deel 1 planMER - Stad Kortrijk

Aantasting kleine landschapselementen
6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
272/346 04/006712
Op de breuklijn in het westelijk plandeel en enkele meters ten noorden ervan waren tot voor kort
nog kleine landschapselementen (KLE’s) aanwezig in de vorm van een bomenrij van wilg (en berk).
Door de sloop van de gebouwen en de sanering van het terrein zijn deze KLE’s grotendeels
verdwenen. Het behoud en integreren van de restanten binnen de geplande ontwikkelingen van het
RUP wordt landschappelijk gezien niet als een meerwaarde beschouwd. De landschappelijke
context waarvan de bomenrij deel uitmaakte (namelijk het valleigebied langs de Leie) is momenteel
toch al sterk verstoord door de ophoging van het terrein en stedelijke en industriële ontwikkeling.
Het verlies van deze KLE’s wordt vanuit landschappelijk oogpunt bijgevolg matig negatief geacht.
Binnen het plan kunnen echter initiatieven genomen worden om nieuwe KLE’s te creëren (zie
paragraaf 9.3.1.3).
Figuur 9-14: Restanten van KLE’s (rood omcirkeld)
9.3.1.2 Verstoringseffecten
Aantasting landschapsbeeld, landschapsstructuur en -relaties
Het westelijk deel van het plangebied ligt er momenteel verwaarloosd bij. Naast de oprichting van
nieuwe woonblokken wordt er in het RUP ruimte voorzien voor groen. Zo zal er een woonpark
gerealiseerd worden. De parking in het woonpark krijgt een groene invulling. Er dienen ook
waterbuffers aangelegd die het hemelwater opvangen dat afstroomt van de bijkomende verharde
oppervlakten. De landschappelijke impact wordt significant positief beoordeeld.
De waterbuffers kunnen een meerwaarde geven aan de beleving in het woonpark door ze
landschappelijk in te kleden (aanbeveling).
De groenstructuur tussen de gebouwen mag de zichten op de Leie niet hypothekeren.
De huidige parking voor de goederenloods zal enerzijds fungeren als randparking van het centrum
van Kortrijk en anderzijds als plein. Op het plein worden geen vaste constructies toegelaten, wel
moet de mogelijkheid bestaan om tijdelijke constructies op te richten om attracties en evenementen
mogelijk te maken. Aangezien het om tijdelijke constructies gaat, wordt het effect ten aanzien van
de landschappelijke beleving als verwaarloosbaar beoordeeld.