Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6<br />
StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />
NORMALE BEDRIJFSVOERING<br />
6.1 Wat IS “NorMaLE” BEDrIJFSVoErING?<br />
De efficiëntie en stabiliteit van het anaërobe slibgistingsproces zijn variabelen die direct<br />
gerelateerd zijn aan de karakteristieken van het verse slib en de omstandigheden binnen de<br />
reactor. Het verse slib dat in de slibgistingstank terecht komt is een complex mengsel van<br />
materialen, waarbij de kwaliteit bepaald wordt door het verzorgingsgebied en het toegepaste<br />
afvalwaterzuiveringsproces. Een goed ontworpen en bedreven slibgisting zal goed functioneren.<br />
Om eventuele verstoringen tijdig te signaleren en de prestaties van het proces goed te<br />
volgen is het belangrijk om ook tijdens normale bedrijfsvoering de in de volgende paragrafen<br />
genoemde aspecten nader te observeren.<br />
6.1.1 VoorZUIVErING: rooStErGoED EN ZaNDVErWIJDErING<br />
Het verse slib afkomstig van de voorbezinktanks kan afhankelijk van de voorbehandeling,<br />
hoge concentraties aan vezels, plastic, zand en ander inerte materialen bevatten. Deze materialen<br />
kunnen ophopen in de slibgisting, als ook leiden tot beschadigingen van apparatuur<br />
zoals pomprotoren en slibmengers. De accumulatie van zand en andere materialen in de slibgistingstank<br />
resulteert in een vermindering van het netto slibgistingsvolume met als gevolg<br />
in een afname van de slibverblijftijd, de slibafbraak en de biogasproductie.<br />
De prestatie van de voorzuivering is daarom mede bepalend voor de efficiency van de slibgisting<br />
en een minimum aan onderhoud aan de slibgistingsinstallatie. Tijdens het ontwerp<br />
van de slibgisting moet al met deze aspecten rekening worden gehouden. Zo is bijvoorbeeld<br />
een versnijdende toevoerpomp in de aanvoer naar de slibgisting een noodzaak als de roostergoedverwijdering<br />
niet goed functioneert en is een zandaflaat/onderaflaat bij een slibgisting<br />
noodzakelijk of dient de slibgistingtanks regelmatig (eens per vijf jaar) manueel geleegd te<br />
worden indien er geen goede zandverwijdering in de water- of sliblijn aanwezig is.<br />
6.1.2 DroGEStoFCoNCENtratIE<br />
Slibindikking is gericht op minimalisatie van het volume benodigd voor slibgisting. Indikking<br />
gebeurt daarbij in mechanische of gravitatie indikkers, flotatie (DAF) units, of zelfs in<br />
voorbezinktanks. Voor de voeding van het slibgistingsproces is een droge-stofconcentratie van<br />
4%-8% in de aanvoer in Nederland gebruikelijk wat resulteert in een droge-stofconcentratie in<br />
de slibgisting van 3,0-5,5%.<br />
Voor zover de voedings- en mengapparatuur, en de gasverwerkingscapaciteit het toelaten,<br />
kunnen ook hogere droge-stofconcentraties in de voeding van de slibgisting worden toegepast.<br />
Lagere droge-stofconcentraties zijn natuurlijk ook mogelijk, maar droge-stofconcentraties<br />
onder 2,5% zijn echter niet aan te bevelen, omdat het hoge watergehalte een negatief effect<br />
heeft op het slibgistingsproces (het STOWA-rapport Schuimvorming geeft aan dat hier een<br />
grotere kans op schuimvorming door ontstaat) en veel verwarmingsenergie vereist. Tevens<br />
moet bij een lager drogestofgehalte een groter tankvolume gerealiseerd worden om voldoende<br />
lange verblijftijden te garanderen.<br />
67