deel 1 planMER - Stad Kortrijk

6712_plan-mer-31juli2012-definitieve_versie.docx
139/346 04/006712
Door de kantoren 12 . (ca 4500 m²) zou er een verkeersgeneratie zijn van ca 27 motorvoertuigen in
de ochtendspits en ca 24 motorvoertuigen in de avondspits
Aantal motorvoertuig-
bewegingen
8.2.1.5.2 Handel
Hiertoe werd volgende modal split gehanteerd:
08.00-09.00 17.00-18.00 07.00-19.00 19.00-23.00 23.00-07.00
27 24 248 14 8
aandeel motor 2%
aandeel te voet 3%
aandeel fiets 15%
OV 18%
carpool 2%
autobestuurder 60%
Deze modal split werd berekend op basis van de thesis “van den Berg, M. (2009) De
mobiliteitsgenererende werking van bedrijfslocaties. K.U.Leuven 13”.
Op de gelijkvloerse verdieping wordt handel voorzien. (1350 m²). Er wordt aangenomen dat het
gaat om horeca (worst – case – scenario) 14 . Ten gevolge van de horeca wordt uitgegaan van
volgende verkeersgeneratie:
12 C.R.O.W. publicatie 256, aanname: centrurmlocatie, zakelijk: 6 motorvoertuigbewegingen per 100m2
brutovloeroppervlak, 10 % in ochtendspits, 9% in avondspits.
13 In deze thesis wordt een methodiek aangereikt om de mobiliteitsgenererende werking van een toekomstige
bedrijfslocatie in Vlaanderen of Brussel te voorspellen. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van informatie over het
soort bedrijven, en over de locatie waar men deze bedrijven wil gaan ontwikkelen. Hoewel
werknemerskenmerken (woonlocatie, leeftijd, functie, autobezit.. ) een belangrijke rol zullen spelen in de
personenmobiliteit wordt hiermee geen rekening gehouden, omdat de meeste kenmerken van toekomstige
werknemers zeer moeilijk te voorspellen zijn. De benadering die op deze manier bekomen wordt zal de
gemiddelde trend vrij goed weergeven, maar er zijn echter variaties mogelijk doordat geen rekening gehouden
wordt met de werknemerskenmerken.
Het model is gebaseerd op gegevens die werden ingevuld door bedrijven voor de diagnostiek woon-
werkverkeer van 2005. De gegevens van de NMBS dateren van 2009, gegevens van De Lijn zijn van De Lijn
verkregen en dateren uit 2008 of 2009. De gegevens van De Lijn zijn gebaseerd op het aanbod voor een
dinsdag. De aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer houdt enkel rekening met het aanbod tijdens de
ochtendspits (6.45-9.15), omdat de overige perioden minder belangrijk zijn voor woon-werkverplaatsingen en
verondersteld wordt dat het aanbod in de avondspits gelijkaardig is maar omgekeerd. Het model is gebaseerd
op kantoren, omdat die op diverse locaties voorkomen. Voor industrie/logistiek waren er te weinig bedrijven in
stedelijke gebieden gevestigd (in de buurt van grote stations) om een betrouwbaar model op te stellen.
14 C.R.O.W. publicatie 256: horeca: gemiddeld 81 motorvoertuigen per 100m2 verkoopsvloeroppervlakte per
werkdagetmaal., 3% tijdens ochtendspits, 8% tijdens avondspits.