deel 1 planMER - Stad Kortrijk

9.1.2.2 Mogelijke effecten bij realisatie van het plan
6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
229/346 04/006712
In voorliggend plan wordt één planalternatief bestudeerd, dat in onderstaande paragrafen
vergeleken wordt met zowel de huidige situatie als met het nulalternatief (situatie in 2020 zonder
ontwikkeling van het plan). In het plan worden volgende uitbreidingen voorzien naar woningbouw,
handel en kantoren:
o In het gebied Entrepot (ten westen van de R36):
o inplanting van een nieuw politiekantoor
o Invulling van voormalige goederenloods in functie van semipublieke functies
(4400 m²) en handel of horeca (1600 m²)
o bouwvolumes langs de Leie: 3 woontorens van elk 8 bouwlagen en
parkwoningen (3 bouwblokken van elk 4 bouwlagen)
o Magdalenawijk: 44 woongelegenheden en 1350 m² handel.
o In het gebied Gerechtsgebouw (ten oosten van de R36):
o Bouwblok Havenkaai: 60 woningen en 2800 m² handel;
o Bouwblok Meersstraat – Blekersstraat: 32 woningen en / of kantoren en 1680 m²
handel;
o Gerechtsgebouw: 15000 m² kantoren;
o Bouwblok aan de Kluif: 1200 m² handel en 3600 m² kantoren.
Verder zijn er wijzigingen voorzien in de parkeergelegenheden, wat ook effecten zal hebben op de
verkeerssituatie.
9.1.2.2.1 Effecten tijdens de werken
De effecten tijdens de aanlegfase zullen voornamelijk te relateren zijn aan de bouwwerken die
nodig zijn voor de opbouw van de voorziene woningen, kantoren en handelsruimten. Om deze
effecten kwantitatief door te rekenen zijn onvoldoende gegevens beschikbaar (vb. aan te voeren
hoeveelheden grondstoffen, grondverzet, etc.). Wel kunnen een aantal ingrepen besproken
worden, waarvan kan uitgegaan worden dat ze tot extra emissies zullen leiden en dus een impact
zullen hebben op de luchtkwaliteit binnen het plangebied. Volgende ingrepen worden hierbij
onderscheiden:
aanleg werfzones
afgraven en afvoer gronden
aanvoer bouwmaterialen (transport werfverkeer)
bouw van nieuwe woningen, kantoren en handelsruimten
De te verwachten effecten tijdens de aanlegfase zijn dus vooral terug te brengen tot effecten ten
gevolge van de aanwezigheid van zwaar vrachtverkeer en machines die ingezet zullen worden bij
de werkzaamheden. Het betreft uitlaatgassen en opwaaiend en neervallend stof.
De omvang van de emissies en de verspreiding ervan in het studiegebied hangen af van een groot
aantal parameters, zoals windsnelheid, weersomstandigheden, werkwijze, snelheid van voertuigen,
enz.
Gezien de problematiek betreffende stofemissies en mogelijke stofhinder en het feit dat emissies
en het opwaaien van stof zo sterk mogelijk dienen beperkt te worden, wordt ten aanzien van deze
fase vooral de nadruk gelegd op milderende maatregelen en (zie § 9.1.2.5).