Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Handboek Slibgisting - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.3 MILIEUFaCtorEN<br />
StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />
voor veranderingen in pH en andere milieufactoren. Het betreft hier overigens de omzetting<br />
naar methaan die tijdelijk stopt en niet het afsterven van de bacterie. Zodra de omstandigheden<br />
weer beter zijn start de methaanproductie weer. De vorming van methaan levert de<br />
bacteriën netto zeer weinig energie op. Daarom zijn de opbrengstfactor, de groei per omgezette<br />
hoeveelheid substraat en de groeisnelheid van methaanproducerende bacteriën laag.<br />
Methanogene bacteriën hebben dan ook een delingstijd van enkele dagen.<br />
2.3.1 EFFECt VaN DE pH<br />
Anaërobe bacteriën, en methaanproducerende bacteriën in het bijzonder, zijn gevoelig voor<br />
pH-schommelingen. Figuur 2.3 toont het theoretische pH-bereik voor de verschillende fases.<br />
Voor het goede verloop van een anaëroob slibgistingsproces is het van het grootste belang<br />
dat de vier genoemde fases in het proces goed op elkaar zijn (en blijven) afgestemd. Bij een<br />
stabiel proces zal de pH in de slibgisting op een goede waarde blijven doordat bicarbonaat die<br />
gebruikt wordt om vetzuren the neutraliseren gerecycled wordt (zie onderstaande reacties;<br />
referentiemateriaal uit Zeeman en Lettinga, Wageningen Universiteit):<br />
CH 3 COOH + HCO 3 - ➝ CH3 COO - + CO 2 + H 2 O (2-1)<br />
CH 3 COO - + H 2 O ➝ CH 4 + HCO 3 - (2-2)<br />
Met betrekking tot de stabiliteit van het proces is een belangrijk gegeven dat zuurvormende<br />
bacteriën aanzienlijk minder pH-gevoelig zijn dan methaanbacteriën. Als bijvoorbeeld door<br />
een te hoge belasting, de methanogenese in snelheid achterblijft op de acidogenese, zullen<br />
er meer organische vetzuren worden gevormd dan er worden omgezet in methaan. Hierdoor<br />
lopen de vetzuurconcentraties op met het gevaar dat de pH te sterk daalt. Dit laatste zal het<br />
geval zijn als de buffercapaciteit (bijvoorbeeld bicarbonaat) is opgebruikt om de vetzuren te<br />
neutraliseren en er onvoldoende bicarbonaat wordt bijgevormd vanuit de methaanvorming.<br />
De methaanvormende bacteriën zullen dan door de lagere pH’s in sterke mate in hun activiteit<br />
worden geremd. Hierdoor wordt het systeem in nog ernstiger mate ontregeld doordat de<br />
vorming en ophoping van vetzuren doorgaat en de pH uiteindelijk sterk daalt tot beneden<br />
pH 6. In dit geval spreken we van verzuring van de slibgisting.<br />
FIGUUR FOUT! GEEN TEKST MET OPGEGEVEN OPMAAKPROFIEL IN DOCUMENT..4 THEORETISCH PH-BEREIK VOOR DE VERSCHILLENDE<br />
FIGUUr FASES 2.3 IN EEN SLIBGISTING tHEorEtISCH (BRON: pH-BErEIK WUR) Voor DE VErSCHILLENDE FaSES IN EEN SLIBGIStING (BroN: WUr)<br />
FIGUUR FOUT! GEEN TEKST MET OPGEGEVEN OPMAAKPROFIEL IN DOCUMENT..5 GISTINGSTEMPERATUUR VERSUS SLIBGISTINGSTIJD [1]<br />
o C<br />
9