Zig-‐Zag Knuffelboom 2010 - VBJK
Zig-‐Zag Knuffelboom 2010 - VBJK
Zig-‐Zag Knuffelboom 2010 - VBJK
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong><br />
Rapportage
Inhoudsopgave<br />
1. Projectomschrijving 3<br />
1.1. Projecttekst 3<br />
1.2. Inhoudelijk werkingskader 4<br />
2. Verloop en stand van zaken: algemeen 7<br />
2.1. Overleg met leidinggevend team 7<br />
2.2. Studiedagen 8<br />
2.3. Teambegeleiding 9<br />
2.4. Inhoudelijke evaluatie 10<br />
2.5. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> zichtbaar maken 15<br />
3. Persoonlijke verhalen 17<br />
3.1. Leidinggevenden 17<br />
3.1.1. Coördinator 17<br />
3.1.2. Moduleverantwoordelijken 18<br />
3.2. Begeleiders en logistiek medewerkers 19<br />
4. Verloop en stand van zaken voor elke leefgroep 25<br />
4.1. De Vlindertuin 25<br />
4.1.1. De Bijtjes 25<br />
4.1.2. De Bloemetjes 26<br />
4.2. De Wijze Eik 27<br />
4.2.1. De Krekeltjes 27<br />
4.2.2. De Kikkertjes 29<br />
4.3. Het Fabeltjesbos 30<br />
4.3.1. De Nijntjes 30<br />
4.3.2. De Elfjes 31<br />
5. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> in <strong>Knuffelboom</strong> XL in 2011 34<br />
5.1. Uitdagingen voor de toekomst 34<br />
5.2. Projectvoorstel 2011 34<br />
6. Bijlagen 39<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 2
1.1. Projecttekst<br />
Projectdoelstelling<br />
1. Projectomschrijving<br />
Het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> wil de pedagogische praktijk in de kinderopvang zichtbaar en bespreekbaar maken met als<br />
doel de pedagogische kwaliteit en het pedagogisch handelen te verbeteren. We gebruiken daarvoor de<br />
methodiek van pedagogisch documenteren. Het professionele team, maar ook kinderen en ouders zijn actieve<br />
participanten in dit proces. De methodiek van de Noord-‐Italiaanse kinderopvang en de principes van respectvol<br />
omgaan met diversiteit vormen belangrijke inspiratiebronnen in het project.<br />
Situering<br />
Het kinderdagverblijf <strong>Knuffelboom</strong> XL engageerde zich in 2009 om na te denken over kwalitatieve<br />
kinderopvang. Aan de hand van casussen wordt gereflecteerd over de dagelijkse werking binnen de leefgroep.<br />
Een vervolg op het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> kan de implementatie van de methodiek mogelijk maken.<br />
Beoogde resultaten<br />
- Het team, de leidinggevenden en de coördinator van de <strong>Knuffelboom</strong> XL hebben zich een methode<br />
eigen gemaakt om voortdurend te reflecteren over hun dagelijkse praktijk en waar nodig hun<br />
handelen aan te passen.<br />
- De kinderen, ouders en het team voelen zich betrokken bij de reflectie over de dagelijkse praktijk en<br />
het zoeken naar kwaliteitsverbetering.<br />
Werkwijze<br />
De beoogde resultaten wensen we te bereiken via de volgende werkwijze:<br />
- Vormingsdagen die het team ondersteunen bij het implementeren van de methodiek pedagogisch<br />
documenteren en hun rol als begeleider.<br />
- Teambegeleiding op niveau van de begeleid(st)ers van de leefgroepen:<br />
De begeleid(st)ers van de leefgroepen bepalen een project waarbij ze de verschillende initiatieven in<br />
beeld brengen en ondersteunen met enkele kernachtige observaties en interpretaties.<br />
Tijdens deze teamvergaderingen reflecteren de begeleiders van de leefgroepen over hun pedagogisch<br />
handelen aan de hand van beeldmateriaal en observaties met betrekking tot de vooropgestelde<br />
acties. Na afloop van iedere teamvergadering worden er nieuwe werkafspraken gemaakt. Per<br />
leefgroep worden er 6 van deze teambegeleidingen gepland in <strong>2010</strong>.<br />
- Overleg met de betrokken leidinggevenden en coördinator:<br />
De leidinggevenden komen op regelmatige basis samen om het veranderingsproces binnen de teams<br />
in kaart te brengen. Deze handvatten, ideeën, werkpunten en methodes worden nauwlettend<br />
opgevolgd en gedocumenteerd om later door te stromen naar de andere leefgroepen.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 3
Fasering<br />
Januari -‐ februari -‐ Overleg 1 leidinggevend team<br />
-‐ Teambegeleiding 1 voor elke leefgroep<br />
-‐ Voorbereiding vormingsdag 1<br />
-‐ Vormingsdag 1<br />
Maart -‐ Teambegeleiding 2 voor elke leefgroep<br />
April -‐ Overleg 2 leidinggevend team<br />
-‐ Teambegeleiding 3 voor elke leefgroep<br />
Mei -‐ Juni -‐ Teambegeleiding 4 voor elke leefgroep<br />
Juli -‐ Augustus -‐ Voorbereiding vormingsdag 2<br />
September -‐<br />
Oktober<br />
November -‐<br />
December<br />
Projectstructuur<br />
-‐ Vormingsdag 2<br />
-‐ Overleg 3 leidinggevend team<br />
-‐ Teambegeleiding 5 voor elke leefgroep<br />
-‐ Teambegeleiding 5 voor elke leefgroep<br />
-‐ Overleg 4 leidinggevend team<br />
-‐ Rapportage<br />
Het projectteam staat in voor de uitvoering, evaluatie en, indien nodig, bijsturing van het project. Het<br />
projectteam communiceert op regelmatige tijdstippen over de stand van zaken van het project aan de<br />
opdrachtgever.<br />
Het projectteam bestaat uit:<br />
Caroline Boudry (projectmedewerker <strong>VBJK</strong>)<br />
o projectcoördinatie<br />
o begeleiden van 1 team in samenwerking met een leidinggevende<br />
Annelies Roelandt (educatief medewerker VCOK)<br />
o begeleiden van 3 teams in samenwerking met een leidinggevende<br />
Annelies Roelandt, Caroline Boudry<br />
o begeleiden van het leidinggevend team <strong>Knuffelboom</strong> XL en studiedagen<br />
1.2. Inhoudelijk werkingskader<br />
In het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project vormt de visie en praktijk van Noord-‐Italiaanse kindercentra geïnspireerd door het<br />
gedachtegoed van Loris Malaguzzi onze voornaamste leidraad. Dit is het referentiekader van waaruit we<br />
telkens vertrekken en naar teruggrijpen bij het bespreken van concrete praktijken in de <strong>Knuffelboom</strong>. Het gaat<br />
om pedagogische principes als:<br />
- het krachtige kindbeeld<br />
- de 100 talen van kinderen<br />
- de drie pedagogen (kinderen, volwassenen en omgeving)<br />
- de pedagogiek van het luisteren<br />
- documenteren voor kinderen, ouders en team<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 4
Daarnaast vormen de Decet-‐principes over respectvol omgaan met diversiteit een steeds terugkerend<br />
referentiekader:<br />
- Iedereen heeft het gevoel dat hij/zij erbij hoort.<br />
- Iedereen wordt gestimuleerd om alle aspecten van zijn/haar identiteit te ontwikkelen.<br />
- Iedereen kan van elkaar leren, over culturele en andere grenzen heen.<br />
- Iedereen kan participeren als actieve burger.<br />
- Iedereen gaat bewust om met vooroordelen via open communicatie en leergierigheid.<br />
- Iedereen werkt samen om institutionele vormen van vooroordelen en discriminatie te bestrijden.<br />
In het bijzonder de idee van het ‘krachtige kind’ vormt de rode draad doorheen het gehele project: geloof in de<br />
sterkte van kinderen. Een kind is krachtig, creatief, actief, vol mogelijkheden en ideeën, competent, uit op<br />
ontdekking, voortdurend op onderzoek, nieuwsgierig, leergierig, sociaal en uit op communicatie. Er is een sterk<br />
vertrouwen in de mogelijkheden van kinderen. Voor de praktijk betekent dit dat de signalen die kinderen<br />
geven au sérieux genomen worden en dat we kinderen betrekken bij dagelijkse zaken, zelf laten doen, keuzes<br />
laten maken en zelf laten ontdekken en experimenteren. Kinderen worden beschouwd als sterke, competente<br />
en gelijkwaardige deelnemers aan specifieke sociale contexten, als participanten die hun eigen leven en dat<br />
van anderen mee construeren.<br />
In <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> verbinden we de idee van het sterke, rijke, krachtige, competente kind met dat van de<br />
‘nieuwsgierige begeleider’. In de pedagogische visie waar we voorstaan tonen begeleiders echt interesse in<br />
kinderen. Ze zijn onderzoekers die kijken en luisteren naar kinderen om te weten te komen wat hen<br />
bezighoudt, wat hen boeit en fascineert. Net zoals kinderen zich verwonderen over de wereld rondom hen,<br />
willen we dat begeleiders zich verwonderen over en geraakt worden door de ervaringen van kinderen. Vanuit<br />
deze gewaarwording kan je de ervaringen en ontdekkingen van kinderen niet zomaar als vanzelfsprekend gaan<br />
zien. Wat kinderen bezighoudt en meemaken is dermate belangrijk dat je er als kindbegeleider en team iets<br />
mee gaat doen door in te spelen op de interesses van kinderen met een gepast aanbod en zo hun<br />
ervaringswereld te verrijken. In <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> benoemen we dit als de pedagogiek van ‘kijken, luisteren en inspelen’.<br />
In deze fase van het project leggen we de focus op de kinderen (wie zijn kinderen? Wat boeit hen?) en het<br />
pedagogische aspect van de kinderopvangpraktijk.<br />
Dit centrale gegeven van kijken naar kinderen kan echter niet los staan van het kijken naar jezelf als begeleider.<br />
Het leren van kinderen is onlosmakelijk verbonden met het leren van begeleiders. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> legt dus evenzeer de<br />
nadruk op ‘ik als begeleider’, begeleiders die reflecteren en leren. Gedurende de twee jaar dat <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> in de<br />
<strong>Knuffelboom</strong> XL de richtinggevende visie is, hebben we gepoogd het team handvatten aan te reiken om zo hun<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 5
professionalisme te versterken. Dit project gaat over het versterken van mensen in hun job, het krachtig maken<br />
van begeleiders door het beheersen van een welbepaalde pedagogische visie als een ‘kapstok’ waaraan ze hun<br />
handelen en ervaringen kunnen ophangen door middel van reflectie.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 6
2. Verloop en stand van zaken: algemeen<br />
Het begeleidingstraject in <strong>2010</strong> is een verderzetting van het begeleidingstraject in 2009 en kent grotendeels<br />
hetzelfde verloop. Volgend schema geeft dit verloop weer voor <strong>2010</strong>:<br />
Januari -‐ Teambegeleiding 1 voor elke leefgroep<br />
Februari -‐ Extra intervisie met LG team<br />
-‐ Voorbereiding studiedag 1<br />
-‐ Teambegeleiding 2 voor elke leefgroep<br />
Maart -‐ Studiedag 1<br />
-‐ Intervisie met LG team<br />
April -‐ Teambegeleiding 3 voor elke leefgroep<br />
Mei -‐ Juni -‐ Teambegeleiding 4 voor elke leefgroep<br />
-‐ Intervisie met LG team<br />
Juli -‐ Augustus -‐ Voorbereiding studiedag 2<br />
September -‐ Studiedag 2<br />
-‐ Teambegeleiding 5 voor elke leefgroep<br />
(kan ook begin oktober)<br />
Oktober -‐ Intervisie met LG team<br />
November -‐ December -‐ Teambegeleiding 6 voor elke leefgroep<br />
-‐ Intervisie met LG team<br />
2.1. Overleg met leidinggevend team<br />
De vier geplande overlegmomenten, intervisies genaamd, zijn doorgegaan. Het voltallige leidinggevende team<br />
en de beide projectmedewerkers zijn hierop aanwezig.<br />
De agenda werd telkens bepaald in onderling overleg. Er is altijd ruimte om een stand van zaken te presenteren<br />
over het veranderingsproces binnen de verschillende teams en binnen de <strong>Knuffelboom</strong> XL als geheel.<br />
Aansluitend hebben we daarbij ook aandacht voor het zoeken naar geschikte manieren van aanpak bij<br />
knelpunten en moeilijkheden. Het integreren van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> in de werking verloopt immers niet altijd van een<br />
leien dakje. De leidinggevenden konden in dat verband ook de projectmedewerkers om een extra overleg<br />
vragen. Zo is er in <strong>2010</strong> bijvoorbeeld in onderling overleg een extra intervisie gepland om het rapport over<br />
2009 grondig te bespreken.<br />
Gedetailleerde verslaggeving van deze overlegmomenten is te vinden in de verslagen die na elk<br />
overlegmoment zijn opgemaakt. Hieronder doen we beknopt verslag van de agenda en besprekingspunten.<br />
De eerste intervisie vond plaats op 5 februari <strong>2010</strong>. Het rapport over <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> in 2009, dat toen grotendeels af<br />
was, vormde de leidraad van het overleg. We bespraken de inhoud van het rapport en ervaarden dat het<br />
aanzette tot nadenken en reflecteren. Het gaf heel duidelijk aan dat er heel wat veranderd was in de<br />
<strong>Knuffelboom</strong>. We konden dieper ingaan op de sterktes, aandachtspunten en uitdagingen voor het komende<br />
werkjaar. We stuurden het rapport hier en daar wat bij en beslisten om foto’s van de acties in leefgroepen toe<br />
te voegen. Het documenteren in woord en beeld van de praktijk en visie in de <strong>Knuffelboom</strong> is immers een<br />
belangrijk gegeven. Verder bespraken we nog nieuwe mogelijke inhouden voor komende studiedagen naar<br />
aanleiding van de inhoud van het rapport.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 7
De tweede intervisie vond plaats op 26 maart <strong>2010</strong>. We bekeken de reacties van de begeleiders op de<br />
studiedag van maart en gingen verder door op de verhouding tussen uitwisseling tussen de leefgroepen en<br />
nieuwe input tijdens vorming. Op dit overleg werden ook enkele recente initiatieven binnen de <strong>Knuffelboom</strong><br />
onder de loep genomen (zoals tuinproject en initiatieven ouderparticipatie). Onze overlegtijd ging grotendeels<br />
naar het bespreken van casussen in verband met feeback geven van leidinggevenden op het groepsgebeuren<br />
en handelen van begeleiders. We bespraken de moeilijke spanningsvelden die dit met zich meebrengt en<br />
verkenden de rol die pedagogische documentatie kan spelen bij het opnemen van dergelijke cases met de<br />
begeleider of het team in kwestie.<br />
Op 14 juni <strong>2010</strong> ging de derde intervisie door. We wisselden van mening over het belang van pc-‐vaardigheden<br />
in het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> en verkenden de mogelijkheden van een opleiding voor begeleiders daarover binnen het<br />
UZ en het idee van medewerkers die elkaar hierin begeleiden en ondersteunen. Via een stand van zaken<br />
kwamen we op succesverhalen en werkpunten in de werking en de link tussen praktijk, <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> en het<br />
kwaliteitshandboek van de <strong>Knuffelboom</strong> XL. We vatten het plan op om de teams via pedagogische<br />
documentatie daarover te laten reflecteren en maakten afspraken over een opdracht voor de teams als<br />
voorbereiding op de studiedag. Ze zouden een tijdsband en ankerpunten in beeld brengen, die de reflectie over<br />
het pedagogisch beleid zou voeden.<br />
De agenda voor de intervisie op 18 oktober <strong>2010</strong> startte met de evaluatie van de voorbije studiedag en we<br />
bespraken het belang dat de teams hechten aan uitwisseling over leefgroepen en modules heen. Via een aantal<br />
cases bogen we ons over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat experimenten van de leefgroepen binnen<br />
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> ook daadwerkelijk opgenomen worden in de reguliere werking. We planden in de laatste<br />
teambegeleiding de teams daarover zelf te laten reflecteren. We benadrukten het belang van pedagogische<br />
motieven boven praktische bezwaren. Verder bespraken we nog de samenwerking tussen <strong>Knuffelboom</strong> XL en<br />
het tijdschrift Kiddo en de verderzetting van het project in 2011. In 2011 zullen alle leefgroepen tijdens de<br />
teambijeenkomsten <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> begeleid worden door VCOK-‐<strong>VBJK</strong> en niet meer door de leidinggevenden. Zo<br />
kunnen de leidinggevenden zich meer focussen op hun ondersteunende rol en is er minder rolverwarring. De<br />
externe begeleiding maakt het mogelijk om samen met het team te reflecteren over de<br />
veranderingsprocessen.<br />
Op de vijfde en laatste intervisie (10 december <strong>2010</strong>) bespraken we de ideeën en verwachtingen voor het<br />
rapport over <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> in <strong>2010</strong>. We planden individuele interviews met elke begeleider om te peilen naar hun kijk<br />
op het project, persoonlijke inzichten, groeiprocessen en leerervaringen na twee jaar <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>. De inhoud van<br />
deze gesprekken is verderop in dit rapport verwerkt. We bekeken ook samen de powerpoint die de<br />
<strong>Knuffelboom</strong> XL gebruikt om zich voor te stellen aan externen. De projectmedewerkers stelden aanpassingen<br />
voor in tekst en beeldmateriaal.<br />
2.2. Studiedagen<br />
In <strong>2010</strong> werden er twee studiedagen georganiseerd voor de voltallige personeelsploeg van <strong>Knuffelboom</strong> XL. De<br />
projectmedewerkers en leidinggevenden bedenken samen het concept en de inhouden van deze<br />
vormingsdagen. De leidinggevenden nemen op deze studiedagen zelf ook een actieve rol op als moderator<br />
wanneer we het team onderverdelen in kleine discussiegroepjes.<br />
De eerste studiedag vond plaats op 8 maart <strong>2010</strong> en kreeg als titel ‘kijken, luisteren en inspelen’.<br />
Doelstellingen van deze dag waren het tot stand brengen van uitwisseling tussen de verschillende leefgroepen<br />
en begeleiders en het in contact brengen van het team met nieuwe input over diverse onderwerpen om<br />
reflectie over eigen praktijk op gang te brengen.<br />
De uitwisseling organiseerden we door een rondgang in de verschillende leefgroepen. Begeleiders gingen bij<br />
elkaar op bezoek en vertelden over veranderingen in de ruimte, concrete projecten en initiatieven en rituelen,<br />
allen passend binnen de pedagogische visie. Alle begeleiders evalueerden dit zeer positief: ze kregen ideeën,<br />
werden geïnspireerd, ze vonden het verhelderend en deugddoend om te zien dat er in elke leefgroep<br />
veranderingen en vooruitgang te zien was.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 8
Inhoudelijke input en reflectieoefeningen gingen over documenteren en de mogelijke spanning daarbij tussen<br />
observeren en interpreteren, over de rol van de begeleider bij het begeleiden van spelactiviteiten en over de<br />
samenwerking en communicatie met ouders. We brachten dit aan via filmfragmenten, diapresentaties, een<br />
ervaringsoefening met klei, discussie in kleine groepjes en een stellingenspel.<br />
De tweede studiedag, ‘<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>, een verhaal voor elk moment’ organiseerden we op 10 september <strong>2010</strong>.<br />
Centraal stond de pedagogische visie en beleid van de <strong>Knuffelboom</strong> XL. Samen met begeleiders en logistiek<br />
personeel wilden we daarover reflecteren, acties daarbinnen kaderen, zoeken naar verdieping, … Bovendien<br />
focusten we ook op de dagelijksheid en op verticale leefgroepenwerking. Daarom hadden we de teams vooraf<br />
gevraagd een tijdsband te maken die het dagverloop in de leefgroep documenteert en fotocollages te maken<br />
over voor hen belangrijke ankerpunten in de werking (zoals onthaal, spel, rust, eten, …). De interactie tussen<br />
verschillende leefgroepen vormde opnieuw een rode draad doorheen de dag.<br />
Concreet bediscussieerden de begeleiders over de leefgroepen heen verschillende stellingen over het<br />
pedagogisch beleid, gevolgd door een plenaire terugkoppeling. Er werd zeer grondig ingegaan op de<br />
verschillende principes uit de visie. Die bleken goed gekend te zijn en er werd nagedacht over de concrete<br />
betekenis ervan in de praktijk. Ook de op voorhand gemaakte documentatie over het dagelijks groepsgebeuren<br />
en ankerpunten in de werking werd gebruikt als basis voor uitwisseling en reflectie. Elke module ging op zoek<br />
naar zijn sterktes en aandachtspunten. De documentatie geeft een mooi beeld van het leven in de<br />
<strong>Knuffelboom</strong> XL, toont eenheid en verscheidenheid. De begeleiders waren zeer enthousiast over de<br />
eindresultaten en besloten ze verder te benutten in de contacten met (nieuwe) ouders.<br />
Van deze studiedag werd door de projectmedewerkers en de leidinggevenden een vrij uitgebreid verslag<br />
gemaakt met de reflecties van het team naar aanleiding van de stellingen en documentatie. Dit kan misschien<br />
verder gebruikt worden bij het verder verdiepen van het pedagogisch beleid van het kinderdagverblijf.<br />
2.3. Teambegeleidingen<br />
Alle geplande momenten van teambegeleiding zijn doorgegaan. Elke leefgroep heeft zes bijeenkomsten met<br />
externe ondersteuning van VCOK/<strong>VBJK</strong> gehad. Overheen de verschillende groepen hadden we oog voor<br />
gemeenschappelijkheden, maar tevens werden er ook afhankelijk van de noden van de groep en van het<br />
proces andere accenten gelegd per leefgroep.<br />
De opstart van de teambegeleidingen in <strong>2010</strong> was voor elke leefgroep dezelfde: we startten met een<br />
vragenlijstje over de opgedane inzichten en leerervaringen van de verschillende teamleden en over de<br />
aandachtspunten, verwachtingen en focus voor <strong>2010</strong> van elke begeleider/leefgroep.<br />
-‐ Welk inzicht heb ik reeds verworven?<br />
-‐ Wat, welke informatie neem ik mee uit de 1ste periode van deze begeleiding?<br />
-‐ Wat wil ik leren?<br />
-‐ Wat zijn mijn werkpunten?<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 9
-‐ Waar zal mijn aandacht naar uit gaan?<br />
-‐ Welk initiatief zal ik nemen in <strong>2010</strong>?<br />
Ook nodigden we op deze eerste bijeenkomst elke leefgroep uit te werken met een dagschema om observaties<br />
over kinderen tijdens spel neer te pennen en deze te benutten bij het plannen van toekomstige spelprikkels.<br />
Het gebruik van deze schema’s was gedurende <strong>2010</strong> meermaals een gespreksonderwerp en zal in 2011 verder<br />
verfijnd moeten worden.<br />
Een andere gemeenschappelijkheid over alle teambegeleidingen heen was de laatste bijeenkomst waar we<br />
samen met het team een overzicht maakten van ondernomen initiatieven en acties gedurende de voorbije<br />
twee jaar van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>. Samen gingen we na in hoeverre deze zaken echt geïnstalleerd waren in de werking of<br />
toch weer meer naar het achterplan waren verschoven. Deze reflectie mondde bij elk team uit in nieuwe<br />
afspraken. In punt 2.4. doen we hiervan uitgebreid verslag en bekijken we dit overheen alle leefgroepen.<br />
De teambegeleidingen <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> werden begeleid door een projectmedewerker van <strong>VBJK</strong> of VCOK in duo met de<br />
leidinggevende of door de leidinggevende zelf. Op deze overlegmomenten zijn alle begeleiders van de<br />
leefgroep aanwezig. Ook de logistieke medewerkers sluiten aan bij één van de leefgroepen uit hun module. De<br />
coördinator volgt af en toe de teams mee.<br />
Deze bijeenkomsten begeleiden de acties die de medewerkers in de praktijk ondernemen door:<br />
- te rapporteren over acties aan de hand van documentatie: fotoverslagen en fiches.<br />
- de genomen acties te evalueren: reflectie over signalen van kinderen, eigen houding, gebruik van<br />
ruimte en materialen, gesprekken met ouders, …<br />
- vervolgacties te plannen en daarover afspraken te maken.<br />
De uitvoering van de acties is de verantwoordelijkheid van het team en wordt opgevolgd en begeleid door de<br />
leidinggevende. Om de leidinggevenden te ondersteunen bij deze opvolging is er na elke teambegeleiding nog<br />
een kort overleg met de projectmedewerker die de desbetreffende groep begeleidt.<br />
Elke leefgroep heeft zijn eigen proces gekend. Verderop in dit verslag rapporteren we daarover kort (zie punt<br />
3).<br />
2.4. Inhoudelijke evaluatie<br />
Het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> project heeft tot verschillende veranderingen in de werking geleid. Het heeft sinds twee jaar<br />
dingen in beweging gezet en op gang gebracht, soms heel concreet en zichtbaar, soms minder tastbaar, maar<br />
daarom niet minder belangrijk. Er is door de verschillende teams een hele weg afgelegd.<br />
Inzake spel en activiteiten is er heel wat veranderd, een verandering waar de begeleiders zelf vaak naar<br />
refereren. Welbevinden en betrokkenheid van kinderen staat daarbij voorop (ZIKO).<br />
-‐ Begeleiders zijn niet meer gericht op het maken van een eindresultaat met kinderen. Experimenteren,<br />
spelplezier, zelf ontdekken en vrij creëren staat voorop vanuit respect voor het krachtige kindbeeld en de 100<br />
talen van kinderen.<br />
-‐ Activiteiten worden georganiseerd in kleine groepen. Zo splitsen begeleiders de leefgroep op rond 10u<br />
wanneer er een georganiseerde en begeleide activiteit is. Dit betekent dat er meerdere spelimpulsen op<br />
hetzelfde moment zijn.<br />
-‐ Activiteiten zijn niet meer louter bestemd voor de peuters. Ook voor baby’s worden spelprikkels<br />
georganiseerd. Men denkt na over interessante materialen voor deze leeftijdsgroep en biedt die gericht aan.<br />
-‐ Het begrip activiteiten is verruimd. Waar vroeger bij sommigen vooral het accent lag op ‘knutselen’, ziet men<br />
nu ook bijvoorbeeld een voeltocht of andere zintuiglijke activiteiten, naar buiten trekken of motorische spelen<br />
als volwaardige spelactiviteiten. Begeleiders geven aan dat het vaak gaat om eenvoudige zaken, zoals het<br />
aanbieden van kosteloos materiaal.<br />
-‐ Thema’s worden herbekeken en vertaald in trajecten en projecten die aansluiten bij de leefwereld van<br />
kinderen en vertrekken vanuit hun interesses. Voorbeelden zijn water, geluid, licht en donker, duwen en<br />
kneden, … Het kinderdagverblijf neemt geen initiatief om feesten gelinkt aan religie of commercieel gestuurde<br />
feesten te organiseren. Ouders, kinderen en begeleiders vieren of beleven samen afscheidsfeestjes,<br />
koffiemomenten, etentjes, …<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 10
-‐ Er wordt meer en anders naar kinderen gekeken. Begeleiders observeren de interesses, fascinaties, … van<br />
kinderen en plannen speelprikkels en activiteiten die daarop inspelen.<br />
De <strong>Knuffelboom</strong> besteedt aandacht aan omgeving (ruimte en materialen) als pedagoog voor kinderen (cf. Loris<br />
Malaguzzi). De aard van de materialen waar ze kinderen mee in contact brengen is veranderd en het aanbod<br />
uitgebreid. Naast traditioneel speelgoed is er ook oog voor:<br />
-‐ kosteloze materialen die ‘open’ zijn en waar kinderen allerlei kanten mee uit kunnen (papiersnippers, buizen,<br />
flesjes, …).<br />
-‐ alledaagse voorwerpen als zaklampen, balpennen of een dictafoon die grote interesse opwekken bij kinderen<br />
en begeleiders.<br />
-‐ levensechte materialen of materialen die net echt lijken, zoals het poetskarretje of echte doktersattributen.<br />
Deze worden vooral gebruikt om het symbolisch spel van kinderen te verrijken.<br />
-‐ vindmateriaal uit de natuur, zoals kastanjes, takken, … Zo wordt de prikkelrijke buitenomgeving ook een<br />
stukje binnen gebracht.<br />
-‐ zintuiglijke materialen, zoals een lichttafel of regenstokken. Ook zelfgemaakte materialen vinden hier hun<br />
weg naar de leefgroepen, zoals een voelbord, voelzakjes, gevulde flesjes, … Ook kookactiviteiten, het<br />
verkennen van voedingswaren met aandacht voor ruiken en proeven, krijgen een plekje.<br />
Begeleiders geven aan door de aanwezigheid van al deze materialen meer variatie aan kinderen aan te bieden<br />
en daardoor meer kansen tot spelen en experimenteren. Dit verhoogt de betrokkenheid van kinderen (ZIKO).<br />
Voor alle kinderen die aan tafel eten, maakt men gebruik van porseleinen servies in plaats van het vroegere<br />
plastic servies, vanuit het geloof in het krachtige kind. Dit moet er toe bijdragen dat het eten een gezellige en<br />
aantrekkelijke activiteit wordt voor kinderen en begeleiders.<br />
Het gebruik van ruimte is een ander belangrijk aandachtspunt, aangezien dit erg veel invloed heeft op het<br />
welbevinden, de betrokkenheid (ZIKO) en de ontdekkingsmogelijkheden van kinderen. Veranderingen zijn<br />
merkbaar op verschillende terreinen.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 11
-‐ Begeleiders gaan meer met kinderen naar buiten. Het terrein van de <strong>Knuffelboom</strong>, het ziekenhuis, het bos en<br />
de vijver met eendjes zijn daarbij geliefkoosde plaatsen. Naar aanleiding van deze ervaringen zal de<br />
<strong>Knuffelboom</strong> verder nadenken over het inrichten en benutten van de buitenruimte.<br />
-‐ Er is reeds een start gemaakt met het inrichten van de tuin van de <strong>Knuffelboom</strong> om zo meer mogelijkheden<br />
tot ontdekken en ervaren voor kinderen te creëren: fruitbomen, groenten, kruiden en bloemen aanplanten,<br />
een vogelhuisje, … Hier zal nog verder werk van gemaakt worden.<br />
-‐ Spel en activiteiten worden niet louter georganiseerd in de leefgroep: men probeert de verschillende ruimtes<br />
van de <strong>Knuffelboom</strong> te benutten, zoals de polyvalente ruimte van de verschillende modules.<br />
-‐ Bergruimtes zijn vrij gemaakt om extra spelaanbod voor kinderen te voorzien. In module 1 is er een<br />
levensechte symbolische hoek gemaakt met keukentje en bed. In module 2 is een vertelgrot ingericht. In<br />
module 3 zal nog een snoezelruimte komen.<br />
-‐ Een aantal voorzichtige stappen zijn al gezet om de indeling en aankleding van de leefgroep te veranderen om<br />
kinderen meer uit te nodigen tot intensief spel, zoals het creëren van een verstopplekje, het uitbreiden van<br />
aanbod in de poppenhoek, het aanbieden van spelmateriaal in kleinere hoeveelheden. Doch zal hier nog<br />
verdere reflectie en actie nodig zijn.<br />
Vele acties zijn ondernomen om de betrokkenheid van kinderen te verhogen bij dagelijkse situaties, zoals eten<br />
en zorg, vanuit het geloof in het krachtige kind en observaties dat vele kinderen hier echt van genieten.<br />
Begeleiders creëren dagelijks weerkerende rituelen die structuur, veiligheid en plezier bieden. De teams<br />
denken na om succesverhalen en –ervaringen te implementeren in de dagelijkse werking. Het gaat om<br />
initiatieven als:<br />
-‐ Kinderen betrekken tijdens het eetmoment:<br />
Positieve ervaringen met het betrekken van de kinderen tijdens het eetmoment, leidde ertoe dat deze werking<br />
werd verder gezet tijdens dit afgelopen werkjaar. In enkele groepen werd de klemtoon gelegd op het<br />
uitbreiden van het aanbod aan porseleinen eetservies. In andere groepen werd aandacht besteed aan het<br />
bespreken van het menu met de kinderen. Anderen legden de nadruk op het verhogen van de zelfstandigheid<br />
bij het uitscheppen, het wegbrengen van hun bordje en bestek. De momenten aan tafel waar kinderen eerder<br />
dienden te wachten op de actieve inbreng van de begeleidster, zijn nu momenten waar zij zelf actief kunnen<br />
deelnemen en hun eten opscheppen. De ‘lege’ momenten krijgen een doel, waardoor rust en samenhorigheid<br />
in een groepje met maximaal vijf kinderen gecreëerd wordt.<br />
-‐ De keukenprins(es):<br />
Kinderen genieten van het imiteren en nabootsen. Hierbij zien zij de logistieke medewerkers aan het werk. Zij<br />
zorgen voor de bereiding van voeding en het reinigen en opruimen van de eetruimte van de kinderen.<br />
Natuurlijk wordt hierbij gebruik gemaakt van allerlei materialen die de verwondering van de kinderen<br />
opwekken en de kinderen uitnodigen om mee aan het werk te gaan. Keukenkar, koksmuts, schort, … alles wat<br />
gebruikt wordt door de logistieke kracht, wordt ook aangeboden aan de kinderen.<br />
-‐ Het poetskarretje:<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 12
Vanuit observaties stelden we vast dat kinderen interesse toonden voor de taakuitvoering van de logistieke<br />
medewerker. De kindbegeleidsters speelden hier gretig op in en vroegen de medewerking van de logistieke<br />
kracht om het kind bij haar acties te betrekken. Het experimenteren met water, borstels, vuilblik, … en het<br />
simpelweg aanbieden van een poetsdoek, geeft de kinderen een gevoel van trots en een geloof in hun kunnen.<br />
Het spelaanbod is in die zin ook uitgebreid door het aanschaffen van een poetskarretje met extra toebehoren.<br />
-‐ Kinderen betrekken bij huishoudelijke taken:<br />
Taakjes als beddengoed veranderen, was naar de wasmachine brengen, meegaan om materiaal, kasten vullen,<br />
… horen er tijdens de dag natuurlijk ook bij. De kindbegeleidster zorgt hiervoor. Kinderen vinden het leuk<br />
wanneer zij hierbij ook als volwaardig worden aanzien en zij ‘een helpende hand’ kunnen aanbieden. Het<br />
bevestigen in hun medewerking, het positief bekrachtigen, het samen dingen doen en het samen ‘leren’ geeft<br />
de kinderen een verhoogd zelfwaardegevoel. Anderzijds is het een mogelijkheid om het principe van<br />
‘individualisatie’ in praktijk te brengen.<br />
Het documenteren van het samen leven en beleven heeft een stevige plaats gekregen binnen de <strong>Knuffelboom</strong>,<br />
voornamelijk via fotomateriaal. In elke leefgroep worden veel foto’s genomen en in elke groep worden die<br />
verwerkt tot collages om te delen met ouders. Deze documentatie wordt door de begeleiders gebruikt als<br />
ondersteuning bij hun mondelinge communicatie om ouders te informeren over het kinderdagverblijf en hun<br />
kind in de opvang, hen te laten meebeleven wat er gebeurt in de leefgroepen en tot gesprekken te komen.<br />
Documentatie maakt de visie en praktijk zichtbaar en bespreekbaar. Zo is in <strong>2010</strong> ook een tijdsband gemaakt in<br />
woord en beeld over het dagverloop in elke leefgroep en zijn belangrijk ankerpunten gedurende de dag in<br />
beeld gebracht. Dit kan ook de communicatie met nieuwe ouders ondersteunen.<br />
Soms worden deze foto’s ook ter beschikking gesteld van de kinderen zodat ze ervaringen kunnen herbeleven.<br />
Daarnaast is er ook aandacht voor het gebruik van documentatie om elk kind en zijn familie een plekje te<br />
geven: er zijn foto’s van de kinderen op de kastjes en een familiemuur is in elke leefgroep aanwezig. Er zijn ook<br />
leefgroepen die foto’s van alle kinderen op de deur hebben gehangen voor een begroetingsritueel of een<br />
memoryspel met familiefoto’s gemaakt hebben.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 13
Documentatie is er ook voor het team. De fotocollages worden benut tijdens de teambijeenkomsten om te<br />
reflecteren over concrete situaties en zo te leren over de visie en praktijk van de <strong>Knuffelboom</strong> en over het<br />
eigen handelen. Elke begeleider documenteert ook schriftelijk één actie in aanloop naar de teambegeleiding<br />
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>. Daarnaast is ook in alle leefgroepen geëxperimenteerd met het dagelijks gebruik van schriftelijke<br />
documentatie via een schema waar observaties kunnen genoteerd worden en verslag van activiteiten. Zo<br />
willen we begeleiders ertoe bewegen om dagelijks notities te maken over welbevinden en betrokkenheid van<br />
kinderen en zo daarvoor na te denken (ZIKO). Op die manier willen we hen ook aanzetten om na te denken<br />
over mogelijke vervolgacties (pedagogiek van ‘kijken, luisteren en inspelen’). In 2011 zal bekeken worden hoe<br />
we hiermee verdergaan, zeker omdat begeleiders aangeven dat dit voor hen geen evidente aangelegenheid is.<br />
De contacten met ouders zijn onder impuls van pedagogische documentatie verrijkt en verdiept. Een aantal<br />
groepen organiseren koffienamiddagen en regelmatig zijn er feestjes die samen met ouders worden gevierd. Af<br />
en toe worden ouders nauwer betrokken bij de werking, zoals samen spelmateriaal verzamelen, een<br />
muzieknamiddag, ouders die koken voor de groep, …<br />
Welke veranderingen zien we bij begeleiders in hoe zij hun job doen? Verder in dit rapport laten we hen daar<br />
zelf over aan het woord, onder de rubriek ‘persoonlijke verhalen’.<br />
We zien alvast dat er meer en anders naar kinderen gekeken wordt. Begeleiders zijn steeds vaardiger<br />
geworden in de pedagogiek van ‘kijken, luisteren en inspelen’. We zien dat vooral de manier van kijken naar<br />
kinderen erg veranderd is. Dat merk je ook aan de foto’s die ze nemen.<br />
Het leren van elkaar over modules en leefgroepen heen is zeker sterker op de voorgrond getreden. Ze hechten<br />
zelf zeer veel belang aan deze uitwisseling en ervaren deze als inspirerend en niet als bedreigend.<br />
Begeleiders zijn gegroeid in het reflecteren en nadenken over hun job, ze gaan er bewuster mee om.<br />
Verschillende begeleiders hebben met trots de visie en praktijk van de <strong>Knuffelboom</strong> toegelicht aan andere<br />
opvanginitiatieven en studenten.<br />
In de <strong>Knuffelboom</strong> XL nemen de logistieke medewerkers volwaardig deel aan het pedagogisch project. Zij<br />
worden gezien als personen die een meerwaarde betekenen in het werken met kinderen. Hierboven werd<br />
reeds beschreven op welke manier kinderen betrokken worden bij de logistieke taken. Ook naar ouders toe<br />
wordt het werk van de logistieke medewerker zichtbaar gemaakt. Voorbeelden zijn het voorstellen van de<br />
logistieke medewerker tijdens het wenmoment, betrokken zijn bij het gebruik van pedagogische documentatie<br />
en medeorganisator bij feestelijke gebeurtenissen.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 14
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> ging uiteraard ook gepaard met organisatorische veranderingen:<br />
-‐ Inplannen van uren voor pedagogisch overleg voor alle medewerkers.<br />
-‐ Inzetten van voldoende personeel op de werkvloer (er wordt gewerkt in kleine groepjes).<br />
-‐ Een duidelijk beleid voeren qua vorming en aankopen materiaal (tuinmateriaal, camera’s, …).<br />
-‐ Participatie in een netwerk: organiseren van overleg met externen om ervaringen uit te wisselen over<br />
het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project en natuurbeleving in de kinderopvang.<br />
-‐ Ontvangen van bezoek waarbij het belangrijk is dat medewerkers zelf de visie en praktijk toelichten.<br />
Het is een teken dat ze zich de visie eigen gemaakt hebben.<br />
-‐ Bij de selectie van stagiairs wordt duidelijk gepolst naar de motivatie om rond de visie van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> te<br />
werken. Dit impliceert een zekere mate van creativiteit, ruimdenkendheid, open staan voor<br />
veranderingen en nieuwe ideeën, actieve participatie, bereidheid om mee na te denken over de<br />
verdere implementatie van de visie, kunnen observeren, zich inleven in en inspelen op de kinderen en<br />
kunnen documenteren.<br />
2.5. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> zichtbaar maken<br />
De <strong>Knuffelboom</strong> ontvangt regelmatig bezoek. In functie van de werking ten aanzien van externen, wordt de<br />
voorziening immers opengesteld voor belangstellenden. Op vraag kunnen rondleidingen en voorstellingen<br />
aangeboden worden. Wanneer dit, na afspraak, wordt vastgelegd, opteert de <strong>Knuffelboom</strong> om de begeleiders<br />
hierbij een cruciale rol te laten opnemen. Na een algemene uiteenzetting door de coördinator, worden de<br />
groepsbegeleiders aan het woord gelaten. Zij brengen dan ‘de link met de dagdagelijkse praktijk’, waar de<br />
pedagogische missie en visie aan de bezoekers wordt toegelicht. Het gebruik van documentatie, voornamelijk<br />
foto’s, is hierbij de rode draad. Zo visualiseren begeleiders de meer abstracte theorie.<br />
De rechtstreekse betrokkenheid van de medewerkers is een goede keuze, omdat dat zij de praktijk op een heel<br />
doorleefde en kindvriendelijke wijze kunnen overbrengen. Het geeft een realistische kijk op de werking, met<br />
alles erop en eraan. Door deze manier van werken maken de begeleiders zich de visie meer en meer eigen,<br />
oefenen zij zich in het spreken in grotere groepen, krijgen zij de kans om hun beroepsfierheid te tonen en<br />
kunnen ze hun werkervaringen op een doorleefde en gevoelsmatige wijze overbrengen. De ervaring is dat deze<br />
manier van betrokkenheid van de medewerkers een inspirerende en verfrissende invloed heeft.<br />
Het is een extra verantwoordelijkheid waarbij leidinggevenden met een vast kader (o.m. ICT-‐materiaal,<br />
powerpoints) ondersteuning bieden bij de voorbereiding. Ook de aanwezigheid van een collega-‐begeleidster en<br />
collega-‐verantwoordelijken tijdens de uiteenzetting geeft een houvast en verhoogt de zelfzekerheid van de<br />
spreker.<br />
Naast externen die naar de <strong>Knuffelboom</strong> XL komen, is er tevens een samenwerkingsverband met een school,<br />
waar de pedagogische visie vanuit de praktijk ook in ‘opleidingsverband’ wordt uiteengezet aan toekomstige<br />
kindbegeleiders. Bedoeling is dat de studenten praktijkverhalen kunnen beluisteren die de haalbaarheid van de<br />
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐visie beklemtonen. Deze verhalen brengen begeleiders van de <strong>Knuffelboom</strong> ter plaatse op de school.<br />
Om inspanningen van het team op verschillende terreinen te valoriseren en om anderen te inspireren met de<br />
ervaringen en goede praktijkvoorbeelden uit het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>, werkt de <strong>Knuffelboom</strong> XL samen met het<br />
tijdschrift KIDDO. Dit is een pedagogisch tijdschrift voor de kinderopvang met abonnees in Vlaanderen en<br />
Nederland. KIDDO belicht de pedagogische praktijk van het omgaan met kinderen en ouders in al haar<br />
facetten, op een onderlegde maar voor iedereen toegankelijke manier.<br />
Concreet gaat het om de samenwerking voor de rubriek ‘Okiddo’, een rubriek met inspirerende spelprikkels en<br />
activiteiten voor medewerkers in kinderdagverblijven, initiatieven voor buitenschoolse opvang of<br />
opleidingscentra. Elke leefgroep komt daarbij aan bod. In <strong>2010</strong> verschenen reeds twee artikels: in Kiddo 7<br />
‘Kribbelen en schrijven’ en in Kiddo 8 ‘Doosjes, daar zit muziek in’. De andere leefgroepen komen aan bod in<br />
2011.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 15
Ook voor andere artikels kan er samenwerking zijn tussen KIDDO en de <strong>Knuffelboom</strong>. Zo heeft een interview<br />
plaatsgevonden met de logistiek medewerkers over de betrokkenheid van kinderen bij dagelijkse thema’s zoals<br />
eten en poetsen. Dit artikel is te vinden in het eerste nummer van 2011.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 16
3. Persoonlijke verhalen<br />
Begin 2011 organiseerden we persoonlijke interviews met elke begeleider, logistiek medewerker en<br />
leidinggevende over hun ervaringen met <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> na twee jaar te hebben geparticipeerd aan het<br />
begeleidingstraject. Hieronder vindt u een samenvatting van hun persoonlijke verhalen.<br />
3.1. Leidinggevenden<br />
We laten achtereenvolgens de coördinator, Ann Van De Cauter, en de moduleverantwoordelijken, Kelly Neels,<br />
Evi Voet en Jan De Vulder, aan het woord.<br />
3.1.1. Coördinator<br />
Het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project geeft een duidelijk pedagogisch kader. Je lost de sturende rol als volwassene en je kijkt naar<br />
het individuele kind. De inspiratie uit Italië geeft richting aan de visie van de opvang. Het ‘sterke kind’ is een<br />
abstract begrip, je gaat op zoek naar een vertaling, je experimenteert en ontwikkelt stap voor stap inzichten.<br />
Vertrekkend vanuit dit sterke kindbeeld raak je alle aspecten van de kinderopvang. Je creëert een kader en je<br />
schrijft een pedagogisch kwaliteitsvol beleid uit. Een leidinggevende motiveert het team, je stelt het<br />
veranderingsproces bespreekbaar en je ondersteunt hen bij de uitvoering van acties. Het project ondersteunt<br />
het team bij het nadenken over hun pedagogisch handelen. Positieve en negatieve feedback geven zijn beiden<br />
belangrijk, maar je hebt een evenwicht nodig om tot een kritische reflectie te komen. Je blijft door dit project<br />
een lerende organisatie.<br />
De kinderopvang speelt een belangrijke rol voor kinderen en hun familie. Samen met ouders zorg je voor het<br />
kind. Aan de hand van de pedagogische documentatie maak je de opvang transparant voor ouders en breng je<br />
een dialoog over opvoeden op gang.<br />
Het project associeer ik met ‘verwondering’. Een sterke basis om met jonge kinderen te werken.<br />
Organisatorisch heeft het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project een grote impact. Je plant kindvrije uren in, je organiseert op<br />
regelmatige basis teamvergaderingen. De inzet en de motivatie van begeleiders om met kinderen en hun<br />
families te werken wordt door dit project heel zichtbaar.<br />
Het project heeft ook budgettair een grote impact. Je investeert in externe ondersteuning, studiedagen en<br />
aankoop van materialen.<br />
Het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project geniet veel belangstelling van de buitenwereld. Er komen regelmatig opleidingscentra of<br />
medewerkers uit de kinderopvang op bezoek. Het zijn telkens, afwisselend, leidinggevenden en begeleidsters<br />
die het bezoek te woord staan. Deze opdracht zou je kunnen zien als een extra taak enerzijds, maar de<br />
presentaties ondersteunen het team bij het nadenken over en het verwoorden van het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project.<br />
Het kinderdagverblijf werkt ook mee bij het uitvoeren van activiteiten die gepubliceerd worden in het<br />
tijdschrift KIDDO (©<strong>VBJK</strong>) en de <strong>Knuffelboom</strong> wordt een belangrijke stageplaats voor opleidingscentra.<br />
Wat doet <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> met mij persoonlijk?<br />
“Ik ben volledig gepassioneerd betrokken bij dit project. Het project brengt alles in beweging. Het is een<br />
dynamisch veranderingsproces. Het project biedt handvatten om een visie te concretiseren, om<br />
standpunten in te nemen en duidelijke richtlijnen te geven. Als leidinggevende neem je standpunten in, je<br />
durft leiding geven.”<br />
Wat is mijn droom met <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>?<br />
Binnen een tijdsspanne van 10 jaar is de methodiek van het pedagogisch documenteren geïmplementeerd bij<br />
alle begeleiders. We hebben een goede methode om nieuwe werknemers op een vlotte manier mee te nemen<br />
in het verhaal van pedagogische documentatie. Nieuwkomers voelen en zien de visie van de opvang.<br />
Reflecteren is een cyclisch proces, dat een onderdeel van het werk vormt.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 17
3.1.2. Moduleverantwoordelijken<br />
Ervaringen met het project<br />
Het project biedt goede handvatten om naar de kwaliteit van de opvang te kijken. Als nieuwe medewerker krijg<br />
je een duidelijk kader van waaruit alles groeit. Als leidinggevende heb je een houvast om jouw team te coachen<br />
binnen veranderingsprocessen. Samen met de begeleiders reflecteer je over de werking en iedereen zal voor<br />
zichzelf nadenken over zijn eigen pedagogisch handelen. Ook als leidinggevende is het een leerproces in hoe<br />
naar kinderen kijken, hoe pedagogische documentatie integreren in de werking, hoe teams ondersteunen bij<br />
het in praktijk brengen van de visie, …<br />
Het project heeft ook een impact op jouw persoon. Visie en ervaringen vertaal je naar andere contexten en je<br />
neemt deze mee naar huis, naar je persoonlijke levenssfeer.<br />
Leidinggevenden zien veel verandering in de werking op pedagogisch vlak, er is een hele weg afgelegd:<br />
bijvoorbeeld op vlak van ‘bezig’ zijn met kinderen, activiteiten, naar buiten trekken met kinderen, gebruik van<br />
verschillende ruimtes, het geloof in het sterke kind, … Begeleiders zien meer de mogelijkheden van en voor<br />
kinderen. Je ziet begeleiders veel tijd en energie investeren in <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> en je merkt dat ze fier zijn over wat ze<br />
doen en de weg die ze hebben afgelegd.<br />
Leidinggevenden zijn ervan overtuigd dat er nog veel groeipotentieel is, dat begeleiders en organisatie nog<br />
kunnen en zouden moeten groeien in het werken met en doorleven van deze visie.<br />
Documenteren voor kinderen, team en ouders<br />
Je ziet kinderen groeien, je volgt hen in hun groeien aan de hand van vele observatievormen. De vele verhalen<br />
ondersteunen leidinggevenden om met het team gesprekken over kwaliteit aan te gaan. De communicatie met<br />
ouders over pedagogische thema’s is sterk uitgebreid. De communicatie en contacten met ouders zijn<br />
overheen de jaren sterk veranderd. Begeleiders gaan meer en diepgaander in gesprek met ouders.<br />
Pedagogische documentatie speelt daarin een grote rol.<br />
Rol als moduleverantwoordelijke binnen dit project<br />
Als leidinggevende heb je het mandaat om veranderingen te bespreken, maar ook een standpunt in te nemen.<br />
Vanuit een visie kan je enkele principes voorop plaatsen. Het uitzetten van krijtlijnen in het pedagogisch beleid<br />
is een belangrijke taak voor leidinggevenden. Het geeft houvast en duidelijkheid aan begeleiders bij hun<br />
dagelijks werk en aan leidinggevenden om medewerkers te ondersteunen bij het integreren van de visie in de<br />
praktijk. Dit is voor het leidinggevend team een zoekproces geweest dat niet altijd makkelijk is. Maar door niet<br />
alles op voorhand voorop te stellen en de experimenten en ervaringen van begeleiders mee te nemen in die<br />
zoektocht, is er bij leidinggevenden het gevoel dat de visie en krijtlijnen doorleefd zijn. Zelf honderd procent<br />
achter de visie staan is van belang, je geeft dit immers door aan je team. Personeelswissels doorbreken soms<br />
een dynamiek, eens te meer realiseer je dat veranderingen stap voor stap zullen gebeuren.<br />
Het begeleiden van de teams bij het project is een belangrijke taak, waar je zelf ook veel van leert. Daarnaast<br />
ondervind je steun van de externe begeleiding die jou en je teamleden verder doet nadenken, bevestiging en<br />
feedback of nieuwe input kan geven. Het geeft je een veilig gevoel te weten dat er ook altijd iemand is van<br />
buitenaf die je op allerlei manieren kan ondersteunen, door te overleggen, samen te zoeken, een<br />
voorbeeldfunctie op te nemen, …<br />
Een belangrijke factor is daarnaast nog de kansen en steun vanuit het beleid van de voorziening: middelen en<br />
tijd worden ingebouwd. De samenkomsten zijn nodig om het reflectieproces gaande te houden.<br />
Coachen van het team<br />
Het team motiveren om te experimenteren en initiatieven op te starten gaat goed. Het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project zorgt<br />
ervoor dat mensen nieuwsgierig zijn naar het creëren van nieuwe ervaringen voor kinderen. De begeleidsters<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 18
doen weinig beroep op de leidinggevenden bij het uitvoeren van een specifieke <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐opdracht en invullen<br />
van een bijhorende fiche.<br />
De rol van een leidinggevende is nog niet altijd duidelijk. Als leidinggevende heb je handvatten nodig om<br />
enerzijds feedback te geven aan de begeleid(st)ers tijdens de formele teammomenten, maar anderzijds<br />
feedback tijdens de meer dagelijkse informele contacten. Je zoekt een evenwicht tussen jouw rol als<br />
leidinggevende en jouw rol als ondersteuner en vertrouwenspersoon voor begeleiders bij de reflecties over het<br />
eigen pedagogisch handelen. Je vindt het soms jammer dat een aantal kansen te weinig benut worden in de<br />
leefgroepen. Als leidinggevenden worstel je soms met de vraag of je daar iets van zou zeggen. Het is een<br />
constant evenwicht zoeken tussen bevestigen in wat begeleiders doen en opmerkingen geven of vragen stellen<br />
om verder te groeien en te verbeteren. Het is belangrijk je team kapstokken te geven, te geloven in je team en<br />
zelf ook veel op de werkvloer te zijn.<br />
Meerwaarde van het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project<br />
Je praat gemakkelijker over de visie van de opvang. Je kan jouw pedagogische opdracht uitdrukken in krachtige<br />
kernbegrippen. Je handelt bewuster, je bent nieuwsgieriger en je leert voortdurend bij. De pedagogische<br />
documentatie maakt jouw werk zichtbaar. Naar de buitenwereld kan je echt trots zijn op jouw werk.<br />
3.2. Begeleiders en logistiek medewerkers<br />
Hier brengen we een samenvatting van de verhalen van begeleiders en logistiek medewerkers, geclusterd<br />
volgens een aantal thema’s die bij de persoonlijke gesprekken aan bod kwamen.<br />
Leerervaringen, veranderingen en persoonlijke groei<br />
Medewerkers geven aan dat <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> een grote verandering heeft gebracht in de werking. Begeleiders die eerst<br />
in andere kinderdagverblijven gewerkt hebben kunnen de verschillen scherp verwoorden. Ze stellen dat het<br />
werken vanuit de filosofie van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> de kinderen centraal stelt, dat de verbondenheid met en de interesse<br />
voor de kinderen sterker is. De samenwerking met ouders is goed en krijgt steeds aandacht. Verschillende<br />
begeleiders geven ook aan dat het werk voor begeleiders minder stressvol is in de <strong>Knuffelboom</strong> dan in andere<br />
kinderdagverblijven.<br />
We vatten samen wat begeleiders en logistiek medewerkers ons vertelden over de veranderingen in de<br />
<strong>Knuffelboom</strong> en hoe die voor hen echt aanvoelen als leerervaringen en persoonlijke groei.<br />
Je kijkt op een andere manier naar kinderen. Je observeert kinderen meer vanuit de interesse voor het kind en<br />
je verwerkt de interesses van kinderen in je aanbod. Het inspelen op waar kinderen mee bezig zijn, maakt dat<br />
je meer bewust activiteiten gaat uitzoeken. Vroeger deden we gewoon iets, eender wat. Vroeger zou je<br />
gewoon een activiteit beginnen en zien wat er gebeurt. Nu zal je nadenken wat je wilt doen, hoe, waar en met<br />
welke kinderen. En dan laat je kinderen experimenteren. Kinderen krijgen meer vrijheid tijdens begeleid spel.<br />
Je observeert en denkt na over een mogelijke volgende activiteit. Vaak gaat dat om kleine dingen waar je<br />
vroeger niet bij stilstond. De aandacht voor activiteiten voor baby’s is ook een belangrijke evolutie, net als de<br />
aard van de aangeboden materialen en de manier waarop je ze aanbiedt. Activiteiten en zeker<br />
knutselactiviteiten benader je minder resultaatgericht, je houdt minder vast aan je eigen ideeën. Binnen <strong>Zig</strong>-‐<br />
Zag kijk je naar wat het kind echt wil en kan. Je geeft hen de kans zelf te ontdekken en plezier staat voorop.<br />
Opgelegde werkjes en werken naar eindresultaten die bepaald zijn door volwassenen, zoals inkleurprenten,<br />
kunnen het spelplezier bij kinderen wegnemen. Ook het werken in kleinere groepjes voor spel is een<br />
belangrijke verandering die maakt dat het rustiger is en je meer echt met kinderen kan bezig zijn en hen<br />
observeren.<br />
Het geloof in het sterke kind beïnvloedt je werk sterk. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> leert je over wat kinderen allemaal kunnen en<br />
dat we als volwassenen kinderen te snel onderschatten en te vaak dingen meteen in hun plaats gaan doen. Je<br />
betrekt kinderen veel meer bij dagelijkse zaken waar ze erg van genieten. En ook als begeleider is dit genieten.<br />
Soms sta je versteld, ervaar je een ‘wauw-‐gevoel’ bij het zien van wat kinderen allemaal doen en kunnen.<br />
Buitenstaanders kunnen het vaak moeilijk geloven wanneer je erover vertelt.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 19
Vanuit de opleiding ging er veel aandacht naar zorg. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> helpt je kijken naar de interesses van het kind en<br />
hierop in te spelen. Je gaat als begeleider nu veel gerichter kijken. Leren op de werkvloer is boeiend, dit<br />
verschilt sterk van de gekregen opleiding. Je ontwikkelt ideeën en leert samen met kinderen, ouders en het<br />
hele team. Er is bijvoorbeeld meer overleg en samenspraak onder collega’s over de kinderen en wat we doen<br />
met en ten aanzien van hen. Je neemt de ervaringen en de kijk naar kinderen mee naar huis. De vele<br />
ervaringen in de opvang maken van jou een bewuste opvoeder.<br />
Vele begeleiders hebben aangegeven persoonlijk gegroeid te zijn in hun job. Die persoonlijke groei wijten ze<br />
aan het werken aan een gemeenschappelijk project en een duidelijke visie en het accent dat wordt gelegd op<br />
reflectie: “ik ben gegroeid, want ik sta meer stil”, “je gaat veel meer nadenken over alles wat je doet”. Een<br />
aantal begeleiders benoemen ook zeer specifiek waar ze zelf grote sprongen in hebben gemaakt en volgens<br />
hen heeft dat sterk met <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> te maken. Nog een aantal uitspraken van begeleiders om dit alles te illustreren:<br />
“Vroeger vonden we alles meer vanzelfsprekend, nu sta je er meer bij stil, want je hebt geleerd dat het ook<br />
anders kan, je denkt na over hoe het anders kan.”<br />
“Als ik naar buiten ga en ik zie een streep in de lucht van een vliegtuig, vroeger had ik daar geen aandacht<br />
voor, nu wel. Ik merk het op en ga er met kinderen over praten. Je bent meer met alles bezig, zoals de<br />
omgeving als je wandelt.”<br />
”Binnen <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> heb je oog voor kleine dagelijkse momenten.”<br />
“Ik heb het gevoel dat ik de signalen van kinderen sneller begrijp.”<br />
“Ik ben nu opener en ga meer dingen doen en durven en initiatief nemen.”<br />
“Ik ben nu niet meer geremd om aan ouders dingen uit te leggen, niet meer bang om iets verkeerd te<br />
zeggen.”<br />
“Ik kan belevenissen en activiteiten gemakkelijker vertellen aan ouders, zeker met enkele foto’s bij de<br />
hand.”<br />
“Ik kan met trots over mijn job en het project vertellen aan vrienden.”<br />
“Ik ben kritischer geworden in het kijken naar ‘wat is goede kinderopvang?’.”<br />
Beleving van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>, ervaringen bij de opstart en nu<br />
De medewerkers geven aan dat <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> een interessant project is. De start werd door iedereen als moeilijk<br />
ervaren. Het voelde onzeker en onwennig. Dit verandert: nu is er vertrouwen en een goed beeld van wat <strong>Zig</strong>-‐<br />
Zag is. De interviews maken duidelijk dat tempo’s ook verschillen. Een aantal begeleiders geeft aan nog<br />
zoekende te zijn, nog regelmatig te twijfelen of acties wel binnen de visie van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> passen. De meesten<br />
hebben het gevoel hun weg wel gevonden te hebben en geven tegelijk aan dat het een leerproces blijft.<br />
We vatten kort samen wat begeleiders en logistiek medewerkers vertelden over hoe zij <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> beleven.<br />
“Het is boeiend, wat elke dag leer je van de kinderen, de ouders en van collega’s. Zij kijken soms anders en<br />
daar kan je bij stil staan.”<br />
Het blijft een boeiend project: je blijft nieuwsgierig naar kinderen, het laat je groeien in je job, je blijft leren, er<br />
is meer plezier voor kinderen en begeleiders, kinderen kunnen je blijven verrassen, het verhaal van kinderen<br />
documenteren is leuk, …<br />
“<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> is een leuk project, er rust minder druk op ons en de kinderen. Nu ik weet wat het inhoudt, voel ik<br />
me hier goed bij.”<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 20
De opstart is moeilijk. In het begin kan je niet altijd goed begrijpen waarover dit project juist gaat, dit sterke<br />
kindbeeld was in het begin moeilijk te doorgronden. De vele kleine acties maken het gaandeweg verstaanbaar.<br />
In het begin is het tasten in het duister. Het is iets vreemd en je weet niet altijd wat er van jou verwacht wordt.<br />
Het is wennen en zoeken, want je bent het niet gewoon. Je moet een knop omdraaien, een klik maken in je<br />
hoofd en dat kan even duren. Nu voelt <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> vertrouwd, we hebben meer vertrouwen in dat wat we doen<br />
goed is. Hoewel het nu aanvoelt als gewoon en vanzelfsprekend, is het toch nog vaak moeilijk om de<br />
methodiek steeds te vertalen naar alle momenten van de dag en voor alle leeftijden.<br />
Logistiek medewerkers geven aan dat ze het fijn vinden betrokken te worden bij het project. Je krijgt een<br />
nauwer contact met kinderen, ouders en begeleiders. Daar geniet je van. Je ervaart plezier in het mee<br />
nadenken en doen. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> motiveert je in je job.<br />
Knelpunten en moeilijkheden<br />
Hoewel <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> positief en leerrijk wordt ervaren, geven begeleiders ook knelpunten aan.<br />
De schriftelijke documentatie wordt bijna door iedereen als moeilijk ervaren. Daar worden vooral volgende<br />
redenen voor gegeven: je denkt er niet aan en/of het neemt te veel tijd in beslag. Je vindt niet de tijd om dat<br />
goed te doen. Beschrijven wat je ziet en hoort en schrijven over wat je daarbij denkt, is voor veel begeleiders<br />
geen evidentie. Sommigen stellen ook de vraag of dit echt nodig is. Ook het nemen van foto’s vraagt veel tijd,<br />
maar dit wordt minder als een probleem ervaren. Een aantal mensen ervaren het werken met computer als<br />
een struikelblok. De cursus die daarover werd georganiseerd is in die zin positief.<br />
Het nadenken over en vinden van vervolgplannen die inspelen op wat je hebt gezien bij kinderen aan interesse<br />
en beleving ervaren velen nog steeds als moeilijk. Soms zoek je het te ver, zit je vast in je denken, … Soms zijn<br />
vervolgacties eerder toevallig dan bewust gepland.<br />
Het wegvallen van vaste thema’s was voor sommigen aanvankelijk erg moeilijk, ook in de communicatie met<br />
ouders. Nu zouden slechts enkelen hier opnieuw voor kiezen.<br />
Meerwaarde van het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project voor de kinderen<br />
Alle medewerkers zijn het erover eens dat deze manier van werken een meerwaarde is voor de kinderen.<br />
Sommigen spreken zelfs over een ‘supermeerwaarde’. Waarom vinden zij dit?<br />
“<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> maakt dat je meer echt met kinderen bezig bent en kinderen voelen zich daardoor<br />
gewaardeerd.”<br />
Je ziet meer welbevinden en betrokkenheid bij kinderen. Ze krijgen meer kansen en mogelijkheden: buiten op<br />
stap gaan, niet verplicht worden om bepaalde activiteiten te doen, meer zelf kiezen, er wordt ingespeeld op<br />
wat hen boeit, in aanraking komen met verschillende materialen, kunnen experimenteren, … De aandacht voor<br />
de zelfredzaamheid en zelf mogen ontdekken geeft kinderen vele ontdekkings-‐ en experimenteerkansen en<br />
maakt dat ze veel meer ervaringen opdoen en daarvan leren. Je vertrouwt kinderen in hun initiatieven en je<br />
merkt dat kinderen ook trots zijn op zichzelf als ze slagen in hun opzet. Kinderen krijgen de kans om deel te<br />
nemen aan dagelijkse weerkerende ‘zorg’-‐taken. Er gaat vanuit de kinderen veel interesse naar de handelingen<br />
van de volwassenen en de kinderen bootsen de volwassenen snel na. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> maakt deze acties mogelijk.<br />
Meerwaarde van het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> project voor de ouders<br />
Het project is ook een meerwaarde voor ouders. Documenteren brengt het gesprek met ouders op gang.<br />
Ouders vertellen naar aanleiding van de foto’s over belevingen van hun kinderen thuis. Ze tonen veel interesse<br />
voor de foto’s en verhalen. Ouders weten zo waar hun kinderen mee bezig zijn, ze zien en horen hoe<br />
begeleiders omgaan met kinderen, wat er allemaal voor en met kinderen wordt gedaan in het<br />
kinderdagverblijf. Dat geeft hen vertrouwen.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 21
Af en toe nemen ze een spelidee mee naar huis. Je geeft onder impuls van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> meer pedagogische info in<br />
plaats van voornamelijk praktische info. De dagelijkse verhalen vertellen meer over de manier waarop het kind<br />
zijn dag heeft beleefd. Ouders horen graag de verhalen waarin hun kind sterk en goed in is. Er is meer echt<br />
contact met de ouders.<br />
Meerwaarde van het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project voor het team<br />
Begeleiders en logistiek medewerkers ervaren <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> niet alleen als een meerwaarde voor kinderen en ouders,<br />
maar ook voor henzelf als persoon en als team (zie ook leerervaringen en persoonlijke groei).<br />
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> geeft je als medewerker nieuwe uitdagingen en de kans om te experimenteren. Je kan genieten van<br />
wat je zelf en je collega’s doen met kinderen. Er rust minder druk op jou als begeleider, onder andere door de<br />
verticale groep en doordat je niet werkt vanuit vaste schema’s.<br />
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> brengt het alledaagse in beeld. Je ontwikkelt een interesse voor kleine ervaringen en belevingen van<br />
kinderen, alle details worden belangrijk. Je leert kinderen beter kennen. Vaak gaat het daarbij om hele kleine<br />
dingen, maar ze maken je beeld van een kind gevarieerder. Als begeleider ben je een belangrijke volwassene<br />
voor de kinderen. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> doet nadenken over waar je kinderen mee in contact brengt, hoe je hen de wereld<br />
toont, wie kinderen zijn, …<br />
<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> doet je intens samenwerken met collega’s, je wordt een echte teamspeler. Je praat veel over<br />
pedagogiek, over jouw eigen handelen, je geeft elkaar spontaan feedback. Je luistert naar elkaar en je staat<br />
open voor andere ideeën. Je kan bijleren van elkaar. De vormingen bijvoorbeeld brengen de acties van andere<br />
collega’s naar voor en dit is inspirerend.<br />
Het project zorgt ervoor dat je handvatten hebt om over pedagogiek en opvoeding te praten met ouders. Je<br />
kunt over de visie van de opvang praten, je kan motiveren waarom je bepaalde handelingen uitvoert. Je geeft<br />
ouders een goed gevoel.<br />
Randvoorwaarden die het project ondersteunen<br />
Een aantal medewerkers gaan hier op in tijdens de persoonlijke gesprekken en benoemen volgende aspecten<br />
als belangrijk:<br />
-‐ samenwerking in team en leren van elkaar (over modules heen)<br />
-‐ alle begeleiders staan open voor de visie en willen zich daartoe engageren<br />
-‐ middelen als tijd, ruimte, materiaal, nodige technische hulpmiddelen<br />
-‐ je inspanningen worden gezien en erkend<br />
-‐ samenkomsten met het team, de mogelijkheid krijgen tot overleg in kindvrije uren<br />
Werkwijze binnen het begeleidingstraject en de rol van de externe begeleiding<br />
Medewerkers gaan hier zowel in op de teambegeleidingsmomenten als op de vormingsdagen. Enkele mensen<br />
benoemen ook expliciet het perspectief van een buitenstaander (pedagogisch begeleider) als zinvol: net omdat<br />
die persoon extern is, ziet die soms andere dingen. Het is iemand die je verder op weg kan zetten, ervaringen<br />
van andere groepen binnenbrengen en vragen kan stellen die je doen nadenken over iets waar je anders<br />
misschien niet zou bij stil staan.<br />
De teambegeleidingsmomenten zijn reflectiemomenten, momenten om te leren, elkaars mening te horen,<br />
andere ideeën op te doen, zaken op te frissen, … De bijeenkomsten zijn goed omdat je dan echt de tijd en<br />
ruimte krijgt om stil te staan. Het is nodig om dergelijke kindvrije overlegmomenten te hebben als team. Soms<br />
voel je wat stress opkomen bij het naderen van een overlegmoment, dit heeft vaak te maken met het invullen<br />
van de fiche. Soms heb je toch het gevoel dat je weinig tijd hebt om alles grondig op te volgen. Het project<br />
installeert een discussiecultuur, dit is nieuw en zorgt soms voor persoonlijke spanningen. Toch zorgt het project<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 22
ervoor dat je heel erg betrokken bent bij de dingen die je doet met kinderen en ouders. De overlegmomenten<br />
zijn interessant, maar nemen niet de bovenhand.<br />
De vormingsdagen en teambegeleidingsmomenten zijn nodig en zinvol om de reflectie te ondersteunen.<br />
Zonder dergelijke initiatieven zou het in de praktijk brengen van de visie en het reflectieproces meer<br />
verwateren en kan je minder leren van anderen. Ook de opdrachten dragen daartoe bij.<br />
Competenties van een begeleider<br />
Hieronder geven we weer wat de visie van de medewerkers is op competenties die een goede begeleider<br />
kenmerken. Zij linken dit ook aan het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project. Als begeleider moet je oog hebben voor iedereen en vele<br />
zaken kunnen combineren. Enkele mensen benoemen ook expliciet dat hun job erg belangrijk is, want je legt<br />
mee de basis voor het verdere leven van deze jonge kinderen.<br />
Als begeleider moet je open staan voor samenwerking. Je wordt binnen <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> een teamspeler. Je ontwikkelt<br />
een grote zelfstandigheid, je neemt initiatieven, je gaat zelfstandig aan de slag met een kleine groep kinderen.<br />
Je bent bewust van jouw professionele taak, je respecteert de ideeën van een ander, vermits je heel veel praat,<br />
overlegt en samen plannen maakt. Open staan voor vernieuwing en bijleren zijn belangrijke competenties voor<br />
begeleiders.<br />
Contact aangaan met ouders is een belangrijk cluster van competenties. Je ontwikkelt een sociale vaardigheid<br />
om met ouders over hun kind te praten. Het is belangrijk dat je probeert met elke ouder een goede band op te<br />
bouwen en dat je je kan inleven in het perspectief van de ouder.<br />
Als competenties in het omgaan met kinderen komen verschillende zaken naar voor: kijken, noteren en foto’s<br />
maken, kinderen begeleiden, leuke acties ondernemen, communiceren, nieuwsgierig zijn naar de acties van<br />
kinderen en die proberen te begrijpen en erop in te spelen, kinderen het gevoel geven dat je er bent,<br />
inlevingsvermogen, kinderen centraal stellen, oog hebben voor veiligheid, geborgenheid en huiselijkheid, ...<br />
Documenteren<br />
Binnen het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> neemt documenteren een centrale plaats in. We vroegen medewerkers expliciet<br />
naar hun kijk hierop en hoe zij dit beleven. Het is duidelijk dat dit doorgaans positief wordt benoemd en<br />
ervaren, hoewel de tijd die dit vraagt vaak wel als moeilijkheid wordt ervaren. Dit geldt bij uitstek voor de<br />
schriftelijke documentatie, zoals reeds hierboven aangehaald.<br />
Het werken met foto’s is positief. Het is een krachtig middel om met ouders in contact te treden en het gesprek<br />
op gang te brengen. De foto’s ondersteunen de gesprekken: ze geven je meer gespreksstof en maken het<br />
makkelijker om naar de ouders toe te gaan en te praten over activiteiten, de interesses en de groei<br />
(ontwikkeling) van hun kind. Ouders zijn er erg in geïnteresseerd en het blijft bovendien belangrijk om zelf de<br />
aandacht te vestigen op de documentatie in je contacten met ouders. Het is je taak als begeleider om zelf te<br />
zeggen dat er nieuwe documentatie is. Ook voor kinderen is het leuk om de foto’s te bekijken en als begeleider<br />
geeft het je ook de kans om te zien wat collega’s hebben gedaan en beleefd met kinderen. Het nemen van<br />
foto’s en maken van collages neemt extra tijd, maar is wel de moeite waard.<br />
De foto-‐taal wordt gaandeweg beter. Je leert om door de lens van een camera te kijken, je kijkt dan anders, je<br />
wil iets vastleggen met één foto. Als je de foto’s dan afdrukt, zie je nog meer details. Je selecteert enkele foto’s<br />
uit een reeks en je vertelt een verhaal. Je observeert beter en meer, je kent de kinderen veel beter. Je kan<br />
leren van documenteren.<br />
De schriftelijke documentatie, de fiches en het dagschema, zijn minder positief. Je ervaart het als een extra,<br />
vindt de tijd niet om in te vullen, weet niet goed wat in te vullen. Bij sommigen wordt dit snel ingevuld voor de<br />
teambijeenkomst, waardoor er niet echt van geleerd wordt (terwijl dit net de doelstelling is). Anderen<br />
benadrukken wel dat je af en toe moet schrijven om dingen niet verloren te laten gaan (zeker bij de start van<br />
het project), dat het je kan helpen bij nadenken over je werk, maar vooral een probleem is van tijd.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 23
Wat is <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> voor mij?<br />
We vroegen medewerkers ten slotte wat <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> voor hen is, welke woorden ze met het project en de visie<br />
associëren. Het valt op dat dit vaak een afspiegeling is van wat ze aangeven als persoonlijke leerervaringen, als<br />
zaken waarin ze het sterkst zijn gegroeid. Vooral volgende zaken worden naar voor geschoven:<br />
-‐ het sterke kind en de zelfstandigheid van kinderen<br />
-‐ het werken vanuit de interesses en beleving van kinderen<br />
-‐ documenteren (vooral als meerwaarde in de contacten met ouders)<br />
-‐ kijken naar kinderen, observeren<br />
-‐ niet resultaatgericht werken<br />
-‐ ontdekken en experimenteren<br />
Om deze persoonlijke verhalen af te sluiten nog dit:<br />
“<strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> zorgt ervoor dat je fier bent op de job. Je ontdekt dat je een meewaarde bent voor de kinderen en<br />
hun gezin. Het is niet langer een job waar je voor kinderen zorgt en af en toe met hen speelt. Mijn<br />
omgeving waardeert me voor de inzet voor de job. Je lost de doelen van een activiteit en je kijkt naar de<br />
belevingen van kinderen.“<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 24
4. Verloop en stand van zaken voor elke leefgroep<br />
Voor meer gedetailleerde verslaggeving verwijzen we naar de verslagen die na afloop van elke teambegeleiding<br />
gemaakt zijn. Niet alle afspraken, acties en leerervaringen zijn hieronder immers opgenomen. Hier willen we<br />
vooral een globaal beeld schetsen van wat aan bod is gekomen en welke weg de groep daarin heeft afgelegd.<br />
4.1. De Vlindertuin<br />
De leefgroep van de Bijtjes is begeleid door Annelies Roelandt (VCOK), zoals dat ook het geval was in 2009.<br />
Moduleverantwoordelijke Kelly Neels verzorgde de begeleiding van de leefgroep van de Bloemetjes.<br />
4.1.1. De Bijtjes<br />
We gebruikten telkens de documentatie als basis om te reflecteren en plannen te maken. Zodoende waren<br />
vele gesprekken toegespitst op activiteiten en spel, zoals het project ‘licht en donker’, ‘geluid’ en ‘bewegen’ en<br />
vele voorbeelden van direct en planmatig inspelen op de interesses van kinderen, zoals de fascinatie voor<br />
ballen en ballonnen. Zo bespraken we bijvoorbeeld hoe kinderen verschillend reageren op gelijkaardige<br />
prikkels, hoe interesses van kinderen overheen de tijd kunnen verschuiven, hoe vervolgactiviteiten best zo<br />
dicht mogelijk bij de beleving van kinderen blijven, …<br />
We bogen ons ook over volgende vragen: Wat is een activiteit? Is dat anders voor begeleiders en kinderen? We<br />
kwamen tot de bedenking dat het begrip activiteiten moet bekeken worden vanuit de bril van kinderen en dat<br />
het bijgevolg niet altijd iets groots moet zijn of iets met veel materiaal. Een kriebelspelletje of mee naar de<br />
wasmachine is ook een activiteit voor kinderen. Het belangrijkste is dat kinderen ervan genieten, dat de<br />
activiteit inspeelt op hun interesses en behoeften. Misschien is het woord spel-‐ of speelprikkel beter geschikt.<br />
Door de praktijkervaringen van de begeleiders te bespreken was de rol van de begeleider veelvuldig onderwerp<br />
van gesprek. Wanneer stuur je in een bepaalde richting? Wat betekent het afstemmen van je handelen op kind<br />
en situatie? Hoe geven begeleiders stress door aan kinderen? Wat is je taak in het doen van een gevarieerd<br />
aanbod? Hoe betrekken we de logistiek medewerker ten volle in de werking? … Bovendien vroegen we elke<br />
begeleidster een voorwerp mee te nemen dat symboliseert wie zij is in haar job. Bewust zijn van wie je bent en<br />
hoe je de zaken aanpakt is een belangrijk aspect van de job. De teamleden ervaarden het benoemen van<br />
eigenschappen van jezelf zeker niet als evident, maar wel goed om in team te bespreken en elkaar te leren<br />
kennen en de relatie tussen zelfbeeld en imago verder te verkennen.<br />
Daarnaast kwamen ook volgende onderwerpen aan bod:<br />
-‐ Activiteiten voor de jongste leeftijdsgroep (aan de hand van concrete voorbeelden).<br />
-‐ Het belang van naar buiten gaan met kinderen, ook de jongste kinderen, en hoeveel plezier zij daaraan<br />
beleven (aan de hand van concrete voorbeelden).<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 25
-‐ Oog hebben voor de zelfstandigheid van kinderen en hoe je je daar als begeleider kan over verwonderen.<br />
Bovendien moet het materiaal dat je aanbiedt aan kinderen ook gepast zijn, opdat ze het echt zelf zouden<br />
kunnen doen. Dit is zeker het geval bij de eetsituatie.<br />
-‐ De voor-‐ en nadelen van het dagschema om dagelijks te noteren wat je hebt aangeboden aan kinderen, hoe<br />
ze daarop reageerden en wat een mogelijk vervolg kan zijn. Dit geeft een mooi overzicht van wat zich allemaal<br />
in de groep heeft afgespeeld, hoe dat is geweest en wie daaraan heeft geparticipeerd. Je kan dit bijvoorbeeld<br />
benutten bij het invullen van heen-‐en-‐weer-‐boekjes. Anderzijds vind je niet altijd de tijd om het onmiddellijk in<br />
te vullen en heb je niet altijd ideeën voor vervolgacties.<br />
-‐ Samen nadenken over vervolgacties lukt beter, omdat je kan associëren op elkaars ideeën.<br />
-‐ Activiteiten samen met ouders (muzieknamiddag) en belang van documenteren voor ouders. Een initiatief als<br />
de muzieknamiddag geeft ouders de kans een stukje opvang meer van dichtbij mee te beleven en kan je<br />
contact met ouders verdiepen. De ‘octopus’ waar fotocollages aan ophangen is een succes en geeft aanleiding<br />
om meer met ouders te communiceren over visie.<br />
4.1.2. De Bloemetjes<br />
We begonnen met een kritische reflectie over onze werking. Hierbij stelden we vast dat onze sterktes lagen bij<br />
het opsplitsen van de groep (individualiseren), betrekken van de natuur in onze werking, kinderen betrekken<br />
bij de dagdagelijkse bezigheden, het observeren van de kinderen tijdens hun spel en het documenteren voor<br />
ouders en andere betrokkenen. We bepaalden de aandachtspunten voor <strong>2010</strong>: het betrekken van baby’s in<br />
onze pedagogische werking en het optimaliseren van het schrijfwerk dat komt kijken bij <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>. Als doelstelling<br />
kozen we dat de activiteiten op voorhand worden beschreven vanuit het observeren van de kinderen, de<br />
planning rond de acties en een kritisch reflecteren rond het aanbod. Vervolgens is het de bedoeling om een<br />
vervolg te voorzien op de acties.<br />
Het werkjaar 2009 werd afgesloten met het project ‘beweging’ en ‘ruimte’, waarbij de baby’s ook als actieve<br />
participanten betrokken worden. Dit project was een aanzet voor <strong>2010</strong>.<br />
In <strong>2010</strong> hadden we het vaak over de verschillende ruimtes. Zo kwam de buitenruimte en vooral de natuur<br />
centraal te staan. Er werd gepicknickt in het bos, de bloementuin werd aangelegd, er werden groenten gepland<br />
die achteraf ook geproefd en gesmaakt werden. We maakten de bedenking dat kinderen echt al ‘op wacht’<br />
staan rond 10u om buiten te gaan. Door elke dag hetzelfde parcours af te leggen geeft dit de kinderen een<br />
zekere houvast en ze kennen het parcours ook heel goed. Zij geven zelf aan welke richting de begeleidsters<br />
moeten nemen. Buitenmaterialen werden ook mee naar binnen gebracht. Zo konden kinderen experimenteren<br />
met kastanjes, zand, stokjes, steentjes, … op de lichttafel en speelden ze met water, met krijtjes en zand, …<br />
Binnenmateriaal kan je ook buiten aanbieden (zoals de grote kussens voor een hindernissenparcours in de<br />
tuin). Maar ook andere ruimtes kregen meer aandacht. De ruimte onder het park werd een echt speelhuisje<br />
met blokken en de serre ten volle benut.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 26
Door op te splitsen en zich te verdelen in verschillende ruimtes wordt rust gecreëerd en kan er echt tijd<br />
gemaakt worden voor de baby’s. Zo was er een babymassage, werd er gespeeld met de snoezelballen, gingen<br />
de baby’s mee op stap in de buggy, …<br />
Ook stonden we stil bij het project muziek. Uit observaties bleek dat kinderen vooral graag zongen en dansten<br />
en ook de muziekinstrumenten waren heel erg in trek. We besloten een muziekvoormiddag te organiseren<br />
waarbij twee ouders muziek kwamen maken en alle andere ouders werden uitgenodigd om samen met de<br />
kinderen te luisteren en te genieten van de muziek.<br />
Op elke vergadering kwamen we steeds tot dezelfde conclusie dat het administratieve luik heel moeilijk blijft.<br />
We besloten om de dagplanning bij de aanwezigheden van de kinderen te voegen, omdat de begeleidsters dit<br />
elke dag nodig hebben en zo aan het schema herinnerd worden. Dit knelpunt kwam ook naar voor in de<br />
afsluitende analyse over wat al geïntegreerd is en wat minder consequent wordt opgevolgd. Wat meer<br />
aandacht moet krijgen in de toekomst zijn alle administratieve zaken zoals dagschema’s invullen, <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐fiches<br />
maken, kindvrij uur opnemen, … Wat reeds geïntegreerd is zijn alle zaken rond voeding, activiteiten (de groep<br />
opsplitsen, aandacht voor verschillende leeftijden, dagelijks buiten gaan), documenteren en observeren, …<br />
4.2. De Wijze Eik<br />
Net als in 2009 was de begeleiding van de leefgroep van de Krekeltjes in handen van Caroline Boudry (<strong>VBJK</strong>).<br />
Wegens zwangerschap van de moduleverantwoordelijke Evi Voet, is de begeleiding van de leefgroep van de<br />
Kikkertjes opgenomen door Annelies Roelandt.<br />
4.2.1. De Krekeltjes<br />
Het team van de Krekeltjes kende vele veranderingen (zowel een personeelswissel, als een<br />
andere leidinggevende). Bij de start werd de werking binnen het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project gekaderd voor de nieuwe<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 27
medewerkers. Het team formuleerde werkpunten. De ervaringen uit 2009 binnen het project werden<br />
doorgegeven aan de nieuwe collega’s. Samenwerking met collega’s binnen het team werd onder de loep<br />
genomen. De teamleden spraken af elkaar te ondersteunen bij het invullen van de fiches, foto’s maken en<br />
selecteren om tot een sterk verhaal te komen. Er werd een meterschap opgestart waarbij collega’s de<br />
activiteiten fotograferen van een andere collega en nadien samen bespreken in hoeverre de foto’s de sfeer van<br />
een activiteit weergeven.<br />
We hadden het tijdens de bijeenkomsten over kleine acties voor alle kinderen. Het team observeert een reeks<br />
dagelijks weerkerende acties en plant activiteiten die nauw aansluiten bij de interesses van jonge<br />
kinderen. Ze noteren elke dag een item in het boek ‘leuke momenten’, deze rubriek ondersteunt hen in het<br />
kijken naar kinderen vanuit het perspectief van de kinderen.<br />
Ook de aandacht voor alle kinderen in de groep was een gespreksonderwerp. Het is belangrijk dat kinderen<br />
bewust aangesproken worden voor een activiteit, dat het team aandacht geeft aan activiteiten of acties voor<br />
de baby’s, peuters of activiteiten voor jong en oud samen. Binnen een verticale werking is het belangrijk dat de<br />
oudste peuters rekening houden met de jongste baby’s.<br />
Ook de gesprekken met ouders kwamen aan bod. Het team werkte in <strong>2010</strong> sterk aan de communicatie met<br />
ouders. Er zijn mappen met foto’s samengesteld. Deze zijn een goede start voor een gesprek met de ouders.<br />
Volgende thema’s kwamen aan bod tijdens de verschillende actieplannen:<br />
-‐ Zichtbaar maken van informatie voor ouders en kinderen: zo is er een aanwezigheidskalender waar je aan de<br />
hand van foto’s kan zien welke begeleidster en kinderen er die dag zijn. Foto’s van kinderen op de kastjes en<br />
kapstokjes geven een plek aan alle kinderen van de leefgroep. Een wolk brengt het verhaal van leuke<br />
momenten of uitspraken van kinderen.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 28
-‐ Verhogen van de betrokkenheid van kinderen tijdens de maaltijd: bij de voorbereiding van de maaltijd, het<br />
zelfstandig handelen tijdens de maaltijd en opruimen. Er werd veel aandacht geschonken aan het organiseren<br />
van een gezellige maaltijd voor de kinderen.<br />
-‐ Meer continuïteit tijdens de maaltijden en rustmomenten.<br />
-‐ Natuur en natuurbelevingen, uitstappen, wandelen en schattenjacht in de natuur.<br />
-‐ Optimaal benutten van alle zintuiglijke ervaringen van jonge kinderen: ruiken, voelen, zien, … alle ervaringen<br />
worden intens beleefd.<br />
-‐ Een belangrijke plek voor de boekenhoek van de leefgroep in een aanpalende gezellige, rustige ruimte.<br />
4.2.2. De Kikkertjes<br />
Het afgelopen werkjaar ging het team van de Kikkertjes regelmatig in op één van de kernaspecten binnen <strong>Zig</strong>-‐<br />
Zag: de ‘reflecterende begeleider’. Reflecteren over concrete situaties maakt dat je leert en continu aan<br />
kwaliteit werkt, toch wordt dit vaak als niet evident ervaren. Twijfel slaat immers vaak toe en dat kan soms<br />
verlammend werken. Het installeren van een cultuur van continue kritische reflectie is niet gemakkelijk. Eigen<br />
aan zo een veranderingsproces wordt het bevragen van acties soms ervaren als controlerend of persoonlijke<br />
kritiek, omdat we het niet gewoon zijn. We praatten hier dikwijls over en maakten elke bijeenkomst tijd om<br />
twijfels en vragen te bespreken. Het team had het gevoel hierin te groeien: je gaat dingen vanuit een andere<br />
invalshoek bekijken, je kan leren van ervaringen en er is een verschil tussen bewust en onbewust handelen. De<br />
fiches gebruikten we hierbij als instrument. Samen verduidelijkten we de verschillende rubrieken met passende<br />
vragen die helpen bij het nadenken.<br />
Spel en activiteiten kwamen ook in deze groep veelvuldig aan bod op de bijeenkomsten. We bekeken wat het<br />
betekent om te werken vanuit de kinderen en dachten samen na over observaties om tot vervolgplannen te<br />
komen. Zo waren er bijvoorbeeld de projecten ‘duwen en kneden’, ‘geluid’ of ‘dozen’ waar gedurende langere<br />
periode werd gewerkt vanuit de interesses, fascinaties of verwondering van de kinderen. De stemmen van de<br />
kinderen op dictafoon opnemen en hen opnieuw laten horen bleek een schot in de roos, net als de vele<br />
variaties met kartonnen dozen waar de logistiek medewerker nauw bij betrokken was.<br />
Daarnaast werd ook uitvoerig ingegaan op dagelijkse momenten en de betrokkenheid van kinderen daarbij,<br />
zoals tanden poetsen, mee de bedjes verversen, eten en onthaal. Nieuwe rituelen werden zo geboren:<br />
begroetingsritueel met foto’s, yoga, voor de maaltijd met foto’s bespreken wat op het menu staat, het<br />
poetskarretje. De samenwerking met de logistiek medewerker werd verder uitgebouwd, zodat er meer<br />
betrokkenheid was tussen kinderen en deze persoon en het biedt extra mogelijkheden om kinderen te<br />
betrekken bij dagelijkse zaken waar ze erg van genieten.<br />
Bij het bespreken van allerlei acties kwamen twee onderwerpen ook steeds weer terug:<br />
-‐ Het gebruik van de beschikbare ruimte en het creëren van interessante pedagogische ruimtes voor kinderen,<br />
zowel binnen als buiten. Het team ondernam verschillende acties op dit vlak, zoals zaaien en planten, een<br />
vogelhuisje en mezenbollen om de buitenruimte voor kinderen extra boeiend te maken en dagelijks naar<br />
buiten gaan met kinderen.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 29
-‐ De rol van de begeleider ten aanzien van kinderen en hoe er geen pasklare antwoorden bestaan. Je stemt je<br />
houding en handelen af op wat je ziet bij kinderen en op de eigenheid van elk kind (kijken, luisteren en<br />
inspelen).<br />
Tot slot vermelden we nog dat documenteren frequent op de agenda van dit team stond. We bespraken hoe je<br />
niet altijd alles kan noteren of fotograferen, hoe documenteren ook altijd selecteren is. We wisselden<br />
ervaringen uit over het documenteren voor ouders. De essentie is het gesprek dat je aan de hand van foto’s en<br />
ander documentatiemateriaal kan hebben met ouders en hoe de kindbegeleider daar de katalysator voor is.<br />
4.3. Het Fabeltjesbos<br />
Net als in 2009 heeft Annelies Roelandt de groep van de Nijntjes begeleid en stond moduleverantwoordelijke<br />
Jan De Vulder in voor de begeleiding van de leefgroep van de Elfjes.<br />
4.3.1. De Nijntjes<br />
Bij het team van de Nijntjes stond pedagogische documentatie bijna telkens op de agenda. Zo stelden ze vast<br />
dat bepaalde kinderen vaker te zien waren op de foto’s dan anderen en werd actie ondernomen.<br />
Documentatie werd aanvankelijk te weinig teruggekoppeld naar kinderen, hoewel dit voor kinderen een<br />
belangrijk signaal is van waardering en iets waar ze veel plezier aan kunnen beleven. Oude documentatie werd<br />
voor kinderen gebundeld en er werd een memory gemaakt met foto’s van de kinderen en de groep.<br />
Ook de documentatie voor ouders kwam veelvuldig aan bod. Het team besprak hoe de leefgroep een betere<br />
plek is om documentatie met ouders te delen dan de inkomhal: je hebt meer gesprekken erover en gesprekken<br />
gaan veel verder dan info over eten en slapen. Bovendien zijn compacte collages die in het zicht hangen<br />
toegankelijker voor ouders dan een groot kijkboek bij de uitgang. Documentatie werd ook benut om een<br />
presentatie te geven aan ouders over het <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>-‐project op een avond. We bespraken de ervaringen van het<br />
team.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 30
Documentatie heeft ook een belangrijke functie voor het team. In <strong>2010</strong> werd er geëxperimenteerd met een<br />
schema om dagelijks schriftelijk te documenteren. De ervaringen hiermee werden telkens opnieuw besproken<br />
en het schema aangepast. Schriftelijk documenteren wordt als moeilijk ervaren: wanneer doe je het? Wat<br />
schrijf je? Hoe selecteer je, want je kan nooit alles documenteren? … Samen zochten we tips zoals het gebruik<br />
van kernwoorden, een vast tijdstip, … Het team experimenteerde ook met de combinatie van beeld en woord<br />
door het in de praktijk doorlopen van de cirkel van ‘kijken, luisteren en inspelen’ grondig te documenteren.<br />
Vertrekpunt was de fascinatie van kinderen voor balpennen en de agenda van begeleiders. Daardoor krijg je<br />
een goed overzicht van wat zich heeft afgespeeld. Noteren wat zich afspeelde op een ‘filmische’ manier bleek<br />
niet evident.<br />
Aan de hand van documentatie bespraken we vooral concrete spelactiviteiten en samen dachten we na over<br />
vervolgideeën. Documentatie toont de betrokkenheid van kinderen en begeleiders tijdens spel. We merkten op<br />
dat de aanleiding voor vele acties eigenlijk niet duidelijk is en pasten de fiche daarop aan om bewuster om te<br />
gaan met de methodiek van ‘kijken, luisteren en inspelen’.<br />
Materialen als pedagoog waren dikwijls onderwerp van gesprek en reflectie tijdens de bijeenkomsten in dit<br />
team. Het team maakte koffers voor symbolisch spel vanuit de interesse van kinderen voor echte materialen.<br />
Besprekingen mondden uit in het anders aanbieden van materiaal aan kinderen (kleinere hoeveelheden en<br />
meer gestructureerd bijvoorbeeld). Als vanzelf kwamen we terecht bij de ruimte als pedagoog: hoe benut je<br />
ruimte? Waar laat je welke activiteit het best doorgaan? Moet je ruimte dan herorganiseren? Wordt de<br />
buitenruimte voldoende benut als pedagogische omgeving voor kinderen? Hoe kunnen we de poppenhoek<br />
aantrekkelijker maken? … Deze en andere vragen zouden in 2011 zeker verder uitgediept moeten worden.<br />
De laatste bijeenkomst bij leefgroep De Nijntjes ging bijna exclusief over het middagmaal. Zowel kinderen als<br />
begeleiders ervaarden dit niet meer als een prettig moment, welbevinden en betrokkenheid was onvoldoende<br />
hoog. Samen dachten we na om daar verandering in te brengen en er werden voornamelijk acties gepland om<br />
de actieve betrokkenheid van kinderen te verhogen.<br />
4.3.2. De Elfjes<br />
Tijdens dit afgelopen werkjaar werd de pedagogische werking op basis van onze rode draad <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> verder<br />
uitgewerkt. Naast het werken met de kinderen, dienden we noodgedwongen de klemtoon te leggen op de<br />
teamwerking. Door wisselingen in team (naar aanleiding van zwangerschappen) was het noodzakelijk om de<br />
verworven kennis en ervaring te bestendigen en toch te blijven zorgen voor basisveiligheid voor de kinderen.<br />
Binnen dit team was één vaste medewerker de motor. Zij zorgde voor de inwerking van in totaal vier collega’s<br />
tijdens dit afgelopen jaar. Naast houvast bieden voor de kinderen, diende zij ook te zorgen voor overdracht,<br />
inwerking, ervaringsuitwisseling over projecten uit het verleden, activiteiten die eerder plaatsvonden en die<br />
een gevolg dienden te krijgen, … Voor nieuwe medewerkers lijkt dit, samen met alle andere huisregels en<br />
afspraken toch een heleboel nieuwe ‘leerstof’. Wat we in het verleden leerden over ‘tijd’ leek nu toch ook wel<br />
nuttig in de praktijkuitvoering.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 31
Niettegenstaande deze, toch wel plotse teamontwikkeling, is het Elfjesteam niet bij de pakken blijven zitten en<br />
we bespraken hun ervaringen op de bijeenkomsten.<br />
Naar aanleiding van een computeropleiding, waar de nadruk lag op documenteren en het verwerken van<br />
allerlei informatie, zoals foto’s op geïnformatiseerde wijze werden meldingen, brieven, aankondigingen naar<br />
ouders en andere relevante betrokkenen op de computer aangemaakt en uitgehangen in de groep.<br />
Documenteren naar de kinderen toe, werd ook verder geconcretiseerd. De speelgoedbakken en dozen werden<br />
allemaal voorzien van foto’s met materialen op. Zodoende kunnen de kinderen duidelijk zien wat aanwezig is<br />
en op basis hiervan keuzes maken. Daarnaast vatten we het plan op om de slaapkamertjes te individualiseren<br />
met foto’s van de kinderen op elke kamerdeur. Zo weten zowel ouders, kinderen, interim medewerkers als<br />
vaste begeleiding wie waar een eigen bedje heeft.<br />
We zochten naar diverse manieren om ouders en andere betrokkenen te informeren en daarbij gebruik te<br />
maken van documentatie. Zo werd ook ‘de wolk’ geïmplementeerd: een krijtbord waarop aangegeven staat<br />
wat ‘speciaal’ is tijdens de dag of week. Spel en activiteitenaanbod kwamen op deze manier ook onder de<br />
aandacht en waren aanleiding tot gesprek. Daarnaast werd een systeem ontwikkeld om alle kinderen te<br />
betrekken bij het aanbod en geen kinderen of leeftijdsgroep te vergeten of verwaarlozen: het krijtbord aan de<br />
deur.<br />
Een opvallend gegeven is toch dat de documentatie een mooi aanbod is naar ouders en eveneens<br />
ondersteunend werkt bij nieuwe medewerkers om in contact te treden met ouders.<br />
Tijdens de <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong>meetings werd stil gestaan bij de ‘100 talen’ en het observeren van deze talen bij de kinderen<br />
zowel individueel als in groepsverband. Eind <strong>2010</strong> werd het startschot gegeven voor het inplannen in het<br />
activiteitenaanbod van één van de 100 talen die tot dan ondervertegenwoordigd was: koken. In 2011 zal het<br />
team hier verder werk van maken en elke maand met de kinderen een kookactiviteit organiseren.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 32
Ook werd het welbevinden en de betrokkenheid van alle kinderen, ook rekening houdend met de<br />
leeftijdscategorieën, onder de loep genomen. Bij diverse besprekingen over de kinderen stond men stil bij het<br />
aspect ruimte en betrok men hier ook de andere pedagogen in al hun aspecten, zij het soms in beperkte mate.<br />
Het was alweer een deugddoend, leerrijk en verrijkend werkjaar met ervaringen vanuit observaties, plannen,<br />
activiteiten, processen en zoeken naar vervolg op.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 33
5.1. Uitdagingen voor de toekomst<br />
5. <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> in <strong>Knuffelboom</strong> XL in 2011<br />
Volgende uitdagingen willen we naar voor schuiven:<br />
- Meer aandacht voor documentatie voor kinderen en terugkoppeling daarvan.<br />
- Inrichting van binnen-‐ en buitenruimte verder aanpakken en maken van speelkoffers.<br />
- Schriftelijke documentatie inbedden in de dagelijkse praktijk.<br />
- Aandacht voor vaardigheden in omgaan met feedback en reflecteren.<br />
- Praktijkveranderingen inschrijven in het kwaliteitshandboek.<br />
- Hoe opvolgen en continueren? Implementatie en blijvende aandacht voor initiatieven.<br />
- Begeleiders verder ondersteunen in pc-‐vaardigheden en ICT-‐materiaal voorzien voor de groepen.<br />
- Meer aandacht voor buurtwerking.<br />
- Optimaliseren van de rol van de leidinggevenden op de werkvloer en de betrokkenheid van de<br />
coördinator.<br />
- Begeleiders ondersteunen in de wijze van aanbieden van materialen aan kinderen.<br />
- Begeleiders ondersteunen in vervolgacties plannen vanuit observaties, de cirkel van ‘kijken, luisteren<br />
en inspelen’ een meer stevige plaats geven in de werking.<br />
- Natuurproject integreren in de werking.<br />
- Uitstappen organiseren voor ouders en kinderen.<br />
- Ouders meer mogelijkheden geven om feedback te geven over de werking van de <strong>Knuffelboom</strong> XL.<br />
- Verder werk maken van groepsoverschrijdend werken en constructief uitwisselen en leren van elkaar.<br />
Uit deze lijst met uitdagingen zal het leidinggevend team van de <strong>Knuffelboom</strong> XL bepalen waar de accenten<br />
voor 2011 zullen liggen. Bij deze selectie zullen alle uitdagingen en opdrachten waar het kinderdagverblijf voor<br />
staat – ook buiten het kader van <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> –meegenomen worden.<br />
5.2. Projectvoorstel 2011<br />
Projectdoelstelling<br />
Het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> zal in 2011 verder gezet worden. Dit project wil de pedagogische praktijk in de<br />
kinderopvang zichtbaar en bespreekbaar maken met als doel de pedagogische kwaliteit van de opvang en het<br />
pedagogisch handelen van de medewerkers te verbeteren. We gebruiken daarvoor de methodiek van<br />
pedagogisch documenteren. Het professionele team, maar ook kinderen en ouders zijn actieve participanten in<br />
dit proces. De methodiek van de Noord-‐Italiaanse kinderopvang en de principes van respectvol omgaan met<br />
diversiteit en het idee van de reflective practitioner vormen belangrijke inspiratiebronnen in het project.<br />
Situering<br />
Het kinderdagverblijf <strong>Knuffelboom</strong> XL engageerde zich in 2009 en <strong>2010</strong> om na te denken over kwalitatieve<br />
kinderopvang. Aan de hand van casussen wordt nagedacht over de dagelijkse werking binnen de leefgroep. Een<br />
vervolg op het project <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> kan de implementatie van de methodiek mogelijk maken.<br />
Beoogde resultaten<br />
- Het team, de leidinggevenden en de coördinator van de <strong>Knuffelboom</strong> XL hebben zich een methode<br />
eigen gemaakt om voortdurend te reflecteren over hun dagelijkse praktijk.<br />
- De kinderen, ouders en het team voelen zich betrokken bij de reflectie over de dagelijkse praktijk en<br />
het zoeken naar kwaliteitsverbetering.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 34
Werkwijze<br />
De beoogde resultaten wensen we te bereiken via de volgende werkwijze:<br />
Fasering<br />
- Vormingsdagen die het team ondersteunen bij het implementeren van de methodiek pedagogisch<br />
documenteren en hun rol als begeleider.<br />
In 2011 zullen er twee studiedagen plaatsvinden.<br />
- Teambegeleiding op niveau van de begeleid(st)ers van de leefgroepen:<br />
De begeleid(st)ers van de leefgroepen bepalen een project waarbij ze de verschillende initiatieven in<br />
beeld brengen en ondersteunen met enkele kernachtige observaties en interpretaties.<br />
Tijdens deze teamvergaderingen reflecteren de begeleiders van de leefgroepen over hun pedagogisch<br />
handelen aan de hand van beeldmateriaal en observaties met betrekking tot de vooropgestelde<br />
acties. In 2011 zullen we het accent leggen op de competenties van de begeleider. Het BinK-‐<br />
competentiemodel (VSPW Gent – 2008) en het competentiehandboek van UZ Gent kunnen daarbij<br />
gebruikt worden om begeleiders te laten reflecteren over de vaardigheden die ze inzetten in hun<br />
werk. Ook het geven en ontvangen van feedback zal een aandachtspunt zijn. Na afloop van iedere<br />
teamvergadering worden er nieuwe werkafspraken gemaakt.<br />
Per leefgroep worden er vijf van deze teambegeleidingen gepland in 2011.<br />
- Overleg met de betrokken leidinggevenden en coördinator:<br />
De leidinggevenden komen op regelmatige basis samen om het veranderingsproces binnen de teams<br />
in kaart te brengen. Deze handvatten, ideeën, werkpunten en methodes worden nauwlettend<br />
opgevolgd en gedocumenteerd om later door te stromen naar de andere leefgroepen. Het accent zal<br />
liggen op feedback geven en motiveren van het team binnen veranderingsprocessen en reflecteren op<br />
eigen handelen.<br />
Elke teambegeleiding wordt vooraf gegaan en gevolgd door een kort overleg tussen leidinggevende en<br />
pedagogisch begeleider.<br />
In 2011 zijn vier intervisiemomenten gepland waarop alle leidinggevenden en de pedagogisch<br />
begeleiders samen aanwezig zijn.<br />
Januari -‐ februari -‐ Teambegeleiding 1 voor elke leefgroep (eind januari)<br />
-‐ Voorbereiding vormingsdag 1<br />
Maart -‐ April -‐ Vormingsdag 1 (begin maart)<br />
-‐ Overleg 1 leidinggevend team (half maart)<br />
-‐ Teambegeleiding 2 voor elke leefgroep (eind maart, begin april)<br />
Mei – Juni -‐ Teambegeleiding 3 voor elke leefgroep<br />
-‐ Overleg 2 leidinggevend team (eind juni)<br />
Juli -‐ Augustus -‐ Voorbereiding vormingsdag 2<br />
September -‐<br />
Oktober<br />
November -‐<br />
December<br />
-‐ Vormingsdag 2 (begin september)<br />
-‐ Overleg 3 leidinggevend team (eind september)<br />
-‐ Teambegeleiding 4 voor elke leefgroep (begin oktober)<br />
-‐ Teambegeleiding 5 voor elke leefgroep (eind november)<br />
-‐ Overleg 4 leidinggevend team<br />
-‐ Rapportage<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 35
Projectstructuur<br />
Het projectteam staat in voor de uitvoering, evaluatie en, indien nodig, bijsturing van het project. Het<br />
projectteam communiceert op regelmatige tijdstippen over de stand van zaken van het project aan de<br />
opdrachtgever.<br />
Het projectteam bestaat uit:<br />
Caroline Boudry (projectmedewerker <strong>VBJK</strong>)<br />
o projectcoördinatie<br />
o begeleiden van 1 team in samenwerking met een leidinggevende<br />
Annelies Roelandt (educatief medewerker VCOK)<br />
o begeleiden van 5 teams in samenwerking met een leidinggevende<br />
Annelies Roelandt, Caroline Boudry<br />
o begeleiden van het leidinggevend team <strong>Knuffelboom</strong> XL en studiedagen<br />
Op volgende pagina is het meer concrete planningsschema voor 2011 terug te vinden met inbegrip van de<br />
praktische afspraken.<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 36
Schema voor de teambegeleidingen en studiedagen:<br />
Module 1<br />
Bijtjes<br />
Annelies<br />
Module 1<br />
Bloemetjes<br />
Annelies<br />
Module 2<br />
Krekeltjes<br />
Caroline<br />
Module 2<br />
Kikkertjes<br />
Annelies<br />
Module 3<br />
Nijntjes<br />
Annelies<br />
Module 3<br />
Elfjes<br />
Annelies<br />
Di 18 jan<br />
Do 27 jan<br />
S<br />
T<br />
Do 31 maart Ma 30 mei<br />
S<br />
T<br />
Ma 3 okt Do 24 nov<br />
U<br />
U<br />
D<br />
D<br />
I<br />
I<br />
E<br />
E<br />
Do 27 jan D<br />
A<br />
Do 17 maart Vrij 20 mei D<br />
A<br />
Do 6 okt Di 15 nov<br />
G<br />
G<br />
Ma 7 feb<br />
Do 24 maart Do 26 mei<br />
Vrij 9 sept<br />
Do 13 okt Do 1 dec<br />
Do 3 feb Vrij 18 maart Vrij 27 mei Vrij 7 okt Vrij 2 dec<br />
S<br />
S<br />
T<br />
T<br />
U<br />
U<br />
Di 1 feb<br />
D<br />
I<br />
Di 15 maart Do 19 mei<br />
D<br />
I<br />
Di 11 okt Di 29 nov<br />
E<br />
E<br />
D<br />
D<br />
A<br />
A<br />
Gesprek met Jan G<br />
G<br />
op 1 feb na<br />
14u30?<br />
Di 29 maart Di 31 mei Di 4 okt Di 22 nov<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 37
Afspraken ivm overleg met de leidinggevende van elke module:<br />
-‐ Aan elke begeleiding van een leefgroep gaat een kort overleg met de verantwoordelijke van de module vooraf over stand van zaken en belangrijke info. Dit overleg<br />
is telefonisch.<br />
-‐ Na de begeleiding wordt er ook een korte nabespreking gehouden. Met elke leidinggevende wordt afgesproken hoe dat zal gebeuren: tussendoor telefonisch of<br />
‘live’ overleggen na de sessie. Dit gaat vooral over de rol van de leidinggevende in ondersteunen bij de acties, zichtbaar maken wat er gebeurt, … Maw het coachen<br />
van de leidinggevende.<br />
Data voor de intervisies met alle leidinggevenden:<br />
Twee data in het voorjaar en twee in het najaar<br />
-‐ woe 2 maart VM<br />
-‐ di 31 mei VM<br />
-‐ Do 13 okt VM<br />
-‐ do 15 dec VM<br />
Voorbereidingsvergaderingen voor de studiedagen:<br />
-‐ ma 31 jan (NM)<br />
-‐ datum later te bepalen, eind augustus<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 38
Overzicht van bijlagen:<br />
Bijlage 1: Draaiboek studiedag in maart<br />
6. Bijlagen<br />
Bijlage 2: PowerPoint ‘documenteren, observeren en interpreteren’ studiedag in maart<br />
Bijlage 3: PowerPoint ‘ouders’ studiedag in maart<br />
Bijlage 4: Draaiboek studiedag in september<br />
Bijlage 5: PowerPoint <strong>Knuffelboom</strong> XL en <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong><br />
Bijlage 6: KIDDO-‐artikel ‘Kribbelen en schrijven’<br />
Bijlage 7: KIDDO-‐artikel ‘Doosjes, daar zit muziek in’<br />
Bijlage 8: KIDDO-‐artikel ‘Gezocht: zeer jonge M/V voor allerhande klusjes’<br />
<strong>VBJK</strong> – VCOK – Rapportage <strong>Zig</strong>-<strong>‐Zag</strong> <strong>Knuffelboom</strong> <strong>2010</strong> 39