deel 1 planMER - Stad Kortrijk

Aantasting bodem- en grondwaterkwaliteit;
6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
Verstoring door geluid (zie paragraaf 9.1.1);
Verstoring luchtkwaliteit (zie paragraaf 0);
Visuele verstoring.
267/346 04/006712
VLAREM en het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO zien er op toe dat de kans op nieuwe
bodemverontreiniging minimaal is en dat bestaande verontreiniging geen gevaar kan vormen en
desgevallend moet gesaneerd worden. Vanuit dit oogpunt worden er aldus geen effecten of
knelpunten verwacht (verwaarloosbaar effect).
Er werden in de Databank Ondergrond Vlaanderen 3 vergunde grondwaterwinningen
teruggevonden binnen een straal van 1 km rondom het plangebied. Twee van deze winningen
bevinden zich aan de overzijde van de Leie. Hierdoor worden er geen effecten verwacht ten
gevolge van eventuele bemalingswerken die nodig zijn voor de realisatie van het plan. De andere
grondwaterwinning bevindt zich op ca. 700 m ten westen van het plangebied. Het nagaan van de
mogelijke invloed van een bemaling op deze winning valt niet onder de doelstelling van deze plan-
MER. Er kan wel gesteld worden dat de invloed relatief beperkt gaat zijn gezien de afstand tussen
de winning en het plangebied en de aanwezigheid van kleihoudende bodems (in de lager gelegen
delen langs de Leie) (verwaarloosbaar effect).
Het plangebied is niet gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Aangezien het plan wel
bijkomende verhardingen inhoudt, worden onder de discipline water (paragraaf 0) milderende
maatregelen aangehaald welke noodzakelijk zijn om mogelijke wateroverlast tegen te gaan. Zonder
deze maatregelen werd het effect als matig negatief effect beoordeeld (zie § 9.1.4.1.1 – onderdeel
gewijzigde afvoer- en infiltratiekarakteristieken). Milderende maatregelen zijn via de geldende
regelgeving automatisch noodzakelijk om het effect van de bijkomende verharding binnen het
plangebied op te vangen.
In het woonpark zullen waterpartijen voorzien worden die een waterbufferende functie hebben.
Infiltratie geniet echter de voorkeur boven buffering. Het is belangrijk dat infiltratie niet verplicht
wordt opgelegd in het RUP aangezien het vermoedelijk niet overal mogelijk is om te infiltreren
gezien de mogelijke aanwezigheid van kleibodems langs de Leie en een hoge grondwaterstand.
Infiltratie via open bufferstructuren moet op basis van het RUP evenwel wel mogelijk blijven.
Het deel entrepot ligt er momenteel verwaarloosd en verloederd bij. Het RUP plant hier initiatieven
die kunnen leiden tot het heropleven van het gebied. Bij het toekennen van nieuwe functies wordt
gestreefd naar een combinatie van wonen, voorzieningen en publieke en/of groene ruimten. Door
bij de inrichting ruimte te voorzien voor groen, in te spelen op de zichtrelaties en te streven naar
een kwaliteitsvolle architecturale invulling worden enkel positieve effecten ten aanzien van de
landschappelijke beleving verwacht voor dit deel van het plangebied. Het effect van het plan wordt
zeer significant positief beoordeeld.
Langsheen de Leie kunnen de zichten verbeterd worden door het bouwvrij houden van de
oeverstrook (aanbeveling).