Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />
• eventueel de samenstelling van het gas; CH 4 - en CO 2 -gehalte;<br />
• eventueel verbrandingswaarde van het biogas of de Wobbe-index;<br />
• cumulatief debiet tussen twee opeenvolgende monsters van de verschillende slibstromen;<br />
• drogestofgehalte van het in en uitgaande slib (DS%);<br />
• CZV-gehalte in ingaand en uitgaand slib (CZV als % van DS);<br />
• eventueel organisch-stofgehalte van het ingaande en uitgaande slib (OS als % van DS).<br />
Alleen het bijhouden van de dagelijkse slib- en gasdebieten heeft niet zoveel zin, omdat door<br />
verschil van slibkwaliteit en variaties in de aanvoer er grote verschillen in de biogasproductie<br />
kunnen optreden. Zo ontstaat bij het gisten van primair slib een veel sneller en grotere hoeveelheid<br />
gas dan bij het gisten van gelijke hoeveelheid secundair slib. Naast bijhouden van de<br />
gegevens wordt ook geadviseerd de trending en het verloop gedurende langere tijd te volgen.<br />
Indien een parameter langzaam wijzigt en buiten het normale spectrum valt, kan dit een<br />
aanwijzing zijn dat er zich iets voordoet waarop kan of moet worden ingegrepen.<br />
6.2.2 MoNItorING VaN DE proCESStaBILItEIt<br />
De processtabiliteit doelt op de beoordeling van een eventuele verstoring van het slibgistingsproces<br />
door invloeden van buiten af, zoals aanwijzingen dat verzuring mogelijk kan optreden.<br />
Dit kan beoordeeld worden aan de hand van de biogasproductie, de biogassamenstelling,<br />
de pH, de alkaliteit, de concentratie vluchtige vetzuren. De pH is daarbij de makkelijkste<br />
parameter om te meten en behoort binnen een range van 6 – 8 te liggen.<br />
Een plotselinge variatie van de biogashoeveelheid, of van de biogassamenstelling, gemeten<br />
als een stijgend percentage kooldioxideconcentratie of afnemende methaangasconcentratie,<br />
is een relatief eenvoudige meting die de procesinstabiliteit aan kan geven.<br />
De concentratie vluchtige vetzuren en alkaliteit in de gistingstank zijn nauw aan elkaar<br />
gerelateerd, en de verhouding vluchtige vetzuren / alkaliteit is een goede indicator voor de<br />
kwaliteit van het gistingsproces. Een ratio beneden de 0,3 geeft daarbij goede condities in<br />
de gistingstank aan, terwijl waarden tussen 0,3 – 0,5 op een probleem in het gistingsproces<br />
wijst, waarbij aandacht van de bedrijfsvoerder nodig is om het probleem te verhelpen. Als<br />
deze ratio boven de 0,8 komt, raakt het gistingsproces verzuurd waarbij de kans op instorten<br />
van het proces groot is. Vetzuurbepalingen zijn kostbaar en tijdintensieve metingen die door<br />
een gespecialiseerd lab uitgevoerd moeten worden.<br />
6.2.3 MoNItorING VaN DE HoEVEELHEID EN KWaLItEIt VaN HEt SLIB<br />
Naast monitoring van de efficiëntie en stabiliteit van de slibgisting moet aandacht worden<br />
besteed aan het beoordelen van de kwantiteits- en kwaliteitsontwikkeling van het verse en<br />
uitgegiste slib. De concentratie van drogestof en organisch-drogestofgehalte moeten daarom<br />
regelmatig bepaald worden. De meest belangrijke kwalitatieve aspecten van het slibgistingsproces<br />
zijn:<br />
• specifieke slibgistings en/of methanogene activiteit: De specifieke slibgistings- en/of<br />
methano gene activiteit bepaalt de maximale organische drogestofbelasting van het slibgistingsproces;<br />
• bepaling van de onvergiste bio-afbreekbare slibfractie na voltooide slibgisting;<br />
Haandel en Lettinga (1994) adviseren hiervoor een fractie