Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />
Bij de interpretatie van de getallen moet gerealiseerd worden dat brandstofgassen een hoge en<br />
een lage verbrandingswaarde kennen. Voor de hoge verbrandingswaarde is de condensatiewarmte<br />
meegeteld van de waterdamp die bij de verbranding ontstaat. Voor de lage waarde is deze niet<br />
meegeteld. Analoog spreekt men van een hoge en een lage Wobbe-index: de hoge Wobbe-index is<br />
berekend op basis van de hoge verbrandingswaarde, en de lage Wobbe-index op basis van de lage<br />
verbrandingswaarde. “Wobbe-index” slaat normaal gesproken zonder meer op de hoge index.<br />
Een brander die is afgesteld voor een bepaald brandstofgas, zal bij omschakeling naar een<br />
andere gassamenstelling zijn thermisch vermogen slechts behouden als de Wobbe-index van<br />
het gas niet teveel verandert. Bij een te grote afwijking in Wobbe-index zal de brander niet<br />
goed meer functioneren, en moet hij opnieuw worden afgesteld. In de praktijk wordt een<br />
schommeling van 5% nog aanvaardbaar geacht (uiteraard zijn er nog andere factoren waar<br />
men rekening mee moet houden zoals vlamtemperatuur, zwavelgehalte enz.).<br />
2.4.5 SLIBEINDVErWErKING<br />
Na slibgisting zijn er meerdere situaties denkbaar voor verdere verwerking. Meest voorkomend<br />
is dat na de slibgisting het slib direct wordt ontwaterd. Het kan echter ook voorkomen<br />
dat in het geval van een centrale slibontwatering het slib direct, of na eventuele indikking,<br />
naar de centrale slibontwatering wordt getransporteerd. Nadat het slib is ontwaterd, wordt<br />
het naar een slibeindverwerking getransporteerd, voor vrijwel al het slib is dit als laatste stap<br />
een verbrandingsstap. Hiervoor kennen we in Nederland de volgende gangbare praktijk:<br />
• monoverbranden van slib;<br />
• drogen van slib en afvoer naar een energiecentrale of cementindustrie;<br />
• composteren (biologisch drogen) van slib voorafgaand aan verbranding;<br />
• meestoken van ontwaterd slib bij een afvalverbrander.<br />
Voor alle methoden van eindverwerking stelt de eindverwerker in zijn contract eisen voor de<br />
acceptatie van het slib. Deze acceptatie-eisen variëren per type eindverwerking en zijn gelijk<br />
belangrijke invloedsfactoren om rekening mee te houden bij het toepassen van slibgisting. In<br />
de slibketen vervult de slibgisting namelijk een belangrijke en strategische schakel.<br />
VErBraNDINGSWaarDE<br />
Anno 2011 wordt via alle slibeindverwerkers (dus ook na droging en compostering) het slib<br />
uiteindelijk verbrand of meegestookt. Vanwege deze eindbestemming is de verbrandingswaarde<br />
van het slib, in combinatie met het drogestofgehalte, de belangrijkste acceptatie-eis.<br />
De verbrandingswaarde wordt gedefinieerd als de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige<br />
verbranding van een stof of materiaal, voor zuiveringsslib uitgedrukt in MJ per kg DS.<br />
In plaats van verbrandingswaarde wordt ook wel gesproken over stookwaarde of calorische<br />
waarde. Het bereik dat door de verschillende eindverwerkers wordt opgegeven ligt voor ontwaterd<br />
slib gemiddeld tussen 11 en 16 MJ/kg DS. Binnen dit bereik vallen overigens slibben die<br />
wel of niet een slibgisting hebben doorgaan.<br />
De verbrandings- of stookwaarde van slib kan als volgt worden berekend:<br />
20<br />
H slib = (ODS * H organisch ) * DS – H verdamping water * (1 - DS) (2-8)<br />
Met:<br />
Hslib = stookwaarde in GJ per ton slib materiaal;<br />
Horganisch = 21,318 GJ/ton ODS (organische drogestof);<br />
ODS = organisch gehalte in de drogestof in (%);<br />
DS = drogestof gehalte van het slibmateriaal in (%);<br />
= 2,258 GJ/ton (verdampingswarmte van water.<br />
H verdamping water