deel 1 planMER - Stad Kortrijk

13.4 Milieueffectbespreking en –beoordeling
13.4.1 Mobiliteit
Effectbespreking en -beoordeling
6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
307/346 04/006712
Om de mobiliteitsimpact in te schatten werd beroep gedaan op het verkeersmodel van de stad
Kortrijk. De verkeersintensiteiten werden door studiebureau MINT berekend aan de hand van het
Multimodaal Model van de stad Kortrijk. De effectbespreking in het MER is in eerste instantie
gebaseerd op een doorrekening die uitgevoerd is in 2010 (stadsmodel 2010). Tijdens de loop van
de MER-procedure werd het verkeersmodel van de stad aangepast (door actualisatie telgegevens,
ruimtelijke ontwikkelingen, invoering van eenrichtingssysteem, …) – stadsmodel 2012.
In het MER werd nagegaan in hoeverre de resultaten van het oorspronkelijke verkeersmodel
(=stadsmodel 2010) afwijken van de resultaten van de geactualiseerde versie (=stadsmodel 2012).
Bij het overzicht van de effectbespreking hieronder wordt desgevallend aangegeven waar het
stadsmodel 2012 aanleiding geeft tot andere effectbeoordelingen en conclusies.
Impact op de verkeersleefbaarheid: ter hoogte van de meeste bekeken wegsegmenten is
er een toename van de verkeersintensiteiten, zonder dat de theoretische capaciteit in
functie van de leefbaarheid van de weg overschreden wordt (gering negatief effect).
Impact op bereikbaarheid / doorstroming:
bestaande éénstrooksrotondes ter hoogte van de R36 x Beheerstraat en ter hoogte
van de Meensesteenweg hebben voldoende capaciteit (gering negatief effect).
De bestaande rotonde ter hoogte van de Meensesteenweg heeft voldoende
capaciteit (gering negatief).
kluifrotonde : theoretisch voldoende capaciteit. Met de oorspronkelijke doorrekening wordt
een gering negatief effect genoteerd. Op basis van het stadsmodel 2012 blijkt dat het
kristische waarden kunnen bereikt worden. De effectbeoordeling is bijgevolg matig
negatief..
In de huidige toestand zijn er bovendien reeds doorstromingsproblemen te wijten aan de
vormgeving van het kruispunt. Onderzoek naar een optimale kruispuntherinrichting voor de
kluifrotonde is wenselijk.
Mogelijkheden duurzame transportmodi: de nabijheid van het station en de hoogwaardige
openbaar vervoersontsluiting (bus) bieden de mogelijkheid om gebruik te maken van
duurzame transportmodi. Daarnaast is tevens een kwalitatieve fietsinfrastructuur aanwezig
(matig positief). Stringent parkeerbeleid ontbreekt. Door het invoeren van een stringent
parkeerbeleid kan dit als significant positief beoordeeld worden.
Alternatievenonderzoek ontsluiting parking: Omwille van verkeersveiligheid en duidelijke
verkeersstructuur wordt een aparte ontsluiting voor het parkeerterrein en voor de woningen aan de
zuidzijdebepleit. In de andere gevallen vervult de ontsluitingsstructuur de rol van een bypass voor
de kluifrotonde.
Alternatievenonderzoek herbestemming goederenloods:
bijkomende kleinhandel en commerciële activiteiten niet aangewezen zijn
bijkomende kantoren en kantoorachtigen niet aangewezen zijn Indien er toch een zeer
grote vraag zou bestaan naar Kantoren, kunnen deze toegelaten worden mits strenge