30.08.2013 Views

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

aanleg was immers feitelijk de doelsteiiing. Ook het streefbeeld is in veel gevallen behaald,<br />

aangezien dit globaal gesteld is.<br />

Nulsituaties zijn weinig vastgelegd. Ecologische effecten zijn dan moeilijk aantoonbaar, tenzij<br />

ongewijzigde situaties d i nabij beschikbaar zijn (ongewijzigde proefvakken) en naderhand<br />

monitoring wordt uitgevoerd.<br />

Aan 38% van de objecten is of wordt in zekere mate monitoring uitgevoerd. Veelal b& het<br />

vegetatiekundig ondenoek, in een aantal gevallen ook mamfauna ondenoek. Bij beken wordt<br />

de meeste monitoring uitgevoerd. Opgemerkt moet worden dat de REGIWA-regeling alleen<br />

richtlijnen heeft gegeven voor monitoring van anti-verdrogingsprojecten, niet voor natuur-<br />

vriendelijke oevers.<br />

Evaluatie van de doelstellingen is of wordt voor 41% van de objecten voorzien. Deze evaluatie<br />

kan bestaan uit een globale beoordeling of gebaseerd zijn op (monitonng)ondenoek. Diep-<br />

gaande vergelijkende ecologische studies zijn nog weinig uitgevoerd, of de resuliaten zijn nog<br />

niet uitgewerkt, waardoor de beschikbare evaluaties nog maar weinig ecologisch geönenteerd<br />

zijn. Evaluatie bij beekprojecten en bij sloten komt relatief vaker voor dan bij de andere water-<br />

typ. Bij kanalen wordt door Rijkswaterstaat relatief veel onderzoek venicht.<br />

Toegepaste constructies<br />

in totaal zijn 18 constructietypen toegepast, vaak worden meerdere hiervan in een object<br />

gecombineerd (bijvoorbeeld een golfdempende constructie in combinatie met een plasberm).<br />

Het scala aan constructies verschilt per watertype. Bij weteringenlvaarten en kanalen is de<br />

grootste verscheidenheid toegepast. Waarschijnlijk houdt dit verband met de eventuele scheepvaart<br />

in de betreffende wateren. Over het geheel bezien scoren de toepassing van een<br />

golfdempende constructie (diverse typen, tezamen 41% van het aantal objecten), plasberm<br />

(40%), rietstmoiúrietbem (22%). en enigszins tot sterk verflauwde taluds (totaal 61%) het<br />

hoogste.<br />

in de meeste gevallen is sprake van een meer of minder ingrijpende heri~chting van de gehele<br />

oevetzone. in grote lijnen zijn vijf herinrichtingscategoneën te onderscheiden.<br />

1 versteviging van het bestaande talud met milieuvriendelijke materialen,<br />

zonder een verdere herimichting van de oevemne;<br />

2 herpmfuering van het talud, meestal in relatief smalle zone (ca. 25 m);<br />

3 herinrichting gehele oeverzone, in smalle zone uitgevoerd (< 1 m);<br />

4 herinrichting gehele oeverzone, in brede zone uitgevoerd (> 1 m);<br />

S herprofilering en aanpassing waterloop (onder andere henneandering).<br />

In circa 25% van de objecten is sprake van categorie 3, waarbij een rietstrook van ongeveer 1 m<br />

breedte wordt gecreëerd; vaak in combinatie met een houten constnictie (lichte damwand,<br />

betuiming) aan de waterzijde. Deze stroken worden in de ontwerpfase als moerasberm, rietberm<br />

en zelfs plasberm benoemd, maar worden in de praktijk uiteindelijk een aan ~imte gebonden<br />

rietstrook met beperkte breedte. Ontwikkeling van natuwwaarden blijft hier tot een marginaal<br />

lint beperkt.<br />

In circa 40% is categorie 4 toegepast: vooral langs kanalen en gmtere weteringen en vaarten.<br />

Ontwikkeiiing van natuwwaarden in plasbennen tussen een golfdempende constructie en het<br />

talud is hier goed mogelijk.<br />

Gebruikte materialen<br />

in totaai zijn 19 materiaaltypen onderscheiden. Vaak worden in een object meerdere materiaal-<br />

typen in c diatie toegepast. Veel gebruikte materialen zijn: geotextielen, schanskowen, steen<br />

(gesto~& breuksteen), hout (i de vorm van damwand, schotten, betuining) en plantmataiaal. in<br />

M van het aantal objecten zijn geen harde materialen toegepast,doeh is alleen gmndwerk<br />

"tgwoerd (herprofdering en dergelijke), soms in c ombie met aanplant van oeverplanten of<br />

bomen en stniilcn op de oever. in 35% is riet aangeplant.<br />

STOWA - NahnuwiaidelijIre ocvm. Evahiatie van de stand van zakm in Ncdcrlud

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!