rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
spantuin, waarachter een plasberm of netstrook wordt gevormd. De breedte en diepte van deze<br />
strook is in de meeste gevallen gering, feitelijk vanwege ~imtegebrek in de sloot. De in de praktijk<br />
gebruikte term plasberm is dan ook meestal niet juist. In de meeste gevallen is sprake Van een<br />
smalle rietstrook die bewust is aangelegd als oeverbeschermend middel.<br />
Plantmabiaal<br />
Bijlage 17 geeft een overzicht van de aanplant.<br />
Bij verschillende objecten is plantmatenaal gebrnikt: net, biezen of oeverbeplanting. In drie<br />
gevallen is een grasmat op het talud aangebracht. In de watergang in de Yerseke Moer is Engels<br />
slijkgras aangeplant.<br />
De aanplant van riet en biezen bij de Valkenissepolder en de Wiihelminapolder zijn slecht<br />
aangeslagen. Ook het aangeplante net in het 's-Gravenmoersegat is niet goed tot ontwikkeling<br />
gekomen door de overwoekering van liesgras en mogelijk plaatselijk door vraat van ganzm.<br />
Het Engels slijkgras in watergang Yerseke Moer is goed tot ontwikkeling gekomen, in deze siaiatie<br />
moet zelfs een aangepast beheer uitgevoerd worden om dominantie door deze mrt tegen te gaan.<br />
De toekomstige ontwikkelingen zijn echter onzeker doordat na de herziening van het peilbesluit het<br />
waterpeii zal worden verhoogd.<br />
Kosten (her-)inrichting<br />
Van de onderzochte sloten zijn voor zes objecten de gemaakte kosten van de herinrichting<br />
opgegeven. Het gemiddelde bedrag per strekkende meter oever wat hieraan is uitgegeven is f 187,-<br />
excl. btw.<br />
Grondaankoop heeft in vijf gevallen plaats gevonden. Er is echter weinig bekend over de kosten die<br />
daarmee zijn gemoeid.<br />
Sanering van grond is bij &ze objecten niet nodig geweest. Bij een object in Noord-Holland waar<br />
op sommige plaatsen wel sanering van de waterbodem noodzakelijk was is een gepland<br />
oeverproject (nog) niet uitgevoerd in verband met de onverwachte en hoge saneringskosten.<br />
Van negen objecten is bekend dat subsidie is ontvangen. Gemiddeld werd 58% van de gemaakte<br />
kosten gesubsidieerd. Het grootste deel van de subsidies zijn ontvangen via het Ministerie van<br />
Landbouw, Natuur en Visserij en de REGWA-regeling.<br />
Onderhoud<br />
De maaifrequentie van de oevervegetatie van de sloten varieert per object. De meest voorkomende<br />
frequenties zijn 2x per jaar en lx per jaar. Het machinaal beheer wordt voor het grootste deel<br />
uitgevoerd met een maaibalk of een maaikorf, maar ook de klepelmaaier is genoemd. Daar waar de<br />
oever geklepeld wordt blijft het maaisel in de oever achter. In de overige gevallen wordt het<br />
maaisel afgevoerd of op het naastliggende perceel van de ingelanden gelegd.<br />
Het onderhoud van de waterbodem wordt in negen gevallen machinaal gedaan. Bij de andere<br />
objecten wordt alleem beheer gepleegd indien dit nodig is, met een lagere frequentie.<br />
De bagger die met het onderhoud wij komt wordt meestal op het perceel naast de oever gestott.<br />
Voor de vergelijking van de kosten voor en na de herinrichting van de sloten is weinig informatie<br />
bekend. Voor de Albrandswaard en de VeerdijIrsloot zijn de beheerskosten gelijk gebleven. Met de<br />
Onderhaam heeft men de ervaring dat de kosten op korte tennijn lager zijn. maar dat er op den<br />
duur meer onderhoudskosten komen.<br />
STûWA - Nanuunimdelijk maa Evaluaîie van de stmd van zaken in Nederland pagina 65