deel 1 planMER - Stad Kortrijk

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
171/346 04/006712
Het aanbod van 500 plaatsen overstijgt de vraag. De vraag wordt geraamd op ca 300
parkeerplaatsen. Een overaanbod zal aanleiding geven tot hoger wagengebruik en dus
een hogere verkeersgeneratie, ten nadele van het openbaar vervoer en de fiets.
Het aanbod van 500 plaatsen ondermijnt tevens het principe van park –en ride uit het
parkeerbeleidsplan. De huidige park-and-ride functioneert niet naar behoren door een
combinatie van factoren, waaronder het ruim aanbod aan gratis en goedkoop parkeren in
en rond de binnenstad. Dit dient vermeden te worden.
De beperking van het aantal parkeerplaatsen zorgt er tevens voor dat de rotonde Beheersstraat
beter zal functioneren. Door de actualisatie van de doorrekening werden kritische waarden bereikt
(worst-case verdeling van de stromen). Door beperking van het parkeeraanbod zal de doorstroming
ter hoogte van dit punt verbeteren (kritische waarden worden niet meer bereikt).
8.3.4 Sensitiviteitstoets
8.3.4.1 Woningen
Tijdens de uitvoering van de MOBER worden op verschillende plaatsen veronderstellingen
gemaakt, over het aantal verplaatsingen per persoon, over de vervoerswijzekeuze, over de impact
van maatregelen op de vervoerswijzekeuze, herkomst en bestemming van het verkeer, ... Met een
sensitiviteitstoets wordt aangegeven welke de gevolgen kunnen zijn van de variaties in deze
aannames (bv. andere verdeling spits-dal, andere verdeling van herkomst van het verkeer).
Bedoeling is om na te gaan of variaties in de aannames aanleiding geven tot andere resultaten
(netwerkbelastingen, andere routes, ...) die andere maatregelen vragen 20 ..
Aangezien de routekeuze bepaald werd via het multimodaal model wordt de focus gelegd op de
modal split of op de gebruikte kengetallen.
Er wordt aangenomen dat er ongeveer 290 woningen gerealiseerd worden.
Volgende variaties worden onderzocht:
Er wordt meer aan autosolisme gedaan
Het aandeel openbaar vervoer is momenteel vrij laag ingeschat, rekening houdend met
de aanwezigheid van het station. Hier wordt geen variatie in aangenomen.
Het aandeel fietsers- en voetgangers wordt verlaagd, opnieuw ten voordele van de auto.
Aanname mober
Modal split woning
gerelateerde verplaatsingen
(OVG, naar verwezen in
Richtlijnenboek
mobiliteitseffectenstudies)
autobestuurder 44% 60%
passagier 18% 9%
OV 4% 4%
Variatie in deze
aanname
20 Richtlijnenhandboek Mobiliteitseffectenstudies, mobiliteitstoets en MOBER, Departement Mobiliteit en
Openbare Werken.