31.08.2013 Views

deel 1 planMER - Stad Kortrijk

deel 1 planMER - Stad Kortrijk

deel 1 planMER - Stad Kortrijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx<br />

250/346 04/006712<br />

De nodige aandacht dient geschonken te worden aan de voorgenomen bestemming (wijziging) op<br />

reeds vastgestelde bodemverontreiniging:<br />

Art. 38 van het bodemsaneringsdecreet: indien een beschrijvend bodemonderzoek werd<br />

uitgevoerd op deze grond kan een mogelijk andere bestemming impact hebben op de<br />

ernst van de bodemsanering/noodzaak tot sanering en urgentie.<br />

Art. 64 van het VLAREBO: indien het bestemmingstype van de grond in die zin wijzigt dat<br />

een lagere saneringsnorm van toepassing wordt, dient een nieuw oriënterend<br />

bodemonderzoek te worden uitgevoerd bij overdracht van de risicogrond.<br />

De toepassing van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO moet er voldoende voor zorgen dat<br />

er geen nieuwe bodemverontreiniging ontstaat, desgevallend via aan te voeren gronden, en ook<br />

dat reeds bestaande verontreiniging niet verspreid wordt.<br />

Bij de overdracht van gronden is altijd verplicht een bodemattest vereist, ook als het niet om een<br />

risicogrond gaat. Voor het verwerven van gronden op verdachte terreinen is bovendien een<br />

oriënterend bodemonderzoek noodzakelijk. Verdachte terreinen zijn gronden waarop een<br />

risicoactiviteit plaats heeft of plaats gehad heeft. Indien uit het onderzoek blijkt dat de bodem<br />

verontreinigd is, dan is een beschrijvend bodemonderzoek vereist. Dit beschrijvend<br />

bodemonderzoek zal aangeven of bodemsaneringswerken nodig zijn.<br />

Indien er momenteel een verontreiniging aanwezig is, maar er geen verspreidingsrisico bestaat,<br />

maar er wel handelingen gepland zijn die er voor kunnen zorgen dat er wel een verspreidingsrisico<br />

ontstaat, dan geldt de saneringsplicht.<br />

Waar grondverzet gebeurt of waar terreinen genivelleerd worden, zal een onderzoek voor<br />

grondverzet nodig zijn. Verontreinigde bodem kan eventueel hergebruikt worden als bodem, op<br />

voorwaarde dat de bodem voldoet aan de kwaliteitseisen overeenkomstig de bestemming waar de<br />

bodems gestort worden. Een bodemanalyse moet dit uitwijzen. Uitgegraven verontreinigde bodems<br />

die niet hergebruikt kunnen worden, dienen verwerkt te worden. Bodemvreemd materiaal (bv.<br />

stortmateriaal) kan hoe dan ook niet als bodem gebruikt worden.<br />

Indien bij de realisatie van het RUP de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO<br />

gevolgd worden, treden er geen negatieve effecten op ten aanzien van de bodem. De effecten zijn<br />

aldus verwaarloosbaar.<br />

Zettingen ten gevolge van bemaling<br />

De 3 woontorens bevinden zich in de alluviale vlakte van de rivier. Er wordt verwacht dat er zich<br />

veen in de omgeving bevindt. Deze stelling werd bevestigd door de boringen gevonden op DOV,<br />

waar sprake was van houtresten op een 6,0 m-mv. Veenbodems zijn gevoelig voor zettingen en<br />

inklinking. Op basis van de huidige informatie kunnen zonder het treffen van passende maatregelen<br />

significant negatieve effecten niet uitgesloten worden. Een studie met een hogere detailgraad is<br />

nodig om hier nadere uitspraken over te doen en om na te gaan welke maatregelen eventueel<br />

nodig zijn om significant negatieve effecten tegen te gaan.<br />

Om zettingen en inklinken van de omliggende veenlagen te vermijden, moet elke invloed van<br />

bemaling buiten de bouwput vermeden worden. Praktisch kan dit worden gerealiseerd door het<br />

storten van een onderwaterbeton vloer of door het voorzien van beschoeiingen tot in<br />

ondoorlatende lagen. Dit dient nader bekeken te worden in een stabiliteitsstudie op

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!