30.08.2013 Views

Handboek Slibgisting - Stowa

Handboek Slibgisting - Stowa

Handboek Slibgisting - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

StoWa 2011-16 HANDBOEK SLIBGISTING<br />

DrIJFLaaG<br />

Mogelijke gevolgen en risico’s voor het proces met betrekking tot het optreden van een drijflaag<br />

zijn:<br />

• de drijflaag blijft hangen in de gisting en wordt niet afgevoerd. Hij plakt aan de wanden<br />

en hoopt op in het systeem;<br />

• door een drijflaag ontstaat dode ruimte<br />

• te korte verblijftijd<br />

• onvolledige vergisting;<br />

• verstopping van de biogasafvoeren;<br />

• opname van vergistbaar materiaal in de drijflaag door gasvorming. Dit materiaal draagt<br />

niet bij aan het vergistingsproces en verminderde biogasopbrengst.<br />

Dit risico is beperkt. Geschat wordt dat door dit risico maximaal 1% van de ingevoerde droge<br />

stof niet wordt vergist als gevolg van afvoer met de drijflaag;<br />

• het uitharden van drijflaag na verloop van tijd wanneer deze niet wordt afgevoerd<br />

• biogas wordt vastgehouden<br />

• dode ruimte<br />

• te korte verblijftijd<br />

• onvolledige vergisting.<br />

Met betrekking tot de opname van vergistbaar materiaal in de drijflaag is de schatting van de<br />

hoeveelheid niet vergist materiaal als volgt tot stand gekomen:<br />

Er wordt verondersteld dat een drijflaag zich manifesteert in de vorm van verspreid liggende<br />

plakjes van 0,5 tot 1 cm dik, zich vormend rond haren, vetbolletjes, lucifers en dergelijke.<br />

Indien als worst case wordt uitgegaan van een drijflaag van 0,5 cm dikte over het gehele oppervlak<br />

van de gistingstanks komt dit overeen met ± 6,4 m3/d afgevoerde drijflaag.<br />

Verondersteld wordt dat 25% hiervan biogas is en het droge stofgehalte in het waterige deel<br />

van de drijflaag gelijk is aan het droge stofgehalte van de influentslibstroom, namelijk 6 %.<br />

Dit betekent dat 1,2% van de dagelijks ingaande droge stof in de influentslib-stroom<br />

(± 385 m3 /d) wordt afgevoerd met de drijflaag en niet wordt vergist. Dit is gelijk aan een potentiële<br />

methaanproductie van ± 75 m3/d.<br />

BEZINKLaaG<br />

Mogelijke gevolgen en risico’s voor het proces met betrekking tot het ontstaan van een<br />

bezinklaag zijn:<br />

• één reactorinhoud circulatie per dag betekent voor de kanaalvormige gistingstanks een<br />

stroomsnelheid van 4,5 m/h en voor de opgevouwen gistingstanks een stroomsnelheid<br />

van 11 m/h. Dit is te laag om bezinking te voorkomen. Bij een menging van één tankinhoud<br />

per dag is sprake van een niet volledig gemengd systeem, dat qua menggedrag tussen<br />

een volledig gemengde reactor (CSTR) en een propstroomsysteem in ligt;<br />

• gasproductie per m2 vloeroppervlak is te laag voor natuurlijke menging. Ervaringen met<br />

UASB’s leren dat voor een goede menging een minimale gasproductie van 0,4 – 0,5 m3/ m2 /h benodigd is. De theoretische gasproductie in platte gistingstanks voor de situatie<br />

zoals die in Amsterdam zal gelden wordt geschat op 0,016 m3 /m2 /h;<br />

116

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!