Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />
6.1.3 rEMMENDE StoFFEN<br />
Zoals in hoofdstuk 2 al is genoemd zijn de verschillende groepen anaërobe bacteriën die<br />
tijdens het slibgistingsproces actief zijn gevoelig voor verschillende componenten in de voeding.<br />
Ook afbraakproducten van het gistingsproces zoals vetzuren en ammonium kunnen bij<br />
hogere concentraties problemen veroorzaken. Afhankelijk van de actuele concentratie van<br />
deze stoffen in de slibgisting, zijn deze in staat zijn om het slibgistingsproces te verstoren of<br />
stoppen. Acute vergiftiging komt echter maar zelden voor. Desondanks is een strikte controle<br />
van de aanvoer van industriële restproducten een middel om de aanwezigheid van toxische<br />
stoffen tegen te gaan. De meest remmende stoffen zijn chloorhoudende organische verbindingen,<br />
niet-biodegradeerbare anione detergenten, sterk oxiderende stoffen en anorganische<br />
kationen. Lozingen van stromen met hoge sulfaatconcentraties kunnen leiden tot (te) hoge<br />
sulfideconcentraties in de slibgisting en verhoogde H2S-gehaltes in het biogas.<br />
6.1.4 MEtaLEN<br />
Onder het begrip metaal wordt in de context van dit handboek metalen zoals koper, zink,<br />
kwik, cadmium, chroom, nikkel en lood bedoeld. Deze metalen kunnen als metaal op zich of<br />
als (complexe) metaalverbindingen (bij te hoge gehaltes) het anaërobe slibgistingsproces remmen.<br />
Behalve cadmium en kwik, zijn kleine hoeveelheden van de overige metalen wel nodig<br />
als sporenelementen.<br />
De afbraak van slib tijdens anaërobe slibgisting resulteert in hogere metaalconcentraties,<br />
uitgedrukt als mg/kg drogestof, in het uitgegiste slib. Dit kan consequenties hebben voor de<br />
afzet van het slib, en wordt mede bepaald door de inname-eisen die door de slibeindverwerker<br />
worden gesteld. De metaaltoxiciteit varieert afhankelijk van het metaal, de aanwezigheid van<br />
andere metalen, de pH en de carbonaat- en sulfidenconcentraties in het slib.<br />
Met name de aanwezigheid van sulfide zal metaaltoxiciteit reduceren vanwege de vorming<br />
van de onoplosbare inname-eisen die metaalsulfide.<br />
door de slibeindverwerker worden gesteld. De metaaltoxiciteit varieert afhankelijk van het metaal,<br />
de aanwezigheid van andere metalen, de pH en de carbonaat- en sulfidenconcentraties in het slib.<br />
Met name de aanwezigheid van sulfide zal metaaltoxiciteit reduceren vanwege de vorming van onoplosbare<br />
6.1.5 paraMEtErS metaalsulfide. SLIBGIStING<br />
De belangrijkste aspecten rond om het slibgistingsproces kunnen als volgt worden samen-<br />
6.1.5 PARAMETERS SLIBGISTING<br />
gevat:<br />
De belangrijkste aspecten rond om het slibgistingsproces kunnen als volgt worden samengevat:<br />
Waar in het proces Welke aandachtspunten Hoe samen te vatten<br />
IN (Voeding) » variatie slibsamenstelling, vooral organisch stofgehalte en stikstofgehalte<br />
» variatie hoeveelheid in m<br />
Regelbaar ➝ Stuurparameter<br />
68<br />
3<br />
Waar in het proces Welke aandachtspunten Hoe samen te vatten<br />
IN (Voeding) » variatie slibsamenstelling, vooral organisch<br />
stofgehalte en stikstofgehalte<br />
» variatie hoeveelheid in m<br />
» verblijftijd in dagen<br />
» concentratie toxische gehalten NH<br />
Regelbaar => Stuurparameter<br />
4<br />
» temperatuur (afhankelijk van capaciteit verwarming)<br />
Tijdens (Reactor)<br />
UIT (Effluent/Biogas)<br />
» concentratie micro- en macronutriënten/sporenelementen<br />
» energie-inbreng en manier van menging<br />
» temperatuur (afhankelijk van capaciteit verwarming)<br />
» pH (plus alkaliteit en concentratie aan vluchtige vetzuren)<br />
» hoeveelheid en samenstelling biogas<br />
» samenstelling effluent/rejectiewater<br />
Niet regelbaar ➝ Controleparameter<br />
Voor de Stuurparameters geldt dat deze tijdens de bedrijfsvoering kunnen worden geregeld of<br />
ingesteld, terwijl aspecten die niet of slechts beperkt geregeld worden samengevat zijn onder<br />
de verzamelnaam Controleparameters.<br />
3<br />
de inname-eisen die door de slibeindverwerker worden gesteld. De metaaltoxiciteit varieert afhankelijk van het metaal,<br />
de aanwezigheid van andere metalen, de pH en de carbonaat- en sulfidenconcentraties in het slib.<br />
Met name de aanwezigheid van sulfide zal metaaltoxiciteit reduceren vanwege de vorming van onoplosbare<br />
metaalsulfide. » verblijftijd in dagen<br />
» concentratie toxische gehalten NH4<br />
6.1.5 PARAMETERS SLIBGISTING<br />
» temperatuur (afhankelijk van capaciteit<br />
De belangrijkste aspecten rond om het slibgistingsproces kunnen als volgt worden samengevat:<br />
verwarming)<br />
Waar in het proces » concentratie Welke aandachtspunten micro- en<br />
macronutriënten/sporenelementen<br />
IN (Voeding) » variatie slibsamenstelling, vooral organisch<br />
Tijdens (Reactor) » energie-inbreng en manier van menging<br />
stofgehalte en stikstofgehalte<br />
» temperatuur » variatie (afhankelijk hoeveelheid van in m capaciteit<br />
verwarming)<br />
» pH (plus alkaliteit en concentratie aan<br />
vluchtige vetzuren)<br />
UIT (Effluent/Biogas) » hoeveelheid en samenstelling biogas<br />
» samenstelling effluent/rejectiewater<br />
Hoe samen te vatten<br />
Niet regelbaar =><br />
Regelbaar => Stuurparameter<br />
Controleparameter<br />
Voor de Stuurparameters geldt dat deze tijdens de bedrijfsvoering kunnen worden geregeld of ingesteld, terwijl<br />
aspecten die niet of slechts beperkt geregeld worden samengevat zijn onder de verzamelnaam Controleparameters.<br />
Na het in bedrijf nemen van de slibgisting wordt het proces beoordeeld en/of eventueel verder geoptimaliseerd. De<br />
voorgeschreven eisen voor bepaalde procesparameters uit het ontwerp worden daarbij getoetst op hun haalbaarheid in<br />
de praktijk. Tijdens “normale bedrijfsvoering” gebeurt deze beoordeling en/of optimalisatie aan de hand van het<br />
6.2.<br />
procesresultaat, zoals de productie van biogas of de afbraak van organische stof, of door maatregelen na melding van<br />
een verstoring of afwijking van een optimum waarde. Mogelijke verstoringen of afwijkingen die buiten de variatie van<br />
een normale bedrijfsvoering vallen, zijn opgenomen en beschreven in hoofdstuk 4 en 7.<br />
WAT METEN, MONITOREN EN WAAROM<br />
Voor bedrijfsvoerders die verantwoordelijk zijn voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie met slibgisting is een optimaal<br />
werkend slibgistingsproces afhankelijk van volgende factoren:<br />
adequate voeding = min of meer constante aanvoer slibgisting; zowel kwalitatief als kwantitatief;<br />
3<br />
» verblijftijd in dagen<br />
» concentratie toxische gehalten NH4<br />
» temperatuur (afhankelijk van capaciteit<br />
verwarming)<br />
» concentratie micro- en<br />
macronutriënten/sporenelementen<br />
Tijdens (Reactor) » energie-inbreng en manier van menging<br />
» temperatuur (afhankelijk van capaciteit<br />
verwarming)<br />
Niet regelbaar =><br />
» pH (plus alkaliteit en concentratie aan<br />
Controleparameter<br />
vluchtige vetzuren)<br />
UIT (Effluent/Biogas) » hoeveelheid en samenstelling biogas<br />
» samenstelling effluent/rejectiewater<br />
Voor de Stuurparameters geldt dat deze tijdens de bedrijfsvoering kunnen worden geregeld of ingesteld, terwijl<br />
aspecten die niet of slechts beperkt geregeld worden samengevat zijn onder de verzamelnaam Controleparameters.<br />
Na het in bedrijf nemen van de slibgisting wordt het proces beoordeeld en/of eventueel verder geoptimaliseerd. De<br />
voorgeschreven eisen voor bepaalde procesparameters uit het ontwerp worden daarbij getoetst op hun haalbaarheid in<br />
de praktijk. Tijdens “normale bedrijfsvoering” gebeurt deze beoordeling en/of optimalisatie aan de hand van het<br />
procesresultaat, zoals de productie van biogas of de afbraak van organische stof, of door maatregelen na melding van<br />
een verstoring of afwijking van een optimum waarde. Mogelijke verstoringen of afwijkingen die buiten de variatie van<br />
een normale bedrijfsvoering vallen, zijn opgenomen en beschreven in hoofdstuk 4 en 7.<br />
6.2. WAT METEN, MONITOREN EN WAAROM