Cryo-ablatie - UMC St Radboud
Cryo-ablatie - UMC St Radboud
Cryo-ablatie - UMC St Radboud
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Cryo</strong>-<strong>ablatie</strong><br />
<strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> Patiënteninformatie
In overleg met uw cardioloog heeft u besloten tot een cryo-<strong>ablatie</strong>. Hierbij wordt<br />
een deel van de geleiding van het hart afgeschermd zodat uw hartritmestoornis<br />
stopt.<br />
Deze folder geeft informatie over de ingreep. Heeft u na het lezen nog vragen, stel<br />
ze dan gerust aan de cardioloog of verpleegkundige.<br />
Het hartritme<br />
Het hart is een holle spier die bestaat uit vier ruimtes. Bovenin het hart zijn dit de<br />
boezems. Deze ontvangen terugkerend bloed uit de longen en de rest van het<br />
lichaam en stuwen dit door naar de daaronder gelegen hartkamers. Deze pompen<br />
het bloed weer door het lichaam en de longen. Bovenin de rechterboezem ligt<br />
de sinusknoop. Dit is als het ware de elektriciteitscentrale van het hart. Vanuit de<br />
sinusknoop worden elektrische prikkels door het hart gestuurd. Bij een normaal<br />
hartritme is er sprake van een ritmisch, herhalende elektrische prikkel. Deze<br />
prikkel loopt vanuit de sinusknoop over de boezems en vandaar naar de kamers<br />
van het hart. Door deze prikkel trekken eerst de boezems en daarna de kamers<br />
samen. Deze samentrekkingen zorgen ervoor dat het bloed door het hart en de<br />
rest van het lichaam wordt gepompt.<br />
Boezemfibrilleren<br />
Bij boezemfibrilleren is geen sprake van één, maar van tientallen elektrische prikkels.<br />
Deze prikkels ontstaan onafhankelijk van elkaar in de boezems, waardoor<br />
deze ongecontroleerd en snel samentrekken. Hiermee leveren de boezems geen<br />
bijdrage meer aan het doorstuwen van het bloed naar de kamers van het hart. De<br />
kamers worden nog wel redelijk gevuld met bloed en werken wel, maar in een onregelmatig<br />
ritme. Dit veroorzaakt een onregelmatige hartslag. Bij boezemfibrilleren<br />
werkt het hart minder effectief, waardoor allerlei klachten kunnen optreden.<br />
Isolatie van de longaders<br />
Boezemfibrilleren ontstaat vaak in de longaders. Deze komen uit in de linkerboezem.<br />
De ongewenste prikkels vanuit de longaders zorgen in de boezems voor<br />
een snel en ongecontroleerd ritme. Bij isolatie van de longaders worden kleine<br />
littekentjes gemaakt rondom de longaders. Bij een cryo-<strong>ablatie</strong> gebeurt dit door<br />
middel van bevriezing. Door het littekenweefsel kunnen de elektrische prikkels<br />
1
de boezem niet meer bereiken. Het blokkeert de elektrische prikkels die het ritme<br />
verstoren, zodat weer een normaal hartritme ontstaat.<br />
De behandeling<br />
Het maken van littekentjes door bevriezing rondom de longaders kan pijnlijk zijn<br />
daarom wordt u voor de ingreep onder anesthesie (narcose) gebracht. Vervolgens<br />
worden in de lies verschillende buisjes (sheaths) ingebracht en via deze buisjes<br />
katheters opgevoerd naar de rechterkant van het hart. Met deze katheters kan het<br />
hartritme nauwkeurig worden vastgelegd. De longaders liggen aan de linkerkant<br />
van het hart. Daarom moet door het schot tussen de boezems worden geprikt. U<br />
krijgt via een infuus een bloedverdunner toegediend. Dit voorkomt stolselvorming<br />
op de katheters.<br />
Door één van de katheters spuit men contrastmiddel in, zodat röntgenopnamen<br />
van het hart kunnen worden gemaakt. Aan een andere katheter zit een ballon.<br />
Deze brengt men in tot in de longader en bevriest men daarna. Hierdoor worden<br />
littekens gemaakt. De littekens maken het onmogelijk om de hartritmestoornissen<br />
via de longaders door te geven aan de boezem. Deze procedure wordt herhaald<br />
bij alle longaders.<br />
Na de ingreep, worden de katheters verwijderd. De sheaths worden pas op de<br />
afdeling verwijderd, omdat u tijdens de behandeling bloedverdunners heeft gekregen.<br />
Voor de ingreep<br />
U wordt twee of drie dagen opgenomen in het <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong>, afhankelijk van<br />
het tijdstip waarop u aan de beurt bent. Neemt u bij opname een pyjama, toiletspullen<br />
en uw eigen medicijnen mee naar het ziekenhuis.<br />
Op de opnamedag wordt u verwacht op de verpleegafdeling Cardiologie.<br />
Op de dag van de behandeling mag u vanaf middernacht niets meer eten of drinken<br />
in verband met de anesthesie.<br />
Voordat u naar de behandelkamer gaat, trekt u een operatiejasje aan. Het is<br />
mogelijk dat u nog medicijnen krijgt die de anesthesioloog heeft voorgeschreven.<br />
Hierna wordt u naar de hartkatheterisatiekamer gebracht.<br />
2<br />
Na de ingreep<br />
Na de behandeling komt u op de verkoeverkamer om wakker te worden uit de<br />
anesthesie. Daarna keert u terug naar de verpleegafdeling Cardiologie. Onderweg<br />
en tijdens het verdere verloop van de opname wordt uw hartritme bewaakt.<br />
Een paar uur na de ingreep zal de verpleegkundige op de afdeling uw bloed<br />
controleren. Als de bloed controles goed zijn, worden de sheaths uit uw lies verwijderd.<br />
Tijdens het verwijderen van de sheaths oefent de verpleegkundige gedurende<br />
vijftien minuten druk uit op uw lies en legt daarna een drukverband aan. U<br />
heeft dan in principe nog vier uur bedrust en daarna kunt u onder begeleiding van<br />
de verpleegkundige voorzichtig uit bed komen.<br />
Het kan zijn dat u zich enkele uren moe en misselijk voelt door de anesthesie.<br />
Ook kunt u een branderig gevoel op de borst hebben, door het opvoeren van de<br />
katheters en het bevriezen.<br />
’s Ochtends controleert de verpleegkundige de wondjes in de lies en neemt bloedbij<br />
u af. De cardioloog maakt een echo. Als zich geen bijzonderheden hebben<br />
voorgedaan kunt u de dag na de ingreep weer naar huis.<br />
Bij thuiskomst mag u het been waarvan de lies is aangeprikt gedurende drie dagen<br />
niet belasten. Dit betekent dat u niet mag:<br />
• hurken<br />
• bukken<br />
• tillen<br />
• autorijden<br />
• fietsen<br />
• niet te hard persen bij de ontlasting<br />
• in bad (water) gaan zitten (douchen is wel toegestaan)<br />
Traplopen kunt u trede voor trede doen, zonder af te zetten, met het been waarin<br />
de katheter heeft gezeten.<br />
Zes tot acht weken na de cryo-<strong>ablatie</strong> heeft u een afspraak op de polikliniek.<br />
Hiervoor krijgt u een afspraak mee. Ook vinden controles plaats met behulp van<br />
eventrecorders. Dit is een klein kastje dat gedurende zes dagen uw hartritme<br />
registreert.<br />
3
U kunt in de eerste maand na de cryo-<strong>ablatie</strong> nog ritmestoornissen voelen.<br />
Daarom blijft u alle medicatie de komende drie maanden door gebruiken. Daarna<br />
zal uw cardioloog de medicatie aanpassen.<br />
Tot slot<br />
Aan de meeste medische ingrepen zijn risico’s verbonden. Dit geldt ook voor een<br />
cryo-<strong>ablatie</strong>. De risico’s verschillen per patiënt en zijn over het algemeen gering.<br />
Uw behandelend cardioloog zal de risico’s met u bespreken.<br />
Heeft u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen over de behandeling,<br />
dan kunt u deze stellen aan uw behandelend cardioloog. Tijdens uw opname kunt<br />
u ook terecht bij de zaalarts en de verpleegkundige.<br />
4
Adres<br />
Bezoekadres<br />
Verpleegafdeling Cardiologie<br />
Ingang <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> Centraal<br />
Geert Grooteplein-Zuid 10<br />
6525 GA Nijmegen<br />
Volg route 747, zone C4C<br />
Telefoonnummer<br />
024 - 361 89 65<br />
www.umcn.nl/zorg/afdelingen/cardiologie<br />
12-2012-7302<br />
© <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong><br />
overname van (gedeelten uit)<br />
deze tekst is uitsluitend<br />
mogelijk na schriftelijke<br />
toestemming van<br />
Productgroep Communicatie<br />
WWW.<strong>UMC</strong>N.NL