deel 1 planMER - Stad Kortrijk

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
329/346 04/006712
van het verschil in effecten van de plansituatie met geactualiseerde verkeersdata ten opzichte van
de oorspronkelijk doorgerekende situatie, gebeurt deels kwalitatief, deels kwantitatief.
De bespreking van de effecten van de te bestuderen varianten zal kwalitatief gebeuren, op basis
van de berekeningen van de plan- en de referentiesituatie. Voor de bepaling van de effecten van de
ontwikkelingsscenario’s wordt een beperkt aantal straten doorgerekend, waarvoor binnen de
discipline mobiliteit wordt aangegeven dat voor deze straten belangrijke wijzigingen in
verkeersstromen verwacht worden. De straten die beschouwd worden zijn in Figuur 5-14 in groen
aangeduid (wegsegementen W, X, Y en Z).
14.1.1.3 Emissies van huishoudens
Huishoudens veroorzaken emissies naar lucht door het verbranden van fossiele brandstoffen en
biomassa, voor het verwarmen van de woning en voor de productie van warm water. Ook het
gebruik van elektriciteit veroorzaakt een aanzienlijke milieudruk, door de werking van de
elektriciteitscentrales. Deze laatste emissies worden hier buiten beschouwing gelaten omdat die
emissies niet in het studiegebied plaatsvinden. Andere huishoudelijke emissies, zoals emissies
afkomstig van septische putten, koelmiddelen van ijskasten en airco’s, het gebruik van
huishoudelijke producten (solventhoudende lijmen, verven, reiningsproducten, etc.), ‘off-road
vehicles’ (grasmachines, bladblazers, quads, etc.), barbecues, het verbranden van afval, etc.
worden hier ook buiten beschouwing gelaten, omwille van de grote onzekerheden op het gebruik
ervan (hoeveelheden, frequenties, etc.) en de relatief lage bijdrage van deze emissies. Verder
zullen binnen het studiegebied de nieuw geplande wooneenheden aangesloten worden op
rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s), waardoor er geen bijkomende emissies van septische
putten zullen vrijkomen.
Voor de berekening van de emissies van gebouwenverwarming werden emissiefactoren afgeleid uit
het MIRA achtergronddocument huishoudens 2010 ( 27 ). Op basis van de weergegeven emissies
voor gebouwenverwarming voor Vlaanderen en het aantal km² woongebied in Vlaanderen, werden
volgende emissiefactoren afgeleid.
Polluent
CO2
Emissies per km² in Vlaanderen (in
kg/jaar/km²)
3505922
CO 11760
NOx
SOx
PM2,5
2802
1823
Deze emissiefactoren worden gebruikt voor zowel de huidige situatie, het nulalternatief als de
plansituatie. Het is voor de drie situaties een vrij ruwe benadering, aangezien hierbij wordt
uitgegaan van gemiddelde emissies voor Vlaanderen. Een gedetailleerdere methode is echter niet
276
mogelijk, aangezien het energieverbruik en de daarmee overeenkomende emissies, samen hangen
met tal van parameters en onzekerheden. De belangrijkste zijn:
27 MIRA (2011) Milieurapport Vlaanderen, Achtergronddocument 2010,Sector Huishoudens. Maene S.,
Vlaamse Milieumaatschappij, www.milieurapport.be