31.08.2013 Views

Prof. dr. ir. Lóri Tavasszy: 'Goederenvervoer: verre vriend of ... - TNO

Prof. dr. ir. Lóri Tavasszy: 'Goederenvervoer: verre vriend of ... - TNO

Prof. dr. ir. Lóri Tavasszy: 'Goederenvervoer: verre vriend of ... - TNO

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Foto: Witho Worms<br />

<strong>Pr<strong>of</strong></strong>. <strong>dr</strong>. <strong>ir</strong>.<br />

<strong>Lóri</strong> <strong>Tavasszy</strong>:<br />

12 <strong>TNO</strong> magazine juni 2006 <strong>TNO</strong> Bouw en Ondergrond


‘Goederenvervoer:<br />

<strong>verre</strong> <strong>vriend</strong><br />

<strong>of</strong> goede<br />

buur?’<br />

Personalia<br />

Werkzaam als: teamtrekker Mobiliteit en Infrastructuur<br />

bij de businessunit Mobiliteit<br />

en Logistiek, <strong>TNO</strong> Bouw en Ondergrond,<br />

Delft<br />

Geboren op: 5 oktober 1967 in Hasselt<br />

(België)<br />

Opgegroeid in: Kermt (bij Hasselt) en elders;<br />

vanaf 11 jaar: Den Haag<br />

Eindexamen: 1985: VWO, Aloysius College,<br />

Den Haag<br />

Studie: 1985-1991: verkeerskunde, Technische<br />

Universiteit Delft.<br />

Promotie: 1991-1996: onderzoek naar de<br />

toename van het goederenvervoer bij de<br />

voortschrijdende integratie van Europese<br />

landen; Technische Universiteit Delft<br />

Bij <strong>TNO</strong> in dienst: april 1996<br />

Hoogleraar: sinds 15 december 2005 bijzonder<br />

hoogleraar Goederenvervoer en<br />

Ruimtelijk-economische ontwikkeling,<br />

faculteit Managementwetenschappen,<br />

Radboud Universiteit, Nijmegen<br />

Burgerlijke staat: op 9 juni 1995 gehuwd<br />

met Annet <strong>Tavasszy</strong>-Westerhuis (is kinderverpleegkundige,<br />

gaat weer aan ’t<br />

werk als de kinderen groter zijn)<br />

Kinderen: Matthias (9), Louise (7),<br />

Esther (5)<br />

Hobby’s: tennis, zeilen, ‘de motor’ en<br />

‘Hongarije’.<br />

lori.tavasszy@tno.nl<br />

‘Denkend aan Holland zie ik brede<br />

blokkendozen koud in oneindig<br />

braakland staan. Zo had het vers<br />

van Marsman nu kunnen luiden<br />

als je denkt aan die uitdijende,<br />

lelijke be<strong>dr</strong>ijvenparken en distributiecentra<br />

langs de snelwegen. Het<br />

kan ánders, maar er is een grote<br />

bloedarmoede aan kennis op het<br />

gebied van goederenvervoer en<br />

mobiliteit.’<br />

Na de revolutie van 1956 zijn de ouders<br />

van <strong>Lóri</strong> <strong>Tavasszy</strong> uit Hongarije naar<br />

Nederland gevlucht en Nederlands<br />

staatsburger geworden. Vader <strong>Tavasszy</strong> was<br />

als ingenieur eerst in dienst van een Belgisch<br />

en later van een Amerikaans ingenieursbureau.<br />

Het gezin reisde aanvankelijk mee naar<br />

de continenten, waar pa werkte aan projecten<br />

die met havens en wegenbouw te maken hadden.<br />

Hun ‘uitvalsbasis’ was het dorp Kermt bij<br />

Hasselt in België. <strong>Lóri</strong> is met zijn twee-eiige<br />

tweelingbroer Attila bij onze zuiderburen geboren;<br />

zijn zus in Algerije. Eigenlijk heeft het<br />

gezin in totaal maar zo’n <strong>dr</strong>ie jaar in het Belgische<br />

dorp gewoond. Toen <strong>Lóri</strong> <strong>Tavasszy</strong> elf<br />

was, verhuisden ze definitief naar Den Haag.<br />

Je kwam als Vlaams sprekend jongetje naar Den<br />

Haag.<br />

‘Ja, dat was even schrikken... vanuit een klein<br />

dorp in België naar de wereldstad Den Haag.<br />

Met de taal had ik geen moeite: binnen <strong>dr</strong>ie<br />

maanden sprak ik Nederlands, want de verschillen<br />

zijn klein.’<br />

Voelde je je door dat vele reizen niet onthecht?<br />

‘Nee, want de Hongaarse taal was ons bindend<br />

element. Tot mijn zesde sprak ik alleen Hongaars<br />

en daarna ben ik pas Vlaams en later Nederlands<br />

gaan praten. In het buitenland spraken<br />

we Engels. Ik spreek trouwens nog steeds<br />

Hongaars met mijn ouders. Het lukte ons om<br />

snel te integreren in een nieuwe woonomgeving.<br />

Nederland vond ik aanvankelijk een raar<br />

land – met kinderen die zeurden over hagelslag<br />

op brood en telkens om zes uur ’s avonds<br />

moesten eten. En ik moest altijd afspraken maken<br />

om bij <strong>vriend</strong>jes op bezoek te komen.’<br />

Je bent in de voetsporen van je vader getreden<br />

met jouw studie verkeerskunde.<br />

‘Ik vond vooral het internationale karakter van<br />

z’n werk leuk, maar toch is er tussen zijn en<br />

mijn vak een wereld van verschil; het heeft<br />

zich sterk ontwikkeld. Bovendien trok me<br />

vooral de beleids- en maatschappijgerichte<br />

kant. Zo heb ik naast mijn studie ook meegelopen<br />

bij de opbouw van de faculteit “Technische<br />

Bestuurskunde” in Delft.’<br />

Je bent in Delft ook gepromoveerd. Waarop?<br />

‘Mijn promotieonderzoek had te maken met<br />

de groei van het goederenvervoer: toenemende<br />

economische integratie tussen de landen<br />

van de Europese Unie zorgt voor groei, was de<br />

verwachting. Natuurlijk heb ik eerst de goederenstromen<br />

van toen – half jaren negentig<br />

– in kaart gebracht en proberen te vatten in<br />

de afstand tussen de landen. Als een fabriek<br />

in Limburg de keuze had tussen grondst<strong>of</strong>fen<br />

importeren uit Aken, net over de grens, <strong>of</strong><br />

uit Groningen, dan kwamen ze bij voorkeur<br />

uit Groningen. Dat is de betekenis van die<br />

afstand. Zo kon je tussen Nederland en Duitsland<br />

nog een afstand van 400 km erbij tellen.<br />

Dat is veranderd en zeker in de grensstreek. Je<br />

ziet nu dat die integratie echt een geweldige<br />

impact heeft, want de grootste stijging in<br />

het Europese goederenvervoer is juist tussen<br />

landen.’<br />

Na jouw promotie ben je bij <strong>TNO</strong> in Delft gekomen.<br />

‘Nee, ik zat in april al bij <strong>TNO</strong> en ik ben in het<br />

najaar van 1996 gepromoveerd. Ik kreeg de<br />

mooiste klus die ik me maar kon bedenken:<br />

werken aan SMILE, een innovatief prognosemodel<br />

voor het goederenvervoer. Je kunt<br />

daarmee een beeld krijgen over hoe zich in<br />

twintig <strong>of</strong> dertig jaar de goederenstromen<br />

gaan ontwikkelen. Als we willen investeren in<br />

een Betuwelijn <strong>of</strong> in een haven, dan moeten<br />

we weten hoeveel ruimte we daarvoor nodig<br />

hebben. Dat kun je via dit model bepalen. Het<br />

is een simulatiemodel, gekoppeld aan een<br />

enorme database van de transportstromen en<br />

de logistieke dienstverlening in de wereld en<br />

in Nederland. Zie het als een kast met allerlei<br />

vakjes en laden waarin allemaal kennis zit<br />

over hoe de sector werkt. Die kennis proberen<br />

we aan elkaar te knopen tot een beeld van in<br />

welk jaar welke goederen met welk vervoerssysteem<br />

naar welke plek getransporteerd<br />

worden.’<br />

Ook over de Betuwelijn?<br />

‘Tja... (lachje)... nou, als strategische reserve<br />

vind ik het een goede slag. Maar met wat we<br />

nu weten, zal het geen rendabel verhaal worden.<br />

Een collega van me noemde de Betuwelijn<br />

de beste beslissing die het ministerie van<br />

Verkeer en Waterstaat ooit heeft genomen.<br />

<strong>TNO</strong> Bouw en Ondergrond <strong>TNO</strong> magazine juni 2006 13


Dat kun je op twee manieren uitleggen: het ministerie<br />

neemt alleen maar slechte beslissingen<br />

óf het heeft een zeer vooruitziende blik... Terug<br />

naar, zeg maar, SMILE-scenario’s... – we hebben<br />

ook scenario’s gemaakt voor andere landen.<br />

Dit project is een continue bron van werk<br />

geweest: we hebben nogal wat avontuurtjes<br />

gehad in Duitsland, Zweden, Hongarije, Engeland,<br />

Amerika en zelfs Zuid-Afrika. Inmiddels is<br />

de aanpak van SMILE overgenomen door Engeland,<br />

Zweden en Amerika. Naast SMILE heb ik<br />

natuurlijk ook andere projecten gedaan, vooral<br />

Europese projecten. En ik ben ook steeds meer<br />

managementtaken op me gaan nemen, maar<br />

sinds ik benoemd ben tot bijzonder hoogleraar<br />

in Nijmegen heb ik die taken wat anders ingericht.’<br />

Wilde je niet helemaal overstappen?<br />

‘Nee, de combinatie van <strong>TNO</strong> en universiteit<br />

vind ik juist heel mooi. Er wordt te weinig vrij<br />

gedacht. We zitten vastgeroest in een bepaald<br />

patroon van de inrichting van onze ruimte.<br />

Bij overheden is er een enorme kennisachterstand<br />

op het gebied van goederenverkeer.<br />

Geen enkele universiteit is hier nog mee bezig.<br />

Bovendien is vaak de academische wereld net<br />

iets te fundamenteel en te weinig praktisch.<br />

<strong>TNO</strong> is dan de plek waar je met eigen middelen<br />

hiernaar onderzoek kunt doen <strong>of</strong> dat kunt sti-<br />

Favoriet project<br />

Be<strong>dr</strong>ijfsterreinen schieten nog steeds als<br />

paddenstoelen uit de grond. <strong>Lóri</strong> <strong>Tavasszy</strong>:<br />

‘Je wilt niet weten hoeveel ellende zo’n be<strong>dr</strong>ijventerrein<br />

met zich meebrengt: geluidsoverlast,<br />

luchtverontreiniging, stank, trillingen,<br />

files en onveilige verkeerssituaties.<br />

Men wil dat letterlijk niet weten, iedereen<br />

houdt de vuile was over vrachtwagentransport<br />

het liefst binnen. Na een klein project,<br />

tussen 2002 en 2003, kregen we een jaar<br />

later de op<strong>dr</strong>acht dit onderzoek in het groot<br />

te doen. We hebben toen tienduizend be<strong>dr</strong>ijven<br />

benaderd en met de vergaarde informatie<br />

kregen we een van de grootste databases<br />

op dit gebied in Europa. Op basis van<br />

ons onderzoek is een aantal boekjes verschenen<br />

waarmee gemeenten nu goed kunnen<br />

inschatten wat voor problemen vrachtverkeer<br />

met zich meebrengt als een bepaald<br />

be<strong>dr</strong>ijf zich binnen de gemeentegrenzen vestigt.<br />

Onze bevindingen zijn beschikbaar voor<br />

honderden gemeenten en worden inmiddels<br />

door veel van hen toegepast.’<br />

muleren. Toch zijn er grenzen aan wat je bij<br />

<strong>TNO</strong> kunt doen; je moet een groot deel van de<br />

financiering uit de markt halen. Terecht overigens,<br />

maar ik wil ook wat meer algemener<br />

onderzoek doen op het gebied van goederenverkeer.<br />

Er is geen armoede aan consultancy<br />

over belangrijke onderwerpen, want er wordt<br />

al snel iets geroepen; maar de echte kennis<br />

ontbreekt. In Nijmegen zitten planologen en<br />

economen bij elkaar en dat is vrij uniek voor<br />

ons land. Ze doen al onderzoek aan personenvervoer,<br />

daar komt goederenvervoer nu bij.’<br />

Wat is de belangrijkste uitdaging in jouw onderzoek?<br />

‘Ik wil helder krijgen, wat de toekomstige<br />

ontwikkeling is in het vrachtverkeer. En ik wil<br />

burgers en overheid handvatten geven om zo<br />

goed mogelijk gebruik te maken van alle plussen<br />

en minnen. Denk aan bijvoorbeeld files,<br />

milieu en veiligheid. Goederenvervoer is van<br />

belang voor onze economie, maar die economie<br />

is ver weg. Iedereen wordt er beter van,<br />

zegt men, maar eigenlijk heb je er in jouw<br />

buurt alleen maar last van. Vandaar mijn<br />

slogan: “goederenvervoer: een <strong>verre</strong> <strong>vriend</strong><br />

<strong>of</strong> goede buur?” Daarom ligt – denk ik – de<br />

belangrijkste uitdaging in het snappen hoe<br />

logistieke processen en verandering daarin<br />

plaats vinden, zodat je het goederenvervoer<br />

kunt begrijpen, en wellicht beïnvloeden. Er<br />

is gebrek aan kennis en veel onzekerheid in<br />

de toekomstprognoses. Een andere vraag is:<br />

waar zal die groei plaats vinden: in de Randstad,<br />

buitengebieden, havens <strong>of</strong> misschien<br />

geconcentreerd op een aantal corridors? Als<br />

die groei meer geconcentreerd plaats gaat vinden,<br />

krijg je te maken met bijvoorbeeld twee<br />

maal zoveel vrachtverkeer op een normale<br />

weg dan dat je had verwacht. Daar moet je<br />

expliciet beleid op formuleren. Een goede samenwerking<br />

tussen overheden, be<strong>dr</strong>ijfsleven,<br />

<strong>TNO</strong> en universiteiten is essentieel.’<br />

Heb je een voorbeeld?<br />

‘Een mooi project waaraan wij werken, bevindt<br />

zich in Transumo, een BSIK-programma<br />

voor duurzame mobiliteit (BSIK: Besluit Subsidies<br />

Investeringen Kennisinfrastructuur; red.).<br />

<strong>Pr<strong>of</strong></strong>. <strong>dr</strong>. <strong>ir</strong>. <strong>Lóri</strong> <strong>Tavasszy</strong>:<br />

‘Met wat we nu weten,<br />

zal de Betuwelijn geen rendabel<br />

verhaal worden’<br />

De Erasmus Universiteit Rotterdam trekt dit<br />

project en <strong>TNO</strong> vult de proceskant in. Centraal<br />

staat de problematiek van de Maasvlaktecorridor.<br />

Wat moet je doen als de Tweede Maasvlakte<br />

is aangelegd en het vrachtverkeer rijst de<br />

pan uit? Overheid, be<strong>dr</strong>ijfsleven, havenbe<strong>dr</strong>ijf<br />

en gemeente zien het al aankomen en hebben<br />

met ons een regionale coalitie gevormd. Dit<br />

project wordt ook een proeftuin genoemd, omdat<br />

we allerlei slimme dingen, die al bedacht<br />

zijn, in dit project willen inbrengen. Zo zie je<br />

bijvoorbeeld dat in Europa distributiebe<strong>dr</strong>ijven<br />

worden verplaatst en dat be<strong>dr</strong>ijven tegelijkertijd<br />

naast het wegtransport gebruik gaan<br />

maken van zeevaart, luchtvaart en eventueel<br />

de trein. Op die manier krijg je een mooie combinatie<br />

van hogere servicekwaliteit en lagere<br />

vervoerskosten. Deze nieuwe concepten in de<br />

logistiek hebben een enorme impact op hoe<br />

ons wegennet <strong>of</strong> onze havens belast worden.<br />

Dit is een trend van de komende tien jaar en op<br />

de top hiervan surfen we mee.’<br />

Wat is je belangrijkste punt van zorg?<br />

‘Ik ben bang dat de omgang met problemen<br />

rond het goederenvervoer en ruimtelijk-economische<br />

ontwikkeling te veel blijft steken in<br />

holle kretologie. Zowel de universiteiten, de<br />

planbureaus als <strong>TNO</strong> doen waardevol werk,<br />

maar <strong>dr</strong>ingen niet door tot de overheid en de<br />

politiek. De broodnodige innovatieve kennis<br />

die wordt toegepast, komt nu vooral vandaan<br />

bij de consultants, de ingenieurbureaus en de<br />

universiteiten. Ik vind dat <strong>TNO</strong> weer een belangrijke,<br />

integrerende taak moet krijgen, maar<br />

ik ben bang dat we nog te veel gefragmenteerd<br />

en te kleinschalig bezig zijn. Het is misschien<br />

wel paradoxaal dat ik nu juist de universiteit<br />

intrek, maar ik merk dat zij echt innovatief<br />

bezig zijn op integrerende, gebiedsgerichte<br />

problematiek.’<br />

Als je dit beroep niet had gehad wat zou je dan<br />

gedaan hebben?<br />

‘Wellicht zou ik iets gedaan hebben in de architectuur<br />

<strong>of</strong> stedenbouw, want ik heb veel bewondering<br />

voor dit soort creatieve vakken.’<br />

Dik Binnendijk<br />

14 <strong>TNO</strong> magazine juni 2006 <strong>TNO</strong> Bouw en Ondergrond

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!