Reitsma, J.M., R. Munts & G.F.J. Smit, 1994. Monitoring milieuvriendelijke oevers Zuid- Willemsvaart 1994. Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu. Rapport N. 94.32. Culemborg. (185,186, 187,458). Reitsma, J.M. & R. Munts, 1996. Monitoring milieuvriendelijke oevers langs de Zuid- Willemsvaart, 1996. Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu. Rapport nr. 96.53. Culemborg. (185,186, 187,458). Reitsma, I.M. & R. Munts, 1998. Monitoring natuurvriendelijke oevers langs de Zuid-Willemsvaart (1998). Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie L% müieu. Rappon nr. 98.54. Culemborg. (185,186,187,458). Rijkswaterstaat & Rijksinstituut voor Natuurbheer, 1989. Onderzoek aan natte oeverstroken langs het Wilhelminakanaal, Samenvattend eind<strong>rapport</strong>. Projeei Milieuvriendelijke Oevers, <strong>rapport</strong> nr. 8. Rijkswaterstaat Directie Noord-Brabant &Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum, 1989. (177, 178,179) Schippers, W., 1994. Kleinschalige Natuurontwikkeling in de Praktijk: alle([) inzet waard! Brochure IKC Natuurbeheer nr. 7. Wageningen. (254,432). Smit, G.F.J. &I.M. Reitsma, 1993. Nahtuniriendelijke oevers langs het Hilversums Kanaal. Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu. Rapport nr. 93.09. Culemborg. (205,206,207). Van Breukelen, S., 1991. Aanslagsucces van de rietaanplant langs de Duikertocht in Zuidelijke Fleveland. Werkdocument. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Directie Usselmeergebied (026) Van der Putten, W.H., & L. van Liere, 1989. Milieuvriendelijke oevers langs het Menuedekanaal. Rapport Instituut voor Oecologisch Ondenoek en Liologisch Instituut. (363). Van der Vlies, M., 1996. Beken natuurlijk in beweging; werken aan schoon, slingerend en stromend water. Vogelbesehermi1igNederland, Zeist. (094. 100, 102, 104, 121, 137, 145. 151,152, 160,161, 171, 172, 173, 174, 175,255). Van der Spiegel, A. & P. Riemersma,, 1991. Rapport visserijkundig onderzoek Schipbeek 3 en 4 april 1991. Uitgevoerd in opdracht van Vereniging Hengelsport Federatie Oost-Nederland. Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij (OVB). Rapport nr. V0.5033-04 1991. Nieuwegein (254). Van Grieken & Jaspers, 1991, Natuurvriendelijke oevers. Raktijkervaringen met natuurvriendelijke oevers in enkele landinrichtingsprojecten. IHAL Boskoop. In opdracht van de Landinrichtings- dienst. (129, 133, 134, 170,438,460). Verkade, G.J., 1991. Overzicht milieuvriendelijke oevers. Project Milieuvriendelijke Oevers. Rapport nr. 17. Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft (002,004,018,020,021, 022,054,057,058,059,060,061,068,076,077,078,<strong>08</strong>7,097.105,116. 1 17,129,132,133,134, 155,156, 170, 177, 178, 179,180,182,183,184,1%, 2211,212,217,226,227,232,233,234,237, 257,262,263,274,275,276,278,286,304,363,369,370,371,373.377,385,436,438,458,459, 460). Waterschap De Groote Waard, 1993. Project Natuurvriendelijke Oevers Bonekeen. Klaaswaal. (-1. Waterschap De Groote Waard, 1994. Project Oude en Nieuwe Wijde. Klaaswaal. (375). Waterschap De Schipbeek, 1992. Proefproject Milieuvriendelijke Oevers Schipbeek 1992. Markelo. (254). Waterschap De Schipbeek, 1992. Proefproject milieuvriendelijke oevers. Traject Wippertstuw - Onderdoorgang Al. Rapport (februari 1992). M).
Waterschap De Schipbeek. 1995. Milieuvriendelijke oevers Schipbeek. Voortgangs<strong>rapport</strong>age monitoring -samenvatting-. (254). Waterschap Friesland, 1994. Projectaanvraag Rijksbijdrageregeling regionaal integraal waterbeheer, subsidieronde 1994. In samenwerking met It Fryske GW, Provincie Friesland. (<strong>08</strong>0). Waterschap Kromme Rijn, 1992. Subsidieaanvraag natuumiendelijke oevers Kromme Rijn. Houten. (306,307,3<strong>08</strong>,309). Waterschap Noordoostpolder, 1996. Oeverbescherming: een harde rand(voonvaarde)? Toekomstvisie. Sector Beheer en Onderhoud. Emmeloord. (019,022,024,027,028,029,032,033, Werkgrep Intepraai Waterbeheer, 1992. Naar een integraai waterbeheer in de polder Mastenbroek. Waterschap Usseldelta. (290). Wolfert, H.P., G.J. Maas & G.H.P. Dirk, 1996. Het meandergedrag van de Overijsselse Vecht; historische morfodynamiek en kansrijkdom voor natuurontwWeling. Rapport 4<strong>08</strong>. DLO-Staring Cenmim. Wageningen (273). Zonderwijk, M., 1994. Monitoring van flora en fauna, morfodynamiek, waterbodemkwaliteit en beheer in beekproject "Midden-Regge Fase 1". Tussen<strong>rapport</strong>age over de periode 1988-1993. Waternhap Regge en Dinkel, bureau Onderzoek Watersystemen. Almelo (267,268,269.270). Zonderwijk, M., 1996. Integraal waterbeheer; vallen en opstaan. Waterschap Regge en Dinkel. (251,264,265,266,285,286). Zuiveringschap West-Overijssel, 1995. Natuurvriendelijke oevers Schipbeek. Effecten op de aquatische macrofauna (basisnotitie). ZWO-bureau oppervlaktewater. (254). Zuiveringschap West-Overijssel, 1996. Milieuvriendelijke oevers Witharen. Tussen<strong>rapport</strong>age 1994. (280,281). W A - Nahnimlaidelijke oevar. EMLuaöe van de stand van uilrea in Nederland
- Page 1 and 2:
!000-08 - natuurvriendelijke-oevers
- Page 3 and 4:
TEN GELEIDE .......................
- Page 5 and 6:
. . L ' ' I -tm: rrPhutkvsa 14 ob*
- Page 7 and 8:
I l l TEN GELEIDE Sinds begin jaren
- Page 9 and 10:
1 INLEIDING 1.1 Aanidáing voor di
- Page 11 and 12:
WERKWIJZE Afbnlening onderzoek en f
- Page 13 and 14:
Figuur 1. Indeling van Nederland in
- Page 15 and 16:
egeling (Bestuurlijk Overleg Region
- Page 17 and 18:
Usvogel, de publicatie 'Beken natuu
- Page 19 and 20:
2.4 Verwerking, rapportage en preae
- Page 21 and 22:
Overzicht natuu~riendelijke oever-p
- Page 23 and 24:
Per watertype zijn aantallen object
- Page 25 and 26:
Beekprojecten zijn uiteraard in Ove
- Page 27 and 28:
Figuur S Aantal objecten pe~ fysisc
- Page 29 and 30:
Fiur 6 Aantal objecten per wateriyp
- Page 31 and 32:
Uitgaande van een zeer ruime opvatt
- Page 33 and 34:
valt aan matten (Enkamat, betonblok
- Page 35 and 36:
Tabel l0 Lengten (in km) toegepaste
- Page 37 and 38:
Langs de meren en plassen is vaak r
- Page 39 and 40:
EVALUATIE GESELECTEERDE PROJECTEN I
- Page 41 and 42:
zijn voor de lokale situatie van de
- Page 43 and 44:
Beoordeling kosten - voor 38 object
- Page 45 and 46:
Toepassing van gebiedsvreemde grond
- Page 47 and 48: Tabel l7 Scheepvaar&, oevenurratie,
- Page 49 and 50: Bij tabel 18 moet opgemerkt worden
- Page 51 and 52: eheerd, waarbij vooral een maai- of
- Page 53 and 54: Monitoring en evaluatie: macrofauna
- Page 55 and 56: 4.2.12 Monitoring en evaluatie: vis
- Page 57 and 58: 4.2.14 Monitoring en evaluatie: zoo
- Page 59 and 60: Hierna wordt kort ingegaan op de re
- Page 61 and 62: Van de remltarn van de monitoring z
- Page 63 and 64: het verschil in oeverbreedte en de
- Page 65 and 66: spantuin, waarachter een plasberm o
- Page 67 and 68: Weteringen en VaSrten: evolaatle va
- Page 69 and 70: Naar aanleidmg van deze objecten is
- Page 71 and 72: Resultaten evaluatie en monitoring
- Page 73 and 74: Er vindt nauwelijks onderhoud plaat
- Page 75 and 76: ?+ ' -P " ' 8 'T '-3 'niets doen'.
- Page 77 and 78: CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclus
- Page 79 and 80: aanleg was immers feitelijk de doel
- Page 81 and 82: in het algemeen is op de beringeric
- Page 83 and 84: Ten slotte De enthousiaste reacties
- Page 85 and 86: indien tijdelijke vdeningen worden
- Page 87: het maaisel opgelost worden. Dit ec
- Page 90 and 91: D m Wijzer, nummer 35, 1992. Blo~ma
- Page 92 and 93: Davids, C., 1979. De watermijten (H
- Page 94 and 95: Runhaar, H., C.L.G. Groen, R. van d
- Page 96 and 97: Heidemij Adviesbureau, 1992 (?), Ve
- Page 101 and 102: LIJST VAN FIGUREN Figuur 1. Figuur
- Page 103 and 104: LIJST VAN BIJLAGEN Bijlage 1. Deñn
- Page 105 and 106: Bijlage 1. Definities watertypen be
- Page 107 and 108: Bijlage 2. Lay-out database landeli
- Page 109 and 110: x x X X I X X X X X I X X X X 11 x
- Page 111 and 112: xx x X I X * x x X X X X X X X X X
- Page 113 and 114: x X X X X " X X X X * x x x X * X X
- Page 115 and 116: 'JU W X X x x X x X I X X x x x X x
- Page 117: X X X X X X X L X X X X X I X X X X
- Page 120 and 121: L €60 L WL L EL1 L ZLL z LLL z OL
- Page 122 and 123: STOWA - Niammhdcüjke mar. Evaluati
- Page 124 and 125: S'KIWA - Nannuuriendelijk oevers. E
- Page 126 and 127: Biilage 5. Formulier enqdte Fase 2.
- Page 128 and 129: Biilage 5. Formulier enquste Fase 2
- Page 130 and 131: Bijlage S. Formulier enquete Fase 2
- Page 132 and 133: Bilage 5. Formulier enquête Fase 2
- Page 134 and 135: Bijlage 5. Formulier enquête Fase
- Page 136 and 137: Bilage 5. Formulier enquête Fase 2
- Page 138 and 139: Bilage 5. Formulier enqu6îe Fase 2
- Page 140 and 141: Bilage 5. Formuiier enquêîe Fase
- Page 142 and 143: SWWA - Natuumiadclijke oeyus. Evaiu
- Page 144 and 145: 1 Inleiding J%n van de belangrijkst
- Page 146 and 147: soorten uit de acht ecologische gro
- Page 148 and 149:
43 Doeisteiiingen van monitoring Bi
- Page 150 and 151:
Venamelen van gegevens: methoden en
- Page 152 and 153:
In Heinere wateren als beken zal st
- Page 154 and 155:
klein. De soortensamenstelling is d
- Page 156 and 157:
heeft en of toestemming verkregen k
- Page 158 and 159:
4.6.8 Zoogdieren Oevers met goed on
- Page 160 and 161:
In onderstaand schema is aangegeven
- Page 162 and 163:
pagina 162
- Page 166 and 167:
Bijlage 9. Beken; toegepast plantma
- Page 168 and 169:
nuord naam water nr. 254 I 255 103
- Page 172 and 173:
Bijlage 13. Klelne rivieren; toegep
- Page 174 and 175:
vervolg bijlage 14. Kleine rivieren
- Page 176:
'JU pi-
- Page 179 and 180:
Bijlage 18. Sloten; evaîuatie/prak
- Page 181:
BiJly 19. Weteringen en vaarten; na
- Page 185 and 186:
.teringen en vaa 2980 (t.N.v. Oude
- Page 187 and 188:
Bijlage 23. Kanalen; naam, beheerde
- Page 189:
061 Phrcr Margriet Kanaal Prcvinde
- Page 195 and 196:
BiJiage 25. Kanalen; toegepast plan
- Page 197 and 198:
wivolg bijlage 25. Kanalen; toegepa
- Page 200:
vervolg bijlage 26. Kanalen; evalwt
- Page 204 and 205:
M C 'Y S 'E E x U .c E U U - 3 'I,
- Page 206 and 207:
Bijlage 30. Meren en plassen; evalu
- Page 210 and 211:
s Bljlage 33. Kreken en kreekrestan
- Page 212 and 213:
veivolg Bijlage 34. Kreken en kreek
- Page 214 and 215:
het verkregen landelijk overzicht n
- Page 216 and 217:
In &e gwd1831 is sprake van ten mee
- Page 218 and 219:
Conclusies en aanbeveiingen naar aa
- Page 220 and 221:
probleem. Op korte termijn valt nie
- Page 222 and 223:
stadium van belang. Indien tijdelij
- Page 224:
ontstaan voor reptielen, met name d