Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart? - Universiteit ...
Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart? - Universiteit ... Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart? - Universiteit ...
In dit hoofdstuk worden deze tegengestelde verwachtingen getoetst door de oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen van preventief gehechte Marokkaanse jongens en hun ouders te vergelijken met deze oriëntatie van de algemene Marokkaanse bevolking. 5.2 Methode Ongeveer 278 (13- tot 19-jarige) jongens met een Marokkaanse achtergrond (137 preventief gehechte jongens en 141 jongens uit de algemene bevolking) werd gevraagd naar hun oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen. Ook een groot deel van hun ouders werd bevraagd op dit thema (87 ouders met een preventief gehechte zoon en 152 ouders uit de algemene bevolking). In dit onderzoek zijn verschillende indicatoren van oriëntatie gemeten. Allereerst is zowel de ouders en jongeren gevraagd naar het gebruik van de Nederlandse taal en het Arabisch/Berber in de communicatie met hun directe omgeving, zoals partner, broers/zussen, andere familieleden en vrienden (Stevens, Vollebergh, Pels & Crijnen, 2005). De ouders is gevraagd in hoeverre zij en hun partner de Nederlandse taal machtig zijn. Ook is gevraagd aan de ouders en jongeren of zij Nederlandse en Marokkaanse vrienden hebben, in hoeverre zij zichzelf zien als een Nederlander en als Marokkaan en de mate waarin zij zich op hun gemak voelen bij Nederlanders en Marokkanen (‘Ik begrijp Nederlanders/Marokkanen’, ‘Ik voel me op mijn gemak bij Nederlanders/Marokkanen’ en ‘Nederlanders/Marokkanen begrijpen mij’) en zich identificeren met Nederlanders en met Marokkanen (‘Ik ben trots op de Nederlandse/Marokkaanse cultuur’, ‘Nederlanders/Marokkanen hebben dezelfde ideeën en waarden als ik’ en ‘Ik heb veel gemeenschappelijk met Nederlanders/Marokkanen’) (Stevens, Pels, Vollebergh & Crijnen, 2004). Daarnaast werd de jongens en ouders gevraagd aan te geven hoe sterk zij zich identificeren met het moslimgeloof (bijvoorbeeld ‘Moslim zijn is belangrijk voor mij’ en ‘Ik zie mezelf als een echte moslim’) (Phalet, Van Lotringen & Entzinger, 2000) en in hoeverre jongens en ouders vinden dat Marokkanen in het algemeen gediscrimineerd worden in verschillende situaties (Stevens e.a., 2005). 5.3 Resultaten 5.3.1 Oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen van jongens In Tabel 5.1 en Figuur 5.1 is de oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen, de identificatie met het moslimgeloof en de mate van ervaren discriminatie van Marokkaanse preventief gehechte jongens en Marokkaanse jongens uit de algemene bevolking vergeleken. De preventief gehechte jongens gebruikten het Arabisch/Berber minder vaak om met familie en vrienden te communiceren, zagen zichzelf (iets) minder als een Marokkaan en zagen zichzelf veel meer als een Nederlander dan de jongens uit de algemene bevolking. Ten slotte gaven de preventief gehechte jongens vaker aan dat Marokkanen gediscrimineerd worden op straat, in winkels en door de politie (maar niet op school, op het werk en tijdens het uitgaan). 38 - Nicis Institute -Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart?
Tabel 5.1. Marokkaanse jongens in preventieve hechtenis en uit de algemene bevolking vergeleken op oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen, identificatie met het moslimgeloof en mate van ervaren discriminatie Jongens algemene Preventief bevolking gehechte jongens Taal Gebruik Marokkaanse taal familie/vrienden (0 = nooit; 12 = altijd) 7.7 6.3 Gebruik Nederlandse taal familie/vrienden (0 = nooit; 12 = altijd) 7.2 7.2 Vrienden Marokkaanse vrienden (% ja) 98% 99% Nederlandse vrienden (% ja) 72% 79% Identificatie Ik zie mezelf als een Nederlander (0 = oneens; 4 =eens) 0.7 1.8 Ik zie mezelf als een Marokkaan (0 = oneens; 4 =eens) 3.8 3.5 Geloof Identificatie met moslims (0 = oneens; 20 = eens) 16.8 16.4 Marokkanen worden gediscrimineerd in NL (0 = nooit ; 2 = meestal / altijd) Op straat 1.0 1.3 Op school 0.7 0.8 Op het werk 0.7 0.9 In winkels 0.9 1.2 Tijdens het uitgaan 1.1 1.2 Door de politie 1.0 1.5 De vetgedrukte cijfers wijzen op een significant verschil (p
- Page 1 and 2: M a r o k k a a n s e j e u g d d e
- Page 3 and 4: Nicis Institute - Marokkaanse jeugd
- Page 5 and 6: Marokkaanse jeugddelinquenten: een
- Page 7 and 8: Samenvatting Uit allerlei gegevens
- Page 9 and 10: Inhoud Samenvatting 5 1. Marokkaans
- Page 11 and 12: Nicis Institute - Marokkaanse jeugd
- Page 13 and 14: 1. Marokkaanse jeugd- delinquenten
- Page 15 and 16: 1) Hoe kenmerkt zich het delictprof
- Page 17 and 18: deel te nemen aan wetenschappelijk
- Page 19 and 20: 2. Delictprofielen 3 Violaine Veen,
- Page 21 and 22: en Nederlandse jongens. In overeens
- Page 23 and 24: Tabel 2.2. Verdeling van Marokkaans
- Page 25 and 26: 3. Emotionele problemen en gedragsp
- Page 27 and 28: 3.3.3 Zelfrapportage emotionele pro
- Page 29 and 30: Figuur 3.2. Ouderrapportage op vijf
- Page 31 and 32: Nicis Institute - Marokkaanse jeugd
- Page 33 and 34: 4. Moeder-kind relatie Violaine Vee
- Page 35 and 36: Figuur 4.1. Moeder-kind relatie gek
- Page 37 and 38: Marokkaanse moeders. Voor het ’ve
- Page 39: 5. Oriëntatie op Nederlanders en M
- Page 43 and 44: Tabel 5.2. Marokkaanse ouders met e
- Page 45 and 46: okkanen. De verschillen tussen oude
- Page 47 and 48: 6.1 Marokkaanse jeugddelinquenten:
- Page 49 and 50: ten, 2006; Rodney & Tachia, 2004).
- Page 51 and 52: ijvoorbeeld verwacht kunnen worden
- Page 53 and 54: Literatuur Abram, K. M., Teplin, L.
- Page 55 and 56: Pels, T. (2003). The question of re
- Page 57 and 58: Wong, S. K. (1999). Acculturation,
- Page 59 and 60: Dankwoord De uitvoering van dit ond
- Page 61 and 62: Bijlage 1.1 Bijlagen Opium Bezit/ha
- Page 63 and 64: Bijlage 2.1 Hoofdeffecten en intera
- Page 65: Bijlage 4.1 Aan de hand van een lat
- Page 68: Nicis Institute Laan van N.O. Indi
In dit hoofdstuk worden deze tegengestelde verwachtingen getoetst door de oriëntatie op Nederlanders<br />
en Marokkanen van preventief gehechte <strong>Marokkaanse</strong> jongens en hun ouders te vergelijken met<br />
deze oriëntatie van de algemene <strong>Marokkaanse</strong> bevolking.<br />
5.2 Methode<br />
Ongeveer 278 (13- tot 19-jarige) jongens met <strong>een</strong> <strong>Marokkaanse</strong> achtergrond (137 preventief gehechte<br />
jongens en 141 jongens uit de algemene bevolking) werd gevraagd naar hun oriëntatie op Nederlanders<br />
en Marokkanen. Ook <strong>een</strong> groot deel van hun ouders werd bevraagd op dit thema (87 ouders met<br />
<strong>een</strong> preventief gehechte zoon en 152 ouders uit de algemene bevolking). In dit onderzoek zijn verschillende<br />
indicatoren van oriëntatie gemeten. Allereerst is zowel de ouders en jongeren gevraagd<br />
naar het gebruik van de Nederlandse taal en het Arabisch/Berber in de communicatie met hun directe<br />
omgeving, zoals partner, broers/zussen, andere familieleden en vrienden (Stevens, Vollebergh, Pels<br />
& Crijnen, 2005). De ouders is gevraagd in hoeverre zij en hun partner de Nederlandse taal machtig<br />
zijn. Ook is gevraagd aan de ouders en jongeren of zij Nederlandse en <strong>Marokkaanse</strong> vrienden hebben,<br />
in hoeverre zij zichzelf zien als <strong>een</strong> Nederlander en als Marokkaan en de mate waarin zij zich<br />
op hun gemak voelen bij Nederlanders en Marokkanen (‘Ik begrijp Nederlanders/Marokkanen’, ‘Ik<br />
voel me op mijn gemak bij Nederlanders/Marokkanen’ en ‘Nederlanders/Marokkanen begrijpen mij’)<br />
en zich identificeren met Nederlanders en met Marokkanen (‘Ik ben trots op de Nederlandse/<strong>Marokkaanse</strong><br />
cultuur’, ‘Nederlanders/Marokkanen hebben dezelfde ideeën en waarden als ik’ en ‘Ik heb<br />
veel gem<strong>een</strong>schappelijk met Nederlanders/Marokkanen’) (Stevens, Pels, Vollebergh & Crijnen, 2004).<br />
Daarnaast werd de jongens en ouders gevraagd aan te geven hoe sterk zij zich identificeren met het<br />
moslimgeloof (bijvoorbeeld ‘Moslim zijn is belangrijk voor mij’ en ‘Ik zie mezelf als <strong>een</strong> echte moslim’)<br />
(Phalet, Van Lotringen & Entzinger, 2000) en in hoeverre jongens en ouders vinden dat Marokkanen in<br />
het algem<strong>een</strong> gediscrimineerd worden in verschillende situaties (Stevens e.a., 2005).<br />
5.3 Resultaten<br />
5.3.1 Oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen van jongens<br />
In Tabel 5.1 en Figuur 5.1 is de oriëntatie op Nederlanders en Marokkanen, de identificatie met het<br />
moslimgeloof en de mate van ervaren discriminatie van <strong>Marokkaanse</strong> preventief gehechte jongens en<br />
<strong>Marokkaanse</strong> jongens uit de algemene bevolking vergeleken. De preventief gehechte jongens gebruikten<br />
het Arabisch/Berber minder vaak om met familie en vrienden te communiceren, zagen zichzelf<br />
(iets) minder als <strong>een</strong> Marokkaan en zagen zichzelf veel meer als <strong>een</strong> Nederlander dan de jongens uit<br />
de algemene bevolking. Ten slotte gaven de preventief gehechte jongens vaker aan dat Marokkanen<br />
gediscrimineerd worden op straat, in winkels en door de politie (maar niet op school, op het werk en<br />
tijdens het uitgaan).<br />
38 - Nicis Institute -<strong>Marokkaanse</strong> <strong>jeugddelinquenten</strong>: <strong>een</strong> <strong>klasse</strong> <strong>apart</strong>?