4 Onderhoud - Vetus
4 Onderhoud - Vetus
4 Onderhoud - Vetus
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
M4.55<br />
Bedieningshandleiding
34040 .0<br />
Bedieningshandleiding<br />
Serienummers<br />
Motornummer <strong>Vetus</strong>:<br />
Mitsubishi:<br />
Keerkoppeling-serienummer:<br />
M4.55<br />
Gelieve hier de serienummers in te vullen.<br />
Dit vereenvoudigt de afwikkeling bij vragen aan klantenservice en<br />
bij vragen over reparaties of reserveonderdelen (zie pag. 6).<br />
Wijzigingen zonder voorafgaande aankondiging voorbehouden.<br />
Copyright © 2007 <strong>Vetus</strong> N.V. Schiedam Holland
Lees en let op de informatie in deze<br />
bedieningshandleiding. Hiermee kunt U<br />
ongevallen vermijden, uw recht op garantie<br />
behouden en uw motor in een uitstekende<br />
staat van onderhoud houden.<br />
Raadpleeg het <strong>Vetus</strong> Diesel ‘Service-<br />
en Garantieboek’ (320 99.05) voor de<br />
garantievoorwaarden.<br />
Deze motor is uitsluitend bestemd voor<br />
de toepassing zoals in de leveringsspecificatie<br />
is opgenomen en dient uitsluitend<br />
voor dit doel te worden gebruikt. Ieder<br />
2<br />
ander gebruik geldt als in strijd met<br />
de bestemming. De fabrikant aanvaardt<br />
geen aansprakelijkheid voor de daaruit<br />
voortvloeiende schade. Het risico daarvoor<br />
draagt uitsluitend de gebruiker.<br />
Bij gebruik volgens de bestemming<br />
behoort ook het opvolgen van de door<br />
de fabriek voorgeschreven bedrijfs-,<br />
onderhouds- en reparatievoorschriften.<br />
De motor mag uitsluitend door personen<br />
bediend, onderhouden en gerepareerd<br />
worden die hiermee vertrouwd zijn en die<br />
met de gevaren bekend zijn.<br />
De in aanmerking komende voorschriften<br />
ter voorkoming van ongevallen en andere<br />
algemeen geaccepteerde veiligheids- en<br />
bedrijfskundige voorschriften moeten in<br />
acht worden genomen.<br />
Eigenmachtige wijzigingen aan de motor<br />
sluiten de aansprakelijkheid van de<br />
fabriek voor de daaruit voortvloeiende<br />
schade uit.<br />
Eveneens kunnen handelingen aan het<br />
injectie- en regelsysteem de prestaties<br />
van de motor en de uitlaatgasemissie<br />
beïnvloeden. Het voldoen aan de wet-
Inhoud<br />
1 Veiligheidsmaatregelen 4<br />
2 Inleiding 9<br />
Typeplaatje 0<br />
Motornummer 0<br />
Cilindernummering<br />
Verzegeling brandstofpomp<br />
Identificatie motoronderdelen 2<br />
Bedieningspanelen 4<br />
3 Gebruik<br />
Algemene richtlijnen 7<br />
Eerste inbedrijfstelling 8<br />
Inlopen 2<br />
Starten 22<br />
Voorgloeien 23<br />
Varen 26<br />
Stoppen 28<br />
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Inleiding 29<br />
<strong>Onderhoud</strong>sschema 30<br />
Motorolie peilen 32<br />
Controle koelvloeistofniveau 33<br />
Controleren en reinigen van het<br />
koelwaterfilter 34<br />
Aftappen van water uit de<br />
waterafscheider/brandstoffilter 35<br />
(Ontluchten) 36<br />
Motorolie verversen 37<br />
Accu, kabels en aansluitingen 40<br />
Keerkoppeling-olie peilen 42<br />
Keerkoppeling-olie verversen 43<br />
Controleren klepspeling 46<br />
Brandstoffilter vervangen 48<br />
Reinigen filter brandstofopvoer-<br />
pomp 49<br />
V-snaar controleren 50<br />
Controleren flexibele<br />
motorsteunen 5<br />
Controleren slangverbindingen 5<br />
Controleren bevestigings-<br />
middelen 5<br />
Buitenboordwaterpomp<br />
controleren 52<br />
Koelvloeistof vervangen 54<br />
Luchtfilter vervangen 58<br />
Startmotor controleren 58<br />
Dynamo controleren 58<br />
Controleren toerental 59<br />
Reinigen van de warmte-<br />
wisselaar 60<br />
5 Klaarmaken voor de winter 64<br />
6 Klaarmaken voor de zomer 67<br />
7 Storingzoeken 72<br />
8 Technische gegevens 80<br />
9 Bedrijfsstoffen<br />
Brandstof 83<br />
Smeerolie 85<br />
Koelvloeistof 87<br />
10 Electrische schema’s 88<br />
11 Hoofdafmetingen 94<br />
12 Index 95<br />
3
1 Veiligheidsmaatregelen<br />
Waarschuwingsaanduidingen<br />
In deze handleiding worden in verband<br />
met veiligheid de volgende waarschuwingsaanduidingen<br />
gebruikt:<br />
4<br />
Gevaar<br />
Geeft aan dat er een groot potentieel<br />
gevaar aanwezig is dat ernstig letsel of de<br />
dood tot gevolg kan hebben.<br />
WaarschuWinG<br />
Geeft aan dat er een potentieel gevaar<br />
aanwezig is dat letsel tot gevolg kan hebben.<br />
voorzichtiG<br />
Geeft aan dat de betreffende bedieningsprocedures,<br />
handelingen, enzovoort, letsel<br />
of fatale schade aan de machine tot gevolg<br />
kunnen hebben. Sommige VOORZICHTIGaanduidingen<br />
geven tevens aan dat er een<br />
potentieel gevaar aanwezig is dat ernstig<br />
letsel of de dood tot gevolg kan hebben.<br />
Let op<br />
Legt de nadruk op belangrijke procedures,<br />
omstandigheden, enzovoort.<br />
Waarschuwingsaanduidingen<br />
Symbolen<br />
Geeft aan dat de betreffende handeling<br />
moet worden uitgevoerd.<br />
Geeft aan dat een bepaalde handeling<br />
verboden is.<br />
Geef de veiligheidsaanwijzingen door aan<br />
andere personen die de motor bedienen.<br />
Algemene regels en wetten met betrekking<br />
tot veiligheid en ter voorkoming van<br />
ongelukken dienen altijd in acht te worden<br />
genomen.
1 Veiligheidsmaatregelen<br />
Brandgevaar!<br />
• Rook niet als brandstof wordt bijgevuld.<br />
• Voorkom dat brandstof op hete oppervlakken<br />
wordt gemorst. Gemorste<br />
brandstof moet onmiddellijk worden<br />
verwijderd.<br />
• Gebruik om onderdelen te reinigen<br />
geen benzine of diesel maar maak<br />
gebruik van in de handel verkrijgbare,<br />
niet-ontvlambare, niet-giftige oplosmiddelen<br />
van goede kwaliteit.<br />
• Wees altijd alert op eventuele brandstof-<br />
of olielekkage!<br />
Als u lekkage ontdekt, neem dan<br />
onmiddellijk tegenmaatregelen. Als er<br />
op de hete motor brandstof of olie<br />
wordt gemorst, kan brand optreden.<br />
Lichamelijk letsel of schade aan de<br />
apparatuur kan hiervan het gevolg zijn.<br />
• Vul de brandstoftank niet bij terwijl de<br />
motor loopt!<br />
Alleen bij stilstaande motor tanken.<br />
• Plaats nooit brandbare materialen in de<br />
nabijheid van de motor.!<br />
• Houd de motor en de motorruimte<br />
schoon!<br />
Verwijder alle ontvlambare materialen<br />
zoals brandstof, olie, en andere rommel,<br />
voordat deze zich in de nabijheid<br />
van de motor ophopen.<br />
Voorkomen van brand en explosies<br />
• Aansluiten (nood) hulp-start-accu<br />
Handel als volgt wanneer een hulpstart-accu<br />
wordt gebruikt om de motor<br />
te starten:<br />
- Sluit eerst de pluskabel aan.<br />
- Sluit als laatste de massakabel (negatieve<br />
pool) aan op het motorblok<br />
Als deze kabel abusievelijk aangesloten<br />
wordt op de negatieve pool<br />
van de motoraccu, kan een vonk<br />
optreden. Het gevolg hiervan is dat<br />
het door de accu geproduceerde<br />
explosieve gas wordt ontstoken.<br />
- Als de motor gestart is, verwijder dan<br />
eerst de massakabel.<br />
5
1 Veiligheidsmaatregelen<br />
• De draaiende onderdelen van de motor<br />
zijn gevaarlijk. Raak tijdens bedrijf van<br />
de motor nooit bewegende delen aan<br />
om snijwonden en andere verwondingen<br />
te voorkomen.<br />
• Zet de motor uit voordat onderhoud<br />
wordt verricht!<br />
• Zet de motor altijd uit voordat olie,<br />
koelvloeistof of brandstof wordt bijgevuld<br />
of ververst.<br />
• Alvorens inspectie en onderhoud uit<br />
te voeren moet eerst de contactsleutel<br />
worden verwijderd en de accuhoofdschakelaar<br />
worden uitgeschakeld.<br />
6<br />
• Overtuig u ervan dat alles in orde is<br />
voordat de motor weer wordt gestart!<br />
Overtuig u ervan dat er niemand aan of<br />
in de buurt van de motor werkt voordat<br />
u de motor start. Verwijder alle vreemde<br />
materialen uit de motor, zoals rommel,<br />
olie, gereedschap, en andere onderdelen<br />
die geen deel uitmaken van de<br />
motor.<br />
• Installeer de beschermende afdekkingen!<br />
Zorg ervoor dat, om letsel te voorkomen,<br />
alle beschermende afdekkingen<br />
en afdekplaten op de draaiende onderdelen<br />
zijn geplaatst.<br />
Voorkomen van letsel<br />
• Verwijder het torngereedschap als dit<br />
niet wordt gebruikt. Als u dit nalaat, kan<br />
ernstig letsel of schade aan de machine<br />
hiervan het gevolg zijn.<br />
• Open de dop op de expansietank nooit<br />
als de motor op bedrijfstemperatuur is.<br />
• Controleer het koelvloeistofniveau<br />
alleen nadat de motor is stopgezet en<br />
de vuldop op de warmtewisselaar koel<br />
genoeg is om deze met blote handen te<br />
verwijderen.<br />
• Probeer bij een draaiende motor nooit<br />
de ventilatorriem bij te stellen.
1 Veiligheidsmaatregelen<br />
• Ga voorzichtig te werk met accuzuur!<br />
Als accuzuur in contact komt met de<br />
ogen of huid, was deze lichaamsdelen<br />
dan onmiddellijk uit met een ruime hoeveelheid<br />
water. Als accuzuur in contact<br />
komt met de ogen, was dan onmiddellijk<br />
uw ogen uit en raadpleeg een arts.<br />
• Ga voorzichtig te werk met antivries!<br />
Als u per abuis antivries inneemt, dwing<br />
uzelf dan over te geven en raadpleeg<br />
onmiddellijk een arts. Als antivries in<br />
contact komt met uw ogen, was deze<br />
dan onmiddellijk schoon met een ruime<br />
hoeveelheid water en raadpleeg een<br />
arts.<br />
• Zorg ervoor dat u voor het werk passende<br />
werkkleding draagt!<br />
Voor uw eigen veiligheid heeft u wellicht<br />
speciale onderdelen nodig - veiligheidshelm,<br />
gezichtsbescherming, veiligheidsschoenen,<br />
veiligheidsbril, zware<br />
handschoenen, oorbeschermers, etc.<br />
Gebruik deze als dat nodig is.<br />
• Voer onderhoudswerkzaamheden veilig<br />
uit door uitsluitend passend gereedschap<br />
toe te passen.<br />
• Uitlaatwalmen<br />
Laat de motor nooit draaien als het<br />
uitlaatsysteem niet op de motor is aangesloten.<br />
Voorkomen van letsel<br />
7
1 Veiligheidsmaatregelen<br />
• Wanneer de motor plotseling stilvalt:<br />
Als de motor plotseling is gestopt, start<br />
deze dan niet onmiddellijk opnieuw.<br />
Spoor de oorzaak op en verricht de<br />
benodigde reparaties voordat u de<br />
motor opnieuw start. Als u dit niet doet,<br />
kunnen er ernstige motorproblemen<br />
ontstaan.<br />
• Als de smeeroliedruk laag is:<br />
Stop de motor onmiddellijk en controleer<br />
het smeeroliesysteem. Een motor<br />
in bedrijf met lage smeeroliedruk kan<br />
tot gevolg hebben dat lagers en andere<br />
onderdelen vastlopen.<br />
8<br />
• Als de motor oververhit raakt:<br />
Indien de motor oververhit raakt, schakel<br />
deze dan niet onmiddellijk uit. Als<br />
een oververhitte motor plotseling wordt<br />
uitgeschakeld, kan dit tot gevolg hebben<br />
dat de koelvloeistoftemperatuur<br />
snel stijgt en bewegende onderdelen<br />
vastlopen. Laat de motor eerst stationair<br />
draaien om de hete gebieden<br />
in de motor af te laten koelen, en vul<br />
vervolgens geleidelijk koelvloeistof bij.<br />
Onthoud: het bijvullen van koelvloeistof<br />
aan een oververhitte motor kan schade<br />
toebrengen aan de cilinderkop.<br />
Tijdens het optreden van problemen<br />
• Als de ventilatorriem gebroken is:<br />
Zet de motor onmiddellijk stop. Als een<br />
motor wordt gebruikt met een gebroken<br />
ventilatorriem, kan dit tot gevolg hebben<br />
dat de motor oververhit raakt, wat<br />
op zijn beurt tot gevolg kan hebben<br />
dat de koelvloeistof uit de expansietank<br />
spuit.
2 Inleiding<br />
Geachte cliënt,<br />
<strong>Vetus</strong> dieselmotoren zijn ontworpen voor<br />
zowel plezier- en beroepsvaart. Een ruime<br />
keus aan varianten wordt aangeboden<br />
om aan elke specifieke eis te voldoen.<br />
Uw motor is afgestemd op inbouw in<br />
uw schip. Dit betekent dat niet noodzakelijkerwijs<br />
alle in deze handleiding<br />
genoemde onderdelen aan uw motor<br />
gemonteerd zijn.<br />
Wij hebben getracht de verschillen duidelijk<br />
te maken, zodat u de voor u motor<br />
relevante bedrijfs- en onderhoudstips<br />
makkelijk kunt vinden.<br />
Gelieve deze handleiding te lezen alvorens<br />
de motor in gebruik te nemen en de<br />
gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen in<br />
acht te nemen.<br />
Voor eventuele vragen staan wij tot uw<br />
beschikking.<br />
Uw,<br />
<strong>Vetus</strong> n.v.<br />
9
2 Inleiding<br />
VD0 39 VD0 048 VD0 32<br />
1 Typeplaatje<br />
Het <strong>Vetus</strong> motornummer en motorgegevens<br />
zijn op het typeplaatje aangebracht.<br />
Bij bestelling van reserve-onderdelen<br />
moet het <strong>Vetus</strong> motornummer worden<br />
opgegeven.<br />
0<br />
2 Plaats van het typeplaatje<br />
Het <strong>Vetus</strong> motor-typeplaatje is aangebracht<br />
op het kleppendeksel.<br />
Typeplaatje, Motornummer<br />
3 Motornummer<br />
Het Mitsubishi motornummer is ingeslagen<br />
in de brandstofpomp.
2 Inleiding<br />
VD00637<br />
4 Cilindernummering<br />
De cilinders zijn doorlopend genummerd<br />
beginnende bij de voorzijde.<br />
VD00 45<br />
Verzegeling<br />
5 Verzegeling brandstofpomp<br />
Cilindernummering, Verzegeling brandstofpomp<br />
voorzichtiG<br />
Maximum<br />
toeren stelschroef<br />
Het verbreken van de verzegelingen op<br />
de regulateur voor het wijzigen van de<br />
instellingen van het maximale toerental<br />
en de maximale inspuithoeveelheid mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd<br />
<strong>Vetus</strong> Service personeel.<br />
Het verbreken van de verzegelingen en<br />
het wijzigen van de instellingen kan leiden<br />
tot:<br />
• Versnelde slijtage van motoronderdelen.<br />
• Toename van brandstof- en olieverbruik.<br />
• Onjuist afgestelde inspuithoeveelheid<br />
en slechte motorprestatie.<br />
• Inbreuk op emissiewetgeving.
2 Inleiding<br />
Olievuldop<br />
2 Aansluiting brandstoftoevoerleiding<br />
8 mm<br />
3 Brandstofopvoerpomp<br />
4 Oliefilter<br />
5 Motoroliekoeler<br />
6 Aftapplug waterafscheider/brandstoffilter<br />
7 Waterafscheider/ brandstoffilter<br />
8 Keerkoppeling<br />
9 Filter keerkoppeling<br />
0 Luchtinlaat<br />
Keerkoppeling oliekoeler<br />
2 Luchtfilter<br />
3 Turbo<br />
4 Aansluitkast electrisch systeem en<br />
zekering<br />
5 Aansluiting brandstofretourleiding<br />
8 mm<br />
6 Ontluchtingsnippel waterafscheider/<br />
brandstoffilter<br />
7 Oliepeilstok<br />
8 Handbediening electrische stop<br />
9 Aansluiting trek-druk kabel gashandel<br />
20 Olievuldop<br />
2<br />
VD0 49<br />
9 8 7 6 5 4<br />
Identificatie motoronderdelen<br />
Servicezijde<br />
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20<br />
3<br />
2<br />
1
2 Inleiding<br />
26 25 24<br />
VD0 50<br />
27 28, 29 30 31 32<br />
33<br />
23<br />
34 35<br />
22 21<br />
Identificatie motoronderdelen<br />
Startmotorzijde<br />
2 Aansluiting trek-drukkabel keerkoppeling<br />
22 Aftapplug keerkoppeling<br />
23 Oliepeilstok/vuldop keerkoppeling<br />
24 Startmotor<br />
25 Dynamo<br />
26 Buitenwaterpomp, inlaatdiam.<br />
ø 20 mm<br />
27 V-snaar<br />
28 Aansluiting extra expansietank<br />
(alleen kielkoeluitvoering)<br />
29 Ontluchtingsnippel koelsysteem<br />
30 Vuldop (drukdop) koelsysteem<br />
3 Expansietank<br />
32 Warmtewisselaar<br />
33 Aftapplug koelsysteem<br />
34 Aansluiting beluchter<br />
35 Uitlaatinjectiebocht ø 50 mm<br />
3
2 Inleiding<br />
VD00576<br />
Standaardpaneel (model 22)<br />
Fly-bridge paneel (excl. voltmeter, model 21)<br />
4<br />
1 2<br />
4 5 6 7 8 9 3<br />
Toeren/urenteller<br />
2 Voltmeter<br />
3 Start-gloeischakelaar/slot<br />
4 Controlelampje buitenwatertemperatuur<br />
5 Controlelampje oliedruk<br />
VD00575<br />
5 4 6 8 7 3<br />
Zeilbootpaneel (model 10)<br />
6 Controlelampje binnenwatertemperatuur<br />
7 Controlelampje laadstroom<br />
8 Controlelampje voorgloeien<br />
9 Controlelampje oliedruk keerkoppeling *<br />
*) Optie, standaard niet aangesloten.<br />
Bedieningspanelen,<br />
motoren met interkoeling
2 Inleiding<br />
VD00630<br />
1 2<br />
4 5 6 7 8 9 3<br />
Standaardpaneel (model 22)<br />
Fly-bridge paneel (excl. voltmeter, model 21)<br />
Toeren/urenteller<br />
2 Voltmeter<br />
3 Start-gloeischakelaar/slot<br />
4 Controlelampje laadstroom 2e dynamo<br />
5 Controlelampje oliedruk<br />
6 Controlelampje binnenwatertemperatuur<br />
7 Controlelampje laadstroom<br />
8 Controlelampje voorgloeien<br />
9 Controlelampje oliedruk keerkoppeling *<br />
*) Optie, standaard niet aangesloten.<br />
Bedieningspanelen,<br />
motoren met kielkoeling<br />
5
2 Inleiding<br />
VD0063<br />
Uitgebreid paneel (model 34)<br />
6<br />
10<br />
11<br />
Toeren/urenteller<br />
2 Voltmeter<br />
3 Start-gloeischakelaar/slot<br />
4 Controlelampje buitenwatertemperatuur<br />
5 Controlelampje oliedruk<br />
6 Controlelampje binnenwatertemperatuur<br />
1 2<br />
4 5 6 7 8 9 3<br />
7 Controlelampje laadstroom<br />
8 Controlelampje voorgloeien<br />
9 Controlelampje oliedruk keerkoppeling *<br />
0 Temperatuurmeter, binnenwater<br />
Oliedrukmeter<br />
*) Optie, standaard niet aangesloten.<br />
Bedieningspanelen,<br />
optie
3 Gebruik<br />
Algemene richtlijnen voor gebruik<br />
Het gevolg geven aan de hierna volgende<br />
aanbevelingen zal resulteren in een langere<br />
levensduur, in betere prestaties en in<br />
meer economisch gebruik van uw motor.<br />
• Voer regelmatig alle aangegeven onderhoud<br />
uit, inclusief de ‘Dagelijks voor het<br />
starten’ procedures.<br />
• Gebruik het gehele jaar door anti-vries<br />
om de motor zowel tegen corrosie<br />
als tegen vorstschade te beschermen.<br />
Voor specificatie zie pag. 87.<br />
• Laat de motor nooit draaien zonder<br />
thermostaat.<br />
• Gebruik een goede kwaliteit smeerolie.<br />
Voor specificatie zie pag. 84.<br />
• Gebruik een goede kwaliteit dieselbrandstof<br />
die vrij is van water en andere<br />
verontreinigingen.<br />
• Stop altijd onmiddellijk de motor als<br />
een van de controlelampjes voor oliedruk,<br />
te hoge binnenwatertemperatuur,<br />
Algemene richtlijnen<br />
te hoge buitenwatertemperatuur of<br />
laadcontrole oplicht.<br />
• Volg altijd de veiligheidsadviezen op,<br />
zie pag. 4.<br />
Alleen motoren met interkoeling.
3 Gebruik<br />
Motorolie<br />
5,5 liter 5W40<br />
API: CF, CF-4, CI-4<br />
Bijvoorbeeld:<br />
<strong>Vetus</strong> Marine Diesel Engine Oil<br />
5 W-40<br />
Shell Nautilus Premium Inboard<br />
5W-40<br />
1 Ingebruikname van de motor<br />
Alvorens de motor voor de eerste keer<br />
wordt gestart dienen de volgende handelingen<br />
te worden verricht:<br />
8<br />
VD0 052<br />
OIL<br />
2 Vul met motorolie<br />
Standaard worden de motoren geleverd<br />
zonder olie.<br />
Vul de motor met olie via de vulnek op het<br />
kleppendeksel.<br />
Controleer het olieniveau met de peilstok,<br />
zie pag. 32.<br />
VD0 42<br />
OIL<br />
Eerste inbedrijfstelling<br />
Een tweede olievuldop bevindt zich op<br />
het distributiedeksel.
3 Gebruik<br />
<strong>Vetus</strong> motoren worden geleverd met<br />
onder andere Technodrive en ZF-Hurth<br />
keerkoppelingen.<br />
Als uw motor is voorzien van een<br />
ander merk keerkoppeling volg dan de<br />
instructies uit de meegeleverde handleiding<br />
op betreffende olie peilen, verzorging<br />
en onderhoud.<br />
3 Vullen keerkoppeling met olie<br />
Vul de keerkoppeling met olie.<br />
Controleer het olieniveau met de peilstok,<br />
zie pag. 42.<br />
OIL OIL<br />
Technodrive:<br />
type TM345 : ,6 liter, Motorolie<br />
SAE 20W40-CD<br />
type TM345A : ,6 liter, Motorolie<br />
SAE 20W40-CD<br />
type TMC60 : 0,8 liter, Motorolie<br />
SAE 20/30<br />
Eerste inbedrijfstelling<br />
VD0 034 7 27<br />
VD0 024<br />
ZF Hurth:<br />
type ZF25 : 2,5 liter<br />
type ZF25A : ,8 liter<br />
ATF :Automatic Transmission Fluid;<br />
Transmissie olie type A, Suffix A.<br />
9
3 Gebruik<br />
4 Vullen koelsysteem<br />
Verwijder de dop van de vulnek op het<br />
warmtewisselaarhuis.<br />
Verwijder de bout bovenop het deksel van<br />
het thermostaathuis, om het koelsysteem<br />
goed te kunnen ontluchten.<br />
Vul het koelsysteem.<br />
Gebruik een mengsel van 40% anti-vries<br />
(op ethyleen-glycol basis) en 60% schoon<br />
leidingwater of gebruik een koelvloeistof.<br />
Voor specificaties zie pag. 87.<br />
20<br />
KoelVloeistofhoeVeelheid : 6,5 liter<br />
VD0 29<br />
VD00 58<br />
VD0 30<br />
Het koelvloeistofniveau moet ca. cm<br />
onder de onderzijde van de vulnek staan.<br />
Tijdens het vullen wordt automatisch ontlucht!<br />
Monteer de vuldop.<br />
Controleer het koelvloeistofniveau in het<br />
warmtewisselaarhuis nadat de motor<br />
voor de eerste keer in bedrijf is geweest,<br />
bedrijfstemperatuur bereikt heeft en weer<br />
afgekoeld is tot omgevingstemperatuur.<br />
Eerste inbedrijfstelling<br />
Let op<br />
BoiLer<br />
Als op de motor een boiler is aangesloten<br />
en deze boiler is hoger opgesteld<br />
dan de bovenzijde van de motor dan<br />
wordt deze niet automatisch ontlucht!<br />
Volg de aanwijzingen voor het vullen<br />
op pag. 57.<br />
Bijvullen, indien noodzakelijk.<br />
voorzichtiG<br />
Vul het koelsysteem nooit bij met zeewater<br />
of met brak water.
3 Gebruik<br />
VD00002<br />
FUEL<br />
5 Brandstof<br />
Overtuig u ervan dat de brandstoftank met<br />
dieselolie is gevuld.<br />
Gebruik uitsluitend schone, watervrije, in<br />
de handel verkrijgbare dieselolie.<br />
Voor brandstofkwaliteit zie pag. 83.<br />
Ontlucht het brandstofsysteem, zie pag.<br />
36.<br />
WaarschuWinG<br />
Alleen bij stilstaande motor tanken. Mors<br />
geen brandstof. Voorkomen onnodige<br />
vervuiling van het milieu.<br />
6 Overige voorbereidingen<br />
• Controleer de accu en de aansluitingen<br />
van de accukabels.<br />
• Start de motor, zie pag. 22, en laat deze<br />
ca. 0 minuten onbelast proefdraaien.<br />
Controleer de motor en alle aansluitingen<br />
(brandstof, koelwater en uitlaat) op<br />
dichtheid.<br />
7 Inlopen<br />
Eerste inbedrijfstelling<br />
Inlopen<br />
Om een lange levensduur voor uw motor<br />
te bereiken dient gedurende de eerste 50<br />
uur aandacht aan het volgende te worden<br />
besteed:<br />
• Laat de motor op temperatuur komen<br />
alvorens hem te belasten.<br />
• Vermijd snelle acceleratie.<br />
• Laat de motor niet sneller draaien dan<br />
3/4 van het maximum toerental.<br />
2
3 Gebruik<br />
Controleer vóór het starten aLtijd de<br />
navolgende punten:<br />
• Motoroliepeil.<br />
• Koelvloeistofniveau.<br />
• Buitenboordwaterkraan open.<br />
• Hoofdschakelaar ‘aan’.<br />
• Keerkoppeling in stand ‘neutraaL’.<br />
Na reparatiewerkzaamheden:<br />
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen<br />
gemonteerd zijn en of alle gereedschappen<br />
van de motor verwijderd zijn.<br />
Bij het starten met gloeien geen extra<br />
starthulpen toepassen (b.v. inspuiten met<br />
snelstart). Dit kan tot ongevallen leiden.<br />
22<br />
neutraal<br />
keerkoppeling<br />
achteruit<br />
gas<br />
achteruit<br />
8 Voorbereiding starten<br />
keerkoppeling<br />
vooruit<br />
Controleer alvorens de motor te starten<br />
altijd of de bedieningshandel(s) in stand<br />
neutraal staat(staan).<br />
WaarschuWinG<br />
gas<br />
vooruit<br />
VD00 VD00 2<br />
Start nooit de motor als de brandstofinjectiepomp<br />
verwijderd is. Neem de<br />
accuverbindingen los.<br />
9 Bedieningshandel<br />
half gas,<br />
keerkoppeling<br />
niet ingeschakeld<br />
Starten<br />
Zet de bedieningshandel in de stand ‘half<br />
gas’ zonder de keerkoppeling in te schakelen.
3 Gebruik<br />
VD00 07 VD00 08<br />
Draai de startsleutel op het instrumentenpaneel<br />
naar rechts; de controlelampjes<br />
voor oliedruk en dynamo gaan nu branden<br />
en de alarmzoemer treedt in werking.<br />
10 Voorgloeien<br />
Draai de sleutel verder naar rechts tot op<br />
de stand ‘ ’. Alleen het gloeicontrole<br />
lampje brandt nu.<br />
Houdt de sleutel ca. 6 seconden in deze<br />
stand.<br />
11 Voorgloeitijd<br />
De optimale voorgloeitijd is afhankelijk<br />
van de omgevingstemperatuur; hoe lager<br />
de omgevingstemperatuur, hoe langer de<br />
voorgloeitijd welke noodzakelijk is. Zie<br />
tabel.<br />
Omgevingstemperatuur<br />
Voorgloeitijd<br />
voorzichtiG<br />
Starten<br />
Hoger dan + 5°C ca. 6 seconden<br />
+5°C tot -5°C ca. 2 seconden<br />
Lager dan -5°C ca. 8 seconden<br />
Maximaleinschakelduur<br />
minuut<br />
Overschrijdt nooit de maximale voorgloeitijd<br />
om verbranden van de gloeipluggen<br />
te voorkomen.<br />
23
3 Gebruik<br />
VD00 09 VD00 0<br />
12 Starten<br />
Draai nu de sleutel verder naar de ‘start’<br />
positie.<br />
24<br />
Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat<br />
(de sleutel draait terug naar de ‘on’<br />
positie) en neem gas terug.<br />
Laat de sleutel, tijdens het draaien van de<br />
motor, in deze stand staan.<br />
voorzichtiG<br />
Starten<br />
Laat de sleutel los als de motor niet binnen<br />
0 seconden aanslaat.<br />
Laat de startmotor 30 seconden afkoelen<br />
alvorens de sleutel weer naar de 'start'<br />
stand te draaien.
3 Gebruik<br />
Controleer of beide lampjes voor oliedruk<br />
en dynamo gedoofd zijn.<br />
Het koelwater moet nu uit de uitlaat stromen;<br />
is dit niet het geval, stop dan onmiddellijk<br />
de motor .<br />
Alleen motoren met interkoeling<br />
Laat de motor 5 tot 0 minuten stationair<br />
draaien. Een goede opwarming is van<br />
essentieel belang om een maximale<br />
levensduur en prestatie te bewerkstelligen.<br />
Draai nooit de hoofdschakelaar uit, terwijl<br />
de motor draait.<br />
VD00629<br />
voorzichtiG<br />
Starten<br />
Draai de sleutel, tijdens draaien van de<br />
motor, nooit naar de ‘start’ positie.<br />
De startmotor kan hierdoor worden<br />
beschadigd.<br />
25
3 Gebruik<br />
Het bedieningspaneel is voorzien van de<br />
volgende meetinstrumenten (Afhankelijk<br />
van het type paneel, zie pag. 4.)<br />
26<br />
VD00 3<br />
13 Toerenteller<br />
Deze geeft het aantal omwentelingen per<br />
minuut van de motor aan.<br />
Tevens wordt het aantal bedrijfsuren aangegeven.<br />
Stationair toerental: 900 omw/min<br />
WaarschuWinG<br />
Varen<br />
Vermijd om de motor langer dan 0 minuten<br />
stationair te laten draaien.<br />
Dit kan leiden tot koolafzettingen in de<br />
verbrandingskamers en een onvolledige<br />
verbranding van de brandstof.
3 Gebruik<br />
VD00 4<br />
14 Voltmeter<br />
Deze geeft de accuspanning aan.<br />
Bij draaiende motor dient de accuspanning<br />
2 tot 4 Volt, te bedragen.<br />
Bij stilstaande motor, met het startslot<br />
in de eerste stand zal de voltmeter ca.<br />
2 Volt aanwijzen.<br />
15 Controlelampjes<br />
Tijdens het draaien van de motor mogen<br />
geen van de 5 controlelampjes branden.<br />
16 Alarmzoemer<br />
Varen<br />
Zowel oliedruk, laadcontrole als de temperatuurcontrolelampjes<br />
zijn aangesloten<br />
op de alarmzoemer. Mocht deze zoemer<br />
tijdens de vaart alarm geven, stop dan<br />
onmiddeLLijk de motor.<br />
27
3 Gebruik<br />
VD00 05 VD00 06 VD0 057<br />
17 Electrisch stoppen<br />
Neem gas terug naar stationair en schakel<br />
de keerkoppeling in ‘neutraaL’. Draai de<br />
sleutel geheel naar links dóór de ’off’<br />
positie heen.<br />
Stop de motor nooit onmiddellijk nadat er<br />
lange tijd gevaren is. Laat de motor dan<br />
eerst enkele minuten stationair draaien<br />
alvorens deze te stoppen.<br />
28<br />
Wanneer de motor gestopt is, zet dan de<br />
sleutel terug in de ’off’ positie.<br />
Indien de motor langere tijd niet gebruikt<br />
wordt verdient het aanbeveling de buitenboordkraan<br />
te sluiten en de hoofdschakelaar<br />
uit te draaien.<br />
18 Mechanisch stoppen<br />
Stoppen<br />
Op de motor zelf kan worden gestopt door<br />
de zwarte knop op de brandstofpomp in<br />
te drukken.<br />
Indien de electrisch bekrachtigde brandstofklep<br />
niet afsluit kan op deze manier<br />
toch de motor worden gestopt.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Inleiding<br />
De hierna volgende richtlijnen dienen voor<br />
dagelijks en periodiek onderhoud. Voer<br />
elk onderhoud uit op het aangegeven<br />
tijdstip.<br />
De aangegeven tijdsintervallen zijn voor<br />
normale gebruiksomstandigheden. Pleeg<br />
frequenter onderhoud onder zware<br />
omstandigheden.<br />
Verwaarlozen van het onderhoud kan leiden<br />
tot storingen en blijven schade aan<br />
de motor.<br />
Op garantie kan geen aanspraak worden<br />
gemaakt indien er sprake is van gebrekkig<br />
onderhoud.<br />
Houd de volgende gegevens bij in het<br />
logboek en/of in het ‘Service- en garantieboek’:<br />
• Aantal bedrijfsuren (aflezing bedrijfsurenteller).<br />
• De hoeveelheid olie, brandstof, en koelvloeistof<br />
dat voor bijvullen nodig is.<br />
• De periodieke tijdstippen waarop olie<br />
en koelvloeistof zijn ververst.<br />
Inleiding<br />
• Smeeroliedruk en koelvloeistoftemperatuur.<br />
• Onderdelen waaraan onderhoud is verricht<br />
en het soort onderhoud (afstelling,<br />
reparatie of vervanging), en de resultaten<br />
van elk onderhoud<br />
• Veranderingen in bedrijfsomstandigheden;<br />
bijvoorbeeld: ‘Uitlaatrook werd<br />
zwart’, enzovoort.<br />
29
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
30<br />
Iedere 10 uur of dagelijks, voor het starten<br />
Motorolie peilen 32<br />
Controle koelvloeistofniveau 33<br />
Controle koelwaterfilter 34<br />
Na de eerste 50 uur<br />
Aftappen van water uit het brandstoffilter 35<br />
Motorolie verversen 37<br />
Oliefilter vervangen 38<br />
Keerkoppeling-olie verversen (Technodrive) 43<br />
Keerkoppeling-olie verversen en filter vervangen<br />
(ZF-Hurth)<br />
44<br />
Brandstoffilter vervangen 48<br />
Controle stationair toerental 59<br />
Gevaar<br />
Alle onderhoudswerkzaamheden alleen bij stilstaande motor<br />
uitvoeren.<br />
Iedere 100 uur, tenminste 1 x per jaar<br />
<strong>Onderhoud</strong>sschema<br />
Aftappen van water uit het brandstoffilter 35<br />
Motorolie verversen 37<br />
Oliefilter vervangen 38<br />
Accu’s, accukabels en accuaansluitingen 40<br />
Keerkoppeling-olie peilen 42<br />
Iedere 500 uur, tenminste 1 x per jaar<br />
Keerkoppeling-olie verversen (Technodrive) 43<br />
Keerkoppeling-olie verversen en filter vervangen<br />
(ZF-Hurth)<br />
44<br />
Controle klepspeling 46<br />
Brandstoffilter vervangen 48<br />
Reingen filter brandstofopvoerpomp 49<br />
V- snaar controleren 50<br />
Controle flexibele motorsteunen 5<br />
Controle op lekkage 5<br />
Controle bevestigingsmiddelen 5
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Iedere 500 uur<br />
Inspuitdruk controleren en afstellen *)<br />
Gloeibougies controleren *)<br />
Iedere 1000 uur, tenminste 1 x per 2 jaar<br />
Buitenboordwaterpomp controleren **) 52<br />
Koelvloeistof vervangen 54<br />
Luchtfilter vervangen 58<br />
Iedere 1000 uur<br />
Startmotor controleren 58<br />
Dynamo controleren 58<br />
Turbolader controleren *)<br />
Gevaar<br />
Alle onderhoudswerkzaamheden alleen bij stilstaande motor<br />
uitvoeren.<br />
Indien noodzakelijk<br />
<strong>Onderhoud</strong>sschema<br />
Ontluchten brandstofsysteem 36<br />
Reinigen warmtewisselaar **) 60<br />
Controle stationair toerental 59<br />
*) Raadpleeg het service manual, werkzaamheden uit te voeren<br />
door een <strong>Vetus</strong> Mitsubishi dealer.<br />
**) Alleen bij motoren met interkoeling.<br />
3
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD0 43 VD00 55 VD0 052<br />
1 Olie peilen<br />
Zet de motor af.<br />
De peilstok bevindt zich aan de stuurboordzijde<br />
van de motor.<br />
32<br />
2 Oliepeil<br />
Het oliepeil moet op of bij de bovenste<br />
streep op de peilstok staan*. Indien<br />
nodig, olie bijvullen van het zelfde merk<br />
en soort.<br />
*) De hoeveelheid olie tussen de beide<br />
merkstrepen bedraagt: ,9 liter<br />
3 Olie bijvullen<br />
Motorolie peilen<br />
Dagelijks, voor het starten.<br />
De olievuldop bevindt zich boven op het<br />
kleppendeksel.<br />
Een tweede olievuldop bevindt zich op<br />
het distributiedeksel, zie pag. 8.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD0 3<br />
VD00 58<br />
4 Controle koelvloeistofniveau<br />
Controleer het koelvloeistofniveau in de<br />
expansietank. Dit moet gecontroleerd worden<br />
bij koude motor.<br />
Verwijder de dop van de vulnek op de<br />
warmtewisselaar.<br />
Het koelvloeistofniveau moet ca. cm<br />
onder de onderzijde van de vulnek staan.<br />
VD0 30<br />
Bijvullen, indien nodig.<br />
Verwijder tijdens het bijvullen de bout<br />
bovenop het deksel van het thermostaathuis,<br />
om het koelsysteem goed te kunnen<br />
ontluchten.<br />
WaarschuWinG<br />
Open nooit de dop op de warmtewisselaar<br />
wanneer de motor op bedrijfstemperatuur<br />
gekomen is.<br />
Controle koelvloeistofniveau<br />
Dagelijks, voor het starten.<br />
VD0 29<br />
5 Bijvullen koelsysteem<br />
Het intern koelsysteem kan worden bijgevuld<br />
met een mengsel van anti-vries (40%)<br />
en schoon leidingwater (60%) of met een<br />
speciale koelvloeistof. Voor specificaties,<br />
zie pag. 87.<br />
voorzichtiG<br />
Vul het koelsysteem nooit met zeewater of<br />
brakwater.<br />
33
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD00 25 CT30 9<br />
6 Controleren van het koelwaterfilter<br />
Controleer dagelijks of er zich vuil in het<br />
koelwaterfilter bevindt.<br />
34<br />
7 Reinigen van het koelwaterfilter<br />
Sluit de de buitenboordwaterkraan alvorens<br />
het filterdeksel los te nemen.<br />
Reinig het koelwaterfilter zo vaak als<br />
nodig is, afhankelijk van de vervuiling van<br />
het vaarwater, maar tenminste eenmaal<br />
per halfjaar. Een vervuild koelwaterfilter<br />
kan leiden tot een hogere temperatuur<br />
dan normaal, of tot oververhitting van de<br />
motorkoelvloeistof.<br />
Controleren en reinigen van het koelwaterfilter<br />
Dagelijks, vóór het starten.<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
Controleer na het reinigen en monteren<br />
van het deksel de afdichting van het deksel<br />
op het filterhuis. Bij een niet goed afgedicht<br />
deksel zuigt de buitenwaterpomp<br />
tevens lucht aan; dit kan leiden tot een te<br />
hoge motortemperatuur.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Gevaar<br />
Rook niet als u water en bezinksel aftapt.<br />
Houd vlammen en ontstekingsonderdelen<br />
uit de omgeving. Verwijder gemorste vloeistof<br />
en rommel voordat u de motor start.<br />
VD0 54<br />
Aftappen van water uit de waterafscheider/brandstoffilter<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
8 Brandstoffilter aftappen<br />
• Draai de aftapplug aan de onderzijde<br />
van het filter open.<br />
• Laat het water eruit lopen en sluit de<br />
aftapplug.<br />
VD00027<br />
9 Waterafscheider aftappen<br />
Tap de separaat opgestelde waterafscheider<br />
af:<br />
• Draai de aftapplug aan de onderzijde<br />
van het filter open.<br />
• Laat het water eruit lopen en sluit de<br />
aftapplug.<br />
N.B : De waterafscheider behoort niet tot<br />
de standaard leveringsomvang maar moet<br />
wel worden geïnstalleerd!<br />
35
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD00 07<br />
10 Ontluchten<br />
Na het aftappen van de waterafscheider/<br />
brandstoffilter moet het brandstofsysteem<br />
worden ontlucht.<br />
Het brandstofsysteem is zelfontluchtend.<br />
Draai de sleutel in het startslot in de<br />
stand 'ON', de brandstofpomp zal nu het<br />
systeem doorpompen.<br />
36<br />
Aftappen van water uit de waterafscheider/brandstoffilter<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
VD0 33 3<br />
Open de ontluchtingsnippel op het filter<br />
om het ontluchten sneller te laten verlopen.<br />
Sluit de ontluchtingsnippel als alle lucht<br />
ontsnapt is.<br />
VD00 09<br />
11 Start de motor<br />
Bedien het startslot tot de motor aanslaat;<br />
laat de sleutel los als de motor niet binnen<br />
20 seconden aanslaat.<br />
Wacht tot de startmotor stilstaat alvorens<br />
opnieuw een poging te doen.<br />
Herhaal het bovenstaande indien de motor<br />
na korte tijd afslaat.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
12 Motorolie verversen<br />
Elke 00 bedrijfsuren moet de motorolie<br />
ververst worden (tezamen met het vernieuwen<br />
van het oliefilter).<br />
Indien de motor minder dan 00 draaiuren<br />
per jaar maakt dient de olie minstens eenmaal<br />
per jaar te worden ververst.<br />
Laat de motor enkele minuten draaien<br />
alvorens de olie te verversen; warme olie<br />
laat zich gemakkelijk verpompen.<br />
Ververs de olie met een stilstaande motor<br />
op bedrijfstemperatuur. (Smeerolie-temperatuur<br />
max. 80°C.)<br />
Gevaar<br />
Let op gevaar van verbranden van de huid<br />
bij het aftappen van hete olie! Oude olie<br />
moet worden opvangen in een blik o.i.d.<br />
zodat u zich er volgens de voorschriften<br />
van kan ontdoen.<br />
VD0 063<br />
13 Aftappen olie<br />
Motorolie verversen<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
Verwijder de oliepeilstok; plaats in de buis<br />
voor de peilstok de aanzuigslang van de<br />
meegeleverde aftappomp.<br />
Druk het pomphandel snel naar beneden<br />
en trek het langzaam omhoog.<br />
37
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD0 55<br />
14 Oliefilter demonteren<br />
Demonteer het oliefilter, met in de handel<br />
verkrijgbaar gereedschap, nadat alle olie<br />
uit de motor is gepompt.<br />
Eventueel naar buiten komende olie<br />
opvangen.<br />
38<br />
Gevaar<br />
Let op het verbrandingsgevaar bij hete<br />
olie.<br />
oliefilter, art.code: stM0051<br />
VD00 24 VD0 56<br />
15 Inoliën rubber ring<br />
Reinig het contactvlak van de rubber pakking<br />
ring.<br />
Olie de rubberen ring van het nieuwe oliefilter<br />
in met schone motorolie.<br />
16 Oliefilter monteren<br />
Motorolie verversen<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
Monteer het oliefilter. Volg hierbij de aanwijzingen<br />
als vermeld op het filterelement.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
oliehoeVeelheid: 6,0 liter<br />
(incl. oliefilter)<br />
VD0 052<br />
17 Hervullen met olie<br />
Vul de motor met nieuwe olie (voor specificatie<br />
zie pag. 84) via een van de vulopeningen.<br />
Laat de motor korte tijd stationair draaien.<br />
Controleer tijdens het draaien op eventuele<br />
olielekkage.<br />
Stop de motor, wacht 5 minuten om de<br />
olie in de carterpan te laten zakken en<br />
controleer het olieniveau met de peilstok.<br />
Motorolie verversen<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
39
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
18 Accu, accu-aansluitingen<br />
Houdt de accu schoon en droog.<br />
Neem accukabels los (eerst de min,<br />
massa).<br />
Reinig de accupolen (+ en -) en de accuklemmen<br />
en vet deze een zuurvrij en zuurbestendig<br />
vet in.<br />
Let er op dat, na montage, de accuklemmen<br />
goed contact maken. Draai de bouten<br />
slechts handvast.<br />
40<br />
<strong>Vetus</strong> <strong>Onderhoud</strong>svrije accu’s<br />
19 Controle soortelijke massa<br />
Elke <strong>Vetus</strong> <strong>Onderhoud</strong>svrije accu heeft<br />
een hydrometer ( ) ingebouwd in het<br />
deksel.<br />
Visuele inspectie van de hydrometer zal<br />
een van de volgende condities te zien<br />
geven:<br />
Accu, kabels en aansluitingen<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
GROENE<br />
PUNT<br />
VOllEDIG<br />
DONKER<br />
VD00 7 VD00 8 VD00 2 VD00 22 VD00 23<br />
20 Werking hydrometer<br />
HElDER<br />
• Groene punt zichtbaar - Ladingstoestand<br />
65 % of hoger.<br />
• Donker - Ladingstoestand minder dan<br />
65 %. Onmiddellijk herladen.<br />
• Helder of licht geel - Accuvloeistofniveau<br />
te laag.<br />
Indien door de accu langdurig te overladen,<br />
met een te hoge spanning, het<br />
niveau te laag is geworden vervang dan<br />
de accu. Controleer de dynamo en/of<br />
de spanningsregelaar.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Conventionele accu’s Conventionele accu’s<br />
VD00 9 VD00 20<br />
21 Controle accuvloeistof niveau<br />
Bij conventionele accu’s is het noodzakelijk<br />
om het niveau van de accuvloeistof<br />
regelmatig te controleren.<br />
Verwijder de doppen (Let er op dat er<br />
geen vonken of open vuur in de nabijheid<br />
zijn) en controleer het niveau.<br />
De vloeistof moet zich 0 tot 5 mm boven<br />
de platen bevinden. Indien nodig bijvullen<br />
met gedistilleerd water. Breng de doppen<br />
weer aan en laadt de accu gedurende<br />
5 minuten met een stroom van 5 - 25<br />
Ampère om de accuvloeistof te mengen.<br />
22 Controle van de zuurdichtheid<br />
Bepaal de zuurdichtheid van de afzonderlijke<br />
cellen met een in de handel verkrijgbare<br />
zuurweger. De zuurdichtheid is een<br />
maat voor de ladingstoestand (zie tabel).<br />
De zuurdichtheid van alle cellen moet<br />
tenminste ,200 kg/l bedragen en het verschil<br />
tussen de hoogste en laagste waarde<br />
moet minder dan 0,050 kg/l bedragen.<br />
Indien dit niet het geval is laadt dan de<br />
accu of vervang deze. Tijdens de controle<br />
dient de temperatuur van de accuvloeistof<br />
bij voorkeur 20°C te bedragen.<br />
Accu, kabels en aansluitingen<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
Zuurdicht- Ladingsheid<br />
toestand<br />
,28 kg/l 00%<br />
,20 kg/l 50% bijladen<br />
, 2 kg/l 0% onmiddellijk<br />
opladen<br />
Gevaar<br />
De door de accu afgegeven gassen zijn<br />
explosief! Vermijd vonken en open vuur in<br />
de nabijheid!<br />
Zorg er voor dat accuzuur niet in contact<br />
met huid of kleding komt!<br />
Draag een veiligheidsbril!<br />
Geen gereedschap op de accu leggen!<br />
4
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
<strong>Vetus</strong> motoren worden geleverd met onder<br />
andere Technodrive en ZF-Hurth keerkoppelingen.<br />
Raadpleeg de betreffende eigenaarshandleiding<br />
voor meer informatie<br />
betreffende verzorging en onderhoud. Als<br />
uw motor is voorzien van een ander merk<br />
keerkoppeling volg dan de instructies uit<br />
de meegeleverde handleiding op betreffende<br />
olie peilen, verzorging en onderhoud.<br />
42<br />
7<br />
VD0 038 VD0 34<br />
23 Olie peilen (Technodrive)<br />
Het olieniveau moet tussen de merkstrepen<br />
op de peilstok staan.<br />
Vul eventueel olie bij. De olievuldop<br />
bevindt zich aan de bovenzijde van de<br />
keerkoppeling. Voor specificatie van de<br />
keerkoppelingolie zie pag. 86.<br />
Keerkoppeling-olie peilen<br />
Elke 00 bedrijfsuren.<br />
24 Olie peilen (ZF-Hurth)<br />
Draai de peilstok uit het koppelingshuis.<br />
Peil de olie door de (schone) peilstok weer<br />
in het gat te laten zakken, zonder deze er<br />
in te draaien. Het olieniveau moet tussen<br />
de merkstrepen op de peilstok staan.<br />
Vul eventueel olie bij via het gat voor de<br />
peilstok. Voor specificatie van de keerkoppelingolie<br />
zie pag. 86.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
27 4<br />
VD0 043 VD0 042<br />
25 Olie aftappen<br />
Tap de olie af met behulp van een aparte<br />
aftappomp.<br />
Verwijder de vuldop.<br />
Plaats de aanzuigslang van de aftappomp<br />
in het gat. Druk de pomphandel snel naar<br />
beneden en trek hem langzaam omhoog.<br />
Verwijder de pomp nadat alle oude olie er<br />
uitgepompt is.<br />
Of indien er voldoende ruimte aan de<br />
onderzijde van de keerkoppeling is kan<br />
olie worden afgetapt door de aftapplug te<br />
verwijderen.<br />
Vang de olie op in een opvangbak.<br />
Keerkoppeling-olie verversen (Technodrive)<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
VD0 034<br />
26 Vullen met nieuwe olie<br />
Vul de keerkoppeling via het vulgat tot het<br />
juiste niveau.<br />
Voor hoeveelheid en oliespecificatie zie<br />
pag. 86.<br />
Als uw motor is voorzien van een ander<br />
merk keerkoppeling volg dan de instructies<br />
uit de meegeleverde handleiding op<br />
betreffende olie verversen.<br />
43
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
22 VD0 5 VD0 53 VD00644<br />
6<br />
27 Olie aftappen<br />
Tap de olie af met behulp van een aparte<br />
aftappomp.<br />
Verwijder de peilstok.<br />
Plaats de aanzuigslang van de aftappomp<br />
in het gat. Druk de pomphandel snel naar<br />
beneden en trek hem langzaam omhoog.<br />
Verwijder de pomp nadat alle oude olie er<br />
uitgepompt is.<br />
44<br />
Of indien er voldoende ruimte aan de<br />
onderzijde van de keerkoppeling is kan<br />
olie worden afgetapt door de aftapplug te<br />
verwijderen.<br />
Vang de olie op in een opvangbak.<br />
Keerkoppeling-olie verversen (ZF-Hurth)<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
28 Vervangen oliefilter<br />
Gelijktijdig met het verversen van de olie<br />
moet het filterelement worden vervangen.<br />
Draai de schroef waarmee het filterdeksel<br />
is bevestigd linksom en verwijder het<br />
filter uit het filterhuis. Gebruik hierbij een<br />
inbussleutel.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
filtereleMent, art.code: ct50081<br />
VD00645<br />
Trek het filterelement ( ) los.<br />
Controleer de O-ringen (2 en 3) op beschadiging,<br />
zonodig vervangen.<br />
Plaats het nieuwe filter en monteer het<br />
geheel in de keerkoppeling.<br />
3<br />
2<br />
1<br />
VD0 52<br />
29 Vullen met nieuwe olie<br />
Vul de keerkoppeling door het peilgat tot<br />
het juiste niveau.<br />
Voor hoeveelheid en oliespecificatie zie<br />
pag. 86.<br />
Keerkoppeling-olie verversen (ZF-Hurth)<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
Als uw motor is voorzien van een ander<br />
merk keerkoppeling volg dan de instructies<br />
uit de meegeleverde handleiding op<br />
betreffende olie verversen.<br />
45
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
30 Klepspeling controleren/instellen<br />
De klepspeling moet bij een koude motor<br />
gecontroleerd worden. D.w.z. wanneer<br />
de motor tenminste 6 uur niet gedraaid<br />
heeft.<br />
46<br />
31 Kleppendeksel verwijderen<br />
Verwijder de 5 bouten van het kleppendeksel.<br />
Voer de volgende stappen uit:<br />
32 Bepaling BDP<br />
Controle klepspeling<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
Markering BDP<br />
cilinder en 4<br />
Markering<br />
motorblok<br />
Markering<br />
injectie<br />
tijdstip<br />
2 27<br />
VD0 067 VD00 30<br />
N.B.: Er zijn twee BDP’s, n.l. compressie<br />
en aanzuig. Bij het BDP aan het einde<br />
van de compressieslag blijft de tuimelaar<br />
Markering BDP<br />
cilinder 2 en 3<br />
Bepaal het Bovenste Dode Punt (BDP),<br />
aan het einde van de compressieslag,<br />
voor cilinder door de motor langzaam te<br />
tornen tot de BDP-merken van het motorblok<br />
en de krukas-poelie samenvallen.<br />
stilstaan als de krukas-poelie enigzins<br />
gedraaid wordt.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Klepspeling: inlaat 0,25 mm<br />
uitlaat 0,25 mm<br />
VD0 068 2 .2 x 6.5<br />
33 Klepspeling stellen<br />
• Controleer de klepspeling bij cilinder<br />
en stel bij indien nodig.<br />
• Verdraai de krukas 80° rechtsom en<br />
controleer de klepspeling bij cilinder 3.<br />
• Verdraai nogmaals de krukas 80° en<br />
controleer de klepspeling bij cilinder 4.<br />
• Verdraai tenslotte nogmaals de krukas<br />
80° en controleer de klepspeling bij<br />
cilinder 2.<br />
VD00637<br />
34 Cilindernummering<br />
De cilinders zijn doorlopend genummerd<br />
beginnende bij de voorzijde.<br />
Controle klepspeling<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
47
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD0 57 VD00 54 VD00 33<br />
35 Brandstoffilter demonteren<br />
Het filterelement wordt als geheel vervangen.<br />
• Sluit de brandstofafsluiter.<br />
• Demonteer het brandstoffilter met een<br />
filtersleutel. Vang eventueel naar buiten<br />
komende vloeistof op.<br />
Gevaar<br />
Geen open vuur tijdens werkzaamheden<br />
aan het brandstofsysteem. Niet roken!<br />
48<br />
brandstoffilter, art.code: stM3690<br />
36 Brandstoffilter monteren<br />
• Reinig het afdichtingsvlak van de filterdrager.<br />
• De rubberen afdichting moet met schone<br />
motorolie licht worden ingeölied.<br />
• Vul het nieuwe filter met schone diesel<br />
olie.<br />
Brandstoffilter vervangen<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
• Monteer het filter. Draai het filter nog<br />
een halve tot driekwart slag met de<br />
hand aan nadat de rubberen afdichting<br />
het huis raakt.<br />
• Open de brandstofafsluiter.<br />
• Controleer op lekkage.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
brandstoffilter, art.code: stM4050<br />
37 Brandstofopvoerpomp<br />
• Controleer en reinig indien noodzakelijk,<br />
ook het filter in de brandstofopvoerpomp.<br />
• Open de brandstofafsluiter.<br />
• Controleer op lekkage.<br />
Brandstoffilter<br />
STM7220 VD00 09<br />
38 Ontluchten<br />
Na het vervangen van het brandstoffilter<br />
en het reinigen van het groffilter in de<br />
brandstofopvoerpomp moet het brandstofsysteem<br />
worden ontlucht.<br />
Voor ontluchten zie pag. 36.<br />
Reinigen filter brandstofopvoerpomp<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
Start de motor<br />
Bedien het startslot tot de motor aanslaat;<br />
laat de sleutel los als de motor niet binnen<br />
20 seconden aanslaat.<br />
Wacht tot de startmotor stilstaat alvorens<br />
opnieuw een poging te doen.<br />
Herhaal het bovenstaande indien de motor<br />
na korte tijd afslaat.<br />
49
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
V-snaar, art.code: stM7439, zie<br />
'technische gegeVens'<br />
VD00034 VD00 28 VD00 29<br />
39 Controle V-snaar<br />
Controleer de snaar op slijtage, rafels of<br />
scheuren. Snaren die in slechte staat zijn<br />
moeten worden vervangen.<br />
V-snaren alleen met stilstaande motor<br />
controleren, spannen of vervangen. Een<br />
eventuele V-snaarbescherming weer monteren.<br />
50<br />
40 Controle spanning<br />
Controleer de spanning van de V-snaar<br />
door hem met duim en wijsvinger te<br />
bewegen. Indien deze meer dan 2 mm<br />
te bewegen is, met ca. 0 kg duimkracht,<br />
dient de snaar te worden gespannen.<br />
41 Spannen V-snaar<br />
V-snaar controleren<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
7<br />
3 (2x)<br />
Draai de bouten van de stelsteun en de<br />
beide bevestigingsbouten van de dynamo<br />
los. Druk nu de dynamo naar buiten tot de<br />
snaar de gewenste spanning heeft.<br />
Draai nu als eerste de bovenste bevestigingsbout<br />
van de dynamo vast.<br />
Draai vervolgens de bout van de stelsteun<br />
en de onderste bevestigingsbout weer<br />
vast.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD00 60 VD0 069<br />
42 Controleren flexibele motorsteunen<br />
Controleer of de bevestigingsbouten aan<br />
de motorfundatie en de moeren op de<br />
stelstift vast zitten.<br />
Controleer het rubberelement van de<br />
motorsteun op scheuren. Controleer ook<br />
de invering van het demperelement, de<br />
invering is van invloed op de uitlijning van<br />
motor en schroefas! Bij twijfel de motor<br />
opnieuw uitlijnen.<br />
Flexibele motorsteunen, slangverbindingen en bevestigingsmiddelen<br />
Elke 500 bedrijfsuren.<br />
43 Controleren slangverbindingen<br />
Controleer alle slangverbindingen van het<br />
koelsysteem. (Defecte slangen, losse<br />
slangklemmen).<br />
44 Controleren bevestigingsmiddelen<br />
Controleer of alle bevestigingsmiddelen,<br />
bouten en moeren vastzitten.<br />
5
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
45 Buitenboordwaterpomp controleren<br />
De rubberen impeller van de buitenboordwaterpomp<br />
is niet bestand tegen<br />
droogdraaien. Wanneer de watertoevoer<br />
geblokkeerd geweest is, kan het nodig<br />
zijn de impeller te vervangen. Zorg er<br />
altijd voor een reserve-impeller aan boord<br />
te hebben.<br />
52<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
VD0 070 ,6 x 6,3 0 VD0 07 VD0 03<br />
46 Demonteren pompdeksel 47 Verwijderen impeller<br />
Het controleren c.q. verwisselen gaat als<br />
volgt:<br />
• Sluit de buitenboordwaterkraan.<br />
• Neem het deksel van de pomp los door<br />
de bouten uit het huis te schroeven.<br />
Buitenboordwaterpomp controleren<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
• Schuif met een waterpomptang de<br />
impeller van de as.<br />
• Merk de impeller; voor hergebruik moet<br />
de impeller op dezelfde wijze in het huis<br />
worden geplaatst.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
48 Controle impeller.<br />
• Controleer de impeller op beschadigingen.<br />
• Vervang de impeller indien noodzakelijk.<br />
49 Terugplaatsen impeller<br />
• Vet de impeller in met glycerine of siliconen-spray.<br />
• Plaats de impeller op de pompas. (In<br />
geval van gebruik van de oude impeller,<br />
plaats deze in dezelfde richting op de<br />
as als voorheen).<br />
Buitenboordwaterpomp controleren<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
iMpeller, art.code: stM7463 o-ring, art.code:<br />
VD00 27 VD00004 VD00582<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
STM7686<br />
STM7696<br />
50 Terugplaatsen van het pompdeksel<br />
• Monteer het deksel, steeds met een<br />
nieuwe O-ring.<br />
• Controleer het koelwaterfilter en open<br />
de buitenboordwaterkraan.<br />
53
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
51 Koelvloeistof vervangen<br />
Het koelmiddel dient elke 000 uur of<br />
tenminste iedere twee jaar ververst te<br />
worden.<br />
N.B. Het vervangen van de koelvloeistof<br />
kan ook noodzakelijk zijn als onderdeel<br />
van het klaarmaken voor de winter; in het<br />
geval dat de koelvloeistof aanwezig in het<br />
koelsysteem onvoldoende bescherming<br />
biedt voor de winter.<br />
54<br />
Gevaar<br />
Let op het gevaar van verbranden van<br />
de huid bij het aftappen van hete koelvloeistof!<br />
Oude koelvloeistof moet worden<br />
opgevangen in een blik o.i.d. zodat u<br />
zich er volgens de voorschriften van kan<br />
ontdoen.<br />
Koelvloeistof vervangen<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
WaarschuWinG<br />
Beschermende koelvloeistoffen<br />
dienen te worden<br />
afgevoerd in overeenstemming<br />
met de daarvoor geldende<br />
milieuvoorschriften.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
1<br />
PH2 3<br />
VD0 47 VD0 48<br />
52 Koelvloeistof aftappen<br />
Neem de slang naar de oliekoeler los ( )<br />
en verwijder de aftapplug uit het warmtewisselaarhuis<br />
(2).<br />
Let op<br />
Kielkoeler<br />
Hoe het koelsysteem bij motoren met<br />
kielkoeling moet worden afgetapt is<br />
afhankelijk van de installatie en de kielkoeler.<br />
2<br />
Raadpleeg hiervoor de instructies van de<br />
fabrikant van de kielkoeler.<br />
Controleer met een koelvloeistofhydrometer<br />
of de koelvloeistof voldoende bescherming<br />
biedt tegen bevriezing indien volledig<br />
aftappen niet mogelijk is.<br />
VD0 3<br />
Koelvloeistof vervangen<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
Verwijder de vuldop bovenop het warmtewisselaarhuis<br />
om het koelsysteem te<br />
beluchten en controleer of alle vloeistof<br />
er uit loopt.<br />
Monteer na het aftappen de aftappluggen.<br />
55
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
53 Vullen koelsysteem<br />
Verwijder de dop van de vulnek op het<br />
warmtewisselaarhuis.<br />
Verwijder de bout bovenop het deksel van<br />
het thermostaathuis, om het koelsysteem<br />
goed te kunnen ontluchten.<br />
Vul het koelsysteem.<br />
Gebruik een mengsel van 40% anti-vries<br />
(op ethyleen-glycol basis) en 60% schoon<br />
leidingwater of gebruik een koelvloeistof.<br />
Voor specificaties zie pag. 87.<br />
56<br />
KoelVloeistofhoeVeelheid : 6,5 liter<br />
VD0 29<br />
VD00 58<br />
VD0 30<br />
Het koelvloeistofniveau moet ca. cm<br />
onder de onderzijde van de vulnek staan.<br />
Tijdens het vullen wordt automatisch ontlucht!<br />
Monteer de vuldop.<br />
Controleer het koelvloeistofniveau in het<br />
warmtewisselaarhuis nadat de motor<br />
voor de eerste keer in bedrijf is geweest,<br />
bedrijfstemperatuur bereikt heeft en weer<br />
afgekoeld is tot omgevingstemperatuur.<br />
Koelvloeistof vervangen<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
Bijvullen, indien noodzakelijk.<br />
voorzichtiG<br />
Vul het koelsysteem nooit bij met zeewater<br />
of met brak water.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
A B<br />
VD00626 VD00627<br />
54 Vullen koelsysteem, indien een<br />
boiler is aangesloten<br />
A) Het hooGste punt van de boiler bevindt<br />
zich op een LaGer niveau dan de expansietank<br />
van de scheepsmotor. Tijdens het<br />
vullen van het koelsysteem zal ook de<br />
boiler automatisch worden gevuld en<br />
ontlucht.<br />
Let op<br />
B) Het hooGste punt van de boiler bevindt<br />
zich op een hoGer niveau dan de expansietank<br />
van de scheepsmotor. Tijdens het<br />
vullen van het koelsysteem zal de boiler<br />
niet automatisch worden gevuld en ontlucht.<br />
Koelvloeistof vervangen<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
Vul het koelsysteem via de extra expansietank.<br />
Open de afsluiter tijdens vullen en ontluchten<br />
van het systeem.<br />
Sluit de afsluiter weer als het systeem<br />
gevuld is.<br />
57
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
luchtfilter, art.code: stM7467<br />
VD0 4<br />
55 Vervangen luchtfilter<br />
• Neem de slangklem los ( ).<br />
• Neem het filterhuis weg (2).<br />
• Verwijder het oude filter en plaats een<br />
nieuw filter (3).<br />
• Monteer het geheel in omgekeerde<br />
volgorde en zet de slangklem weer<br />
vast.<br />
WaarschuWinG<br />
Reinig het filterelement nooit met benzine<br />
of hete vloeistoffen<br />
58<br />
3<br />
1<br />
2<br />
VD0 35 VD0 36<br />
56 Startmotor controleren<br />
Controleer op zichtbare defecten.<br />
Controleer of de bendix in elkaar schuift<br />
met de starterkrans wanneer de startmotor<br />
onder spanning wordt gezet. Als de bendix<br />
niet juist verschuift, neem dan contact<br />
op met uw <strong>Vetus</strong>-dealer.<br />
luchtfilter vervangen<br />
Elke 000 bedrijfsuren.<br />
57 Dynamo controleren<br />
Controleer op zichtbare defecten.<br />
Verwijder de riem van de dynamo. Verdraai<br />
de poelie met de hand om te controleren<br />
of dynamo makkelijk te draaien is. Als dit<br />
niet het geval is, neem dan contact op met<br />
uw <strong>Vetus</strong>-dealer.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
voorzichtiG<br />
De instelschroef voor het maximale<br />
toerental is van fabriekswege correct<br />
ingesteld en verzegeld. Laat deze verzegeling<br />
altijd intact.<br />
Bij volle belasting (met een varend schip)<br />
moet het maximale toerental ca. 3000<br />
omw/min bedragen (zie technische specificaties<br />
pag. 80). Indien de motor dit toerental<br />
niet bereikt draait deze overbelast!<br />
Laat in dat geval de scheepsschroef controleren<br />
op onregelmatigheden en op een<br />
juiste keuze van spoed en diameter.<br />
VD00 34<br />
58 Controleren toerental<br />
Het stationaire toerental moet<br />
900 omw/min bedragen.<br />
Laat de motor warm draaien (tot de koelvloeistoftemperatuur<br />
60°C of hoger is).<br />
Controleer nu het toerental en stel bij<br />
indien noodzakelijk.<br />
Controleer het toerental op de motor met<br />
behulp van van een toerenteller of, indien<br />
aanwezig, aan de hand van de toerenteller<br />
op het bedieningspaneel.<br />
VD00 45<br />
Verzegeling<br />
Controleren toerental<br />
Maximum<br />
toeren stelschroef<br />
59 Instellen stationair toerental<br />
Indien het stationaire toerental afwijkt dient<br />
dit opnieuw ingesteld te worden.<br />
Instellen van het toerental kan worden<br />
uitgevoerd door de instelschroef op de<br />
brandstofpomp te verstellen<br />
0<br />
59
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
Reinig de warmtewisselaar alleen als<br />
deze (sterk) vervuild is.<br />
Onder normale gebruiksomstandigheden<br />
is het reinigen van de warmtewisselaar<br />
niet nodig!<br />
60<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
Bij een vervuilde warmtewisselaar zal de<br />
motortemperatuur hoger worden dan normaal.<br />
Mogelijke oorzaken van vervuiling zijn:<br />
- Kleine rubberdeeltjes van een defecte<br />
impeller van de buitenboordwaterpomp.<br />
- Aangroei van alg of wier.<br />
Reinigen van de warmtewisselaar<br />
VD0 48 3<br />
60 Verwijderen van de aftapplug<br />
• Sluit de kraan van de buitenwatertoevoer<br />
en neem de waterinlaatslang naar<br />
de buitenwaterpomp los.<br />
• Tap de koelvloeistof af. Verwijder hiertoe<br />
de aftapplug in het warmtewisselaarhuis.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD0 3<br />
• Verwijder de vuldop bovenop het warmtewisselaarhuis<br />
om het koelsysteem te<br />
beluchten en controleer of alle vloeistof<br />
er uit loopt.<br />
VD0 0 9 5<br />
61 Verwijderen bouten uit einddeksels<br />
Verwijder de beide centrale bouten uit de<br />
einddeksels en neem de einddeksels met<br />
de O-ringen van het huis.<br />
Reinigen van de warmtewisselaar<br />
VD0 37 6<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
6
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
7<br />
3 (2x)<br />
VD0 45<br />
62 Dynamo naar buiten draaien<br />
Draai de bouten van de stelsteun en de<br />
beide bevestigingsbouten van de dynamo<br />
los.<br />
Verwijder de snaar.<br />
Druk de dynamo naar buiten zodat er voldoende<br />
ruimte ontstaat om de warmtewisselaar<br />
te kunnn uitnemen<br />
62<br />
VD0 46 STM72 7<br />
63 Uitnemen warmtewisselaar<br />
Schuif de warmtewisselaar uit het huis.<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
Reinigen van de warmtewisselaar<br />
64 Reinigen warmtewisselaar<br />
Reinig de warmtewisselaar; gebruik een<br />
pijpenrager om aangroeisel in de pijpen<br />
te verwijderen.<br />
Spoel de warmtewisselaarpijpen na met<br />
schoon water.<br />
Zorg er voor dat beide eindkamers van<br />
het warmtewisselaarhuis vrij zijn van vuilresten.
4 <strong>Onderhoud</strong><br />
VD00 57<br />
65 Terugplaatsen warmtewisselaar<br />
Plaats de warmtewisselaar in exact dezelfde<br />
positie terug in het warmtewisselaarhuis.<br />
Gebruik nieuwe O-ringen (6 x 2,5 mm) en<br />
vet deze tevoren in.<br />
o-ring, art.code: stM6113 (2 x)<br />
STM6202<br />
66 Montage einddeksels<br />
Plaats de einddeksels in het huis; het<br />
aansluitdeksel is voorzien van een positioneerpen<br />
zodat het deksel ten opzichte van<br />
de warmtewisselaar slechts op één manier<br />
te monteren is.<br />
De juiste positie van het scheidingsschot<br />
in het aansluitdeksel, ten opzichte<br />
van de warmtewisselaar, wordt hierdoor<br />
gewaarborgd.<br />
Reinigen van de warmtewisselaar<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
Draai de bouten eerst vast wanneer beide<br />
deksels in de juiste positie staan.<br />
• Monteer de aftapplug.<br />
• Monteer alle losgenomen slangen.<br />
• Vul het koelsysteem weer bij, zie pag.<br />
56.<br />
63
5 Klaarmaken voor de winter<br />
VD0 54<br />
1 Brandstofsysteem<br />
Tap uit de waterafscheider/groffilter en<br />
uit de brandstoftank het water af. Zorg<br />
er voor dat de tank geheel met brandstof<br />
gevuld is.<br />
64<br />
VD00 36<br />
Draaien met een beschermend brandstofmengsel<br />
Sluit de brandstofleiding aan op een<br />
blik gevuld met een mengsel van deel<br />
motorolie* op 9 delen schone brandstof**.<br />
Gebruik dit mengsel om de motor<br />
gedurende 0 minuten onbelast te laten<br />
draaien.<br />
Stop de motor.<br />
voorzichtiG<br />
Laat de motor nooit belast draaien op dit<br />
mengsel van brandstof en olie.<br />
* Motorolie met beschermende eigenschappen.<br />
Bijv.:<br />
<strong>Vetus</strong> Marine Diesel Engine Oil 5 W-40<br />
Shell Nautilus Premium Inboard 5W-40<br />
** Bij voorkeur watervrije brandstof.<br />
Vang uit de retourleiding, bij draaiende<br />
motor een kleine hoeveelheid brandstof op.
5 Klaarmaken voor de winter<br />
VD0 063 VD00 25<br />
2 Smeeroliesysteem<br />
Met de motor nog op bedrijfstemperatuur:<br />
(Indien dit niet het geval is, laat dan de<br />
motor draaien tot hij warm is, dan weer<br />
stilzetten.)<br />
Vervang het oliefilter en ververs de motorolie;<br />
pas olie toe met beschermende<br />
eigenschappen. Zie pag. 84.<br />
3 Buitenwatersysteem<br />
Sluit de buitenboordwater-afsluiter.<br />
Verwijder het deksel van het koelwaterfilter.<br />
Reinig het koelwaterfilter indien nodig.<br />
Giet liter anti-vries in het koelwaterfilter<br />
en laat de motor draaien tot de anti-vries<br />
in het koelsysteem verdwenen is.<br />
Zorg er voor dat anti-vries niet in het buitenwater<br />
komt (Anti-vries is giftig).<br />
Controleer na het reinigen en monteren de<br />
afdichting tussen deksel en filterhuis.<br />
Bij een niet goed afgedicht deksel zuigt de<br />
buitenwaterpomp tevens lucht aan; dit kan<br />
leiden tot een te hoge motortemperatuur.<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
65
5 Klaarmaken voor de winter<br />
VD0 3<br />
4 Binnenwaterkoelsysteem<br />
Teneinde roestvorming te voorkomen<br />
dient het koelsysteem gedurende de wintermaanden<br />
gevuld te zijn met een antivries/watermengsel<br />
(of een koelvloeistof).<br />
Voor specificaties zie pag. 87.<br />
N.B. Vervangen van de koelvloeistof is<br />
alleen noodzakelijk indien de in het koelsysteem<br />
aanwezige koelvloeistof onvoldoende<br />
bescherming biedt voor de winterperiode.<br />
Voor koelvloeistof vervangen zie pag. 54.<br />
66<br />
VD00 39 CT40063<br />
5 Het electrische systeem<br />
Neem de accukabels los. Laadt de accu’s, indien noodzakelijk,<br />
gedurende de winterperiode regelmatig<br />
op!
6 Klaarmaken voor de zomer<br />
VD00027 VD00 4 VD0 57<br />
1 Brandstofsysteem<br />
Tap uit de waterafscheider/groffilter het<br />
water af. (pag. 35)<br />
Tap uit de brandstoftank het water af. Monteer een nieuw brandstoffilterelement.<br />
(pag. 48)<br />
67
6 Klaarmaken voor de zomer<br />
VD00 37 VD0 43<br />
VD00 25<br />
68<br />
Open de brandstofkraan.<br />
2 Smeeroliesysteem<br />
Controleer het olieniveau. (pag. 32)<br />
3 Buitenwatersysteem<br />
Controleer of het deksel van het koelwaterfilter<br />
gemonteerd is<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!
6 Klaarmaken voor de zomer<br />
VD0 070<br />
Controleer of het deksel van de buitenwaterpomp<br />
en de aftappluggen gemonteerd<br />
zijn.(pag. 52, 53)<br />
VD0 38 VD00 38<br />
Monteer eventueel losgemaakte slangklemmen.<br />
Open de buitenboordwater-afsluiter.<br />
Let op<br />
Alleen motoren met interkoeling!<br />
69
6 Klaarmaken voor de zomer<br />
VD0 3<br />
4 Binnenwaterkoelsysteem<br />
Controleer het koelvloeistofniveau. (pag.<br />
33)<br />
70<br />
CT40063 VD00 40<br />
5 Electrisch systeem<br />
Zorg er voor dat de accu’s volledig zijn<br />
opgeladen. (pag. 40, 66)<br />
Sluit de accu’s aan.
6 Klaarmaken voor de zomer<br />
VD0 44 VD0 5<br />
VD0058<br />
6 Controleer op lekkages<br />
Start de motor.<br />
Controleer het brandstofsysteem, het<br />
koelsysteem en de uitlaat op lekkages.<br />
7 Keerkoppeling-olie verversen<br />
Stop de motor en ververs de olie van de<br />
keerkoppeling. (pag. 43 en 44)<br />
8 Instrumenten en bediening controleren<br />
Controleer ook de werking van de instrumenten,<br />
de afstandsbediening en de<br />
keerkoppeling.<br />
7
7 Storingzoeken<br />
Storingen aan de motor worden in de<br />
meeste gevallen veroorzaakt door onjuiste<br />
bediening of onvoldoende onderhoud.<br />
Controleer bij een storing altijd eerst of alle<br />
bedienings- en onderhoudsvoorschriften<br />
zijn opgevolgd.<br />
In de hierna volgende tabellen is informatie<br />
gegeven over mogelijke storingsoorzaken<br />
en voorstellen hoe deze te verhelpen.<br />
72<br />
Denk er aan dat deze tabellen nooit volledig<br />
kunnen zijn.<br />
Als u de oorzaak van een storing niet zelf<br />
vast kunt stellen of een storing niet zelf<br />
kunt opheffen neem dan contact op met<br />
de dichtsbijzijnde service-vertegenwoordiging.<br />
Gevaar<br />
Algemeen<br />
Vóór het starten moet u er zich van overtuigen,<br />
dat niemand zich in de onmiddellijke<br />
nabijheid van de motor bevindt.<br />
Let op bij reparaties: Bij een gedemonteerde<br />
brandstofinjectiepomp mag de motor<br />
in geen geval gestart worden.<br />
Neem de accukabels los!
7 Storingzoeken<br />
1 Startmotor draait niet<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Defecte of ontladen accu. Controleer / herlaadt accu en<br />
controleer dynamo van de<br />
motor en/of acculader.<br />
Zekering doorgebrand Vervang.<br />
Losse of gecorrodeerde verbindingen<br />
in het startcircuit.<br />
Defecte startschakelaar of<br />
defect startrelais.<br />
Defecte startmotor of rondsel<br />
grijpt niet in.<br />
Reinig de aansluitingen en zet<br />
ze vast.<br />
Controleer / vervang.<br />
Controleer / vervang startmotor.<br />
Startrelais wordt niet aangetrok- Monteer een hulpstartrelais.<br />
ken door te lage spanning; ten<br />
gevolge van een zeer lange tussenkabel<br />
van motor naar bedieningspaneel.<br />
Vastgelopen onderdelen. Repareer.<br />
Storingzoektabel<br />
2 Motor draait maar slaat niet aan, geen rook uit de<br />
uitlaat<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Brandstofklep gesloten. Open.<br />
(Vrijwel) Lege brandstoftank. Vullen.<br />
Lucht in het brandstofsysteem. Controleer en ontlucht.<br />
Brandstoffilter verstopt met<br />
water of vuil.<br />
Lekke brandstoftoevoerleiding<br />
of brandstofinspuitleiding.<br />
Controleer of vervang.<br />
Controleer / vervang.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Beluchtingsleiding van brandstoftank<br />
verstopt.<br />
Controleer / reinig.<br />
Verstopping in uitlaat. Controleer.<br />
Electrische opvoerpomp werkt<br />
niet.<br />
Vuil tussen de pers- of zuigkleppen<br />
van de electrische<br />
opvoerpomp.<br />
Filter van electrische opvoerpomp<br />
verstopt.<br />
Controleer / reinig.<br />
Installeer een brandstofgroffilter<br />
in de brandstofleiding<br />
tussen tank en motor.<br />
Controleer / reinig.<br />
73
7 Storingzoeken<br />
3 Motor draait maar slaat niet aan, rook uit de uitlaat<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Lucht in het brandstofsysteem. Controleer en ontlucht.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Afstelling stopklep onjuist. Controleer / Stel in.<br />
Defecte gloeipluggen. Controleer / vervang.<br />
Onjuiste klepspeling. Stel in.<br />
Onjuist inspuitmoment, na revisie<br />
van de motor.<br />
Onvoldoende verbrandingslucht.<br />
Verkeerde brandstofkwaliteit of<br />
verontreinigde brandstof.<br />
Onjuiste SAE klasse of kwaliteit<br />
smeerolie voor omgevingstemperatuur.<br />
74<br />
Controleer / stel in.<br />
Controleer.<br />
Controleer brandstof. Tap de<br />
brandstoftank af en spoel hem.<br />
Vervang door nieuwe brandstof.<br />
Vervang.<br />
Storingzoektabel<br />
4 Motor start maar draait onregelmatig of stopt weer<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
(Vrijwel) Lege brandstoftank. Vullen.<br />
Lucht in het brandstofsysteem. Controleer en ontlucht.<br />
Brandstoffilter verstopt met<br />
water of vuil.<br />
Lekke brandstoftoevoerleiding<br />
of brandstofinspuitleiding.<br />
Controleer of vervang.<br />
Controleer / vervang.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Beluchtingsleiding van brandstoftank<br />
verstopt.<br />
Controleer / reinig.<br />
Brandstofleiding verstopt. Controleer / reinig.<br />
Onjuiste klepspeling. Stel in.<br />
Te laag stationair toerental. Controleer/ stel in.<br />
Uitlaat verstopt. Controleer.<br />
Verkeerde brandstofkwaliteit of<br />
vervuilde brandstof.<br />
Filter van electrische opvoerpomp<br />
verstopt.<br />
Controleer brandstof. Tap de<br />
brandstoftank af en spoel hem.<br />
Vervang door nieuwe brandstof.<br />
Controleer / reinig.
7 Storingzoeken<br />
5 Motor bereikt belast niet het maximale toerental<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Lucht in het brandstofsysteem. Controleer en ontlucht.<br />
Brandstoffilter verstopt met water<br />
of vuil.<br />
Lekke brandstoftoevoerleiding of<br />
brandstofinspuitleiding.<br />
Controleer of vervang.<br />
Controleer / vervang.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Afstelling stopklep onjuist. Controleer / Stel in.<br />
Oliepeil te hoog. Verlaag het peil.<br />
Onjuiste SAE klasse of kwaliteit<br />
smeerolie voor omgevingstemperatuur.<br />
Vervang.<br />
Onjuiste klepspeling. Stel in.<br />
Verstopping in uitlaat. Controleer / reinig.<br />
Onvoldoende verbrandingslucht. Controleer.<br />
Verkeerde brandstofkwaliteit of<br />
vervuilde brandstof.<br />
Controleer brandstof. Tap de<br />
brandstoftank af en spoel<br />
hem. Vervang door nieuwe<br />
brandstof.<br />
Onjuist inspuittijdstip. Controleer / stel af.<br />
Lek in inlaatspruitstuk. Controleer / vervang.<br />
Motor overbelast. Controleer de afmeting van de<br />
scheepsschroef.<br />
6 Motor wordt te warm<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Storingzoektabel<br />
Koelvloeistofniveau te laag. Controleer / vul bij.<br />
Buitenwater-afsluiter gesloten. Open.<br />
Buitenwaterfilter verstopt. Controleer / reinig.<br />
Lek in buitenwater-aanzuigsysteem.<br />
Controleer / vervang.<br />
Defecte thermostaat. Controleer / vervang.<br />
Koelvloeistof pomp defect. Controleer / vervang.<br />
Defecte impeller buitenwaterpomp. Controleer / vervang.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Oliepeil te hoog. Verlaag het peil.<br />
Oliepeil te laag. Verhoog het peil.<br />
Defect oliefilter. Vervang.<br />
Defecte turbocompressor. Controleer / vervang.<br />
Warmtewisselaar vervuild of verstopt<br />
ten gevolge van rubberdelen<br />
van een defecte impeller.<br />
Controleer / reinig.<br />
Onvoldoende verbrandingslucht. Controleer.<br />
Lek in inlaatspruitstuk. Controleer / vervang.<br />
Motor wordt ogenschijnlijk te Controleer / vervang.<br />
warm door defecte temperatuurschakelaar,<br />
sensor of meter.<br />
75
7 Storingzoeken<br />
7 Niet alle cilinders doen mee<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Lucht in het brandstofsysteem. Controleer en ontlucht.<br />
Brandstoffilter verstopt met<br />
water of vuil.<br />
Lekke brandstoftoevoerleiding<br />
of brandstofinspuitleiding.<br />
76<br />
Controleer of vervang.<br />
Controleer / vervang.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Brandstoftoevoerleiding verstopt.<br />
Controleer / reinig.<br />
Defecte gloeipluggen. Controleer / vervang.<br />
Onjuiste klepspeling. Stel in.<br />
Filter van electrische opvoerpomp<br />
verstopt.<br />
Defecte electrische opvoerpomp.<br />
Controleer / reinig.<br />
Controleer / vervang.<br />
8 Motor heeft weinig of geen oliedruk<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Oliepeil te laag. Verhoog het peil.<br />
Verstopte oliefilter. Vervang.<br />
Storingzoektabel<br />
Defecte oliepomp. Repareer / Vervang.<br />
Extreme hellingshoek van de<br />
motor.<br />
Onjuiste SAE klasse of kwaliteit<br />
smeerolie voor omgevingstemperatuur.<br />
Oliedruk ogenschijnlijk te laag<br />
door defecte oliedrukschakelaar,<br />
sensor of meter.<br />
Controleer / Stel in.<br />
Vervang.<br />
Controleer / vervang.
7 Storingzoeken<br />
9 Motor verbruikt extreem veel olie<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Oliepeil te hoog. Verlaag het peil.<br />
Extreme hellingshoek van de<br />
motor.<br />
Controleer / Stel in.<br />
Onjuiste SAE klasse of kwaliteit Vervang.<br />
smeerolie voor omgevingstemperatuur.<br />
Lekkage in smeeroliesysteem. Repareer / Vervang.<br />
Overmatige slijtage aan cilinder/<br />
zuiger.<br />
Controleer de compressie;<br />
reviseer de motor.<br />
Onvoldoende verbrandings- Controleer.<br />
lucht.<br />
Motor overbelast. Controleer de afmeting van de<br />
scheepsschroef.<br />
10 Motor verbruikt extreem veel brandstof<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Verkeerde brandstofkwaliteit of<br />
vervuilde brandstof.<br />
Storingzoektabel<br />
Controleer brandstof. Tap de<br />
brandstoftank af en spoel hem.<br />
Vervang door nieuwe brandstof.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Onjuist inspuittijdstip. Controleer / stel af.<br />
Overmatige slijtage aan cilinder/<br />
zuiger.<br />
Onvoldoende verbrandingslucht.<br />
Controleer de compressie;<br />
reviseer de motor.<br />
Controleer.<br />
77
7 Storingzoeken<br />
11 Blauwe rook uit de uitlaat (stationair)<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Oliepeil te hoog. Verlaag het peil.<br />
Extreme hellingshoek van de<br />
motor.<br />
Lekke oliekeerring van turbocompressor.<br />
78<br />
Controleer / Stel in.<br />
Controleer / Vervang oliekeerring.<br />
12 Zwarte rook uit de uitlaat (onder belasting)<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Defecte turbocompressor. Controleer / Vervang.<br />
Onvoldoende verbrandingslucht.<br />
Controleer.<br />
Lek in luchtinlaatspruitstuk. Controleer / Vervang.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Onjuist inspuittijdstip. Controleer / stel af.<br />
Onjuiste klepspeling. Stel in.<br />
Overmatige slijtage aan cilinder/<br />
zuiger.<br />
Motor overbelast, max. toerental<br />
wordt niet gehaald.<br />
Storingzoektabel<br />
Controleer de compressie;<br />
reviseer de motor.<br />
Controleer de afmetingen van<br />
de schroef.
7 Storingzoeken<br />
13 Witte rook (onder volle belasting)<br />
Mogelijke oorzaak Oplossing<br />
Lucht in het brandstofsysteem. Controleer en ontlucht.<br />
Defecte verstuiver/inspuitpomp. Controleer, vervang indien<br />
nodig.<br />
Water in het brandstofsysteem. Controleer waterafscheider.<br />
Defecte gloeipluggen. Controleer / vervang.<br />
Onjuiste klepspeling. Stel in.<br />
Onjuist inspuitmoment. Controleer / stel in.<br />
Verkeerde brandstofkwaliteit of<br />
vervuilde brandstof.<br />
Waterdamp in de uitlaatgassen<br />
condenseert ten gevolge van<br />
een zeer lage omgevingstemperatuur.<br />
Controleer brandstof. Tap de<br />
brandstoftank af en spoel hem.<br />
Vervang door nieuwe brandstof.<br />
-<br />
Storingzoektabel<br />
79
8 Technische gegevens<br />
Type : M4.55<br />
Algemeen<br />
Merk : <strong>Vetus</strong> Mitsubishi<br />
Cilinderaantal : 4<br />
Gebaseerd op : S4L2-T<br />
Bouwwijze : verticale viertakt diesel, in-lijn<br />
Inspuiting : Indirect<br />
Aanzuiging : Turbo-oplading<br />
Boring : 78 mm<br />
Slag : 92 mm<br />
Cilinderinhoud : 758 cm 3<br />
Compressieverhouding : 22 :<br />
Stationair toerental : 900 omw/min<br />
Max. toerental onbelast : 3250 omw/min<br />
Klepspeling (koud) : Inlaat 0,25 mm<br />
: Uitlaat 0,25 mm<br />
Gewicht : 92 kg<br />
(met standaard keerkoppeling)<br />
Motoropstelling<br />
Max. installatie hoek : 5° achterover<br />
Max. hellingshoek dwarscheeps : 25° continu,<br />
30° intermitterend<br />
80<br />
Motorspecificaties<br />
Maximum vermogen<br />
aan het vliegwiel (ISO 3046- ) : 38,3 kW (52 pk)<br />
aan de schroefas (ISO 3046- ) : 37, kW (50,4 pk)<br />
bij een toerental van : 3000 omw/min<br />
Koppel, : 27 Nm ( 3 kgm)<br />
bij een toerental van : 3000 omw/min<br />
Brandstofverbruik : 244 g/kW.h ( 79 g/pk.h)<br />
bij een toerental van: : 800 omw/min<br />
Brandstofsysteem (Zelf-ontluchtend)<br />
Inspuitpomp : Bosch type M<br />
(Nippon Denso)<br />
Verstuivers : Tapverstuivers<br />
Inspuitdruk : 40 bar (kgf/cm 2 )<br />
Inspuitvolgorde : - 3 - 4 - 2<br />
Inspuitmoment : 4° voor BDP<br />
Brandstoffilterelement : STM3690<br />
Brandstofopvoerpomp<br />
Aanzuighoogte : max. ,5 m<br />
Brandstoftoevoer-aansluiting : voor slang 8 mm inw.<br />
Brandstofretour-aansluiting : voor slang 8 mm inw.
8 Technische gegevens<br />
Smeeroliesysteem<br />
Olieinhoud, max.<br />
zonder oliefilter : 5,5 liter<br />
met oliefilter : 6,0 liter<br />
Oliefilter : STM005<br />
Olietemperatuur in het carter : max. 30°C<br />
Koelsysteem<br />
Inhoud,<br />
Interkoeluitvoering : 6,5 liter<br />
Kielkoeluitvoering, alleen motor : 7,2 liter<br />
Thermostaat : opent bij 76± ,5°C,<br />
: volledig geopend bij 90°C<br />
Koelvloeistofpomp,<br />
Cap. bij max. motortoerental : 50 l/min<br />
Max. opvoerhoogte kielkoeler<br />
bij max. capaciteit : 2 m WK<br />
Inlaataansluiting voor slang<br />
kielkoeler : 32 mm inw.<br />
Buitenwaterpomp,<br />
Cap. bij max. motortoerental : 45 l/min<br />
Totale opvoerhoogte bij<br />
max. capaciteit : 2 m WK<br />
Impeller : STM7463<br />
Inlaataansluiting voor slang : 20 mm inw.<br />
Boilertoevoer-aansluiting : 5 mm<br />
Boilerretour-aansluiting : 5 mm<br />
Motorspecificaties<br />
Uitlaatsysteem<br />
Uitlaatdiameter : 50 mm<br />
Uitlaat-tegendruk : bij opgegeven vermogens<br />
: max. 50 mbar<br />
Electrische systeem<br />
Spanning : 2 Volt<br />
Dynamo : 4 Volt, 0 A<br />
2e dynamo:<br />
Interkoeluitvoering, optie : 4 Volt, 95 A<br />
Kielkoeluitvoering, standaard : 4 Volt, 0 A<br />
Startmotor : 4 Volt, ,7 kW<br />
Capaciteit, startaccu : min. 55 Ah, max. 08 Ah<br />
Beveiliging : Steekzekering 'ATO' 0 A<br />
V-snaar<br />
Dynamo en circulatiepomp : STM7643<br />
2 e Dynamo<br />
Interkoeluitvoering : STM9857<br />
Kielkoeluitvoering : STM9858<br />
Keerkoppeling Overbrengverhouding<br />
Technodrive: type TM345 : ,54 / 2,0 / 2,47 :<br />
type TM345A : ,54 / 2,0 / 2,47 :<br />
type TMC60 : ,5 / 2,0 / 2,45 :<br />
ZF Hurth: type ZF25 : ,97 / 2,8 :<br />
type ZF25A : ,55 / ,93 / 2,29 / 2,7 :<br />
8
8 Technische gegevens<br />
Schroefdraadverbinding<br />
Schroefdraad Moment<br />
Sl.w.<br />
Diameter Spoed<br />
Nm (kgm)<br />
Cilinderkopbout M 0 ,25 4 88 ±5 (9 ±0,5)<br />
Drijfstangmoer M9 ,0 4 34,8 ±2,5 (3,55 ±0,25)<br />
Vliegwielbout M 2 ,25 9 32 ±5 ( 3,5 ±0,5)<br />
Krukaspoeliemoer M 8 ,5 27 72 ±25 ( 7,5 ±2,5)<br />
Hoofdlagerkapbout M 0 ,25 7 5 ,5 ±2,5 (5,25 ±0,25)<br />
Nokkenassteunbout M8 ,25 2 4,7 ±5 ( ,5 ±0,5)<br />
Kleppendekselbout M8 ,25 2 ,3 ± ,5 ( , 5 ±0, 5)<br />
Verstuiverhouder M20 ,5 2 54 ±5 (5,5 ±0,5)<br />
Moer brandstoflekolieleiding M 2 ,5 8 27 ±2,5 (2,75 ±0,25)<br />
Borgmoer persklephouder M 6 0,75 9 37 ±2,5 (3,75 ±0,25)<br />
Moer brandstofinjectieleiding M 2 ,5 — 29 ±5 (3 ±0,5)<br />
Persklephouder — 9 44 ±5 (4,5 ±0,5)<br />
Stopklepmoer M30 ,5 36 44 ±5 (4,5 ±0,5)<br />
Temperatuurschakelaar M 6 ,5 7 22,6 ±4 (2,3 ±0,4)<br />
Oliefilter M20 ,5 — 2 ± ( ,2 ±0, )<br />
Oliedrukschakelaar PT /8 26 0 ±2 ( ±0,2)<br />
Overdrukklep M22 ,5 22 49 ±5 (5 ±0,5)<br />
Carteraftapplug M 4 ,5 22 39 ±5 (4 ±0,5)<br />
Gloeiplug M 0 ,25 2 7,2 ±2,5 ( ,75 ±0,25)<br />
Vliegwielhuisbout M 2 ,25 7 64 ± 0 (6,5 ± )<br />
82<br />
Aanhaalmomenten
9 Bedrijfsstoffen<br />
Brandstofkwaliteit<br />
Gebruik in de handel verkrijgbare diesel brandstof met een zwavelgehalte<br />
van minder dan 0,5%.<br />
Gebruik nooit brandstof welke meer dan % zwavel bevat!<br />
De volgende brandstof specificatie / normen zijn toegelaten:<br />
• CEN EN 590 of DIN/EN 590 (ontwerpnorm)<br />
• DIN 5 60 (Feb. 986)<br />
• BS 2869 ( 988): A en A2<br />
• ASTM D975-88: D en D2<br />
• NATO Code F-54 en F75<br />
De bij typecontroles vastgestelde emissiewaarden van de uitlaatgassen<br />
hebben altijd betrekking op de door de autoriteiten voor<br />
de typecontrole voorgeschreven brandstof.<br />
Biodiesel<br />
voorzichtiG<br />
Gebruik uitsluitende de voorgeschreven diesel brandstof.<br />
Pas geen biodiesel toe!<br />
Winterbrandstof<br />
Brandstof<br />
Bij lage temperaturen kunnen door parafine-afscheidingen verstoppingen<br />
in het brandstofsysteem optreden en bedrijfsstoringen<br />
veroorzaken.<br />
Gebruik een winterbrandstof (geschikt tot- 5°C) bij een buitentemperatuur<br />
lager dan 0°C. Deze brandstof wordt in het<br />
algemeen bij de pompstations vroeg genoeg vóór het begin<br />
van het koude seizoen aangeboden. Vaak wordt dieselolie met<br />
additieven (Superdiesel) aangeboden, deze is geschikt voor<br />
gebruikstemperaturen tot -20°C.<br />
83
9 Bedrijfsstoffen<br />
Motorolie<br />
Smeeroliën worden naar prestaties en kwaliteitsklasse<br />
onderscheiden. Gebruikelijk is<br />
dat de specificaties benoemd worden volgens<br />
API (American Petroleum Institute).<br />
Toegelaten API oliën : CF, CF-4, CI-4<br />
Gebruik voor de smering van de motor<br />
uitsluitend olie van een bekend merk. De<br />
keuze van een juiste olie garandeert een<br />
goed startbaarheid van de motor, doordat<br />
op de cilinderwanden en lageroppervlakten<br />
een oliefilm achterblijft. De frictie is laag en<br />
daarom wordt met minder opstartinspanning<br />
het benodigde starttoerentall verkregen<br />
dat voor een betrouwbare start nodig<br />
is. Een onjuiste oliekeuze kan resulteren in<br />
een ingedikte oliefilm op de cilinderwanden<br />
en lageroppervlakten. Dit kan weer<br />
leiden tot een hoge frictiebelasting en<br />
meer inspanning, wat een belemmering<br />
vormt voor het bereiken van het vereiste<br />
starttoerental voor een betrouwbare start,<br />
en wat tot gevolg heeft dat de levensduur<br />
wordt bekort.<br />
84<br />
Aanbevolen smeerolieviscositeit<br />
Er zijn twee belangrijke overwegingen als<br />
het gaat om bij omgevingstemperatuur<br />
tot een bevredigende motorwerking te<br />
komen:<br />
• de mogelijkheid om de motor snel<br />
genoeg te kunnen ronddraaien om een<br />
goede start mogelijk te maken, en<br />
• toereikende smering van interne slijtoppervlakken<br />
tijdens het starten en opwarmen.<br />
Door een juiste smeeroliekeuze te maken<br />
kan tegemoet worden gekomen aan deze<br />
overwegingen. De aanbevolen olieviscositeit<br />
wordt weergegeven in het onderstaande<br />
overzicht:<br />
Smeerolie<br />
Omdat de viscositeit (dikvloeibaarheid) van<br />
smeerolie wijzigt met de temperatuur, is de<br />
omgevingstemperatuur waarbij de motor<br />
gestart wordt bepalend voor de keuze van<br />
de viscositeitsklasse (SAE-klasse).<br />
Om olieverversen bij seizoenwisselingen<br />
te vermijden adviseren wij de voor alle<br />
seizoenen geschikte motorolie SAE 5W-<br />
40 aan.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
<strong>Vetus</strong> Marine Diesel Engine Oil 5 W-40<br />
Shell Nautilus Premium Inboard 5W-40<br />
Voor oliehoeveelheid, zie pag. 8 .<br />
Aanbevolen smeerolieviscositeit<br />
Starttemperatuur<br />
°C<br />
-30 -20 - 0 0 0 20<br />
SAE30<br />
30 40<br />
Smeerolieviscositeit<br />
SAE40<br />
SAE 5W-40<br />
SAE 0W30<br />
SAE5W-20
9 Bedrijfsstoffen<br />
voorzichtiG<br />
Meng olie van verschillende merken niet<br />
door elkaar. Oliën van verschillende merken<br />
zijn meestal niet met elkaar verenigbaar.<br />
Als ze worden gemengd, kunnen<br />
deze mengsels onderdelen zoals zuigerveren,<br />
cilinders, etc. doen vastlopen en<br />
slijtage van bewegende onderdelen veroorzaken.<br />
Het beste is om tijdens de<br />
achtereenvolgende onderhoudsbeurten<br />
vast te houden aan één merk en één type<br />
smeerolie.<br />
Beperkingen ten aanzien van motorolie<br />
Beperkingen ten aanzien van motorolie<br />
Als een smeerolie-analysetest van gebruikte<br />
olie wordt uitgevoerd om de conditie<br />
van de olie te beoordelen, raadpleeg dan<br />
het overzicht hieronder. Ververs de olie als<br />
aan een of meer van de beperkingen niet<br />
wordt voldaan.<br />
Let op<br />
Smeerolie<br />
• Hoe vaak olie moet worden ververst,<br />
hangt af van de eigenschappen van de<br />
brandstof. Maak alleen gebruik van de<br />
aanbevolen brandstoffen.<br />
• De limiet van het totale basisch getal<br />
is de helft van dat van een nieuwe olie<br />
in het geval van een op perchloorzuur<br />
gebaseerde analysemethode.<br />
Eigenschap Eenheid Testmethode limiet<br />
Viscositeit cSt @ 00°C JIS: K 2283<br />
+30% / - 5%<br />
max. van nieuwe olie<br />
Totaal basisch getal (HCl) mgKOH/g<br />
2,0 min.<br />
JIS: K 250<br />
Totaal zuurgetal mgKOH/g +3,0 max. van nieuwe olie<br />
Watergehalte Vol% JIS: K 2275 0,2 max.<br />
Vlampunt °C JIS: K 2265 80 min.<br />
Niet in pentaan oplosbare stoffen Wt%<br />
0,5 max.<br />
ASTM: D 893<br />
Niet in pentaan oplosbare stoffen,gestold Wt% 3,0 max.<br />
85
9 Bedrijfsstoffen<br />
Keerkoppeling smeerolie<br />
Gebruik voor de smering van de keerkoppeling uitsluitend olie<br />
van een bekend merk.<br />
Technodrive:<br />
type TM345 : ,6 liter, Motorolie SAE 20W40-CD<br />
type TM345A : ,6 liter, Motorolie SAE 20W40-CD<br />
type TMC60 : 0,8 liter, Motorolie SAE 20/30<br />
ZF Hurth:<br />
type ZF25 : 2,5 liter ATF*)<br />
type ZF25A : ,8 liter ATF*)<br />
*) ATF : Automatic Transmission Fluid;<br />
Transmissie olie type A, Suffix A.<br />
Bijvoorbeeld : <strong>Vetus</strong> Transmission Oil<br />
Shell Donax T6<br />
Gulf Dextron<br />
Andere merken keerkoppelingen:<br />
Zie de meegeleverde handleiding voor oliesoort en hoeveelheid.<br />
86<br />
Smeerolie
9 Bedrijfsstoffen<br />
Koelvloeistof<br />
Het samenstellen en het kontroleren van de koelvloeistof bij vloeistofgekoelde<br />
motoren is in het bijzonder belangrijk omdat corrosie,<br />
cavitatie en bevriezing tot schade aan de motor kan leiden.<br />
Gebruik als koelvloeistof een mengsel van een koelsysteembeschermingsmiddel<br />
(anti-vries, op ethyleenglycol basis) en<br />
leidingwater.<br />
Pas in tropische gebieden, waar anti-vries moeilijk verkrijgbaar is,<br />
een ‘corrosion inhibitor’ om het koelsysteem te beschermen.<br />
De anti-vries in de koelvloeistof mag de volgende concentratie<br />
niet te boven gaan maar ook niet minder zijn:<br />
Koelsysteembeschermings Water Bescherming tegen<br />
middel (Anti-vries) bevriezing tot<br />
max. 45 vol% 55% -35°C<br />
40 vol% 60% -28°C<br />
min. 35 vol% 65% -22°C<br />
De concentratie van de beschermende vloeistof dient onder<br />
alle omstandigheden gehandhaafd te blijven. Vul daarom als<br />
koelvloeistof moet worden bijgevuld uitsluitend bij met een gelijk<br />
mengsel van anti-vries en leidingwater.<br />
Waterkwaliteit voor koelvloeistof<br />
Gebruik bij voorkeur leidingwater.<br />
Indien een ander beschikbaar zoet water wordt gebruikt mogen<br />
de waarden gegeven in onderstaande tabel niet worden overschreden.<br />
voorzichtiG<br />
Gebruik nooit zeewater of brakwater.<br />
WaarschuWinG<br />
Koelvloeistof<br />
Waterkwaliteit min. max.<br />
pH-waarde bij 20°C 6,5 8,5<br />
Chloride-ionengehalte [mg/dm 3 ] – 00<br />
Sulfaat-ionengehalte [mg/dm 3 ] – 00<br />
Totale hardheid [graden] 3 2<br />
Beschermende koelvloeistoffen dienen te worden<br />
afgevoerd in overeenstemming met de daarvoor<br />
geldende milieuvoorschriften.<br />
87
10 Electrisch schema<br />
88<br />
Steker 'A'<br />
Contrasteker 'A'<br />
VD004 0<br />
Accuschakelaar<br />
Accu<br />
Rood Geel Oranje Paars Wit Zwart<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
Zekering of<br />
circuit breaker<br />
30<br />
87<br />
86<br />
85<br />
Gloeirelais<br />
30 86<br />
87<br />
85<br />
M M<br />
Startmotor<br />
Hulp<br />
start<br />
relais<br />
Voorgloeien<br />
Startschakelaar<br />
Brandstofpomp<br />
Stop<br />
magneet<br />
ETR ETS<br />
Motorpaneel type<br />
'20' '21' '22'<br />
R<br />
G<br />
3Y<br />
B+<br />
W<br />
Dynamo<br />
X1<br />
D+<br />
-8 -7 -5 -4 -1 -2 -3 -6<br />
31<br />
Voorgloeien<br />
17/19<br />
R1<br />
58<br />
Q1<br />
L1 BZ L2 R3 L3 L4 L5<br />
Laadcontrole<br />
R2<br />
15<br />
D1 D2 D3 D4<br />
Steker 'B'<br />
Contrasteker 'B'<br />
D5<br />
D6<br />
D7<br />
D8<br />
D9<br />
D10<br />
n/h<br />
X2M 19/94 61 91 92 93 W<br />
-6 -4 -1 -2 -5 -3<br />
Transparant<br />
B6<br />
B6<br />
Motor met paneel type ‘20’, ‘21’, ‘22’<br />
motor met interkoeling<br />
V<br />
W<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Groen Bruin Blauw Grijs<br />
ϑ<br />
Uitlaat<br />
temp.<br />
Voltmeter<br />
Waarschuwingslampjes<br />
p ϑ<br />
Oliedruk<br />
Toeren/<br />
urenteller<br />
Koelvloeistof<br />
temp.<br />
Model 20 21 22<br />
Voltmeter Ð Ð 1<br />
Tachometer Ð 1 1<br />
L6<br />
95<br />
Oliedruk<br />
keerkoppeling<br />
Geel/<br />
Groen<br />
p<br />
Oliedruk<br />
keerkoppeling<br />
L3 L4 L5 L2 L1 L6<br />
Laadcontrole<br />
2 e dynamo<br />
Aansluiting voor<br />
2 e dynamo<br />
Paars<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Zwart<br />
3<br />
1<br />
2
10 Electrisch schema<br />
VD00633<br />
3<br />
2<br />
1<br />
Paars<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Zwart<br />
86<br />
85 87<br />
87a<br />
30<br />
87<br />
86<br />
2 e Dynamo<br />
85 87a<br />
30<br />
Rood<br />
30<br />
87<br />
87a<br />
Zekering 5A<br />
Wit<br />
86<br />
Rood<br />
85<br />
1N4002<br />
B+<br />
D+ G<br />
Geel 3Y<br />
W<br />
2 e Dynamo<br />
Verbruikers<br />
Accu<br />
hoofschakelaar<br />
Accu<br />
Opties, 2 e dynamo’<br />
motor met interkoeling<br />
89
10 Electrisch schema<br />
VD004 0<br />
90<br />
Steker 'A'<br />
Contrasteker 'A'<br />
Accuschakelaar<br />
Accu<br />
Rood Geel Oranje Paars Wit Zwart<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
Zekering of<br />
circuit breaker<br />
30<br />
87<br />
86<br />
85<br />
Gloeirelais<br />
30 86<br />
87<br />
85<br />
M M<br />
Startmotor<br />
Hulp<br />
start<br />
relais<br />
Voorgloeien<br />
Startschakelaar<br />
Brandstofpomp<br />
Stop<br />
magneet<br />
ETR ETS<br />
Motorpaneel type<br />
'20' '21' '22'<br />
R<br />
G<br />
3Y<br />
B+<br />
W<br />
Dynamo<br />
X1<br />
D+<br />
-8 -7 -5 -4 -1 -2 -3 -6<br />
31<br />
Voorgloeien<br />
Motor met paneel type ‘20’, ‘21’, ‘22’<br />
motor met kielkoeling<br />
17/19<br />
R1<br />
58<br />
Q1<br />
L1 BZ L2 R3 L3 L4 L5<br />
R2<br />
15<br />
D1 D2 D3 D4<br />
Steker 'B'<br />
Contrasteker 'B'<br />
D5<br />
D6<br />
D7<br />
D8<br />
D9<br />
D10<br />
n/h<br />
X2M 19/94 61 91 92 93 W<br />
-6 -4 -1 -2 -5 -3<br />
Transparant<br />
Laadcontrole<br />
B6<br />
B6<br />
Voltmeter<br />
V<br />
W<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Groen<br />
Bruin Blauw Grijs<br />
Laadcontrole<br />
2 e dynamo<br />
Waarschuwingslampjes<br />
p ϑ<br />
Oliedruk<br />
Toeren/<br />
urenteller<br />
Koelvloeistof<br />
temp.<br />
Model 20 21 22<br />
Voltmeter Ð Ð 1<br />
Tachometer Ð 1 1<br />
L6<br />
95<br />
Oliedruk<br />
keerkoppeling<br />
Geel/<br />
Groen<br />
p<br />
Oliedruk<br />
keerkoppeling
10 Electrisch schema<br />
L3 L4 L5 L2 L1 L6<br />
Paars<br />
Groen<br />
86<br />
85 87<br />
87a<br />
30<br />
87<br />
Zwart<br />
86<br />
85 87a<br />
2 e Dynamo<br />
30<br />
Rood<br />
30<br />
87<br />
87a<br />
Zekering 5A<br />
Wit<br />
86<br />
Rood<br />
85<br />
1N4002<br />
B+<br />
D+ G<br />
Geel 3Y<br />
W<br />
2 e Dynamo<br />
Verbruikers<br />
Accu<br />
hoofschakelaar<br />
Accu<br />
Motor met paneel type ‘20’, ‘21’, ‘22’<br />
motor met kielkoeling<br />
9
10 Electrisch schema<br />
92<br />
Steker 'A'<br />
Contrasteker 'A'<br />
VD002 4<br />
Accuschakelaar<br />
Accu<br />
Rood Geel Oranje Paars Wit Zwart<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
Zekering of<br />
circuit breaker<br />
30<br />
87<br />
Start motor<br />
86<br />
85<br />
Hulp<br />
start relais<br />
Gloeirelais<br />
30 86<br />
87<br />
Voorgloeien<br />
85<br />
M M<br />
Startschakelaar Motorpaneel type<br />
Brandstofpomp<br />
Stop<br />
magneet<br />
ETR ETS<br />
B+<br />
G<br />
3Y<br />
Dynamo<br />
D+<br />
W<br />
31<br />
'10'<br />
Voorgloeien<br />
J3<br />
17/19<br />
R1<br />
58<br />
Q1<br />
L1 BZ L2 R2 L3 L4 L5<br />
R3<br />
15<br />
D1 D2 D3 D4<br />
Steker 'B'<br />
Contrasteker 'B'<br />
Laadcontrole<br />
Transparant<br />
D5<br />
D6<br />
D7<br />
D8<br />
D9<br />
D10<br />
19/94 61 91 92 93 95<br />
W<br />
B6<br />
B6<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
ϑ<br />
Uitlaat<br />
temp.<br />
Waarschuwingslampjes<br />
p ϑ<br />
Oliedruk<br />
Koelvloeistof<br />
temp.<br />
Opties, paneel type ‘10’<br />
motor met interkoeling<br />
J4<br />
L6<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Groen Bruin Blauw Grijs<br />
L3 L5<br />
L4 & L6<br />
Laadcontrole<br />
2 e dynamo<br />
Aansluiting voor<br />
2 e dynamo<br />
Paars<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Zwart<br />
L1 L2<br />
3<br />
1<br />
2
10 Electrisch schema<br />
VD002 4<br />
Steker 'A'<br />
Contrasteker 'A'<br />
Accuschakelaar<br />
Accu<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
A1 A3 A4 A2 A5 A6<br />
30 86<br />
87 85<br />
Gloei-<br />
30<br />
relais<br />
86<br />
87<br />
85<br />
Startschakelaar Voltmeter Toeren/<br />
urenteller<br />
Rood Geel Oranje Paars Wit Zwart<br />
Zekering of<br />
circuit breaker<br />
Start motor<br />
Hulp<br />
start relais<br />
M M<br />
Voorgloeien<br />
Brandstofpomp<br />
ETR<br />
Stopmagneet<br />
ETS<br />
Motorpaneel type<br />
W<br />
X1<br />
B6<br />
R B+<br />
G D+<br />
3Y<br />
Dynamo<br />
'34'<br />
-8 -7 -5 -4 -3 -6 -1 -2<br />
31<br />
Voorgloeien<br />
17/19 58<br />
R1<br />
Q1<br />
L1 BZ L2 R3 L3 L4 L5<br />
R2<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
Contrasteker 'B'<br />
Naar 2e paneel<br />
15<br />
D1 D2 D3 D4<br />
D5<br />
D6<br />
D7<br />
D8<br />
D9<br />
V n/h<br />
p ϑ<br />
W<br />
D10<br />
Ð +<br />
X2M 19/94 61 91 92 93 W X3M (31) (15) X4M G1 G2 NC NC<br />
-6 -4 -1 -2 -5 -3 -1 -2 -1 -2 -3 -4<br />
B6<br />
B4 B1 B2 B5 B3<br />
B6 B4 B1 B2 B5 B3<br />
Transparant<br />
Geel/<br />
Groen<br />
Groen Bruin Blauw Grijs<br />
Laadcontrole<br />
ϑ<br />
Uitlaat<br />
temp.<br />
Waarschuwingslampjes<br />
p ϑ<br />
Oliedruk<br />
Koelvloeistof<br />
temp.<br />
L6<br />
95<br />
Oliedruk<br />
keerkoppeling<br />
Steker 'B'<br />
+<br />
Oliedruk<br />
meter<br />
Opties, paneel type ‘34’<br />
motor met interkoeling<br />
Temperatuur<br />
meter<br />
M1 M2<br />
Interface<br />
STM6911<br />
-1 -2 -3 -1 -2 -3 -4<br />
Verloop MPVB2<br />
Contrasteker 'B'<br />
Geel/<br />
Groen<br />
p<br />
Oliedruk<br />
keerkoppeling<br />
L3 L4 L5 L2 L1 L6<br />
Laadcontrole<br />
2 e dynamo<br />
Aansluiting voor<br />
2 e dynamo<br />
Paars<br />
Geel/<br />
Groen<br />
3<br />
1<br />
Zwart 2<br />
93
11 Hoofdafmetingen<br />
94<br />
200<br />
VD00649<br />
97<br />
1 2 3<br />
4<br />
242 585<br />
M4.55<br />
M4.55<br />
902<br />
75<br />
195 380<br />
575<br />
430<br />
490<br />
Uitlaat ø 50 mm<br />
2 Brandstofretour ø 8 mm<br />
3 Brandstoftoevoer ø 8 mm<br />
4 Buitenwaterinlaat ø 20 mm<br />
MIN. 62 - MAX. 80<br />
: 0
12 Index<br />
A<br />
Aanhaalmomenten 82<br />
Accu 40, 4<br />
Aftappen olie 37<br />
Aftapplug koelsysteem 3<br />
B<br />
Bedieningspanelen 4, 5, 6<br />
Bedrijfsstoffen 84–86, 85–87, 86–88<br />
Beluchter 3<br />
Bevestigingsmiddelen 5<br />
Bijvullen koelsysteem 33<br />
Brandstof 2 , 83<br />
Brandstoffilter 35<br />
Brandstoffilter vervangen 48, 49<br />
Brandstofopvoerpomp 2<br />
Brandstofretourleiding 2<br />
Brandstoftoevoerleiding 2<br />
Buitenboordwaterpomp 53<br />
Buitenwaterpomp 3<br />
C<br />
Cilindernummering<br />
Controlelampjes 27<br />
Controleren toerental 58, 59<br />
D<br />
Dynamo 3<br />
E<br />
Eerste inbedrijfstelling 8–2<br />
Electrische stop 2<br />
Electrisch schema 88, 89, 90, 9 , 92, 93<br />
Expansietank 3<br />
F<br />
Flexibele motorsteunen 5<br />
G<br />
Gebruik 7–26<br />
H<br />
Hoofdafmetingen 94<br />
I<br />
Impeller 53<br />
Inleiding 9– 4<br />
K<br />
Keerkoppeling , 2, 22, 30, 42, 43, 7 ,<br />
8 , 86<br />
Keerkoppeling-olie peilen 42<br />
Keerkoppeling-olie verversen 43, 44, 45<br />
Keerkoppeling oliekoeler 2<br />
Keerkoppeling smeerolie 86<br />
Klaarmaken voor de winter 64–66<br />
Binnenwaterkoelsysteem 66<br />
Brandstofsysteem 64<br />
Buitenwatersysteem 65<br />
Electrische systeem 66<br />
Smeeroliesysteem 65<br />
Klaarmaken voor de zomer 67–7<br />
Binnenwaterkoelsysteem 70<br />
Brandstofsysteem 67<br />
Buitenwatersysteem 68<br />
Controleer op lekkages 7<br />
Electrisch systeem 70<br />
Instrumenten en bediening controleren<br />
7<br />
Keerkoppeling-olie verversen 7<br />
Smeeroliesysteem 68<br />
Klepspeling 46, 47<br />
Koelvloeistof 87<br />
Koelvloeistofniveau 33<br />
Koelvloeistof vervangen 54, 56, 57<br />
Koelwaterfilter 30, 34, 53, 65, 68<br />
l<br />
Luchtinlaat 2<br />
M<br />
Motornummer , 0<br />
Motorolie 8, 86<br />
Motoroliekoeler 2<br />
Motorolie peilen 32<br />
Motorolie verversen 37, 39<br />
Motorspecificaties 80, 8<br />
95
12 Index<br />
O<br />
Olie bijvullen 32<br />
Oliefilter 2<br />
Oliefilter demonteren 38<br />
Oliepeil 32<br />
Oliepeilstok 2<br />
Olievuldop 2<br />
<strong>Onderhoud</strong> 29–55<br />
<strong>Onderhoud</strong>sschema 30, 3<br />
Ontluchten 36<br />
Ontluchtingsnippel koelsysteem 3<br />
R<br />
Reinigen van de warmtewisselaar 60–62<br />
S<br />
Schema 88, 89, 90, 9 , 92, 93<br />
Serienummer<br />
Slangverbindingen 5<br />
Spannen V-snaar 50<br />
Starten 22–24<br />
Startmotor 3<br />
Stoppen 28<br />
Storingzoeken 72–77<br />
Storingzoektabel 73–77<br />
T<br />
Technische gegevens 80–82<br />
Toerenteller 26<br />
96<br />
Trek-druk kabel 2<br />
Typeplaatje 0<br />
U<br />
Uitlaatinjectiebocht 3<br />
V<br />
V-snaar 3<br />
V-snaar controleren 50<br />
Varen 26, 27<br />
Veiligheidsmaatregelen 4, 5, 6, 7, 8<br />
Voltmeter 27<br />
Voorgloeien 23<br />
Vuldop (drukdop) koelsysteem 3<br />
Vuldop keerkoppeling 3<br />
Vullen keerkoppeling 9<br />
Vullen koelsysteem 20<br />
W<br />
Waarschuwingsaanduidingen 4<br />
Warmtewisselaar 3<br />
Waterafscheider/brandstoffilter 2, 35, 36
Handboeken<br />
Art. code Omschrijving<br />
34040 .0 Bedieningshandleiding M4.55 (Nederlands)<br />
340402.0 Operation manual M4.55 (English)<br />
340403.0 Bedienungsanleitung M4.55 (Deutsch)<br />
340404.0 Manuel d’utilisation M4.55 (Français)<br />
340405.0 Manual de operacion M4.55 (Español)<br />
340406.0 Istruzioni per l’uso M4.55 (Italiano)<br />
340407.0 Brugsanvisning M4.55 (Dansk)<br />
340408.0 Användarmanual M4.55 (Svenska)<br />
340409.0 Bruksanvisning M4.55 (Norsk)<br />
3404 0.0 Käyttöopas M4.55 (Suomeksi)<br />
32033 .0 (STM0032) Installatiehandleiding / Installation manual (Nederlands / English)<br />
320 99.05 (STM00 6) Service- en Garantieboek / Service and Warranty Manual / (Nederlands / English /<br />
Service- und Garantieheft / Livret Garantie et Service / Deutsch / Français /<br />
Manual de servicio y garantía / Libretto di assistenza e garanzia Español / Italiano /<br />
Service- og garantibog / Service- och garantihäfte Dansk / Svenska /<br />
Service- og garantibok / Huolto- ja takuukirja Norsk / Suomeksi)<br />
34 83 .0 Onderdelenboek / Parts manual M4.55 (Nederlands / English)<br />
342402.0 Service manual M4.55 (English)<br />
342404.0 Service manual M4.55 (French)
vetus n. v.<br />
FOKKERSTRAAT 57 - 3 25 BD SCHIEDAM - HOLLAND - TEL.: +3 ( 0) 4377700<br />
FAX: +3 ( 0) 4372673 - 462 286 - E-MAIL: sales@ vetus.nl - INTERNET: http://www.vetus.com<br />
vetus n. v.<br />
34040 .0 2-07 Nederlands<br />
Printed in the Netherlands<br />
FOKKERSTRAAT 57 - 3 25 BD SCHIEDAM - HOLLAND - TEL.:+3 ( 0) 4377700<br />
FAX:+3 ( 0) 4372673 - 462 286 - E-MAIL: sales@vetus.nl - INTERNET: http://www.vetus.com<br />
340401.01 12-07 Printed in the Netherlands<br />
<strong>Vetus</strong> Diesel M4.55 Nederlands