rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN<br />
Conclusies m.b.t. beantwoording ondenwksvragen<br />
Het ondenoek he& zich gericht op natiiumiendelijke oevers in Nederland langs kleinere wateren<br />
in het landelijk gebied, waahij de oevers projectmatig zijn (her)ingericht. Het betreft beken, kleine<br />
rivieren, sloten, weteringen en vaarten, kanalen, oude rivierarmen, meren en plassen, alsmede<br />
kreken. Buiten beschouwing gelaten zijn de grote Rijkswateren, mals het Usselmeer, de grote<br />
rivieren en de afgesloten wateren in het Deltagebied. Oevers in natuurgebieden waarbij veelal de<br />
natuurfunctie voorop staat ('natuurlijke oevers') zijn eveneens buiten geschouwing gelaten, enkele<br />
proefprojecten uitgemnderd. Aangezien het ondenoek gericht is op wateren buiten de bebouwde<br />
kom heefi de gegevensinwinning zich met name toegespitst op de watemhapswereld. Alk water-<br />
kwantiteits- en waterkwaliteitsbeheerders in Nederland (waterschappen, zuiveringsschappen en<br />
hoogheemraadschappen) die bij de aanleg enlof onderhoud van oevers betrokken zijn, zijn door<br />
middel van enquetes en telefonische benadering gevraagd gegevens te leveren (zie verderop).<br />
Daarnaast zijn Rijkswaterstaat, provincies en de Dienst Landelijk Gebied benaderd. Er is geen<br />
landelijke inventarisatie, uitgevoerd onder gemeenten, beheerders van natuurgebieden<br />
(Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, provinciale landschappen) en natuur- en<br />
recreatieschappen. In totaal zijn door ruim 100 instanties gegevens geleverd (zie bijiage 3).<br />
Het hoofddoel van het onderzoek is het verzamelen en toegankelijk maken van praktijkervaringen<br />
met natu~NIkndelijke oevers. Dit doel is met deze studie bereikt. Vrijwel alle beheerders hebben<br />
informatie aangeleverd. Het toegankelijk maken is in dit <strong>rapport</strong> slechts mogelijk aan de hand van<br />
tabellarische ovenichten en korte besprekingen. Met behulp van de tabellen, bijlagen en eventueel<br />
de database kan de geïnteresseerde lezer zich een weg zoeken naar specifieke objecten. De praktijkervaringen<br />
zijn in het algemeen vooral verwoord met betrekking tot organisatorische aspecten,<br />
algemeen technische aspecten en ervaringen met plantmateriaal. Geconcludeerd moet worden dat<br />
deze studie onvoldoende gegevens heeft opgeleverd om gedetaïlleerd per watertype per regio<br />
richtlijnen te geven met betrekking tot toe te passen constmcties en materialen in relatie met na te<br />
streven eindbeelden en doelstellingen. Ook is gebleken dat het niet mogelijk was voldoende<br />
informatie te verkrijgen om een analyse van kostenaspecten en een kosten-baten analyse te maken.<br />
Evaluatie van projecten op grond van ecologische informatie is in deze studie weinig aan bod<br />
gekomen. Voor een belangrijk deel is dit te verklaren door een gebrek aan monitoringondenoek, of<br />
als er al ondenoek is verricht doordat gegevens nog Net uitgewerkt waren of op een specifieke<br />
situatie slaan. Een evenwichtige vergelijking van de verschillende watertypen is daardoor niet<br />
mogelijk. Derhalve wordt volstaan met algemene richtlijnen. Niettemin levert de studie een beeld<br />
welke (typen) wateren wel ecologisch gemonitoord worden, waarbij verwezen wordt naar<br />
ondenoeks<strong>rapport</strong>en. Een (eventueel gedeeltelijke) herhaling van deze studie in de toekomst kan<br />
mogelijk meer inzicht bieden.<br />
Behalve de venameling van objectgegevens en praktijkervaringen heeft de studie tot het inzicht<br />
geleid dat vrijwel alle waterbeheerders betrokken zijn bij natuurvriendelijke oevers en dat betrok-<br />
kenen in het algemeen zeer enthousiast zijn en opgedane ervatingen in de toekomst in de praktijk<br />
willen brengen. Dit <strong>rapport</strong> kan hen daarbij een helpende hand bieden doordat ervaringen van<br />
wilega's bij soortgelijke wateren gebundeld zijn.<br />
Algemene conclusies n.a.v. landale inventadde<br />
Aantal objecten en verspreiding<br />
De landelijke inventarisatie heeft informatie opgeleverd over 457 objecten verspreid over 348<br />
verschillende wateren. De totde lengte van de objecten bedraagt ongeveer 1300 km. Ze zijn<br />
M A - Natuumiadeiijkc ocvws. Evaluatie van de stand van zaken in Nedpiand