Startwin - Tel Sell

30-01-08
STAR TWIN
www.startwin.tv
STARTWIN
Gebrauchsanleitung
Doppelblatt-Trennmaschine
Instructions
Counterrotating twin blade saw
Mode d`emploi
Scie à disques doubles
Gebruikshandleiding
Twin-bladzaagmachine
F
NL D
GB I
Istruzioni
Sega a doppia lama controrotante
Návod k použití
Pila se 2 pilovými kotouèi
Uputstvo za upotrebu
D
GB
CZ F
NL
SR
HR
I
SK
H
PL
Mašina za rezanje sa dva lista testere
Uputa za uporabu
Pila s rotirajuãim dvostrukim
listovima
Návod na použitie
Dvojkotúèová rezaèka
Instrukcja obsùugi
Piùa tarczowa z podwójnym
ostrzem
Art.-Nr.: 120.400.190

7
1
2
2
B1
5
B2 B3
B4 B5
3
6
4

B6
B7
B8
B9
7
B10
B11
B12
B13
3

4
B14 B18
B15
B16
B17
30 mm

Inhoudsopgave
1. Veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen
2. Verklaring van de gebruikte symbolen
3. Onderdelen van het apparaat (B1)
4. Gebruiksdoel
5. Algemene veiligheidsrichtlijnen
6. Speciale veiligheidsrichtlijnen
7. Montage extra handgreep
8. Bediening
9. Montage van de zaagbladen
10. Reiniging en onderhoud
11. Storingen opsporen en verhelpen
12. Technische gegevens
13. Reparaties
14. Milieu
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsrichtlijnen
voor elektrische apparatuur.
Lees de gebruikshandleiding zorgvuldig door
voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Onoordeelkundig gebruik kan echter leiden
tot persoonlijk letsel en/of materiële schade.
Personen die niet vertrouwd zijn met de inhoud
van deze handleiding, mogen dit apparaat niet
bedienen. Bewaar de gebruikshandleiding zorgvuldig.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door kinderen
en jongeren.
2. Verklaring van de gebruikte symbolen
Let op alle tekens en symbolen die vermeld staan
in deze handleiding alsmede zijn aangebracht op
uw gereedschap. Onthoud de betekenis van deze
tekens en symbolen. Als u de tekens en symbolen
correct interpreteert, kunt u veiliger en beter met
het apparaat werken.
34
LET OP
Lees voor ingebruikname de
handleiding!
Draag een veiligheidsbril!
Draag gehoorbescherming!
Draag mond- en neusbescherming!
Draag goede, stevige
werkhandschoenen!
3. Onderdelen van het apparaat (B1)
1. Spindelblokkeringsknop
2. Beschermkap
3. Handgreep
4. Aan/uit - schakelaar
5. Inslijp- resp. doorslijpschijf
1. Veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen
6. Spanmoersleutel
7. Smeervoorziening
4. Gebruiksdoel
• Dit apparaat is bedoeld voor het snijden van
metalen, steen en keramiek, op voorwaarde dat
de voor het doel geschikte accessoires worden
toegepast.
• Dit apparaat is bedoeld voor het snijden, inslij -
pen, schuren en polijsten van metalen, steen en
keramiek, op voorwaarde dat de voor het doel
geschikte accessoires worden toegepast. .
• Neem de veiligheidsrichtlijnen, de montage- en
bedieningshandleiding alsmede de algemene
voorschriften voor ongevalpreventie in acht. .
5. Algemene veiligheidsrichtlijnen
WERKPLEK
• Houd de werkplek schoon en zorg dat deze
goed verlicht is om ongelukken te voorkomen.
• Gebruik elektrische apparatuur niet in de buurt
van brandbare vloeistoffen of gassen resp. in
natte of vochtige omgevingen. Niet opvolgen
van de richtlijnen kan tot brand- of explosiegevaar
leiden.
• Laat het apparaat niet zonder toezicht liggen.
• Gebruik het apparaat niet wanneer u moe of
ongeconcentreerd bent of uw reactievermogen
ten gevolge van alcohol of medicijnen is ver -
minderd.
• Onoplettendheid kan tot ernstig persoonlijk
letsel leiden.

ELEKTRISCHE VEILIGHEID
• De netspanning dient overeen te komen met de
informatie op het typeplaatje van de machine.
• Zorg dat u niet in contact komt met geaarde
delen, zoals buizen, radiatoren, kachels en koel -
kasten, om een elektrische schok te voorkomen.
• Draag het apparaat niet aan het snoer. Trek het
snoer uitsluitend aan de stekker uit de contact -
doos. Houd het snoer uit de buurt van olie, hitte
en scherpe randen. Een beschadigd snoer kan
leiden tot een elektrische schok.
• Controleer het apparaat en het snoer telkens
voor gebruik op beschadigingen.
• Bij het insteken van de netstekker erop letten
dat de netschakelaar niet in geblokkeerde stand
staat.
• Gebruik buiten uitsluitend daarvoor goedgekeurde
verlengkabels.
• Bij gebruik van een haspel dient u het snoer
volledig af te rollen om warmteontwikkeling in
het snoer te voorkomen. Aderdiameter min. 1,5
mm².
• Bij het werken buiten dient de contactdoos te
zijn voorzien van een aardlekschakelaar.
• Trek de stekker uit de contactdoos wanneer
u het apparaat niet gebruikt of instellingen
daaraan wilt verrichten.
• Voer het snoer steeds naar achter weg van het
gereedschap.
VEILIGHEID VAN PERSONEN
• Draag geen wijde kleding of sieraden.
• Zorg ervoor dat u stevig staat en schoenen
draagt met antislipzool.
• Draag hoofdbedekking wanneer u lange haren
heeft.
• Wijde kledingstukken, sieraden en lange haren
kunnen worden gegrepen door de bewegende
delen.
• Draag altijd een veiligheidsbril. Het opvolgen
van dit voorschrift verkleint het risico op ernstig
persoonlijk letsel.
• Draag altijd een gezichts- of stofbeschermings -
masker. Het opvolgen van dit voorschrift ver -
kleint het risico op ernstig persoonlijk letsel.
• Draag altijd gehoorbescherming. Het opvol -
gen van dit voorschrift verkleint het risico op
ernstig persoonlijk letsel.
• Personen die aan de machine werken, mogen
niet worden afgeleid.
• Zij kunnen daardoor de controle over het
gereedschap verliezen.
• Gebruik geen apparatuur waarvan de aan/uitschakelaar
defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- en uitgeschakeld, is
gevaarlijk en dient te worden gerepareerd.
• Schakel het apparaat steeds in voordat het met
het materiaal in contact komt.
• Verwijder voor het inschakelen de sleutels en
alle afstelgereedschap.
• De machine niet overbelasten. Zodra het toe -
rental daalt, de machine ontlasten of uitscha -
kelen. Met voor het doel geschikt elektrisch
gereedschap kunt u veiliger en beter werken
binnen het aangegeven vermogensbereik.
• Borg de werkstukken tegen meedraaien, bijv.
met behulp van een spaninrichting of een span -
tang. Werk niet aan werkstukken die te klein zijn
om in te spannen. Als u het werkstuk met de
hand vasthoudt, kunt u het gereedschap niet
meer veilig bedienen.
• Berg elektrisch gereedschap op buiten bereik
van kinderen.
NL
ZORGVULDIGE OMGANG MET EN GEBRUIK VAN
ELEKTRISCH GEREEDSCHAP
• Houd het gereedschap steeds goed schoon en
in een goede conditie, om productiever en veili -
ger te kunnen werken.
• Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen
accessoires.
• Snij, boor en zaag nooit op plaatsen waarin zich
elektrobuizen resp. gas- of waterleidingen kun -
nen bevinden. Gebruik voor het doel geschikte
detectieapparatuur om deze leidingen op te
sporen.
• Asbesthoudend materiaal mag niet worden
verwerkt.
• Scheid nooit werkstukken die dikker zijn dan de
35

36
max. slijpdiepte van de slijpschijf.
• Een test zonder belasting uitvoeren van min. 30
sec.
• Het apparaat steeds uitschakelen en laten -uit
draaien alvorens dit aan de kant te leggen.
6. Speciale veiligheidsinstructies
Grijp nooit in het zaagbereik of het zaagblad.
Houd met de andere hand steeds de handgreep
of het motorhuis vast. Als u met beide handen de
zaagmachine vasthoudt, neemt het risico op per -
soonlijk letsel af.
Zorg ervoor dat u de zaagmachine altijd stevig
vast heeft om de controle daarover niet te verlie -
zen.
Ga nooit in lijn met het zaagblad staan. Ga altijd
rechts of links van het zaagblad staan. Bij een
eventuele terugslag kan de zaagmachine immers
naar achter springen.
Grijp nooit onder het werkstuk. De beschermkap
van het zaagblad biedt onder het werkstuk geen
bescherming tegen het zaagblad.
Verwijder nooit afgezaagde stukken terwijl het
zaagblad nog draait.
Controleer voor gebruik van de zaagmachine
of de pendelbeschermkap zich in goede toestand
bevindt. De pendelbeschermkap moet vrij
kunnen bewegen en direct sluiten. De pendel -
beschermkap mag nooit in geopende positie
worden geborgd.
Mocht u de zaagmachine per ongeluk hebben
laten vallen, controleer dan de pendelbeschermkap
op beschadigingen en correcte werking.
Open daartoe de pendelbeschermkap met de
terugstelgreep en controleer of de beschermkap
vrij kan bewegen en daarbij niet het zaagblad of
andere delen onder elk van de zaaghoeken en
zaagdiepten raakt.
Controleer regelmatig de terugstelveer van de
pendelbeschermkap op conditie en werking. De
zaagmachine mag niet worden gebruikt indien
De pendelbeschermkap mag alleen voor het aan -
brengen van speciale zaagsnedes, zoals een sleuf
of schiftersnede handmatig worden geopend.
Open in dat geval de pendelbeschermkap met
de betreffende handgreep. Zodra het zaagblad
in het materiaal is, moet de pendelbeschermkap
weer worden losgelaten.
Voor alle overige zaagsnedes dient de automati -
sche functie van de pendelbeschermkap te wor -
den gebruikt.
Na het loslaten van de AAN/UIT-schakelaar duurt
het nog enige tijd voordat de zaagbladen tot stil -
stand zijn gekomen.
Let bij het wegleggen van de zaagmachine erop
dat de pendelbeschermkap volledig is gesloten
en de zaagbladen tot stilstand zijn gekomen.
Door een onafgeschermd, vrij draaiend zaagblad
kan de zaag ongecontroleerd wegspringen.
Het te zagen werkstuk nooit in de hand houden
of op een been leggen. Het werkstuk te allen tijde
inspannen.
Houd het apparaat tijdens het gebruik steeds bij
de voorgeschreven, geïsoleerde greepvlakken
vast. Hierdoor wordt het gevaar op een dodelijke
stroomschok voorkomen indien de zaagbladen
een stroomvoerende kabel mocht raken.
Gebruik nooit normale hardmetalen zaagbladen.
Dubbele zaagbladen hebben een afwijkende
vorm. Normale zaagbladen passen niet in de
inspanvoorziening van de zaagmachine, hetgeen
tot ernstig persoonlijk letsel kan leiden.
Voor het plaatsen van het zaagblad nooit bescha -
digde of niet passende onderlegringen of bouten
gebruiken.
De onderlegringen, bouten en flenzen zijn speciaal
voor deze zaagmachine ontwikkeld, met
het oog op een optimale gebruiksveiligheid en
prestatie.
Draag de zaagmachine nooit in draaiende toe -
stand in de hand. Bij contact met kleding bestaat
het risico dat de pendelbeschermkap wordt
geopend. Contact met het draaiend zaagblad kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
de veer resp. de beschermkap niet correct func - Al naar gelang de toepassing en het gebruik van
tioneren en moet dan voor gebruik eerst worden de zaagmachine kan de levensduur van de AAN/
gerepareerd.
UIT-schakelaar korter zijn dan van de zaagmachi -
ne zelf. Indien de schakelaar defect raakt terwijl
Harsafzetting resp. vuilopeenhopingen kunnen de zaagmachine is uitgeschakeld, kan de machine
ertoe leiden dat de pendelbeschermkap langz - eventueel niet meer worden ingeschakeld. Indien
amer dichtgaat. Ontkoppel het apparaat in dat de schakelaar defect raakt terwijl de zaagmachine
geval van het lichtnet, verwijder het zaagblad en draait, kan de machine eventueel niet meer wor -
reinig de beschermkap en de omgeving daarvan. den uitgeschakeld. Trek in beide gevallen direct

de netstekker uit de contactdoos. De zaagmachi -
ne mag niet meer worden gebruikt totdat deze
vakkundig is gerepareerd.
Voor het zagen van grote platen altijd een spli -
jtwig gebruiken. Wees steeds op de hoede voor
terugslag. Als de zaagmachine blijft hangen en de
bediener daardoor wordt weggeslingerd, wordt
gesproken over ‚terugslag‘.
Laat de schakelaar direct los zodra de zaagma -
chine blijft hangen of het zaagblad vastloopt.
Gebruik voor het verwijderen van de zaagmachi -
ne uit het werkstuk nooit overmatig kracht. Trek
de zaagmachine nooit uit het werkstuk terwijl de
zaagbladen nog draaien.
Gebruik nooit zaagbladen met hardmetalen tanden
met een resthoogte of -dikte van minder dan
1 mm.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit andere typen zaagbladen dan
vermeld. Deze twin-bladzaagmachine is voorzien
van speciale zaagbladen. Gebruik van andere
zaagbladen is niet veilig en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
Let er te allen tijde op dat de zaagmachine volle -
dig op toeren is voordat deze wordt aangezet
op het werkstuk. Indien de zaagmachine wordt
aangezet op het werkstuk voordat deze volledig
op toeren is, kan dat leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
Zorg er steeds voor dat beide zaagbladen tegelijk
in het werkstuk gaan. Bij eenzijdig aanzetten in
het werkstuk bestaat gevaar op terugslag, het -
geen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Bij schuine snedes de zaagmachine niet zijde -
lings aanzetten waarbij slechts 1 zaagblad in het
werkstuk gaat, maar van boven, waarbij beide
zaagbladen tegelijk aangrijpen.
De zijvlakken van de zaagbladen zijn niet geschikt
om te zagen. Let bij gekanteld zagen erop dat het
gewicht van de zaagmachine niet komt te rusten
op het onderste zaagblad.
Ondersteun de zaagmachine door deze iets op
te tillen en door het werkstuk in te spannen.
Zo voorkomt u onverwachts terugslaan van de
machine.
Bij het werken met het apparaat ontstaat stof dat
een gevaar voor de gezondheid kan opleveren,
resp. brandbaar of zelfs explosief kan zijn. Neem
dan ook de vereiste veiligheidsmaatregelen.
Draag een stofmasker. Zorg ervoor dat de werk -
plek goed wordt geventileerd.
TERUGSLAG - OORZAKEN EN
VOORZORGSMAATREGELEN
Verkeerde toepassing en/of niet correcte werk -
methodes of -omstandigheden kunnen leiden
Gebruik geen verbogen of gescheurde zaagbladen. tot terugslag van de zaagmachine. De volgen -
de maatregelen kunnen worden getroffen om
Het dichtsolderen of lassen van zaagbladscheu - terugslag te vermijden.
ren of het vastlassen van hardmetalen tanden aan
de dragende delen is verboden.
Houd de zaagmachine steeds met twee handen
vast. Neem een houding aan waarbij uw lichaam
Vertraag of stop de zaagbladen nooit door de en uw armen de terugslagkracht kunnen opvan -
machine naar een van de kanten te duwen. gen.
Indien het zaagblad in het werkstuk blijft hangen
of het zagen om welke reden dan ook wordt
onderbroken, de AAN/UIT-schakelaar direct losla -
ten en de zaagmachine in het werkstuk laten tot -
dat de zaagbladen volledig tot stilstand zijn gekomen.
Neem de zaagmachine nooit in draaiende
toestand uit een werkstuk. Dit kan tot terugslag
van de zaagmachine leiden. Zoek de oorzaak voor
het blijven hangen van de zaagmachine op en
verhelp deze.
Bij opnieuw aanzetten van de zaagmachine moet
het zaagblad in de zaagsnede worden gecentre -
erd. Let erop dat de vertandingen niet ‚happen‘ in
het materiaal links en rechts. Dit kan tot terugslag
van de zaagmachine leiden.
Let er bij het verwerken van grote platen op dat
deze gemakkelijk kunnen doorbuigen door het
eigengewicht en zo het zaagblad van de machine
kunnen blokkeren wat tot terugslag kan leiden.
Ondersteun deze platen aan weerszijden met
daartoe geschikte steunen. Plaats de steunen in
de buurt van de zaagsnede alsmede aan de bui -
tenrand van de plaat.
Gebruik nooit beschadigde of botte zaagbladen.
Door de slijtage aan de zaagbladen worden de
zaagsnedes geleidelijk aan smaller, waardoor te
veel wrijving, vastlopen van de zaagbladen en
terugslag kan optreden.
Indien u sleuven in bestaande wanden of ande
-
re delen waarvan u niet weet wat zich daarin
bevindt, wilt maken, ga dan uiterst voorzichtig
en behoedzaam te werk. U weet immers niet wat
37

zich achter het te zagen gedeelte bevindt; wees
altijd op de hoede voor terugslag.
AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN VOOR HET
WERKEN MET TWIN-BLADZAAGMACHINES
U moet voor gebruik alle voorschriften in deze
handleiding hebben gelezen, deze volledig begri -
jpen en ook daadwerkelijk opvolgen. Zorg ervoor
dat ook andere gebruikers deze handleiding en
uw instructies ontvangen, doorlezen en volledig
begrijpen. Het niet opvolgen van de instructies
kan leiden tot elektrische schokken, brand en
ernstig persoonlijk letsel.
Controleer regelmatig het snoer en de AAN/UITschakelaar
van het gereedschap. Laat het snoer/
de schakelaar bij beschadiging/defect direct door
een daartoe erkend reparatiebedrijf repareren.
Het opvolgen van dit voorschrift verkleint het
risico op ernstig persoonlijk letsel, elektrische
schokken of brand.
Controleer de zaagmachine regelmatig op
beschadigde delen en correcte werking. De
zaagmachine mag niet worden gebruikt wanneer
een beschadiging of storing is geconstateerd.
Beschadigingen en storingen moeten direct wor -
den gerepareerd/verholpen. Controleer regelmatig
of de bewegende delen correct zijn uitgelijnd
en niet vastzitten. Controleer tevens of geen
delen zijn afgebroken of andere problemen zijn
Hoe hoog het risico is dat u loopt, hangt af van
de frequentie waarin u met dergelijke materialen
werkt.
38
Zo verkleint u uw persoonlijke risico bij het wer -
ken met gezondheidsbedreigende stoffen:
• Werk steeds in een goed geventileerde omge -
ving.
• Draag een gecertificeerd stofmasker dat speciaal
voor het filteren van microscopisch fijne deeltjes
is ontwikkeld.
• Wees erop bedacht dat het gebruik van deze
zaag deeltjes in uw ogen terecht kunnen komen,
hetgeen tot ernstig oogletsel kan leiden. Zet
dan ook altijd een gecertificeerde veiligheidsbril
met zijbescherming of een korfbril op. Draag
indien nodig een gezichtsbeschermingsmasker
voordat u met de zaagmachine gaat werken.
• Houd er rekening mee dat de aandrijving van de
zaagmachine tijdens gebruik zeer heet kan wor -
den. Raak de aandrijving dan ook niet aan.
7. Montage van extra handgreep
De greep kan aan de rechter- en linkerzijde van
de zaagmachine worden gemonteerd.
Steek de greep zodanig op het motorhuis dat de
bevestigingslippen in de ventilatiegleuf grijpen.
Bevestig de greep met de bijgeleverde schroef.
opgetreden. Beschadigde delen, in het bijzon -
8. Bediening
der de beschermkap, moeten door een daartoe
erkend reparatiebedrijf worden gerepareerd. Het
ZAAGBLADEN
opvolgen van deze voorschriften verkleint het
risico op elektrische schokken, brand of ernstig
persoonlijk letsel.
Zorg dat de zaagbladen steeds schoon en scherp
zijn. Let erop dat de zaagbladen correct worden
gemonteerd. Een bot zaagblad reduceert de
zaagprestaties, belast de motor van de zaagma -
chine en verhoogt het risico op terugslag.
MET BETREKKING TOT DEZE VOORSCHRIFTEN
Let er dan ook op dat u steeds beschikt over
Bij de bewerking van een werkstuk met deze zaag scherpe vervangingsbladen.
is het mogelijk dat chemicaliën in het werkstuk
vrij komen waarvan bekend is dat deze kanker -
Indien zich hars- en houtpekresten op het zaag -
blad bevinden, draait het zaagblad moeizamer.
verwekkend zijn, kunnen leiden tot geboorteafwi - Verwijder dergelijke resten direct met een spe -
jkingen en andere klachten bij de voortplanting. ciaal harsverwijderingsmiddel, heet water of
Voorbeelden van dergelijke chemicaliën: kerosine. Gebruik voor het verwijderen daarvan
nooit benzine.
lood uit loodhoudende verf
kristalhoudende kwarts uit bakstenen, cement en
Gebruik in deze zaagmachine nooit normale
zaagbladen. Deze twin-bladzaagmachine is voor -
div. metselproducten
zien van speciaal voor de machine ontwikkelde
arseen en chroom uit chemisch behandeld hout
zaagbladen. Het gebruik van andere zaagbladen
is niet toegestaan en kan leiden tot ernstig per -
soonlijk letsel.

PENDELBESCHERMKAP
Wijzig nooit de op de machine gemonteerde pendelbeschermkap.
Deze zorgt voor veiligheid en
bescherming van de gebruiker.
Controleer voor ieder gebruik de pendelbeschermkap
op eventuele beschadigingen en cor -
recte werking.
Deze zaagmachine mag niet meer worden gebru -
ikt indien de pendelbeschermkap is beschadigd
resp. deze langzaam of slechts moeizaam sluit.
Laat in dat geval de beschermkap direct door
een daartoe erkend reparatiebedrijf repareren of
vervangen.
Mocht u de zaagmachine hebben laten vallen,
controleer dan de pendelbeschermkap en de
aanslag bij alle zaagdieptes op mogelijke bescha -
digingen.
Indien de pendelbeschermkap zich vrij kan
bewegen en direct weer sluit, functioneert deze
correct.
Indien de pendelbeschermkap echter om welke
reden dan ook niet meer probleemloos sluit, mag
de zaagmachine niet meer worden gebruikt. In
dat geval moet de machine voor reparatie wor -
den aangeboden aan een daartoe erkend repara -
tiebedrijf.
Laat de beschermkap tijdens het werken met de
zaagmachine steeds in de voorgeschreven werk -
positie zitten.
Wanneer een werkstuk wordt doorgezaagd, dekt
de pendelbeschermkap aan de onderzijde van
het werkstuk het zaagblad niet af. Houd daarom
handen, vingers en andere lichaamsdelen bui -
ten bereik van het vrijliggende zaagblad. Ieder
contact van lichaamsdelen met het zich draaiend
zaagblad leidt tot ernstig persoonlijk letsel.
ZAGEN
Gebruik de zaagmachine te allen tijde uitsluitend
zoals voorgeschreven.
Ondersteun het werkstuk altijd in de buurt van de
zaagsnede (bijv. m.b.v. een zaagbok of rolbok).
Bevestig het werkstuk zodanig dat de zaagsnede
zich aan uw zijde bevindt.
Span het werkstuk steeds goed in met daartoe
geschikt hulpgereedschap. Het werkstuk mag
tijdens het zagen niet verschuiven.
Markeer voor het zagen de zaagsnede op het
werkstuk met een stift.
Zet de zaagbladen van de zaagmachine met de
voorzijde aan op het actief ondersteunde gedeel -
te van het werkstuk.
Zet de zaagmachine nooit aan op het gedeelte
van het werkstuk dat na zagen op de grond valt.
Houd het snoer steeds uit de buurt van de zaag -
bladen. Laat het snoer zodanig lopen dat dit niet
blijft haken achter het werkstuk.
Werk altijd geconcentreerd en houd de zaagma -
chine onder controle. Het zagen verloopt zo niet
alleen eenvoudiger, maar vooral ook veiliger.
Als u ongeconcentreerd werkt en de controle
over de zaagmachine verliest, kan dat leiden tot
ongelukken en ernstig persoonlijk letsel.
Mocht het snoer tijdens het zagen toch blijven
haken achter het werkstuk, laat dan de AAN/UITschakelaar
direct los. Trek direct de stekker uit de
contactdoos, controleer het snoer op beschadi -
gingen en leg dit vervolgens zodanig dat dit niet
meer achter het werkstuk kan blijven haken.
Mocht het snoer beschadigd blijken te zijn, dan
mag de zaagmachine niet meer worden gebruikt.
Een beschadigd snoer kan tot ernstig persoonlijk
letsel of zelfs de dood leiden. Laat het snoer door
een daartoe erkend reparatiebedrijf vervangen
alvorens de machine weer te gebruiken.
Schuif de AAN/UIT naar voren om de zaagmachi -
ne in te schakelen. Laat de AAN/UIT-schakelaar los
om het apparaat uit te schakelen.
Wacht na het inschakelen van de zaagmachine
tot de zaagbladen op toeren zijn voordat u het
werkstuk zaagt.
Indien de zaagbladen het werkstuk raken voordat
deze op toeren zijn, kan dat resulteren in een
terugslag en leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Leid de zaag tijdens het zagen rustig en met geli -
jkmatige kracht door het werkstuk.
Wanneer u teveel kracht uitoefent, leidt dat tot
een onregelmatig zaagresultaat en wordt de
levensduur van de zaagbladen en de machine
verkort. Bovendien kan dit tot terugslag leiden.
Als een werkstuk wordt doorgezaagd, dekt de
pendelbeschermkap aan de onderzijde van het
werkstuk het zaagblad niet af. Houd daarom
handen, vingers en andere lichaamsdelen bui -
ten bereik van het vrijliggende zaagblad. Ieder
contact van lichaamsdelen met het zich draaiend
zaagblad leidt tot ernstig persoonlijk letsel.
Zodra u het werkstuk heeft doorgezaagd en de
zaagmachine van het werkstuk afneemt, bli -
jven de zaagbladen vrij toegankelijk totdat de
39

pendelbeschermkap sluit. Let er dan ook op dat
beschermkap volledig is gesloten voordat u de
zaagmachine aan de kant legt.
Bij het zagen van metaal zoals aluminium, koper,
rvs of gietijzer moet te allen tijde de geïntegreer -
de smeervoorziening worden gebruikt, omdat
genoemde materialen de neiging hebben aan de
zaagbladen te blijven hangen.
Let er bij deze materialen nauwgezet op dat de
doorvoer steeds parallel met het zaagblad ver -
loopt, omdat het zaagblad anders zodanig heet
wordt dat dit kan verbranden of de zaagtanden
kunnen beschadigen.
INSTRUCTIES VOOR DWARSZAGEN
B10 latijzer
40
Zaagblad haaks op het werkstuk aanzetten.
B11 Hoekstukken
Zaagblad diagonaal door het werkstuk leiden.
B12 Kokerprofielen
Zaagblad van hoek naar hoek te leiden.
B13 U-profielen
Zaagblad van hoek naar hoek leiden.
B14 Aluminium, koper, rvs, gietijzer
Bij het zagen van deze materialen moet de
smeervoorziening worden gebruikt.
B15 Voorgevormde plaat
Plaat moet altijd op 3 steunen rusten, waarbij
zich een steun naast de zaagsnede moet
bevinden.
B16 Zaagblad haaks aanzetten en door het
werkstuk leiden totdat het onderste uiteinde
wordt bereikt.
B17 Spiraalvormige buis en langszagen
Leid het zaagblad zover door het werkstuk dat
het blad slechts 10 mm uitsteekt.
Leid niet het gehele zaagblad in het werkstuk.
Beweeg de zaagmachine nu voorwaarts
of achterwaarts door het werkstuk.
B18 Dunne plaat
Let erop dat het zaagblad niet meer dan
10 mm onder het werkstuk uitsteekt.
DOORVOER
De doorvoersnelheid is de snelheid waarmee u
de zaagbladen door het werkstuk duwt. De juiste
snelheid hangt af van de hardheid en de dikte van
het werkstuk.
Bepaal de juiste doorvoersnelheid:
Wanneer de doorvoersnelheid te laag is, lopen de
zaagbladen slechts over het werkstuk en zagen
deze dit niet door. Hierdoor glijden de zaagbladzijden
weg en raakt het werkstuk beschadigd. Dit
resulteert in een slechte zaagsnede en overmati -
ge slijtage aan de zaagbladen.
Wanneer de doorvoersnelheid te hoog is, is de
kans groot dat de zaagsnede scheurt. Dergelijke
scheuren neigen in de regel ertoe steeds groter
te worden, wat uiteindelijk resulteert in breuk van
het materiaal, waardoor weer ernstig persoonlijk
letsel kan optreden.
9. Montage van de zaagbladen
ZAAGBLADEN DEMONTEREN
Voor alle montage-, wijzigings- en onderhouds -
werkzaamheden de netstekker uit de contact -
doos trekken en de zaag volledig laten afkoelen.
Hierdoor voorkomt u dat de machine per ongeluk
start.
Bij alle onderhoudswerkzaamheden aan de zaag -
machine veiligheidshandschoenen dragen.
Druk op de spindelblokkeerknop (B2).
Draai de deelschijven tegengesteld aan elkaar tot
deze vastklikken. Draai de spanbouten met de
meegeleverde sleutel tegen de klok in los (B3).
Schuif de pendelbeschermkap terug.
Verwijder eerst het bovenste zaagblad.
Til vervolgens het onderste zaagblad op en verwi -
jder ook dit.
ZAAGBLADEN MONTEREN
Voor alle montage-, wijzigings- en onderhouds -
werkzaamheden de netstekker uit de contact -
doos trekken en de zaag volledig laten afkoelen.
Hierdoor voorkomt u dat de zaagmachine per
ongeluk start.
Leg de zaagmachine zodanig voor u neer dat de
zaagbladas naar boven wijst.
Trek de pendelbeschermkap terug.
Plaats het onderste zaagblad met verder uit elk
-
aar liggende uitsparingen op de zaagbladhouder.

Het zaagblad moet goed gecentreerd in de houder
liggen (B4/B5)
Plaats nu het bovenste zaagblad met de dichter
bij elkaar liggende uitsparingen in de zaagbladhouder.
Het zaagblad moet goed gecentreerd in
de houder liggen (B6/B7)
Breng de spanbout weer aan en draai deze hand -
vast aan (B8).
Druk op de spindelblokkeerknop.
Draai de deelschijven tegengesteld aan elkaar tot
deze vastklikken.
Haal de spanbout aan door deze met de meegele -
verde sleutel met de klok mee te draaien.
Controleer of de zaagbladen correct zijn gemon -
teerd door deze voorzichtig met de hand rond te
draaien.
SLIJPEN
Gebruik nooit botte zaagbladen om beschadiging
van de vertanding te voorkomen. Vervang botte
zaagbladen onmiddellijk.
Laat botte, onbeschadigde zaagbladen door een
slijpservice slijpen.
SMEREN
De zaagbladen van deze zaagmachine zijn voorzi -
en van een vertanding geschikt voor droogzagen.
Onder normale omstandigheden hoeven de zaag -
bladen niet te worden gesmeerd.
Onder bijzonder extreme zaagomstandigheden
kan gebruik worden gemaakt van een smeerpa -
troon in de smeervoorziening (7)(B9).
LET OP! Voor het zagen van aluminium, koper,
gietijzer of rvs moet altijd de smeervoorziening
worden gebruikt.
Plaats het smeerpatroon in de daartoe bestemde
opening in de smeervoorziening.
Draai aan de kunststofknop op de smeervoorzie -
ning om de mate van smering in te stellen.
10. Onderhoud en reiniging
Voor alle montage-, wijzigings- en onderhouds -
werkzaamheden de netstekker uit de contact -
doos trekken en de zaag volledig laten afkoelen.
Hierdoor voorkomt u dat de machine per ongeluk
start.
Gebruik voor het reinigen van de kunststof delen
een vochtige doek. Geen reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen of scherpe voorwerpen gebrui -
ken.
Verwijder regelmatig vastzittend vuil uit vent-i
latieopeningen alsmede van bewegende delen;
gebruik hiertoe een zachte borstel of kwast.
Hars en vuil aan het zaagblad kunnen leiden tot
oververhitting daarvan, waardoor dit kan verbuigen
of scheuren. Reinig de zaagbladen dan ook
steeds zorgvuldig. Nooit het zaagblad met harde
voorwerpen schoonschrapen. Verwijder hars en
vuil met een speciaal harsverwijderingsmiddel,
heet water of kerosine. Gebruik voor het verwijde -
ren daarvan nooit benzine.
Na het reinigen van het zaagblad of voor lange -
re tijd stilstand moeten de zaagbladen worden
ingesmeerd met een roestbeschermingsmiddel.
Bewaar de zaagmachine op een droge plaats.
Het gedurende langere tijd zagen van glasvezel -
producten, gipsplaten, spachtelwerk of pleister -
werk wordt met het oog op de sterk schurende
werking van deze materialen ontraden. Indien
u toch met dergelijke producten moet werken,
wordt geadviseerd om het apparaat regelmatig
met perslucht te reinigen.
Draag altijd een beschermbril met zijbescherming
of een korfbril en een stofmasker bij het reinigen
van de zaag met perslucht.
De lagers in deze zaagmachine zijn gesmeerd
voor de gehele levensduur. Er hoeft dan ook niet
te worden nagesmeerd.
Voor alle montage-, wijzigings- en onderhouds - Bij gebruik van een verlengsnoer kan het vermo -
werkzaamheden de netstekker uit de contact - gen iets afnemen. Om deze afname van vermo -
doos trekken en de zaag volledig laten afkoelen. gen alsmede oververhitting van het verlengsnoer
Hierdoor voorkomt u dat de machine per ongeluk te voorkomen, moet een kabel met een voldoend
start.
grote aderdiameter worden gebruikt.
41

11. Storingen opsporen en verhelpen
Storing Oorzaak Oplossing
zeer sterke vonkvorming defecte tanden van zaagblad nieuw zaagblad plaatsen
42
te lage zaagsnelheid zaagsnelheid verhogen
stompe zaagtanden nieuw zaagblad plaatsen
hoge mate van slijtage van
bepaalde delen van zaagblad
te hoge zaagsnelheid zaagsnelheid verlagen
beschadigde tanden nieuw zaagblad plaatsen
stompe tanden nieuw zaagblad plaatsen
geen parallel of haaks verloop van
zaagsnede t.o.v. werkvlak
Zaag parallel t.o.v. werkvlak houden
zaagbladen breken beschadigde tanden nieuw zaagblad plaatsen
te hoge zaagsnelheid zaagsnelheid verlagen
stompe tanden nieuw zaagblad plaatsen
zaagbladen verbogen nieuw zaagblad plaatsen
zaagbladen verbrand nieuw zaagblad plaatsen
tanden afgebroken te hoge zaagsnelheid zaagsnelheid verlagen
12. Technische gegevens:
Netspanning: 230 V~
Frequentie: 50 Hz
Opgenomen vermogen: 900 W
het te zagen materiaal is te hard zaagbladen vervangen
beschadigde tanden door krachtinvloed
Toerental onbelast: nom. 5500 omw/min
Schijfdiameter: 125 mm Ø
Zaagdiepte (max.): 30 mm
Werkcyclus hout/kunststoffen/
aluminium/non-ferro metalen:
zaagbladen vervangen
verkeerde montage van zaagbladenzaagbladen vervangen en montageinstructie
nauwgezet opvolgen
zaagbladen verbrand zaagbladen vervangen
13. Reparaties
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen
accessoires en vervangingsonderdelen. Mocht het
apparaat ondanks onze kwaliteitscontroles en uw
onderhoud defect raken, laat het dan repareren
door een erkende elektromonteur.
14. Milieu
30 min. in bedrijf - 10 min. pauzeGooi
het apparaat, de accessoires en de verpak -
Werkcyclus staal: 10 min. in bedrijf - 10 min. pauzeking
niet zo maar in een vuilnisemmer, maar lever
Nom. geluidsdruk: XX dB(A)
deze in voor milieuvriendelijke recycling.
Max. geluidsdruk: XX dB(A)
Dit is voor u slechts een kleine moeite en komt
Trillingen: XX m/s
het milieu enorm ten goede.
Het geluidsniveau op de werkplek kan 85 dB (A)
overschrijden.
Draag dan ook gehoorbeschermers.

GARANTIE
Op dit apparaat geven wij 24 maanden garantie.
Defecten die het gevolg zijn van onoordeelkundig
gebruik, overbelasting of normale
slijtage, vallen niet onder de garantie.
Defecten die het gevolg zijn van productie- of
materiaalfouten, worden kosteloos verholpen;
indien vereist ontvangt u een soortgelijk
apparaat.
Voorwaarde voor garantie is dat het apparaat
in niet gedemonteerde toestand en compleet
tezamen met aankoopbewijs en de garantiekaart
wordt overhandigd.
Gebruik in geval van aanspraak op garantie
uitsluitend de originele verpakking.
Alleen dan kunnen wij u een probleemloze en
snelle garantieafwikkeling garanderen.
43