9 mei 1756, overleden<br />

voor 5 januari 1773, ondertrouwt te Mastenbroek op 24 april 1756, trouwt te Zwolle op<br />

10 mei 1756 met<br />

375. Dievertje Jans, dr. van Jan Harmsen Riesebos en Margjen Jans, j.d. van de Riesebos,<br />

ondertrouwt (2) te IJsselmuiden op 10 januari 1773, trouwt te Mastenbroek op 31 januari 1773<br />

met Jan Hendriks, j.m. van Mastenbroek.<br />

5-1-1773: Dievertjen Jans, weduwe van Albert Arends, te Mastenbroek op de Nieuwe Wetering, met<br />

Andries Verhagen als momber, verzoekt aan te stellen tot mombers over haar vier minderjarige dochters<br />

Marijgjen, Marrigjen, Jantjen en Harmpjen Alberts, Anthonij Jans, grootvader, en Jan Riesebos, oom<br />

van moeders zijde. Zij doet erfuiting aan haar kinderen, met o.a. zilveren en gouden knopen, lakens, een<br />

kist, voor de kinderen samen 500 gulden [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.627].<br />

376. Lucas Willems, zn. van Willem Roelofs en Grietje Lucas, gedoopt te Zwolle op 1 maart 1716,<br />

begraven te Zwolle (Bergkloosterkerkhof) op 12 mei 1795, trouwt te Zwolle (met attestatie van<br />

Hasselt) op 1 mei 1746 met<br />

377. Aaltje Hendriks.<br />

1-5-1746: Lucas Willemsen, j.m. wonende in Herfte, met Aaltjen Hendriks, j.d. laatst gewoond<br />

hebbende onder Hasselt; s.g. Claas Meulenbelt, h.g. de huisvrouw van Hermen Hendriks. De<br />

proclamatien moeten mede te Hasselt gaen. att. van Hasselt vertoont, en alhier getrouwt den 1en meij<br />

1746 [Trouwboek Zwolle].<br />

1750: Sekere landen in Dieser markt met de onraed vandien bij Jan Lammers gepagt [van de stad<br />

Kampen]. Lucas Willems f 50. B(org) Henrik Brouwer. Den 2 Nov 1750 is voorsr land aen Lucas<br />

Willems voor de tijd van twaelf jaeren verhuirt voor 50 gl jaers mits betalende alle ses jaren 't plakke<br />

50


geld en onder conditie dat wanneer 't gemelte land mogte worden verkogt dat voorsr huire als dan sal<br />

wesen geannullirt [Oud Archief Kampen, Rekeningen Stad Kampen, inv.nr.1933, fol.39, foto 368].<br />

1787/1795: Zij wonen in Dieze (1787), later in Berkum (1795).<br />

15-11-1787: Testament: gelijke verdeling van de erfenis en het huisje met schuur [p.230].<br />

378. Gerrit Jansen Schutte, zn. van Jan Lucas en Fennigjen Janssen, geboren te Oosterdalfsen,<br />

gedoopt te Dalfsen op 26 augustus 1736, keuter, daghuurder, overleden te Emmen op<br />

10 augustus 1815, trouwt te Dalfsen op 30 april 1761 met<br />

379. Grietje Gerrits, dr. van Gerrit Hendriks en Lamberta Gerrits, geboren te Emmen rond 1735,<br />

overleden te Emmen op 2 april 1813.<br />

1795: Gt. Schutte, een kutter, wonend te Emmen met 3 personen [Volkstelling Dalfsen 1795].<br />

380. Jannes Hendriks, landbouwer op Bergkamp in de Veltenerhoek bij Raalte, trouwt (1) met<br />

Maria Janssen, trouwt (2) met<br />

381. Gerrechje Hendriks Plougman.<br />

1745: Bergkamp te Veltenerhoek:Jannes Hendriks, Gerrit Jans, Janna Jans, Willemina Jans<br />

[Lidmatenboek Raalte].<br />

382. Roelof Willems, landbouwer op Veltkamp in Arrien, trouwt rond november 1765 met<br />

383. Geertruid Jans, belijdenis te Ommen in 1760, trouwt (1) met Hendrick Jans Veltkamp.<br />

25-11-1765: Wicher Tempels en Swaantien Gerrits verkopen aan Roelof Willems en Geertruid Jansen<br />

de keuterplaatse met het land, den Winkelhaken genoemd, gelegen in Arriën onder Ommen, vroeger<br />

behorende bij het erve Tempels. Op dezelfde dag verkopen Roelof Willems en Geertruid Jansen deze<br />

keuterplaatse aan Egbert Friesendorp, burgemeester en kerkmeester te Ommen [ORA Ommen en Den<br />

Ham nr.12, fol.80-81v].<br />

25-11-1765: Jan Willems, neef van vaderszijde, en Egbert Reinders, oom van moederszijde, worden<br />

aangesteld als voogden over Egbert en Jan Hendriks, onmondige kinderen van wijlen Hendrik Jansen te<br />

Arrien en Geertruid Jansen. De kinderen doen afstand van hun vaders goed en worden aangenomen als<br />

echte kinderen door hun stiefvader Roelof Willems [ORA Ommen en Den Ham nr.12, fol.81v].<br />

416. Jan Hendriks <strong>Stoel</strong>, zn. van Hendrik Jans <strong>Stoel</strong> en Hendrikje Jans, geboren te Veecaten,<br />

gedoopt te Zalk op 11 november 1694, belijdenis te Zalk in 1741 omtrent St. Michiel, overleden<br />

te Zalk op 28 december 1747, trouwt met<br />

417. Janna Hendriks, komt met attestatie van Wilsum naar Zalk in 1731.<br />

1748: Janna Hendr, wed. van Jan Hendr. Kinderen: Willem, Egbert, Jannigjen en Janna boven de 10<br />

jaar, Gerrit beneden de 10 jaar. Er is een inwoner, Jan Puppels, en een knecht Gerrit Gerrits<br />

[Volkstelling Zalk 1748].<br />

1750: Wed. Jan Hendriks, wonend over den IJssel, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.)<br />

en betaalt 2 gld. [Personele quotatie Zalk 1750].<br />

418. Jan Reinders Leeuw, zn. van Reinder Peters Leeuw en Willemtjen Wicherts, geboren te<br />

Veecaten, landbouwer op de Bijvang, overleden voor 8 januari 1746, ondertrouwt te Zalk op<br />

19 januari 1731, trouwt te Zwolle (met attestatie van Zalk) op 5 februari 1731 met<br />

419. Aeltien Gerrits, geboren te Heerde, overleden te Veecaten, begraven te Zalk op<br />

14 november 1782, trouwt (2) met Geerlig Harms, gezworene te Veecaten in 1748, overleden<br />

te Veecaten, begraven te Zalk op 13 april 1772.<br />

8-1-1746: Aeltien Gerrits, weduwe van Jan Reiners Leeuw, geassisteerd met custos H. Ruijl als haar<br />

momber, is voornemens te trouwen met Geerlig Harms. Zij heeft twee kinderen, met name Reinder,<br />

51


ongeveer 13 jaar, en Aaltje, 7 jaar, bij wijlen haar eheman in echte verwekt. Als mombers worden<br />

aangesteld Reiner Peters Leeuw op 's Heerenbroek en Hendrik Gansebroek in Veecaten. De kinderen<br />

krijgen voor hun vaderlijk goed een halve mogen weideland, gelegen voor het huis op de Bijvank, voorts<br />

de hagen bij de […] van Teunis in de Hagen, met Jonker Swiersen in het gemeen, nog vier en een halve<br />

morgen genaamd de Spijker in het schoutambt van Wilsum, nog een camp land van vier morgen op de<br />

Bijvanc, daar het huis op staat, ook ten profijte van deze kinderen de halfscheid van huis, berg en schuur<br />

en bakhuis op de Bijvanc, en daarbij aan ieder kind 238 guldens, en daarenboven aan haar zoon een<br />

tweejarig paard, of 50 gld in plaats, en aan haar dochter een bedde met toebehoren of 50 gld, en dan nog<br />

aan ieder kind veertig ellen dubbelbreed vlassendoek, een kerkboek met zilveren beslag en een nieuwe<br />

kiste; voorts verzorgt en kleedt zij de kinderen tot 20 jaren, waartegen de moeder het vruchtgebruik<br />

geniet van het land. Als een kind sterft gaat de helft naar de moeder, de andere helft naar het andere<br />

kind. Keurnoten Gerrit Derks en Jan Jansen Fox [ORA Zalk 16, fol.93; tweede momberstelling op 27-4-<br />

1746].<br />

1748: Geerlof Herms en deszelfs vrouw Aaltjen Gerrits, te Veecaten; kinderen Reijnder en Aaltjen<br />

boven de 10 jaar en Herm onder de 10 jaar; dienstboden Gerrit Hendrs. en Hermina Dirks [Volkstelling<br />

Zalk en Veecaten 1748].<br />

14-4-1773: Compareert Aaltien Gerriets, eerst weduwe van Jan Rijnders Leeuw, nu van Geerlig Harms,<br />

geassisteerd met Harmen Herms als haar momber, vervolgens met de goede mannen Rijndert Peters van<br />

Mastenbroek en Menso Harms van Spoolde, ten einde een minnelijk accoord te maken en uit te kopen<br />

Egbert Jans en zijn vrouw Aaltien Jans nog vanwege de opkomst van de landerijen die hun volgens<br />

mombersedel van haar ouderdom van 20 jaar competeren, waarvoor zij jaarlijks 30 gld. zouden<br />

ontvangen, over 7 jaar dus f.210, met nog f.54 van een landerij te Wilsum samen f.264, en na aftrek van<br />

wat Egbert Jans de boedel schuldig was komt dat op f.149-8. Verder zijn er een zilveren beker en 10<br />

zilveren lepels die nog half ten dele komen aan Rijndert Jans en Aaltien Jans [ORA Zalk en Veecaten<br />

nr.17, fol.225].<br />

420. Berent Jansen (?), geboren te Ankum, trouwt (2) in 1737 met N.N., trouwt (1) te Nieuwleusen<br />

(met attestatie van Dalfsen) op 5 juni 1702 met<br />

421. Jennegien Gerrits (?), geboren te Ankum, overleden voor 20 maart 1737.<br />

20-3-1737: Verschenen Berent Jansen weduwnaar van Jennegien Gerrits. Hij wil voor de 2e keer<br />

trouwen en is met de mombers Jan Bulder en Ysak Sanders overeengekomen om aan zijn zes onm.<br />

kinderen m.n. Albert, Derkjen, Henrikjen, Gerrit, Jan en Wilm Berentsen uit te keren voor moeders<br />

goed zes Car. gld. in totaal. Bij een ander dienende ten alle tijd in huis mogen wederkeren om verpleegd<br />

te worden [ORA Dalfsen, fol.116; transcriptie Ria van Bessen op HCO forum].<br />

422. Jan Gerrits (?), landbouwer op de Venenbergh te Rechteren, trouwt met<br />

423. Lubbegien Jacobs (?), dr. van Jacob Derks en Willemtien Gerrits, geboren te Rechteren,<br />

gedoopt te Dalfsen op 12 juni 1696.<br />

424. Jan Jans Seinen, zn. van Jan Hendriks en Willemtje Gerrits, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

1 september 1713, wonend te Ruitenveen, trouwt te Nieuwleusen op 9 april 1740 met<br />

425. Geertjen Willems, geboren te Oudleusen.<br />

1748: Jan Jans en Geertje Willems wonen te Ruitenveen, met hun kinderen Jan, Willem, Jantje en<br />

Geertje onder de 10 jaar. Er zijn geen dienstboden. Inwonend is Willempje Gerrits, weduwe van Gerrit<br />

Zeijne [Volkstelling 1748].<br />

426. Derk Jans, geboren te Rouveen, belijdenis te Nieuwleusen op 2 april 1741, ondertrouwt te<br />

Nieuwleusen op 24 januari 1734 met<br />

427. Geertjen Derks, dr. van Derk Hermsen en Grietjen Peters, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

8 april 1714.<br />

52


15-3-1751: Verschenen Willem Derks en verklaarde te hebben aangekocht van zijn broeders Derk Jans<br />

en Klaes Derks benevens de mombers over de drie onmondige kinderen van Geertjen Derks alsmede over<br />

Petien Derks welke alhier alle mede present zijnde, de gehele nalatenschap als rak en ree en het halve<br />

huis, maar geen landerijen van haar moeder en bestemoeder Grietje Peters, mits dan de koper zal moeten<br />

uitkeren aan Peter Derks een sa: van 55 gls en een vrije ingang in 't huis bij ziekte of zucht, of zo niet in<br />

staat is om te dienen maar als dezelve komt te trouwen zal het gemelde geld aan hem worden uitgekeerd<br />

of als meerderjarig is geworden of daarvan de rente ontvangen. En de kinderen van Geertjen Derks met<br />

namen Jennegjen, Hilligjen en Altien Derks zullen mede tesamen hebben 55 gls verder zal de koper<br />

dezelven onderhouden in kost en kleding tot in staat zijn te dienen en inmiddels het lezen en schrijven<br />

laten leren en buitenshuis dienende bij ziekte altijd in het huis mogen komen om verpleegd te worden en<br />

als komt te trouwen zal het derde part van de 55 gls kunnen vorderen of al mede verrente. Vorders zal<br />

Derk Jans de vader van de 3 opgemelte kinderen de kost in 't huijs hebben zo lang hij leeft en jaarlijks<br />

verdienen een sa: van tien gls, twee linnen broeken en een hemdrok, een paar schoenen maar zo hij niet<br />

meer kan arbeiden, zo zullen de 10 gls niet betaald worden, edog als hij uit het huis wil vertrekken zal<br />

mede aan hem 55 gls worden gegeven, welke loon en toebate of het geld voor de halfscheid zal moeten<br />

worden betaald en indien Derk Jans mocht komen te sterven zo zal hetgene in zijn kiste bevonden wordt<br />

aan zijn kinderen worden uitgereikt benevens de schapen zo er die zijn enaer de 55 gls blijven in het<br />

huijs waarvoor dezelve zullen moeten laten begraven nabuurlijk en boergelijk. Verder hebben de compt:<br />

alle tezamen met handtastinge in edes plaats verklaart bovenstaande schikkingen of kopinge ten vollen<br />

met haar genoegen te zijn daarmede van haar erfportie wijlen haar moeder Grietjen Peters af te zijn.<br />

Verder zijn mede verschenen Jan Hendriks en Teunis Jans en hebben met handtastinge in edes plaats de<br />

momberschap aangenomen en belooft zich te zullen gedragen als goede en getrouwe mombers volgens<br />

landrecht verplicht zijn. Getekend en gezegeld door de scholtus, Dalfsen den 15 maart 1751 In de<br />

marge: Jan Geerts is in plaatse van Jan Hendriks als momber aangesteld op den 24e juni 1754 [ORA<br />

Dalfsen 10, fol.210; Transcriptie op Forum HCO].<br />

430. Claes Claessen, j.m. te Nieuwleusen, ondertrouwt te Nieuwleusen op 3 april 1751 met<br />

431. Fennigjen Hendriks, dr. van Henrik Roelofs en Joanna Hendriks, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

17 november 1733.<br />

440. Klaas Janssen, zn. van Jan Everts en Aeltien Thijs, j.m. van Nieuwleusen, lidmaat te<br />

Nieuwleusen op 25 december 1718, kerkmeester in 1749, ondertrouwt (1) te Nieuwleusen op<br />

17 april 1718 met Fenna Coobsen, j.d. van Nieuwleusen, ondertrouwt (2) te Nieuwleusen op<br />

8 mei 1723 met<br />

441. Hendrikje Roelofs, dr. van Roelof Berends en Klaasje Peters, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

2 januari 1701.<br />

1748: Claas Jansen en Henderkien Roelofs wonen met hun kinderen Fennegien, Jan, Aaltien en Roelof,<br />

boven de 10, en 2 kinderen onder de 10 jaar, met 1 dienstbode te Nieuwleusen (in het rot van Derk<br />

Geertz). Inwonend is Aaltien Thijs [Volkstelling 1748].<br />

1750: Claas Jans, in Nieuwleusen, wordt ingedeeld in de 10e klasse (200-400 gulden) en betaalt 2-4-8<br />

gulden [Personele quotatie 1750].<br />

442. Klaas Willems, zn. van Willem Janszen en Stijntjen Coops, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

7 februari 1706, ondertrouwt te Nieuwleusen op 28 december 1726 met<br />

443. Henrikje Simons, waarschijnlijk dr. van Simon Albers, geboren te 's-Heerenbroek, belijdenis<br />

te Nieuwleusen op 13 april 1727.<br />

1748: Klaas Wilmz en Henderkien Siemons wonen met hun dochter Aaltien, boven de 10, en 3 kinderen<br />

onder de 10 jaar te Nieuwleusen (in het rot van Derk Geertz) [Volkstelling 1748].<br />

444. Coob Peters, zn. van Peter Cornelisz en Hendrikje Peineman, geboren te Nieuwleusen, diaken<br />

van 1750 tot 1752, ondertrouwt te Nieuwleusen op 5 februari 1724 met<br />

53


445. Jennigje Harms, dr. van Hermen Theunisz en Ida Willems, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

21 september 1704.<br />

1748: Koop Peters en Jennegien Hermsz wonen met hun kinderen Iedegien en Peter boven de 10, en 2<br />

kinderen onder de 10 jaar in Nieuwleusen (in het rot van Hendrik Hendriks) [Volkstelling 1748].<br />

450. Evert Remmelts, zn. van Remmelt Rutgers en Aaltien Roeberts, geboren te Rechteren,<br />

gedoopt te Dalfsen op 28 december 1679, landbouwer op Bensinck onder Rechteren, belijdenis<br />

te Dalfsen in 1709 tegen kersttijd, trouwt met<br />

451. Swaantien Henrics, met attestatie van Ommen naar Dalfsen op 23 december 1708.<br />

454. Hendrik Derks, trouwt met<br />

455. Fennegien Janssen.<br />

13-4-1774: Fennigjen Jansen wed. van Hendrik Derks laat alle goederen aan haar dochter Janna<br />

Hendriks, andere dochter is Ida Hendriks en haar man Lambert Jansen. Ida Jansen ziet af van haar<br />

vaderlijke en grootvaderlijke pretenties [ORA Dalfsen nr.10, fol. 207v; Ria van Bessen op Forum<br />

HCO].<br />

456. Jan Boer, dienend op Groot Hulsen, landbouwer op Boer op de Nieuwstad bij Hellendoorn,<br />

trouwt voor 1729 met<br />

457. Harmine Gerrits.<br />

1748: Jan Boer en huijsvrouw Hermine Gerrits wonen met 2 personen op ‘De Boer’ [Volkstelling].<br />

Volgens Ponsteen lag dit boerderijtje aan de Nieuwstadweg, tussen Krijtwever en Geerts [Ponsteen:<br />

Nieuwe speurtocht door oud Hellendoorn].<br />

458. Hendrik Hendriks Ploer (alias Reimink, te Meer), zn. van Hendrik Hendriks Ploer en Grietje<br />

Jans Goossen, j.m. van Egede, schipper, landbouwer op Reijmink in Meer, trouwt (2) te Rijssen<br />

op 22 juni 1738 met Grietjen Wijnolts, trouwt (1) te Hellendoorn op 7 april 1726 met<br />

459. Jennigje Geerligs, dr. van Geerlig Jansen en Liesebeth Leeferts van het Peters, j.d. van<br />

Den Ham, overleden in 1738.<br />

7-4-1726: Hendrik Hendriks j.m. van den Ploer te Eegden, Jennigjen Geerlichs, j.d. van Reijmerink te<br />

Meer onder den Ham [Trouwboek Hellendoorn].<br />

14-6-1738: Geerlig Jans en zijn vrouw Liesebeth Leferts, op het Geerlig Schippers tot Meer, ter eenre, en<br />

hun schoonzoon Hendrik Hendriks, weduwnaar van Jennechien Geerligs, bij wie hij vijf kinderen heeft,<br />

met namen Jan, Jennechien, Maria, Henrikkien en Gerrijt, waarover tot momber is aangesteld<br />

bestevader Geelich Jans voornoemd, en Henrik Henricks, die gaat hertrouwen met Grietien Wijnolts,<br />

hier tegenwoordig met haar vader Wijnolt Everts op het Bartels tot Linde, ter andere zijde. Zij komen<br />

overeen dat de bestevader en -moeder de halfscheid van hun gerede en ongerede vaste goeden, met de<br />

halve bouw overgeven aan de jonge luiden hier tegenwoordig om met de vijf voorkinderen in<br />

gemeenschap te houden. De bruid zal haar goederen inbrengen tot het gemene beste. Na het overlijden<br />

van de bestevader en -moeder zullen hun goederen vererven op de jonge luiden, de vijf voorkinderen en<br />

mede op de kinderen die uit dit huwelijk zullen komen, maar dat hun linnen en wollen klederen met<br />

twee kisten van de overleden moeder en bestemoeder op de vijf voorkinderen zullen vervallen. De jonge<br />

luiden zullen de bestevader en -moeder jaarlijks drie rijksdaalders uitkeren [ORA Ommen en Den Ham,<br />

p.341].<br />

460. Gerrit Wolter Hendriks Kleijn Roossink, zn. van Hendrik Jans Kleijn Roossink en Geese<br />

Geertsz, gedoopt te Hellendoorn op 4 februari 1720, landbouwer op Kleijn Roossink in<br />

Hellendoorn, trouwt te Hellendoorn op 13 mei 1742 met<br />

461. Jenneken Wilmsen, waarschijnlijk dr. van Willem Hendriks en Geese Jans, gedoopt te<br />

54


Hellendoorn op 20 maart 1717.<br />

13-5-1742: Gerrit Wolters j.m. van Klein Rosing met Jennechien Wilmsen j.d. wonende bij Klein<br />

Rosing beide uijt het kerkdorp [Trouwboek Hellendoorn].<br />

1750: Kleyn Rosink, in Hellendoorn, wordt ingedeeld in de 10e klasse (200-400 gulden) en betaalt 2-4-8<br />

gulden [Personele quotatie 1750].<br />

1751: Kleijn Roossink heeft 1 vuurstede en is het in bezit van cameraar ten Brinke en Jan Podt<br />

[Vuurstedengeld]. Volgens Ponsteen (p.19) was Kleijn Roossink van oudsher een volgewaard erf en<br />

heeft het een part in het onderhoud van hek nr. 7. Waarschijnlijk is het een afsplitsing van Groot<br />

Roossink. Het tegenwoordige adres is Ommerweg 18.<br />

464. Jurriaen Hendriks van Meekeren, zn. van Hendrick van Meekeren en Louijse Brocks,<br />

gedoopt te Hattem op 1 mei 1692, komt met attestatie van Haarlem naar Hattem in<br />

1721, gemeensman te Hattem van 1727 tot 1741, kerkmeester van 1733 tot 1735, begraven te<br />

Hattem op 29 oktober 1741, trouwt te Hattem op 11 mei 1721 met<br />

465. Geertje Hendriks Winters, dr. van Hendrik Jans Winters en Beerntje Alberts, geboren te<br />

Hattemerbroek, gedoopt te Hattem op 3 oktober 1697, overleden te Hattem op<br />

13 september 1765, trouwt (2) te Hattem op 9 augustus 1742 met Gerrit Telvoren.<br />

22-1-1733: Swaantjen Veldcamp, weduwe van Jan Barnevelt, ook voor haar zusters, heeft verkocht voor<br />

830 Car. guldens aan Jurrien van Meeckeren en Geertjen haar 'huis en where' [nu Achterstraat 36].<br />

Zijn zoon Hendrik koopt het huis in 1748 van Gerrit Telvoren, getrouwd met Jurriaens weduwe Geertje<br />

Winters, en heeft het in bezit tot 1752. Het huis heette toen 'De Halve Maan' [Heemkunde Hattem nr.<br />

37; Transportregisters Hattem, inv.nr. 124, fol.107].<br />

1735: Willemina Westrick heeft voor 958 guldens verkocht aan Gerrit van Rhaen en Jurrien van<br />

Meeckeren en Geertjen zijn vrouw 'haer huijs en where staende aen de kerckstraet' [Transportregisters<br />

Hattem, inv.nr.124, fol.139].<br />

29-10-1741: Jurrien van Meekeren, f 1-8-; Extraordinaris ontvank van de dooden [Kerkerekening<br />

Hattem].<br />

466. Arent Otto Dercks Keijman, zn. van Derk Hendriks en Elisabeth Horstinck, gedoopt te<br />

Warnsveld op 12 maart 1682, burger te Zutphen op 3 maart 1705, overleden voor 24 april 1758,<br />

ondertrouwt (1) te Zutphen op 30 november 1704, trouwt te Zutphen op 18 december 1704<br />

met Steventien Freriks, ondertrouwt (2) te Warnsveld op 1 mei 1716, trouwt te Zutphen<br />

(Broerenkerk) op 29 mei 1716 met<br />

467. Stijntien Meijerinck (alias Loeman), dr. van Waender Meijerinck en Willemken Derksen,<br />

geboren te Warnsveld, belijdenis te Warnsveld op 21 april 1715.<br />

30-11-1704: Ondertrouw van Otho Dercks, j.m, en Steventje Frericks, weduwe van Claes ten Bosch.<br />

3-3-1705: Otto Dercks, geboren te Harffsen, gereformeerd, getrouwd met een burgersdochter, wordt<br />

burger van Zutphen en betaalt hiervoor fl. 8-8-00 [Burgerboek van de Stad Zutphen].<br />

16-7-1711: De erfgenamen van Claes ten Boss verkopen aan Otto Keyman de halfscheid van een huis,<br />

hof, schuur; waarvan koper de andere helft behoort, en die hij bewoont, gestaan aan de Laarpoort<br />

(Laarstraat; kadastraal nr. 1534, 1535). Op 18-1-1718 verkopen Herman Frericks X Hendersken<br />

Willemsen en Jan Rensen X Aeltgen Willemsen verkopen aan Otto Keiman een huis aan de Laarpoort<br />

(kadastraal nr. 1534, 1535). Belenders zijn Jan Noordinck en Jan Noortwijck [Historisch Kadaster<br />

Zutphen; Verpondingsnr. 1135].<br />

14-5-1762: Geertruid Meijerink weduwe Jan Willem te Harkel, Johanna Meijerink weduwe Derk<br />

Meijerink, Mechtelt Meijerink echtgenote Evert Meijerink, Steijntjen Meijerink weduwe Otto<br />

Keijman,Willemina Kruikerink weduwe Gerrit Meijerink, hertrouwd met Hendrik Jan Heuvelman<br />

[Protocol van opdrachten en bezwaren ten landgerichte, ORA Borculo 423, fol.53].<br />

468. Jan Jansen van Straten, overleden te Oldeneel op 7 december 1761, trouwt te Zwolle op<br />

55


18 november 1710 met<br />

469. Aaltje Jans, belijdenis te Zwolle in maart 1710, wonend in Oldeneel, overleden te Oldeneel op<br />

23 februari 1745.<br />

18-11-1710: Jan Janssen, j.m. en Aaltjen Janssen j.d.; s.g. Teunis Janssen, h.g. de huisvrouw van<br />

Teunis Janssen. Getrouwt den 18 November 1710 [Trouwboek Zwolle].<br />

1737: Jan van Straten bewoont een erf in Oldeniel dat in eigendom is van De Sloet van Westerburgh.<br />

Verponding: f 18-8; contr. f 14 [Verponding Zwollerkerspel 1737].<br />

1748: Jan van Straaten, Oldeneel nr.10, Fennigje en Teunis boven de 10 jaar, 2 knechten en een meid<br />

[Volkstelling 1748].<br />

1750: Jan van Straaten, in Oldeneel, wordt ingedeeld in de 10e klasse (200-400 gulden) en betaalt 2-3-6<br />

gulden [Personele quotatie 1750].<br />

470. Jan Jakobs Vorstelman, zn. van Jacob Driessen Vorstelman en Henderickjen Jans, gedoopt te<br />

Epe op 21 juli 1708, korenkoper, jeneverbrander, burger te Hattem in 1733, trouwt te Hattem<br />

op 17 mei 1733 met<br />

471. Maria van den Bergh, dr. van Wigbold Frederiks van den Bergh en Willemina Wildeman,<br />

gedoopt te Hattem op 10 januari 1703, overleden te Hattem op 23 februari 1768.<br />

1737: Jan Vorstelman koopt het huis aan de Achterstraat 26 van Willem Horst [TR 124-155]. In 1794<br />

wordt het huis doorverkocht door Wessel de Vries en vrouw Willempje Vorstelman (dochter), Jan<br />

Hulsbergen en zijn vrouw Maria van Straaten (kleindochter), Jurrien van Meekeren en zijn vrouw<br />

Aaltje van Straaten (kleindochter) en Jacob Vorstelman (zoon), weduwnaar van Albertje de Vries, aan<br />

Hermen Blom [TR 127-239v]. [Heemkunde Hattem, 1987, p.19]<br />

29-9-1738: Jan Vosselman en Marija van den Berg verkopen aan Jan Jansen van de Vosse en Gerrittij<br />

Martens een stuk land, de Hueren, op de Zuuker Enk, voor 245 gld. [Protocollen van Bezwaar Epe,<br />

inv.nr. 913, fol.181v; ingeschreven op 18-11-1738].<br />

1749: Jan Vorstelman, korenkoper, en zijn vrouw bezitten een huis in Hattem met 2 haardsteden, en<br />

verder 1 schepel licht zand en 4 schepel zandland. Zij betalen 5.5 gulden pacht (3 gulden en 10 stuivers<br />

in 1748)[Haardstedengeld 1749].<br />

1749: Maria van den Bergh staat in de klapper van de liberale gift van 1748/1749 [Arch. Hattem nr.<br />

775].<br />

25-6-1750: Jan Jacobs Vorselman en Marij van den Barg verkopen aan Andries Feith ½ molder zaailand<br />

op de ZuukerEnk voor 134 gld [Protocollen van Bezwaar Epe, inv.nr. 915, fol.76; ingeschreven op 2-7-<br />

1750].<br />

30-9-1750: Jan Jacobs Vorstelman en Maria van den Berg verkopen aan Gerrit de Haas een huis, hof, 2<br />

mud zaailand en wei, te Zuuk op de Wellen, voor 1162 gld. [Protocollen van Bezwaar Epe, inv.nr. 915,<br />

fol.77; ingeschreven op 133-9-1750].<br />

1762: Jan Vorstelman, B. Beekman, J. Beekman en L. Boeve zijn vanaf 1762 pachter/eigenaar van een<br />

jeneverbranderij, genaamd ‘De Branderij’, aan de Ridderstraat [Heemkunde Hattem, 1995, p.44].<br />

2-12-1766: Jan Vorstelman en Maria van den Bergh maken een testament op de langstlevende.<br />

Genoemd worden ongerede goederen, staande en gelegen in Amsterdam, als zij hebben aangeërfd van<br />

haar broeder Fredrik van den Bergh [ORA Hattem, inv.nr.144, fol.97].<br />

1778: De kinders van Jan Vorstelman zijn eigenaar van een kerkbank (sectie C rij 1 nr.6) in de kerk van<br />

Hattem [Veluwse Geslachten Publ. 100].<br />

472. Berend Jans Voorhorst, zn. van Jan Lamberts en Henrickijen Berendts Gesink, gedoopt te Olst<br />

op 6 augustus 1703, landbouwer, overleden voor 2 april 1771, trouwt voor 1748 met<br />

473. Aaltje Gerrits Eikelboom, dr. van Gerrit Jans Eikelboom en Maria Jacobs van Linden,<br />

gedoopt te Olst op 6 augustus 1724, overleden voor 17 januari 1775.<br />

18-3-1739: Berend Voorhorst leent 100 gulden aan Jacob Beumer.<br />

4-5-1739: Berend Voorhorst koopt van Jacob Beumer en diens vrouw Aaltje Berents een stuk land in<br />

56


Welsum, genaamd ‘De Kleine Geersmate’, met ten oosten ’t stift ter Hunnepe, ten westen Luilof<br />

Willems Beumer, ten zuiden de straate en ten noorden ’t Cappitel van Deventer.<br />

24-4-1745: Berend Jans Veurhorst heeft op 10 maart van Jannis Gerrits Veurhorst gekocht het halve<br />

boomgaardjen te Welsum, voor f. 90 [ORA Olst nr.57, fol.107; 50e penning]<br />

17-10-1747: Berend Veurhorst koopt van Jannes Gerrits Voorhorst en zijn vrouw Gerrigien Teunis hun<br />

vrije allodiale eigendommelijke halve boomgaardjes.<br />

18-10-1747: Berend Veurhorst en Gerrit Jans Eikelboom verkopen aan Derk Derks Koster hun<br />

eigendommelijke katerstede ‘Elsenhoff’, gelegen te Welsum in de buurt van have de Hogenhoff. Ook<br />

verkoopt Berend Veurhorst hem twee akkers bouwland, genaamd ‘De Kleine Geersmate’, gelegen te<br />

Welsum tussen de Groote Geersmate van Luilof Jans Beumer en de katerstede van Luilof Willems<br />

Beumer.<br />

18-10-1747: Berend Veurhorst verkoopt aan Jacob Jansen zijn eigendommelijke kampje bouwland,<br />

genaamd ‘De Hofstede’ met daarbij het boomgaardje, en ook het boomgaardje, genaamd ‘Bartencampje’<br />

te Welsum.<br />

1748: Berent Jans woont met zijn vrouw, 3 kinderen onder de 10 jaar en 4 dienstboden te Welsum<br />

[Volkstelling Olst 1748].<br />

19-11-1748: Berend Jansen Voorhorst en Aaltien Garrits worden beleend met het erve en goed<br />

Hombraake, onder het gericht van Olst, gelegen in de boerschap Welsum, met alle zijn recht en<br />

gerechtigheden, ap- en dependentien. Op 2-4-1771, na de dood van Berend Jans Voorhorst, gaat het leen<br />

over op Aeltjen Gerrits (hulder haar zoon Jan Berent Voorhorst). Jan Berent Voorhorst wordt op 17-1-<br />

1775 met dit goed beleend, na de dood van zijn moeder [Overijssels Leenrepertorium].<br />

1750: Berend Jans, in Olst, wordt ingedeeld in de 9e klasse (jaarinkomen van 400-600 gulden) en<br />

betaalt 4-12 gulden [Personele quotatie 1750].<br />

1751: Berend Jans Veurhorst is eigenaar en bewoner van een huis in Welsum, nr. 92, met 2 vuursteden.<br />

(Oude quohier: Albert Derks) [Vuurstedengeld 1751].<br />

20-4-1754: Berent Jans Veurshorst komt voor in het testament van zijn broer Gerrit Jansen Veurhorst<br />

(getrouwd met Hermken Burgerinks), in de Engel te Welsum, evenals zijn broers Lammert Jansen<br />

Veurhorst en Luilof Jansen Beumer (getrouwd met Angenetha Berents), en Gerrits nicht Janna<br />

Bekkenkamps (getrouwd met Berent Lamberts Dingshof). [ORA Olst, 15/173].<br />

26-3-1762: Gerrit Beernts Eykelboom en Eva de Hoog hebben verkocht voor 192 gulden aan Berent Jans<br />

Voorhorst en Aaltje Geerits Eykelboom 1/3 part in een huis en hof te Veessen [ORA Veluwe en<br />

Veluwezoom; Protocol van Bezwaar Veessen; nr.907, fol.287].<br />

30-12-1766: Beernt Janssen Voorhorst en Aaltje Gerrits Eijkelboom transporteren aan Jan Gelderman<br />

en Anna Everts vijf akkers zaailand in Veessen. Ook transporteren zij aan Jan Beernts Schipper en<br />

Jennigjen Jans de halfscheid in een kamp weideland groot 1½ morgen, de Schippershoeve genaamd,<br />

waarin de kopers de tweede helft toebehoort [ORA Veluwe en Veluwezoom; Protocol van Bezwaar<br />

Veessen; nr.907, fol.296].<br />

5-11-1767: Berent Jans en Aaltje Geerits hebben voor 200 gulden verkocht aan Jan Hogeboom en<br />

Geertjen Willems 1/3 deel in een huis en […] met een hoekje voor de agterdeur met nooteboomen,<br />

gelegen in Veessen [ORA Veluwe en Veluwezoom; Protocol van Bezwaar Veessen; nr.907, fol.305v].<br />

17xx: Albert Jans Bakhuis en Berent Gerrits Eikelboom worden aangesteld als voogden over de<br />

onmondige kinderen van Berend Voorhorst en Aaltje Gerrits Eikelboom: Gerrit, Jan, Jacob, Lammert,<br />

Hendrik en Janna [ORA Olst, nr.20.325].<br />

474. Lambert Broekhuys, zn. van Andries Aerts en Henrickien Jans, geboren rond 1699,<br />

meestergrutter, steigermeester aan de Grote Aa te Zwolle, kleinburger te Zwolle op<br />

27 augustus 1727, overleden te Zwolle op 3 februari 1780, ondertrouwt (1) te Zwolle op<br />

23 juli 1729 (proclamatiën mede te Hattem), trouwt te Mastenbroek op 13 augustus 1729 met<br />

Aleida Tiggelaar, overleden te Zwolle op 3 november 1730, ondertrouwt (2) te Zwolle op<br />

10 november 1731, trouwt te Hattem op 25 november 1731 met Geertruij van der Vaerst, dr.<br />

van Lubbert van der Vaerst en Aleida van Oene, overleden te Zwolle op 13 november 1736,<br />

ondertrouwt (3) te Zwolle op 31 augustus 1754, trouwt te Nijbroek op 16 september 1754 met<br />

475. Agnes Johanna Mörser, dr. van Anthon Frederick Mörser en Maria Hendricks van der Vaerst,<br />

57


geboren te Voorst in 1715, begraven te Zwolle (Grote kerk) op 7 april 1788.<br />

27-8-1727: Lambert Broekhuys, gereformeerd grutter, verwerft het kleine burgerrecht van Zwolle voor<br />

140 gulden (et solvit f35).<br />

1748: Lambert Broekhuys woont in Zwolle in de Voorstraat nr. 315, zonder vrouw, met 4 kinderen<br />

boven de 10 jaar en met een knecht [Volkstelling 1748].<br />

1750: Lambert Broekhuys wordt ingedeeld in de 9e klasse (400-600 gld.) en betaalt 3-9 gld. [Personele<br />

quotatie Zwolle 1750].<br />

1753: Testament [ORA Zwolle,1753, p.21; 1757, p.125].<br />

16-9-1754: Agnes Johanna Mörser is de nicht van Geertruij van de Vaerst, de tweede vrouw van<br />

Lambert (Haar moeder Maria was de zus van Lubbertus, de vader van Geertruij) en de oudere zus van<br />

Hendrik Carel Claas Mörser, schoonzoon van Lambert. Uit de data komt een mooi verhaal naar boven.<br />

Lambert, rond de 55 jaar en al 18 jaar weduwnaar, van twee vrouwen die in het kraambed gestorven<br />

zijn, ontmoet op de bruiloft van zijn dochter in Groenlo, in 1752, de oudere zus van zijn schoonzoon,<br />

die hij nog van vroeger kent als de nicht van zijn tweede vrouw. Zij is al een eind in de 30, woont bij<br />

haar broer, die predikant is in Nijbroek, en kan of wil maar niet aan de man komen. Er ontstaat<br />

misschien een romance, misschien wordt er een verstandshuwelijk gearrangeerd. Maar binnen twee jaar<br />

zijn ze getrouwd en Agnes krijgt op haar 40e zowaar nog een dochter: Maria Hendrika.<br />

1759: Civiel proces in Hattem (nr. 90.1), wellicht in verband met de dood van burgemeester Lubbert<br />

van der Vaerst, vader van Lamberts tweede vrouw Geertruij.<br />

3-2-1780: Lambert Broekhuis oud 80 jaar 11 maanden en eenige daagen om ½ drie begraven in de<br />

Groote Kerk in 't portaal aan de Markt no. 725. Komt voor een half uur luiden en kerkk: gereg. 4-18<br />

[Begraafboek Zwolle].<br />

7-4-1788: Agnita Mosser wed van Lambert Broekhuys s avens om 11 uur bijgeset in de Grote kerk in 't<br />

portaal aan de Markt in de groeve no. 725 komt voor klokken en kerkkengeregtigheid f 10-10<br />

[Begraafboek Zwolle].<br />

476. Hendrik Wijnvorden, zn. van Balthasar Derks Wijnvorden en Aeltje Willems Meijberg,<br />

geboren te Wijhe, overleden te Wijhe op 31 maart 1781, trouwt te Wijhe op 21 april 1730 met<br />

477. Wobbigjen Cronemans, dr. van Hendrik Cornelissen Cronemans en Willemken Cornelissen,<br />

gedoopt te Wijhe op 15 januari 1706, overleden te Wijhe op 2 april 1779.<br />

31-3-1730: Hendrik Wijnvorden en Wobbigjen Cronemans gaan met attestatie naar Heino. Vanaf 1734<br />

laten zij kinderen in Wijhe dopen.<br />

1737: Hendrik Balthasar en Wibbeltjen Kronemans zijn lidmaten te Wijhe [Lidmatenboek Wijhe].<br />

20-6-1739: Hendrik Wijnvorden [ORA Wijhe, p.370-371].<br />

29-6-1746: Evert Balster Wijnvoorden en Aeltjen Jans, eheluijden, Geerlich Wijnvoorden en Willemina<br />

Mattheus, Jan Meijer en Anna Balster Wijnvoorden, Henrick Gerrits Smit en Derkjen Balster<br />

Wijnvoorden, Henrick Balster Wijnvoorden en Wibbegien Henrix, voorts Henrick Leuijbuijs als volmr<br />

van Willem Balster Wijnvoorden en Elisabeth van Tooren (volgens volmacht van 16-8-1735 te<br />

Schraeven Hage), zich sterk makende voor Aeltien Balster Wijnvoorden en haar kinderen bij Assien<br />

Jacobs verwekt, hebben verkocht voor 355 gulden een stuk land, genaamd het Boerlandt, ongeveer een<br />

morgen groot, aan vrouw Martina Gerharda van Doorninck, weduwe van de scholtis Jordens. Zij<br />

verkopen ook voor 190 gulden een stuk land, het Korte Slagh genaamd, aan Willem de Weerdt en Jan<br />

Boskamp met hun vrouwen, ieder de helft. Ook verkopen zij voor 34 gulden Egbert Coerts en Theunisje<br />

van Putten de keuse mergen in 't Sijbroeck te Vorchten [ORA Veluwe en Veluwezoom; Protocol van<br />

Bezwaar Veessen; nr.907, fol.174; Vorchten, nr. 909 fol.41v].<br />

1748: Hendrik Wijnvoorden, Webbigjen zijn vrouw; Jannigjen, Aaltjen en Kornelis boven de 10 jaar,<br />

Hendrik Willemina en Balster onder de 10 jaar; 1 dienstbode, Berentjen; wonend in Tongeren<br />

[Volkstelling Wijhe 1748].<br />

1751: Hendrik Wijnvoorden is eigenaar van de katerstede ‘Ottenkamp’, met 1 vuurstede, gelegen in<br />

Tongeren nr.74 (Wijhe) [Vuurstedengeld 1751].<br />

58


478. Jan Klaassen Lammertink, zn. van Claes Lammertink, geboren te Rectum, landbouwer,<br />

overleden te Rijssen, trouwt te Rijssen op 19 februari 1736 met<br />

479. Geeske ten Winckel, dr. van Aelbert ten Winckel en Janna Grooten, geboren te Rijssen.<br />

1748: Jan Claassen en vrouw, hun kinderen Geesken, Janna, Claas, Jenneken en Jan (jonger dan 10 jr),<br />

'inwoner' Albert Winkel [Volkstelling Rijssen 1748].<br />

490. Lucas Engberts Tempelman, landbouwer op Tempelman in Arrien, overleden<br />

voor 23 maart 1753, trouwt met<br />

491. Swaantje Gerrits, lidmaat te Ommen in 1746, trouwt (2) voor 1755 met Wicher Willems<br />

Kolvoort (alias Tempelman), overleden voor 9 november 1780.<br />

1747: Lucas Tempelman en zijn vrouw Swane Gerrits kopen van Philippus van Arnhem en zijn zuster<br />

Elisabeth (met haar man Arnoldus Helmich) het erve en goed Tempelman in Arrien [Archief van het<br />

huis Vilsteren (226) nr. 1000]<br />

1748: Lucas Tempelman, Swaantje Gerrits en dochter Hanke wonen in Arrien, met een knecht (Jan<br />

Janssen), een maagd en een scheeper (Jan Claassen) [Volkstelling 1748].<br />

5-5-1750: Philippus van Aarnhem, te Zwolle, verkoopt aan Lucas Tempelman en Swane Gerrits het<br />

erve Tempels, gelegen in Arriën, met uitzondering van 4 mudde bouwland, dat aan Albert Nijkamp<br />

weer is verkocht. Op dit erve blijft een hypotheek liggen [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.7,<br />

fol.141v].<br />

1750: Lucas Tempels, in Arrien, wordt ingedeeld in de 11e klasse (jaarinkomen onder de 200 gulden) en<br />

betaalt 1-4-0 gulden [Personele quotatie 1750].<br />

1751: Lucas Tempelman is eigenaar van erve Tempels of Tempelman in Arrien. Het erf heeft 1<br />

vuurstede [Vuurstedengeld 1751].<br />

30-9-1750: Lucas Tempels en Swaene Gerritse verkopen aan Berent Nagel, onderscholte van Dan Ham,<br />

een tiende, bestaande uit 2 stukjes zaailand De Bijl-stukjes genaamd, groot ongeveer 6 schepel gezaai,<br />

uit het erve Beniers te Arriën [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.7, fol.148].<br />

25-9-1752: Lucas Egberts Tempelman en Swaantjen Gerrits, te Arriën, verkopen aan Wennemer<br />

Egberts op het Brinkhuis te Arriën, een stuk land, groot een mudde gezaai, het Lemeler Stukke<br />

genoemd, te Arriën tussen het erve Namink en het erve Nienhuis [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.9,<br />

fol.48].<br />

23-3-1753: Swaantjen Gerrits, weduwe van Lucas Tempels, wil trouwen met Wijgmond Willems. Er<br />

zijn twee onmondige kinderen: Geertjen en Hendrikje Lucas. Voogden zijn Roelof Hermsen, te Ommen,<br />

en Wennemer Brinkhuis, te Ommen [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.9, fol.62v].<br />

4-11-1757: Wiger Willems en Swaantien Gerrits verkopen aan Hendrik Jannis en Geertruid Jans de<br />

katerstede met het land, genaamd den Winkelhaken, te Arriën, oorspronkelijk uit het erve Tempelmans.<br />

Op dezelfde dag zijn Hendrik Jannis en zijn vrouw een bedrag schuldig aan Wiger Willems en Swaantje<br />

Gerrits, waarvoor zij hun katerstede den Winkelhaken, door hun bewoond, als onderpand stellen.<br />

Getuigen zijn Engbert en Luicas Mensink. De schuld is op 25-11-1765 voldaan [ORA Ommen & Den<br />

Ham, inv.nr.10, fol.111].<br />

25-11-1765: Wicher Tempels en Swaantien Gerrits verkopen aan Roelof Willems en Geertruid Jansen<br />

de keuterplaatse met het land, den Winkelhaken genoemd, gelegen in Arriën onder Ommen, vroeger<br />

behorende bij het erve Tempels. Op dezelfde dag verkopen Roelof Willems en Geertruid Jansen deze<br />

keuterplaatse aan Egbert Friesendorp, burgemeester en kerkmeester te Ommen [ORA Ommen en Den<br />

Ham nr.12, fol.80-81v].<br />

1765-1767: Wicher Tempels en Swaantien Gerrits verkopen onroerend goed [ORA Ommen en Den<br />

Ham nr.12, fol.77v, 78v, 110, 174].<br />

492. Jan Derks Boerdam (?), begraven te Wijhe op 12 maart 1765, trouwt met<br />

493. Maria Janssen (?), begraven te Wijhe op 28 november 1780.<br />

1737: Jan Dirksen op Boerdam en Maria Janssen zijn lidmaten te Wijhe [Lidmatenboek Wijhe].<br />

59


494. Christoffer Lamberts Kruijsdijk, zn. van Lambert Jans Kruijsdijk en Eva Stoffers, gedoopt te<br />

Olst op 22 oktober 1713, landbouwer op Vijfakkers in Olst, trouwt voor 1747 met<br />

495. Anna Hendriks Mandemakers, overleden voor 6 mei 1762.<br />

23-4-1751: Christoffer Lamberts Kruijsdijk koopt de vrije allodiale katerstede genaamd ‘De Voorste Vijf<br />

Akkers’, met bijbehorend land en houtgewas, van de erfgenamen van Hendrik van Marle [ORA Olst<br />

nr.5.651]<br />

6-5-1762: Tot mombers over Hendrik, Eva, Lambert, Derkje en Jan, onmondige kinderen van<br />

Christoffer Kruisdijk bij wijlen Anna Hendriks Mandemaker worden aangesteld Evert Lamberts<br />

Kruisdijk en Willem Derks op de Kleine Hulst. De kinderen krijgen voor hun moederlijke goed<br />

gezamenlijk een som van 175 gulden, een psalmenboek met zilver beslag en klampen, vier hemden, twee<br />

bonte scholteldoeken, zes witten neteldoekse halsdoeken, acht toef mutsen en zes servetten. De vader<br />

behoudt de overige goederen, mits hij de lusten en de lasten voor zijn rekening neemt. Hij belooft zijn<br />

kinderen goed op te zullen voeden en hij verplicht zich ook om voor zijn kinderen te zorgen als ze ziek<br />

zijn terwijl zij een baan buitenshuis hebben [ORA Olst nr.20, fol.235].<br />

500. Hendrick Jan van Suttem, j.m. van Hattem, ondertrouwt te Hattem op 21 juli 1715, trouwt te<br />

Hattem op 7 augustus 1715 met<br />

501. Janna Jans.<br />

21-7-1715: Henrick Jan van Suthem j.m. van Hattem; Ende Janna Jans j.d. aen den Ysseldijck. Copulati<br />

August.7 [Trouwboek Hattem].<br />

504. Asje Berends, zn. van Berend Hendriks en Geesje Asjes, gedoopt te Dalfsen op 1 maart 1696,<br />

overleden te Ankum op 16 juli 1778, trouwt (2) te Dalfsen op 7 maart 1748 met Jannichje<br />

Janssen, ondertrouwt (1) te Zwolle op 29 mei 1728, trouwt te Dalfsen met<br />

505. Jannegien Gerrits, overleden voor 7 maart 1748.<br />

29-5-1728: Assien Berents j.m. te Ankum en Jannigjen Gerrits j.d. te Gerner hebbende gewoont alhier<br />

De proclam: gaan mede te Dalfsen, alwaar ook sijn ingeschreven. 1728. den 29 Maij att. gegeven om tot<br />

Dalfsen te trouwen [Trouwboek Zwolle].<br />

1748: Assje Berents en Jannechien Jansen wonen te Ankum met één kind boven de 10 jaar, genaamd<br />

Jan, vier kinderen onder de 10 jaar en een dienstbode [Volkstelling Dalfsen 1748].<br />

1750: Asjen Berends, te Ankum, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 2 gld.<br />

[Personele quotatie Dalfsen 1750].<br />

508. Jan Coerts Harink (alias Dekkers), zn. van Coert Geertsen Heerinck en Geertje Dercks,<br />

landbouwer, trouwt te Hellendoorn op 7 april 1709 met<br />

509. Marije Jansen, dienstmeid.<br />

7-4-1709: Jan Coertz j.m. te Harink en Marije Jans j.d. dienende bij Haver Egbert, beijde te Marle<br />

[Trouwboek Hellendoorn].<br />

Generatie X<br />

516. Gerrit Jans Bastiaen (alias Visch Gayer), j.m. van Oosterholt, visser, keurnoot te Zalk tussen<br />

1720 en 1726, overleden te Veecaten op 10 november 1730, trouwt (2) met Gerrigje Gerrits, dr.<br />

van Gerrit Jans en Jannegien Gerrits, overleden te Veecaten op 6 januari 1754, begraven te<br />

Wilsum (vanwege het hoge water), trouwt (1) te Zalk op 5 mei 1678 met<br />

517. Hermpje Jans, dr. van Jan Toenijsz op Quinckelenberg en Willemtje Herms, gedoopt te Zalk<br />

op 17 juni 1655.<br />

60


20-9-1682: Hendrick Willems en Wibbegien Herms hebben verkocht aan Gerrit Jansen en Harmtjen<br />

Jans hun huis 'staende ande voet van den Isseldijck in Vecaten gelegen neffens het gepoot, bestaende in<br />

appel, peer, pruimen en willigen boomen', bij de verkopers bewoond [ORA Zalk en Veecaten nr.13,<br />

fol.333].<br />

14-3-1701: Gerrit Bastjans, te Veecaten, pro deo [Quohier van 't zoutgeld van de heerlijkheid Zalk en<br />

Veecaten].<br />

15-7-1723: Gerr. Bastiaan en dezelfs vrouw, 2 personen, te Veecaten [Hoofdgeld Zalk 1723].<br />

13-3-1726: Hendr Garrits bij Bockhorst en Garr. Bastiaen worden aangesteld als mombers over<br />

Egbertien Harms, dochter van Harm. Derks en wijlen Claesien Jansen [ORA Zalk & Veecaten 15,<br />

fol.246].<br />

20-10-1730: Garrit Bastiaen, ziek, testeert. Hij benoemt tot erfgenamen zijn huisvrouw Garritien<br />

Garrits en hun 8 kinderen, alsmede zijn 4 kinderen bij Harmpien Jans [ORA Zalk 15, fol. 319; B. van<br />

Dooren (2000), Bastiaan,Gens Nostra, p.384].<br />

17-12-1731: Er is een dispuut ontstaan tussen de weduwe van Gerrit Bastiaan en de kinderen uit zijn<br />

eerste huwelijk over de boedelscheiding. Besloten wordt dat de weduwe aan de kinderen Bastiaen,<br />

Elsien, Fennegien en Jan 400 Carolus guldens zal uitreiken [ORA Zalk 15, fol. 350; Gens Nostra 2000,<br />

p.385].<br />

1751: De weduwe van Gerr. Bastiaen (ook in 1711) is eigenaar van het huis op de grond van den Huse<br />

Buckhorst te Veecaten, met 1 vuurstede [Vuurstedengeld Zalk & Veecaten 1751].<br />

518. Engbert Wigbelt, zn. van Wigbelt Everts Rot en Jannegien Gerrits, overleden<br />

voor 28 augustus 1715.<br />

14-11-1692: Engbert Wigbelt, nagelaten zoon van Wigbelt Evers en Jannegien Gerrits, heeft zijn<br />

stiefvader Gerrit Jansen en zijn voogd Hendrik Roelofs bedankt na ontvangst van zijn vaderlijke erfenis<br />

van 77 Car. gulden en 10 st. [ORA Zalk 37].<br />

524. = 258 Jan Gerrits Bastiaan, trouwt met<br />

525. = 259 Willempjen Engberts.<br />

546. Heijmen Jansen, j.m. van Elspeet, overleden voor 21 mei 1729, trouwt te Nunspeet op<br />

28 februari 1675 met<br />

547. Henrickjen Christiaens, dr. van Christiaen Gerritsen en Rijkje Jans, gedoopt te Nunspeet op<br />

4 september 1654.<br />

10-2-1688: Heijmen Jansen krijgt, na transport door Henrick Hermsen n.u. Aeltie Claes, oprukking<br />

voor het halve 'Egbert ten Peselsgoet' in Elspeet [Herengoederen Veluwe, dl.2, p.200].<br />

548. Hendrik Harmens Nagelhout, geboren te Apeldoorn, trouwt (1) met Geertjen Everts, trouwt<br />

(2) te Elburg op 6 december 1674 met<br />

549. Aartje Jans, j.d. van Doornspijk.<br />

27-12-1686: Henrick Nagelholdt bewoont een doorgaand huis in de Oosterbloemstraat in Elburg, dat<br />

door Lambert Henricksen c.s. verkocht wordt aan Jan Gerbertsen van Loo en Marrichje Top voor f 200,-<br />

[Protocol vrijwillige rechtspraak Elburg].<br />

1699: Henrick Nagelholt heeft aldaar (op de Wal) Willem Lubbers geslagen. Henrick krijgt 2 h.ponden<br />

boete [Uittreksels breuckcedulen Elburg 1678-1741].<br />

1700: De jongens van Simon Henricks, Teune en Gijsbert Beertsens hebben tesamen de jongen van<br />

Henrick Nagelholt deerlick geslagen en mishandeld. ‘Is verstaan dat dese olders voor meestersloon pijn<br />

en smart aen Henrick Nagelholt sullen hebben aentellen f 7,50’ [Uittreksels breuckcedulen Elburg 1678-<br />

1741].<br />

10-9-1712: Verschenen Hendrik Nagelhout Sr en Hendrik Nagelhout Jr. Zij staan borg voor de f 50,-<br />

61


die Cornelis Egbertsen en Geisje Hendriks echtel moeten uitkeren bij mondigheid aan haar natuurlijk<br />

kind bij Willem Lubbertsen geprocureert [Vrijwillige Rechtspraak Elburg].<br />

550. Gerbrech Jans, geboren te Doornspijk, trouwt te Oldebroek op 9 maart 1672 met<br />

551. Metjen Peters, geboren te Oldebroek, overleden na 31 mei 1750, trouwt (2) met Beert Reijers.<br />

1676: Berent Feith c.s. contra Gerbrich Janssen [ORA Elburg nr.162].<br />

30-7-1731: Hendrik Oosterom en Swaantje Woelderts. verkopen aan Lubbert Gerbrigsen en Willemina<br />

Willems echtel, en aan Beert Reiersen en Matje Peters echtel, hun 1/12 part van een erf in Oostendorp<br />

voor f 100,-, thans door Lubbert Gerbrigsen en vrouw bewoond, en heengekomen van zaliger Gerbrig<br />

Jansen (Nagelhout). Dezelfden verkopen voor f 135,- aan Jan Pannekoek en Marie Gerbrigs echtel, een<br />

hof voor de Mheenpoort gelegen [Protocol van bezwaar Elburg].<br />

552. Jacob Harms Soet, wonend te Hoophuizen, trouwt met<br />

553. Eijbertjen Willems, dr. van Willem Lubbertsen en Cornelisien Jans, gedoopt te Nunspeet op<br />

7 november 1647, begraven te Nunspeet op 17 februari 1740.<br />

572. Gerrit Roelofs Niemeyer, trouwt met<br />

573. Jannetjen.<br />

1682: Gert Roelifsen, ½ merge, 2 mud, 5 hoornbeesten, 4 personen boven de 5 jaar; 7-8, 1-11 [Kohier<br />

van verponding en bezit van rundvee en het aantal personen van 5 jaar en ouder in het ambt Oldebroek,<br />

inv.nr.55; Transcriptie P. Zunderman].<br />

574. Aart Cornelisz, zn. van Cornelis Wijchmans en Hille Jans, geboren te Oldebroek, belijdenis te<br />

Oldebroek op 18 september 1669, trouwt te Oldebroek op 3 februari 1672 met<br />

575. Hendrikjen Roelofs, dr. van Roelof Alberts en Lysbet Henricks, geboren te<br />

Oldebroek, belijdenis te Oldebroek op 5 april 1672.<br />

1682: Aert Cornelissen, 6 1/3 mergen, 1½ mud, 7 hoornbeesten, 5 personen boven de 5 jaar; 19-17, 3-17<br />

[Kohier van verponding en bezit van rundvee en het aantal personen van 5 jaar en ouder in het ambt<br />

Oldebroek, inv.nr.55; Transcriptie P. Zunderman].<br />

12-10-1692: Evert Albertsen ende Lijsken Cornelis, echteluyden, Aert Cornelis ende Hendrickien<br />

Roeloffs, echteluyden, Lubbert Lubbertsen ende Mentse Cornelis, echteluyden, Albert Janssen ende<br />

Jennechien Cornelis, echteluyden, ider voor 1/8 part, en Cornelis Hendricxs ende Beert Dercxsen voor<br />

sich selven en als mannen en mombers haerder huysvrouwen Grietien en Aeltien Hendricxs caverende<br />

mede voor Toenis, Reijer en Aert Hendricxs oock voor 1/8 part en Cornelis ende Lambert Janssen<br />

caverende mede voor Hartger Wijchmens en Wobbe Jans, eheluyden, Helmich Hendricxs en Jacobien<br />

Jans, echteluyden, Dries Aeltsen en Jennichien Jans, echteluyden, Jan Lambertsen en Aeltien Jans,<br />

echteluyden, Coendert, Aert en Gert Jansen oock voor 1/8 part, Egbert Jans voor sich selfs en als vader<br />

van sijne 3 onmundige kinderen in echtschap bij Aeltien Cornelis erworven mit approbatie desis<br />

gerichte oock voor 1/8 part, en Hermen Alberts caverende mede voor sijn suster Jennichien Alberts en<br />

sijn halve broeder Cnelis Hendricxs oock voor 1/8 part, hebben int geheel ider voor haer quota vercoft en<br />

dragen op na bekentenisse van voldoeninge die gehele cooppenningen an Jacob Reijerts en Neeltien<br />

Egbertsen, echteluyden drie mergen weydelandts int Eecktermerck in desen ampte gelegen, sijnde<br />

allodiael, vrij en onbekommert goet, dan sijne gewoentelicke onraet, tins coper bekent onverkort. [..].<br />

Actum Oldebroeck voor die heer richter en gerichtsluyden Hendrick Jans, schepen ende Berent Dijck,<br />

secrtaris, den 12 octobris 1692.<br />

Insgelijcxs hebben bovenstaende vercoperen ende transportanten op een ende selve tijt oock<br />

getransporteert en overgedragen uyt kracht van coop en voldoeninge van die gehele cooppennigen aen<br />

Evert Albertsen ende Lijsken Cornelis, echteluyden, een molder saylants bovent dorp over d Heygrave<br />

gelegen mit sijn holtgewas, soom veen en plaggevelt sijnde mede allodiael, vrij en onbeswaert goet, dan<br />

sijne gewoentelicke onraet en tins coper bekent onverkort [..] [Protocollen Oldebroek, 203, fol. 84v].<br />

62


1696: Aert Cornelissen pacht [een boerderij] van borgemeester Hendrick Feith. De verponding is 22-17-<br />

0. Idem van 1 mudde 1-18-0. Aert Cornelis is eigenaar van 1 schepel, waarvoor op 23-12-1696 0-10-0<br />

verponding betaald wordt [Kohier van Verponding in het ambt Oldebroek, inv.nr.58; Transcriptie P.<br />

Zunderman].<br />

27-11-1703: De heer Arnout Feith, [..] in naam van de erfgenamen van Dibbolt Feith, in leven richter<br />

en ontfanger van de heerenpenninge desis ampts, heeft doen peynden aan de gerede goederen van<br />

navolgende personen om te hebben betalinge na veel en vergeefse waarschouwinge doch aaneminge van<br />

de schult soo van 5 spetien familigelt offte personelen 500 penningen genaemt als amptslasten als aan<br />

haar heer vader salliger buyten de verpondinge volgens sijn boeck off extracten van dien neffens den<br />

interessen, [waaronder] Aert Cornelissen [Protocollen Oldebroek, 403, fol. 182].<br />

580. mr. Roelof Knoop, overleden voor 1682.<br />

1682: Wed. Knoops, in het kerkdorp Wijhe, 1 vuurstede, p(auper) [Vuurstedengeld Wijhe 1682]<br />

592. Jan Fox, zn. van Jan Jansen en Teunisjen Jacobs Fox, j.m. van Zalk, overleden voor 1695,<br />

trouwt te Zalk op 14 mei 1682 met<br />

593. Hendrikje Jacobs, dr. van Jacob Gerberts en Berentjen Gerrits Bijvanck, gedoopt te Zalk op<br />

6 maart 1659, overleden voor 19 september 1721, trouwt (2) te Zalk in 1695 met Garrit Theunis<br />

Fox, keurnoot te Zalk in 1722.<br />

19-9-1721: Garrit Theunis Fox is voornemens opnieuw te trouwen. Zijn vier kinderen, met name<br />

Theunis, Jan, Aeltien en Gerberig Garrits, bij wijlen zijn laatste huisvrouw Hendrikjen Jacobs verwekt,<br />

worden hun moederlijke goed bewezen. Jan Fox, een halve broer van de vier kinderen, en Jan Maes zijn<br />

als mombers aangesteld. Uit hun moederlijk goed krijgt elk kind 7 car. guldens en een paar nieuwe<br />

hemden [ORA Zalk en Veecaten nr.15, 173-175].<br />

642. Jan Willems Nevesel, meier op Nevesel in Noordmeer, trouwt met<br />

643. N.N..<br />

23-9-1717: Dr. Wilhelm van Grootvelt, als gevolmachtigde van zijn tante Hendrina Moerkerken,<br />

verkoopt aan de Baron van Pallandt, Heer tot Eerde, luitenant-generaal ‘ten dienste van den Staat der<br />

Verenigde Nederlanden’, en zijn vrouw, de Baronesse van Baer, het erve en goed ‘Neversel ofte<br />

Neverswill, ook opganck genaemt, gelegen in den Boerschap Nortmeer, met alle sijn getimmer, soo daer<br />

op is staende opgaende eyken boomen, hegge holt, hooge en de leege landen en alle regt en gerechtighijt,<br />

van outs daer toe gehoert hebbende, sijnde hier ook onder begrepen den aengegraven kamp’. De<br />

verkoopprijs is 4000 Caroli guldens. Aan de meyer Jan Willems moeten door de koper nog drie<br />

resterende jaren pacht worden ‘uytgehouden’. Verder wordt ook de katerstede Miskotten verkocht, ook<br />

gelegen in Noordmeer, voor 800 gulden (de meyer van deze katerstede, Herman Berglandt, moet<br />

jaarlijks 20 gulden en twee paar hoenders als pacht betalen) [ORA Ommen en Den Ham;<br />

www.nevenzel.com].<br />

644. Derk Lamberts Bergland, zn. van Lambert Bergland en Maria Gerrits Bergland, geboren<br />

rond 1667, overleden na 1723, trouwt met<br />

645. Berendje Jansen.<br />

1687: Derk Lamberts Bergland [ORA Ommen en Den Ham; niet-vrijwillige zaken].<br />

648. Arent Hendriks op den Geerlig (alias Knippers), zn. van Hendrik Arents en Willempje<br />

Egberts, landbouwer op Huijsjen in de Lindemars, later op Knippers aan den Geerlig in<br />

Magele, overleden na 1767, trouwt voor 1707 met<br />

649. Willemtjen Berents, overleden voor 1748.<br />

63


30-6-1716: Derk Egberts van de Geerlich, ziek bij het vuur, en zijn zuster Marregien Egberts vermaken<br />

hun boedel aan hun neefje Arent Hendriks en Willempje Berents. De kinderen van hun zuster zaliger<br />

Ydegien Egberts, door Jan Vrerix Verver verwekt, krijgen 100 Rijndaalders ad 50 stuiver stuk. Hendrik<br />

Arents, man van wijlen hun zuster Willempje en vader van Arent Hendriks, krijgt 100 Rijndaalders.<br />

De kinderen van hun overleden broer Jacob Egberts krijgt 100 Rijndaalders. Hun nicht Elsje Willems,<br />

dochter van zuster Jennigje Egberts, door wijlen de meesterchirurgijn Willem Berents verwekt, krijgen<br />

ook 100 Rijndaalders, 6 spint land op de Vrettekamp en nog land te Meer. [RAO Ommen en Den<br />

Ham].<br />

1723: Arent op den Geerlig, in Magele, betaalt voor 4 personen hoofdgeld.<br />

1733: Arent op den Geerlich met sijn meijer, in Magele, worden getaxeerd op 1000 gulden [1000e<br />

penning]. Idem in 1738.<br />

16-3-1735: Testament van Marrichien Egberts. Zij vererft alle gerede en ongerede goederen aan Arent<br />

Hendriks, gehuwd met Willemtien Berents. Het testament van haar overleden broer Derk Egberts op<br />

den Geerlich van 30 mei 1716 wordt teniet gedaan, behoudens het geldbedrag voor de armen van Den<br />

Ham.<br />

6-10-1745: Arent Hendriks, van den Geerligh bij Den Ham, is een bedrag schuldig aan de vrouwe<br />

Douarière van Reghteren, gravin van Castel en vrouwe toe Mennigushave, waarvoor hij de katerstede<br />

den Bisschop, gelegen in Linde onder Den Ham als onderpand stelt. Op 6-6-1798 verklaart de<br />

lasthebber van F.H. van Rechteren dat de schuld door Jan Schutmaat, getrouwd met een kleinkind van<br />

Arent Hendriks, voldaan is [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.7, fol.5v].<br />

3-3-1750: Arend Hendrik van den Geerlig te Den Ham verkoopt aan Derk Willems en Geesje Gerrits te<br />

Linde een half mud zaailand, uit het erve van Jan Lamberts, gelegen te Linde tussen Lucas Herms en<br />

Horsjan [ORA Ommen & Den Ham, inv.nr.7, fol.129].<br />

1751: Arent Geerligh wordt ingedeeld in de 11e klasse (jaarinkomen onder de 200 gulden) en betaalt 2-<br />

34 gulden [Personele quotatie]<br />

1751: Arend op den Geerlig is zelf eigenaar van Knippers an den Geerlig, met 1 vuurstede<br />

[Vuurstedenregister].<br />

1-9-1753: Arent op den Geerlig wordt samen met Lucas Berents momber van Geesien Menschen,<br />

weduwe van Gerrit Antoni ten Brinke ‘zo om haar hoge jaeren als andersints momboiren over haar, en<br />

hare goederen benodigt sijn’. Zij treden o.a. op als zodanig op 11-10-1755 [Vrijwillige rechtspraak Den<br />

Ham].<br />

4-4-1755: Arend op den Geerlig neemt een hypotheek op het halve plaatsje ’t Geerlig in Magele.<br />

1764: Arent op den Geerlig betaalt voor 3 personen hoofdgeld. Idem in 1765, 1767.<br />

650. Gosen in den Bijster, landbouwer op de Bijster in Linde.<br />

664. Derk Teunissen, trouwt met<br />

665. Jannegien Derks.<br />

666. Berent Henriks, trouwt met<br />

667. Margien Alberts.<br />

674. Evert Willems, j.m. buiten de Sassenpoort, ondertrouwt te Zwolle op 26 februari 1678 met<br />

675. Marrichje (Martje) Jans, j.d. te Ittersum, ondertrouwt (1) te Zwolle op 2 mei 1671 met Jan<br />

Lamberts, j.m. te Ittersum.<br />

26-2-1678: Evert Willemsen j.m. buijten den Sassenpoort en Marrechijn Jans, Jan Lamberts naegelaeten<br />

wed: [Trouwboek Zwolle].<br />

688. Tonis Korterik, trouwt met<br />

689. Janna Tonissen.<br />

1699: Tonis Korterik en Janna Tonissen, eheluiden, in Tonis Korteriks huis in Tijenraan [Lidmatenboek<br />

64


Raalte].<br />

1745: Janna Kooikers, op Kortrijk te Thijenraan [Lidmatenboek Raalte].<br />

690. Jan Egberts Lenderinck, zn. van Egbert Lenderinck, landbouwer op Lenderinck in Wesepe,<br />

trouwt met<br />

691. Berentien Jansen.<br />

1707: Jan Lenderink op Lenderink in Wesepe, in eigendom van het Voorster gasthuis te Deventer [SA<br />

Deventer, Instellingen van Weldadigheid; Rekeningen 1707-1715, 1744-1750].<br />

19-6-1732: Jan Lenderink treedt op als voogd over Jenneken Willems, en verkoopt samen met Henrik<br />

Willems en Berentien Janssen, en Berent Willems en Hendrine Janssen, de katerstede Gravemans aan<br />

Jan Grotenhuis en Lammert ten Have, als diakens van Wesepe [ORA Olst nr.5].<br />

696. Berent Jans Swart.<br />

1716: Berent Jansen Swart, te Wijhe, verponding 0-4-8, contributie 1-14-8 [Verponding Salland,<br />

Wijhe]<br />

716. Dries Jansz, zn. van Jan Driessen en Hillechien Egberts, gedoopt te Heerde op 22 juni 1662,<br />

trouwt met<br />

717. Aaltje Lamberts, dr. van Lambert Peters en Jantien Stevens, gedoopt te Heerde op<br />

29 september 1661.<br />

738. Roelof Harms (?), zn. van Hermen Alberts en Hilligien Jans, gedoopt te Hasselt op<br />

16 december 1683, huisman, trouwt (1) te Hasselt op 4 mei 1705 met Lubbegien Herms,<br />

trouwt (2) te Hasselt op 16 maart 1707 met<br />

739. Gerrigjen Everts (?), geboren te Hasselerdijk, trouwt (2) te Hasselt op 10 juni 1722 met Jan<br />

Hendriks.<br />

Roelof Harms woont bij zijn eerste huwelijk in 1705 'op ter Wee', Lubbegien Herms woont in Streukel.<br />

Bij zijn tweede huwelijk in 1707 woont hij in Streukel.<br />

10-6-1722: Jan Hendriks, j.m. wonend op de Leemkuijle, trouwt met Gerrechien Everts, weduwe aan de<br />

Hasselerdijk [Trouwboek Hasselt].<br />

740. Claes Gerrits (?), landbouwer, overleden op 28 december 1747, begraven te Mastenbroek op<br />

4 januari 1748, trouwt met<br />

741. Annigjen Gerrits (?), overleden op 25 oktober 1756, begraven te Mastenbroek op<br />

2 november 1756, ondertrouwt (2) te Mastenbroek op 10 mei 1754, trouwt te Mastenbroek op<br />

9 juni 1754 met Arent Roelofs, j.m. van Mastenbroek.<br />

5-1726(?): Burgemeester Cornelis Kerckhoff en Roeloff Jans […], als provisoren van de armen van<br />

Genemuiden, hebben getransporteerd aan Claas Gerrits en zijn huisvrouw een stuk hooiland, groot 3½<br />

morgen 'dog sonder maate' gelegen op de Oostermate, strekkende van de Hooge dijk tot in de zee met<br />

rietland, ten westen de Geestelijkheid van Campen, ten oosten Cornelis Albers vrouw van der Werff en<br />

Jacob Claasen [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

31-12-1731: Abraham Braij verklaart schuldig te zijn aan Claas Gerritsen en Annegien Gerrits de som<br />

van 500 gulden. In 1735(?) blijkt de schuld te zijn voldaan [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.6].<br />

1748: Annigje Gerrits, weduwe van Claas Gerrits, wonend aan de Zeedijk, kinderen Jan en Geertjen, 1<br />

knecht [Volkstelling Mastenbroek 1748].<br />

1750: De weduwe Claas Gerrits, te Mastenbroek, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld) en<br />

betaalt 4 gld [Personele Quotatie 1750].<br />

1751: Claas Gerrits wed. selfs eigenaar, aan de Zeedijk te Mastenbroek,1 vuurstede; eerder Cornelis<br />

Louwsen selfs eigenaar [Vuurstedengeld Zwollerkerspel 1751].<br />

65


27-12-1751: Claas Gerrits wed. pacht van de Stad Kampen voor 180 gulden een erve (nr.12) van 36<br />

morgen 'met syn raad en onraed daer te gehorende dog het holtgewas blijven ten profijte van de<br />

Geestelijkheit hier bij gelegt ses m op de Oostermate bij Claas Gerrits gepagt'. Op 16-12-1756 wordt dit<br />

erve door het overlijden van de weduwe aan haar zoon Jan Claessen overgegeven [Oud Archief Kampen,<br />

inv.nr.1933, fol.37].<br />

742. Roelof Harms, zn. van Herman Stoffers en Lubbechien Peters, overleden te Mastenbroek op<br />

22 november 1735, trouwt (1) met Geertje Dirks, overleden voor 15 april 1713, trouwt (2) met<br />

743. Klaasje Heimerigs, dr. van Heijmerigh Francken en Aeltien Gerrits, gedoopt te Kampen op<br />

29 januari 1697, begraven te Mastenbroek op 16 februari 1776, trouwt (2) met Jan Alberts,<br />

begraven te Mastenbroek op 8 februari 1775.<br />

19-11-1707: Jan Bartels, Henrick van den Bergh en de Roelof Hermsen worden aangesteld als mombers<br />

over de kinderen van Geesjen Dirks bij Dirck Hermsen en de Lubbichjen Herms sal. in echte verwekt<br />

[Kampen voogdijakten 1701-1720, inv.nr.133, fol.97v].<br />

1709: Roeloff Hermsen en Henric Egbertsen, beiden aan de Zeedijck, zijn borg voor Reijner Minicus<br />

[Oud Archief Kampen, Rekeningen Stad Kampen, inv.nr.1932, fol.6v, foto 13].<br />

15-4-1713: In het Gericht is verschenen Roelof Herms aan de Zeedijck, weduwnaar van Geertien<br />

Dercks. Hij heeft aan zijn twee kinderen, Harmen Roelofs en Lubbechien Roelofs getrouwd aan Henrick<br />

Egbers, erfuiting gedaan. Beide kinderen krijgen 570 guldens [ORA Zwollerkerspel fol.121; Forum<br />

HCO].<br />

9-5-1715: Harger Peters, Franco Jacobs en Roeloff Harms worden aangesteld als mombers over Aeltjen<br />

en Albert Gerrits, bij Gerrit Heijmerighs en Berentjen Albers sal. [ORA Kampen nr.132, fol.168].<br />

28-9-1720: Roelof Hermsen pacht voor 112 (?) gulden negen morgen 'bij de Hasseler dijck met den<br />

onraat daar toe gehorende om te wijden en uijt te rooijen', laatst gebruikt door Egbert Henricks en Klaas<br />

Gerrits. Borgen zijn Evert Gerrits en Klaas Keppel [Oud Archief Kampen, Rekeningen Stad Kampen,<br />

inv.nr.1932, fol.96v, foto 188].<br />

9-1729: Roelof Harms pacht van de stad Campen 'negen morgen in verscheidene campen verdeeld met<br />

een onraed op de Oostermate en de drie roeden op de […]waede die de Huirman tot sijnen laste sal<br />

neemen so Henrik Berents Lingeman in pagt gehad heeft', voor 86 gulden, voor een periode van zes jaar.<br />

Borgen zijn Harmen Roelofs en Albert Peters [Oud Archief, inv.nr.1933]. In de voorgaande periode<br />

pachtte Henrick Berents Lingeman deze 9 morgen voor 100 gld en waren Harmen Roelofs en Roelof<br />

Herms borg; in de daaropvolgende periode is Claas Gerrits pachter voor 84 gulden [in.nr.1932, fol.124v;<br />

inv.nr.1933, fol.96v].<br />

1733: Hermen van Westerholt, 4 m, in IJsselmuiderslag, f 9-6 verponding. Eigenaar: Roelof Herms cum<br />

suis, later Egbert Hendriks en Jan Albers, later Heimerig Roelofs en Willem Lubberts [HCO;<br />

Statenarchief, Verponding Mastenbroek, inv.nr.2489, fol.72].<br />

1748: Jan Alberts en Claasjen Heimerigs, wonend aan de Zeedijk, met kinderen Heimerig en Jantjen, 1<br />

meid [Volkstelling Mastenbroek 1748].<br />

1751: Jan Albers, eigenaar 't Gasthuis te Campen, aan de Zeedijk te Mastenbroek,1 vuurstede; eerder<br />

Hermen Stoffers, selfs eigenaar [Vuurstedengeld Zwollerkerspel 1751].<br />

10-8-1769: Jan Albers en Klaasjen Heijmerigs van de Rijkssteege uit Mastenbroek, beiden gezond van<br />

lichaam, maken een testament. Erven zullen de broers en zuster van de testator 1½ morgen weideland<br />

in Mastenrboek aan de Rijkssteege, tegenover de Krommesteege gelegen. De testatrice nomineert en<br />

institueert haar kleindochter Lubbetien Gerrits en haar overkleindochter Aeltien Klaassen tesamen in de<br />

legitieme portie en verder niet. De testator benoemt zijn vrouw Klaasje Heijmerigs tot universele<br />

erfgenaam, en bij vooroverlijden van zijn stiefzoon Heimerig Roelofs en diens vrouw en kinderen, met<br />

aftrek van het legaat. De testatrice benoemt haar zoon Heijmerig Roelofs tot universele erfgenaam, en<br />

zijn vrouw en kinderen bij zijn overlijden [ORA Schoutambt Genemuiden, inv.nr.7].<br />

746. Albert Arents, j.m. van Zalk, overleden na 22 april 1769, trouwt te Zalk op 6 mei 1725 met<br />

747. Henrikjen Jans, j.d. van Zalk, belijdenis te Mastenbroek op 27 maart 1744, met attestatie naar<br />

Kampen op 9 april 1756, overleden na 1762.<br />

66


27-3-1744: Hendrikje Jans uxor Albert Arents, aan de Bree-Steege. 1756 den 9 April attestatie na<br />

Campen gegeven [Lidmatenboek Mastenbroek].<br />

1747: Albert Arents pacht in 1747 voor 16 gld. vier morgen in 't Hasselaer slag, in gebruik geweest bij<br />

Asien Jans van Marle, blijvende de ongelden aan de Geestelijkheid. In 1748-1750 wordt dit land voor 25<br />

gld aan Henrik Wind verpacht [Oud Archief Kampen, Rekeningen Stad Kampen, inv.nr.1933, fol.183v,<br />

foto 287].<br />

1748: Albert Arents en Henrikjen Jans wonen aan de Bisschopswetering, met dochter Willempjen en<br />

Janna boven de 10 jaar, 1 knecht en 1 meid [Volkstelling 1748].<br />

1750: Albert Arends, te Mastenbroek, wordt ingedeeld in de 11e klasse en betaalt 4 gld [Personele<br />

Quotatie 1750 Schoutambt van Zwolle].<br />

1751: Albert Arens, eigenaar de wed. dr. Jan Holt, 1 vuurstede, aan de Bisschopswetering te<br />

Mastenbroek. Eerder de wed. Greve [Vuurstedengeld Zwollerkerspel 1751].<br />

748. Antonij Jans, overleden na 5 januari 1773, trouwt met<br />

749. Maria Alberts.<br />

1748: Antonij Jans en Maria Alberts, wonend aan de Nieuwe Wetering, zoon Albert ouder dan 10 jaar<br />

[Volkstelling 1748].<br />

1750: Anthony Jans, te Mastenbroek, wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 3<br />

gld [Personele quotatie Zwollerkerspel 1750].<br />

750. Jan Harmsen Riesebos, zn. van Jan Herms in 't Clooster en Diewertien Peters, gedoopt te<br />

Zwolle op 28 september 1694, landbouwer op de Riesebos, begraven te Zwolle<br />

(Bergkloosterkerkhof) op 14 december 1753, ondertrouwt (2) te Zwolle op 8 maart 1738,<br />

trouwt te Mastenbroek met Janna Claessen, overleden te Mastenbroek op 26 januari 1791,<br />

trouwt (1) te Zwolle op 16 april 1719 met<br />

751. Margjen Jans, mogelijk dr. van Jan Herms Brugginck en Magtelt Jans, geboren te Ankum (in<br />

de <strong>Visscher</strong>), gedoopt te Dalfsen op 2 juni 1696.<br />

28-3-1719: Jan Hermsen Klooster j.m. in de Rysebos en Margien Jansen j.d. te Ankum. Getrouwt den<br />

16 april 1719. de proclamatien gaan mede te Dalfsen alwaar ook zijn ingeschreven [Trouwboek Zwolle].<br />

26-8-1719: Jan Hermsen wordt na de dood van zijn moeder Diewertien Peters beleend met 'de gerechte<br />

helffte van de Millinger Koye in Mastebroeck in 't Hoogebruggherslag'. Op 10-4-1756 wordt dit<br />

samengevoegd met het andere deel wegens de geringe waarde [Repertorium op de leen-, tins-<br />

enhofhorige goederen van het Stift Essen].<br />

15-6-1724: Jan Herms wordt als oom van vaderszijde aangesteld als voogd van de onmondige kinderen<br />

van Willem Snel, weduwnaar van Merrigjen Teunis [RA Zwolle en Zwollerkerspel].<br />

13-7-1720: Jan Hermsen, mede voor zijn vrouw Marrichien Jans, wordt na opdracht door Joannes Cops<br />

beleend met 'twee ende een vierendeel margen landes in Mastebroeck, genaemt Popeloenenlant'. Op 10-<br />

4-1756 wordt Claas Peeters hiermee beleend en op 1-9-1781 Peter Jansen Rysebos, ten behoeve van zijn<br />

moeder, de weduwe van Claes Peters [Repertorium op de leen-, tins- enhofhorige goederen van het Stift<br />

Essen].<br />

1733: Cornelis Claassen, 2¼ m de Koeje, in het Hoogbrugger Slag, f 5-14-15 verponding. Eigenaar: Jan<br />

Herms Riesebos, later Claas Peters weduwe [HCO; Statenarchief, Verponding Mastenbroek,<br />

inv.nr.2489, fol.47].<br />

8-2-1738: Jan Herms Clooster wed. in de Rijsebos met Janna Claessen j.d. in Mastenbroek. haer getuijge<br />

is de huisvrouw van Willem Arens en zijn getuijge is Henricus Velink. Bruidegom moet nog Erfuitinge<br />

doen. Is getoont. 1738. Den 1 Meert att afgegeven om te Mastebroek te trouwen alwaar de proclam:<br />

mede moeten gegaan zijn [Ondertrouwboek Zwolle].<br />

17-2-1738: Voogdijstelling [RA Zwolle & Zwollerkerspel].<br />

23-11-1754: Voogdijstelling [RA Zwolle en Zwollerkerspel].<br />

67


752. Willem Roelofs, j.m. van Hardenberg, met attestatie van den Hardenberg naar Zwolle op<br />

19 december 1712, ondertrouwt (2) te Zwolle op 23 juni 1727, trouwt te Zwolle op 14 juli 1727<br />

met Fennegien Jansen, ondertrouwt (1) te Hardenberg op 23 oktober 1712, trouwt te Zwolle<br />

op 8 november 1712 met<br />

753. Grietje Lucas, dr. van Lucas Harms en Willempje Hendrix, gedoopt te Zwolle op<br />

23 maart 1693, begraven te Zwolle (op het Bergkloosterkerkhof) op 31 juli 1726.<br />

22-10-1712: Willem Roelofs j.m. ende Grietje Lucas jd. sijn getujge Roeloff Hermsen, haar getujge haar<br />

moeder. Getrouwd den 8 November 1712 [Trouwboek Zwolle].<br />

23-10-1712 Willem Roelofs, j.m. te Brogt, met Grietje Lucassen, j.d. te Berkum onder Zwolle; met<br />

attestatie nae Zwolle gegaan den 26 november [Ondertrouwboek Hardenberg].<br />

12-7-1727: Willem Roelofs in de Veldhoek te Berkum, weduwnaar van Grietien Lucas, heeft over zijn<br />

vier onmondige kinderen, met namen Weijme, Lucas, Gesien en Albertien, tot mombers verzocht en<br />

geobtineerd Lucas Herms, bestevader van moeders zijde, en Jan Lucas, oom van vaders zijde, die dat<br />

hebben aangenomen. De drie dochters krijgen uit hun moederlijke goed bij hun trouwen of mondige<br />

jaren een bed met peulue en twee kussens, zijn zoon krijgt een vaars [ORA Zwolle en Zwollerkerspel<br />

619, blz.253].<br />

23-6-1727: Willem Roelofs, weduwer an 't Berkummervelt, met Fennegien Jans j.d. in Berkum. S.G.:<br />

Luykas Hermes; H.G. De huysvrouw van Gerryt Jans. Hij moet erfuiting doen. Getrouwd 14 july 1727<br />

[Trouwboek Zwolle].<br />

1737: Willem Roelofs is eigenaar van 4½ m in Velthoek te Berkum, waarvoor f 5-8 verponding f 7 -<br />

contributie [Verponding Zwollerkerspel 1737].<br />

756. Jan Lucas, ondertrouwt te Zwolle op 16 april 1729, trouwt te Zwolle op 8 mei 1729 met<br />

757. Fennigjen Janssen.<br />

16-4-1729: Jan Lucas j.m. op den Ordel, met Fennigjen Jans j.d. in 't Tolhuijs - de proclamatien gaen<br />

mede te Dalfsen - siin alhier getrouwt den 8 Meij 1729 - S.G. de vader, H.G.Maria Hendricks haar<br />

suster [Trouwboek Zwolle].<br />

1748: Jan Lucas en Fennegien Jansen, 2 kinderen boven de 10 jaar (Gerrit en Lucas), inwoonder<br />

Welmer Lucas, te Oosterdalfsen [Volkstelling Dalfsen 1748].<br />

758. Gerrit Hendriks, wonend op den Pijlstaert te Emmen, trouwt met<br />

759. Lamberta Gerrits.<br />

1748: Gerrit Hendriks en Lamberte Gerrits, 1 kind boven de 10 jaar (Grietien), te Emmen [Volkstelling<br />

Dalfsen 1748].<br />

832. Hendrik Jans <strong>Stoel</strong>, waarschijnlijk zn. van Jan Gerrits en Elsje Willemsen, geboren te<br />

Veecaten, gedoopt te Zalk op 30 augustus 1663, belijdenis te Zalk op 18 oktober 1691,<br />

overleden voor 1729, trouwt (2) te Zalk op 1 juni 1704 met Geertje Alberts, trouwt (1) te Zalk<br />

op 3 april 1692 met<br />

833. Hendrikje Jans, j.d. van graafschap Bentheim, belijdenis te Zalk op 8 april 1694.<br />

14-3-1701: Hendrik <strong>Stoel</strong>, te Veecaten, betaalt f 0-10 zoutgeld [Quohier van 't zoutgeld van de<br />

heerlijkheid Zalk en Veecaten].<br />

1711: Hend. Jansen Stuil is eigenaar van een huis met 1 schoorsteen te Veecaten, op de grond van Juffr<br />

Greve. In 1732 is Assien Derks eigenaar [Vuurstedengeld Zalk & Veecaten 1751].<br />

15-7-1723: Hend. Stuil en dezelfs vrouw, 2 personen, te Veecaten [Hoofdgeld Zalk 1723].<br />

836. Reinder Peters Leeuw, zn. van Peter Reinders Leeuw en Aaltje Willems, j.m. van<br />

Wilsum, wonend op de Bijvang te Veecaten, keurnoot te Zalk tussen 1698 en 1700, overleden<br />

te Veecaten, begraven te Wilsum op 21 augustus 1731, trouwt te Zalk op 9 februari 1679 (met<br />

68


attestatie op Wilsum) met<br />

837. Willemtjen Wicherts, dr. van Wijcher Gerrits, j.d. van Mastenbroek, overleden voor 1723,<br />

ondertrouwt (1) te Zalk op 12 maart 1676, trouwt te Mastenbroek op 9 april 1676 met Jan<br />

Hendrix Posien, zn. van Hendrick Dircks Posien.<br />

9-2-1679: Reinder Peters, j.g. van Wilsum, en Willemtjen Wichers, wed in Vecaten. Attestatie gegeven<br />

op Wilsum. Willemtjen Wicherts, j.d. van Mastenbroek, ondertrouwt in Zalk op 12-3-1676 met Jan<br />

Hendrix Posjen, j.m. van Vecaten. Zij trouwen op 9-4 te Mastenbroek.<br />

20-11-1680: Rimer Petersen Leuw en Willemtjen Wijchers verklaren dat, zoals in de 'acte van<br />

bewijsinge' van 19-2-1679 als schuld gespecificeerd staat, Geertien Jans Posien, dochter van Jan<br />

Henricksen Posien en Willemtien Wijchers, haar quota moet dragen in een schuld van 1248 caroli<br />

gulden en 4 stuivers, eigenlijk toebehorend aan Wijcher Gerridts en zijn huisvrouw, de ouders en<br />

schoonouders van de comparanten, 'om redenen, dat deselve aen wijlen Jan Henricksen Posien en sijne<br />

doenmaelige huijsvrouwe bovengenoemt, voornoemde somme deughdelick hebben verstreckt' om<br />

landerijen te betalen, samen 8 morgen groot, in de Bijvanck in Veecaten, die Jan Henricksen Posien en<br />

Willemtien Wijchers uit de boedel van wijlen Hendrick Dircksen Posien, volgens magescheid van 29-<br />

12-1677, hebben gekocht [ORA Zalk, nr.37; Contentieuse zaken].<br />

14-3-1701: Reijnder Peters, te Veecaten, betaalt f 2-10 zoutgeld [Quohier van 't zoutgeld van de<br />

heerlijkheid Zalk en Veecaten].<br />

1711: Reiner Peters is eigenaar van een huis te Veecaten met 1 vuurstede. In 1729 is Jan Reinders<br />

eigenaar, in 1745 Geerlig Harms. In 1798 is deze vuurstede afgeschreven [Vuurstedengeld Zalk &<br />

Veecaten 1751].<br />

15-7-1723: Reiner Peters, 1 persoon en dezelfs zoon en dochter 2 personen, 2 knechten en 1 maagd, 3<br />

personen, samen 6 personen, te Veecaten [Hoofdgeld Zalk 1723].<br />

846. Jacob Derks, j.m. van Junne, trouwt te Dalfsen op 21 februari 1691 met<br />

847. Willemtien Gerrits, j.d. van Rechteren.<br />

1715: Hr. van Rechteren [eigenaar], Jacob Derkzen [pachter]. Ord. Verpond. f -11-4, contrib f 1-3-; van<br />

Zeijne Bouwhuis verp f 1; van 't maatstuk verpd f 2-10 [Verponding Dalfsen; Rechteren].<br />

848. Jan Hendriks, geboren te Ruitenveen, overleden voor 5 oktober 1714, trouwt (1) te<br />

Nieuwleusen op 30 maart 1710 met Jennegjen Seine, trouwt (2) te Nieuwleusen op<br />

24 juli 1712 met<br />

849. Willemtje Gerrits, geboren te Emmen, ondertrouwt (2) te Nieuwleusen op 5 oktober 1714 met<br />

Gerrit Seinen, overleden voor 1748.<br />

30-10-1714: Willemtjen Gerrits, nagelaten weduwe van wijlen Jan Hendriks, met Seine Geerts als<br />

momber, heeft over haar zoon Jan Jans, als mombers verzocht en geobtineerd Hermen Lubbers, oom van<br />

vaders zijde, en Gerrit Gerrits, oom van moeders zijde. Zij geeft haar zoon voor zijn vaderlijke goed 80<br />

gulden, benevens een kiste. In de marge staat dat in juni 1716 Gerrit Seijne en Willemtjen Gerrits,<br />

eheluiden, verklaren, met Evert Jans Vasteman (?) als momber, dat zij met momber Hermen Lubberts<br />

overeengekomen zijn dat zij Jan Jans geen 80 gld, maar 100 gld. zullen geven voor zijn vaderlijke goed<br />

[ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.616, fol.220].<br />

854. Derk Hermsen, geboren te Nieuwleusen, belijdenis te Nieuwleusen op 1 april 1714, diaken<br />

van 1742 tot 1744, ouderling van 1745 tot 1749, trouwt te Nieuwleusen op 25 mei 1713 met<br />

855. Grietjen Peters, geboren te Nieuwleusen, belijdenis te Nieuwleusen op 1 april 1714.<br />

1748: Derk Hermz woont met zijn zoons Wilm en Peter, boven de 10, 2 kinderen onder de 10 jaar, en 2<br />

dienstboden te Nieuwleusen (in het rot van Derk Geertz). Inwonend zijn Derk Jansen en Jennegien<br />

Derks [Volkstelling 1748].<br />

69


862. Henrik Roelofs, waarschijnlijk zn. van Roelof Berends en Klaasje Peters, j.m. van<br />

Nieuwleusen, ondertrouwt te Nieuwleusen op 8 december 1726 met<br />

863. Joanna Hendriks, dr. van Henrik Jansen en Fennechien Cornelissen, geboren te Ruitenveen,<br />

gedoopt te Nieuwleusen op 16 januari 1701.<br />

26-4-1730: Hendrick Roelof uit Nieuwleusen, aankoop van een erve in Nieuwleusen van Wilm Floris<br />

van Pallandt, in huur geweest bij de weduwe van Roeloft Berents [ORA Dalfsen, 50e penning; inv.nr.7<br />

fol.39].<br />

880. Jan Everts, zn. van Evert Claes en Jantien Herms, ouderling, trouwt voor 1670 met<br />

881. Aeltien Thijs, dr. van Tijs Jans en Stientje Alberts.<br />

1682: Jan Everts wordt aangeslagen voor 1 vuurstede. Eigenaar is de Hr. Van Gerner [Vuurstedengeld<br />

Nieuwleusen 1682].<br />

882. Roelof Berends, zn. van Berend Roelofs en Claassien Claes, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

27 augustus 1676, kerkmeester van 1721 tot 1723, trouwt te Nieuwleusen op 24 maart 1700 met<br />

883. Klaasje Peters, dr. van Peter Klaaszen Kragt en Geertien Henricks, gedoopt te Nieuwleusen<br />

op 21 juni 1676.<br />

884. Willem Janszen, belijdenis te Nieuwleusen in 1706, overleden voor 6 april 1711, trouwt te<br />

Nieuwleusen op 12 oktober 1704 met<br />

885. Stijntjen Coops, dr. van Coop Beulen en Geesien Thijszen, gedoopt te Nieuwleusen op<br />

21 maart 1686, belijdenis te Nieuwleusen in 1706, trouwt (2) te Nieuwleusen op 6 april 1711<br />

met Gerrit Jaspers.<br />

886. Simon Albers (?).<br />

1733: Sijmon Albers, te 's Heerenbroek, betaalt f -14-6 contributie [HCO; Statenarchief, Verponding<br />

Mastenbroek, inv.nr.2489]<br />

888. Peter Cornelisz, zn. van Cornelis Coops en Jacopien Peters, kerkmeester van 1712 tot<br />

1714, diaken van 1715 tot 1717, ouderling van 1718 tot 1721, trouwt te Nieuwleusen op<br />

30 oktober 1698 met<br />

889. Hendrikje Peineman, dr. van Hans Jurrien Peineman en Hendrikje Derks, belijdenis te<br />

Nieuwleusen in april 1696.<br />

890. Hermen Theunisz, belijdenis te Nieuwleusen in 1704, kerkmeester in 1723, diaken van 1725<br />

tot 1730, trouwt te Nieuwleusen op 30 september 1703 met<br />

891. Ida Willems, dr. van Willem Alberts en Jantien Jans, gedoopt te Nieuwleusen op 5 juni 1670.<br />

900. Remmelt Rutgers, landbouwer op Bensinck onder Rechteren, trouwt met<br />

901. Aaltien Roeberts.<br />

1675: Remmelt op den Rensinck [dit zal Bensinck moeten zijn], te Rechteren, heeft 1 vuurstede en 1<br />

bakoven [Vuurstedengeld Dalfsen 1675].<br />

1725: Remmelt op en Benzink. Ord. Verpond. f 22-14-12, Contrib. f 27. Van 't Hermen Geertz contb. f<br />

1-2-8 Eigenaar: Vos [HCO; Verponding Dalfsen 1725; Statenarchief inv.nr.2499, Salland 4, fol.38].<br />

916. Hendrik Hendriks Ploer, zn. van Hendrik Berents Looij, landbouwer in Egede, trouwt te<br />

Hellendoorn op 23 maart 1684 met<br />

917. Grietje Jans Goossen, dr. van Jan Goossen, j.d. van Den Ham.<br />

70


23-3-1683: Hendrick Hendricksen n.s. van Hend. Berentsen op den Ploer, en Grietjen Janssen d. van<br />

Jan Gosen te Meer onder den Ham [Trouwboek Hellendoorn].<br />

918. Geerlig Jansen, zn. van Jan Berents Looij en Elsken Egberts Reijmink, j.m. van Den Ham,<br />

schipper, wonend op Geerlig Schippers te Meer, trouwt te Hellendoorn op 13 april 1704 met<br />

919. Liesebeth Leeferts van het Peters, dr. van Leefert van het Peters, j.d. van Egede.<br />

1708: Geerlich Reijmerinck tot Meer heeft verzwegen een bejaart persoon sijnde de zoon van H. Hansen.<br />

In tweede termijn: Geerlick Schippers en H. Hanneses Moddejonge voor de gedaagde Schipper. Dewijl<br />

vader is van de selfs scheper waarvan het hooftgeld en de boete wort gevordert zegt dat de onderscholte<br />

ervoor 14 dagen de schipper Geerlick niet heeft geciteerd en selfs dat de schipper sijn kind heeft<br />

verzwegen maar dat deze soo olt niet was [Gerechtelijke stukken Schoutambt Ommen - Den Ham].<br />

1711/1724: Schipper Geerlig, in Meer, wordt getaxeerd op 500 gulden [1000e penning]. Idem in 1733,<br />

in 1738 Schipper Geerlig schoonzoon idem.<br />

1723: Schipper Geerlig, in Meer, betaalt voor 2 personen hoofdgeld.<br />

920. Hendrik Jans Kleijn Roossink, waarschijnlijk zn. van Jan Jansz Kleijn Roossink en Jenneken<br />

Claas, j.m. van Hellendoorn, landbouwer op Kleijn Roossink in Hellendoorn, overleden<br />

na 1748, trouwt te Hellendoorn op 26 april 1716 met<br />

921. Geese Geertsz, j.d. van Hellendoorn, overleden voor 1748.<br />

26-4-1716: Hendrik Janss j.m. en Geese Geertz, beijde op 't klein Roossink alhier [Trouwboek<br />

Hellendoorn].<br />

1733: Volgens het verpondingsregister van 1733 werd voor Klein Roossink 11-19-8 pond betaald.<br />

1748: Kleijn Roosink: Hendrik Kleijn Roosink, weduwr; Soon Wolter, huijsv Jenne Wilms; kinderen<br />

onder de 10 jaar Gerrit, Geesje en Janna; meit Mette Derks, kleine meit Hermine Derks, scheeper<br />

Harmen Lammers [Volkstelling Hellendoorn 1748].<br />

922. Willem Hendriks (?), wonend bij Nellis Lambertjan aan den Brink, later naast Hoevenbrugge,<br />

trouwt te Hellendoorn op 17 april 1702 met<br />

923. Geese Jans (?).<br />

17-4-1702: Willem Hendriks j.m. met Duskate en Geesjen Janssen j.d. op klein Roossink, beijde in 't<br />

kerkdorp [Trouwboek Hellendoorn].<br />

928. Hendrick van Meekeren, kuiper, burger te Hattem op 2 mei 1685, gemeensman te Hattem in<br />

1703, overleden voor 12 augustus 1715, trouwt met<br />

929. Louijse Brocks, dr. van Hans Jurrien Brock en N.N, gedoopt te Hattem op 18 januari 1654.<br />

2-5-1685: Henrick van Meeckeren d'helfte met sijn vrou Wijsse Brocks behijlick, en sijn beijde sonen<br />

Jan Willem daer in bedonghen en geconsenteert. Burgerschap verwonnen voor 35-0-0 goltgulden [ORA<br />

Hattem, inv.nr.135, fol.254].<br />

17-2-1688: Hendrikus van Meekeren en Erasmus Timmerman klagen ‘Pieter de meyster van het<br />

Spinhuys’ aan wegens het niet betalen van loon ‘so door de kinderen met spinnen verdiend, alsmede<br />

deselve buitentijds loont heeft geincasseerd sonder dat af te dragen’ [Heemkunde Hattem 1983, p.69].<br />

1705: Civiel proces van Henderick van Meekeren c.s. tegen Jan Gerritsz, in ‘sHeeren Enck [RA Hattem,<br />

nr. 77.5]<br />

12-8-1715: Louisa Brocks, weduwe van wijlen Hendrick van Meekeren, legateert aan haar oudste zoon<br />

Jan 200 Caroli guldens en ‘alle gereedschap en materialen tot de cuijperswinkel behorend’, en aan haar<br />

jongste zoon Jurrien 200 caroli guldens en een ‘silveren beecker’. Haar overige vier zoons mogen de rest<br />

gelijkelijk verdelen.[RA Hattem nr.141.91].<br />

71


930. Hendrik Jans Winters, geboren te Hoorn rond 1652, ondertrouwt te Heerde op<br />

15 oktober 1676, trouwt te Heerde op 9 november 1676 met<br />

931. Beerntje Alberts, dr. van Albert Sanders, gedoopt te Hattem op 13 augustus 1653.<br />

15-10/9-11-1676: Hendrik Jansen, jongeman van Hoorn, (onder)trouwt te Heerde met Bartjen Alberts,<br />

jongedochter wonende in de Voskuil (met attestatie op Hattem).<br />

932. Derk Hendriks, wonend op Weekenstroo, later op Keijmans plaetse te Leesten, trouwt (1) met<br />

N.N., trouwt (2) te Warnsveld op 10 september 1670 met<br />

933. Elisabeth Horstinck, dr. van Otto Horstinck, gedoopt te Hengelo op 11 april 1647 (get: die<br />

weduwe Stege, Aeltien Duckelenborgh, Reijnt Liefferinck).<br />

934. Waender Meijerinck, waarschijnlijk zn. van Hendrick Meijerinck en Aeltien, wonend op 't<br />

Loo te Leesten, overleden op 31 mei 1742, begraven te Warnsveld op 4 juni 1742, trouwt met<br />

935. Willemken Derksen.<br />

23-2-1699: Gerrit Gosens en Anneken Lamberts hebben opgedragen aan Wander Meijerinck en<br />

Willemken Derksen een stuk land genaamd Ruiterstede, in Warnsveld boerschap Vieracker, groot 7 à 8<br />

schepel gesaeijs [ORA Scholtambt Zutphen; Tafel Vierakker, inv.nr.252].<br />

9-8-1712: Fenneken Cocks wed. A. Brands draagt op aan Warner Meijerink en zijn huisvrouw een stuk<br />

bouw- en weideland, genaamd 'de hoge en lage Claeskamp' in de boerschap Leesten [ORA Scholtambt<br />

Zutphen; Tafel Leesten, inv.nr.252].<br />

30-5-1719: Warner Meijerink en Willemken Derksen dragen op aan Berent Nijenhuis en Willemken<br />

Garritsen, en aan Zwier Willemsen, de halfscheid van de Middelsten Rusters Distelweerd. Zij dragen<br />

ook op aan Jan Janssen en Aaltjen Willems de Rusters stede, bestaande in huis, kempken en gemeente.<br />

Verder dragen zij op aan Arent Teunissen en zijn vrouw Teunisken Teunissen de halve Middelsten<br />

Rusters Distelweerd. Aan Jan Garritsen, diens vrouw en zoon Garrit Jansen dragen zij op de Rusters<br />

Voelen met de gemeente daarbij behorende […] gelijks het Verkensgat. Tevens dragen zij op aan Jan<br />

Berentsen en Geesken Teunissen, en Jan Teunissen, de Kleinen Rusters Distelweert. Tenslotte dragen<br />

zij op 27-6-1719 op aan Harmen Arentsen en zijn vrouw de Hoogen Rusters Distelweert. Alles is<br />

gelegen in de boerschap Vierakker [ORA Scholtambt Zutphen; Tafel Vierakker, inv.nr.252].<br />

10-1-1722: Jan Lansink en Lijsebet Willemsen dragen op aan Warner Meijerink en Willemken Derksen<br />

een zeker stuk land, ongeveer 7 schepel gesaeijs, liggend tussen Gotinks en Willinks land, met een einde<br />

aan de Cattenpol en met het andere einde aan de Middelweg van den Eng, gelegen in Leesten [ORA<br />

Scholtambt Zutphen; Tafel Leesten, inv.nr.252].<br />

21-7-1728: Warner Meijerink en Willemken Derksen dragen op aan Lambert Jansen en zijn vrouw een<br />

stuk land in den Leestensen Enk gelegen, schietende met beide einden aan den gemeenen weg, en met<br />

beide zijden aan Gotnks en Willinks land [ORA Scholtambt Zutphen; Tafel Leesten, inv.nr.252].<br />

23-9-1734: Waender Meijerink en Willemken Derksen wonen in hoge straetjen tussen huizen van<br />

Willem Bouwmeester en Teunis Bartels te Zutphen [A.J.H. Meijerink, Het geslacht Meijerink te<br />

Warnsveld].<br />

940. Jacob Driessen Vorstelman, zn. van Dries Jacobs Vorstelman en Ese Evers, j.m. van Zuuk,<br />

trouwt te Epe op 17 juli 1707 met<br />

941. Henderickjen Jans, dr. van Jan Decemers en Henrickjen Henricks, j.d. van Dijkhuizen,<br />

gedoopt te Epe op 21 december 1684.<br />

1709: Jacob Driessen nom uxoris Henrikjen Jansen als erfgenaam van haar vader Jan Desemer en mede<br />

't recht hebbende van de andere mede erfgenamen, contra Aert Jansen Grave. Om te hebben voldoening<br />

van 16 jaar pacht van 1693 tot 1708 monterende ter somme van 20 gd heerkomende van een vierde part<br />

van een weide in Epe buurschap Dijkhuijsen over de grift in het Vemderbroek genaamd Hermen<br />

Lamberts weyde en waarvan de aanlegger drievierde part toekomt. Ook om te horen verklaren dat de<br />

verweerder zal zijn gehouden de aanlegger te vergoeden een vierde part van een grote 'quantiteit<br />

72


hoppestaecken alsmede een vierde part van een grote opgaende eijckenboom soo verweerder in die voorn<br />

weyde heeft gehouwen of doen houwen buyten kennis van hem aanlegger' in 1708, rekenende voor pacht<br />

daarbij de schade 50 gld. Jan Decemers is de rechte eigenaar geweest in de zogenaamde Lambers weyde<br />

van het vierde gedeelte blijkend uit de originele magescheid bij de kinderen opgericht. In zijn protest<br />

zegt de verweerder dat hij de eigendom van de ganse weide heeft als blijkt uit de magescheid tussen zijn<br />

vrouw en haar zusters en broeder opgericht op 1-1-1689 en dat de verweerders voorzaten altijd zijn<br />

geweest in rust en vredige possessie en door zijn vrouwen momber in het jaar 1685 verpacht aan Thonis<br />

Jacobs voor 6 jaren. De magescheid anno 1669 heeft de aanlegger geen eigendom gegeven. De aanlegger<br />

zegt daarop dat Jan Decemers kort voor zijn dood het mergengeld van het vierde part van deze weide<br />

heeft betaald en dat Jan Decemers aan de verweerder noch pacht van dit ten achteren was. Dat niet<br />

blijkt dat deze weide in het geheel bij de mombers is aangesproken [ORA Veluwe en Veluwezoom;<br />

Signaturen van de gerechtszittingen van Veluwe, nr.216 fol.268].<br />

15-6-1722: Swentien Theunis, weduwe van Warmelt Dams verkoopt aan Jacob Dries Forsselmaen en<br />

Henderickien Jans een akker zaailand, hoekje en hof te Dijkhuizen, voor 350 gulden [Protocollen van<br />

Bezwaar Epe, inv.nr. 910, fol.8r].<br />

942. Wigbold Frederiks van den Bergh, zn. van Frerick Wigbolts en Anna Karnebeeck, gedoopt te<br />

Hattem op 3 april 1658, gemeensman te Hattem van 1703 tot 1731 behalve in 1704, overleden<br />

voor 4 augustus 1733, trouwt (1) met Anna Margrieta Harms, trouwt (2) te Hattem op<br />

19 mei 1695 met<br />

943. Willemina Wildeman, dr. van Berent Harms Wildeman en N.N, gedoopt te Hattem op<br />

20 augustus 1665, begraven te Hattem op 28 februari 1741.<br />

16-1-1696: Cragt Stuijrman, scholtis tot Zalk, ook voor zijn huisvrouw Johanna Tobias, heeft verkocht<br />

voor 665 Car. guldens aan Wighbolt Frericks en Willemtien Wildemans 'seecker huijs en wheer, met<br />

drie en een halve schaere weijdens, neffens de annexen stall en hoff, staende in deses Stadts<br />

Scherbierstrate' [Dit is de tegenwoordige Agterstraat nr.32] [Transportregisters Hattem, inv.nr.123,<br />

fol.43].<br />

3-7-1699: Claes Teunis en Stijne Jacobs krijgen oprukking voor een herengoed in Werven, bestaande uit<br />

een huis, hof, boomgaard en 2 morgen in 9 akkers en 1/6 van 2½ morgen in Glevers oevers, met een<br />

wilghaag tegenover het dwarsland, na transport door Derck Meyer, Jan de Wey van Haarlem, Betgen<br />

Henricx, wed. van Arent Jans, met haar zoon Jan Rotmans, Claes Jans de Wey, Jan Willems de Wey,<br />

Jan Wolters, Jan Jansen ten Pol, Wibbolt Frerix, Bernt Greve en Willem Arnts mede voor zijn broer Jan<br />

Arents [Herengoederen Veluwe, p.437].<br />

1-2-1731: Wigbolt van den Bergh en Willemijntje Wildeman maken een testament. Alle goederen gaan<br />

over op de langstlevende. Zij legateren aan hun jongste dochter Willemina het halve huis staande in de<br />

Scherbierstraat, thans zelf door de comparanten bewoond [ORA Hattem, inv.nr.142, fol.50].<br />

4-8-1733: Willempje Wildeman, weduwe van Wigbolt van den Bergh, prelegateert aan haar drie<br />

dochters Maria, Jannegje en Willemina de halve inboedel, speciaal de kast in de kamer, haar kleding en<br />

het goud en zilver. Haar universele erfgenamen zijn haar drie dochters, haar zonen Frederik en Berend<br />

en haar kleindochter Susanna, dochter van Michiel Rothuis en wijlen haar dochter Bartha [ORA<br />

Hattem, inv.nr.142, fol.58].<br />

28-2-1741: Willemtje Wildemans, f 1-8-; Extraordinaris ontvank van de dooden [Kerkerekening<br />

Hattem].<br />

944. Jan Lamberts, wonend in de Moriaen te Welsum in 1695, keurnoot te Olst tussen 1715 en 1723,<br />

overleden voor 27 mei 1739, trouwt met<br />

945. Henrickijen Berendts Gesink, dr. van Berent Berents en Barta Luilofs Boemer, overleden<br />

voor 27 mei 1739.<br />

1682: Jan Lamberts, te Welsum, 1 vuurstede [Vuurstedegeld Salland].<br />

5-1697: Jan Gerrytsen Sweertsen en zijn vrouw Machtelt Gessincks constitueren en maken machtig Jan<br />

Lamberts tot Welsum om uit hun naam te ontvangen zodanige penningen als zij van hun zal.<br />

73


voorouder te goed hebben. Hij ondertekent Jan Swerts Brevoort, zij Mechtelt Geessing [ORA Olst nr.4<br />

fol.90].<br />

28-2-1698: Jan Lamberts en Hendrikje Gessinks, tevens Jan Lamberts als gemachtigde van Jan<br />

Sweersen Brevoort en Mechtelt Gessinck, verkopen aan Steven Arents en Neeltje Gerrits de helft van<br />

huis de Moriaen, met de hof [ORA Olst nr.4, fol.91].<br />

13-11-1699: Jan Gerritsen en Mechteltien Berents hebben verkocht aan Jan Lamberts en Henrickjen<br />

Berents hun vierde part in twee hofsteden, de Pennincks en Beemster hofstede, in Welsum gelegen, door<br />

Mechteltien Berents van haar ouders aangeërfd [ORA Olst 4 fol.120].<br />

22-1-1706: Jan Lamberts en Jan Alberts worden aangesteld als voogden over Lambert, Reindert, Jan en<br />

Gesina, kinderen van Jenneke Reinders bij wijlen Gerrit Lamberts Witte. Zij geeft de kinderen o.a. de<br />

Blooshofstede, door haar bewoond, en stukken land [ ORA Olst nr.19, fol.72; Veluwse Geslachten 2010,<br />

p.31].<br />

28-2-1708: De erfgenamen van Willem Lulofs Beumer verkopen aan Jan Lamberts en Hendrikje Berents<br />

een stuk land de akker op 't Honderd stuk genoemd [ORA Olst nr.4, fol.266].<br />

13-4-1711: Willemtien Bomers, weduwe van Albert Berents, e.a, verkopen aan Jan Lamberts te Welsum<br />

en Henrikjen Berents een perceel weideland, het achterland genaamd, uit 't erve de Blankemate, te<br />

Welsum [ORA Olst nr.4, fol.323].<br />

10-6-1716: Jan Lamberts, self eig. van 2/3 Weggenbrugge (verponding 1-13-4, contributie 1-13-12) en 1<br />

acker op 't Honderstuck (verp. 1-3) te Welsum. Hij is ook eigenaar van een perceel gebruikt door Tonis<br />

Arents (verp. 1-13-10, contr. 1-7). Samen met Jan Alberts, Arent Santcamp en mr. Ber. Timmerman is<br />

Jan Lamberts eigenaar van de halve Nederhof (verp. 11-17-9, contr. 12-16-9). Met Jacob Derks, Henr<br />

van Duir, Willem Jansen en de wed. Schockenkamp is hij eigenaar van de Blankemate, gebruikt door<br />

Harmen Derks (verp. 11-14-0, contr. 14-12-4). Met Henr. Muller, Gerrit Jacobs en mr. Ber.<br />

Timmerman (etc) is hij eigenaar van Lulof Bomers plaatse (verp. 17-16-0, contr. 13-10-0) [Verponding<br />

Salland; Olst, boerschap Welsum].<br />

12-10-1717: Albert Gerrits en Lamberta van Wijhe bekennen verkocht te hebben aan Jan Lamberts en<br />

Henrickjen Berents een achtste part in Hanninks Hofstede in Welsum, dicht voor de Moriaen aan de<br />

IJsseldijk [ORA Olst nr.10, fol.379].<br />

2-7-1731: Jacob Beumer en Aeltjen Berents bekennen schuldig te zijn aan Jan Lamberts en Henrickjen<br />

Berents een som van 600 gulden. Speciaal onderpand zijn de Blanckemate, aangeërfd van de weduwe<br />

van Albert Berents, en de halfscheid van de Geere, waarvan Lulof Beumer de wederhelft toebehoort,<br />

beide te Welsum. Op 27-5-1739 verklaart Berent Jans, zoon en erfgenaam van wijlen Jan Lamberts en<br />

Hendrikjen Berents, dat hij 489 gulden ontvangen heeft en dat de Blanckemate uit het verband<br />

ontslagen is. Op 10-5-1766 is ook het restant afgelost [ORA Olst nr.11, fol.278].<br />

946. Gerrit Jans Eikelboom, zn. van Jan Theunisz Eijkelboom en Berentje Jans Gelderman, gedoopt<br />

te Veessen op 24 december 1682, geërfde van de Veluwe te Veessen in 1744, trouwt te Veessen<br />

op 7 juni 1716 met<br />

947. Maria Jacobs van Linden, dr. van Jacob Alberts van Linden en Aeltien Jansen, j.d. van<br />

Welsum.<br />

15-2-1724: Erfdeling tussen Jannes Hengevelt en Berent Schultink als voogden van Gerrit Hengevelt<br />

en Machtelt Jacobs, kinderen van Jacob Alberts, ter ene zijde, en Gerrit Jansen en zijn vrouw Maritje<br />

Jacobs ter andere zijn. Gerrit Jansen heeft schulden van de pacht van de Hofstede en 1/3 van de<br />

Lubbersmate, van de gehele hofstede van Jacob Alberts. Door Gerrit Hengevelt wordt 1/3 uitgekeerd aan<br />

Gerrit Jansen namens zijn vrouw en aan Machtelt Jacobs een som geld [ORA Olst, fol.344].<br />

11-12-1726: Jannes Hengevelt en Berent Schultink, als momberen over Machteltien Jacobs, onmondige<br />

dochter van wijlen Jacob Alberts, voorts Gerrit Hengevelt van der Linde en Aeltien Jacobs, eheluiden,<br />

bekennen getransporteerd te hebben aan Gerrit Jansen en Maria Jacobs eheluiden, hun aanparten van<br />

een zeker land, zijnde een derde part in Lubberts mate, in Welsem gelegen [ORA Olst nr.5, fol.164].<br />

24-5-1728: Gerrit Jansen en Maria Jacobs, Jacob Hengevelt en Aeltjen Jacobs, en dan nog Jannes<br />

Hengeveld als voogd over Machteld Jacobs, verkopen aan Berent Schultink ¼ deel van de katerstede die<br />

door de koper bewoond wordt, 1/12 in de Lubbersmate en 1/20 van Berent Timmermans hofsteede [ORA<br />

74


Olst nr.5, fol.192].<br />

27-5-1729: Momberschapsverborging Gerrit Jans van den Eijckelboom en Reijnder Schoonhoven, voor<br />

de onmondige kinderen van Berent Jans van den Eijckelboom en Beijgien van Schoonhoven, met namen<br />

Geertien, Jan, Henrick, Mechtelt, Jannigien en Gerrit van den Eijckelboom [ORA Veluwe en<br />

Veluwezoom; Inventarissen onmondigen, nr.493, fol.746].<br />

23-7-1738: Gerrit Jans Eikelboom en Maria Jacobs kopen van Jan Gelderman en Magteld Jacobs een<br />

stuk zaailand te Welsum, genaamd ‘De Hofstede’. Ten oosten ligt Hendrik Kosters Dornebosch hofstede,<br />

ten zuiden de katerstede ‘t Verken, ten westen Jacob Jansen met de akker van Evert Berents en ten<br />

noorden de kopers zelf. [ORA Olst 5, fol.473]<br />

8-1742: Gerrit Jans Eikelboom en Hermen Jacobs worden aangesteld als momberen over Gargien, Jacob,<br />

Jan, Jennegien en Koert, onmondige kinderen van wijlen Gerrit Hengeveld en Aeltien Jacobs [ORA Olst<br />

20; zie ook 1751, ORA Olst 15, fol.153].<br />

13-2-1744: Gerrit Jans Eikelboom en Maria Jacobs lenen geld van Johanna Catharina van Markel.<br />

Onderpand is het land ‘De Hofstede’. Op 9-6-1755 is de schuld voldaan [ORA Olst 11/527]<br />

18-10-1747: Gerrit Jans Eikelboom en Berend Veurhorst verkopen aan Derk Derks Koster hun<br />

eigendommelijke katerstede ‘Elsenhoff’, gelegen te Welsum in de buurt van have de Hogenhoff [ORA<br />

Olst 5].<br />

1748: Gerrit Jans Eijkelboom woont met 4 kinderen boven de 10 jaar en 2 dienstboden te Welsum<br />

[Volkstelling Olst 1748].<br />

1751: Gerrit Jans Eikelboom woont in Welsum nr.91 in een huis, in eigendom van ’t Stift ter Hunnepe,<br />

met 1 vuurstede en 1 oven [Vuurstedengeld; oude quohier: Willem Jacobs].<br />

948. Andries Aerts, waarschijnlijk zn. van Aert Janssen Driessen en Geertje Dircks, j.m. van<br />

Oldebroek, gedoopt te Oldebroek op 5 december 1669 (of op 16-07-1671), bierbrouwer,<br />

overleden tussen 1735 en 1737, trouwt (2) te Hattem op 10 januari 1705 met Bartha Lubberts,<br />

ondertrouwt (1) te Oldebroek op 9 april 1698, trouwt te Hattem op 25 april 1698 met<br />

949. Henrickien Jans (ook: Gerrits), dr. van Jan Gerrits en Jannigjen Lamberts, j.d. van<br />

Hattemerbroek, gedoopt te Hattem op 5 oktober 1673, begraven te Hattem op<br />

25 september 1704.<br />

25-9-1704: Dries Aerdts vrouwe inde kercke begraven, 7-0-0 [Kerkerekening Hattem].<br />

5-6-1706: Hendrick Winter, ongeveer 60 jaar oud, verklaart voor de hoofdschout van Hattem, Oswald<br />

Tulleken, dat hij op pinkstermaandag met Dries Aerts, Lubbert Rents en Gerrit Lamberts verzocht is<br />

om een kamp bouwland in het Scholtambt, de Stijpscamp genaamd, behorend tot de boedel van Jan<br />

Eghberts, te helpen meten en verdelen. Hij verklaart verder dat hij met de andere drie ‘voor haere<br />

gedaene deijlingen en moeijten sijn beschonken geworden door Gerrit Jans en Rutger Buissekool met een<br />

glaesjen genever’ [RA Hattem, inv.nr.77/17, civ.proces; VG 1984 p.88].<br />

19-12-1706: Dries Aerts is binnen Hattem gedetineerd ‘ter saecke van gepleegt geweldt’. Schoonvader<br />

Lubbert Rens en Jan Gerrits uit ’s-Heeren Enck staan borg [RA Scholtambt Hattem; VG 1984 p.88].<br />

15-2-1734: Geertjen Dercks, weduwe van Aert Jansen, geassisteerd met Hendrick Gerrissen Scholte als<br />

haar gekozen momber, heeft verkocht voor 275 carolus gulden aan Metjen Jans, de twee derde parten<br />

van 4½ morgen hooiland genaamd Den Koppelkamp, alwaar het andere een derde part Dries Aertsen<br />

toekomt, gelegen Oldebroeck in het Oosterbroeck [Protocol gericht Oldebroek 515, p.262].<br />

2-3-1735: Dries Aerts, ziek, prelegateert aan zijn drie kinderen geproduceerd bij zijn huidige<br />

huisvrouw, Willem, Hendrikje en Janna, alle gerede goederen, waardepapieren, huisraad, al het<br />

gereedschap tot de brouwerij, benevens 2 morgen bouwland aan de Hilsdijk. Deze drie zijn universele<br />

erfgenamen, terwijl zijn zonen Lammert, Jan en Hendrik, uit zijn eerste huwelijk, in de ongerede<br />

goederen gelijk zullen opdelen.<br />

1737: Het huis aan de Achterstraat nr.26 komt in 1731 in handen van de kinderen van Dries Aerts en<br />

Bartha Lubberts. Deze hadden het huis uit de erfenis van de ouders van Bartha Lubberts, waarin de<br />

kinderen van Dries Aerts bij Hendrickien Gerrits volgens het testament niet meedelen. Willem<br />

Lamberts Horst verkoopt het huis in 1737 aan Jan Vorstelman [TR Hattem, 124-155; Heemkunde<br />

Hattem 1987, p.19].<br />

75


950. Anthon Frederick Mörser, zn. van Johann Conrad Mörser en Catharina Agneta Groppen,<br />

gedoopt te Detmold op 3 december 1686, student in de theologie in 1712, belijdenis te Hattem<br />

in 1712, proponent in 1713, predikant te Voorst van 1715 tot 1746, overleden te Voorst op<br />

10 januari 1746, trouwt te Elspeet op 16 mei 1712 met<br />

951. Maria Hendricks van der Vaerst, dr. van Hendrick Lubbertsen van der Vaerst en Jannetien<br />

Gangolfs, gedoopt te Elspeet op 1 februari 1685, overleden op 28 maart 1759, begraven te<br />

Nijbroek op 2 april 1759.<br />

Op het wapen van de familie Mörzer staat een apothekersmortier, vergezeld rechts, links en boven van<br />

een lelie met afgesneden voet. HT: dito lelie tussen vlucht. Ook staat het wapen vermeld als<br />

‘apothekersmortier met den stamper daarin, vergezeld van drie geleliede stokken, 1 boven, 1 rechts, 1<br />

links van de mortier’. Het wapen staat ook in het tweede en derde kwartier van het wapen Mörzer<br />

Bruyns [Musschart, 78f/78f2; ANF 1903, p.93].<br />

16-5-1712: Bij zijn huwelijk en bij de geboorte van zijn eerste dochter wordt Anthon Frederick<br />

aangeduid als student in de theologie. In 1713 wordt hij als proponent aangeduid. Alhoewel niet<br />

gevonden is waar hij gestudeerd heeft, ligt het voor de hand te veronderstellen dat dit in Harderwijk<br />

was. Het St.Jans vicarie in Ede verstrekte studiebeurzen aan aanstaande predikanten, dus dat zou een<br />

reden kunnen zijn waarom hij in deze streken is beland.<br />

1712: D. Antonius Frederijck Morsser, S.S.Th.stud. doet in de zomer van 1712 belijdenis in Hattem.<br />

29-4-1715: Anthon Frederick Mörser wordt als adjunct beroepen naar Voorst ter vervanging van<br />

Bernardus Umgrove, die gestorven is. Hij wordt bevestigd op 22-9-1715 door de dominee uit<br />

Bennekom. In 1717 komt hij in volle dienst. Hij wordt nog eens uitgenodigd om een proefpreek in<br />

Amsterdam te houden, maar hij blijft tot zijn dood in 1746 in Voorst. Na zijn dood blijft de plek tot<br />

1752 vacant, vanwege geschillen over het collatarecht [CBG, collectie Röell, dossier Mörzer].<br />

1749: De weduwe Morser woont in De Pastorije in Voorst met 7/12 morgen zandland [huizenlijst<br />

Voorst].<br />

30-6-1753: Maria van der Vaerst en haar dochters Agnes en Anna Maria Margaretha worden<br />

aangenomen als lidmaat in Nijbroek, waar haar zoon Dithmar Elisa predikant is.<br />

952. Balthasar Derks Wijnvorden, zn. van Derck Geerlichs en Jannetien Everts, meijer op<br />

Rietbergh te Tongeren in 1711, keurnoot te Wijhe in 1717, overleden voor 18 juli 1728, trouwt<br />

met<br />

953. Aeltje Willems Meijberg.<br />

4-1699: Balthasar Derx en Aaltien Willems, ehel, en Engbert Derx, bekennen verkocht te hebben aan<br />

Heer C.W. van Dedem toe den Gelder en zijn vrouw, een stuk land genaamd het Veen, ongeveer ¾<br />

morgen groot, waarvan de respectieve koperen de wederhelft bezitten [ORA Wijhe 7, fol.669].<br />

4-1-1700: Hendrik Frerix en Alfert Aalbers, de rato caverende voor hun huisvrouwen, verklaren door<br />

Balthasar Derx en Engbert Derx voldaan te zijn van een kapitaal en de interest. Het gaat om een lening<br />

van 20-12-1670 door Frerijck Lamberts (Horsselenberg) Bruggeman te Olst en diens huisvrouw<br />

Hermentjen aan Hendrick Derx en Aeltjen Wijchers, ehelieden [ORA Wijhe invnr.6 fol.440].<br />

22-2-1701: Balster Derks en zijn vrouw Aaltien Willems, en Engbert Wijnvorden, verkopen aan Jan<br />

Harmsen de Caterstede de Croese te Duir [ORA Olst nr.4, fol.165].<br />

5-1-1702: Hendrik Rietbergh en Esseltjen Hendriks bekennen 500 gulden schuldig te zijn aan Hermen<br />

Berents en Egbert Dercks, onder verband van de helft van het land dat zij gezamenlijk bezitten met<br />

Balthasar Dercks, genaamd de Ossencampen. Op 26-8-1716 verklaart Marrigjen Berents als erfgenaam<br />

van haar broer Harmen Berents dat Engbert Dercks van Wijnvorden als koper van de halve Ossenkamp<br />

(behoord hebbend aan Hendrick Rietberg op den Es) het halve bedrag met de rente heeft afgelost [ORA<br />

Wijhe 9, p.1; Nederlandsche Leeuw 2002, k.127].<br />

23-4-1708: In plaats van de overleden momber van de onmondige kinderen van wijlen Rutger Jansen<br />

Dijstelhof en Grietjen Arents zijn wederom aangesteld tot mombers Balthasar Derks en Jan Hendriks op<br />

den Groten Deuselaar [ORA Wijhe 9, fol. 220].<br />

76


17-6-1715: De onderschout van Wijhe krijgt van Balster Wienvoorden opdracht om arrest te doen op de<br />

erfenis waarop Egbert Rietberg te Hasselt recht had uit de nalatenschap van Jan Erenst Voeggedis of de<br />

lijftocht die deze van zijn eerste vrouw had wegens een schuld van 100 carolusgulden [ORA Wijhe<br />

inv.nr. 63]. De eerste vrouw van deze Jan Erenst, geheten Oude Woertman, was Marichien Tonis, de<br />

zus van Jennechien Tonis, die getrouwd was met Jan van Besten op Ammerveld (de ouders van Egbert<br />

Rietberg). Egbert Rietberg had een schuld bij de weeskinderen van Rutger Jans Dijstelhof<br />

[Nederlandsche Leeuw 2003, kol.259].<br />

1716: Baltser Derks is voor ¼ eigenaar van den Meijbergh te Weghterholt (verponding 12-12,<br />

contributie 28-16) Meijbergh is voor ¾ eigenaar. Baltser Derks is ook eigenaar van 1 1/8 morgen in het<br />

8 morgen grote Wijttemerslagh (verp. 32-8-0). Andere eigenaars zijn Jan Gerris, Wolthaar, en Herman<br />

Durme [Verponding Salland, Wijhe, Weghterholt].<br />

1-10-1726: Executie van het huis van Balthasar Wijnvoort. [ORA Wijhe, 1726 p.190-191]<br />

18-7-1728: De weduwe van Balthasar Wijnvorden heeft een stoel in de kerk van Wijhe onder letter D<br />

[IJsselacademie 1979].<br />

1737: Aaltjen Meijberg wed. van Balthasar Wijnvoorden is lidmaat te Wijhe [Lidmatenboek Wijhe].<br />

14-7-1739: Aeltjen Willems Meijberg, weduwe van Balthasar Derks Wijnvorden, sluit een hypothecaire<br />

lening af bij Lubbert op den Sluirik voor 250 gulden. Goederen onder hypothecair verband zijn 5/4<br />

morgen hooiland, genaamd ‘Het Hammerland’, in Herxen gelegen. Momber is Teunis Teunissen<br />

Wijermars. [ORA Wijhe, inv.nr. 12, p.370-372].<br />

954. Hendrik Cornelissen Cronemans, zn. van Cornelis Gerritsz Cronemans, geboren rond 1668,<br />

landbouwer op de Grote Krone in Wechterholt, overleden voor 23 oktober 1743, trouwt te<br />

Windesheim op 25 oktober 1705 met<br />

955. Willemken Cornelissen, belijdenis te Windesheim op 7 april 1705.<br />

25-10-1705: Henrick Cornelissen Kroneman, ende Willemken Cornelissen, toe maals woonagtigh tot<br />

Winsheim [Trouwboek Windesheim].<br />

25-10-1717: Gosen van der Souw, brouwer te Deventer, als gevolmachtigde van de HoogWelGeb. Hr.<br />

Otto Ernst van Hovel toe het Wesevelt en diens eheliefste Vrouw Hendrieta Aleida Doijs (volgens<br />

procuratie te Deventer), transporteert aan Hendrik Cornelissen en Willemken Kornelissen, ehelieden,<br />

het goed van de comparanten, genaamd de Krone, gelegen in Wegterholt naast het erve den Dijsselhof.<br />

Richter is Johan Hermen van Hemert, keurnoten zijn Derk op den Sluirik en Balthasar Derks. [ORA<br />

Wijhe, inv.nr. 10, fol.173]<br />

25-10-1717: Hendrik Cornelis op de Krone en zijn huisvrouw Willemtje Cornelissen bekennen aan<br />

Gosen van der Souwe, brouwer tot Deventer, schuldig te zijn een som van 3000 carolus guldens tegen<br />

4% interest. Onderpand is erve en goed de Crone. [ORA Wijhe, inv.nr. 10, fol.175] De schuld is op 24-<br />

11-1738 geroyeerd.<br />

26-7-1724: Hendrik op de Grote Krone en zijn vrouw Willemtjen Cornelis dragen over aan Hendrik<br />

Alberts Davenschot de helft van 2 morgen hooiland, uit Camphuis. Dit is de middelste kamp, gelegen in<br />

de buurtschap Herxen onder Wijhe, zoals aangekocht van de Heer Bentink toe Bevervoorde [ORA<br />

Wijhe, inv.nr.11, fol. 85].<br />

18-7-1728: Willemtjen Cornelissen, vrouw Cronemans, heeft een stoel in de kerk van Wijhe onder letter<br />

B [IJsselacademie 1979].<br />

1737: Henrik Knellis op de Krone en Willemtjen Knelisse zijn lidmaten te Wijhe [Lidmatenboek Wijhe].<br />

20-6-1739: Hendrik Croneman en Willemtjen Cornelissen schenken bij hun overlijden aan hun<br />

kleinkinderen Hendrik en Willemtjen Wijnvoorden, kinderen van Hendrik Wijnvoorden en hun dochter<br />

Wobbigjen Croenemans samen 200 gulden. [ORA Wijhe 12, fol.370-371]<br />

23-10-1743: Hendrik Croneman, voogd, is overleden. [ORA Wijhe 1743, 563-564].<br />

956. Claes Lammertink.<br />

958. Aelbert ten Winckel (Winckelman), zn. van Wessel Alberts int Winckel en Geertien Albers,<br />

gedoopt te Rijssen op 17 maart 1678, overleden na 1748, trouwt met<br />

77


959. Janna Grooten, dr. van Egbert Jansen Grooten en Barbara Peters op 't Veer, gedoopt te Rijssen<br />

op 24 maart 1678.<br />

1718: Albert int Winckel met d. vr. Johanna, te Rijssen, worden vermeld op een lijst met lidmaten<br />

[Lidmaten NG Rijssen 1718].<br />

988. Lambert Jans Kruijsdijk, trouwt met<br />

989. Eva Stoffers.<br />

16-4-1717: Lammert Jansen en Jan Lubberts Grolleman worden aangesteld als voogden over de<br />

kinderen van Agnis Stoffers en wijlen Lammert Jansen [ORA Olst, fol.226].<br />

1748: Lambert Jans en vrouw woont in Olst met 1 kind boven de 10 jaar en 2 arme kinderen in de kost.<br />

Stoffer Lambers en zijn vrouw wonen met 2 kinderen onder de 10 jaar 'in t' selve huijs' [Volkstelling<br />

Olst 1748].<br />

1750: Lambert Kruijsdijk wordt ingedeeld in de 11e klasse (onder de 200 gld.) en betaalt 1 gld<br />

[Personele quotatie Olst 1750].<br />

1008. Berend Hendriks, wonend te Ankum, trouwt (1) met Egbertien Berents, ondertrouwt (2) te<br />

Wierden op 5 april 1689, trouwt te Dalfsen op 7 april 1689 met<br />

1009. Geesje Asjes, j.d. van Wierden (op Niessink).<br />

1725: Berent Hendk: op 't Albert Egb:, te Ancum. Ord verpond f 1-14-4, contrib f 2-5. Zelf eigenaar<br />

[HCO; Verponding Dalfsen 1725; Statenarchief inv.nr.2499, Salland 4, fol.66].<br />

1016. Coert Geertsen Heerinck, zn. van Geert Heerinck, geboren te Wierden, trouwt (2) te<br />

Hellendoorn op 15 december 1678 met Jennigje Jansen Middendorp, trouwt (3) te<br />

Hellendoorn op 24 april 1681 met Aaltje Alberts, trouwt (1) te Hellendoorn op<br />

3 september 1665 met<br />

1017. Geertje Dercks, dr. van Derrick Geerts, geboren te Marle, overleden voor 15 december 1678.<br />

3-9-1665: Court Geersen s. van Geert Heerinck te Wierden & Geertjen Derricksen d. van Derrick<br />

Geersen opt Scheppinck te Marle [Trouwboek Hellendoorn].<br />

Generatie XI<br />

1034. Jan Toenijsz op Quinckelenberg, zn. van Toenis Hermens op Quinckelenberg en Neese<br />

Rijecken, gedoopt te Zalk op 7 april 1616, keurnoot te Zalk tussen 1656 en 1669, overleden te<br />

Zalk op 22 april 1679, trouwt te Zalk in mei 1639 met<br />

1035. Willemtje Herms, dr. van Hermen Thijsz en Grietje Everts, gedoopt te Zalk op<br />

2 september 1620.<br />

28-9-1654: Jan Tonijsz, echtgenoot van Willemtie Herms, Evert Herms en Thijs Herms, bekennen door<br />

hun vader betaald te zijn voor hun moederlijke erfenis [ORA Zalk 37; Gens Nostra 2000, p.390].<br />

16-1-1655: Jan Tonijsz heeft een schuld van 50-10-8 gulden voor geleverd hout. Zijn stiefvader Berent<br />

Hendricks wordt hier als borg op aangesproken [ORA Zalk 37].<br />

21-9-1656: Jan Willems Dijck en Jan Willem Scharfdenberg verklaren dat zij op verzoek van Jan Tonijsz<br />

aan diens stiefvader Berent Hendricks gevraagd hebben om het accoord dat gemaakt is over Jans<br />

moederlijk erfdeel te voldoen. Berent Hendricks stemde hiermee in, behoudens een som van 300 Car.<br />

Gulden [ORA Zalk 37].<br />

22-8-1665: Jan Thonijsz en Willemtie Herms hebben al hun goederen tot onderpand gesteld vanwege<br />

achterstallige pacht aan hun zuster en landvrouw Claesien Berends, wed. van Gerrit te Bosch [ORA<br />

Zalk 37].<br />

15-6-1669: Jan Thonijsz wordt veroordeeld om 60 gulden en 60 mud haver te betalen, omdat hij tegen<br />

78


het verbod over het Buckhorster …stuk naar de molen is gereden en de scheper en schapen met geweld<br />

van het land heeft gedreven [ORA Zalk 37].<br />

22-3-1683: Het gerecht heeft Rijck Jansen, broer, en Geurt Thijs aangesteld als voogden over Berent en<br />

Harmen, nagelaten kinderen van Jan Toenissen [ORA Zalk 37].<br />

1036. Wigbelt Everts Rot, zn. van Evert Mertens, overleden te Veecaten op 18 januari 1675, trouwt<br />

(1) te Zalk in 1637 met Grietje Arents, trouwt (2) te Zalk op 18 februari 1638 met Anna<br />

Hermens, trouwt (3) met Willempje Jans, trouwt (4) te Zwolle (met attestatie van Dalfsen en<br />

Zalk) op 13 juni 1667 met<br />

1037. Jannegien Gerrits, overleden in 1715, trouwt (2) te Zalk op 25 april 1675 met Hans Fox, j.m.<br />

van Holstein, ruiter onder ritmeester Mark, overleden voor 21 oktober 1677, trouwt (3) met<br />

Gerrit Jans, trouwt (4) te Zalk op 25 februari 1697 met Teunis Jansen, j.m. van Heino.<br />

18-7-1657: Lubbert Peters verklaart dat hij vorig jaar omtrent Michielsmarkt heeft zitten drinken met<br />

Wigbelt Everts en Claes …, schilder uit Kampen, en dat Wigbelt Everts, nadat zij naar huis waren<br />

gegaan, de schilder met een ‘bollen peter wel dapper heeft afgerost’ [ORA Zalk 37; Gens Nostra 2000,<br />

p.391].<br />

13-6-1667: Wijgbert Everts tot Vekaten en Janneken Gerrits sijn alhijr met attestatie van Dalffsen en<br />

Sallick getrout de 13 Junii 1667 [Trouwboek Zwolle].<br />

15-6-1669: Wigbelt Everts wordt veroordeeld om 50 gulden en 50 mud haver boete te betalen vanwege<br />

het slaan van de onderschout bij het Zalkerveer en omdat hij tegen het verbod een ruiter heeft<br />

geherbergd [ORA Zalk 37].<br />

30-9-1673: Wigbelt Evers en Jannegien Gerrits testeren [ORA Zalk 13, fol.240].<br />

26-3-1675: Jannichien Gerrits, wed. van Wigbelt Everts, bewijst haar zoon Engbert 50 Car. Gulden.<br />

Tot voogd worden benoemd Evert Geerts en Henrick Roelofs [ORA Zalk 37].<br />

11-4-1715: Testament van Jannegien Gerrits, geassisteerd met haar momber Willem Assies, 'sijnde<br />

bedde legerig, dog van volkomen verstande'. Zij geeft aan de kerk van Zalk en de armen van Veecaten<br />

elk 5 Car. guldens. Erfgenamen zijn: Theunis Janssen, haar tegenwoordige eheman, de drie kinderen<br />

van Engbert Wigbelts (zoon geweest van wijlen haar eerste eheman Wigbelt Everts), Hans Hansen<br />

(zoon van wijlen haar tweede eheman Han Fox), en Garrigien Gerrits (dochter van haar derde eheman<br />

Gerrit Jansen), elk voor een vierde part [ORA Zalk en Veecaten nr.15, 45-48].<br />

28-8-1715: Teunis Jansen sluit een accoord met de erfgenamen van wijlen zijn vrouw Jannegien<br />

Gerrits, te weten de kinderen van Engbert Wigbelts (Willempien, gehuwd met Jan Gerrits, en de<br />

minderjarige Pauwel en Janke), zoon Hans Hansen en de jongste dochter Gerrigien Gerrits, getrouwd<br />

met Gerrit Bastiaen. De kinderen krijgen de kledij van de moeder, 225 Carolus guldens en drie halve<br />

ducatons [ORA Zalk 15, fol.53].<br />

12-2-1678: Gerrit Hendricks en Lubbert Willems zijn benoemd tot voogd over Hans en Gerridt,<br />

kinderen van wijlen Hans Fox bij Jannegien Gerrits. De moeder bewijst de kinderen elk 6 Car. gulden<br />

[ORA Zalk 15, fol.416; Gens Nostra 2000, p. 391].<br />

1094. Christiaen Gerritsen, geboren te Nunspeet, trouwt met<br />

1095. Rijkje Jans, overleden voor 29 september 1672.<br />

1106. Willem Lubbertsen, trouwt met<br />

1107. Cornelisien Jans.<br />

1148. Cornelis Wijchmans, zn. van Wijchman Cornelisz en N.N, wonend in 't Westerend te<br />

Oldebroek, overleden in 1655, trouwt te Oldebroek op 24 januari 1630 met<br />

1149. Hille Jans, overleden voor 19 februari 1692.<br />

1648: Borgemeester Hegeman, eygener, en Cornelis Wichmans, pachter van huys, hoff, boomgaert van<br />

½ molder, 8½ mudde roggelandts, tientbaer aen Haersolte, en omtrent 11 mergen leechlandt en<br />

plaggevelt, het leechlandt en plaggevelt met huys en hoff voor 27 gulden 10 stuivers vrijgelt van tins<br />

79


sijnde 9 gulden ende 1 vetten haemel. Ende het roggelandt voor de 3 gerve. 124-10-0, 114-10-9<br />

schattinge nae meyers recht. Weinich holtgewasch van wat heggen. Idem Cornelis Wichmans cum suis,<br />

eygeners, en Cornelis voorseid, gebruicker van 5 mergen haeverlandts voor 2 mergen geefft hij 6 gulden.<br />

15-0-0. Idem Cornelis Wichmans, eygener en gebruicker van 3 schepel roggelandts vanden 3 gerve<br />

tientbaer aen Haersolte [Kohier van verponding in het ambt Oldebroek; Transcriptie P. Zunderman].<br />

1150. Roelof Alberts, waarschijnlijk zn. van Albert Hermsen en Huyge Everts, belijdenis te<br />

Oldebroek op 9 juni 1660, overleden in 1688, trouwt (1) te Oldebroek op 21 september 1644<br />

met Gerrichien Aerts, trouwt (2) te Oldebroek op 8 augustus 1652 met<br />

1151. Lysbet Henricks, belijdenis te Oldebroek op 9 juni 1660, overleden voor 21 september 1691.<br />

27-6-1667: Aeltjen Hermsz, geassisteerd met Jochem Reijersz, haar gekozen momber, heeft verkocht 'de<br />

rechte suevende gedeelten van volgende parcelen, als daer sijn een acker van vierdehalf schepel<br />

saeylandts naest het Kerckenerve, vierdehalf schepel naest de weduwe van burgmeester Aeltsz cum suis,<br />

drie schepel in de Spronck naest Asse Gerrits, vier mergen haeverlandt over den Broeckdijck bij het dorp<br />

twe mergen aen Roelof Albertsz ende Lijsbetgen Hendricks echteluyden tsampt haeren erfgenamen het<br />

rechte dardendeel in drie schepel landts in den richterampte Oldebroeck in den Sproncker Enck gelegen'<br />

[Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Richterambt Oldebroek, prot.14].<br />

4-9-1671: Cornelis Aeltsz ende Grietien Everts, echteluyden, Hendrick Evertsz ende Geertien Jans,<br />

echteluyden, en Drees Evertsz, doen doen kond verkocht en overgedragen te hebben aan hun oom Roelof<br />

Albertsz ende onse moeije Lijessebetien Hendricks, sijn huisvrouwe 'seeckere drie spint landts in den<br />

richterampte Oldebroeck, in den Spronker Enck gelegen, waervan die andere delen, sijnde in het geheel<br />

een camp van drie schepel landts, coperen ende Aert Beertsz toebehoiren' [Protocollen van vrijwillige<br />

rechtspraak, Richterambt Oldebroek, prot.47].<br />

20-6-1675: Willem Jansz Schae ende Heiltien Pelen, eheluiden, Wijne Gerritsz ende Geisjen Pelen,<br />

eheluiden, hebben verkocht aan Roelof Albertsz ende Lijsbet Henricksz, eheluiden, 'seecker half mudde<br />

roggelants, gelegen in een acker van drie schepel waer van coper te voren het een schepel toebehoorden<br />

in desen richterampte vant Oldebroeck genaemt de Spronck' [Protocollen van vrijwillige rechtspraak,<br />

Richterambt Oldebroek, prot.54].<br />

1682: Roelof Albertsen, 3 hoornbeesten, 3 personen boven de 5 jaar; 4-9, 1-5 [Kohier van verponding en<br />

bezit van rundvee en het aantal personen van 5 jaar en ouder in het ambt Oldebroek, inv.nr.55;<br />

Transcriptie P. Zunderman].<br />

1184. Jan Jansen (vulgo Fox), keurnoot te Zalk tussen 1665 en 1668, overleden voor 1674, trouwt<br />

met<br />

1185. Teunisjen Jacobs Fox, belijdenis te Zalk in 1674, trouwt (2) te Zalk in 1677 met Egbert Peters.<br />

21-8-1667: Jan Jans en zijn huisvrouw Tonijsjen Jacobs, zij geassisteerd met Lambert Wijers als<br />

momber, hebben verkocht aan Thijs Herms en Geertien Gerrits het vierde part van omtrent 4 morgen<br />

land genaamd de Langekamp, gelegen in Zalk, alsmede een vierde part van 5/4 vierendeel morgens en<br />

een achtste part van omtrent 7/4 morgen, beide genaamd de ses morgen, zo als van wijlen Gerbert<br />

Herms is gekomen [ORA Zalk en Veecaten nr.13, fol.189].<br />

1186. Jacob Gerberts, zn. van Gerbert Gerrits en Ursel Jans, gedoopt te Zalk op 29 maart 1619,<br />

landbouwer op de Meente, belijdenis te Zalk in 1644, keurnoot te Zalk tussen 1664 en 1665,<br />

overleden te Zalk in april 1681, ondertrouwt (2) te Zalk op 4 juli 1675, trouwt te Zwolle op<br />

11 juli 1675 met Henrickien Berents, overleden voor 2 januari 1694, ondertrouwt (1) te Zwolle<br />

op 16 januari 1642, trouwt te Zalk op 13 februari 1642 met<br />

1187. Berentjen Gerrits Bijvanck, dr. van Gerrit Hendricks, geboren te Westenholte, belijdenis te<br />

Zalk in 1644, overleden voor 2 april 1674.<br />

1644 (op Michiel): Jacob Gerberts op de Meente en Berentien Gerrits sijn huijsvrouw doen belijdenis.<br />

Zij staan ook op de lidmatenlijst van 1667. Jacob Gerberts op de Meente staat ook op de lijst van 12-4-<br />

80


1674 (obiit 1681) [Lidmatenregister Zalk].<br />

26-1-1654: De erfgenamen van Jan Lubberts verkopen aan Jacob Gerbertss en Gerrijt Gerbertss de<br />

Lubberenkamp te Zalk [ORA Zalk nr.13, p.5].<br />

3-5-1658: Jacob Gerberts en Berentien Gerrijts Bijvanck verkopen een rente van 60 car.gld. jaarlijks aan<br />

Lambert Jans, uit 6 morgen land genaamd Lubberenkamp, gelegen te Zalk. Op 19-6-1659 wordt de<br />

capitale som met 500 gld. vermeerderd [ORA Zalk nr.13, fol.57].<br />

11-10-1660: Jacob Gerberts op de Meente en Berentien Gerrijts Bijvanck hebben verkocht aan Sophia<br />

Gerrits van Winterswijk, weduwe van Joan Noortbergh, een rente van 50 car. gl, op 6 morgen land in<br />

Zalk en op 2/3 portie in 4 morgen land waarvan Jan Wijgers Backer het andere part toebehoort, gelegen<br />

in 't Zalkerbroek. De hoofdsom is 1000 car. gld. Op dezelfde datum verkopen zij ook aan Joannis<br />

Episcopius, predikant tot Zalk, en Geertruijda van Steenbergh, een rente van 50 car.gld, met het zelfde<br />

onderpand. De renten zijn afgelost op 1-5-1662 [ORA Zalk en Veecaten 13, fol.90-92].<br />

1-5-1662: Jacob Gerberts op de Meente en Berentien Gerrijts Bijvanck hebben aan Joannes Episcopius<br />

en zijn vrouw een rente van 75 Car. gld. jaarlijks verkocht, uit de 6 morgen in de Lubberkamp en 2/3<br />

part in 4 morgen land. De hoofdsom is 1500 gld. Op 20-12-1670 wordt de schuld geroyeerd [ORA Zalk<br />

en Veecaten nr.13, fol.111].<br />

11-11-1663: Jacob Gerberts op de Meente en Berentien Gerrijts Bijvanck hebben aan Jan Dercksen,<br />

onmondige zoon van zal. mr. Derck Timmerman een rente van 20 gld. verkocht, uit de Lubberenkamp<br />

en 2/3 part uit 4 morgen land. In mei 1666 wordt de schuld geroyeerd [ORA Zalk en Veecaten nr.13,<br />

fol.131].<br />

5-9-1665: Jacob Gerberts en Berentien Gerrijts Bijvanck hebben verkocht aan haar broeders Hend.<br />

Gerrijts en Claas Gerrijts Bijvanck en hun huisvrouwen, een derde part van een huis en hof, staande en<br />

gelegen in Zalk aan de Brinck, tegenwoordig door Cornelis Thonis bewoond en gebruikt, met uitgaande<br />

renten [ORA Zalk en Veecaten nr.13, fol.151].<br />

15-5-1666: Jacob Gerberts en Berentien Gerrijts hebben verkocht aan Frerik Hendricks en Bele Class een<br />

derde part van een kamp land gelegen bij Huickenhorst in Veecaten [ORA Zalk en Veecaten nr.13,<br />

fol.174].<br />

24-11-1671: Jacob Gerberts op de Meente verkoopt aan Juffr. van Ketwijk e.a. zijn katerstede, groot 6<br />

morgen, genaamd Lubberenkamp, met het huis en gepoot [ORA Zalk en Veecaten nr.13, fol.231].<br />

5-7-1677: Jacob Gerberts en Henrickien Berents hebben verkocht aan Claes Gerrits, weduwnaar van<br />

Stijne Jans, een morgen land in een kamp van twee morgen, waarvan de erfgenamen van Jacob Toenis<br />

de andere morgen toebehoort, genaamd de Villebrinck [ORA Zalk en Veecaten nr.13, fol.265].<br />

5-7-1679: Jacob Gerberts en Henrickien Berents hebben getransporteerd aan Claes Gerrits, weduwnaar<br />

van Stijne Jans, een morgen land gemeen in een kamp land van twee morgen, waarvan de erfgenamen<br />

van Jacob Toenis de andere morgen toebehoort, genaamd de Villebrinck [ORA Zalk & Veecaten 13,<br />

fol.265].<br />

23-7-1679: Jacob Gerberts en Henrickien Berents, eheluiden, hebben getransporteerd aan de eerbare<br />

Sophia Gerridts van Winterswijk, weduwe van wijlen Jan Noortbergh, 2/3 part van vier morgen land<br />

genaamd 'de acht mergen', waarvan Lodewijck Gansenep gnt. Tengnagel toe Marxvelt het andere derde<br />

part toebehoort [ORA Zalk & Veecaten 13, fol.282-283].<br />

5-5-1679: Henrickien Berentssen, vrouw van Jacob Gerbertssen, met haar zoon Berent Janssen als haar<br />

voogd, vestigt ten behoeve van Caspar Borcherssen Smit een jaarlijkse rente van 50 gulden, te lossen<br />

met 1000 gulden op ''de helffte van den Leegencamp, tegenover den Kettelcolck, tusschen Franckhuis<br />

ende 't Hillige Cruysse, in de vryheyt van Zwolle, buyrschap Assendarp gelegen'. Op 2-1-1694 wordt<br />

Berent Janssen, bierdrager, na de dood van zijn moeder Henrickien Berentsen, met dit land beleend<br />

[Repertorium op de leen-, tins- enhofhorige goederen van het Stift Essen].<br />

1288. Lambert Bergland, landbouwer op Bergland in Noordmeer, trouwt met<br />

1289. Maria Gerrits Bergland, dr. van Gerrit Lamberts en Aaltje Jansen Bergland.<br />

1675: Lambert Bergland, in Meer, betaalt voor 2 personen hoofdgeld.<br />

1683/1684: Lambert Bergland wordt getaxeerd op 500 gulden [1000e penning].<br />

2-1688: Proces Lambert Bergland contra Westermarsberg. Engbert Albers, 34 à 35 jaar, verklaart dat<br />

Lambert Bergland niet bij leven was om de belasting op de hoornbeesten en (..) af te geven, doch bij de<br />

81


ijmer in 't Mastebroek was [ORA Ommen en Den Ham].<br />

1296. Hendrik Arents, trouwt met<br />

1297. Willempje Egberts, dr. van Egbert op Geerligs, overleden voor 30 mei 1716.<br />

1380. Egbert Lenderinck.<br />

1682: Egbert Lenderinck, te Wesepe, in eigendom van de stad van Deventer, 16-8-8- verponding, 26-6-<br />

8 contributie [Verponding Olst 1682]<br />

1432. Jan Driessen, wonend te Wapenveld, diaken, belijdenis te Heerde in december 1658,<br />

trouwt voor 1658 met<br />

1433. Hillechien Egberts, dr. van Egbert Everts, belijdenis te Heerde in mei 1659.<br />

1658: Hillechien Egberts, wonend in Wapenveld, doet met St. Michiel belijdenis in Heerde. Met<br />

Kerstmis in hetzelfde jaar doet ook Jan Driessen, wonend in Hoorn, belijdenis.<br />

1434. Lambert Peters, trouwt voor 1660 met<br />

1435. Jantien Stevens.<br />

1476. Hermen Alberts, huisman, trouwt met<br />

1477. Hilligien Jans.<br />

1484. Herman Stoffers, overleden voor 2 juli 1701, trouwt (2) met Geesjen Herms, overleden<br />

voor 7 april 1674, trouwt (1) met<br />

1485. Lubbechien Peters, dr. van Peter Jansen en Tryne Arentsen, overleden voor 12 december 1668.<br />

29-5-1647: Coenraet Egbertssen in Mastebroeck, wordt na opdracht beleend met 'de helffte van<br />

sestehalve mergen landes gelegen in Mastebroeck in Dyeserslach […] genaemt Bossenplaetse' door<br />

Arent Peters, mede ten behoeve van Jacob Stoffer, diens vrouw Tryne Arentssen, alsmede van Jan en<br />

Derck Peterssen, en van Herman Stoffers, man van Lubbegien Peterssen, tezamen de erfgenamen van<br />

wijlen Peter Janssen [HCO; Leenrepertorium Stift Essen; Schoutambt Zwolle Mastenbroek Pinksteren<br />

1].<br />

12-12-1668: In het Gericht is verschenen Herman Stoffers, woonachtig aan de Zeedijk in Mastebroek.<br />

Hij heeft tot mombers over zijn 5 onmondige kinderen, Tomas, Roelof, Anna, Trijne en Nese Herms, bij<br />

zijn overleden huisvrouw Lubbechijn Peters in echte geprocreerd, verzocht Arent Peters, woonachtig in<br />

het Gericht van Genemuiden, oom van de moeders zijde, en Derk Jansen op de Olde Weteringe. Dewelke<br />

daarop verhoord zijnde, die momberschap hebben aangenomen en beloofd deze na behoren waar te<br />

nemen. Waarna hij comparant aan zijn voornoemde vijf kinderen ten overstaan van hun mombers<br />

erfuiting heeft gedaan en aan dezen bewezen ieder een somma van 100 Caroli gulden, en bovendien aan<br />

iedere zoon "een kalfde veerse" of 30 gulden aan geld, en aan iedere dochter een bed met zijn toebehoren<br />

of ook 30 gulden aan geld, tot keuze van hem comparant te ontrichten aan een ieder van hun als zij 18<br />

jaren oud geworden zullen zijn. Verder belooft hij aan zijn beide zoons ieder nog een halve zilveren<br />

ducaton. [ORA Zwollerkerspel, fol.207; Transcriptie op Forum HCO].<br />

7-4-1674: Hermen Stoffers, woonachtig aan de Zedijck, heeft tot mombers over zijn dochter Lubbichjen<br />

Herms, bij zijn zaliger huisvrouw Geesjen Herms geprocreerd verzocht en gesteld Peter Herms, oom<br />

over de kinderen van de vaderszijde, en Jacob Derx, momber van moederszijde. Hermen Stoffers bewijst<br />

zijn dochter voor het moeders goed 100 Caroli gulden, en een bed met zijn toebehoren. Op 2-7-1701<br />

bedankt Lubbechien Herms, dochter van zaliger Harmen Stoffers en Geesjen Herms aan de Zeedijck,<br />

met Peter Egbers als haar momber, haar momber Peter Herms aan de Zeedijck [ORA Zwolle &<br />

Zwollerkerspel; inv.nr.610, fol.42; inv.nr.615, fol.123].<br />

1675: Herman Stoffers, 2 personen in het eigen huisgezin, 1 dienstbode, f 500 (vijfhonderdste penning)<br />

[Hoofdgeld Zwollerkerspel 1675].<br />

82


1486. Heijmerigh Francken, zn. van Franco Roelofs en Willemtje Jacobsen, gedoopt te Zalk op<br />

18 mei 1646, trouwt met<br />

1487. Aeltien Gerrits.<br />

21-9-1683: Heijmerik Franken en Evert Twent worden aangesteld als mombers over Jan Willemsen,<br />

kind van Willem Jansen bij wijlen Swaentien Franken [ORA Kampen nr.132, fol.17v].<br />

9-4-1685: Helena Eekhout, weduwe van Quirijn Sterck, namens haar onmondige zoon Christoffer<br />

Sterck als koopster na opdracht door Jacob Franken, door de voogden van het kind van Reint Timans en<br />

Bychjen Franken, door de voogden van de kinderen van Jan Franken, door de voogden van de kinderen<br />

van Jan Franken en Jannnetje Jansen, benevens door Heimerik Franken en Aart Wolters als erfgenamen<br />

van Willemtje Roelofs, weduwe van Franke Roelofs, worden beleend met dat halve goet ten Westenrade<br />

te Zalk. Hulder is Bernard Ekkelboom [Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen].<br />

1500. Jan Herms in 't Clooster, zn. van Hermen Janssen in 't Clooster en Geertjen Dercksen, gedoopt<br />

te Windesheim op 18 mei 1661, trouwt te Windesheim op 24 mei 1686 met<br />

1501. Diewertien Peters, dr. van Peter Janssen op Millingen en Marrigjen Wolters, overleden<br />

voor 26 augustus 1719, ondertrouwt (1) te Zwolle op 15 september 1683, trouwt te<br />

Mastenbroek met Gerrit Snel, ondertrouwt (3) te Zwolle op 9 februari 1695 met Ghysbert<br />

Henricksen, keurnoot te Zwollerkerspel in 1699.<br />

15-9-1683: Gerijt Hend: Snel Inde Riese Bus en Duevertin Peters van Millegen. Den 13en October<br />

Attestatie versoght om te trouwen in Mastenbroeck. En heefft Erffuijtinge gedaen [Trouwboek Zwolle].<br />

24-5-1686: Dito op attestatie van Zwolle nae drie houlixproclamatien alhier Jan Hermansen, van 't<br />

Klooster en Diewertie Peters, wed. van de Rysbos [NG Trouwboek Windesheim],<br />

25-3-1699: Dievertien Peters wordt onder hulderschap van haar man Ghysbert Henricksen, na de dood<br />

van haar vader Peter Janssen op Millingen, beleend met 'de gerechte helffte van de Millinger Koye in<br />

Mastebroeck in 't Hoogebruggherslag'. Op 4-3-1718 wordt Diewertien Peters beleend met de ledige<br />

hand onder hulderschap van haar zoon Jan Hermsen, wonende aan de Rysebosch. Op 26-8-1719 wordt<br />

Jan Hermsen, na de dood van zijn moeder, hiermee beleend [Repertorium op de leen-, tins- enhofhorige<br />

goederen van het Stift Essen].<br />

1502. Jan Herms Brugginck (alias <strong>Visscher</strong>) (?), wonend in de <strong>Visscher</strong> te Ankum, ondertrouwt te<br />

Dalfsen op 28 november 1680, trouwt te Dalfsen op 19 december 1680 met<br />

1503. Magtelt Jans (?), dr. van Jan in den <strong>Visscher</strong>.<br />

28-11-1680: Ondertrouw Jan Hermsen van de nieuwe brugge int caspel van Ommen j.m. en<br />

Machteltijn Jansen uijt den visscher in de Vos, getrout alhier den 19. Decemb [Trouwboek Dalfsen].<br />

1506. Lucas Harms, belijdenis te Zwolle op 1 oktober 1684 wonende op Kamferbeek, trouwt te<br />

Zwolle op 7 maart 1686 met<br />

1507. Willempje Hendrix.<br />

7-3-1686: Lucas Herms, j.m. en Willemtjen Hendriks, j.d. beijde op Kampherbeek. Sijn getrout den 7<br />

Maert 1686 [Trouwboek Zwolle].<br />

1664. Jan Gerrits (?), geboren te Heerde, trouwt te Zalk op 6 maart 1653 met<br />

1665. Elsje Willemsen (?), geboren te Veecaten.<br />

1672. Peter Reinders Leeuw, zn. van Reinder Dubbelsz de Leeuw en N.N. Peters, schepen te<br />

Wilsum in 1669, burgemeester tussen 1669 en 1684, trouwt met<br />

1673. Aaltje Willems, dr. van Willem Berents van Marle en N.N.<br />

83


6-2-1669 De executeurs van de boedel van wijlen ritmr. Rouse hebben getransporteerd aan Peter<br />

Reijnders borgemr. tot Wilsem de gerechtigheid van een holthagen tot Veecaten gelegen, genaamd<br />

Zweerkens hagen [ORA Zalk nr.13, p.240].<br />

1682: Peter Reijners, nr.13, 2 vuursteden; in 1752 in bezit van E. van Muijden [Vuurstedenregister<br />

Wilsum 1682/1752; Transcriptie Jan van Arkel].<br />

1684: Peter Reijnders claimt zijn aandeel van de erfgenamen van Reijnder Dubbeltsen en Nijse Aerts.<br />

De andere erfgenamen zijn kinderen uit het eerste huwelijk van Niese [Gegevens afkomstig van Albert<br />

de Leeuw].<br />

1674. Wijcher Gerrits, keurnoot te Zalk in 1688, overleden voor 27 mei 1699, trouwt met Diewertjen<br />

Herms.<br />

29-5-1658: Wycher Gerritssen wordt na de dood van Herman Beniers beleend met 'Twelff morghen<br />

landes geleghen in Mastebroeck in der Aschet'. Op 27-5-1699 wordt Benier Wychersen, na de dood van<br />

zijn vader Wycher Gerrytsen, beleend met de helft van dit goed. Op 21-6-1699 wordt Albert Janssen<br />

Kuyck, gasthuismeester te Hasselt, mede voor zijn vrouw Anna Wychers (dochter van Wycher<br />

Gerrytsen) met een vierde part beleend. Het laatste kwart van dit goed komt op Albert Lubbertsen, en op<br />

30-7-1723 op diens zoon Hendrik Alberts [Repertorium op de leen-, tins- enhofhorige goederen van het<br />

Stift Essen].<br />

1666: Banier Jans en Geertien Lubbers e.l. dragen over aan Wijcher Gerrits en Dewertjen Herms e.l. 1/8<br />

part in 27 morgen land in 't Middelblok in Mastenbroek met andere landerijen [HCO; Stadsbestuur<br />

Hasselt; nr.1365.1, charter 1671].<br />

11-5-1667: Wycher Gerrytssen treedt op als hulder van Jacopien Gerrytssen, bij haar belening met 'de<br />

gerechte helffte van sess margen landes, gelegen in Mastebroeck by de kercke op de Olde Weteringe', na<br />

de dood van haar man Louw Henrix, kerkmeester in Mastebroeck [Repertorium op de leen-, tins-<br />

enhofhorige goederen van het Stift Essen].<br />

1675: Wijger Gerritsen, aan de Bisschopswetering, 3 personen [Hoofdgeld IJsselmuiden 1675].<br />

1675: Wijcher Gerrits, 2 vuursteden [Vuurstedengeld IJssemuiden 1675]<br />

1724. = 882 Roelof Berends, trouwt met<br />

1725. = 883 Klaasje Peters.<br />

1726. Henrik Jansen, wonend op 't Ruitenveen, belijdenis te Nieuwleusen in 1704, trouwt te<br />

Nieuwleusen op 21 april 1700 met<br />

1727. Fennechien Cornelissen, lidmaat te Nieuwleusen in 1704, trouwt (2) te Nieuwleusen op<br />

28 maart 1712 met Hermen Jacobs.<br />

5-3-1712: Fennechien Cornelis, weduwe van Henrick Jansen, met doctor Otto Meuwsen als momber,<br />

heeft over haar vier onmondige kinderen, met namen Janna, Jannechien, Cornelis en Berent Henricks,<br />

kinderen van Henrick Jansen, als mombers verzocht Derck Jansen, oom van vaders zijde, en Henrick<br />

Claessen, naberman. Voor hun vaderlijke goed geeft zij aan elk kind 95 gulden en daarenboven aan de<br />

zoons hun vaders klederen en aan de dochters ieder een bed met toebehoren, en aan ieder kind ook een<br />

kiste [ORA Zwolle & Zwollerkerspel nr.616, fol.161].<br />

1760. Evert Claes, geboren te Rouveen, diaken van 1663 tot 1664, ouderling van 1667 tot 1670,<br />

trouwt (2) te Nieuwleusen op 16 april 1671 met Hillichjen Claes, geboren te Rouveen, trouwt<br />

(1) met<br />

1761. Jantien Herms, geboren te Rouveen, overleden tussen 1663 en 1671.<br />

1663: Evert Claes en Jenneken Herms zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen (aan<br />

het Westerende, nr.26). Everts tweede vrouw, Hillichien Claes, staat ook vermeld. Daarnaast staan<br />

Claes Everts en zijn vrouw Annichjen Engberts (vertrokken naar Hasselt) en Jan Everts en zijn vrouw<br />

Aaltien Thijs op dit adres [Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

84


1675: Evert Claesen heeft een vuurstede en een bakoven. Eigenaresse is de vrouw tot Gerner<br />

[Vuurstedengeld Dalfsen 1675].<br />

1675: Evert Claes, weduwnaar, woont met zijn zoons Claes en Jan op perceel 25a, in eigendom van van<br />

Ittersum. In de jaren daarna moet de boerderij in de as zijn gelegd, want in 1682 meldt het<br />

vuurstedenregister 'Jan Evershuis woest' [<strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.207].<br />

1762. Tijs Jans, zn. van Jan Jansen, geboren te Rouveen, meier op het Tijssenerf, overleden<br />

voor 1675, trouwt te Zwolle op 16 april 1648 met<br />

1763. Stientje Alberts, dr. van Albert Willems, geboren te de Ruite.<br />

16-4-1648: Thijs Jansen Jan Jansen N.S. tot Roveen, Stijntijn Alberts Alt: Willems N.D. in de Ruijte<br />

[Trouwboek].<br />

1663: Tijs Jans is meier op perceel nr.21, het Tijssenerf, in Nieuwleusen, in eigendom van de familie<br />

van Rechteren. Voor 1675 wordt hij opgevolgd door zijn zoon Albert Thijs [<strong>Visscher</strong> (2005), Heeren<br />

van de Ligtmis, p.203].<br />

1663: Tijs Janss en Stijntien Albertss zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen (aan<br />

het Westerende, nr.22). Hun namen staan doorgestreept (gestorven). Op hetzelfde adres staan Albert<br />

Tijssen en Berentien Jans zijn huisvrouw vermeld [Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

1764. Berend Roelofs, j.m. van Nieuwleusen, meier op de boerderij bij Havezathe Oosterveen,<br />

trouwt te Nieuwleusen op 13 maart 1670 met<br />

1765. Claassien Claes, dr. van Claes Jans en Aeltien Claassen, j.d. van Nieuwleusen.<br />

1682: Berent Roelefs wordt aangeslagen voor 1 vuurstede. Eigenaar is de Drostinne [Vuurstedengeld<br />

Nieuwleusen 1682].<br />

1766. Peter Klaaszen Kragt, zn. van Claes Egberts Kragt en Hillichien Peters, meier op de<br />

Rechterenshoeve, trouwt (2) voor 1684 met Jennegien Luigiens, trouwt (1) met<br />

1767. Geertien Henricks, dr. van Hendrick Egberts en Trijntien Claes, overleden tussen 1663 en<br />

1684.<br />

1675: Peter Klazes Kragt is meier op de Rechterenshoeve, perceel 22, in het bezit van ritmeester Cornelis<br />

van Dongen [W.<strong>Visscher</strong> (2005), De Heeren van de Ligtmis, p.204].<br />

1-9-1699: Peter Klazes Kragt leent 400 caroli gulden van Hendrik Muller. Onderpand zijn zijn<br />

hooilanden in de Westerhooislagen [ORA Dalfsen].<br />

1770. Coop Beulen, zn. van Boele Coops en Femmichjen Claes, meier op de Beule, diaken van 1698<br />

tot 1700, ouderling van 1701 tot 1703, trouwt voor 1686 met<br />

1771. Geesien Thijszen, dr. van Tijs Jans en Stientje Alberts.<br />

1711: Coop Beulen en Egbert Claasen Kragt kopen 4 morgen land, genaamd de Dootcamp [<strong>Visscher</strong><br />

(2005), Heeren van de Ligtmis, p.169].<br />

1776. Cornelis Coops, zn. van Coop Wolters en Gijsbertien Reijnts, geboren te<br />

Oosterveen, belijdenis te Nieuwleusen in 1674, kerkmeester in 1698, trouwt te Nieuwleusen op<br />

1 april 1666 met<br />

1777. Jacopien Peters, dr. van Peter Hendriks, geboren te Rouveen, belijdenis te Nieuwleusen in<br />

1674.<br />

1778. Hans Jurrien Peineman, trouwt voor 1681 met<br />

1779. Hendrikje Derks.<br />

1682: Hans Jurriaen Peijneman, 1 vuurstede [zelf eigenaar], 'pretendant paupertatem'<br />

85


[Vuurstedengeld Nieuwleusen].<br />

1782. Willem Alberts, begraven te Nieuwleusen (op het kerkhof) op 3 november 1703,<br />

trouwt voor 1659 met<br />

1783. Jantien Jans, dr. van Jan Egberts en Aeltien Jans.<br />

1675: Willem Albers heeft 1 vuurstede. Eigenaren zijn de droste: zall: erffg: offte Pallant<br />

[Vuurstedengeld Dalfsen 1675].<br />

1679: Willem Alberts woonende in een kleijne schuijre op Egbert Jans plaets en wordt door de<br />

ingesetenen van Nieuleusen onderholden ende sijn vroue zeer swaer ande vallende sieckte sijnde daerom<br />

bij ons niet angetrocken [Vuurstedengeld over 1677 en 1678; Aanhangsel Vuurstedengeld Dalfsen<br />

1675].<br />

1832. Hendrik Berents Looij (alias Ploer), zn. van Berent Looij en Hendricken Alberts, landbouwer,<br />

overleden voor 23 maart 1683.<br />

1834. Jan Goossen.<br />

1836. Jan Berents Looij (alias Ploer), zn. van Berent Looij en Hendricken Alberts, geboren te Egede,<br />

schipper, ondertrouwt te Hellendoorn op 8 maart 1668, trouwt te Den Ham met<br />

1837. Elsken Egberts Reijmink, dr. van Egbert Reijmink, geboren te Meer.<br />

8-3-1668: Jan Berentsen n.s. van Berent Loij te Egden, en Elsken Egberts n.d. van Egbert Reiminck te<br />

Meer onder den Ham. Bevestight te Ham [Trouwboek Hellendoorn].<br />

1838. Leefert van het Peters.<br />

1840. Jan Jansz Kleijn Roossink (alias Hommelten) (?), landbouwer op Klein Roossink, belijdenis te<br />

Hellendoorn in 1689, gezworene van de marke Hellendoorn in 1699, overleden<br />

voor 3 november 1709, trouwt (1) met Engele Derricks, trouwt (2) te Hellendoorn op<br />

13 maart 1670 met<br />

1841. Jenneken Claas (?), dr. van Claes ten Have, belijdenis te Hellendoorn in 1690.<br />

13-3-1670: Jan Jansen wed. van Engelle Derricks int Kerckdorp en Janneken Claesen n.d. van Claes ten<br />

Have woonachtigh tegenwoordigh te Elen copulatie alhier [Trouwboek Hellendoorn]. NB ook<br />

ingeschreven op 12-3-1676.<br />

1689 (te mid-winter): Jan Jansen op Klein Roossink, in 't kerkdorp [Lidmatenregister Hellendoorn].<br />

1690 (ontrent Paaschen): Jenneken Claas vr op 't Klein Roossink, in 't kerkdorp [Lidmatenregister<br />

Hellendoorn].<br />

1858. Hans Jurrien Brock, burger te Hattem in 1655, trouwt voor 1654 met<br />

1859. N.N..<br />

1655: Hans Jorrijen wordt burger van Hattem [Oud Archief Hattem nr. 64].<br />

2-12-1678: Jutte Hemss wede Broecks verburget het erffhuijs van Arien Peterss door Albert Jansz<br />

Nijhoff [ ORA Hattem, inv.nr.135, fol.181v].<br />

1862. Albert Sanders, wonend in de Voskuil.<br />

1866. Otto Horstinck, landbouwer op Horstinck, overleden voor 13 februari 1680.<br />

1651: Horstinck, te Koevick, Frans ter Stege eigenaar. Huis en hof 2½ spint. Boulant 12 mlr tientvrij op<br />

de swaere gerve, 106-13-0, 37-10-0, 4-10; 5 koeweydens, goltpacht 25 dlr onvrijgelt een vercken oft 3<br />

86


dlr. opgaende boomen in de wallen [Verpondingskohier Hengelo; Afschrift Kreijnck]<br />

1868. Hendrick Meijerinck (?), trouwt met<br />

1869. Aeltien (?).<br />

1880. Dries Jacobs Vorstelman, zn. van Jacob Jansen Vorstelman en Elisabeth Lamberts Broenissen,<br />

gedoopt te Epe op 18 februari 1658, trouwt met<br />

1881. Ese Evers, dr. van Evert Gerrits van Ems en Bette Gerrits, geboren te Zuuk (op den Wellen),<br />

gedoopt te Epe op 9 mei 1658.<br />

11-2-1710: Aelbert Aerts, zoon van zaliger Aert Jansen Grave, verkoopt aan Drees Jacops Vorstelman<br />

en Ese Evers het Heerde weidje, over de Grift [Protocollen van Bezwaar Epe, inv.nr.910, fol. 7v].<br />

21-3-1711: Erfdeling tussen A(m)brosius Abrahams Broeckhuijsen en Dries Jacobs Vorstelman. Betreft<br />

akkers te Emst, Heege en Schaverden [Protocollen van Bezwaar Epe, inv.nr. 910, fol.37v; ingeschreven<br />

17-7-1726].<br />

1882. Jan Decemers, overleden voor 1709, trouwt te Epe in april 1669 met<br />

1883. Henrickjen Henricks.<br />

4-1669: Jan Disemers j.m. en Henrickjen Henricks j.d. te Dijckhuisen [Trouwboek Epe].<br />

1884. Frerick Wigbolts, burger te Hattem in 1646, trouwt (1) met Geertien Jaspers, overleden<br />

voor 21 juni 1657, trouwt (2) met<br />

1885. Anna Karnebeeck, waarschijnlijk dr. van Antonis Karnebeeck.<br />

1646: Frerick Wibbels wordt burger van Hattem [Oud Archief Hattem inv. nr. 64].<br />

1648: Frerick Wibbets is eigenaar van een hof groot ½ spint, verpacht aan Hermen Peters voor 4-0-0.<br />

Verponding:0-13-3. Hij is ook eigenaar en gebruiker van een tweetal hoven van ½ spint, getaxeert op 1<br />

goltgulden, 2-2 pachtwaarde, met 0-7 verponding, waarvan één bezwaard met 15 stuivers thins. Verder<br />

zijn er 3 ½ morgen, waarvan rentmeester Opgelder cum suis eigenaars en gebruikers zijn, gebouwd<br />

wordend door Frederick Wibbelts voor de helft, tiendbaar aan de rekenkamer. 56-5 pachtwaarde.<br />

Verponding: 9-7-6. [Verpondingscohier Schependom Hattem 1648].<br />

1648: Frederick Wibbelts is eigenaar van een huis met 3½ schaar in de Ridderstraat in Hattem, dat door<br />

Derk Dries gepacht wordt voor 38 carolus guldens (voor 19-5 gulden belast). Zelf pacht Frerick<br />

Wibbelts een achterhuis met 4 scharen in de Kerkstraat van resident Schrassert voor 45 carolus guldens<br />

[Verpondingscohier Hattem 1648].<br />

21-6-1657: Herman Janss heeft doen daegen Frerick Wibbeltss voorgevende dat de selve komt te<br />

weijgeren met hem te treden tot deijlonge vant halve huijs, den hoff en het landt op de Kreijenbergh om<br />

hem daer van sijn quota te laeten toekomen aengesien het selve door affsterven van Geertien Jaspers des<br />

selffs twe kinderen sijnen halve broeders is aengestorven en aengeerft. Gelijck de selve mede verweijgert<br />

sijn aenpart vant wintersaet als anders op het landt staende niet tegenstaende het selve vant gemeene<br />

saet gesaeijt met gemeene peerden gebout, en oock de gunst gemeen sij. Derhalven versoeckende dat bij t<br />

Gerichte moghe erkent worden hij Aenlgg. tot sodaene Eijsch en begeerte gefundeert en gerechtiget sij<br />

en daer tegens bij d'Gedaeg. Een quaet tegenveer sall gedaen worden waer toe gecontendeert wordt una<br />

cum expensis. Frerick Wibbelts geeft daarop een uitgebreid antwoord, waarin hij o.a. meldt dat Geertien<br />

Jaspers, 'stieftmoeder van den aenlegger ende tweede beddegenoot van desselfs vaeder, daerbij in<br />

ehestaet heeft verweckt twee soonen des aenleggers halve broeders'. Haar tweede zoon was Albert<br />

Janssen. Bij diens dood erfde diens stiefvader van hem, behalve de goederen die hij van zijn oudere<br />

broeder aangeerfd waren. Tussen zal. Geertjen Jaspers en Frederick Wigbolts zijn geen huwelijkse<br />

voorwaarden opgericht en de aanlegger bestrijdt dat Frerick Wigbolts getuchtigd is door Geertien<br />

Jaspers [ORA Hattem; Civiele processen 65-3].<br />

11-7-1668: Erschenen Frerick Wighbolts in qualiteijt als burghe voor Gerrit Willems en Gerrit<br />

Stremler, belovende bij verwonnen panden tegen aenkomstighe St. Michaelis ofte te langhst. St. Marten<br />

87


te betaelen aen Rentemr. Evert Wilbrenninck sodaene penn: als d'selve allnoch aen hem ter goede<br />

reclame verplightet sijn: des hebben die voorn. burgh onder gelijcke verbandt op gemtt. tijt belooft haere<br />

principael in alles t'indemniseren, kost en schaedeloos te houden [ORA Hattem, inv.nr.135, fol.47v].<br />

7-7-1676: Joachim Greve, als volmr. van Caspar Bogaert als momber van de nagelatene kinderen van<br />

Jan van Rhenen, verklaart verkocht te hebben aan Frerick Wighbolts en Anna Karnebeecks zijn<br />

huisvrouw, 'seecker huijs en wheere, met sijn recht en gerechtigheijt gnt. den Engelenbergh, staende in<br />

Allershoeck' [Dit imposante huis in de tegenwoordige Adelaarshoek was een overblijfsel van een<br />

Middeleeuws klooster. De nakomelingen van Frerick Wigbolts noemden zich naar dit huis: van den<br />

(Engelen)bergh. Later was het huis in bezit van Teunis Frericks en in 1786 van H.W. Daendels]<br />

[Heemkunde Hattem (1993), p.112, met een afbeelding uit 1730; Transportregisters Hattem,<br />

inv.nr.122, fol.116].<br />

1886. Berent Harms Wildeman, overleden voor 1 februari 1675, trouwt voor 1663 met<br />

1887. N.N., overleden na 1694.<br />

1624-1667: Berendt Hermens (doorgestreept: Heymanss) in de Wildeman, quondam Claes Berentsz<br />

weleijr Jan Jacobss eertijts Jacob Forstelman en oock Anna Bossen t bevoerens Andries Bossen 1<br />

hoffstadt, ii st. i oirt [Gelders Archief, Archief Rekenkamer inv.nr. 1331; Tijnsboek Hattem, fol.19v].<br />

NB Volgens een overzicht in Heemkunde Hattem betreft dit Kerkstraat nr.45. In 1658 woont Berent<br />

Herms Wildeman hier, in 1694 zijn weduwe.<br />

1624-1667: Jan Hendricks Schoenmaecker gecoft Jan Andriessen bij coop, aen sich verworven Wijcher<br />

Henricx quondam Johan Hermans cum uxore eertijtz Thoenis Derckx toe bevoerens joffer Jans<br />

erffgenamen van Volberscamp ii groot manet 1 st x placken. In de marge: hr hier van Jan van Besten 1/3<br />

Seger van Geel 1/3 Berent Heijmans Wildeman 1/3. 1 st v 1/2 doet [Gelders Archief, Archief<br />

Rekenkamer inv.nr. 1331; Tijnsboek Hattem, fol.33v].<br />

1624-1667: Berent Hermens Wildeman van sijn bestevader en vader geerf Berent Heijmans Wildeman<br />

(ingevoegd: Jonge) quondam Jenneken op Gelder van die voorss somme van Joffer van Galen van<br />

Volbers camp een derdendeel 1 st 10 placken, 1 st v 1/2 doet [Gelders Archief, Archief Rekenkamer<br />

inv.nr. 1331; Tijnsboek Hattem, fol.33v; zie ook inv.nr. 1342, fol.54].<br />

1648: Berent Wildeman is eigenaar van een huis met 5 scharen in de Kerkstraat, dat gepacht wordt door<br />

Hermen Alberts voor 32 ‘goltgulden’ [Verpondingskohier Hattem 1648].<br />

1648: Bernt Wildeman is eigenaar van 1 ½ schepel gesaeijs, gebouwd door Egbert Jans op de 3e gerff<br />

tiendbaar. Pachtwaarde 3-0. Verponding: 0-10. [Verpondingscohier Schependom Hattem 1648].<br />

2-2-1667: Berent Manricus belooft in 14e daghen bij verwonnen panden sonder Cosse te betalen aen<br />

Berent Wildeman sodanighe penn. waer voor des selfs goet allereets verwonnen en uijgepandet is [ORA<br />

Hattem, inv.nr.135, fol.39].<br />

1-2-1675: Relateerde Gerit Krijdt dat hij uijt naeme van wede. Van w. Berent Wildeman opgeseijt heeft<br />

Jacob Arentss Muller een Capitael van 200 gl. om het selve mette achterstedighe interesse toe her[…]<br />

tegene e. verschijnedagh in d'acte vermelt [ORA Hattem, inv.nr.135, fol.118].<br />

18-5-1680: Heeft Johannes Urbanus ge[…] dat hij ter instantie van Arent Berents als volmr. van<br />

Willemtien Wighbolts tot Campen, gedenuntieert en opgeseijt heeft die Burgemr. Bredenbroeck en de<br />

Wede. Wildemans een Capitael van 700 gl. om tegen de verschijndagh te restitueren en op te brenghen<br />

[ORA Hattem, inv.nr.135, fol.201].<br />

15-12-1682: Heeft Johannes Urbanus gegichtet dat hij uijt naeme van wede. Wildemans gedenuncieert<br />

en opgeseijt heeft Cornelis Luijlofs een Capitael van een hondert dartigh guld. 10 str. om d'selve tegen<br />

de verschijnedagh wesende de 20e Aprill, mette achterstedige renthe van dien op te brengen en te<br />

voldoen [ ORA Hattem, inv.nr.135, fol.228].<br />

1890. Berent Berents, overleden voor 13 juni 1685, trouwt met<br />

1891. Barta Luilofs Boemer, dr. van Luilof Hendricksen Boemer en Neeltje van Werven, waardin in<br />

de Moriaen te Welsum, trouwt (2) met Gerrit Henrix, overleden voor 1 februari 1684, trouwt<br />

(3) met Berent Hendriks.<br />

88


14-5-1680: Gerrit Hendriks en Bertijn Beumers, waard en waardin in de Moriaen, zijn een bedrag<br />

schuldig aan Wilhelm Luessink, die de vordering overneemt van wijlen Luilof Hendrix Beumer en<br />

wijlen zijn echtgenote Neeltje van Werven. Als onderpand stellen zij het stuk land de Weggenbrugge en<br />

twee percelen land te Welsum. De schuld is voldaan op 28-2-1698 [ORA Olst nr.3, fol.131].<br />

1-2-1684: Bartien Luijloffs in de Moriaen, weduwe van Gerrit Henricks, geassisteerd door Jacob Tichler,<br />

verkoopt aan de erfgenamen van Erents Vos het huis, hof en landerijen genaamd de Moriaen; tevens de<br />

katerstede [ORA Olst nr.3, fol.231].<br />

27-8-1684: Willem Luilofs Boemer en Leentje Gerrits, Bartha Boemers, weduwe van Gerrit Hendriks,<br />

Heijltje Boemer,s vrouw van Willem Verheij, Derk Verheij en zijn vrouw Geertje Boemers, en Willem<br />

Boemer als voogd van de minderjarige zoon van Jacob Boemer, verkopen aan Driesje Lamberts, weduwe<br />

van Zwier Jansen, de helft van een stuk land, de Lubbersmate genaamd [ORA Olst nr.3, fol.80].<br />

13-6-1685: Barta Luilofs Beumer, weduwe van Gerrit Henrix en nu weduwe van Berent Berents, heeft<br />

ten overstaan van de voogden Lambert Henrix en Willem Luilofs Beumer over de kinderen Mechtelt,<br />

Grietje en Hendrikje Berents, tevens Neeltje Gerrits, een inventarisatie gemaakt: Het huis en hof de<br />

Moriaen, met een stukje land; de Nanninckshofstede, nu gepacht door Tonis Geurs; een stukje land in<br />

Oene, 't Wilde Kampje. Er zijn schulden uitstaande bij Steven op 't Erck, Daniel in de Engel, Tonis<br />

Geurs, Erenst Vos, Wanner Hendrix, Hendrikje Bolmans, Albert Dercx, Willem Roetsvelt, v. overl.<br />

Engbert Engberts, Gerrit Jacobs, Tonis Tonissen Timmerman, de erfgenamen Aaltje Luilofs, Driesje<br />

Lamberts Arent [ORA Olst nr.3, fol.421].<br />

5-7-1686: Tonis Geers en Hendrina Hendrickx verkopen aan Berent Henrickx en Bartha Luilofs Boemer<br />

al hun gerede en ongerede goederen, waaronder een praam met zeil en touw [ORA Olst nr.3, fol.250].<br />

4-2-1691: Berent Henrickx, gehuwd met Bartha Luilofs Boemer, wonend in de Moriaen; tevens Willem<br />

Luilofs Boemer en Lambert Hendrickx als voogden over Neeltien Gerrits en Henrick Berents; Berent<br />

Henricks als gevolmachtigde van zijn schoonzoon Jan Gerritsen van Brevoort, getrouwd met Machtelt<br />

Berents; tevens Grietien Berents, verkopen aan Bernhard te Have en Gerard Jacobs te Deventer, als<br />

voogd van de kinderen van kapitein Engelbert van Emmerick, het huis de Moriaen, de hof en landerijen,<br />

de Weggebrugge, de Beemster Hofstee en Nannincks Hofstee, gelegen in Welsum [ORA Olst nr.3,<br />

fol.375].<br />

1892. Jan Theunisz Eijkelboom, landbouwer op de Eikelboom te Veessen, trouwt (2) met N.N.,<br />

trouwt (1) te Heerde op 27 februari 1681 met<br />

1893. Berentje Jans Gelderman, dr. van Jan Gelderman, gedoopt te Veessen op 6 november 1650,<br />

overleden voor 2 maart 1731.<br />

27-2-1681: Jan Teunissen, j.m. en Berentje Jansz Gelderman, j.d. won. Alhier [Trouwboek Heerde].<br />

8-5-1691: Het 'erff ende goet, de Eijkelboom genaemt, soo als het selve, te weten de landerijen door<br />

Burgemeester Raesvelt stuckenwijse daier bij 't voorsz. erff sijn aengecoft, op verscheiden tijden ald die<br />

van olts daer bij gehoort hebben: […] mede een camp door wijlen de heer Krijth aengekoft, toebehorende<br />

de heer Gerhardt Krijdth tot Vosbergen ende heer Arnoldt Krijdth en sijn huijsfrou ende mevrou<br />

Arnolda Krijdth douagrijra van wijlen de de heer Henrick van Wijnbergen: sijnde 't selve erff groot 40<br />

mergen landts met al 't getimmer daer op staende […] beswaert met een somme van vijer duijsent segge<br />

4000 gl. ad ses persent, ten behoeve van Berent Adrijaen ter Borcht, scholtis tot Bueren ende Corelia<br />

van Zuchtelen E.L [Transcriptie op website B. Eikelboom].<br />

30-8-1715: 'Het erve en goet van Eijkelboom genaamd, soo als 'tselve in den ampte van Heerde, kerspels<br />

Veesen en Oene met sijn recht en geregtigheit is gelegen, bestaende in huijs, hoff, boogardts, schuere en<br />

barg, staende nae het huijs aen met saeij-, hooij-, den weijlanden in een camp, het Deventer dampjen,<br />

alsmede een camp de Koeweijde, gelegen aen de Woltse Wteringe met de vijf vierdedeel mergen daar aen<br />

schietende, voorts een camp de weijde camp, alsmede een camp een Blanckencamp en dan nog eene camp<br />

den Saeris genaemt, uitgesondert het 8e part soo de dogter van Dijckhuisen is toecomende, en dan nog<br />

een streepje weijlant aen de dijck mede in Oene gelegen, soo en in dier voegen als de gem. percelen bij<br />

Jan Teunissen meijerswijse gebruikt worden, toecomende de welgeb. vrouwe Gerda Arnolda Krijt<br />

douairiere Wijnbergen tot Vosbergen. beneffens de Hr. Robbert van Keppel en deselfs Eheliefste Vrouwe<br />

Judith Crijt, voorst de Heer Just Gijsb: en Anna Sophia Krijt. Anno 1714 den 27 Sept. gecredeert en<br />

getransporteert aen ende ten behove van tijn duisent vijfhondert gl. alles brederen inholt der originele<br />

89


opdragt bij transportanten beneffens geerfdens' [Transcriptie op website B. Eikelboom].<br />

10-2-1733: Jan Toenissen Ejckelboem maakt een nieuw testament. Aan zijn zoon Gerrit Jans<br />

Eckelboom, bij wijlen zijn eerste huisvrouw Bertjen Geldermans verwekt, een som van 150 gulden in<br />

geld, 150 gld met een interest tegens vier van 't honderd die van nu af zal beginnen te lopen. Voorts<br />

legateert hij uit zijn na te laten goederen aan het onmondige kind van wijlen zijn zoon Baerent Jans<br />

Eckelboem en Bigien Henderikx Schoenhoven, met name Gerrit Barens Eckelboom, een som van 150<br />

gulden, 'waar bij gemelde Gerrit Berthsoon nae doede van den coemparant geproffitert en genoeten te<br />

woorden en sullx het voorschreven kindt is voorschreven 150 gulden […] is onderhoelden, sullen de<br />

dese 150 gulden nae doode van den coemparant uyt de naegelaeten gerede en ongerede goederen van de<br />

coemparante aen des selfs soon Gerrit Jans, woende tot Welssum is gestelt en voeldaen woorden en de<br />

penningen te inploieren ten einde als vooren, edoch met dese bedinge nochtaens dat bij aldien het<br />

voorschreven onmundige kindt Gerritjen Baerens voornoemd is, voorschreven 150 gulden niet mogte<br />

kunnen opgebraght woorden, dat dan de voordere broeders en susters van gemelte Gerrit Jans van<br />

Welsen het voorschreven kind mede sullen helpen onderhoelden en soe het gemelde kind moegte koemen<br />

t 'overlieden eerdat de voorschreven 150 gulden heb moegte vertert hebben de overigen penningen<br />

daervan gemelde Gerrit Jansen van Welssum en sijn susters en broeders oock sullen genietten oock<br />

legaeten en geeft hij coemparant an de onm[un]gighe dochter van gemelte Berent Jans en Bygien<br />

Henderikx Gertjen Berens Eckelboem gemelde thien ducatoens warmede ider haer nae doode van den<br />

comparant uyt sijne naegelaeten gerede en ongerede goederen geproffitert en genoeten te worden'.<br />

Betekend en bezegeld 2-3-1731 [ORA Veluwe, Scholtambt Heerde, protocolnr 896; verkregen van Dick<br />

Eikelboom].<br />

1894. Jacob Alberts van Linden, zn. van Albert Dercx van Linden en Driesien Lamberts, overleden<br />

voor 11 december 1726, ondertrouwt (2) te Veessen op 22 maart 1702, trouwt te Veessen op<br />

2 april 1702 met Jenneken Hengevelt, gedoopt te Veessen op 3 september 1676, trouwt (1) met<br />

1895. Aeltien Jansen, overleden voor 8 maart 1702.<br />

28-5-1687: Egbert Derckx van Linden, brouwer in de Bastiaen, en Anna Dijck maken een testament op<br />

de langstlevende. De testateur vermaakt alles aan zijn broers en zusters of hun erfgenamen, met name<br />

Anna Dercx, dochter van wijlen Derck Dercksen van Linden, Gerrit en Jan Dercksen van Linden, de<br />

kinderen van wijlen Herman Derckx van Linden, met name Maria, Jan en Derckje van Linden, de<br />

kinderen van Albert Derx van Linden, met name Jacob, Alphard en Derck Alberts van Linden, en de<br />

kinderen van Zwaantje Dercksen van Linden, met name Gerrit, Jenneke, Klaas, Grietje, Derkje<br />

Hendrix, Hendrick Gerrits, verwekt door Hendrik Tonissen en Gerrit Lamberts resp. Hij geeft 25<br />

gulden aan de armen van Olst. Zij vermaakt alles aan haar kinderen Marie, Jan en Aaltje Gerritsen<br />

Dijck en aan de armen 25 gulden [ORA Olst nr.3, fol.28].<br />

8-3-1702: Tot mombers over Maria Jacobs, onmondige dochter van Jacob Alberts tot Welsum, bij wijlen<br />

Aeltien Jansen ehelijk geprocreëerd, worden aangesteld Henric Jansen Schockencamp en Alfert Alberts<br />

op Groot Duir. Op 21-3-1702 bewijst Jacob Alberts tot Welsum zijn dochter Marretien Jacobs voor zijn<br />

moederlijke goed: een stuk land zijnde een derde part in de Geere, in Welsum buitendijks gelegen; een<br />

zesde part in het bogaertien in de zelfde Geere gelegen; en zesde part in een rekening van verkochte<br />

goederen, bedragende voor een zesde part 43-3-14; garste, rogge en boekweit door de comparant<br />

verkocht, 17-12; een zilveren bekertje, een gouden ring, […] een ring van haar moeder zal.; een zilveren<br />

bekertien, haeck en naalde; een zilveren spel, 2 tinnen schotels; een tinnen bekertje; 17 beddelakens, 7<br />

tafellakens, een paar kussentogen, 10 stuk kort linnen, 2 hemden, 2 stukken doeks, een goed bedde met<br />

toebehoren, uit te keren als het kind 18 jaren zal zijn. Daarenboven belooft Jacob Alberts uit zijn eigen<br />

goed 100 Car. gld. Verder is overeengekomen dat de vader het land van zijn dochter op de halfscheid zal<br />

bouwen, waarvan de halfscheid voor de vader en de andere helft voor de dochter zal zijn [ORA Olst 19].<br />

24-1-1712: Jannes Dijkhuisen en Geurtien Henrix verkopen aan Tijs Jansen in den Engel en Jantien<br />

Berents hun aandeel in het stuk land de Geere, 1/3 deel, waarvan haar wijlen zuster Heiltien en Jacob<br />

Alberts ieder mede 1/3 hebben [ORA Olst nr.4, fol.360].<br />

10-6-1716: Jacob Alberts, te Welsum, eigenaar 't Stift ter Hunnepe (verponding 26-8, contributie 33-<br />

15). Daarbij behorend het Kerkenlant (verp. 0-18) en de Hellendoornsstede (verp. 1-10). Jacob Alberts<br />

en Berent Schultink zijn samen eigenaar van een ander perceel te Welsum (verp. 5-13-12, contr. 8-16-<br />

90


6). Jacob en Alfert Alberts zijn met Berent Schultink ook eigenaar van een perceel te Welsum (verp. 4-<br />

11-0). Met Gerrit Jacobs is Jacob Alberts eigenaar van Herman Jansen van Lulofs lant, alias 't<br />

Grapendaler (verp. 4-6-5) [Verponding Salland; Olst, boerschap Welsum].<br />

11-5-1723: Tijs Jansen, wonende in den Engel tot Welsum, voor zichzelf en als boedelhouder van zijn<br />

vrouws nalatenschap, verkoopt aan Liefert Gerrits en Barthjen Gosens zijn aanpart in een stuk land, de<br />

Geere genaamd, zijnde 1/3 part, waarvan de erfgenamen van Heiltien Dijkhuisen en Jacob Alberts mede<br />

ieder omtrent 1/3 part hebben [ORA Olst nr.5, fol.85].<br />

1896. Aert Janssen Driessen (?), schepen te Oldebroek, gildemeester, diaken, overleden<br />

voor 15 februari 1734, trouwt met<br />

1897. Geertje Dircks (?).<br />

1898. Jan Gerrits, trouwt met<br />

1899. Jannigjen Lamberts.<br />

1-11-1689: […] panden id parate executie tot securiteijt quaram van Jan Gerritss op s'Heren Enck, als<br />

burge voor de pacht van Keijsersweert aen Heeren van Reeckenn: verplightet verbonden alle sijne gerede<br />

goederen om dier op in cae van misbetalinge voor alle andere creditoren alle hinder en schaede te<br />

moghen verhaelen [ORA Hattem, inv.nr.135, fol.289v].<br />

1900. Johann Conrad Mörser, waarschijnlijk zn. van Hans Jürgen Mörser en N.N, goudsmid,<br />

brouwer, burger te Detmold op 13 oktober 1671, begraven te Detmold op 15 april 1693,<br />

trouwt te Detmold op 24 februari 1670 met<br />

1901. Catharina Agneta Groppen, geboren te Detmold.<br />

Detmold: Johan Conrad Möser (Mörser, Mäusser, Meuser). Vermutlich Sohn des Hans Jürgen (so<br />

Nr.2). Heiratet am 24.2.1670 Catharina Agneta Groppen. Wird am 13.10.1671 Bürger, hat das Brauer-<br />

und Goldschmiedamt, besitzt Wohnhaus unter der Wehme, auch einen Garten. [Kinder:…] Begraben<br />

am 15.4.1693, hinterlässt Witwe [W. Schleffer (1973) Goldschmiede Rheinland-Westfalens, p.113].<br />

1902. Hendrick Lubbertsen van der Vaerst, zn. van Lubbert Jans op de Vaerst en Aeltjen Gijsberts,<br />

geboren te Barneveld, overleden voor 1700, trouwt te Elspeet op 7 november 1675 met<br />

1903. Jannetien Gangolfs, dr. van Gangolff Willems en Mechteltgen Jans, geboren te<br />

Elspeet, belijdenis te Elspeet in 1670.<br />

1700: Proces Jan Helmerden tegen Jannetie Gangolfs weduwe van Henrick Lubbertsen. De aanlegger<br />

doet aanleggen dat hij de kamer aan haar huis 8 jaren in pacht gebruikt heeft en pacht betaald had, en<br />

dat hij de kamer 'aenstonts soude verlaten en inruijmen, 't welck oock door haere gedurige vexatien<br />

heeft moeten opvolgen. En dar daeren boven haer verstout heeft des a[anleggers] messing, die voor dat<br />

jaer gemaeckt ende van haer grond geleit hadde wegh en in haer v[erweerders] hoven en landt te voeren<br />

en te brengen'. Hij eist een schadevergoeding van 50 gulden. De verweerder zegt zij de aanlegger de<br />

huur heeft opgezegd, wat zij mag doen, en dat de aanlegger 14 dagen of 3 weken voor St Peter is gaan<br />

wonen in het huis dat hij zelf getimmerd had. Hij heeft dus geen schade geleden. Verder ontkent zij dat<br />

zij de mest van de aanlegger bij haar huis gehad heeft; de aanlegger heeft geen paarden, beesten of<br />

schapen gehad die enige mest konden maken. Er lag slechts een ashoop die als vuiligheid van de vloer<br />

geveegd is. Vervolgens eist Jannetie Gangolfs van Jan Helmerden 12 gulden pacht van de kamer, met<br />

nog twee dagen arbeiden ad 10 stuivers [ORA Veluwe en Veluwezoom; Signaturen van de<br />

gerechtszittingen van Veluwe, nr.209 fol.67; idem fol.83 (Barneveld)]. NB Het gericht oordeelt dat<br />

Jannetie Gangolfs de huur terecht heeft opgezegd en terecht aanspraak maakt op 12 gulden [ORA<br />

Veluwe en Veluwezoom; Sententiën, nr.203 fol.106].<br />

1904. Derck Geerlichs, zn. van Geerlich Engberts en Aeltien Wijchers, trouwt met<br />

1905. Jannetien Everts, overleden voor 25 februari 1668.<br />

91


25-2-1668: Dirck Geerlichs verzoekt tot momberen aan te stellen over zijn onmondige kinderen, met<br />

namen Balthasar, Hendrik, Geerlig en Engbert Dirx, bij zaliger Jannetien Evertse geproceerd, Arent<br />

Hendrix en Jan Jansen Grooten, die de momberschap hebben aangenomen [ORA Wijhe 6, fol.179].<br />

13-10-1669: Derck Geerlichs als volmacht van zijn moeder Aeltien Wycherssen, weduwe van Geerlich<br />

Engbertssen, na de dood van haar broer Philip Wycherssen, gelijk het eertijds aan de Van Echtens<br />

toebehoorde, wordt beleend met 'de tynden uyt ende aver het goet Frylinck, voormaels Beucker offte<br />

Beuckersgoet genaemt, ende gesproten uyt het erve Rollet toe Anckum in den carspele Dalffsen gelegen,<br />

alsmede vier mudden landes aen den Groenenwech, een stuckien landes by 't huis, omtrent twee<br />

mudden geseys, ende een stuckien daerby, omtrent een schepel lants' [A.J. Mensema, Repertorium op de<br />

leen-, tins- enhofhorige goederen van het Stift Essen].<br />

1908. Cornelis Gerritsz Cronemans, meijer op de Grote Krone in Wechterholt, collecteur van de<br />

redemptiemiddelen en het schoorsteengeld te Wechterholt in 1672.<br />

1683: Gerhard Menninck doet een poging bij het Gericht van Wijhe om erve De Croone (geheel) in zijn<br />

bezit te krijgen. Hij vraagt dat omdat de rentegelden op een verstrekte lening van 8 augustus 1660<br />

verscheidene jaren niet betaald zijn door de weduwe Monnickhuijsen, de eigenaar van het erf. In die<br />

jaren is Cornelis op de Kroone de meijer van het erf. Op 11-3-1685 doet Joan Menninck o.a. zijn aandeel<br />

in de Croone over aan zijn schoonzuster Sibilla ten Nuijl, weduwe van wijlen Gerhard Menninck.<br />

Daarna onderneemt ook Sibilla pogingen om de Croone in haar bezit te krijgen [website Krooneman].<br />

1682: Groote Kroone, in Wechterholte, 1 vuurstede [Vuurstedengeld Wijhe 1682]<br />

1916. Wessel Alberts int Winckel, zn. van Albert Adams int Winckel en Geseken Harmsen<br />

Tijhuis, wonend in de Grimberg, trouwt met<br />

1917. Geertien Albers.<br />

1918. Egbert Jansen Grooten, ondertrouwt te Rijssen op 20 september 1668, trouwt te Rijssen op<br />

29 november 1668 met<br />

1919. Barbara Peters op 't Veer, dr. van Peter Harmsen op 't Veer.<br />

20-9-1668: Ondertrouw Egbert Jansen, in Rijssen, en Barbartien Petersen op het Veer, te Rijssen. Cop.<br />

den 29 Nov [Trouwboek Rijssen].<br />

2032. Geert Heerinck.<br />

2034. Derrick Geerts, landbouwer op 't Scheppinck in Marle, overleden voor 24 juli 1670.<br />

Generatie XII<br />

2068. Toenis Hermens op Quinckelenberg, geboren te Raalte, keurnoot te Zalk in 1615, begraven te<br />

Zalk op 17 oktober 1617, trouwt te Zalk op 25 maart 1611 met<br />

2069. Neese Rijecken, geboren te Vollenhove, trouwt (2) te Zalk op 30 maart 1618 met Henrick<br />

Geerts, geboren te Vollenhove, trouwt (3) op 11 oktober 1618 met Berent Hendricks<br />

Quinckelenberg.<br />

17-7-1617: Heijmerick Willems verklaart dat hij gehoord heeft dat Toenijs Herms Berent Lubbers heeft<br />

uitgescholden voor een dubbele dief. Op 31-7-1617 verklaart Dries op den Oort dat Toenijs Herms<br />

Berent Lubbers heeft uitgemaakt voor dief, tovenaar en houtdief [ORA Zalk 36; Gens Nostra 2000,<br />

p.391].<br />

15-8-1617: Toenijs Harmans stelt als onderpand in zijn zaak tegen Berent Lubbers zijn land genaamd<br />

de Quinckelenbergh [ORA Zalk 36].<br />

92


2070. Hermen Thijsz, geboren rond 1586, keurnoot te Zalk tussen 1657 en 1669, trouwt (2) te Zalk<br />

op 3 december 1627 met Beelien Arents, trouwt (3) te Zalk op 15 februari 1629 met Sophia<br />

Willems op Scharfdenberg, dr. van Willem Wolfs en Merien Heijmericks, belijdenis te Zalk in<br />

december 1628, trouwt (1) te Zalk op 25 oktober 1618 met<br />

2071. Grietje Everts, begraven te Zalk op 10 februari 1627.<br />

11-9-1663: Herman Thijs en Sophia Willems testeren [ORA Zalk 13, p.127; B. van Dooren (2000),<br />

Bastiaan, Gens Nostra, p.391].<br />

7-7-1682: De erfgenamen van Hermen Thijssen en Sophia Willems verkopen 6 morgen weiland in het<br />

Zalkerbroek. Op 12-5-1685 verkopen zij opnieuw land [ORA Zalk 13, p.328, 359].<br />

2072. Evert Mertens, begraven te Zalk op 15 maart 1622.<br />

2296. Wijchman Cornelisz, zn. van Jenneke Cornelis, schepen te Oldebroek tussen 1617 en<br />

1654, sluismeester te Oldebroek van 1618 tot 1619, stadholder te<br />

Oldebroek, kerkmeester, belijdenis te Oldebroek op 19 augustus 1621, overleden tussen<br />

26 januari 1654 en 26 mei 1655, trouwt (2) te Oldebroek op 12 juni 1641 met Wychmoet Jansen,<br />

trouwt (1) met<br />

2297. N.N..<br />

1648: Wichman Cornelis, eygener en gebruicker van 5 mergen haeverlandts op 't Eeckt, ad 2 daelers de<br />

mergen, 17-10-0. Noch 2½ mergen veenlandts, ten deele uutgegraeven, voor desen verpacht geweest<br />

voor 7 daelers, 10-10-0. Noch sijn kinderen eygeners van 2 mergen veenlandts mede uutgegraeven,<br />

verpacht aen Peter Euchers weduwe voor 7 gulden, 7-0-0, belast met 4 stuivers thins beyde veentjens<br />

voorseid. Noch Wichman Cornelissen en Henrick Gerrits, pachter van een hoffsteetgen en huys van ½<br />

schepel voor 14 gulden, 11-12-0, huys en hoff, ½ schepel voor 18 gulden, 16-4-0. Wichman Cornelis<br />

van Jan de Baeck ½ molder geseeys, nieuw aengemaeckt landt voor de 4 gerve tientbaer aen Haersolt, 2-<br />

16-3 [Kohier van verponding in het ambt Oldebroek; Transcriptie P. Zunderman].<br />

2300. Albert Hermsen (?), overleden voor 2 februari 1638, trouwt met<br />

2301. Huyge (of Lutte) Everts (?), overleden na oktober 1663.<br />

2372. Gerbert Gerrits, wonend op Ferholt, belijdenis te Zalk in 1623, trouwt te Zalk op 26 mei 1611<br />

met<br />

2373. Ursel Jans, belijdenis te Zalk in 1623.<br />

Kerstdag 1623: Belijdenis Gerbert tot Verholt en Ursel sijn huijsvrouw [Lidmatenregister Zalk].<br />

2374. Gerrit Hendricks.<br />

2578. Gerrit Lamberts, trouwt met<br />

2579. Aaltje Jansen Bergland.<br />

2594. Egbert op Geerligs.<br />

2866. Egbert Everts, wonend te Wapenveld, ouderling van 1673 tot 1676.<br />

2970. Peter Jansen, overleden voor 29 mei 1647, trouwt met<br />

2971. Tryne Arentsen.<br />

8-5-1641: Peter Janssen wordt na opdracht door Jan Sybrants, als voogd en hulder en krachtens de<br />

verkoop eertijds door wijlen Claes Sybrants, beleend met 'de helffte van sestehalve mergen landes<br />

93


gelegen in Mastebroeck in Dyeserslach […] genaemt Bossenplaetse'. Op 29-5-1647 wordt Arent<br />

Peterssen beleend, mede voor zijn moeder Tryne Arentssen en zijn broers en zusters, allen erfgenamen<br />

van hun man en vader wijlen Peter Janssen [HCO; Leenrepertorium Stift Essen; Schoutambt Zwolle<br />

Mastenbroek Pinksteren 1].<br />

2972. Franco Roelofs, zn. van Roelof Heijmericksen en Marrichien Geurts, gedoopt te Zalk op<br />

5 juli 1607, begraven te Zalk op 29 november 1661, trouwt te Oldebroek op 5 januari 1640 (ook<br />

ingeschreven te Zalk) met<br />

2973. Willemtje Jacobsen, dr. van Jacob Jansen, j.d. van Oldebroek, overleden voor 9 april 1685.<br />

12-11-1655 Franco Roeloffs Heymerinck wordt na de dood van zijn vader Roeloff Heymerinck beleend<br />

met helft van het goed ten Westenrade te Zalk [Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse<br />

leenprotocollen].<br />

24-1-1668: Jacob Francquen Heijmerinck wordt na de dood van zijn vader Francq Roeloffs Heijmerinck<br />

beleend met de gerechte helft van het halve goet ten Westenrade te Zalk [Repertorium op de Overstichtse<br />

en Overijsselse leenprotocollen].<br />

30-8-1673: Willemtien Jacobs, weduwe van Francke Roloeffs, geassisteerd met dom. Johannes van<br />

Duiren als momber, 'sieck te bedde liggende; edoch sijnde bij goede verstande en uijtspraecke', testeert.<br />

Zij geeft de kerk van Zalk 4 ducatons en de armen ook 4 ducatons. Zij maakt tot haar erfgenamen haar<br />

kinderen Jan, Jacob, Swane, Heimerick, Trijne en Marrichien Francken, en Marrichien Reijns, dochter<br />

van Reyn Tymens en wijlen Bye Francken, voor gelijke portiën. Als Marrichien Reyns zonder kinderen<br />

zal sterven komt haar deel op haar naaste bloedverwanten; de goederen van dit kind zullen niet door de<br />

vader, maar door haar oudste zonen Jan en Jacob Francken geadministreerd worden [ORA Zalk en<br />

Veecaten nr.13, fol.239].<br />

25-2-1680: De weduwe van Francke Roelofs heeft laten opzeggen aan Jan Maes en Jantien Jacobs<br />

zodanig kapitaal en renten als zij aan de weduwe ten achteren zijn, en zulks tegen de naaste<br />

verschijnsdag [ORA Zalk nr.37].<br />

16-2-1682: Willemtjen Jacobs, weduwe van Francke Roeloffs, geassisteerd met dom. Petrus Roldanus<br />

als haar momber, testeert [ORA Zalk en Veecaten nr.13, fol.322].<br />

3000. Hermen Janssen in 't Clooster, trouwt (2) te Windesheim op 13 november 1670 met Armgardt<br />

Reiners, geboren te Harculo, trouwt (1) met<br />

3001. Geertjen Dercksen, dr. van Derck Janssen op den Oort en Aeltjen Wichmans, overleden<br />

voor 13 november 1670.<br />

1675: Herman in het Klooster, te Windesheim, 4 personen, geen dienstboden [Hoofdgeld Zwollerkerspel<br />

1675].<br />

1682: Herman in 't Klooster, Juffr de Pottre eigenaresse, 1 vuurstede, 1 oven [Vuurstedengeld<br />

Zwollerkerspel 1682].<br />

3002. Peter Janssen op Millingen, zn. van Jan Tonissen en Dieuwertien Lambertsen, overleden<br />

voor 25 maart 1699, trouwt (2) met Aechte Herms, trouwt (1) met<br />

3003. Marrigjen Wolters, overleden voor 5 juli 1679.<br />

18-8-1666: Pieter Jansen, mede voor zijn vrouw Marrigien Wolters, wordt beleend met "twee ende drie<br />

achtendeel margen landts, gehorende onder 20 margen, gelegen in Mastebroeck in 't Hasselerslach". Op<br />

dezelfde datum draagt hij zijn aandeel over aan Andries Hendricksen, mede voor zijn vrouw Tryntien<br />

Gerryts [HCO; Leenrepertorium Stift Essen; Schoutambt IJsselmuiden, Mastenbroek].<br />

1675: Peter Jansen, aan de Oude Wetering, 2 personen [Hoofdgeld Zwollerkerspel 1675].<br />

1682: Peter Janssen, aan de Oude Wetering, zelf eigenaar, 1 vuurstede [Vuurstedengeld Zwollerkerspel<br />

1682].<br />

7-11-1685: Peter Janssen van Millingen, mede voor zijn vrouw Achien Harmsen, wordt na opdracht<br />

door Marcelis Vermeer en Guilielmus Wyer, mede voor hun overige broers en zusters, beleend met 'de<br />

94


gerechte helffte van de Millinger Koye in Mastebroeck in 't Hoogebruggherslag'. Op 25-3-1699 wordt<br />

Dievertien Peters, na de dood van haar vader Peter Janssen op Millingen, hiermee beleend [Repertorium<br />

op de leen-, tins- enhofhorige goederen van het Stift Essen].<br />

17-5-1688: Peter Jansen op Millingen wordt beleend met 'de helfte van 12½ mergen landes in<br />

Mastebroeck op de Rycxstege gelegen, waervan Jochem Evertsen, woonende op de Bisschopsweteringe,<br />

de wederhelfte toebehoort'. Op 20-8-1707 worden Hermen Lubberts in Mastebroeck op de Olde<br />

Weteringe, mede voor zijn zuster Grietjen Lubberts, vrouw van Geerlig Derks, en voor zijn broer Jan<br />

Peters, na de dood van hun moeder Aegtjen Herms, weduwe van Peter Jansen op Millingen, hiermee<br />

beleend [Repertorium op de leen-, tins- enhofhorige goederen van het Stift Essen].<br />

3006. Jan in den <strong>Visscher</strong>.<br />

1675: Jan inde <strong>Visscher</strong>, te Ancum, heeft 1 vuurstede en 1 bakoven [Vuurstedengeld Dalfsen 1675].<br />

1675: Jan <strong>Visscher</strong>, te Ankum, 2 hoofden. Naastgelegen is Herman in die <strong>Visscher</strong> [Hoofdgeld Dalfsen<br />

1675].<br />

1682: Jan in den <strong>Visscher</strong>, te Ancum, 1 vuurstede, in eigendom van Jo. Sloot. In dit register staat hij<br />

vermeld tussen het Huijs den Rutenberg en Herman <strong>Visscher</strong> (geruineerd), van dezelfde eigenaar<br />

[Vuurstedengeld Dalfsen 1682]<br />

3344. Reinder Dubbelsz de Leeuw, begraven te Kampen (Buitenkerk) op 1 maart 1682, trouwt (2) te<br />

Kampen op 31 maart 1658 met Nijse Aerts Post, overleden op 10 september 1682, trouwt (1)<br />

met<br />

3345. N.N. Peters, overleden voor 31 maart 1658.<br />

1682: Reijner Dubbels, nr.10, 1 vuurstede; in 1752 in bezit van de erfgenamen van de diaconie van<br />

Wilsum [Vuurstedenregister Wilsum 1682/1752; Transcriptie Jan van Arkel].<br />

3-12-1683: Jan Simonsen en Theunis Jacobsen worden aangesteld als voogden over de zoon van Albert<br />

Engberts en Hendrickien Simons sal, in plaats van Jacob van de Weert en Reijnder Dubbelts sal. [ORA<br />

Kampen nr.132, fol.19].<br />

3346. Willem Berents van Marle, overleden tussen 20 februari 1651 en 15 mei 1654, trouwt (2) met<br />

Truichien Herms Rietberg, trouwt (1) met<br />

3347. N.N..<br />

Willem Berendsz is wellicht een zoon van Berend Egbertsz 'den Olden', pachter van het erf<br />

Nieuwenhuis te Marle in 1600 [Nederlands Patriciaat jrg.66, p.214].<br />

1618: Willem Berendsz wordt vermeld als pachter van domeingoederen onder Marle, kerspel Wijhe<br />

[Nederlands Patriciaat jrg.66, p.215].<br />

3524. Jan Jansen, overleden voor 16 april 1648.<br />

3526. Albert Willems, overleden voor 16 april 1648.<br />

3530. Claes Jans, meier op de boerderij bij Havezathe Oosterveen, trouwt met<br />

3531. Aeltien Claassen.<br />

1640: Claes Jansen is pachter van perceel 5, de boerderij bij de (latere) Havezathe Oosterveen, vanaf<br />

1639 in bezit van Rutger van Haersholte van Haerst en vanaf 1663 van diens neef Elbert Antony van<br />

Pallandt [<strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.154].<br />

1645: Uitgaven voor turf: Claes Jansen 2 rijge 2½ roeden, 34-10-0 [Arch. Batinge inv.nr. 320; W.<br />

<strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.321].<br />

1663: Claes Jans en Aeltien … zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen (Oosterveen,<br />

nr.5). Beiden zijn gestorven. Op hetzelfde adres staan Berent Roelofs en zijn huisvrouw Claessien Claes<br />

95


[Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

3532. Claes Egberts Kragt, meier op Wolfskeel, diaken vanaf 1663, overleden voor 1675, trouwt met<br />

3533. Hillichien Peters, trouwt (2) met Sijmen Jansen.<br />

1663: Claes Egberts en Hilletien Peters zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen (aan<br />

het Westerende, nr.24). De naam van Claes staat doorgestreept (is gestorven) en Sijmen Jansen is<br />

toegevoegd. Op hetzelfde adres staan Claes Geerts en Aeltien Clasen zijn huisvrouw vermeld<br />

[Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

1675: Claas Egberts Kragt is meier op Wolfskeel, perceel nr.23 in Nieuwleusen, in eigendom van<br />

ritmeester Cornelis van Dongen, heer van Oldengaerde. In 1675 wordt hij opgevolgd als meier door<br />

Simon Jans, getrouwd met zijn weduwe. In 1691 verkrijgt Egbert Klaas Kragt huis, schuur, berg, schot,<br />

etc. Blijkbaar is de opstal dan in eigendom [<strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.206].<br />

3534. Hendrick Egberts, meier op de Rechterenshoeve, trouwt met<br />

3535. Trijntien Claes.<br />

1663: Hendrick Egberts en Trijntien Claes zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen<br />

(Aan het Westerende, nr.23). Hun namen staan doorgestreept. Op hetzelfde adres staan Peter Claes en<br />

Geertien Hendricks zijn huisvrouw (is gestorven) [Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

3540. Boele Coops, landbouwer op de Beule, overleden voor 1675, trouwt met<br />

3541. Femmichjen Claes.<br />

1663: Boele Coops en Femmichjen Claes zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen<br />

(Oosterveen, nr.8). Bij Boele Coops staat 'is gestorven'. Op hetzelfde adres staan Claes Berents en zijn<br />

huisvrouw Geertien Boelens (de laatste is gestorven) [Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

1675: Die wed. van Boele Coeps betaalt voor 4 hoofden [Hoofdgeld Nieuwleusen 1675].<br />

1675: Die wed. van Boele Coeps heeft 1 vuurstede en 1 bakoven. Eigenaren zijn de erfgenamen<br />

Haersholten [Vuurstedengeld Dalfsen 1675].<br />

1682: Beulcoobs wed betaalt vuurstedengeld voor 1 vuurstede (zij is waarschijnlijk zelf eigenaresse)<br />

[Vuurstedengeld Nieuwleusen 1682].<br />

3542. = 1762 Tijs Jans, trouwt met<br />

3543. = 1763 Stientje Alberts.<br />

3552. Coop Wolters, vervener, schapenhouder, belijdenis te Nieuwleusen in 1663, overleden te<br />

Nieuwleusen op 12 januari 1665, trouwt met<br />

3553. Gijsbertien Reijnts, overleden na 1663.<br />

4-10-1641: In de rekening van glazenmaker Stinstra aan drost Rutger van Haersolte staat 'voor de heer<br />

Drost gemackt op het Oosterveen daer Coop Wolters woont twee neije glasen het stuck van 5 voet, de<br />

voet tot 5 st, st 76, 4-0-0'. Op 4-9-1642 'noch daer Coop Wolters woont woont twee neije glasen van 8<br />

voet'[Arch. Batinge inv.nr. 654; W. <strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.312].<br />

1645: Uitgaven voor turf: Coop Wolters 6 rijge ad 15 gl 5 st, 91-10-0 [Arch. Batinge inv.nr. 320; W.<br />

<strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.321].<br />

1649: Cop Wolters is schuldich vor ein morgen heulandt in houne 16-16-16 [Arch. Batinge inv.nr. 320;<br />

W. <strong>Visscher</strong> (2005), Heeren van de Ligtmis, p.323].<br />

1663: Coop Wolters en Gijsbertien Reijnts zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen<br />

(Oosterveen, nr.11). Bij beiden staat 'is gestorven'. Op hetzelfde adres staan Sijmen Geerts en zijn<br />

huisvrouw Beerte Coops (vertrokken en wonend in Den Hulst) en Cornelis Coops en zijn huisvrouw<br />

Jacopien Peters [Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

96


3554. Peter Hendriks.<br />

3566. Jan Egberts, trouwt met<br />

3567. Aeltien Jans.<br />

1663: Jan Egberts en Aeltien Jans zijn huisvrouw staan op de lidmatenlijst van Nieuwleusen<br />

(Oosterveen, nr.9). Bij beiden staat 'is gestorven'. Op hetzelfde adres staan Willem Alberts en zijn<br />

huisvrouw Jantien Jans, en Egbert Jans en zijn huisvrouw Claessien Bartels (gestorven)<br />

[Lidmatenregister Nieuwleusen].<br />

3664. Berent Looij, overleden voor 8 maart 1668, trouwt met<br />

3665. Hendricken Alberts.<br />

3672. = 3664 Berent Looij, trouwt met<br />

3673. = 3665 Hendricken Alberts.<br />

3674. Egbert Reijmink.<br />

3682. Claes ten Have, overleden voor 25 augustus 1667.<br />

3760. Jacob Jansen Vorstelman, waarschijnlijk zn. van Jan Gerrits Vorstelman en Egbertgen<br />

Lubberts, geboren te Westendorp rond 1615, overleden na 1688, trouwt voor 1639 met<br />

3761. Elisabeth Lamberts Broenissen, dr. van Lambert Jans Broenissen en Giele Reijners, gedoopt te<br />

Epe op 13 juli 1617, trouwt (1) met Jan Jacobs Bosch.<br />

22-9-1636: Elisabeth Lamberts krijgt approbatie van een lijftuchting ten behoeve van haar (eerste) man<br />

Jan Jacobs in het halve herengoed aan de Emsterenk, buurtschap Hege, onder momberschap van haar<br />

oom Hendrick Jansen Broenis. Op 15-11-1637 krijgt Jacob Jansen n.u. Elisabeth Lamberts Broenissen<br />

investiture en oprukking als erfgename van haar vader Lambert Jansen Broenissen. Op 16-12-1640<br />

wordt het herengoed wordt gevrijd en tot een tijnsgoed gemaakt.<br />

1-9-1652: Jacob Jans krijgt approbatie voor een tuchtiging van zijn vrouw Elisabeth Lamberts in zijn<br />

gedeelte van een herengoed in Schaverden. Op 23-4-1668 krijgen Jacob Jans en zijn nicht Jenneken<br />

Gerrits oprukking (idem 1655). Op 20-11-1668 krijgt Jacob Janss approbatie van een tuchtiging en<br />

dispositie ten profijte van zijn huisvrouw en zijn kinderen Op 21-11-1668 krijgen Jacob en zijn zoon<br />

Lambert Jacobs Vorstelman toestemming om bomen te houwen [Herengoederen Veluwe].<br />

3762. Evert Gerrits van Ems, j.m. van Epe, wonend op den Wellen, ondertrouwt te Epe op<br />

3 mei 1657 met<br />

3763. Bette Gerrits, j.d. van Heerde.<br />

3-5-1657: Evert Gerrits van Ems j.m. van Epe; Bettjen Gerrits j.d. van Heerde. Op attestatie van<br />

Heerde [Trouwboek Epe].<br />

3770. Antonis Karnebeeck (?), burger te Hattem in 1644.<br />

1648: Thonis Carnebeeck pacht een 'huijs met dardehalff schaer' van de erfgenamen van wijlen jr Jacob<br />

van Lennep. Doet te pacht 20 carolus gulden; 1-4-, 10-16-, 13-15-, 2-5-9 [Verponding Stad Hattem,<br />

fol.2v].<br />

1648: Thonis Carnebeeck pacht een hoff, groot 1spint gesaeijs, waarvan Bette Francken eigenares is.<br />

Geeft te pacht 3 goltgulden, 4-4-, 0-14- [Verponding Schependom Hattem, fol.59]<br />

3782. Luilof Hendricksen Boemer, zn. van Hendrick Luiloffs en Bertien Jacobs, overleden<br />

voor 14 mei 1680, trouwt met<br />

97


3783. Neeltje van Werven.<br />

12-6-1632: Aalbert Jacobs, Lulof Henriks Bomer, Hendrik Eskens en Megtelt Bomer, Wilm Henriks<br />

Bomer, alle drie ook optredend voor hun kinderen; verder Albert Jacobs en Gerrit Herms van Zallick en<br />

Lulof Herms en Stuirman Hermsen, allen kinderen van Herman Bogers en wijlen Aaltje Jacobs; Arent<br />

Hendriks als assistent van zijn vrouw Anna Wijers; verder Gosen Hendriks voor zich en als man van<br />

Gerritje Gerrits, Arent Gerrits, Gerritje Rutenbarch, weduwe van Ulrichs, Hendrik Rutenbarch, Klaas<br />

Alberts en Albert Claassen, voor zich en voor zijn broer en zuster Hendrik Arents en Borchard Gerrits,<br />

voogden over Teunisje Rutenbarch, allen kinderen van Hendrik Wilms, verkopen van Johan Harberink<br />

te Kampen, een hofstede in 't Grapendal te Welsum, zuidwaarts aan de oude IJssel, westwaarts aan<br />

Henrik van Wervens land, oostwaarts aan de Grapendaalse straat en noordwaarts aan de gemene straat,<br />

met alle landerijen en toebehoren [ORA Olst nr.2, fol.162].<br />

12-3-1638: Lulof HendriksBoemer, zoon van Hendrik Lulofs Boemer en Bettien Jacobs, wordt beleend<br />

met 'een seste deel van een thynde uit Oostendarpsgoedt. Item nogh een schare in de Lege<br />

Randerweerden met zijn gerechtigheijd in de buirschap Welsum in den Grapendal gelegen'. Dit is een<br />

afsplitsing van 'de helfte van vier margen lants, zijnde 't aghtste deel van den Hogen Randeweert onder<br />

de buirschap Welsum in den Grapendael buittendycks, de helfte van vijf margen, Laersweyde genaamt,<br />

liggende als boven, de helfte van twee margen in den Grapendal binnendycks gelegen, item een schare in<br />

de Lage Randeweert, het seste diel uit de thynde uit Oostendorpsgoedt met zijn toebehoren'. Ook andere<br />

kinderen van Henrick Lulofs genaamd Boemer worden met afsplitsingen van dit leen beleend, op 5-3-<br />

1633 Mechtelt Henriks, onder hulderschap van Jan Bartholomeus van Egmont, met toestemming van<br />

haar man Henrik Eskens, op dezelfde datum Albert Henriks, en Willem Hendriks; op 13-3-1633 Jacob<br />

Hendriks Beumer, onder hulderschap van zijn broer Willem Hendriks, en op 29-3-1638 Hendrik<br />

Boemer, minderjarig, onder hulderschap van zijn broer Luloff Boemer [HCO; Leenrepertorium Huis<br />

Almelo].<br />

29-1-1639: Lulof Hendriks en Jan Berents treden op als voogden van Derk Gerrits, nagelaten kind van<br />

Willemken Berents en wijlen Gerrit Jansen [ORA Olst nr.2, fol.255].<br />

1-8-1641: Otto Helmichs en Luloff Bomer treden op als voogden van Roeloff Herms, het onmondige<br />

kind van Petertien Roleffs en Herman Helmichs [ORA Olst nr.2, fol.273].<br />

29-12-1642: Lambert Luberts en Luiloff Hendriksen Bomer treden op als voogden over de drie kinderen<br />

van wijlen Egbert Jansen en Ida Jacobs, nu vrouw van Ghijsbert Stevens [ORA Olst nr.2, fol.294].<br />

3786. Jan Gelderman.<br />

3788. Albert Dercx van Linden, zn. van Derck Dercks van Linden en Merretien Gerrits, overleden<br />

voor 15 januari 1683, trouwt met<br />

3789. Driesien Lamberts, trouwt (1) met N.N..<br />

1682: Driesien Lamberts, te Welsum, 1 vuurstede [Vuurstedengeld Olst 1682].<br />

15-1-1683: Driesien Lamberts, laatst weduwe van Swier Jans, geassisteerd met Jacob van Rossum als<br />

momber, testeert. Zij benoemt tot haar universele erfgenamen haar drie zoons bij haar zall. tweede man<br />

Albert Dercx van Linden, met namen Jacob, Alphard en Derck. Zij prelegateert aan haar jongste zonen<br />

Alphard en Derck elk 200 Car. gld. [ORA Olst nr.3, fol.7].<br />

3-4-1683: Gerrit Derks op de Hulst en Marretien Gerrits verkopen aan Jacob, Alphard en Derk Alberts,<br />

kinderen van wijlen Albert Derks; en Peter Bolmans en Anna Derks, een losrente op een stuk land, de<br />

lage Sonder genaamd. De schuld is op 22-10-1685 voldaan [ORA Olst nr.3, fol.191].<br />

5-6-1683: Gerrit Hendriks en zijn vrouw Klaasje Hendriks, Gerrit Derks en Marietje Gerrits, Cornelis<br />

Willems en Derkje Derckx, Harmen Derckx en Derkje Jansen, Egbert Derckx en Anna Dicks, en Driesje<br />

Lamberts weduwe van Swier Jansen, geassisteerd door Jonker Stuerman, verkopen aan Jan Derckx van<br />

der Linden de hofstede de Lindensplaatse, met huis, hof en landerijen [ORA Olst nr.3, fol.681].<br />

27-4-1685: Driesje Lamberts, weduwe van Swier Jansen, geassisteerd door Henrik van Keppel tot de<br />

Dingshoff, verkoopt aan Geertje Derckx een halve akker in de santuiren, waarvan de andere helft aan de<br />

erfgenamen van Jan Derckx Voorthecke toebehoort [ORA Olst nr.3, fol.88].<br />

98


5-3-1695: Derkje Derksen van der Linden, geassisteerd door haar zoon Jan Tonissen Smit; Derkje<br />

Jansen geassisteerd door Jan Arents Muller; Rutger Jansen als voogd over de kinderen van wijlen<br />

Herman Derksen van der Linden; Anna Dijcks geassisteerd door haar zoon Jan Dijck; Jan Derks van<br />

der Linden voorzichzelf; Peter Bollemans voor zichzelf en als voogd van de kinderen van wijlen Tonis op<br />

de Colk; Alphart Alberts voor zichzelf en voor zijn moeder Driesje Lamberts, allen erfgenamen van de<br />

overleden Derk van der Linde; verder Evert Rutgers Brouwer uit Raalte, verkopen aan Jan Jansen<br />

Schepop en Jenneke Willems ht huis, hof en grond naast de Rijsweert, de Lindenhulst genaamd [ORA<br />

Olst nr.4, fol.39], trouwt (3) met Swier Jans, overleden voor 15 januari 1683.<br />

3800. Hans Jürgen Mörser (?), geboren rond 1612, goudsmid, muntmeester van het kopergeld van<br />

1661 tot 1669, hofgoudsmid van de graaf van Lippe in 1669, begraven te Detmold op<br />

19 juli 1676, trouwt met<br />

3801. N.N. (?), geboren rond 1611, begraven te Detmold op 4 oktober 1695.<br />

Hans Jürgen Mörser. Geboren ca. 1612. Am 9.10.1669 wird seine 21 jährige [ca. 1648 geborene]<br />

Tochter Margarete begraben; er: Hofgoldschmied. Begraben (Hans Georg Mörser, Goldschmied unter<br />

der Wehme) am 19.7.1676, 64 J. alt. Die alte Mäuser, offerbar seine Witwe, wird am 4.10.1695 84jährig<br />

begraben [Schleffer (1973) Goldschmiede Rheinland-Westfalens, p.112].<br />

1661: Goldschmied Georg Mörser und sein Gehülfe Otto Blanke, als Münzmeister für Kupfergeld 1661-<br />

1669 und zum Ubstempeln der VI-pfenningstüde 1671 und 1685 [sic!] angestellt [H. Grote,<br />

Münzstudien, p.379].<br />

3804. Lubbert Jans op de Vaerst, overleden voor 24 juli 1661, trouwt voor 23 augustus 1636 met<br />

3805. Aeltjen Gijsberts, dr. van Gijsbert Aelten, overleden voor 24 juli 1661.<br />

23-8-1636: Lubbert Jans n.u. Aeltgen Gijsberts krijgt investiture en oprukking voor het herengoed de<br />

Vaerst bij Barneveld, als erfgename van haar broer Aelt Gijsbertsen (idem oprukking in 1642, 1649,<br />

1655). Op 24-7-1661 krijgt Jan Lubberts investiture en oprukking, als erfgenaam van zijn moeder<br />

Aeltgen Gijsberts, weduwe van Lubbert Jans. [Herengoederen Veluwe].<br />

3806. Gangolff Willems, overleden voor 23 maart 1677, trouwt met<br />

3807. Mechteltgen Jans.<br />

19-11-1636: Mechteltgen en Lubbertgen Jans krijgen investiture en oprukking als erfgenamen van<br />

Evert Jacobsen Claerbeeck voor het halve 'Vossengoet' in Elspeet. Gerrit Jansen Mouw krijgt<br />

investiture en oprukking als erfgenaam van de dochter van de voornoemde Claerbeeck voor de andere<br />

helft. Op 4-11-1643 krijgt Gangolff Willems n.u. Mechteltgen Jans investiture en oprukking. Daarbij<br />

wordt vermeld dat het goed oorspronkelijk toebehoorde aan de gebroeders Willem en Evert Botter, die<br />

het op 3-11-1605 verkochten aan Evert Jacobss Claerbeeck. Deze overleed zonder lijfserven, waardoor<br />

het verviel aan zijn nichten (oomzeggers) Mechteltgen en Lubbertgen Jans voor de ene helft, en op<br />

Gerrit Jans Mouw, als erfgenaam van de vrouw van Evert Jacobs Claerbeeck [Henrickgen Gerrits<br />

Mouw], voor de andere helft. Gangolff bestrijdt dit laatste, omdat de huisvrouw van Claerbeeck nooit<br />

genoemd is in de oprukkingsakten. Dit vindt blijkbaar geen gehoor, maar in 1647 en 1656 verwerven<br />

Gangolf Willems en zijn vrouw door koop nog wel 3/8 overige delen van het goed. Op 23-3-1677 krijgt<br />

Hendrick Gangolffs investiture en oprukking, als erfgenaam van zijn vader [Herengoederen Veluwe,<br />

p.201, 213, 214].<br />

20-3-1641: Gangolf Willems en Mechtelt Jansz tuchtigen elkander aan al hunne gereede en ongereede<br />

goederen [GA, Charterverzameling 0243; Gelderse Rekenkamer, inv.nr.1554; charter nr.2099].<br />

21-1-1648: De Harderwijker imkers beweren kostenloos bijenkorven te mogen plaatsen in de heiden te<br />

Ermelo, Nunspeet en Elspeet. De eigenaars van de 7 oude hoeven, Jan Lubberts en Gangolf Willems c.s.<br />

te Elspeet ontkennen dit, vorderen van elken korf 1 blank en nemen de door de Harderwijkers in hun<br />

veld geplaatste immen in beslag. Hierover ontstaat een proces dat wordt gevoerd voor het<br />

schoutengericht van Harderwijk, doch hangende deze procedure citeren de Elspeters de imkers voor het<br />

99


Hof, waartegen Schepenen en Raad van Harderwijk protesteren. Zij beweren dat deze citatie in strijd is<br />

met hun privilegie de non evocando [Kronieken Barneveld 1601-1700; Berends, Het Oud-Archief van<br />

Harderwijk, deel I, blz. 79-80; Register Archief Hof van Gelderland, door Nijhoff, blz.132].<br />

25-6-1652: Sentent van het Hof tussen Gerrit Jansen van Elspeet en Gangolf Willems [Codex Gelro<br />

Zutphanicus p.234].<br />

3808. Geerlich Engberts, overleden voor 13 oktober 1669, trouwt met<br />

3809. Aeltien Wijchers, dr. van Wijcher Henricksen, geboren waarschijnlijk te Wijhe, begraven te<br />

Vorchten op 18 oktober 1669.<br />

1634: Te Vorchten: Geerlich Engbert, 4-2 gulden. Te Veesen: Jan Aelberts mit syn kinderen hiervan<br />

Roeloff de snyder 1 o, Geerlich Engberts 1/2 o; Jan Bernts nu Geerlich Engberts hier van d'meyer 1 o;<br />

Jan Rutgers ende Gerrit Dercx vant landt van Otto van Essens erfge. Gecoft hiervan Geerlich Engberts<br />

l½ o, Joncker Pelgrum 3½ o, 2-2 gulden; T' Convent vander Hunnep pachter Geerlich Engberts 9-3<br />

gulden [Schiltschattingscohier Ampt Heerde].<br />

3832. Albert Adams int Winckel, zn. van Adam in 't Lochter, geboren te Notter, wonend in de<br />

Grimberg, trouwt te Rijssen in februari 1641 met<br />

3833. Geseken Harmsen Tijhuis, geboren te Rectum.<br />

3838. Peter Harmsen op 't Veer.<br />

4593. Jenneke Cornelis, overleden rond 1620.<br />

Generatie XIII<br />

5944. Roelof Heijmericksen, overleden voor 3 augustus 1657, trouwt met<br />

5945. Marrichien Geurts.<br />

17-1-1614: Roeloff Heimericksen wordt, zoals Philibert de Wolffs daarmee als laatste was beleend,<br />

beleend met helft van het goed ten Westenrade te Zalk [Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse<br />

leenprotocollen].<br />

3-8-1657: Gerrit Gerritsz verklaart van de voogden van zijn overleden dochter de erfenis en goederen<br />

van haar grootvader Roloff Heijmericks te hebben ontvangen, waarvoor hij hen bedankt met belofte van<br />

vrijwaring [Recognitiën Kampen 93, fol.136v; transcriptie Annick Alink].<br />

31-3-1659: Jan Isebrants voor hemzelf en tevens namens Rutger Janssen, Heijmerinck Jochims, Claes<br />

Hermsen en Jacob Jochims benevens namens Heijmerinck Jochems en Aert Jansen als voogden van de<br />

onmondige kinderen van wijlen Gese Jochems en Aert Linde, daarnaast namens Egbert Henricx als oom<br />

en voogd van de twee onmondige kinderen van dezelfde Gese Jochems en van Steven Henricx, en tevens<br />

nog namens Herman Willems als voogd van Heijmerinck Geurts en van Jan Heijmans als voogd van<br />

Jacob Thomassen, allen erfgenamen van wijlen Roeloff Heijmerinck en zijn vrouw Marrichien Geurts,<br />

worden beleend met een vijfftiende deel van de helft van het goed ten Westenrade te Zalk [Repertorium<br />

op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen].<br />

5946. Jacob Jansen, overleden voor 1640.<br />

6002. Derck Janssen op den Oort, overleden voor 26 juli 1643, trouwt met<br />

6003. Aeltjen Wichmans, trouwt (2) met Hessel Jansen.<br />

6004. Jan Tonissen, overleden voor 31 januari 1638, trouwt met<br />

6005. Dieuwertien Lambertsen, trouwt (2) met Cornelis Claessen, overleden voor 3 april 1674.<br />

3-4-1674: Benedictus Hermssen, mede voor en ten behoeve van de gezamenlijke erfgenamen van wijlen<br />

100


Cornelis Claessen op Millingen en diens vrouw Dievertien Lambertssen, wordt beleend met 2¼ morgen<br />

land in Mastenbroek (in het schoutambt Zwolle), genaamd het Popeloenenlant [HCO; Leenregisters<br />

Stift Essen].<br />

7520. Jan Gerrits Vorstelman (?), zn. van Gerrit Jans Forstelman, overleden voor 2 juni 1638, trouwt<br />

met<br />

7521. Egbertgen Lubberts (?), overleden voor 1 september 1652.<br />

1609: Jan Gerrits Vorstelman wordt beleend met een herengoed in Schaverden [Herengoederen<br />

Veluwe].<br />

7522. Lambert Jans Broenissen, zn. van Jan Bruynissen, geboren rond 1588, overleden<br />

voor november 1637, trouwt te Epe op 8 september 1616 met<br />

7523. Giele Reijners, dr. van Reijner Andreesen.<br />

28-5-1614: Lambert Janssen Broenissen verkrijgt na overdracht door de erfgenamen van Philips<br />

Henricx een herengoed aan de Emsterenk in de buurtschap Hege. De zaalweer is een halve morgen<br />

groot, waarop een huis staat van ‘vier gebondt, sonder ennich opgaende eijckenholt’. Daartoe behoren<br />

twee akkers, de ene een halve mud ‘gesaijs’ en de ander een schepel ‘gesaijs’, dicht bij het huis ende in<br />

het Gagelvelt of Boschgat gelegen, achter de hof voor de voordeur van 't huis. Daarnaast behoren tot het<br />

goed verschillende percelen op de Emsterenk, ‘die welcke verspleten sijn’, o.a. aan ‘den olden Jan<br />

Bruenis’ een akker op de Empster Enck op Westerlo groot ½ mld. ‘gesaijs’ en drie akkers, elk van 1<br />

schepel ‘gesaijs’, ‘omtrent 't huijs tegens de achterdeure gelegen’, aan de jonge Jan Bruenis drie akkers,<br />

mede op Westerlo gelegen, tesamen groot 4½ schepel ‘gesaijs’ en een morgen ‘sijnde huijs ende hoff<br />

daerop de voors. Jan Bruenissen woont’, aan Wichman Dor 1½ morgen weiland in Empserencker Veen<br />

‘'t welck van olts altijt ende bij menschen gedencken streckt bij dit goet gebruijckt geweest ende secht<br />

men t' selve te geven thins’. Het goed is belast door de Schutterij van Sint Marten te Epe met 28<br />

Goltguldens hoofdsom, ‘doende jearlicx tho rent twe der selve Goltgulden tot 28 Stv. 't stuck’ en door de<br />

Sint Anthonis armen te Epe voor twee daalder jaarlijks uit over een hoofdsom van 30 daalder, en door<br />

de erfgenamen van Willem Franckesen ter Elborch voor 300 Keijsers guldens ‘doende jaerlicx tho rent<br />

achthien der selve guldens’. Op 10-11-1619 krijgt Lambert Jansz Bronisz oprukking (idem 1625, 1631).<br />

Op 9-11-1631 krijgt Lambert Jansen Broenissen consent voor de tuchtiging van zijn huisvrouw Giele<br />

Reijners (NB Het goed was voor zijn trouwen met Giele Reijners aangekocht, ten dele met haar<br />

middelen) [Herengoederen Veluwe pag. 554].<br />

7564. Hendrick Luiloffs (genaamd Boemer), zn. van Luloff Stevens, overleden voor 5 juni 1621,<br />

trouwt met<br />

7565. Bertien Jacobs, trouwt (2) met Gerrit Stevens.<br />

1602: Hendrick Luiloffs, te Welsum, bezit 4 paarden, 4 schapen, 4 varkens en 2 'hinen' [Paardengeld<br />

Olst 1602]. NB Hendrick Boimer te Welsum bezit 8 paarden, 157 schapen, 15 varkens en 3 'hinen'.<br />

28-3-1612: Henrick Lulofs genaamd Boemer wordt beleend het erve en goedt Oostendorp tot Welsum in<br />

't gerighte van Olst gelegen, met den thynden groff en smal. Uitgezonderd worden de tienden over<br />

Keppels Ruiterstedeken en het vijfde deel van de Grapendaler respectievelijk weyde ende holtweerde. Op<br />

5-6-1621 wordt Gerrit Stevens beleend, als voogd van zijn vrouw Bertien Jacobs, weduwe van Henrick<br />

Lulofs genaamd Boemer [Leenrepertorium Huis Almelo].<br />

7-7-1660: Aaltjen Luilofs, weduwe van Weijer Berents, geassisteerd door Willem Daems, maakt een<br />

testament: 1/8 aan de 2 kinderen van wijlen Luilof Luiloffs, 1/8 aan de 5 kinderen van Hendrik Luilofs,<br />

1/8 aan haar neef Luilof Meertens Timmerman te Zutphen of diens kinderen, 1/8 aan Willem Gijsberts<br />

of diens kinderen, 1/8 aan Luilof Gijsberts of zijn kinderen, 1/8 aan haar nicht Arentijn Gijsberts of haar<br />

eventuele kinderen, 1/8 aan de 2 kinderen van wijlen haar neef Luilof Hendriks mits zij weer 500<br />

gulden in zullen brengen in het sterfhuis. Zij legateert aan haar dienstmeid Luite Hendriks 200 gulden<br />

[ORA Olst nr.2, fol.102].<br />

101


7576. Derck Dercks van Linden, zn. van Derick van Linden, trouwt met<br />

7577. Merretien Gerrits.<br />

7-1-1632: Hendrik Janssen en Evertje Janssen geassisteerd door Jan Gerrits, samen ook voor hun broer<br />

Gerrit Jansen, verkopen aan Derk van Lijnden en Marritjen Gerrits, en Tonnis Gerrits, drie morgen<br />

land dat grenst aan het land van Johannes Bartholomeus van Egmond [ORA Olst nr.2, fol.173].<br />

20-10-1637: Hendrik en Evert Janssen, voor hunzelf en voor de erfgenamen van hun overleden broer<br />

Gerrit Janssen; verder Herma[n] en Derrik Jansen geassisteerd door Jan Hoegebeeken, tesamen kinderen<br />

van Jan Gerrits op Wengerwolde, verkopen aan Derrik Derrixs van Linden en Merritien Gerrits<br />

stukken land, genaamd die Nieuwe Kampe, te Duir gelegen [ORA Olst nr.2, fol.231].<br />

25-5-1642: Johan Beveren van Twickelo draagt het goed De Hulst, in Olst, op ten behoeve van Derck ter<br />

Linden [Overijsselse leenprotocollen].<br />

27-10-1657: Hendrik Clasen en zijn schoonzoon Derk Derks ter Linden treden op als getuigen van<br />

Tonis Gerrits op de Hulst. Tonis Gerrits echtgenote krijgt 200 gulden. Cornelis Gerrits en Frerik<br />

Lamberts krijgen ook wat [ORA Olst nr.2, fol.101].<br />

7610. Gijsbert Aelten, overleden voor 27 augustus 1628.<br />

27-3-1599: Gijsbert Aelten en Jacob Hartgers krijgen oprukking voor het goed de Vaerst bij Barneveld.<br />

Gijsberts zoon Aelt Gijsberts krijgt als erfgenaam van zijn vader investiture en oprukking op 27-8-<br />

1628. (De voorgaande vermelding over dit goed is van 9-7-1547: Henrick en Arnt van Voirst,<br />

approbatie van een akkoord, waarin is bepaald dat Henrick en zijn vrouw Steven het herengoed zullen<br />

behouden, mits zij aan Arnt en zijn vrouw Weim 200 Joachim daalders betalen) [Herengoederen<br />

Veluwe].<br />

7618. Wijcher Henricksen, overleden voor 21 juli 1616.<br />

7664. Adam in 't Lochter.<br />

Generatie XIV<br />

15040. Gerrit Jans Forstelman, zn. van Jan Gerrits Forstelman.<br />

15044. Jan Bruynissen, zn. van Breunis Gerrits, wonend an den Embster Enk.<br />

15046. Reijner Andreesen, wonend an den Lobrinck.<br />

15128. Luloff Stevens, zn. van Steven Luyloffs, herbergier, landbouwer, overleden<br />

voor 24 februari 1595.<br />

5-11-1583: Luiloff Stevens krijgt inleiding in zekere goederen te Welsum, inzake de erfenis van Reyner<br />

Jorriaens, mede voor o.a. Jacob Luloffs en Gerrit Stevens [J. Beumer e.a. (1992) Het Beumerboek].<br />

20-3-1585: Luilof Stevens bekent een schuld van 1000 gulden op zijn leengoederen te hebben gelegd,<br />

teneinde zijn kinderen hun moeders erfdeel te betalen. In het bijzonder krijgt zijn dochter Aleid f 100<br />

[zie ook een akte te Deventer 12-11-1653] [J. Beumer e.a. (1992) Het Beumerboek].<br />

24-2-1595: Ruiters hebben vertering gebruikt, die volgens de erfgenamen van Luilof Stevens niet<br />

betaald zouden zijn [J. Beumer e.a. (1992) Het Beumerboek]<br />

15152. Derick van Linden.<br />

1602: Derick van Linden, te Duir, bezit 5 paarden, 2 varkens en 3 'hinen' [Paardengeld Olst 1602]<br />

102


30080. Jan Gerrits Forstelman.<br />

Generatie XV<br />

30088. Breunis Gerrits, zn. van Gerrit ter Witslagh.<br />

30256. Steven Luyloffs.<br />

60176. Gerrit ter Witslagh.<br />

Generatie XVI<br />

1526: Gerrit ter Witslagh wordt genoemd bij een veetelling in Epe.<br />

103


-<br />

Aeltien, 87<br />

Jannetjen, 62<br />

Johanna, 39<br />

N.N., 2, 9, 22, 42, 47,<br />

52, 63, 72, 86, 88,<br />

89, 93, 95, 98, 99<br />

Teune Dirks, 43<br />

Trijntje Elsje, 40<br />

A<br />

Aarts<br />

Grietjen, 42<br />

Achter de Hagen<br />

Herman, 6<br />

Aelten<br />

Gijsbert, 102<br />

Aerts<br />

Andries, 75<br />

Gerrichien, 80<br />

Janna, 22<br />

Albers<br />

Geertien, 92<br />

Simon, 70<br />

Alberts<br />

Aaltje, 78<br />

Beerntje, 72<br />

Geertje, 68<br />

Geertjen, 15<br />

Hendricken, 97<br />

Hermen, 82<br />

Hermpje, 29, 46<br />

Jan......., 66<br />

Jantje, 7<br />

Margien, 64<br />

Maria, 67<br />

Roelof, 80<br />

Stientje, 85, 96<br />

Willem, 86<br />

Willempje, 50<br />

Albertsboer<br />

Fenneken, 8<br />

Jan......., 16<br />

Andreesen<br />

Reijner, 102<br />

Anthonis<br />

Albert, 50<br />

Arends<br />

Albert, 12<br />

Maria, 39<br />

Arents<br />

Albert, 66<br />

Beelien, 93<br />

Eva......., 25<br />

Geesje, 32<br />

Grietje, 79<br />

Hendrik, 82<br />

Willem, 45<br />

Arentsen<br />

Tryne, 93<br />

Asjes<br />

Geesje, 78<br />

Hendrikje, 40<br />

Marta, 27<br />

Askamp<br />

Berend, 13, 25<br />

Hermannus, 45<br />

Jennigje, 7<br />

Assies<br />

Janna, 31<br />

B<br />

Baas<br />

Roelofje *1869, 3<br />

Bastiaan<br />

Anna, 20<br />

Gerrit, 40<br />

Hermpje, 19<br />

Jan......., 40, 61<br />

Bastiaen<br />

Gerrit, 60<br />

Beekman<br />

Hermannus, 9<br />

Berends<br />

Albertien, 43<br />

Asje, 60<br />

Grietje, 22<br />

Jan......., 31<br />

Lammichje, 12<br />

Lubbigje, 15<br />

Roelof, 70, 84<br />

Berents<br />

Berent, 88<br />

Egbertien, 78<br />

Henrickien, 80<br />

Janna, 25<br />

Jennigje, 46<br />

Willemtjen, 63<br />

Berg, van den<br />

Gerrit, 34<br />

Willemina, 17<br />

Bergh, van den<br />

Maria, 56<br />

Wigbold, 73<br />

Bergkamp<br />

Geertruid, 15<br />

Hendrik, 29<br />

Bergland<br />

Aaltje, 93<br />

Derk, 63<br />

Lambert, 81<br />

Maria, 81<br />

Berkum, van<br />

Fennigje, 8<br />

Gerrit, 15<br />

Hendrik, 29<br />

Beulen<br />

Coop, 85<br />

Bijster, in den<br />

Gosen, 64<br />

Bijvanck<br />

Berentjen, 80<br />

Blaauw<br />

Aaltje, 40<br />

Blankhart<br />

Albert, 48<br />

Boemer<br />

Barta, 88<br />

Luilof, 98<br />

Boer<br />

Albert, 34<br />

Jan......., 54<br />

Boerdam<br />

Christina, 18<br />

Derk, 39<br />

Jan......., 59<br />

Boeve<br />

Jannetje, 21<br />

Bosch<br />

Jan......., 97<br />

Boxem<br />

Gerrit, 6<br />

Lambertje, 3<br />

Brinkman<br />

Jan......., 46<br />

Janna, 13<br />

Jannes, 25<br />

Brock<br />

Hans Jurrien, 86<br />

Brocks<br />

Louijse, 71<br />

Broekhuys<br />

Lambert, 57<br />

Maria Hendrika, 36<br />

Broenissen<br />

Elisabeth, 97<br />

Lambert, 101<br />

Brugginck<br />

Jan......., 83<br />

Bruynissen<br />

Jan......., 102<br />

C<br />

Christiaens<br />

Henrickjen, 61<br />

Claas<br />

Claasje, 32<br />

Geziena, 32<br />

Jenneken, 86<br />

Thijs, 32<br />

Claassen<br />

Aeltien, 95<br />

Gerrit, 49<br />

Claes<br />

Claassien, 85<br />

Evert, 84<br />

Femmichjen, 96<br />

Hillichjen, 84<br />

Machteld, 11<br />

Trijntien, 96<br />

Claessen<br />

Claes, 53<br />

Cornelis, 100<br />

Janna, 67<br />

Clooster, in 't<br />

Hermen, 94<br />

Jan......., 83<br />

Coobsen<br />

Fenna, 53<br />

Coops<br />

Boele, 96<br />

Cornelis, 85<br />

Stijntjen, 70<br />

Willem, 32<br />

Cornelis<br />

Jenneke, 100<br />

Cornelissen<br />

Fennechien, 84<br />

Willemken, 77<br />

Cornelisz<br />

Aart, 62<br />

Peter, 70<br />

Wijchman, 93<br />

Corterik<br />

Gerrit, 46<br />

Cronemans<br />

Cornelis, 92<br />

Hendrik, 77<br />

Wobbigjen, 58<br />

D<br />

Decemers<br />

Jan......., 87<br />

Dercks<br />

Geertje, 78<br />

Index<br />

104


Dercksen<br />

Geertjen, 94<br />

Derks<br />

Aaltje, 32<br />

Geertjen, 52<br />

Hendrik, 54<br />

Hendrikje, 85<br />

Jacob, 69<br />

Jannegien, 64<br />

Derksen<br />

Fenne, 34<br />

Jannes, 46<br />

Willemken, 72<br />

Derricks<br />

Engele, 86<br />

Dieren, van<br />

Gerrit, 22<br />

Janna, 11<br />

Dircks<br />

Geertje, 91<br />

Dirks<br />

Geertje, 66<br />

Jannetje, 22<br />

Doorneweerd<br />

Dirkje, 3<br />

Gerrit, 6<br />

Harmen, 11<br />

Draaijer<br />

Teune, 4<br />

Dries<br />

Jan......., 15<br />

Driessen<br />

Aert, 91<br />

Jan......., 82<br />

E<br />

Egberts<br />

Hendrick, 96<br />

Hillechien, 82<br />

Jan......., 97<br />

Lutgertje, 47<br />

Willempje, 82<br />

Eijkelboom<br />

Jan......., 89<br />

Eikelboom<br />

Aaltje, 56<br />

Gerrit, 74<br />

Ems, van<br />

Evert, 97<br />

Engberts<br />

Geerlich, 100<br />

Niesje, 49<br />

Willempjen, 40, 61<br />

Evenboer<br />

Arend, 16<br />

Evers<br />

Ese......., 87<br />

Everts<br />

Berta, 46<br />

Egbert, 93<br />

Geertjen, 61<br />

Gerrigjen, 65<br />

Grietje, 93<br />

Huyge, 93<br />

Jan......., 70<br />

Janna, 33<br />

Jannetien, 92<br />

Evertsen<br />

Geesje *1893, 2<br />

Gerrit Jan, 8<br />

Hendrik *1865, 3<br />

Mannes, 4<br />

F<br />

Fidder<br />

Neeltje, 42<br />

Flierjans<br />

Jan *1865, 2<br />

Jan......., 7<br />

Maria *1889, 1<br />

Marten, 3<br />

Forstelman<br />

Gerrit, 102<br />

Jan......., 103<br />

Fortuijn<br />

Jannegje, 14<br />

Fox<br />

Garrit, 63<br />

Hans, 79<br />

Jan......., 22, 43, 63<br />

Teunisjen, 80<br />

Francken<br />

Heijmerigh, 83<br />

Freriks<br />

Steventien, 55<br />

Frijlink<br />

Femmigje, 8<br />

G<br />

Gangolfs<br />

Jannetien, 91<br />

Ganzeboer<br />

Arend, 15<br />

Hendrikje, 4<br />

Klaas, 8<br />

Geerlichs<br />

Derck, 92<br />

Geerlig, op den<br />

Arent, 63<br />

Geerligs<br />

Jennigje, 54<br />

Geerligs, op<br />

Egbert, 93<br />

Geerts<br />

Derrick, 92<br />

Henrick, 92<br />

Geertsz<br />

Geese, 71<br />

Gelderman<br />

Berentje, 89<br />

Jan......., 98<br />

Gerberts<br />

Jacob, 80<br />

Gerbrichs<br />

Gerrigje, 41<br />

Gerrits<br />

Aeltien, 51, 83<br />

Annigjen, 65<br />

Bette, 97<br />

Breunis, 103<br />

Claes, 65<br />

Evert, 16<br />

Geertje, 16<br />

Gerbert, 93<br />

Gerrigje, 60<br />

Gerrit, 33<br />

Grietje, 51<br />

Harmine, 54<br />

Hendrikje, 14<br />

Jan......., 52, 83, 91<br />

Jannegien, 60, 79<br />

Jennegien, 52<br />

Lamberta, 68<br />

Lubbert, 22<br />

Lubbigje, 28<br />

Merretien, 102<br />

Swaantje, 59<br />

Wijcher, 84<br />

Willemtien, 69<br />

Willemtje, 69<br />

Gerritsen<br />

Christiaen, 79<br />

Gesink<br />

Henrickijen, 73<br />

Geurts<br />

Marrichien, 100<br />

Gijsberts<br />

Aeltjen, 99<br />

Goossen<br />

Grietje, 71<br />

Jan......., 86<br />

Goossens<br />

Anna Maria, 45<br />

Gosens<br />

Arend, 41<br />

Graaff, de<br />

Gerritdina, 25<br />

Grooten<br />

Egbert, 92<br />

Janna, 78<br />

Groppen<br />

Index<br />

Catharina Agneta, 91<br />

Grotenhuis<br />

Aaltje, 7<br />

Arend, 13<br />

Goldina, 47<br />

Jannes, 26<br />

H<br />

Hageman<br />

Hendrikus, 5<br />

Harink<br />

Jan......., 60<br />

Harms<br />

Anna Margrieta, 73<br />

Arent, 23<br />

Evert, 23<br />

Geerlig, 51<br />

Jennigje, 54<br />

Lucas, 83<br />

Peter, 48<br />

Roelof, 65, 66<br />

Willem, 43<br />

Have, ten<br />

Claes, 97<br />

Heemstede<br />

Jenne, 38<br />

Heerinck<br />

Coert, 78<br />

Geert, 92<br />

Heijincks<br />

Hermannus, 41<br />

Heijmens<br />

Rijckjen, 41<br />

Heijmericksen<br />

Roelof, 100<br />

Heimerigs<br />

Klaasje, 66<br />

Hendricks<br />

Fijgjen, 23<br />

Geesien, 24<br />

Gerrit, 93<br />

Hendriks<br />

Aaltje, 50<br />

Berend, 78<br />

Berent, 89<br />

Derk, 72<br />

Fennigjen, 53<br />

Gerrit, 27, 68<br />

Ida......., 33<br />

Jan......., 50, 65, 69<br />

Janna, 51<br />

Jannes, 51<br />

Joanna, 70<br />

Lutgertje, 14<br />

Marrigje, 15<br />

Peter, 97<br />

Teunis, 14<br />

105


Willem, 71<br />

Hendrix<br />

Willempje, 83<br />

Hengevelt<br />

Jenneken, 90<br />

Henricks<br />

Geertien, 85<br />

Henrickjen, 87<br />

Lysbet, 80<br />

Henricksen<br />

Ghysbert, 83<br />

Wijcher, 102<br />

Henrics<br />

Swaantien, 54<br />

Henriks<br />

Berent, 64<br />

Henrix<br />

Gerrit, 88<br />

Hermens<br />

Anna, 79<br />

Herms<br />

Aechte, 94<br />

Diewertjen, 84<br />

Geesjen, 82<br />

Janna, 22<br />

Jantien, 84<br />

Lubbegien, 65<br />

Willemtje, 78<br />

Hermsen<br />

Albert, 93<br />

Derk, 69<br />

Hollander<br />

Marrigje, 14<br />

Hollemans<br />

Anna Christina, 13<br />

Everhardus<br />

Gerhardus, 25<br />

Horstinck<br />

Elisabeth, 72<br />

Otto, 86<br />

Huisjes<br />

Aaltje, 25<br />

Derk, 45<br />

Maria, 13<br />

Willem, 25<br />

Hulmans<br />

Isabella, 18<br />

I<br />

int Winckel<br />

Albert, 100<br />

Wessel, 92<br />

J<br />

Jacobs<br />

Bertien, 101<br />

Hendrikje, 63<br />

Hermen, 84<br />

Jantjen, 24<br />

Lubbegien, 52<br />

Jacobsen<br />

Willemtje, 94<br />

Jakobs<br />

Marrigje, 22<br />

Jans<br />

Aaltje, 32, 56<br />

Aartje, 61<br />

Aeltien, 97<br />

Antonij, 67<br />

Arend, 32<br />

Claes, 22, 95<br />

Cornelisien, 79<br />

Derk, 52<br />

Dievertje, 50<br />

Evert, 29<br />

Fenne, 32<br />

Geertje, 20<br />

Geertruid, 51<br />

Geese, 71<br />

Gerbrech, 62<br />

Gerrit, 79<br />

Grietje, 22<br />

Grietjen, 45<br />

Harmpje, 9<br />

Henderickjen, 72<br />

Hendrick, 43, 46<br />

Hendrik, 32<br />

Hendrikje, 68<br />

Henrickien, 75<br />

Henrikjen, 66<br />

Hermina, 19<br />

Hermpje, 60<br />

Hille, 79<br />

Hilligien, 82<br />

Jan......., 32<br />

Janna, 60<br />

Jantien, 86<br />

Magtelt, 83<br />

Margjen, 67<br />

Maria, 27<br />

Marrichje, 64<br />

Mechteltgen, 99<br />

Rijkje, 79<br />

Swier, 99<br />

Tijs, 85, 96<br />

Ursel, 93<br />

Willempje, 79<br />

Jansen<br />

Aeltien, 90<br />

Berendje, 63<br />

Berent, 52<br />

Berentien, 65<br />

Dirkje, 31<br />

Fennegien, 68<br />

Geerlig, 71<br />

Gerrit, 33<br />

Heijmen, 61<br />

Henrik, 84<br />

Hermannus, 40<br />

Hessel, 100<br />

Jacob, 100<br />

Jan......., 80, 95<br />

Lambert, 33<br />

Maria, 16<br />

Marije, 60<br />

Mientje, 34<br />

Peter, 93<br />

Sijmen, 96<br />

Teunis, 79<br />

Truij, 43<br />

Wychmoet, 93<br />

Janssen<br />

Annigje, 25<br />

Berendina, 46<br />

Fennegien, 45, 54<br />

Fennigjen, 68<br />

Hendrina, 25<br />

Janna, 39<br />

Jannichje, 60<br />

Klaas, 53<br />

Maria, 51, 59<br />

Jansz<br />

Dries, 65<br />

Teunis, 46<br />

Janszen<br />

Willem, 70<br />

Jaspers<br />

Geertien, 87<br />

Gerrit, 70<br />

Joghems<br />

Aaltjen, 24<br />

K<br />

Kalf<br />

Marrigje, 15<br />

Karnebeeck<br />

Anna, 87<br />

Antonis, 97<br />

Keijman<br />

Arent Otto, 55<br />

Hendrika, 34<br />

Klaassen<br />

Johanna, 37<br />

Kleijn Roossink<br />

Gerrit Wolter, 54<br />

Hendrik, 71<br />

Jan......., 86<br />

Klein<br />

Hendrik, 27<br />

Kleunen, van<br />

Maria Pieternella, 1<br />

Knoop<br />

Index<br />

Anna Margretha, 22<br />

Engbert, 42<br />

Roelof, 63<br />

Kolvoort<br />

Wicher, 59<br />

Kooijman<br />

Marrigje, 6<br />

Marten, 11<br />

Korterik<br />

Tonis, 64<br />

Kragt<br />

Claes, 96<br />

Peter, 85<br />

Kroemers, van 't<br />

Gerrit, 40<br />

Kruijsdijk<br />

Christoffer, 60<br />

Eva......., 39<br />

Lambert, 78<br />

Krukke, op den<br />

Hendrikje, 40<br />

Krukkert<br />

Gerritdina, 19<br />

L<br />

Lamberts<br />

Aaltje, 65<br />

Driesien, 98<br />

Gerrit, 93<br />

Jan......., 64, 73<br />

Jannigjen, 45, 91<br />

Lambertsen<br />

Dieuwertien, 100<br />

Lammertink<br />

Claes, 77<br />

Jan......., 59<br />

Land, van 't<br />

Gerrit, 18<br />

Leeuw<br />

Aaltje, 30<br />

Jan......., 51<br />

Peter, 83<br />

Reinder, 68<br />

Leeuw, de<br />

Reinder, 95<br />

Lenderinck<br />

Egbert, 82<br />

Geesje, 46<br />

Jan......., 65<br />

Lindeboom<br />

Aaltje, 27<br />

Berent, 48<br />

Linden, van<br />

Albert, 98<br />

Derck, 102<br />

Derick, 102<br />

106


Jacob, 90<br />

Maria, 74<br />

Linthorst<br />

Asje, 21<br />

Johanna, 10<br />

Lochter, in 't<br />

Adam, 102<br />

Loo, van 't<br />

Jan......., 43<br />

Looij<br />

Berent, 97<br />

Hendrik, 86<br />

Jan......., 86<br />

Lubberts<br />

Bartha, 75<br />

Egbertgen, 101<br />

Elisabeth, 12<br />

Lubbertsen<br />

Willem, 79<br />

Lucas<br />

Grietje, 68<br />

Jan......., 68<br />

Luigiens<br />

Jennegien, 85<br />

Luiloffs<br />

Hendrick, 101<br />

Luyloffs<br />

Steven, 103<br />

M<br />

Mandemakers<br />

Anna, 60<br />

Marle, van<br />

Willem, 95<br />

Meekeren, van<br />

Geesje, 5<br />

Gerrit Jan, 8<br />

Hendrick, 71<br />

Hermannus, 34<br />

Jurriaen, 55<br />

Jurrien, 17<br />

Meijberg<br />

Aeltje, 76<br />

Meijerinck<br />

Hendrick, 87<br />

Stijntien, 55<br />

Waender, 72<br />

Mensen<br />

Aaltje, 40<br />

Mertens<br />

Evert, 93<br />

Meuleman<br />

Gosen, 20<br />

Marrigje, 5<br />

Steven, 10<br />

Meulenbelt<br />

Gerrigje, 4<br />

Middendorp<br />

Jennigje, 78<br />

Millingen, op<br />

Peter, 94<br />

Mörser<br />

Agnes Johanna, 58<br />

Anthon Frederick, 76<br />

Hans Jürgen, 99<br />

Johann Conrad, 91<br />

N<br />

Nagel<br />

Aaltje, 5<br />

Arent, 39<br />

Hermannus, 9, 18<br />

Nagelhout<br />

Aartje, 22<br />

Harmen, 41<br />

Hendrik, 61<br />

Nevesel<br />

Hendrik, 44<br />

Jan......., 63<br />

Willempje, 44<br />

Niemeyer<br />

Gerrit, 62<br />

Nienes<br />

Hendrik, 38<br />

Nyemeyer<br />

Dirk, 42<br />

O<br />

Oort, op den<br />

Derck, 100<br />

Oosten<br />

Tomas, 29<br />

Otten<br />

Dries, 22<br />

Marchje, 11<br />

Ottink<br />

Anna Aleida, 17<br />

Overmars<br />

Jannegje, 18<br />

P<br />

Peineman<br />

Hans Jurrien, 85<br />

Hendrikje, 70<br />

Peters<br />

Coob, 53<br />

Diewertien, 83<br />

Egbert, 80<br />

Evert, 28<br />

Grietjen, 69<br />

Hillichien, 96<br />

Jacopien, 85<br />

Klaasje, 70, 84<br />

Lambert, 82<br />

Lubbechien, 82<br />

Metjen, 62<br />

N.N., 95<br />

Peters, van het<br />

Leefert, 86<br />

Liesebeth, 71<br />

Ploer<br />

Hendrik, 54, 70<br />

Plougman<br />

Gerrechje, 51<br />

Podderks<br />

Derkjen, 24<br />

Poot<br />

Harmen, 44<br />

Posien<br />

Jan......., 69<br />

Post<br />

Nijse, 95<br />

Q<br />

Quinckelenberg<br />

Berent, 93<br />

Quinckelenberg, op<br />

Jan......., 78<br />

Toenis, 92<br />

Reijers<br />

Beert, 62<br />

R<br />

Reijmink<br />

Egbert, 97<br />

Elsken, 86<br />

Reijners<br />

Giele, 101<br />

Reijnts<br />

Gijsbertien, 96<br />

Reimink<br />

Hendrikje, 34<br />

Reiners<br />

Armgardt, 94<br />

Remmelts<br />

Evert, 54<br />

Riesebos<br />

Jan......., 67<br />

Rietberg<br />

Truichien, 95<br />

Rijecken<br />

Neese, 92<br />

Roeberts<br />

Aaltien, 70<br />

Roelofs<br />

Aaltje, 49<br />

Arent, 65<br />

Berend, 85<br />

Berent, 12<br />

Franco, 94<br />

Hendrikje, 53<br />

Hendrikjen, 62<br />

Henrik, 70<br />

Herman, 43<br />

Hillechien, 48<br />

Willem, 68<br />

Roeteman<br />

Berent, 24<br />

Rot<br />

Wigbelt, 79<br />

Rotgers<br />

Lijsabeth, 43<br />

Rouwendaal<br />

Jan......., 47<br />

Rouwendal<br />

Janna, 26<br />

Rutgers<br />

Anna, 41<br />

Hendrik, 23<br />

Remmelt, 70<br />

S<br />

Index<br />

Sanders<br />

Albert, 86<br />

Schaapman<br />

Lubbert, 7<br />

Roelof, 14<br />

Willempje, 4<br />

Schaasbergen<br />

Teunis, 14<br />

Schaatsberg<br />

Fennegien *1868, 2<br />

Hendrik, 4, 7<br />

Scharfdenberg, op<br />

Sophia, 93<br />

Schutte<br />

Fennegien, 29<br />

Gerrit, 51<br />

Schutten<br />

Janna, 21<br />

Seine<br />

Jennegjen, 69<br />

Seinen<br />

Derk, 15<br />

Gerrit, 69<br />

Jan......., 52<br />

Klaasje, 8<br />

Simmers<br />

Hendrikje, 8<br />

Simons<br />

Henrikje, 53<br />

Smit<br />

Albert, 18<br />

Maria, 4<br />

107


Snel<br />

Gerrit, 83<br />

Snijder<br />

Hendrik, 21<br />

Jan......., 41<br />

Soet<br />

Hannes, 22<br />

Hendrik, 42<br />

Jacob, 62<br />

Steege, van der<br />

Hendrik, 29<br />

Jan......., 50<br />

Willempje, 14<br />

Steenbergen, van<br />

Christoffer, 11<br />

Stegeman<br />

Evert, 25<br />

Hermannus, 13<br />

Maria, 4<br />

Seine, 7<br />

Stevens<br />

Gerrit, 101<br />

Jantien, 82<br />

Luloff, 102<br />

Maria, 48<br />

<strong>Stoel</strong><br />

Egbert, 30<br />

Hendrik, 68<br />

Jan *1892, 2<br />

Jan......., 4, 8, 15, 51<br />

Klaasje *1868, 2<br />

Klaasje *1915, 1<br />

Stoffers<br />

Derkjen, 42<br />

Eva......., 78<br />

Gerrit, 3, 22<br />

Herman, 82<br />

Klaas, 6<br />

Margje *1850, 2<br />

Stolte<br />

Jansje, 4<br />

Straten, van<br />

Aaltje, 17<br />

Jan......., 36, 56<br />

Suttem, van<br />

Hendrick Jan, 60<br />

Swart<br />

Berent, 65<br />

Thijs, 47<br />

T<br />

Telvoren<br />

Gerrit, 55<br />

Tempelman<br />

Hendrik Willem, 5<br />

Hendrikje, 9<br />

Hendrikje *1865, 3<br />

Lucas, 59<br />

Willem, 18<br />

Tempels<br />

Hendrikje, 38<br />

Teunis<br />

Hendrik, 27<br />

Teunissen<br />

Derk, 64<br />

Theunisz<br />

Hermen, 70<br />

Thijs<br />

Aeltien, 70<br />

Thijssen<br />

Dirkje, 20<br />

Thijsz<br />

Hermen, 93<br />

Thijszen<br />

Geesien, 85<br />

Tiggelaar<br />

Aleida, 57<br />

Tijhuis<br />

Geseken, 100<br />

Timmerman<br />

Hendrik, 27<br />

Marrigje, 7<br />

Steven, 14<br />

Tonissen<br />

Jan......., 100<br />

Janna, 64<br />

V<br />

Vaerst, op de<br />

Lubbert, 99<br />

Vaerst, van der<br />

Geertruij, 57<br />

Hendrick, 91<br />

Maria, 76<br />

Veer, op 't<br />

Barbara, 92<br />

Peter, 100<br />

Velthuis<br />

Gerrit, 39<br />

Hendrikje, 9<br />

Jan......., 19<br />

Veltkamp<br />

Geertje, 30<br />

Hendrick, 51<br />

Verwei<br />

Swaantje, 10<br />

Vijge<br />

Maria, 27<br />

Steven, 47<br />

<strong>Visscher</strong><br />

Gerrit, 5<br />

Harm, 9<br />

Jan......., 3, 19<br />

Marten *1848, 2<br />

Marten *1886, 1<br />

Marten *1911, 1<br />

Marten Jan *1938, 1<br />

<strong>Visscher</strong>, in den<br />

Jan......., 95<br />

Vlesse<br />

Evert, 11, 22<br />

Grietje, 6<br />

Vliermaat<br />

Jan......., 24<br />

Vlierman<br />

Willem, 13<br />

Vonder<br />

Gesina, 8<br />

Jan......., 16<br />

Klaas *1871, 2<br />

Voorhorst<br />

Berend, 56<br />

Lambert, 36<br />

Lambertus, 17<br />

Maria Hendrika, 9<br />

Vorstelman<br />

Bartha, 36<br />

Dries, 87<br />

Jacob, 72, 97<br />

Jan......., 56, 101<br />

W<br />

Warmerink<br />

Jan......., 32<br />

Warners<br />

Maria, 50<br />

Teunisje, 36<br />

Wemekamp<br />

Hendrikus, 9<br />

Werven, van<br />

Neeltje, 98<br />

Westerhof<br />

Hendrik Jan, 9<br />

Westermars<br />

Lambert, 44<br />

Wichers<br />

Aeltje, 27<br />

Wicherts<br />

Willemtjen, 69<br />

Wichmans<br />

Aeltjen, 100<br />

Wigbelt<br />

Engbert, 61<br />

Wigbolts<br />

Frerick, 87<br />

Wijchers<br />

Aeltien, 100<br />

Wijchmans<br />

Cornelis, 79<br />

Wijnkoop<br />

Arend, 7<br />

Wijnolts<br />

Index<br />

Grietjen, 54<br />

Wijnvoorden<br />

Cornelis, 37<br />

Geesje, 17<br />

Wijnvorden<br />

Balthasar, 76<br />

Hendrik, 58<br />

Wildeman<br />

Berent, 88<br />

Willemina, 73<br />

Willems<br />

Aaltje, 83<br />

Albert, 95<br />

Anna Catharina, 44<br />

Arent, 28<br />

Eijbertjen, 62<br />

Evert, 64<br />

Gangolff, 99<br />

Geertjen, 52<br />

Hendrikje, 16<br />

Ida......., 70<br />

Jannes, 33<br />

Klaas, 53<br />

Lucas, 50<br />

Marrigje, 23<br />

Roelof, 51<br />

Willemsen<br />

Elsje, 83<br />

Wilmsen<br />

Jenneken, 55<br />

Winckel, ten<br />

Aelbert, 77<br />

Geeske, 59<br />

Winters<br />

Geertje, 55<br />

Hendrik, 72<br />

Witslagh, ter<br />

Gerrit, 103<br />

Wolde, van der<br />

Grietje, 8<br />

Wolters<br />

Aaltje, 9<br />

Coop, 96<br />

Jan Matthijs, 20<br />

Marrigjen, 94<br />

Matthijs, 40<br />

Z<br />

Zoet<br />

Dirkje, 11<br />

Zuithem, van<br />

Aaltje, 18<br />

Zuthem, van<br />

Jan Henrick, 39<br />

Zwanepol<br />

Bartje, 17<br />

108


Zwarts Antonia, 14 Jan......., 27<br />

Index<br />

109

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!