deel 1 planMER - Stad Kortrijk

9.4.1.3 Netwerkeffecten
6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
280/346 04/006712
Er zijn geen heel waardevolle netwerken aanwezig aangezien het plangebied volledig in een
stedelijke omgeving is gelegen. Binnen het plangebied of in de nabije omgeving zijn geen gewenste
natuurverbindingen op gemeentelijk of provinciaal niveau aanwezig.
De huidige spoorwegberm en de oever van de Leie hebben binnen het plangebied weinig
netwerkwaarde. Het RUP hypothekeert de potentiële verbindingen langs de spoorweg en de Leie
niet. Bovendien kunnen deze verbindingen kwalitatief verbeterd worden. Het RUP kan bijgevolg
een positief effect betekenen ten aanzien van de ecologische netwerkrelaties.
Langsheen de Leie-oevers kan een rivierbegeleidende vegetatie aangeplant worden die aansluit
op bestaande groene lijnstructuur ten westen van het plangebied. Deze randbegroeiing kan
fungeren als corridor voor fauna en flora. Voor de soortenkeuze dient gewerkt te worden met
inheemse soorten. De begroeiing mag echter de zichten vanuit het plangebied naar de Leie niet
verhinderen.
Hoger werd reeds aangehaald dat de spoorwegbermen best kwalitatief ingericht worden in functie
van de Muurhagedis. Dit is evenwel eerder als habitat dan als verbinding.
9.4.2 Plan versus nulalternatief
Het plangebied dat bestemd is voor stedelijke ontwikkelingen zal zonder het RUP langer braak
blijven liggen. De muurhagedis behoudt in dat geval zijn huidige leefgebied, al blijft de mogelijkheid
bestaan dat nieuwe ontwikkelingen het habitat eveneens zullen innemen.
In het voorliggend RUP worden garanties geboden voor het behoud van open ruimten gebieden,
zoals het woonpark. Ook kunnen garanties geboden worden voor het behoud van de Muurhagedis.
Het RUP kan bijgevolg een meerwaarde geven aan het gebied voor fauna en flora.
Voor het woongebied in het oosten is het in het nulalternatief de bedoeling om het gebied een
overeenkomstige bestemming te geven. De ontwikkelingen die in het RUP in dit deel van het
plangebied beoogt worden, zijn gelijkaardig ten aanzien van fauna en flora t.o.v. het nulalternatief.
9.4.3 Randvoorwaarden en milderende maatregelen
De maatregelen en randvoorwaarden voor de discipline fauna en flora kunnen als volgt opgedeeld
worden:
Vanuit de discipline Fauna en Flora gestelde maatregelen en randvoorwaarden die betrekking hebben
op het voorgenomen plan en ruimtelijk kunnen vertaald worden in het plan (maatregelen te nemen
door de initiatiefnemer van het plan)
- Het RUP moet de nodige garanties bieden zodat er voldoende kwalitatief leefgebied behouden blijft
in en om het plangebied om in een duurzame populatie Muurhagedis te voorzien. In het MER
worden hiertoe de volgende opties gegeven:
- Daken van nieuwe gebouwen binnen de zone waar de muurhagedis voorkomt geschikt
maken als habitat of
- Inrichting van andere deelruimten binnen het plangebied met specifieke aandacht voor de