30.08.2013 Views

Handboek Slibgisting - Stowa

Handboek Slibgisting - Stowa

Handboek Slibgisting - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />

taBEL 7.1 INHIBItIE VaN aMMoNIUM<br />

ammoniumconcentratie [mg N/l] Effect<br />

50-200 Positief<br />

200-1.000 Geen negatief effect<br />

1.500 – 3.000 Inhibitie bij een pH boven 7,4 – 7,6<br />

Boven 3.000 Toxisch<br />

oVErIGE oorZaKEN<br />

Naast de hierboven genoemde (biologische) oorzaken van een verstoorde bedrijfsvoering zijn er<br />

ook niet biologische aspecten die een rol kunnen spelen. Vaak zijn deze aspecten de oorzaak,<br />

van (locale) overbelasting. Een gebroken menger of verstopte lansen kunnen bijvoorbeeld leiden<br />

tot onvoldoende menging in de slibgisting. Hierdoor wordt de voeding niet goed verdeeld.<br />

Een probleem met de verwarming zal ook invloed hebben op de biologie. Onvoldoende verwarming<br />

leidt tot een te lage reactortemperatuur. Hierdoor neemt de snelheid van de verschillende<br />

processen in de slibgisting af. Te veel opwarming kan zeer nadelig zijn vanwege de<br />

afsterving van de bacteriën of onevenwichtige biologische processen. Dit geldt voor mesofiele<br />

gisting in het bijzonder bij temperaturen hoger dan 40 °C. Vooral plotselinge variaties in de<br />

temperatuur leiden tot problemen, omdat de bacteriepopulaties die betrokken zijn bij de<br />

slibgisting opnieuw in evenwicht moeten komen.<br />

Het ontstaan van een schuimlaag leidt tot een direct probleem (verstopte afvoer van slib en<br />

gas; voorkomend oor goede zand- en roostergoedverwijdering), maar is nooit de oorzaak van<br />

het probleem. Deze oorzaak ligt in één van de eerder genoemde oorzaken. Door een goed<br />

ontwerp van de slibgisting zal het ontstaan van een schuim- of drijflaag niet tot problemen<br />

hoeven te leiden (zie hoofdstuk 6.3).<br />

7.1.3 WaNNEEr WIJKt IEtS aF tEN opZICHtE VaN NorMaLE BEDrIJFSVoErING?<br />

Bij het interpreteren van de beschikbare meetgegevens en berekende gegevens is het niet<br />

alleen van belang wat de absolute waarde is, maar net zo belangrijk is de relatie tot enerzijds<br />

overige procesparameters en anderzijds de data van de voorgaande periode. Bijvoorbeeld: een<br />

pH van 8 ligt buiten het optimum gebied. Dan is het zeer van belang of dit al weken het geval<br />

is of dat de pH plotseling gestegen is. En of deze hoge pH gevolgen heeft voor de specifieke<br />

biogasproductie.De volgende indicatoren zijn van belang om de stabiliteit van de slibgisting<br />

in te schatten:<br />

• pH;<br />

• vetzuurconcentratie;<br />

• buffercapaciteit;<br />

• specifieke gasproductie;<br />

• biogassamenstelling.<br />

In het voorgaande hoofdstuk is de range aangegeven die past bij normale bedrijfsvoering.<br />

Zodra één of meerdere indicatoren een verandering laten zijn (die mogelijk nog past binnen<br />

de aangegeven ranges) is het van groot belang om deze veranderingen goed te monitoren.<br />

7.1.4 Wat CoNtroLErEN oM aFWIJKING tE CoNStatErEN / BEoorDELEN?<br />

Instabiliteit van het slibgistingsproces ontstaat wanneer de verschillende deelprocessen van<br />

het slibgistingsproces ‘ontkoppeld’ worden. Bijvoorbeeld: Zuurvormende bacteriën produceren<br />

meer dan de zuurconsumerende bacteriën (methanogenen) kunnen verwerken, met als<br />

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!