30.08.2013 Views

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

over geheel Nederland verspreid gelegen. 70% ligt in laag Nederland (rivierengebied, laagveengebied,<br />

droogmakexijen, zeekleigebied), 30% in hoog Nederland (hogere zandgronden, heuvelland).<br />

Het grootste mtal objecten is gevonden in de provincies Friesland, Overijssel, Zuid-<br />

Holland en Noord-Brabant. Aangenomen wordt dat de respons dusdanig is geweest dat het<br />

verkregen landelijk overzicht naar schatting zo'n 75% omvat van de aangelegdeheringerichte<br />

j<br />

4<br />

I<br />

,<br />

2 :<br />

natuurvriendelijke oevers in het landelijk gebied, die in de onderzoeksperiode als zodanig<br />

bekend waren.<br />

Watertypen<br />

I 'i<br />

' . I '<br />

Van de 457 objecten komt 54% voor langs weteringen, vaarten en kanalen (tesamen 60% van de<br />

totale lengte). Kleine rivieren, meren en kreken zijn minder vertegenwoordigd. Het grootste I<br />

aantal kilometers natuurvriendelijke oever is te vinden langs beken op hogere zandgronden i<br />

(totaal 153 km), langs weteríngen en vaarten in het rivierengebied (104 km) en in het zeeklei- 1 -<br />

gebied (261 km) en langs kanalen in het laagveengebied (95 km). Het wateitype sloten betreft I ,<br />

slechts 12% van het aantal objecten (9% van de gezamenlijke lengte), terwijl dit watertype in het I<br />

Nederlandse oppervlaktewaterstelsel ongetwijfeld de grootste lengte inneemt. Een groot deel 1 -1<br />

van de sloten is in beheer bij agariërs en valt buiten het bestek van dit ondaoek. Extensivering<br />

van het slootkantbeheer kan tot een vergroting van het areaal aan natuurvriendelijke oevers<br />

leiden.<br />

# !<br />

L<br />

Beheerders 1 .<br />

Waterschappen, hoogheemraadschappen en zuiveringsschappen beheren tezamen 83% van de<br />

onderzochte objecten, Rijk en provincies en overige organisaties tezamen 17%.<br />

Het begrip natuurvriendelijke oever is binnen de watenchapswereld algemeen bekend gebleken,<br />

de toepassing varieert echter zeer sterk. De persoonlijke inbreng van ecologen in dienst van een<br />

waterbeheerder lijkt van groot belang. Uit de enquete Fase 2 blijkt dat bij 26 van de betreffende<br />

50 waterbeheerders een ecoloog in dienst is.<br />

Verdeling over jaren 1 ,<br />

De aanleg van natuurvriendelijke oevers langs weteringenlvaarten en kanalen vindt al vanaf het<br />

begin van de periode 1982-1996 plaats. Herinrichting van beken komt vanaf 1990 van de grond<br />

en kent een geleidelijke toename. Ook de kreken komen pas later in beeld, vanaf 1991. Een piek i<br />

in het aantal aangelegde natuurvriendelijke oevers in 1992-1993 lijkt samen te vallen met de<br />

werking van de REGWA-subsidieregeling.<br />

Kader<br />

Van het aantal objecten is 21% via de REGIWA-regeling gesubsidieerd (23% van de totale<br />

lengte). Het betreft met name beekprojecten en oevers langs weteringentvaarten en kanalen.<br />

Diverse projecten zijn landinrichtuigsprojecten waarbij (voor een gedeelte) REGWA-subsidie<br />

is verkregen. Van het aantal objecten is 18% in het kader van een landinrichtingsproject of mil-<br />

verkaveling aangelegd (27% van de totale lengte). Daarnaast is 13% van het aantal objecten als<br />

1<br />

proefproject in eigen beheer door de waterbeheerders opgezet. Deze laatste groep objecten r ,<br />

beslaat slechts 4% van de totale lengte. Veelal betreft het proefvakken met een beperkte lengte<br />

Doelstellingen, streefbeelden, monitoring en evaluatie<br />

Nagegaan is in hoeverre een doelsteiíing of stmfbeeld voor het betreffende oeverproject is<br />

geformuleerd. De meeste formuleringen zijn zeer algemeen van aard (zoals 'ecologische oever',<br />

'natuurontwikkeling', 'ontwikkeling rietoevet). Streefbeelden met ecologische omschrijvingen in<br />

de sfeer van ontwikkeling van bepaalde vegetatietypen of toename van bepaalde diersoorten zijn<br />

nauwelijks vastgelegd.<br />

Uitgaande van een zeer ruime opvatting van de begrippen doelstelling en streefbeeld blijkt dat<br />

voor 55% van de objecteii een zeker (zeer globaal totem enkele keer uitgebreid) 'streefbeeld'<br />

omschreven is. Dit berekent tegelijkertijd dat de doelstellimg in de meeste gevallen behaald is: de<br />

WOWA - Natuumieadclijke wvcrs. Evaluatie vaa de stad van zslrai in Nederland pgina 78<br />

n<br />

I<br />

: n<br />

I<br />

I :<br />

I '<br />

8 .<br />

1.<br />

i

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!