deel 1 planMER - Stad Kortrijk

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
218/346 04/006712
Om een ruwe schatting van het effect van de nieuwe gegevens uit het stadsmodel 2012 te bepalen,
werden volgende berekeningen gemaakt:
effect van project op basis van oude data:: 10*log (verkeersintensiteiten 2020 MET plan/
verkeersintensiteiten 2020 zonder plan)
effect van project op basis van nieuwe data uit het stadsmodel 2012: 10*log
(verkeersintensiteiten 2020 MET plan/ verkeersintensiteiten 2020 zonder plan))
het verschil tussen effect van project op basis van nieuwe data (stadsmodel 2012) en effect
van project op basis van oude data
Voor de R36 ten N en ten Z van ontsluitingsweg en de Vlaskaai was het verschil tussen het effect
obv oude en nieuwe data < 0,1 dB(A) waardoor voor de meeste meetpunten de voorgaande
besluiten kunnen overgenomen worden.
Ter hoogte van de Meersstraat (nabij MP6) werd er wel een effect verondersteld van ca. 1,3 dB(A)
tussen het effect van het plan obv oude en nieuwe data. Er dient wel opgemerkt te worden dat voor
deze ruwe schatting enkel rekening gehouden werd met de verschillen in verkeersintensiteiten in
de Meersstraat. Ook andere geluidsbronnen zullen ter hoogte van MP6 meedragen tot het geluid,
maar deze kunnen zonder geluidsmodel niet in rekening gebracht worden. In een worst case
situatie zal in Tabel 9-3 de kolom met de ‘vergelijking geplande toestand (2020) en geïntegreerd
ontwikkelingsscenario (2020)’ 22 ’ nog vermeerderd moeten worden met die veronderstelde 1,3
dB(A) waardoor er dan ter hoogte van MP6 een significant negatief effect aanwezig is ipv een matig
negatief effect.
Naar gezondheid toe blijkt dat de wijzigingen in gemodelleerde dB(A)’s voor de meeste
toetsingspunten niet leiden tot een wijziging van de hinder. Zoals hierboven vermeld zijn de
wijzigingen van het verkeersgeluid voor de meeste punten kleiner of gelijk aan 1 dB(A) wanneer de
geplande situatie vergeleken wordt met het nulalternatief (ontwikkelingsscenario 2020). Deze
wijzigingen leiden voor meetpunten MP1, 4, 6, 8, 10, 11, 12 en 13 niet tot een toename of afname
van de hinder en/of vermeerdering of vermindering van de verstoring van de slaap. Hierbij dient wel
opgemerkt te worden dat in het nulalternatief (ontwikkelingsscenario 2020) enkel meetpunten 10 en
13 zicht ter hoogte van bebouwing bevinden. In de plansituatie komen er nieuwe gebouwen ter
hoogte van meetpunten 1 en 4, waardoor er in de plansituatie meer gehinderden zullen zijn dan in
het nulalternatief (ontwikkelingsscenario 2020).
In de plansituatie is er ter hoogte van MPa7 enkel tijdens de dagperiode matige hinder (LAeq,dag > 50
dB(A), terwijl er in het nulalternatief (ontwikkelingsscenario 2020) zowel voor de dag als voor de
avond matige hinder berekend wordt. Ter hoogte van dit meetpunt bevindt er zich echter geen
bebouwing.
In MPa9 (gelegen bij bebouwing) is de berekende LAeq,dag-waarde voor de geplande situatie hoger
dan 55 dB(A) en is er dus sprake van ernstige hinder tijdens de dag, terwijl er in het nulalternatief
(ontwikkelingsscenario 2020) in dit meetpunt overdag matige hinder voorzien wordt. Hierbij dient
opgemerkt te worden dat de LAeq-waarden slechts 0,9 dB(A) verschillen tussen beide situaties.
De gemodelleerde LAeq,avond-waarden geven zowel in het nulalternatief (ontwikkelingsscenario
2020) als bij de geplande toestand aanleiding tot matige hinder.
22 Het geïntegreerd ontwikkelingsscenario = ontwikkelingsscenario 2020 = nulalternatief