rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Resultaten evaluatie en monitoring<br />
In kanalen wordt relatief veel ondermek uitgevoerd. Zie 5 4.2 en tabel 21 t/m 26.<br />
Uit de resultaten van het ondenoek uitgevoerd door de Dienst Weg- en Waterbonwkunde (o.&<br />
Ivens, 1996), de monitoringsondemoeken uitgevoerd door Bureau Waardenburg (Reiima et al.,<br />
diverse jaren) en dit evaiuatieondenoek h e n diverse algemene conclusies getrokken worden.<br />
Op de (her)ingerichte delen van de oevers wordt geen erosie geconstateerd, er is eerder sprake van<br />
opslibbing.<br />
Er is sprake van een toename van de floristische en vegetatiekundige waarden in de oever doordat<br />
een geleidelijke oevergang van land naar water wordt gecreërd. De oeverplanten hijgen de kans<br />
zich uit te breiden in de breedte en in de lengte. De soortedjkdom en de stmctuurvariatie kunnen<br />
toenemen. Tevens wordt ruimte geboden aan waterplanten.<br />
Ook de faunistische waarde van de oever kan vergroot worden. De oever functioneert als leef- en<br />
trekgebied voor de fauna.<br />
Het materiaal waaruit de vooroever is opgebouwd heeft geen duidelijke invloed op de ontwikkeliig<br />
van een oevervegetatie. De dimensies van de vooroever zijn wel van belang. Een brede, ondiepe<br />
vooroever heeft een meer positief effect op de aanwezigheid en bedekking van oeverplanten dan<br />
wanneer een plasberm smal en diep is.<br />
Uitgebreide beschrijving van resultaten en conclusies is te vinden in genoemde literatuur (8 6.3).<br />
Evaluatie en praktijkervaahgen beheerders<br />
De praktijkervaringen van de beheerders zijn in bijlage 26 vermeld.<br />
De beheerders hebben met de (her)iichtingsprojecten van de kanalen voor een groot deel hun doel<br />
bereikt (79%). Bij veel oevers is er geen erosie meer. Ook een belangrijke factor in de verbetering<br />
van de oever is het feit dat de ecologische functie bij een aantal objecten verbeterd is. Bij de<br />
overige objecten kon nog niet goed bepaald worden of de doelstelling is bereikt. Deze objecten<br />
waren te recent uitgevoerd.<br />
De objecten hebben geleid tot veel inzicht bij de betreffende beheerders<br />
Bij de kanalen is relatief vaak sprake van verstoring. Als verschijnselen werden opgegeven:<br />
betreding door sporevissers, picknicken, schroefwater, vandalisme en diefstal. Dit laatste betreft<br />
diefstal van of vandalisme met breuksteen, hetgeen op enkele locaties op vrij grote schaal blijkt<br />
plaats te vinden (onder andere open knippen van schanskorven). In een object heeft men daarom de<br />
breuksteen met collo'idaal beton moeten vastleggen.<br />
Naar aanleidiig van deze objecten is men op een aantal nuttige adviezen gekomen voor andere<br />
-<br />
beheerders. Deze zijn eveneens in bijlage 26 weergegeven.<br />
Afhlas:<br />
Het overnemen van constniaies uit andere situaties, zonder de eigen situatie te kennen.<br />
Breuksteenfundering op veengrond: bij te zware constructies wordt deondergrond (bagger) naar<br />
de vaargeul geduwd.<br />
Verankering van damwand kan problemen met maaien geven.<br />
Aanraders:<br />
Veel tijd reserveren voor projectorganisatie, planning en communicatie, ook met gebdcers van<br />
oever en water. -<br />
Betrek belanghebbenden zo vroeg mogelijk in de planvorming.<br />
Combineer oeveraanleg met baggeren. - -<br />
Kies constde die goede uitwisseling mogelijk maakt tussen oeverstrook @Irisben@ en kanaal.<br />
STûWA - NaruurniodelijLewen. Evalna