maart 2011 - Vastgoedvergelijker.nl
maart 2011 - Vastgoedvergelijker.nl
maart 2011 - Vastgoedvergelijker.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>maart</strong> <strong>2011</strong><br />
Gerdo de Jager<br />
Vastgoedfondsen<br />
verdienmodule<br />
op de schop.<br />
STV<br />
Aandachtspunten<br />
voor beleggers<br />
Leegstand<br />
Winkels<br />
loopt op<br />
MAGAZINE
Voorwoord<br />
Woensdag 26 januari heb ik het STV symposium bezocht waarvan u in de<br />
vorige editie van het <strong>Vastgoedvergelijker</strong> E-magazine een verslag heeft<br />
kunnen lezen. Aan het einde van het Symposium werd aan alle aanwezigen<br />
het document “Let op uw Saeck” uitgedeeld, dat geschreven is door<br />
STV-directeur John Kuik. In dit document worden tien aandachtspunten<br />
besproken die voor de particuliere belegger essentieel zijn, wanneer hij/zij<br />
een keuze maakt voor een niet-beursgenoteerd vastgoedfonds.<br />
<strong>Vastgoedvergelijker</strong>.<strong>nl</strong> en de STV zullen deze tien aandachtspunten in de<br />
komende maanden behandelen in het <strong>Vastgoedvergelijker</strong> E-magazine.<br />
Deze editie beginnen we met de aandachtspunten één en twee: Indien er<br />
geen prospectus is dan wel geen getoetst prospectus.<br />
Verder kijken we in deze editie met RijnVast naar de zorgsector in<br />
Duitsland en nemen we een kijkje op het financieringsdebat met alle<br />
kopstukken uit de Nederlandse financieringssector. Daarnaast lezen<br />
we over een onderzoek van de Erasmus Universiteit, dat energiezuinig<br />
kantoren de belegger meer huur opbrengen en gaan we verder in op de<br />
oplopende leegstand in de winkelsector.<br />
Gerdo de Jager sluit af in zijn research katern met het artikel:<br />
Verdienmodule besloten vastgoedfondsen moet op de schop.<br />
Uiteraard ontbreekt het laatste nieuws niet.<br />
Ik wens u veel leesplezier.<br />
Nick Blom<br />
2
3<br />
EZE MAAND<br />
2010<br />
Kort 4<br />
Nieuws<br />
Rijnvast 11<br />
Zorgfondsen<br />
STV 14<br />
aandachtspunten<br />
Leegstand 18<br />
Award 19<br />
Beste vastgoedfonds<br />
Financieringsdebat 20<br />
vastgoedjournaal<br />
Energiezuinig 22<br />
Column 25<br />
Rogier Hentenaar<br />
Beurswaage 26<br />
Gerdo de Jager
ORT NIEUWS<br />
Homburg verkoopt voor $110 mln<br />
aandelen Canadees fonds<br />
Homburg Invest Inc. (HII) en Homburg Canada Real<br />
Estate Investment Trust gaan 9.650.000 eenheden van<br />
deze Canadese REIT verkopen tegen een uitgifteprijs<br />
van CAD $11,40 per aandeel. Koper van deze stukken<br />
wordt het garantiesyndicaat onder gezame<strong>nl</strong>ijke leiding<br />
van TD Securities Inc., CIBC, Desjardins Securities Inc.<br />
en Scotia Capital Inc. De totale opbrengst komt op ruim<br />
CAD $110 mln. Homburg zal de opbrengst aanwenden<br />
voor bedrijfsdoeleinden.<br />
De Canadese REIT zal 7.150.000 nieuwe stukken uitgeven,<br />
waarmee de totale bruto-opbrengst van de REIT op CAD<br />
$81.510.000 zal uitkomen, en HII zal 2.500.000 eigen<br />
stukken verkopen voor een totale bruto-opbrengst voor<br />
HII van CAD $28.500.000.<br />
HII zal de netto-opbrengst van de emissie gebruiken<br />
voor algemene bedrijfsdoeleinden. De opbrengst van<br />
de door de REIT verkochte Eenheden zal niet ten goede<br />
komen aan HII. HII en aan haar gelieerde ondernemingen<br />
hebben momenteel een belang van 40,1% in de REIT<br />
middels het bezit van 14.313.866 Eenheden en 2.745.502<br />
Class B limited partnership-eenheden Homburg<br />
Canada REIT Limited Partnership. Na afronding van<br />
de emissie maar voordat de door de REIT toegewezen<br />
overinschrijvingsoptie is uitgeoefend, zullen HII en aan<br />
haar gelieerde ondernemingen naar verwachting nog<br />
11.813.866 Eenheden en 2.745.502 Class B LP Eenheden<br />
bezitten, hetgeen een belang van circa 29,3% in de REIT<br />
vertegenwoordigt.<br />
Overheid en markt maken snelheid in<br />
aanpak leegstand<br />
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu<br />
heeft een ‘generiek akkoord’ gegeven op het aan haar<br />
voorgelegde concept ‘Actieprogramma aanpak leegstand<br />
kantoren’. Het kabinet geeft hierin een aantal richtingen<br />
waarin de oplossingen van de grote kantore<strong>nl</strong>eegstand<br />
moeten worden gezocht. Het actieprogramma vloeit<br />
voort uit de vorig jaar gehouden Kantorentop. De<br />
marktpartijen waaronder Neprom, IVBN, Vastgoed<br />
Belang, CoreNet en ING RE Finance zijn op onderdelen<br />
het eens met dit concept dat eind deze maand al aan de<br />
Tweede Kamer zal worden aangeboden.<br />
Uit Kamervragen die begin deze maand zijn gesteld door<br />
de Tweede Kamer-leden Van Dekken en Monasch (beiden<br />
van de PvdA) aan minister Schultz hoe het nu staat met<br />
de uitwerking van de Kantorentop blijkt dat het kabinet<br />
vooral denkt aan fiscale stimulering en het transformeren<br />
van lege kantoren naar andere functies. Volgens de<br />
minister loopt er nu een pilot waarin de problemen en<br />
kansen van transformatie in beeld worden gebracht. De<br />
resultaten van deze pilot zullen in april aan de Tweede<br />
Kamer bekend worden gemaakt. Dit staat overigens los<br />
van het concept actieprogramma dat al eind van deze<br />
maand aan de Kamer zal worden aangeboden.<br />
Branche-organisaties als IVBN, Neprom, Vastgoed<br />
Belang, CoreNet en marktpartij ING Real Estate Finance<br />
zijn gematigd ‘positief’ over het actieprogramma en<br />
steunen zij in hoofdlijnen de daarin opgenomen acties.<br />
Wel vinden zij dat de overheid veel meer een trekkersrol<br />
moet vervullen in plaats van een faciliterende en<br />
ondersteunende rol die zij zichzelf toebedeelt. “Voor<br />
marktpartijen is het essentieel dat er op regionaal<br />
niveau centrale sturing en regie komt ten aanzien van<br />
een naar de toekomst toe duurzaam kantorenbeleid.<br />
Daarin moeten zowel de bestaande voorraad kantoren<br />
en reeds beschikbare kantoorlocaties als de nog<br />
mogelijke nieuwbouw en de daarvoor beschikbare<br />
nieuwbouwlocaties met elkaar in verband worden<br />
gebracht”, aldus deze organisaties in een gezame<strong>nl</strong>ijke<br />
brief aan de minister.<br />
Overigens dient het concept actieprogramma nog<br />
aan de verschillende betrokkenen van de Kantorentop<br />
(marktpartijen en overheden) ter definitieve goedkeuring<br />
worden voorgelegd.<br />
‘Streng toezicht AFM en DNB helpt niet’<br />
Het steeds strengere toezicht door AFM en DNB op<br />
de financiële sector waaronder op de niet-genoteerde<br />
vastgoedsector gaat niet helpen. Daarom kan de AFM en<br />
de toezichthoudende rol van DNB beter geheel worden<br />
4
5<br />
afgeschaft. Dat scheelt honderden miljoenen euro’s<br />
die daarmee bespaard kunnen worden. Daarvoor pleit<br />
een promovendus van Nyenrode Business Universiteit.<br />
Promovendus Petrosjan Damen stelt in zijn onderzoek<br />
dat ‘al die gedetailleerde regels leiden tot dure,<br />
trage instellingen die niet meer in staat zijn zich te<br />
concentreren op waar het echt om gaat: meerwaarde<br />
creëren voor hun klanten.’ Hij vindt dat de enorme berg<br />
toezicht de sector belemmert om zelf na te denken. ‘De<br />
kans bestaat dat bestuurders gaan denken dat iets mag<br />
zolang het niet door de toezichthouder verboden is.’<br />
Damen zegt dat aan de huidige vorm van toezicht een<br />
prijskaartje hangt van €200 mln per jaar bij de AFM<br />
en DNB waar 1200 mensen zich bezighouden met het<br />
toezicht. De toezichthouders zouden zich volgens<br />
de onderzoeker moeten beperken tot het sturen<br />
op ‘output’, de eindproducten van de instellingen.<br />
‘Stuur op sociale controle. Faciliteer samenwerking.<br />
Het is niet alleen goedkoper, het zal ook effectiever<br />
blijken’, zo vat Damen zijn boodschap samen.<br />
QX plaatst vastgoedfonds<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
QX projectontwikkeling heeft 2.500 m2 bedrijfsruimte<br />
met kantoorruimte gerealiseerd aan de Van de<br />
Reijtstraat in Breda. Het object is gelegen langs de<br />
Ettensebaan, de invalsweg van Breda aan de A-16.<br />
Naast de verhuur aan Car Systems Breda b.v. is het<br />
tweede deel verhuurd aan Isoplus Benelux b.v. Het pand<br />
is thans geheel verhuurd. Het object is ondergebracht<br />
in QX Vastgoedfonds IV CV die het vastgoed langdurig<br />
in eigendom zal houden. QX werd geadviseerd<br />
door DTZ Zadelhof en Van der Sande Van Opstal<br />
bedrijfsmakelaars.<br />
Beleggers kunnen investeren in<br />
grondfonds Annexum<br />
Beleggers die willen investeren in grond kunnen nu<br />
ook terecht biij fondsenaanbieder Annexum. Die<br />
heeft hiervoor Beleggingsmaatschappij Grondfonds<br />
geïntroduceerd. Het fonds belegt in erfpacht uitgegeven<br />
grondposities onder verkochte nieuwbouwkoopwoningen<br />
en appartementen. Annexum hoopt hiermee €2,06 mln<br />
bij beleggers op te halen.<br />
“Grond is tastbaar, solide en schaars in Nederland.<br />
Daarnaast biedt de erfpachtstructuur beleggers<br />
zekerheid. Deze combinatie maakt dat wij grond onder<br />
verkochte woningen als een sterke investering zien”,<br />
aldus Sander Kroodsma, fondsmanager van Annexum.<br />
Beleggingsmaatschappij Grondfonds is een initiatief<br />
van Annexum in samenwerking met Wieringerwaard<br />
Invest. Het fonds belegt indirect in grond onder 33<br />
koopwoningen en appartementen in de regio Arnhem/<br />
Nijmegen. Dat gebied kent een goede infrastructuur, veel<br />
bedrijvigheid en intensieve recreatiemogelijkheden. “De<br />
grond is in erfpacht uitgegeven aan de woningeigenaar.<br />
Woningbezitters betalen in eerste instantie de prijs<br />
voor de woning en niet voor de grond, waardoor de<br />
aanschafprijs lager ligt”, vertelt Sander Kroodsma.<br />
Beleggingsmaatschappij Grondfonds geeft 206
ORT NIEUWS<br />
aandeelcertificaten van 10.000 euro uit aan beleggers.<br />
Certificaathouders ontvangen naar verwachting<br />
een vast dividend van 5,75% en een winstdeling van<br />
50%. Het verwachte gemiddelde totaalrendement op<br />
jaarbasis bedraagt 8,4%.<br />
CBS ziet prijsdalingen woningen<br />
oplopen<br />
Verkochte bestaande koopwoningen waren in januari<br />
gemiddeld 1,1 procent goedkoper dan in januari 2010.<br />
Deze prijsdaling is iets groter dan in december, toen de<br />
verkoopprijzen 0,8 procent lager waren dan een jaar<br />
eerder. Dit blijkt uit de ontwikkeling van de prijsindex<br />
bestaande koopwoningen van het CBS en het Kadaster.<br />
Alle woningtypen waren in januari goedkoper dan een<br />
jaar eerder. Tussenwoningen daalden met 1,8 procent<br />
het meest in prijs, hoekwoningen met 0,2 procent<br />
het minst. In alle provincies daalden de prijzen, met<br />
uitzondering van Noord-Holland en Gelderland. In<br />
Friesland was de prijsdaling met 4,2 procent het grootst.<br />
In Noord-Holland stegen de prijzen met 1,3 procent, in<br />
Gelderland waren de woningen even duur als een jaar<br />
eerder.<br />
Ook ten opzichte van december 2010 daalden de<br />
verkoopprijzen van bestaande koopwoningen. Met 0,2<br />
procent was de daling even groot als die in december<br />
ten opzichte van november.<br />
In januari wisselden ruim 8 duizend bestaande woningen<br />
van eigenaar. Dat is bijna 9 procent meer dan in januari<br />
2010. Van alle woningtypen was het aantal verkopen<br />
groter dan een jaar eerder. Het aantal verkopen van<br />
twee-onder-een-kapwoningen steeg met 21 procent het<br />
meest, van appartementen met 4 procent het minst.<br />
Bij de berekeningen van het Prijsindexcijfer Bestaande<br />
Koopwoningen wordt gebruik gemaakt van de waarde<br />
van de huizen zoals deze in het kader van de Wet<br />
Waardering Onroerende Zaken (WOZ) bepaald is.<br />
Met ingang van verslagmaand januari <strong>2011</strong> zijn de<br />
berekeningen gebaseerd op WOZ-data met peildatum 1<br />
januari 2009.<br />
Tien nieuwe winkels in<br />
supermarktfonds Annexum<br />
Het Super Winkel Fonds - beheerd door fondsenaanbieder<br />
Annexum - stelt weer aandeelcertificaten beschikbaar<br />
aan beleggers. Het fonds breidt de winkelportefeuille uit<br />
door de aankoop van 10 winkels aan het Carboonplein<br />
in Kerkrade. De uitbreiding heeft betrekking op in 2010<br />
ontwikkeld vastgoed en betreft onder andere filialen van<br />
Albert Heijn, Gall&Gall, Blokker, Primera en Rabobank.<br />
De totale aankoopsom bedroeg €5,8 mln kosten koper.<br />
“Vorig jaar gaven we al aan open te staan voor<br />
kansen om aantrekkelijk vastgoed aan te kopen; het<br />
Carboonplein was zo’n kans”, aldus Rob van Gool,<br />
directeur winkelvastgoed bij Annexum.<br />
Inclusief de nieuw verworven winkels beschikt het<br />
Super Winkel Fonds over 25 supermarkten in Nederland,<br />
waaronder 14 Albert Heijn-supermarkten met een<br />
gemiddelde oppervlakte van 1.700 m². Daarnaast<br />
bestaat het fonds uit winkelcentra in Den Haag, Utrecht<br />
en Zwolle. Huurders zijn bekende partijen als Lidl,<br />
Plus, Aldi, Bruna, Blokker, MediaMarkt en Kruidvat. De<br />
totale omvang van de vastgoedportefeuille bedraagt<br />
na uitbreiding circa 146 miljoen euro. Het Super<br />
Winkel Fonds verstrekt 63.000 aandeelcertificaten. De<br />
minimale afname is 300 certificaten van 14.250 euro,<br />
exclusief emissiekosten. Het verwachte totaalrendement<br />
is gemiddeld 9,2% per jaar.<br />
“De supermarktbranche is voortdurend op zoek<br />
naar goede locaties. Het vinden van een geschikte<br />
winkelruimte voor supermarkten in Nederland blijkt een<br />
uitdaging te zijn. De grote vraag heeft als positief gevolg<br />
dat het risico op leegstand zeer beperkt is. Daarnaast<br />
verkopen supermarkten producten die mensen vrijwel<br />
dagelijks nodig hebben en zijn maar weinig mensen<br />
bereid om ver te rijden voor deze boodschappen.<br />
Hierdoor zien wij supermarkten als een interessante en<br />
relatief veilige belegging”, vertelt Rob van Gool.<br />
6
7<br />
Holland Immo Group gaat parkeergaragefondsen<br />
aanbieden<br />
Participatiefondsaanbieder Holland Immo Group (HIG)<br />
is per begin februari een samenwerking aangegaan<br />
met mr. Matthieu Dekkers MRE MRICS van Dekfordt B.V.<br />
voor het in de markt zetten van parkeergaragefondsen.<br />
In eerste instantie zullen parkeergaragefondsen voor<br />
de particuliere markt worden aangeboden, waarbij<br />
belegd wordt in parkeergarages gelegen in Nederland<br />
en Duitsland, de 2 thuislanden waar HIG al momenteel<br />
winkelbeleggingen in heeft.<br />
Matthieu Dekkers was hiervoor als senior acquisiteur<br />
verantwoordelijk voor onder meer het European<br />
Real Estate Parking Fund van Bouwfonds REIM, een<br />
parkeergaragefonds voor institutionele beleggers. De<br />
kennis en ervaring van Matthieu Dekkers op het gebied<br />
van parkeergarages en de expertise van Holland Immo<br />
Group op het gebied van besloten vastgoedfondsen die<br />
beleggen in Nederland en Duitsland vullen elkaar optimaal<br />
aan bij het opzetten van parkeergaragefondsen in deze<br />
twee landen. Het stabiele karakter van parkeergarages<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
in binnenstedelijke centra, bij winkelcentra maar ook<br />
op ziekenhuislocaties, biedt een mooie aanvulling op<br />
de productrange van Holland Immo Group binnen het<br />
winkelsegment in Nederland en Duitsland.<br />
Op termijn en afhankelijk van de marktontwikkelingen,<br />
zal ook voor de institutionele beleggers een Pan-<br />
Europees vastgoedfonds worden opgezet. Naar<br />
verwachting zal het eerste parkeergaragefonds in de 2e<br />
helft van dit jaar worden geïntroduceerd.<br />
‘Helft kantorenvoorraad moet aangepast<br />
voor Nieuwe Werken’<br />
Onderzoek wijst uit dat 60 procent van de<br />
kantoorgebruikers binnen vijf jaar hun kantoorgebouw wil<br />
aanpassen aan Het Nieuwe Werken en de bezettingsgraad<br />
van werkplekken wil verhogen. Gecombineerd met<br />
de al eerder geconstateerde stijgende behoefte aan<br />
duurzame huisvesting heeft dit een revolutie op de<br />
kantorenmarkt tot gevolg, omdat slechts een deel van<br />
de bestaande kantorenvoorraad hiervoor geschikt is.<br />
Het herontwikkelingspotentieel op de Nederlandse<br />
kantorenmarkt wordt daarmee bepaald door de<br />
kantoorgebruikers, concludeert Jones Lang LaSalle in<br />
een nieuw onderzoek.<br />
De behoefte aan het aanpassen van kantoren<br />
aan moderne, duurzame huisvesting is logisch:<br />
1. Het Nieuwe Werken stelt andere eisen aan de<br />
kantoorhuisvesting, zoals multimodale bereikbaarheid,<br />
flexwerkplekken, ontmoetings- en loungeplekken en<br />
coffee corners. Ook de aanwezigheid van faciliteiten,<br />
zoals kinderdagverblijven, sportscholen, horeca<br />
en ‘easy shopping’ wordt steeds noodzakelijker;<br />
2. Verhoging van de bezettingsgraad leidt tot<br />
kostenbesparing. De bezettingsgraad ligt bij<br />
een groot deel van de gebruikers momenteel<br />
slechts tussen 50 en 70 procent (bij 10 procent<br />
van de gebruikers zelfs lager dan 50 procent);<br />
3. De strijd om talent op de arbeidsmarkt zal in sterke mate<br />
worden gedreven door demografische veranderingen,<br />
zoals vergrijzing en druk op meer arbeidsparticipatie
van de totale beroepsbevolking. Een cruciale factor in<br />
het winnen van de strijd is het creëren van ‘winning<br />
workplaces’: flexibele, meer inspirerende omgevingen<br />
en ontmoetingsplekken, met toegang tot alle faciliteiten<br />
die gericht zijn op een optimale work/life-balance;<br />
4. Er is een absoluut overaanbod op de Nederlandse<br />
kantorenmarkt, terwijl de kantoorgebruikers zich steeds<br />
meer concentreren op schaarse plekken; centrale,<br />
multifunctionele locaties in binnensteden en multimodale<br />
vervoersknooppunten waar parkeergelegenheid toch al<br />
onder druk staat.<br />
Uit het onderzoek onder kantoorgebruikers van Jones<br />
Lang LaSalle blijkt ook dat meer dan de helft van de<br />
kantoorgebruikers flexibelere huurovereenkomsten wil,<br />
met een kortere looptijd dan vijf jaar. In veel gevallen is<br />
dit nu nog niet mogelijk.<br />
NVM Business ziet opleving vraag naar<br />
kantoorruimte<br />
De vraag naar kantoorruimte in Nederland zal dit jaar op<br />
een hoger niveau uitkomen dan in 2010 het geval was.<br />
Daarmee komt een einde aan de dalende trend die al<br />
vanaf 2006 zichtbaar is. Dat is althans de verwachting<br />
van NVM Business op basis van zelf verzamelde gegevens<br />
over de Nederlandse kantorenmarkt. Een belangrijke<br />
aanwijzing voor het verwachte herstel is volgens de<br />
makelaarsvereniging het reeds in gang gezette herstel<br />
van de Nederlandse economie, als ook het toenemend<br />
vertrouwen van beleggers in de kantorenmarkt.<br />
Een groot aandachtspunt blijft echter de leegstand, die<br />
in 2010 tot een recordhoogte is gestegen. Volgens NVM<br />
Business ontkomt men dan ook niet aan de noodzaak<br />
kantoren die langdurig leegstaan, te slopen of een<br />
andere bestemming te geven.<br />
Vraag van kantoorgebruikers op bevredigend niveau<br />
Ofschoon de opname van kantoren in 2010 een lichte<br />
daling te zien gaf, kon op grond van het verhuurde<br />
metrage toch van een bevredigende vraag worden<br />
gesproken. Niet alleen was de daling in de opname minder<br />
dan waarop in de markt was gerekend, ook in historisch<br />
perspectief gezien lag het transactievolume op een<br />
redelijk niveau. In totaal werd op de zogenoemde vrije<br />
markt ongeveer 1,16 miljoen m2 kantoorruimte verhuurd.<br />
Dat de opname zich enigszins wist te distantiëren van<br />
8
9<br />
het negatieve sentiment op de kantorenmarkt, was<br />
vooral te danken aan de gang van zaken in de tweede<br />
helft van het jaar, waarin volgens gegevens van NVM<br />
Business ongeveer 670.000 m2 kantoorruimte zijn weg<br />
naar gebruikers vond.<br />
Daarmee werd de scherpe daling die in de eerste zes<br />
maanden van het jaar plaatsvond, grotendeels weer<br />
goedgemaakt. Behalve dat de cijfers meevielen, was het<br />
ook opvallend dat er in vergelijking met 2009 meer vraag<br />
naar nieuwbouw was. Beschouwd vanuit de verschillende<br />
regio’s waren er vorig jaar duidelijk tegengestelde<br />
tendenties waarneembaar. Ging in de regio’s Zuid en<br />
West Zuid de opname van kantoren omhoog, in het<br />
Midden en in het Oosten was daarentegen sprake van<br />
een daling van de vraag. In de regio’s Noord en West<br />
Noord bleef de vraag nagenoeg onveranderd.<br />
Einde aan dalende trend<br />
Het is volgens NVM Business zeer wel denkbaar dat in <strong>2011</strong><br />
een einde komt aan de dalende trend in de vraag naar<br />
kantoren. Een aanwijzing voor deze veronderstelling,<br />
waarvoor overigens op dit moment nog geen overtuigend<br />
bewijs kan worden gevonden, vormt het reeds in gang<br />
gezette herstel van de Nederlandse economie. Daarnaast<br />
is veelzeggend dat ook de professionele beleggers blijk<br />
geven van meer vertrouwen in de kantorenmarkt. Zo<br />
kochten Nederlandse en buite<strong>nl</strong>andse beleggers het<br />
afgelopen jaar voor om en nabij de € 1,67 miljard aan<br />
kantoren tegen € 1,35 miljard in 2009.<br />
Fusie NSI en VastNed O/I afgeblazen<br />
Nieuwe Steen Investments (NSI) maakte vanochtend<br />
bekend dat na twee maanden van serieuze pogingen<br />
en intensieve onderhandelingen met VastNed Offices/<br />
Industrial (VastNed O/I) gedurende het weekend, de Raad<br />
van Commissarissen en Raad van Bestuur van VastNed<br />
O/I het verbeterde bod van NSI niet hebben geaccepteerd.<br />
NSI’s voorstel dat bestond uit 0,88 NSI aandelen voor elk<br />
VastNed O/I aandeel plus een contant bedrag gelijk aan<br />
circa twee keer de jaarlijkse aan VastNed O/I gealloceerde<br />
overheadkosten, inclusief een eenmalige vergoeding aan<br />
VastNed O/I’s management, werd door VastNed O/I als<br />
onvoldoende beschouwd. Daarmee is de beoogde fusie van de<br />
baan.<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
Reactie directie VastNed O/I: “VastNed Offices/Industrial (VNOI)<br />
heeft van Nieuwe Steen Investments (NSI) vernomen dat zij de<br />
onderhandelingen niet wil voortzetten. De onderhandelingen<br />
over een mogelijke juridische fusie tussen VNOI en NSI zijn vorige<br />
week gestart, echter NSI heeft zondagavond gemeld niet meer<br />
verder te willen praten. De waardering van NSI voor VNOI en<br />
andersom is een van de belangrijkste punten in de gesprekken,<br />
wat zeker ook geldt voor de waardering van de aan Euronext<br />
Brussel genoteerde VNOI-dochter Intervest Offices. De door<br />
NSI in de onderhandelingen voorgestelde ruilverhouding houdt<br />
onvoldoende rekening met de beurswaarde van het belang van<br />
VNOI in Intervest Offices en zou resulteren in een aanzie<strong>nl</strong>ijke<br />
discount ten opzichte van de intrinsieke waarde van VNOI’s<br />
Nederlandse en Duitse portefeuille.<br />
De rationale voor zo’n forse korting is door NSI niet<br />
onderbouwd, laat staan dat dit obstakel door het juiste<br />
voorstel is weggenomen. De door NSI geboden ruilverhouding,<br />
waarbij aanzie<strong>nl</strong>ijke verwatering zou optreden, reflecteert<br />
volstrekt onvoldoende de onderliggende waarden van VNOI<br />
en is derhalve voor VNOI niet acceptabel, juist ook in het<br />
belang van haar aandeelhouders. VNOI voelt zich door het<br />
due diligence onderzoek, waaronder een externe taxatie van<br />
de vastgoedportefeuille van NSI, gesterkt in het vasthouden<br />
aan een belangrijke verbetering van de door NSI geïndiceerde<br />
ruilverhouding.<br />
NSI is tijdens de onderhandelingen tot nu toe niet bereid<br />
gebleken om een reëel en voor VNOI aanvaardbaar voorstel<br />
te doen. VNOI constateert dat er bij NSI kennelijk geen enkele<br />
ruimte aanwezig is om in redelijkheid tot een voor beide partijen<br />
aanvaardbaar resultaat te komen. Terwijl VNOI van haar kant<br />
wel bereidheid heeft getoond tot aanzie<strong>nl</strong>ijke concessies, op<br />
het gebied van de afkoop van het management contract,<br />
discussiebereidheid over de ruilverhouding in combinatie met<br />
suggesties om eventuele meerwaarden voor een bepaalde<br />
periode ten goede aan aandeelhouders VNOI te laten komen.<br />
“VNOI heeft zich steeds weer constructief opgesteld en een<br />
open dialoog met NSI gevoerd. Nog steeds is VNOI beschikbaar<br />
voor gesprekken met NSI, vooropgesteld dat deze wel zinvol<br />
zijn en tot een voor beide partijen aanvaardbaar resultaat<br />
kunnen leiden. Het nu stopzetten van de onderhandelingen<br />
door NSI doet het proces overigens bepaald geen goed.<br />
VNOI is overigens verbaasd over deze handelwijze van<br />
NSI, aangezien het NSI zelf was die het hele proces<br />
op gang heeft gebracht. Dat NSI op dit moment in<br />
de onderhandelingen al weg loopt, is op zijn minst<br />
verbazingwekkend te noemen”, aldus VastNed.
IJNVAST<br />
Rijnvast Zorgfondsen<br />
Vergrijzing biedt kansen<br />
voor de vastgoedbelegger<br />
Toenemende zorgbehoefte in Duitsland<br />
De bevolking in West Europa vergrijst snel en deze trend<br />
wordt verstrekt door de effecten van de naoorlogse<br />
babyboom. In Nederland alsook in Duitsland is er sprake<br />
van een sterk groeiend aantal ouderen, waarvan een<br />
substantieel deel zorgbehoevend is of zal worden. Dit<br />
houdt in dat in de komende 10 jaar in toenemende mate<br />
een beroep zal worden gedaan op verschillende vormen<br />
van zorg waaronder ook de zogeheten woonzorg<br />
omgeving.<br />
Deze woonzorg omgeving in Duitsland kent verschillende<br />
vormen, variërend van “betreutes wohnen” ofwel<br />
begeleid wonen tot volledige verpleging in zogeheten<br />
“Alten- und Pflegeheime” (verzorgingstehuizen). Hierbij<br />
wordt de exploitatie verzorgd door een zogeheten<br />
“Betreiber” (exploitant) die vaak losstaat van de<br />
eigenaar van het vastgoed en het pand huurt middels<br />
een langjarig huurcontract.<br />
Deze vormen van zorg worden van oudsher aangeboden<br />
door ideëel opererende instanties zoals de kerk, de<br />
diaconie, en andere sociale verbanden (vakbond,<br />
overheid). Sedert een tiental jaren is er echter<br />
sprake van een groeiend aantal private, commerciële<br />
aanbieders, Deze zijn soms geïnitieerd vanuit de<br />
ziektekostenverzekeringen, maar ook vaak puur<br />
commercieel opererend met een winstoogmerk. Een<br />
grotere “Betreiber” heeft al gauw enige tientallen<br />
“Heime” in exploitatie en sommige Betreiber zijn zelfs<br />
beursgenoteerd.<br />
Socio-demografische factoren<br />
Van de 83 miljoen inwoners zijn er nu ca. 15 miljoen in<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
de leeftijd vanaf 65 jaar. Dat zal in het jaar 2030 zijn opgelopen<br />
tot ca. 21 miljoen. Hierbij groeit de leeftijdsverwachting<br />
naar gemiddeld 78 jaar voor mannen en 84 jaar voor<br />
vrouwen: men wordt ouder. Van de 70 tot 75-jarigen<br />
heeft ca. 5% behoefte aan verpleging. Dit percentage<br />
stijgt sterk boven de leeftijd vanaf 80 jaar en bereikt een<br />
niveau van circa 60% bij 90-jarigen. Het aantal ouderen<br />
dat in een verpleeginrichting komt stijgt met ca. 3% per<br />
jaar en ligt nu rond ca. 776.000 personen, met een groei<br />
naar tenminste 1.000.000 personen in 2020.<br />
Deze vergrijzingtrend, gekoppeld aan een verhoogde<br />
behoefte aan verzorging wordt nog eens versterkt door<br />
demografische ontwikkelingen als kleinere gezinnen,<br />
scheidingen en meerverdieners: men heeft steeds<br />
minder mogelijkheden tot zorg voor de eigen ouders<br />
binnen de familiekring.<br />
Verzorgingstehuizen: Alten und<br />
Pflegeheime<br />
Het aantal tehuizen ( Alten und Pflegeheime) bedraagt<br />
volgens het Statistisches Bundesamt in 2007 ca. 11.029<br />
bij ca. 799.060 bedden. Het gemiddelde aantal bedden<br />
per Pflegeheim bedraagt echter in 52% van de gevallen<br />
slechts 60 of minder. Daarnaast is het gemiddelde<br />
Altenheim ca. 30 jaar oud. Deze kleinere (en oudere)<br />
Pflegeheime zijn bedrijfseconomisch vaak moeilijk<br />
rendabel te krijgen en voldoen veelal niet meer aan<br />
de huidige regelgeving en wensen van bewoners. Ter<br />
illustratie: de ideale grootte die nu gehanteerd wordt<br />
door marktpartijen (ontwikkelaars, Betreiber, banken,<br />
eigenaren van het vastgoed en de overheid) ligt nu bij<br />
ca. 120 bedden.<br />
10
11<br />
www.rijnvast.<strong>nl</strong><br />
Er is dus een tweeledig probleem: er zijn te weinig<br />
Pflegenheime om de toenemende vraag op te vangen en<br />
daarnaast is een groot deel van het Pflegeheimebestand<br />
zwaar verouderd en aan vervanging toe. Per jaar zullen er<br />
dus tot ver na 2020 ca. 10.000 plaatsen bij moeten komen!<br />
Tevens zullen de nieuwe faciliteiten steeds meer<br />
gediversifieerde mengvormen in zich verenigen, waar<br />
nu nog geen aanbod voor is zoals combinatie van<br />
“betreutes Wohnen” met een volle verpleegfunctie en<br />
gespecialiseerde verzorging zoals dementie.<br />
Trends in zorgaanbod<br />
Een verdergaande professionalisering is noodzakelijk<br />
om het hoofd te bieden aan de gestegen zorgkosten bij<br />
gelijkblijvende uitkeringen/bijdragen en het gevraagde<br />
verzorgingsniveau. Schaalvergroting van zorgverlenende<br />
operators of “Betreiber” draagt hier aan bij.<br />
Het minimum aantal plaatsen per huis om economisch<br />
te kunnen werken wordt geraamd op tenminste 80 tot<br />
120 bedden/units. Grotere huizen zijn niet wenselijk<br />
vanwege de menselijke maat, kleinere niet omdat<br />
deze moeilijk rendabel te maken zijn i.v.m. de grote<br />
overhead die een verzorgingstehuis vergt. Om een en<br />
ander in de toekomst beheersbaar te houden wordt<br />
een trend zichtbaar dat steeds meer professionele<br />
“Betreiber” of zorgmanagement organisaties zich<br />
manifesteren, waarbij tevens een grotere invloed van<br />
de zorgverzekeraars merkbaar wordt. In sommige<br />
gevallen is een zorgmanager een dochteronderneming<br />
van een zorgverzekeraar. De omvang van de grootte van<br />
zorgmanagement bedrijven zal in de toekomst stijgen,<br />
met al dan niet sterke financiële partners aan boord .<br />
Partijen zullen afvallen of opgaan in grotere verbanden.<br />
Elk van deze grotere bedrijven zal streven naar landelijke<br />
dekking en uitrol van hun activiteiten.<br />
Wetgeving en financieringsstructuur<br />
Zoals ook in Nederland, is de zorgsector in Duitsland<br />
ingebed in allerlei sociale wetgeving Basis voor<br />
vaststelling van de mate van verpleegnoodzaak wordt<br />
geregeld in par. 14 SGB XI. In Duitsland kent men een<br />
zogenaamd “Drei Pflegestufe Aufbau”, een in zwaarte<br />
van verpleging oplopende schaal:
Stufe 1: ca. 90 minuten verpleeghulp noodzakelijk<br />
Stufe II: ca. 3 uren hulp noodzakelijk<br />
Stufe III: ca. 5 uren hulp noodzakelijk<br />
De wet (Pflegeversicherungsgesetz 1995) kent<br />
onderscheid tussen ambulante zorg met bijbehorende<br />
bijdragen, en stationaire zorg (in tehuizen) De bijdrage<br />
voor stationaire zorg varieert van Stufe I tot Stufe<br />
III van € 1.023.-/maand naar € 1.510,-/maand. Dit geld<br />
gaat rechtstreeks naar de instelling die de verpleging<br />
uitvoert.<br />
Interessante belegging<br />
Voor een vastgoedbelegger is een interessante vorm<br />
van product aan het ontstaan in de vorm van het<br />
onroerend goed (de tehuizen en inrichtingen) voorzien<br />
van langjarige huur-overeenkomsten ( tenminste 20<br />
jaar) met deze “Betreiber”of zorgaanbieders. Met name<br />
in Duitsland, met een bevolking van 83 miljoen mensen,<br />
is een grote behoefte aan het ontstaan naar nieuwe<br />
en goed geoutilleerde faciliteiten. De belangstelling<br />
van professionele beleggers voor onroerend goed<br />
investeringen in deze sector neemt dan ook hand over<br />
hand toe. Immers: met een goede zorgorganisatie als<br />
operator, langjarige huurcontracten en een groeiende<br />
marktvraag zijn de ingrediënten voor een beloftevolle<br />
en stabiele belegging aanwezig.<br />
RijnVast<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
RijnVast beoogt met haar Zorgfonds in te spelen op<br />
deze trends, om zo haar beleggers een interessante,<br />
stabiele belegging aan te kunnen bieden met een goed<br />
rendement, met als primair onderliggend vastgoed<br />
Pflegeheime/verzorgingstehuizen en aan de zorg<br />
gerelateerde objecten zoals verzamelgebouwen voor<br />
artsen, diverse vormen van begeleid wonen en klinieken<br />
. De afgelopen 2 jaren heeft zij hiertoe een groot netwerk<br />
opgebouwd bij veel partijen in Duitsland die betrokken<br />
zijn bij de ontwikkeling van nieuw zorgvastgoed,<br />
zoals banken, ontwikkelaars, exploitanten (Betreiber)<br />
en vastgoedeigenaren. RijnVast komt in het tweede<br />
kwartaal van dit jaar met een eerste Pflegeheim, in de<br />
buurt van Kassel, dat voor 20 jaar verhuurd is een aan<br />
gerenommeerde exploitant. RijnVast zal hiertoe een<br />
obligatielening uitgeven van ongeveer € 4 miljoen, met<br />
een couponrente van 7%.<br />
RijnVast streeft ernaar haar portefeuille met<br />
zorgvastgoed de komende jaren sterk uit te breiden.<br />
12
13<br />
U wilt toch ook<br />
bekeken worden<br />
door de juiste<br />
doelgroep uit<br />
onze branche?<br />
Neem dan direct contact op<br />
met onze redactie voor de<br />
diverse adverteer<br />
mogelijkheden....<br />
info@vastgoedvergelijker.<strong>nl</strong>
TV<br />
STV: Aandachtpunten voor beleggen in<br />
niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen.<br />
Niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen, beheerd door<br />
Nederlandse aanbieders, hebben voor circa € 14 miljard<br />
geinvesteerd in vastgoed. Van dit bedrag is voor bijna € 5<br />
miljard ingelegd door Nederlandse particuliere beleggers.<br />
In de afgelopen jaren zijn deze vastgoedfondsen niet<br />
altijd even gelukkig in het nieuws geweest.<br />
Soms kwam dat door fraudeschandalen. Soms kwam<br />
dat door economische tegenwind die beleggers voor<br />
verrassingen stelde. Verrassingen omdat zij zich niet<br />
goed hadden gerealiseerd dat bepaalde problemen zich<br />
zouden kunnen voordoen. Sommige aanbieders van<br />
vastgoedfondsen menen dat Nederlandse particuliere<br />
beleggers vaak naïef zijn in hun beleggingsbeslissing.<br />
Mooie blauwe ogen van de aanbieder, een glanzende<br />
reclamefolder of brochure en ronkende taal zijn dikwijls<br />
wel genoeg om geld van beleggers op te halen. Een<br />
prospectus, als dat er al is, is immers te dik, moeilijk te<br />
begrijpen en wordt toch niet gelezen. Als deze opvatting<br />
maar een beetje waar zou zijn, wat zouden beleggers<br />
dan kunnen doen om bewuster te beslissen in welke<br />
vastgoedfondsen zij wel, of toch maar beter niet hun<br />
geld zouden moeten steken?<br />
Om op deze vraag een antwoord te geven heeft de<br />
Stichting Transparantie Vastgoedfondsen (STV)10<br />
aandachtpunten opgesteld die de komende maanden<br />
in het <strong>Vastgoedvergelijker</strong> E-magazine uitgebreid ter<br />
sprake zullen komen.<br />
De aandachtspunten die de komende maanden<br />
behandeld zullen worden door de STV:<br />
Aandachtspunten 1 en 2: geen prospectus of geen<br />
getoetst prospectus<br />
Aandachtspunt 3: ontoereikende interne<br />
“governance” van aanbieder/beheerder<br />
Aandachtspunt 4: De continuïteit van de beheerder is<br />
onzeker of ontoereikend<br />
Aandachtspunt 5: aanwending van het ingelegde<br />
beleggersgeld staat niet vast of is onduidelijk<br />
Aandachtspunt 6: De prijsvorming van het vastgoed,<br />
bij aankoop en bij verkoop door het vastgoedfonds, is<br />
onduidelijk<br />
Aandachtspunt 7: de impact van bepaalde<br />
financieringsrisico’s wordt onderschat<br />
Aandachtspunt 8: de beheerder legt onvoldoende of<br />
niet tijdig verantwoording af<br />
Aandachtspunt 9: beleggers hebben geen serieuze<br />
vorm van zeggenschap of mogelijkheden om in te<br />
grijpen als dat wenselijk zou zijn<br />
Aandachtspunt 10: de verschillen tussen beleggen<br />
in een nieuw vastgoedfonds of in een reeds bestaand<br />
fonds worden onvoldoende onderkend<br />
Stichting Transparantie<br />
Vastgoedfondsen<br />
De Stichting Transparantie Vastgoedfondsen (STV)<br />
is in 2006 opgericht door een vijftal aanbieders en<br />
beheerders van vastgoedfondsen: Annexum, Hanzevast,<br />
IBUS, Vastgoed Syndicering Nederland en Westplan.<br />
Sinds 2007 heeft de STV een onafhankelijk bestuur en<br />
toetst de STV prospectussen van bij de STV aangesloten<br />
partijen uit de Nederlandse vastgoedbranche (de<br />
“contribuanten”).<br />
Een prospectustoetsing houdt in dat wordt vastgesteld<br />
of / dat een prospectus voldoet aan daaraan te stellen<br />
eisen, zoals vastgelegd in de STV Standaarden. Deze<br />
STV Standaarden zijn medio 2009 geheel herzien, en<br />
voorzien nu in beginsel in eisen, gelijk aan die volgens<br />
de Nederlandse Prospectusverordening (het EU<br />
Prospectusregime).<br />
14
15<br />
Daarbovenop zijn nog diverse aanvullende<br />
(bovenwettelijke) eisen toegevoegd, specifiek<br />
gericht op vastgoed, vastgoedbeleggingsproducten<br />
en vastgoedfondsen. De uitkomsten van een STV<br />
prospectustoetsing zijn openbaar. De daartoe<br />
uitgebrachte STV toetsingsbrieven zijn te vinden op de<br />
STV website, evenals de prospectussen waarop deze<br />
toetsingsbrieven betrekking hebben.<br />
De STV telt momenteel circa 20 contribuanten. Deze<br />
contribuanten vertegenwoordigen een in vastgoed belegd<br />
vermogen, en een door beleggers in vastgoedfondsen<br />
geinvesteerd vermogen, van circa 2/3 van het totaal<br />
in Nederland. Voor aansluiting als contribuant is een<br />
jaarlijkse bijdrage verschuldigd. Aan toetsing van<br />
prospectussen is een toetsingsfee verbonden.<br />
De auteur van deze artikelen<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
John Kuik (1953) is registeraccountant en is als partner<br />
verbonden geweest aan de accountantskantoren Arthur<br />
Andersen en Deloitte. Ook is hij als lid van de Raad<br />
van Bestuur, als CFO, verbonden geweest aan Corio.<br />
Momenteel is John associate director bij BdB Search,<br />
een executive search bureau in Amersfoort. Tevens is hij<br />
bestuurslid bij Stichting Steun Emma Kinderziekenhuis<br />
AMC. Sinds 2008 is John als directeur werkzaam voor<br />
de STV.
TV<br />
Als een belegger wordt benaderd voor een<br />
vastgoedbeleggingspropositie, en één of meer van de<br />
in de i<strong>nl</strong>eiding genoemde 10 aandachtspunten zouden<br />
zich voordoen, dan is voorzichtigheid of mogelijk zelfs<br />
terughoudendheid aanbevolen.<br />
In deze aflevering bespreken wij de aandachtspunten<br />
1 en 2 t.w. indien er geen prospectus is dan wel geen<br />
getoetst prospectus.<br />
Het eerste moment waarop een potentiële belegger<br />
zal overwegen om te beleggen in een vastgoedfonds<br />
is wanneer hij/zij een prospectus ter lezing krijgt<br />
aangeboden. Dat prospectus is een boekwerkje waarin<br />
de beleggingspropositie wordt uiteengezet. In deze<br />
aflevering worden de aandachtspunten 1 en 2 besproken<br />
t.w. indien er geen prospectus is dan wel geen getoetst<br />
prospectus.<br />
De wet stelt vele eisen waaraan een prospectus moet<br />
voldoen. De wet geeft ook een reeks van vrijstellingen<br />
van de plicht tot het maken van een prospectus.<br />
Sommige aanbieders van beleggingsmogelijkheden<br />
maken daar graag gebruik van. Dat bespaart voor die<br />
aanbieder niet alleen veel tijd en geld, maar dat voorkomt<br />
ook dat die aanbieder in zo’n prospectus een aantal<br />
verklaringen zou moeten afleggen of toezeggingen zou<br />
moeten doen waaraan hij/zij later (civielrechtelijk en/of<br />
strafrechtelijk) op aangesproken zou kunnen worden.<br />
Als een aanbieder geen prospectus heeft opgesteld,<br />
dan wordt een belegger onwetend gehouden wat de<br />
aanbieder/beheerder met zijn ingelegde beleggersgeld<br />
zal doen. Dat is naar onze mening voor elke belegger<br />
een onacceptabel risico.<br />
Maar als er wel een prospectus is, dan doet de vraag zich<br />
voor of dat meestal dikke boekwerkje de informatie bevat<br />
die “men” erin zou wensen of verwachten. En ook: of de<br />
inhoud redelijk te begrijpen valt voor een gemiddelde<br />
belegger. Wie beoordeelt nu of een prospectus aan<br />
de daaraan te stellen eisen voldoet? Soms, afhankelijk<br />
van de structurering van het vastgoedfonds en het<br />
beleggingsproduct, is dat de AFM (afhankelijk van<br />
omstandigheden wettelijk verplicht), soms een extern<br />
accountant (idem), soms de STV (altijd op basis van<br />
vrijwilligheid), soms een combinatie van voorgaande<br />
partijen. En soms is dat niemand.<br />
Met name deze laatste variant (i.c. geen enkele externe,<br />
onafhankelijke en ter zake kundige partij ziet toe<br />
op de deugdelijkheid van een prospectus) laat zich<br />
voor een belegger vertalen als een groot risico. Een<br />
aanbieder van een vastgoedbeleggingspropositie kan<br />
vrij eenvoudig extern toezicht m.b.t. een prospectus<br />
omzeilen. Denkt u maar aan de vele aanbiedingen<br />
van € 50.000 of meer per beleggingsproduct, of<br />
een beleggings-mogelijkheid (de optelsom van alle<br />
aangeboden beleggingsproducten) van in totaal minder<br />
dan € 2,5 miljoen, of een vastgoedfonds dat zich richt<br />
op minder dan 100 beleggers. In al deze gevallen staat<br />
de AFM buitenspel.<br />
Er zijn creatieve aanbieders van vastgoedfondsen die<br />
miljoenen Euro’s van beleggers hebben opgehaald,<br />
door hun aanbieding te knippen in klassen van<br />
beleggingsproducten met kenmerk X van minder dan<br />
€ 50.000 elk, tot een maximum van € 2,49 miljoen,<br />
alsmede participaties met kenmerk Y, van minder dan<br />
€ 50.000 elk, eveneens tot een maximum van € 2,49<br />
miljoen (verschillen tussen kenmerken X en Y zijn er<br />
wel, maar niet van weze<strong>nl</strong>ijke betekenis), alsmede<br />
participaties van € 50.000 (kenmerk niet van belang),<br />
voor een ongelimiteerd bedrag. De wettelijke, aan een<br />
prospectus of aan een beheerder te stellen eisen worden<br />
op deze wijze niet van toepassing verklaard, en toezicht<br />
door AFM wordt voorkomen. Er is een wetswijziging<br />
in voorbereiding dat een beroep op vrijstellingen per<br />
klasse binnen zeer afzienbare tijd niet meer zal zijn<br />
toegestaan,<br />
De STV is circa 4 jaar geleden opgericht door enkele<br />
aanbieders van vastgoedfondsen, om voor prospectussen<br />
voor vastgoedfondsen op basis van zelfregulering best<br />
practice regels op te stellen en op naleving daarvan te<br />
toetsen,. Die regels zijn er al enige tijd, en op naleving<br />
ervan in een prospectus wordt getoetst, maar alleen<br />
voor de aanbieders die bij de STV (op basis van<br />
vrijwilligheid) zijn aangesloten. De uitkomsten van een<br />
STV prospectustoetsing zijn openbaar (opgenomen op<br />
de website van de STV).<br />
16
17<br />
De regels die de STV voor prospectussen heeft ontwikkeld<br />
en waar de STV ook prospectussen op toetst, gaan<br />
specifiek in op vastgoed en vastgoedfondsen. Daarmee<br />
gaat de STV verder en dieper dan de wettelijke regels die<br />
voor de AFM of een extern accountant onderwerp van<br />
hun wettelijke taak als toetser van een prospectus zijn<br />
(als die taak wettelijk gezien aan de orde is). Immers, die<br />
wettelijke toetsing door de AFM of een extern accountant<br />
is gebaseerd op wet- en regelgeving die generiek van<br />
aard is (gericht op allerhande beleggingsproducten),<br />
niet specifiek op vastgoed. Ook toetst de STV<br />
meer dan de wettelijke criteria: bij aanbieding van<br />
beleggingsproducten aan 10 of meer beleggers (i.p.v. 100<br />
of meer), tot een maximumbedrag per participatie van<br />
€ 250.000 (i.p.v. € 50.000). De totale omvang van de<br />
emissie (wettelijk criterium: vanaf € 2,5 miljoen) speelt<br />
voor een STV toetsing geen enkele rol.<br />
Als er nu een aanbieder van een vastgoedfonds is, die<br />
wel een prospectus opstelt (of zijn boekje abusievelijk<br />
zo aanduidt terwijl het slechts een brochure of reclame<br />
uiting is), maar deze niet laat toetsen door een externe<br />
partij (ongeacht of dat AFM is, of een extern accountant,<br />
of de STV), dan doet de vraag zich voor waarom dat niet<br />
gebeurt. Zeker nu er een STV is, waar toetsing van een<br />
prospectus altijd plaatsvindt op basis van vrijwilligheid,<br />
mits aangesloten bij de STV, is de vraag niet alleen<br />
waarom de aanbieder dat niet zou moeten laten<br />
toetsen, maar waarom de aanbieder een toetsing niet<br />
wil. Een argument dat een prospectustoetsing tijd kost<br />
en men om die reden bijvoorbeeld tot participaties van<br />
tenminste € 50.000 per stuk heeft besloten, is o.i. geen<br />
zakelijk argument en maakt op ons geen indruk. Ook een<br />
argument dat een vrijwillige toetsing (door STV) tijd en<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
geld kost en weinig aan kwaliteit toevoegt, kunnen wij,<br />
met de ervaringen van de afgelopen 3 jaren, terzijde<br />
leggen als ontwijkingsgedrag.<br />
Belangrijker is dat een goed prospectus de aanbieder<br />
en beheerder dwingt tot het afleggen van een aantal<br />
verklaringen, tot een uiteenzetting van te nemen acties<br />
en maatregelen, tot het doen van toezeggingen en tot het<br />
uitspreken van verwachtingen. Als daarvan belangrijke<br />
aspecten ontbreken of op niet goed begrijpelijke wijze<br />
zijn verwoord, dan is het geen goed prospectus. Bij een<br />
goed prospectus stelt de aanbieder/beheerder zich<br />
transparant en kwetsbaar op. Ingeval van een niet goed<br />
prospectus doet de aanbieder/beheerder dat niet, en<br />
het valt voor beleggers niet goed op te maken of dat<br />
al of niet voortkomt uit (beperkingen in) deskundigheid<br />
of integriteit van de aanbieder/beheerder. Beleggers<br />
zouden daar zeer kritisch tegenover moeten staan.<br />
Iets directer geformuleerd: als een aanbieder<br />
van een vastgoedfonds wel een prospectus heeft<br />
opgemaakt maar dit niet laat toetsen (door AFM,<br />
extern accountant, STV), dan adviseren wij de belegger<br />
grote terug-houdendheid in de beleggingsbeslissing.<br />
Voor de vastgoedbelegger is er voldoende keuze. Er<br />
is ruim aanbod van vastgoedfondsen van aanbieders/<br />
beheerders die wel bereid zijn hun prospectus de maat<br />
te laten nemen, en daarvan een externe deskundige<br />
partij te laten getuigen.<br />
In een volgende aflevering van <strong>Vastgoedvergelijker</strong><br />
zal aandachtspunt 3 besproken worden t.w. een<br />
ontoereikende interne ‘’governance’’ van de aanbieder/<br />
beheerder.
EEGSTAND<br />
Leegstand winkels neemt<br />
hand over hand toe<br />
In navolging van de snel oplopende leegstand in de kantorenmarkt waarover<br />
Vastgoedjournaal uitgebreid heeft bericht, neemt ook de leegstand van<br />
winkelpanden snel toe. Zo is de winkelleegstand in het afgelopen jaar nog<br />
verder opgelopen. Ook het tempo waarin de leegstand toeneemt, lag hoger<br />
dan in het crisisjaar 2009. Van de 220.000 Nederlandse winkelpanden stonden<br />
er eind vorig jaar ruim 13.000 leeg, dat is 6 procent van het totaal. Dat meldt<br />
het CBS.<br />
Vorige week werd bekend dat de eigenaar van elektronicaketen It’s over de kop<br />
is gegaan, deze week meldde boekenclub ECI dat de stekker uit de winkels gaat,<br />
vrijdag werd bekend dat de toekomst van de winkels van Hans Textiel ongewis is.<br />
In 2009 groeide het aantal winkelpanden zonder uitbater erin met 9 procent,<br />
vorig jaar kwam daar nog eens 10 procent bovenop. Ondanks de leegstand kwam<br />
het er afgelopen jaar nog eens ruim 430.000 vierkante meter winkeloppervlak<br />
bij, waarmee het totaal op bijna 30 miljoen vierkante meter komt.<br />
Consumenten kopen steeds vaker producten via internet en dat gaat ten koste<br />
van de verkopen in de echte winkel. “Het gaat dan vooral om elektronica en<br />
kleding’’, stelde hoofdeconoom Michiel Vergeer van het Centraal Bureau voor<br />
de Statistiek (CBS). Volgens Locatus helpt de verkoop via internet inderdaad<br />
niet mee. “Maar dat is niet de voornaamste reden dat er zo veel winkelpanden<br />
leeg staan’’, aldus Slob.<br />
Doe-het-zelfwinkels<br />
Uit gegevens van het CBS blijkt dat vooral winkels voor woninginrichting en<br />
de doe-het-zelfwinkels kampen met een flinke omzetdaling. De woonwinkels<br />
zagen de omzet de afgelopen twee jaar met 13 procent dalen, terwijl de<br />
kluswinkels 12 procent minder omzet boekten. Kledingwinkels, speciaalzaken<br />
en elektronicawinkels zagen de omzet ook flink afnemen.<br />
Toplocaties<br />
Op de toplocaties blijft de leegstand met 2 procent stabiel, aldus Locatus.<br />
Op C-locaties, de veel minder drukke straten in de steden, stijgt de leegstand<br />
verder naar ruim 12 procent. Dat betekent dat één op de acht winkels daar<br />
leeg staat. De leegstand is het laagst in het centrum van Amsterdam (2,33<br />
procent) en Utrecht (3,45 procent). De winkelgebieden die het hardst worden<br />
getroffen zijn Echt (21 procent), Schiedam (20 procent), Geleen (18 procent) en<br />
het Rotterdamse Oude Noorden (17 procent).<br />
18
17<br />
Particuliere woonzorg,<br />
Rosorum Rosorum Residenties te Arnhem<br />
Wilt u ook aanwezig zijn op de uitreiking van de<br />
Beste Vastgoedfonds Aanbieder van 2010 Award?<br />
Op 10 <strong>maart</strong> aanstaande zal de Award voor de Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2010 publieksprijs worden uitgereikt<br />
door de heer Gerdo de Jager, directeur van Beurswaage Fondsanalisten. De Award zal uitgereikt worden op de<br />
Thuisblijvers Borrel <strong>2011</strong> van Vastgoedjournaal.<strong>nl</strong> tussen 17.00 en 19.30 in horeca gelegenheid Brasserie Amsterdam<br />
in de RAI (Europaboulevard in Amsterdam).<br />
Wilt u hierbij aanwezig zijn dan kunt u kaarten bestellen voor dit evenement via info@vastgoedvergelijker.<strong>nl</strong>. Voor<br />
70 euro per persoon kunt u zich inschrijven. In dit bedrag zitten alle drankjes en consumpties inbegrepen. Tevens<br />
zal er een live DJ aanwezig zijn om dit evenement een feestelijk tintje te geven.<br />
2010<br />
Beste<br />
vastgoedfonds<br />
aanbieder<br />
publieksprijs<br />
De overgebleven genomineerden zijn (in willekeurige volgorde) :<br />
Kandans Vastgoed<br />
Hanzevast<br />
Woon-Winkel Fonds<br />
Homburg<br />
Annexum<br />
Gerdo de Jager, directeur Beurswaage Fondsanalisten<br />
over de Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2010 Award:<br />
Quares<br />
APF International<br />
Synvest Real Estate Fund<br />
Accel Real Estate<br />
Holland Immo Group<br />
Een investering in een besloten vastgoedfonds biedt over het algemeen uitzicht op een aantrekkelijk rendement,<br />
maar gaat tegelijkertijd gepaard met specifieke risico’s. Om die goed in kaart te brengen, zullen beleggers over<br />
de nodige kennis dienen te beschikken. Daarbij is het zaak om het kaf van het koren te scheiden. Tegen deze<br />
achtergrond is het zonder meer interessant om te weten hoe andere beleggers fondsaanbieders waarderen.<br />
Het initiatief van <strong>Vastgoedvergelijker</strong>.<strong>nl</strong> om de kwaliteit van de dienstverlening van aanbieders van vastgoedfondsen<br />
jaarlijks te meten middels een onderzoek onder vastgoedbeleggers juich ik dan ook alleen maar toe. Spelers<br />
die in lijn met de prognoses presteren, goed communiceren met de participanten en hun eigen organisatie op<br />
orde hebben, zullen hoog worden gewaardeerd. Voor nieuwe fondsaanbieders kan dat een belangrijke impuls<br />
betekenen.<br />
Kortom, de award is niet alleen voor beleggers van toegevoegde waarde maar ook voor de sector. Fondsaanbieders<br />
kunnen aan de hand van de nieuwe benchmark de kwaliteit van hun dienstverlening meten en naar een hoger<br />
niveau tillen. Niemand wil toch onder het gemiddelde presteren?<br />
Voor meer informatie betreffende de Award of voor het reserveren van kaarten kunt u contact opnemen met<br />
info@vastgoedvergelijker.<strong>nl</strong>
INANCIERINGS<br />
Topmannen in Vastgoedjournaal Financieringsdeb<br />
Financieringsdebat:<br />
‘Gebrek aan vertrouwen maakt behoedzaam’<br />
Kunnen banken en pensioenfondsen de herfinanciering<br />
van vastgoedbeleggingen beleggingen stimuleren? Zijn<br />
er alternatieve oplossingen als het eigen vermogen<br />
van ondernemingen tekort schiet? Kopstukken van<br />
Bouwfonds REIM, ING Real Estate Finance Nederland,<br />
Syntrus Achmea en ABN Amro debatteerden daarover<br />
tijdens het zeer druk bezochte Vastgoedjournaal<br />
Financieringsdebat <strong>2011</strong> gisteren in het Novotel<br />
Amsterdam. Met een grote mate van overeenstemming.<br />
Eenvoudige oplossingen zijn niet voorhanden.<br />
Bovendien blijft behoedzaamheid geboden. Ook al<br />
omdat het vertrouwen in de bankensector nog niet<br />
is hersteld. De vastgoedwereld staat voor een zeer<br />
omvangrijke herfinancieringsopgave, zo schetsten<br />
Vastgoedjournaal-hoofdredacteur Rogier Hentenaar<br />
en Gerdo de Jager van Beurswaage Fondsanalisten de<br />
deelnemers aan het financieringsdebat. Tot vier of vijf<br />
jaar geleden werden omvangrijke leningen versterkt.<br />
Tegen buitengewoon hoge waarden. Na de kredietcrisis<br />
zijn de verhoudingen drastisch gewijzigd. Er zijn<br />
grote rondes van afwaarderingen geweest. Het aantal<br />
aanbieders van leningen is gedaald. De overgebleven<br />
banken hebben veel minder trek om nog leningen te<br />
verstrekken.<br />
Groot probleem<br />
Is er nog een oplossing voor dat vraagstuk te vinden?<br />
Volgens Peter Göbel, directeur van ING Real Estate<br />
Finance Nederland, is sprake van een lastig en groot<br />
probleem. Een oplossing is volgens hem niet direct<br />
voorhanden. “Er ligt een geweldige uitdaging. Een<br />
paar jaar geleden waren banken nog bereid tot enorme<br />
leverages. Nu nemen zij minder risico’s. Achteraf<br />
bekeken hadden banken misschien anders moeten<br />
handelen; minder ruimhartig in toptijden en een<br />
grotere bereidheid om in minder goede tijden meer<br />
middelen door te zetten. Maar welke CEO durft tegen<br />
de varkenscyclus in te handelen? Dat is voor een bank<br />
zo goed als onmogelijk. Zeker vandaag. Nu sprake is<br />
van aanscherping van kapitaalvereisten en een sterk<br />
balansmanagement.” De ernst van de situatie werd<br />
onderschreven door Jean Klijnen, lid van de hoofddirectie<br />
van de Rabo Vastgoedgroep en directievoorzitter van<br />
Bouwfonds REIM. Hij schat dat de komende drie jaar<br />
in Europa jaarlijks een vastgoedherfinancieringsvraag<br />
bestaat van € 175 miljard. “In het Verenigd Koninkrijk,<br />
Ierland en Spanje zijn tal van partijen weggevallen. De<br />
resterende banken kunnen niet in die vraag voorzien.”<br />
Geen wonderen<br />
Kunnen pensioenfondsen nadrukkelijker bijspringen?<br />
Zij hebben bijvoorbeeld niet te maken met Basel IIInormen.<br />
“Dat klopt. We hebben de afgelopen jaren<br />
ook flink gefinancierd,” zegt Hugo Ouwehand, director<br />
zakelijke hypotheken van Syntrus Achmea. Maar van<br />
pensioenfondsen mogen volgens hem geen wonderen<br />
worden verwacht. Juist omdat veel fondsen kampen<br />
met een krappe dekkingsgraad, doen zij een stap terug.<br />
“Net als bij alle andere pensioenbeleggingen moeten<br />
vragen over rendement en risico worden beantwoord.<br />
Pensioenfondsen zien zakelijke hypotheken als een<br />
risico. Leningen die worden afgelost, kunnen wij opnieuw<br />
inzetten. Maar we hoeven er voor de korte termijn niet<br />
op te rekenen dat onze fondsen extra geld beschikbaar<br />
stellen voor de groei van de zakelijke hypotheekmarkt.<br />
Eerst moet de vastgoedmarkt zijn bodem hebben<br />
bereikt.” Hulp van elders, bijvoorbeeld van Chinese<br />
banken, biedt volgens Jean Klijnen evenmin snel soelaas.<br />
20
DEBAT<br />
21<br />
“Er is beweging in de markt. Uit China begint belangstelling<br />
te komen, maar zij beperken zich nog tot leningen voor<br />
grote complexen in de grote Europese steden. Londen en<br />
Parijs. Het vraagt tijd voordat zij belangstelling krijgen<br />
voor de Nederlandse vastgoedmarkt. Fondshuizen<br />
zullen iedereen benaderen, maar het zal nog wel even<br />
duren voordat Chinese banken begrijpen hoe wij in ons<br />
land producten structuren.” Tijdens het debat werd<br />
ook uitvoerig stilgestaan bij de manier waarop banken<br />
de huidige problemen aanpakken. Er is meer leegstand.<br />
De waarde van vastgoed daalt. Banken worden steeds<br />
vaker geconfronteerd met slechte leningen. Sommige<br />
banken maken grote verliezen op hun vastgoedleningen.<br />
Op de dag van het debat maakte SNS Reaal melding van<br />
een nettoverlies bij SNS Property Finance van €593<br />
miljoen als gevolg van €790 mln aan afwaarderingen<br />
op vastgoedleningen. Hoe ver gaan banken nog?<br />
“We zijn nog steeds bereid een goede financiering te<br />
verstrekken,”zo benadrukte Robert van Deelen, Head<br />
Asset Based Real Estate bij ABN Amro. Ook al is de rol<br />
van zijn bank anders dan in het verleden. “We proberen<br />
zeker een actieve rol te spelen. De markt hoeft voor ons<br />
niet eerst verder te herstellen. Er zijn mogelijkheden voor<br />
nieuwe initiatieven, maar niet op de royale voorwaarden<br />
van het verleden. Dat gaat niet.”<br />
Gezonde verhouding<br />
Brede overeenstemming lijkt er bij de deelnemers<br />
aan het debat te bestaan over de mate waarin een<br />
bank voor financiering kan zorgen. ‘‘In het verleden<br />
werd wel tot negentig procent gefinancierd. Vandaag<br />
overheerst meer het gezonde verstand. Voor ons is<br />
een verhouding van 25 procent eigen middelen en 75<br />
procent van de bank een gezonde verhouding,” aldus<br />
ING-topman Peter Göbel. Wel zal tol moeten worden<br />
betaald voor de relatief kostbare inkoop van geld. De<br />
spaarrente is in ons land in vergelijking met bijvoorbeeld<br />
België en Duitsland hoog. Door het wegvallen van de<br />
securitisatiemarkt is het aantrekken van lang geld<br />
relatief kostbaar. Die liquiditeitsopslag wordt een op<br />
een doorberekend aan de klanten. Die zal pas dalen als<br />
mondiaal het vertrouwen in de bankensector is hersteld,<br />
zo menen de vertegenwoordigers van de banken. Niet<br />
op de laatste plaats bogen de deelnemers aan het<br />
debat zich over de vraag of bij gebrek aan een deel<br />
van de financiering alternatieve financieringsvormen<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
kunnen worden ontwikkeld. Bijvoorbeeld in de vorm<br />
van ‘mezzanineleningen’: achtergestelde leningen<br />
met een hoge rente. “Het is een type financiering dat<br />
in een bepaalde vorm aanvullend op de gebruikelijke<br />
financiering kan worden ingezet,” aldus Klijnen. “In<br />
Amerika zien we dat fondsen op die vraag inspringen.”Al<br />
zit in dergelijke producten een deel van de oplossing. Hij<br />
waarschuwt er wel voor dat de bestaande regelgeving<br />
snelle invoering van mezzanineleningen in Nederland<br />
de weg staat. Bovendien is het rendement op dergelijke<br />
producten vergelijkbaar met de rendementseisen<br />
van verschaffers van eigen vermogen. Voor hen<br />
is het risico kleiner. Bouwfonds REIM ziet aan de<br />
bovenkant van leningen wel een bepaalde markt voor<br />
dergelijke producten. “Wij bekijken of we nog dit jaar<br />
in een nieuw fonds mezzanine-achtige leningen kunnen<br />
aanbieden. Daarbij wordt gestreefd naar een fonds<br />
met mogelijkheden voor voldoende spreiding van 300<br />
miljoen.”, aldus Jean Klijnen. Syntrus Achmea heeft in<br />
2008 al studie naar mezzanine-leningen gedaan. “Toen<br />
waren we te laat. Het rendement was te laag,” aldus<br />
Hugo Ouwehand. Achteraf is hij daar niet rouwig om.<br />
Vandaag zouden zijn pensioenfondsen een dergelijk<br />
risico ook niet willen nemen.
NERGIE ZUINIG<br />
‘Energiezuinig kantoor<br />
levert belegger meer huur op’<br />
Energiezuinige gebouwen (met een groen energielabel)<br />
scoren gemiddeld beter qua huurprijs dan niet-zuinige<br />
gebouwen. Onderzoek van Universiteit Maastricht<br />
en RSM Erasmus Universiteit wijst uit dat minder<br />
zuinige kantoren gemiddeld een 6,5% lagere huurprijs<br />
opbrengen dan zuinige kantoren. Wanneer gebouwen<br />
in de nabijheid van stations en andere voorzieningen<br />
zijn gelegen, heeft dat juist een positief effect op de<br />
huurprijs.<br />
Het rapport van de onderzoekers kunt u HIER<br />
dow<strong>nl</strong>oaden.<br />
Kantoren met ‘niet-groene’ energielabels (labelklassen D<br />
of lager) realiseren een huurprijs die ruim 6% lager ligt<br />
dan vergelijkbare gebouwen met een ‘groen’ energielabel<br />
(label C of hoger). Dit blijkt uit een recente studie<br />
uitgevoerd door dr. Nils Kok (Universiteit Maastricht) en<br />
dr. Maarten Jennen (Erasmus Universiteit) in opdracht<br />
van DTZ Zadelhoff en Agentschap NL.<br />
Naast deze ‘discount’ voor gebouwen uit minder<br />
zuinige labelklassen toont het onderzoek ook aan dat<br />
de nabijheid van een treinstation een significant effect<br />
op de huur heeft. Als de afstand tot het dichtstbijzijnde<br />
station met een kilometer toeneemt, resulteert dat in<br />
een huurprijsdaling van circa 13%.<br />
Belangrijke waarde voor kantorenmarkt De<br />
onderzoeksresultaten zijn afgeleid uit een statistische<br />
analyse van ruim 1100 huurtransacties, op basis van de<br />
energielabel-database, gekoppeld aan transactiedata van<br />
de drie grootste Nederlandse makelaars. Het onderzoek<br />
corrigeert voor de belangrijkste huurprijsbepalende<br />
factoren van kantoorruimte: locatie, leeftijd en grootte<br />
van kantoorgebouwen.<br />
Albert Hulshoff van Agentschap NL: “Dit onderzoek<br />
heeft een belangrijke waarde voor de Nederlandse<br />
kantorenmarkt. Beleggers beseften al dat duurzaamheid<br />
rendeert, maar het is nu ook op basis van wetenschappelijk<br />
onderzoek aangetoond.”<br />
In lijn met Amerikaanse resultaten De resultaten uit dit<br />
onderzoek staan in lijn met eerdere onderzoeksresultaten<br />
voor de Amerikaanse kantorenmarkt. Nils Kok: “Onze<br />
bevindingen hebben belangrijke implicaties voor<br />
de portefeuilles van beleggers op de Nederlandse<br />
kantorenmarkt, maar ook voor vastgoedfinanciers en<br />
taxateurs. De huurprijsontwikkelingen van onzuinige en<br />
zuinige kantoorpanden lopen sinds 2009 sterk uiteen.<br />
Ook bereikbaarheid betaalt.”<br />
Medeonderzoeker Maarten Jennen vult aan: “Zowel<br />
energiezuinigheid als bereikbaarheid zijn direct meetbare<br />
elementen van duurzaamheid. Beide elementen hebben<br />
een directe impact op de waardeontwikkeling van<br />
zowel ‘niet-groene’, onzuinige panden als kantoren op<br />
traditionele, ‘monofunctionele’ locaties.”<br />
Frank van der Sluys, hoofd Research DTZ Zadelhoff:<br />
“Onder beleggers is vooral belangstelling voor<br />
kwalitatief goede producten. Duurzame gebouwen met<br />
langlopende huurcontracten op goede locaties, die<br />
uitstekend bereikbaar zijn. Er is kwalitatieve schaarste op<br />
stationslocaties in grote steden, locaties met voldoende<br />
parkeermogelijkheden en locaties met een positieve<br />
stadsbeleving.”<br />
22
23<br />
easyHotel komt naar Nederland.<br />
In navolging van het internationale<br />
succes wordt<br />
dit nieuwe<br />
hotelconcept<br />
nu ook in<br />
Nederland<br />
geïntroduceerd.<br />
Medio <strong>2011</strong><br />
zullen de eerste hotels worden geopend<br />
in Amsterdam en Den Haag.<br />
Reserveringen gaan volgens het bekende<br />
easyJet.com model: hoe vroeger, hoe<br />
voordeliger. Hotels zijn gelegen op<br />
uitstekende centrumlocaties en<br />
bieden prima comfort voor een<br />
gunstige prijs. Voor de fi nanciering<br />
van de aankoop en de renovatie<br />
van het hotel in Amsterdam<br />
werkt de franchisenemer DanZep<br />
Hotels Real Estate CV samen<br />
met Zeuven Meeren Hotelfonds BV. De<br />
bouwvergunning is recent verkregen en<br />
de renovatie is gestart.<br />
Stap nu in! Ga naar<br />
MAART <strong>2011</strong><br />
<br />
<br />
EEN SOLIDE VASTGOEDINVESTERING MET 9% RENDEMENT<br />
www.zeuvenmeerenhotelfonds.<strong>nl</strong><br />
en vraag de folder aan.<br />
9% vaste rente<br />
looptijd 3-5 jaar<br />
uitkering per maand<br />
obligaties van 5.000,-<br />
ervaren fondsmanagement<br />
profi teer van het unieke<br />
voorjaarsaanbod<br />
Bij deelname in <strong>maart</strong> en<br />
april ontvangt u per obligatie<br />
een gratis voucher voor een<br />
hotelovernachting en een<br />
waardebon naar keuze ter<br />
waarde van 50,-<br />
Bazarstraat 41, 2518 AH Den Haag t (070) 75 32 158 f (070) 75 32 296 i www.zeuvenmeeren.<strong>nl</strong> e info@zeuvenmeeren.<strong>nl</strong>
Advertentie<br />
C.Th. van der Werf Treasury Management B.V.<br />
Roermond<br />
C.Th. van der Werf Treasury Management B.V. werd door de huidige eigenaar, algemeen directeur en naamgever<br />
opgericht in 1987. C.Th. van der Werf Treasury Management B.V. heeft vergunning van de Autoriteit Financiële Markten<br />
onder nummer 12017397 (voor beleggingsprojekten, electronisch geld, spaarrekeningen en betaalrekeningen).<br />
Wij starten nu met de bemiddeling in onderstaande fondsen. U kunt het prospectus opvragen via info@werftm.<strong>nl</strong><br />
Real Estate Care Fund<br />
• 149 jonge seniorenwoningen<br />
• 14 zorggerelateerde commerciële ruimtes<br />
• Fondsinvestering € 8.086.000,-<br />
• Obligatielening € 2.750.000,-<br />
• De bancaire taxatiewaarde overstijgt de aankoopprijs met maar liefst 33 %<br />
• Obligaties 9% (i<strong>nl</strong>eg € 10.000,-) en 9,5 % (i<strong>nl</strong>eg € 25.000,-)<br />
Real Estate Fund<br />
• Uitbreiding 6 jaar bestaand fonds (van thans bijna € 100 miljoen)<br />
• Vastgoed: kantoren (29%), winkels (40%), bedrijfsruimten (26%), zorg (5%)<br />
• Maandelijks uit te keren dividend (7,8% op jaarbasis)<br />
• Deelname vanaf € 3950,-<br />
• Verkoopmogelijkheid na 3 jaar<br />
Vastgoedobligatiefonds Winkels in Duitsland<br />
• 17 tophuurders<br />
• Obligaties € 10.000 (rente 7,3%), € 20.000,- (rente 7,4%), € 50.000,- (rente 7,5%)<br />
8% Junior Secured Bond circa € 5.600.000,-<br />
• Obligatie - Couponrente 8% per jaar<br />
• Lineaire aflossing van 10% per jaar<br />
e • Zekerheid 2 hypotheek<br />
• Na bank preferent boven het aanwezige eigen vermogen van circa € 6.400.000,-<br />
Nieuwsbrief: Regelmatig houden wij onze relaties via onze nieuwsbrief op de hoogte van nieuwe fondsen. Een tendens<br />
naar investeringen in Duitsland tekent zich duidelijk af.<br />
U weet het: In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Garanties zijn er niet in het<br />
leven. U kunt echter wel zorgen voor goede informatie. Wij helpen u daarbij graag.<br />
C.Th. van der Werf Treasury Management BV, Roermond<br />
0475-336606, 06-53498336, fax 0475-311665<br />
info@werftm.<strong>nl</strong>, www.werftm.<strong>nl</strong><br />
Cor van der Werf<br />
24
25<br />
OLUMN<br />
ROGIER HENTENAAR<br />
Rogier Hentenaar | Hoofdredacteur Vastgoedjournaal<br />
Nog geen Valentijn voor VastNed O/I en NSI<br />
Een weinig vrolijke Valentijnsdag die maandag de 14e<br />
voor de bouw- en vastgoedsector: eerst het bericht van<br />
de bekoelde liefde tussen Nieuwe Steen en VastNed<br />
O/I die toch maar niet met elkaar verder gaan, dan het<br />
uitgesproken faillissement van Midreth en even later<br />
die ochtend de aangekondigde surseance van betaling<br />
van Heddes Bouwgroep, in personeelsomvang twee<br />
keer zo groot als Midreth. Het (bijna) omvallen van de<br />
bouwbedrijven illustreert dat het marktherstel nog ver<br />
weg ligt.<br />
Maar hoe moet het nu verder met NSI en VastNed O/I,<br />
de beursfondsen die nog springlevend zijn maar toch<br />
zo hun eigen zorgen hebben? Ik moet zeggen dat ik het<br />
jammer vindt dat de fusie niet is doorgegaan. Dat had<br />
een groter, meer gespreid vastgoedfonds opgeleverd<br />
met meer massa en wellicht ook meer liquiditeit in de<br />
aandelenhandel, iets wat de beursgenoteerde aandelen<br />
nog altijd ontberen. Ik zie in de mokkende reacties van<br />
de beide directies dat het typische zwarte pieten is<br />
begonnen: wie heeft nu echt de schuld aan de breuk<br />
gehad? Als ik kijk naar de koersreacties op de beide<br />
aandelen een uur na de opening van de beurzen, dan<br />
lijken vooral de beleggers in VastNed O/I het meest<br />
teleurgesteld - de koers ging bijna 7% omlaag - te zijn<br />
en de aandeelhouders van NSI het meest opgelucht,<br />
diens koers krabbelde juist een paar procenten op.<br />
Eerlijk gezegd, ook al had ik op een fusie gehoopt, veel<br />
fiducie had ik niet in het welslagen daarvan. Ik proefde<br />
te weinig welwillendheid bij VastNed om zich aan de<br />
andere ‘over te leveren’ en te weinig toeschietelijkheid<br />
bij NSI dat stug aan haar eerste bod vasthield. Een een<br />
twee maanden durend onderhandelingsspel waar beide<br />
partijen zich diep hadden ingegraven. Ik denk dat NSI<br />
zich een beetje verkeken had op de vasthoudendheid<br />
van het VastNed management onder leiding van ceo<br />
Reinier van Gerrevink. NSI speculeerde er wellicht<br />
teveel op dat het VastNed-management niet opnieuw<br />
dezelfde ‘fout’ zou maken als drie jaar geleden toen IEF<br />
Capital de retailpoot VastNed Retail wilde overnemen.<br />
Toen werd ook het bod van IEF als veel te laag terzijde<br />
geschoven, was er gesteggel over de hoge afkoopsom<br />
van het managementcontract en kwam er dus geen<br />
deal. Dit tot pijn van grootaandeelhouder PGGM die<br />
de fusie wel graag wilde. Bovendien werd in mijn ogen<br />
VastNed O/I met een kantorenportefeuille van ruim een<br />
miljard euro en leegstand van 17% iets te makkelijk als<br />
een muurbloem gezien die ‘niemand’ wilde hebben.<br />
Het gevoel van ‘wees maar blij dat iemand jou toch<br />
wil hebben’ en niet bereid daarvoor de hoofdprijs te<br />
betalen. VastNed op haar beurt was naar eigen zeggen<br />
bereid geweest tot flinke concessies in onder meer de<br />
afkoop van het managementcontract - die les is dus wel<br />
getrokken - maar niet in het voorliggende bod van NSI<br />
die pas op het eind iets door NSI werd opgetrokken - van<br />
0,85 naar 0,88 aandeel NSI voor elk aandeel VastNed<br />
O/I - te accepteren. Dat is bijna 20% hoger dan de koers<br />
in december toen het fusiecircus werd aangekondigd.<br />
Maar nog altijd te laag, zo vindt VastNed die liever<br />
vasthoudt aan de eigen taxatie van het vastgoed dat<br />
fors hoger ligt.<br />
Reken maar even mee: er staan nu 18,9 mln aandelen<br />
VastNed O/I uit tegen een koers van nu een kleine €12.<br />
Dat maakt dat beleggers het hele fonds waarderen op<br />
€226 mln exclusief de nog uit te betalen dividend maar<br />
inclusief het belang in de Belgische vennootschap<br />
Intervest offices. In het laatste 9-maands bericht lees ik<br />
in de balans circa €1,05 mrd vaste activa die met €628<br />
mln met lange- en korte schulden is gefinancierd. Dit<br />
tusse<strong>nl</strong>iggende verschil is €422 mln eigen vermogen<br />
volgens de VastNed-boekhouding, in casu de waarde<br />
van VastNed O/I. Een groot verschil dus dat nu schier<br />
onoverbrugbaar lijkt. Wellicht dat over een jaar de<br />
kaarten anders liggen en komt de beoogde fusie<br />
alsnog tot stand, wellicht met druk van de beider<br />
grootaandeelhouders.
Verdienmodel<br />
besloten<br />
vastgoed-<br />
fondsen<br />
moet op<br />
de schop<br />
De markt voor besloten vastgoedfondsen mag<br />
dan voorzichtig weer opkrabbelen, door de<br />
oplopende leegstand in vooral de secundaire<br />
kantorenmarkt en moeizaam functionerende<br />
financieringsmarkt zijn voor veel fondsen de<br />
problemen nog niet de wereld uit. Beleggers<br />
staan steeds meer voor het blok: bijstorten<br />
of verlies nemen. En het verdienmodel speelt<br />
daarbij een dubieuze rol.<br />
Beleggers in de Trump Towers weten<br />
er alles van: zij werden voor de keuze<br />
gesteld om nog eens 1,9 miljoen dollar aan<br />
initiatiefnemer Global State over te maken<br />
of hun hele i<strong>nl</strong>eg van 18 miljoen dollar af te<br />
schrijven. Dat het hele project uiteindelijk<br />
alsnog op een deceptie is uitgelopen, maakt<br />
het extra pij<strong>nl</strong>ijk voor de deelnemers. Maar<br />
dit geval staat niet op zichzelf. Ook andere<br />
partijen hebben hun beleggers gevraagd om<br />
extra geld bij te storten om noodlijdende<br />
vastgoedprojecten van de ondergang te<br />
redden. Het gaat met name om Amerikaanse<br />
aanbieders van vastgoed CV’s. En mijn<br />
inschatting is dat de lijst de komende jaren<br />
alleen maar langer zal worden, gelet op de<br />
huidige marktomstandigheden.<br />
26
27<br />
EURSWAAGE<br />
Kaalslag<br />
Terwijl in de jaren voor de economische crisis de<br />
bomen nog tot in de hemel leken te groeien, zijn de<br />
marktomstandigheden in kort tijdsbestek drastisch<br />
verslechterd. Met dank aan de aanhoudende lage<br />
rendementen op vastrentende waarden en wispelturige<br />
aandelenmarkten mocht de sector zich lang verheugen<br />
in een sterke instroom van nieuw kapitaal. De relatief<br />
hoge directe rendementen die veel fondsen in het<br />
vooruitzicht stelden, waren voor veel particuliere<br />
beleggers reden genoeg om in te stappen. Daarnaast<br />
kunnen besloten vastgoedfondsen bijdragen aan een<br />
betere risicospreiding van een beleggingsportefeuille.<br />
Tegen het einde van 2008 had de sector een omvang<br />
bereikt van bijna 14 miljard euro en waren er ruim 100<br />
aanbieders actief. Waaronder helaas ook een aantal<br />
dubieuze partijen, hetgeen de afgelopen jaren pij<strong>nl</strong>ijk<br />
naar voren is gekomen bij de deconfitures rond Palm<br />
Invest, Royal Dubai en Golden Sun. Maar het faillissement<br />
van Euro American Investors Group, Aefides, Akron en<br />
Lemmens Groep maakte duidelijk dat ook ervaren spelers<br />
in grote problemen kunnen komen. Volgens schattingen<br />
van PropertyNL waren er vorig jaar in Nederland nog<br />
maar 40 aanbieders over. En de kaalslag is mijns inziens<br />
voorlopig nog niet voorbij.<br />
De economische crisis heeft de (verborgen) risico’s<br />
van veel vastgoedfondsen pij<strong>nl</strong>ijk aan de oppervlakte<br />
gebracht. Over het algemeen is te scherp aan de wind<br />
gezeild door met een hoge leverage te werken. Banken<br />
hebben dit ook mogelijk gemaakt door financieringen<br />
te verstrekken tegen een leverage van soms wel meer<br />
dan 90%.<br />
Hoe anders is de situatie nu. Banken stellen zich zeer<br />
terughoudend op met het verstrekken van nieuw<br />
kapitaal. Als er al leningen worden verstrekt, dan is dat<br />
tegen hogere risico-opslagen en aangescherpte loan-tovalue<br />
ratio’s. En aangezien de vastgoedprijzen vooral in<br />
het secundaire segment sterk onder druk zijn gekomen,<br />
geeft dat zoals al eerder is besproken grote problemen<br />
bij het herfinancieren van bestaande leningen. Een geluk<br />
is de nog altijd historisch lage rente, maar als die verder<br />
zou stijgen dan kan ik mij goed voorstellen dat er nog<br />
meer fondsen in grote problemen zullen komen.<br />
Verdienmodel<br />
Fondsen hebben dan in beginsel twee keuzes: of de<br />
stekker eruit trekken of de deelnemers om een<br />
aanvullende kapitaalstorting vragen. De laatste<br />
oplossing kan wat mij betreft gerechtvaardigd zijn als<br />
laatste redmiddel om een project overeind te houden.<br />
Maar ik merk dat steeds meer partijen deze zogeheten<br />
‘Capital Calls’ uitschrijven om vooral de eigen organisatie<br />
draaiende te houden.<br />
De nood moet aan de man zijn, want als de naam eenmaal is<br />
besmet wordt het een stuk moeilijker om nieuwe fondsen<br />
te initiëren. Blijkbaar hebben veel partijen onvoldoende<br />
vet op de botten om de sterk gedaalde inkomsten op te<br />
vangen. Want hoe zit het verdienmodel van de sector er<br />
eige<strong>nl</strong>ijk uit? Nederlandse fondsaanbieders verdienen<br />
over het algemeen aan de plaatsing van een fonds in de<br />
vorm van introductiekosten (circa 5%), aan het beheer<br />
gedurende de looptijd (circa 3%) en aan een exitfee bij<br />
verkoop (circa 15-20%).<br />
De totale kosten lopen per fonds overigens sterk uiteen.<br />
En ook de berekeningswijze verschilt. Zo nemen sommige<br />
fondsaanbieders de aankoopsom van het vastgoed als<br />
grondslag voor de introductiekosten in plaats van het<br />
opgehaalde eigen vermogen. Feit blijft dat het eige<strong>nl</strong>ijk<br />
om fee-driven producten gaat: de inkomsten zijn voor<br />
een groot deel afhankelijk van plaatsing – en afronding<br />
– van nieuwe fondsen.<br />
En daar wringt nu net de schoen, want door de<br />
kredietcrisis en enkele frauduleuze gevallen worden er<br />
nu veel minder fondsen geplaatst dan voorheen. Weg<br />
inkomsten. Bovendien is het op dit moment vaak niet<br />
aantrekkelijk om een exit te realiseren vanwege de<br />
lagere vastgoedprijzen. Veel fondsbeheerders kiezen<br />
er daarom voor om op inspraak van de participanten<br />
de looptijd te verlengen. Als de exploitatie van het<br />
vastgoed voldoende inkomsten genereert om de rente<br />
en aflossing aan de bank te betalen, dan is ook de<br />
beheerfee veilig gesteld. Maar helaas is die niet altijd<br />
voldoende om de overhead te dekken.<br />
Partijen die actief zijn met projectontwikkeling lopen de<br />
meeste risico’s met hun verdienmodel. Zij zijn immers<br />
vooral afhankelijk van een tijdige verkoop, waardoor de
EURSWAAGE<br />
ontwikkelingswinst gerealiseerd kan worden. Stagneert<br />
de verkoop van lopende projecten of kunnen er geen<br />
nieuwe fondsen worden geplaatst, dan dreigt al snel<br />
een liquiditeitsprobleem. Ook de moeizame opstelling<br />
van de banken brengt fondsaanbieders in de problemen.<br />
Door de teruggelopen financiering en waardedaling van<br />
vastgoed moeten fondsaanbieders wel een beroep doen<br />
op de participanten. Beleggers zijn in feite gedwongen<br />
om bij te storten, want anders trekt men gewoon de<br />
stekker eruit.<br />
Bijkomend voordeel van de bijstortingen is dat de<br />
beheerfee alsnog wordt geïnd. Maar een Capital Call<br />
mag vanzelfsprekend geen extra inkomstenbron<br />
worden voor sommige fondsaanbieders. Zij doen er<br />
goed aan de overhead aan te passen aan de gewijzigde<br />
marktomstandigheden en fors in te krimpen, of anders<br />
de krachten te bundelen. Schaalgrootte maakt partijen<br />
veel minder kwetsbaar. Organisaties moeten in staat zijn<br />
om periodes waarin weinig of geen nieuwe producten<br />
worden geplaatst uit te zingen. Om een gezonde<br />
bedrijfsvoering op de lange termijn te garanderen is<br />
de plaatsing van nieuwe producten uiteraard wel van<br />
belang, maar op korte termijn mogen de inkomsten hier<br />
nooit van afhankelijk zijn.<br />
Ik vind het dan ook verstandig dat de sector eens<br />
kritisch kijkt naar het verdienmodel en meer inzicht<br />
geeft in de beheerstructuur. En wat mij betreft mag<br />
de AFM hier dwang uitoefenen, in navolging van de<br />
maatregelen die reeds genomen zijn ten aanzien van het<br />
provisiesysteem in de verzekeringssector. Aanbieders<br />
van vastgoedproducten zijn geen marketinghuizen, maar<br />
vastgoedbeleggingsinstellingen met dezelfde belangen<br />
als de beleggers. Althans zo zou het naar mijn mening<br />
moeten zijn.<br />
www.beurswaage.<strong>nl</strong><br />
Meer toezicht<br />
Gelukkig ziet de AFM ook in dat zij haar toezicht dient te<br />
verscherpen. Zoals bekend zijn aanbieders vrijgesteld<br />
van toezicht indien het fondsvermogen niet groter<br />
is dan €2,5 miljoen of bij participaties van minimaal<br />
€50.000. Het prospectus behoeft in dat geval ook geen<br />
goedkeuring van de AFM. Naar verwachting zal de grens<br />
met ingang van volgend jaar worden opgetrokken naar<br />
minimaal €100.000. Een goede zaak, want nu valt 80<br />
procent van de besloten vastgoedfondsen nog buiten<br />
het toezicht van de AFM. Dat percentage zal bij de<br />
nieuwe grens drastisch slinken.<br />
Verder is het positief om te zien dat er ook steeds<br />
meer toezicht vanuit de sector zelf komt, door onder<br />
andere de Stichting Transparantie Vastgoedfondsen<br />
(STV). En dan te bedenken dat er vijf jaar geleden nog<br />
nauwelijks toezicht vanuit de branche was. Dat zijn<br />
goede ontwikkelingen voor de particuliere belegger die<br />
zich in de rug gesteund ziet. Wel is het belangrijk dat<br />
het track record van de aanbieders wordt gecorrigeerd<br />
voor eventuele Capital Calls, hetgeen bijvoorbeeld door<br />
de STV nu nog niet wordt gedaan. Hierdoor ontstaat<br />
een vertekend beeld van de werkelijkheid.<br />
Hoewel we zoals gezegd de komende jaren nog wel<br />
meer problemen bij lopende vastgoedfondsen mogen<br />
verwachten, leidt de huidige kaalslag er hopelijk toe<br />
dat op termijn alleen nog kwalitatief goede aanbieders<br />
overblijven. Het kaf wordt van het koren gescheiden. En<br />
nu maar hopen dat er geen nieuwe avonturiers op de<br />
markt komen.<br />
28
Colofon<br />
<strong>Vastgoedvergelijker</strong>.<strong>nl</strong> E-Magazine<br />
is een uitgave van <strong>Vastgoedvergelijker</strong> BV<br />
Op initiatief van <strong>Vastgoedvergelijker</strong>.<strong>nl</strong><br />
en Vastgoedjournaal.<strong>nl</strong><br />
Adres<br />
<strong>Vastgoedvergelijker</strong> BV,<br />
postbus 1068<br />
2410 CB Bodegraven<br />
info@vastgoedvergelijker.<strong>nl</strong><br />
www.vastgoedvergelijker.<strong>nl</strong><br />
Hoofdredactie:<br />
Nick Blom<br />
Directeur <strong>Vastgoedvergelijker</strong> BV<br />
Redactie:<br />
Chaïm van Toledo<br />
Rogier Hentenaar<br />
Hoofdredacteur Vastgoedjournaal.<strong>nl</strong><br />
Vormgeving:<br />
Ruud van der Wel<br />
Advertentie Reservering:<br />
info@vastgoedvergelijker.<strong>nl</strong><br />
Copyright:<br />
Niets uit deze uitgave mag worden<br />
gereproduceerd en/of openbaar gemaakt<br />
worden door middel van druk, fotokopie,<br />
film of op welke wijze dan ook zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming<br />
van de uitgeverdirectie. <strong>Vastgoedvergelijker</strong><br />
BV is niet aansprakelijk voor eventuele<br />
onjuistheden in deze uitgave en niet<br />
verantwoordelijk voor handelingen van<br />
derden welke mogelijkerwijs voortvloeien<br />
uit het lezen van deze uitgave.