aansturing piëzo verstuivers - Timloto
aansturing piëzo verstuivers - Timloto
aansturing piëzo verstuivers - Timloto
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Piëzo injectoren bij common-rail Diesel motoren (Siemens)<br />
Het <strong>piëzo</strong>-effect<br />
Zoals bekend kan door het aanleggen van een spannning op een <strong>piëzo</strong>-element<br />
een lengte-verandering van het materiaal worden verkregen. Afhankelijk van<br />
de polariteit kan het materiaal korter of langer worden. De lengte-verandering<br />
is echter zeer klein. Ook heeft het <strong>piëzo</strong>kristal een zekere capaciteit waardoor<br />
het zich tevens als een condensator gedraagt. Bij het <strong>piëzo</strong>-element van de<br />
Siemens/Bosch injector maakt men gebruik van 300 <strong>piëzo</strong>-lagen met een dikte<br />
van 0,1 mm. Dit 3 cm dikke <strong>piëzo</strong>-element geeft slechts een lengteverandering<br />
van 0,08 mm. Een hefboomwerking in de injector verdubbelt de slag naar<br />
0,16 mm. Piëzo-gestuurde ventielen werken ongeveer 4 x zo snel als de elektromagnetische.<br />
De inspuitdrukken zijn momenteel ongeveer 1300 bar en de nabije<br />
toekomst kan dit oplopen tot 2000 bar. Acht-gats<strong>verstuivers</strong> met een gatdiameter<br />
van 0,09 mm kunnen worden toegepast.<br />
De <strong>aansturing</strong>. (theoretisch)<br />
Door de capacitieve eigenschap is voor de opening van de injector een korte<br />
stroomstoot nodig. (De condensator wordt geladen). Om de injector geopend<br />
te houden moet de aangelegde spanning uiteraard gehandhaafd blijven. Om<br />
snel te kunnen sluiten moet de condensator worden ontladen en kan/moet de<br />
spanningsrichting worden omgekeerd.<br />
De schakeling<br />
Er wordt gebruik o.a gemaakt van 3 transistoren en een condensator C1.<br />
De transistoren zijn hier als schakelaars afgebeeld.(in geleiding=gesloten, gesperd=geopend)<br />
In de rusttoestand zijn de transistoren T1 t/m T3 gesperd<br />
(geopend) De parallel-weerstand R2 zorgt ervoor dat een eventuele restlading<br />
kan wegoscilleren. Fig. 1<br />
T1<br />
C1<br />
Fig. 1 De rusttoestand van de schakeling<br />
T2<br />
R1<br />
T3<br />
Injector<br />
C2<br />
R2<br />
1
Voor het inspuiten sluiten de tranistoren T1 en T3 waardoor een laadstroom<br />
van ongeveer 7 A ontstaat. De aanlegspanning van 70 Volt wordt<br />
door de capaciteit van het <strong>piëzo</strong>-element verdubbeld tot ongeveer 140 V. De<br />
injectornaald wordt geopend. Fig. 2<br />
T1<br />
7A<br />
C1<br />
T2<br />
R1<br />
T3<br />
Injector<br />
140 V<br />
Injector<br />
gesloten Injector open<br />
200 us<br />
Fig. 2 Een laadstroom ontstaat wanneer T1 en T3 in geleiding gaan. De<br />
injectornaald wordt geopend.<br />
Zodra de condensatoren C1 en C2 (C2 = capaciteit van het <strong>piëzo</strong>-element)<br />
opgeladen zijn spert (opent) de transistor T1, terwijl T2 geopend blijft.<br />
De spanning over de condensatoren blijft gehandhaafd en de injector blijft<br />
geopend. Fig. 3<br />
T1<br />
7A<br />
C1<br />
−<br />
T2<br />
R1<br />
T3<br />
t<br />
Injector<br />
Injector<br />
gesloten Injector open<br />
200 us<br />
140 V<br />
Fig. 3 T1 en T2 geopend. Injectornaald blijft geopend.<br />
t<br />
C2<br />
C2<br />
R2<br />
R2<br />
2
De parallel-weerstand van 200kΩ speelt gedurende de korte inspuittijd een verwaarloosbare<br />
rol. Voor het snel sluiten van de naald wordt de transistor 2 gesloten<br />
(T1=geopend, T2 en T3 gesloten) waardoor beide condensatoren ontladen<br />
en waardoor de stroom in omgekeerde richting door het pizo-element vloeit. Fig.<br />
4 Vervolgens openen T2 en T3 waardoor alle transistoren geopend zijn en de<br />
beginsituatie weer is bereikt.<br />
7A<br />
T1<br />
Injector<br />
gesloten<br />
200 us<br />
140 V<br />
C1<br />
T2<br />
Injector open<br />
t<br />
R1<br />
T3<br />
Injector<br />
C2<br />
R2<br />
Injector<br />
gesloten<br />
Fig. 4 Door het sluiten van T2 worden de condensatoren ontladen en sluit de<br />
injectornaald.<br />
3
Het spannings- en stroomverloop kan men met behulp van een oscilloscoop<br />
zichtbaar maken. Fig. 5<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
inspuittijd<br />
spanning<br />
t<br />
t<br />
stroom<br />
Fig. 5 Het spannings- en stroomverloop van een <strong>piëzo</strong>-injector<br />
Copyright (c) 2002 by Ep Gernaat. This material may be distributed only to the terms and con-<br />
ditions set forth in the Open Publication License, v1.0 or later.The latest version is presently<br />
available at:http://www.opencontent .org/openpub/<br />
4