31.08.2013 Views

deel 1 planMER - Stad Kortrijk

deel 1 planMER - Stad Kortrijk

deel 1 planMER - Stad Kortrijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx<br />

243/346 04/006712<br />

Uit Tabel 9-14 blijkt dat de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 (40 µg/m³) in het nulalternatief<br />

nergens op de geselecteerde wegsegmenten overschreden wordt en dit ondanks het feit dat de<br />

verkeersintensiteit in het nulalternatief hoger is dan in de huidige situatie. De verbetering van de<br />

luchtkwaliteit wordt verklaard door enerzijds betere voertuig- en motortechnologie (en dus lagere<br />

emissiefactoren) en striktere normen op brandstofsamenstelling in het nulalternatief en anderzijds<br />

door een verbetering van de achtergrondluchtkwaliteit. Deze conclusie kan behouden blijven voor<br />

de geactualiseerde verkeersgegevens uit het stadsmodel 2012.<br />

De verkeersbijdrage varieert tussen 0,6 µg/m³ en 4,6 µg/m³. Dit komt overeen met respectievelijk<br />

1,5% en 11,5% van de norm. De hoogste verkeersbijdragen worden berekend voor de<br />

Burgemeester Vercruysselaan. Er worden nergens overschrijdingen van de uurgrenswaarde<br />

berekend. Ook bij doorrekening van de geactualiseerde verkeersgegevens uit het stadsmodel 2012<br />

blijken nergens overschrijdingen van de uurgrenswaarden voor te komen. De verkeersbijdrage is<br />

wel verhoogd omwille van het toegenomen pae’s ten opzichte van de originele cijfers, waardoor de<br />

immissiebijdrage oploopt tot 5 µg/m³ (in de Meensesteenweg), wat overeenkomt met 12,5% van de<br />

norm.<br />

Ook voor PM10 worden bij het nulalternatief geen overschrijdingen van de jaargrenswaarde<br />

vastgesteld, maar er worden wel voor al de geselecteerde wegsegmenten meer dan 35<br />

overschrijdingen van de daggrenswaarde berekend en dit tot op een afstand van 30 meter van de<br />

wegas. De verkeersbijdragen variëren tussen 0,1 en 0,7 µg/m³ terwijl de bijdragen in de huidige<br />

situatie varieerden tussen 0,1 en 1,7 µg/m³. Ook hier is dus de verbetering in voertuigtechnologie<br />

en motortechnologie duidelijk.<br />

Dit blijkt ook uit het aantal overschrijdingen van de daggrenswaarde van PM10. Die zijn in het<br />

nulalternatief beduidend lager dan in de huidige situatie: er worden 36 tot 43 overschrijdingen<br />

berekend voor het nulalternatief, terwijl er in de huidige situatie 62 tot 77 overschrijdingen van de<br />

daggrenswaarde berekend werden.<br />

De conclusie voor PM10 blijft ongewijzigd bij doorrekening van de geactualiseerde<br />

verkeersgegevens uit het stadsmodel 2012. De toename van voertuigen (pae”s) vertaalt zich voor<br />

PM10dus niet in hogere jaargemiddelden, noch in extra overschrijdingen van de daggrenswaarde<br />

van PM10. Zoals eerder vermeld worden deze overschrijdingen vooral veroorzaakt door de<br />

achergrond.<br />

Voor PM2,5 worden voor het nulalternatief geen overschrijdingen berekend van de grenswaarde van<br />

25 µg/m³ die geldt vanaf 1 januari 2015. De verkeersbijdragen variëren tussen 0,1 en 0,4 µg/m³<br />

terwijl de bijdragen voor de huidige situatie variëren tussen 0,1 en 1,3 µg/m³. Ook hier is dus de<br />

verbetering in voertuigtechnologie en motortechnologie duidelijk. Net zoals voor PM10 blijft deze<br />

conclusie behouden bij de geactualiseerde verkeersgegevens uit het stadsmodel 2012.<br />

Ook voor benzeen worden bij het nulalternatief geen overschrijding vastgesteld van de<br />

jaargemiddelde grenswaarde (5 µg/m³). De verkeersbijdragen variëren in het nulalternatief tussen<br />

0,02 en 0,16 µg/m³ terwijl de bijdragen in de huidige situatie tussen 0,13 en 2,28 µg/m³ varieerden.<br />

Ook bij doorrekening van de geactualiseerde verkeersgegevens uit het stadsmodel 2012 worden<br />

geen overschrijdingen van de norm berekend voor benzeen.<br />

9.1.2.3.3 Emissies gebouwenverwarming<br />

Er zijn geen gegevens die aanwijzen dat er binnen het studiegebied autonome ontwikkelingen<br />

gepland zijn, die ertoe zouden kunnen leiden dat er extra woningen en/of kantoor/handelsruimten<br />

zouden komen, waardoor de emissies van gebouwenverwarming zouden wijzigen ten opzichte van<br />

de huidige situatie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!