deel 1 planMER - Stad Kortrijk

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
290/346 04/006712
Bij de effectbeoordeling van de geactualiseerde verkeersgegevens werd de impact van 5
wegsegmenten herberekend, om het verschil in effecten met de eerdere doorrekeningen te
beoordelen. Aangezien de 5 doorgerekende wegsegementen de segementen zijn met de hoogste
intensiteiten, kan gesteld worden dat de herbereking tot correcte herformuleringen van de
conclusies leidt.
Het niet beschikbaar zijn van luchtkwaliteitsmetingen in het studiegebied werd opgevangen door
gebruik te maken van literatuurgegevens en concentraties die gebaseerd zijn op
extrapolatiewaarden van de VMM.
Voor de evaluatie van de toekomstige situaties werd gebruik gemaakt van de
achtergrondconcentraties die zijn opgenomen in het model CAR Vlaanderen 2.0. In CAR werden
enkel achtergrondwaarden voor PM10, PM2,5 en NO2 opgenomen. Achtergronden voor benzeen
werden bij gebrek aan informatie constant gehouden aan de huidige achtergrondwaarden.
Aangezien de jaargemiddelde concentraties voor benzeen sinds 1990 een duidelijk dalende trend
vertonen in alle Vlaamse meetposten, kan besloten worden dat een worst case situatie werd
doorgerekend.
Voor wat betreft de emissieberekeningen voor gebouwenverwarming werd reeds gewezen op een
aantal leemten in de kennis. We herhalen hier de voornaamste:
De emissies van gebouwenverwarming zijn afhankelijk van:
De klimatologische omstandigheden: in een koude winter zal meer brandstof verbruikt
worden dan in zachte winters en warme zomers leiden tot meer ruimtekoeling.
Het type brandstof dat gebruikt wordt: fossiele brandstoffen zoals stookolie, aardgas, LPG
en steenkool; biomassa en elektriciteit
Het type verbrandingsinstallatie: nieuwe, efficiënte types van verbrandingsinstallaties
zorgen voor minder emissies
De compactheid van de woning, het type woning (open, gesloten, halfopen bebouwing of
appartement), isolatie van daken, muren en vloeren, (drie)dubbele beglazing,
gecontroleerde ventilatie, het gebruik van airco etc.
Mbt bodem en grondwater zijn geen gedetailleerde gegevens beschikbaar. Waar dit noodzakelijk
geacht worden om significant negatief effecten uit te sluiten worden meer gedetailleerde studies op
projectniveau voorgesteld.
12.4 Monitoring en evaluatie
Een monitoring van het voorgenomen plan en de verwachte milieueffecten wordt niet noodzakelijk
geacht.