deel 1 planMER - Stad Kortrijk

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
259/346 04/006712
afvalwater van het plangebied zal net als de stadskern van Kortrijk afgevoerd worden naar de
RWZI van Harelbeke. In 2007 werd de RWZI van Harelbeke uitgebreid naar 116.500 IE.
In totaal zorgt het plan voor een 260-tal nieuwe woongelegenheden. In de veronderstelling dat er
gemiddeld 2,5 personen wonen per woongelegenheid, komt dit neer op ongeveer 650 IE .
Daarnaast zijn er ook nog de andere functies (kantoren, diensten, gemeenschapsvoorzieningen).
Het plan is momenteel te weinig concreet om een zinvolle inschatting te maken van het aantal IE
dat hiermee gepaard gaat. .
Huishoudelijk afvalwater moet evenwel hoe dan ook kunnen aansluiten op de RWZI. Op dit vlak
wordt het effect van het plan als verwaarloosbaar beoordeeld.
Volgens het zoneringsplan van VMM wordt in het grootste deel van het plangebied het afvalwater
nu reeds afgevoerd naar een zuiveringsstation. Momenteel is in het gebied een gemengd
rioleringsstelsel aanwezig. Regenwater en afvalwater worden hierdoor samen afgevoerd. Dit
resulteert in een overbelasting van de riolering en legt een druk op het functioneren van RWZI’s
door te verdund afvalwater. In de toekomst moet het regenwater daarom via een gescheiden
rioleringsstelsel afgevoerd worden.
Voor het gebied dat nog is aangeduid als ‘collectief te optimaliseren buitengebied’ moet de
aansluiting op het zuiveringsstation nog gerealiseerd worden. Dit dient integraal met de inrichting
van het plangebied te gebeuren.
Langsheen de Leie is een collector van Aquafin nv gelegen. Hier wordt in het RUP echter een
bouwzone langs het water afgebakend, waarbinnen maximum 3 woontorens kunnen worden
ingeplant. Ondergrondse constructies kunnen in conflict zijn met de collector.
Op termijn moet het afvoeren van het afvalwater via een gescheiden stelsel gebeuren (enkel
afvalwater op de collector, geen hemelwater). Bij voorkeur valt de inrichting van het gebied samen
met deze omschakeling.
De volgende doelstellingen en acties uit het bekkenbeheersplan dienen meegenomen te worden,
minstens in het plan mogelijk gemaakt en mogen zeker niet gehypothekeerd worden:
de aanleg van collectoren, persleidingen, pompstations, prioritaire rioleringen en
aansluitingen;
de geplande saneringsprojecten van het Leiebekken;
verdere uitbouw van het riolerings- en collectorenstelsel.
De keuze van juiste inplanting van de woontorens is vrij, mits rekening wordt gehouden met de
aanwezigheid van de ondergrondse collector. Zoals hierboven reeds werd aangehaald, moet het
plan bijdragen aan het bouwvrij houden van de oeverstrook. Ook de collector van Aquafin kan als
randvoorwaarde beschouwd worden.